Fantastische Lijnen voor Schoolverlaters uit het Voortgezet Speciaal en Praktijk Onderwijs Negen concrete impulsen ( fantastische lijnen ) voor het verbeteren van de doorgaande lijn van school naar werk, zorg en vervolgonderwijs.
De ambitie Het doel van de drie decentralisaties is de ondersteuning voor kwetsbare groepen in samenhang te organiseren. De doelgroep schoolverlaters PrO/VSO is hierin een lakmoesproef. Deze groep ondervindt de consequenties van de gewijzigde wetgeving op het gebied van welzijn, werk en onderwijs. In deze groep vindt veelal de overgang van 18 min naar 18 plus plaats. Voor alle betrokken partijen vraagt dit samenwerking en afstemming en het besef dat buiten de eigen koker gekeken moet worden. De aanpak In opvolging van een grote conferentie in de Dr Leo Kannerschool in Oegstgeest, op 25 september 2107, kwamen diverse groepen - in de periode oktober 2017 en januari 2018 - meerdere malen bij elkaar. Om concrete initiatieven te bedenken en uit te werken. Met elke voortrekker werd een kort lmpje opgenomen, dat gebruikt werd als uitnodiging. De groepen werden begeleid door Paul Duijvensz (Holland Rijnland) en Eelco Koolhaas (Ministerie van Verhalen). Tijdens een initiatievenontbijt op 23 januari 2018, in lunchroom en leerwerkplaats Sijthoff in Leiden werden met alle groepen samen puntjes op de i gezet. De lms van Fantastische Lijnen! https://vimeo.com/245747435 met Herman Varkevisser (Gemiva-SVG groep) https://vimeo.com/245186705 met Hans van Alphen (PC Hooftcollge VSO Leo Kanner Leiderdorp) https://vimeo.com/241840716 met Wil van der Salm (Gemiva SVG groep) https://vimeo.com/239660167 met Jan Bart Heijne (DZB) https://vimeo.com/242770061 met Douwe Splinter (Leo Kannerschool VSO Oegstgeest) https://vimeo.com/238600013 met Hiske Faber (Gemiva SVG en leerwerkplaats Sijthoff)
Het beeld na drie jaar De praktijk- en VSO scholen hebben een regionale dan wel sub-regionale functie. Zij hebben te maken met vele gemeenten, die niet dezelfde werkwijze hanteren. De mogelijkheden van het bieden van ondersteuning verschilt per gemeente. Binnen gemeenten zijn afdelingen werk en inkomen, onderwijs en zorg betrokken. Afstemming tussen afdelingen is niet optimaal. De scholen hadden voor 2015 in hoofdzaak met eén organisatie, het UWV te maken. Nu hebben scholen te maken een veelheid aan organisaties, als JGT s, Sociale Wijkteams, en zorgaanbieders, De werkwijze van de JGT s en Sociale Wijkteams kan van team tot team verschillen. Het sociaal domein is voor de scholen onoverzichtelijker en complexer geworden. Met het realiseren van doorgaande lijnen van onderwijs naar werk, zorg en vervolgonderwijs zijn zeker stappen gemaakt. Gemeenten hebben afspraken gemaakt over bespreking VSO/PrO schoolverlaters in casuïstieke overleggen. In deze overleggen wordt op persoonsniveau bekeken wat de ondersteuningsbehoefte is. Op deze wijze wordt overgang van school naar onderwijs, werk of zorg ondersteund. In het kader van de werkagenda jeugd, is in Holland Rijnland het beleidsteam Jeugd geformeerd. Deze richt zich onder meer op de overgang van 18- naar 18plus en de aansluiting van jeugdhulp/sociale wijkteams op zorg/ondersteuning, die vanuit het onderwijs geboden wordt. Overgang van het entreeonderwijs naar werk en van het VSO naar het MBO hebben aandacht. Op deze overgangen zijn maatregelen getroffen, die opgenomen zijn in het programma VSV Zuid-Hollland Noord Op naar de Finish.
1 De werkgeversservicepunten zorgen voor echte regie! De werkgeversservicepunten (WSP s) zijn de aangewezen partij om te regisseren tussen scholen, werkgevers en jobcoaches. Het maken van heldere afspraken over de jobcoaching is daarbij cruciaal. De WSP s voeren regelmatig overleg over de jobcoaching met scholen en werkgevers, via afgesproken evaluatiemomenten. Zo weten de WSP s wat de behoeftes zijn en kunnen ze schakelen. De WSP s kennen het aanbod van de organisaties voor jobcoaches, met goed oog voor hun specialisaties. Ze maken een digitale kaart van dit aanbod. Via regelmatig overleg met de (organisaties van) jobcoaches wordt onnodige overlap vermeden. Werkgevers worden door de WSP s ontzorgd bij het invullen van formulieren voor jobcoaches.
2 Participatiebudget voor jobcoaching tijdens stage Stages worden begeleid vanuit de scholen. In bijzondere gevallen is de inzet van jobcoaching essentieel voor het slagen van een stage. Hiervoor wordt geld vrijgemaakt, met als richtlijn 20 uur op basis van het regionaal vastgestelde tarief.
3 Stagebegeleider wordt onder voorwaarden jobcoach Om de doorgaande lijn van school naar werk te bevorderen is soms wenselijk dat de stagebegeleider van de school de jobcoaching verzorgt, als de leerling werk heeft aanvaard. Zo kan de oud-leerling zich verder ontwikkelen via praktijkervaringen. En wordt het voordeel benut van de vaste contactpersoon. Deze praktijk bestaat al en wordt nu formeel aanvaard en erkend. De periode van begeleiding is maximaal twee jaar met nanciering vanuit de Participatiewet. Voorwaarde is uitdrukkelijk dat de stagebegeleider is opgeleid als jobcoach en dat afspraken zijn gemaakt over de vorm en frequentie van de rapportage.
4 Proef met videosollicitatie door leerlingen Voor deze kwetsbare groep leerlingen is het van belang goed over het voetlicht te brengen wat een leerling wel kan in plaats van niet. De videosollicitatie is daar bij uitstek een middel voor. Er wordt een proef gestart met de toepassing van videosollicitatie. Inzet is de videosollicitatie binnenkort tot het standaardrepertoire te maken.
5 Budgetcombinaties werk-dagbesteding-studie Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs kunnen nu niet voor de 18e verjaardag naar de dagbesteding. Indicatie voor dagbesteding loopt via de Wmo. De inzet van Wmo middelen is pas mogelijk vanaf het 18e levensjaar. Veel leerlingen hebben er baat bij eerder naar de dagbesteding te gaan; deze leerlingen bloeien op door in de praktijk bezig te zijn. In de praktijk worden al pragmatische oplossingen gezocht: les op locatie of stage bij een instelling voor dagbesteding. Nodig is voor deze groep vrije ruimte te creëren in de regelgeving.
6 Werkdiners: ontmoeting tussen werkgevers en leerlingen Het is van belang dat werkgevers in de praktijk zien, wat leerlingen van de praktijkschool en VSO allemaal in huis hebben. De organisatie van werkdiners geeft de mogelijkheid elkaar op een wat informelere manier te ontmoeten. De diners worden ontwikkeld vanuit een duidelijk concept: aansluiten bij bestaande partijen, contact met jobcoaches, de keuze voor een brede doelgroep en het ontwikkelen van een netwerk met ambassadeurs. De diners zijn niet vrijblijvend: de inzet ligt steeds op concretiseren en vervolgafspraken.
7 Tijdig contact van leerlingen met werkgevers Het is belangrijk dat leerlingen in een zo vroeg mogelijk stadium in contact komen met werkgevers. Onder meer om de inhoud van eindstage er op af te stemmen. Het is daarnaast van belang dat leerlingen met uitstroomperspectief werk duidelijk in beeld krijgen, welke arbeidsplaatsen voor hun in aanmerking komen. Dit voorkomt verkeerde verwachtingen. Via het casuïstiek overleg wordt gekeken welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen. Contact kan via excursies bij werkgevers, een stagemarkt, goede uitwisseling tussen stagebegeleiders en het organiseren van speeddates tussen leerlingen en werkgevers. De mogelijkheid van contributie van werkgevers voor deze activiteiten wordt onderzocht.
8 Imago van dagbesteding verbeteren Het is belangrijk het imago van dagbesteding te verbeteren: het gaat wel degelijk om zinvolle tijdsbesteding waarin werkervaring wordt opgedaan. Ouders moeten ervaren dat dagbesteding niet eindig is, maar ook een kans op ontwikkeling (dagbesteding als tussenperiode). Leerlingen moeten eerder worden geïnformeerd over de mogelijkheden voor dagbesteding. Voor ouders en leerlingen worden workshops georganiseerd, om kennis te maken met de dagbesteding.
9 Dagbesteding aan de buurt koppelen Dagbesteding kan veel meer aan de buurt gekoppeld worden. Voorbeelden zijn klusjes doen in de buurt, zoals essen ophalen of klein vuil verwijderen. Het is van belang dat jongeren de aangewezen zijn op dagbesteding veel zichtbaarder worden in de buurt.
Colofon Tekst: Eelco Koolhaas (Ministerie van Verhalen) en Paul Duijvensz (Holland-Rijnland) Opmaak en illustraties: Marcello (Ministerie van Verhalen)