Op Zak 2015-2016. Metaal- en



Vergelijkbare documenten
Op Zak MONTEERDERS

Op Zak metalen

Op Zak PC 111 1&2 inclusief nieuwe regeling opzegtermijnen

Op Zak Metaalrecuperatie

Tijdskrediet en loopbaanvermindering 1

inclusief nieuwe regeling opzegtermijnen Koetswerk

Op Zak PC 105 inclusief nieuwe regeling opzegtermijnen

Op Zak PC

Op Zak Koetswerk

Op Zak elektriciens

Op Zak PsC inclusief nieuwe regeling opzegtermijnen

Halftijds brugpensioen

Tijdskrediet met motief 1

Op Zak PC 112 inclusief nieuwe regeling opzegtermijnen

Klein Verlet. Source : SD Worx Last update : June 2002

Afdeling KLEIN VERLET. Artikel 771

Op Zak PsC inclusief nieuwe regeling opzegtermijnen

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de

Sector van de vlasbereiding

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

OP ZAK EDELE METALEN. PsC 149.3

OP ZAK MONTAGESECTOR PC 111.3

van het regeerakkoord van 2012 Agoria Op Zak 2011 PC 111.1&2

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

Loon- en arbeidsvoorwaarden

Metaalverwerkingsondernemingen Nationaal

Op Zak PsC inclusief nieuwe regeling opzegtermijnen

DE NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN EN DE AFSCHAFFING VAN DE CARENZDAG KRIJGEN EEN WETTELIJKE BASIS

Hoofdstuk 2. Recht op tijdskrediet

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

OP ZAK METAAL- RECUPERATIE. PsC 142.1

OP ZAK NON-FERROMETALEN PC 105

Metaalverwerkingsondernemingen Limburg

Op Zak enter GaRaGES pc 112

ABVV-METAAL MWB ACLVB ACV-METAAL EISENBUNDEL KOETSWERK (PSC )

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

Wanneer heb ik recht op klein verlet?

ABVV-METAAL MWB ACV-METAAL EISENBUNDEL GARAGES (PC 112)

Uitzendkracht? Ken je rechten!

Nieuwe uitkeringen vanaf 1 mei 2011

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen

OP ZAK KOETSWERK. PsC 149.2

De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen. werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben gewerkt het

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

van het regeerakkoord van 2012 Op Zak PsC

NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO.

Nachtarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2007 (84.302) Arbeid op zon en feestdagen... 4

Coll0ectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2010 ( )... 6

Eindeloopbaan: je rechten

JAARLIJKSE VAKANTIE EEN OVERZICHT VAN ENKELE BELANGRIJKE PRINCIPES

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

Op Zak Metaalhandel

UITGELICHT: Nieuwe wet over nieuwe opzeggingstermijnen en afschaffing van de carenzdag 1

Metaalverwerkingsondernemingen Brabant

Eindeloopbaan: je rechten

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

Ter beschikking gesteld door ACV-metaal Picanolgroup

Van 77bis naar 103: een nieuwe CAO over tijdskrediet: wijzigingen vanaf 1 september 2012

Sector jute. Dit document is gebaseerd op de reglementering en de bedragen die op 15 oktober 2013 van toepassing waren.

Afwezigheid cursist tijdens opleiding

Afwezigheid cursist tijdens opleiding

MINDER WERKEN. John Hallaert

PC 116. Loon- en arbeidsvoorwaarden. Kunststofverwerkende nijverheid West-Vlaanderen. istock

OP ZAK STAAL PC 104

Het recht op tijdskrediet

Inhoudstafel. Inleiding 1. Deel I Tijdskrediet

Aanmoedigingspremies Tijdskrediet

Wat is de weerslag van tijdskrediet op mijn pensioen? Welke regels gelden voor tijdskrediet? Bijvoorbeeld: Je zit in halftijds tijdskrediet vanaf je

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

Loon- en arbeidsvoorwaarden

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder?

WERK = WERK. naar een werknemersstatuut voor arbeiders en bedienden

ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF

Voor bepaalde werknemers is er echter al recht op tijdskrediet voor oudere werknemers vanaf 50 jaar. Het gaat hier meer bepaald om werknemers:

Geldigheidsdatum: 01/02/2016 Laatste aanpassing: 24/01/2017. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen. Wat?

Middelgrote levensmiddelenbedrijven. Overloon voor de arbeidsprestaties na negentien uur... 2

ABVV ACLVB ACV-METAAL EISENBUNDEL ELEKTRICIENS (PSC )

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

Tijdelijke werkloosheid - Economische redenen

OP ZAK ELEKTRICIENS. PsC

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders?

OP ZAK GARAGES PC 112

Metaalverwerkingsondernemingen Limburg

Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (vroegere brugpensioen)

ZAKBROCHURE ALS. Interim Samen sterk

Nationaal Akkoord voor bedienden (PC 207)

Iedereen heeft recht op vier weken vakantie via de aanvullende vakantie

2012/44. Een nieuw kader voor tijdskrediet anno /07/2012

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Infoblad - werknemers U wenst mantelzorg te verlenen?

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

DE WERKNEMER DIE UITKERINGEN WIL GENIETEN MOET DIT FORMULIER, NA DE PERIODE GEDEKT DOOR LOON,

Publicatiedatum: 6 februari 2012

Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 8 Afdeling 1. Basiswetgeving 8 Afdeling 2. Afwijkingen op het niveau van de sector of de onderneming 9

26 dagen < 45 jaar 27 dagen: jaar 28 dagen > 50 jaar

Geldigheidsdatum: 01/01/2011 Laatste aanpassing: 02/05/2016. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

Ouderschapsverlof Rev Juridische dienst

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Transcriptie:

Op Zak 2015-2016 Metaal- en MachinebouW PC 111 1&2

Inhoudsopgave 1. Inkomen... 6 1.1 Loonvoorwaarden... 6 1.1.1 Index... 6 1.1.2 Koopkracht... 6 1.2 Sectoraal minimumloon... 8 1.3 Premies... 8 1.3.1 Premies van het Vlaams Gewest... 8 1.3.2 Syndicale premie... 9 1.4 Vervoerskosten: woon-werkverkeer... 9 2. Arbeidsvoorwaarden... 9 2.1 Opzegtermijnen... 9 2.1.1 De nieuwe opzegtermijnen... 9 2.1.2. Berekening van je opzegtermijn... 11 2.1.3. Wie draagt welk deel van de opzegtermijn?... 15 2.1.4 Uitzonderingen... 18 2.2 Carenzdag... 18 2.3 Werkloosheid... 18 2.3.1 Volledige werkloosheid... 18 2.3.2 Tijdelijke werkloosheid... 19 2.4 Ziekte & arbeidsongeval... 19 2.4.1 Gewaarborgd loon... 19 2.4.2 Ziekenfonds... 20 2.4.3 Voorwaarden... 21 2 3

2.4.4 Controle... 22 2.5 Aanvullend pensioen...23 3. Arbeidstijd... 26 3.1 Wekelijkse arbeidsduur... 26 3.2 Overuren... 26 3.3 Flexibiliteit... 28 3.3.1 Kleine flexibiliteit... 28 3.3.2 Sectoraal model jaartijd... 28 3.4 Vakantie- en feestdagen... 28 3.4.1 Jaarlijkse vakantie... 28 3.4.2 Jeugdvakantie... 30 3.4.3 Seniorvakantie... 31 3.4.4 Europese vakantie... 32 3.4.5 Feestdagen...33 3.5 Klein verlet...34 4. Onderbreking van de loopbaan... 38 4.1 Tijdskrediet zonder en met motief & landingsbanen... 38 4.2 Zorgkrediet...48 4.2.1 Algemeen...48 4.2.2 Zorgverlof hospitalisatie ziek kind... 50 4.3 Moederschaps- en vaderschapsverlof... 50 4.3.1 Moederschapsverlof... 50 4.3.2 Vaderschapsverlof... 52 4.3.3 Geboorteverlof meeouders... 52 4.4. Verlof om dwingende redenen (familiaal verlof)...53 5. Stelsel Werkloosheid met Bedrijfstoeslag (SWT)...54 5.1 Algemene en sectorale regeling...54 5.2 Vastklikken van je rechten... 56 5.3 Aangepaste beschikbaarheid... 57 6. Vorming & opleiding... 59 6.1 Opleidingsinspanningen... 59 6.2 Opleidingsplannen... 59 6.3 Opleidings-CV... 60 6.4 Betaald educatief verlof (BEV)... 60 6.5. Inom...63 7. Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Metaalverwerkende Nijverheid (FBZMN)...64 8. Sociaal overleg... 67 8.1 Syndicale delegatie... 67 8.1.1 Ondernemingen met meer dan 40 arbeiders... 67 8.1.2 Ondernemingen met 20 tot 40 arbeiders... 67 8.2 Werkzekerheid... 67 9. Inzetbaarheid...68 9.1 Sollicitatieverlof...68 9.2 Outplacement... 69 9.2.1 Recht op outplacement op basis van de nieuwe wetgeving... 69 9.2.2 Recht op outplacement op basis van CAO 82... 70 10. Werkbaar werk... 71 Bijlage: vervoerskosten... 72 Adressen... 78 4 5

1. Inkomen 1.1 Loonvoorwaarden 1.1.1 Index De indexverhoging wordt berekend door de verhouding te maken tussen de afgevlakte gezondheidsindex van juni van het lopende jaar (2015) en de afgevlakte gezondheidsindex van juni van het voorgaande jaar (2014). De besparingsregering-michel I heeft vanaf april 2015 het indexcijfer geblokkeerd op 100,66. Deze blokkering zal voortduren tot we 2 % hebben opgehoest. Op basis van het geblokkeerde cijfer is er op 1 juli 2015 toch nog een indexverhoging van 0,19 %. Deze verhoging is van toepassing op de effectieve en de minimumlonen. 1.1.2 Koopkracht 1.1.2.1 Loonsverhoging Op 1 januari 2016 verhogen de effectieve en de minimumlonen met 0,07 euro/uur in een 38-urenregime. 1.1.2.2 Ecocheques De ecocheque is in het leven geroepen door het IPA 2009-2010 als alternatieve koopkrachtverhoging. Deze regeling blijft gelden, tenzij er in het verleden werd gekozen voor een andere bestemming. De ecocheque is bestemd voor de aankoop van ecologische producten en diensten. Het betaalmiddel is vrij van belastingen en sociale bijdragen en blijft tot twee jaar na de uitreiking geldig. De waarde van één ecocheque mag niet meer dan 10 euro bedragen. Alle voltijdse arbeiders van de sector machine- en metaalbouw ontvangen op 1 oktober 2015 250 euro aan ecocheques. Aan deeltijdse arbeiders worden ecocheques toegekend naargelang hun tewerkstellingsbreuk (4/5, ½, ). Zowel de deeltijds tewerkgestelde arbeiders als de in- en uittreders, ontvangen hun ecocheques pro rata. De referteperiode, de periode waarin je hebt gewerkt of die is gelijkgesteld, ligt voor de ecocheques van 2015 tussen 1 oktober 2014 en 30 september 2015. Welke dagen zijn gelijkgesteld tijdens de referteperiode? Alle dagen van tijdelijke werkloosheid, ook de dagen met een uitkering in het kader van de jeugd- en seniorvakantie Alle dagen van ziekte tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid gedurende hoogstens 3 opeenvolgende maanden Alle dagen die worden gedekt door een gewaarborgd loon Alle dagen van afwezigheid wegens een arbeidsongeval De dagen van afwezigheid door ziekte of een gewoon ongeval voor hoogstens 3 maanden bovenop de periode gedekt door het gewaarborgd loon en voor zover je in de referteperiode minstens voor 1 dag gewaarborgd loon hebt ontvangen De dagen van moederschapsverlof De dagen van vaderschapsverlof 1.1.2.3 Eindejaarspremie Vanaf 1 juli 2015 wordt de regeling van de eindejaarspremie verbeterd in die zin, dat bij vrijwillig vertrek en bij ontslag wegens medische overmacht, de eindejaarspremie pro rata wordt toegekend. 6 7 6 7

Het indexcijfer wordt geblokkeerd. De lonen worden met 0,19 % geïndexeerd op 1 juli 2015. Er volgt een loonsverhoging van 0,07 euro/uur op 1 januari 2016. Op zak De sectorale syndicale premie bedraagt 120 euro voor de actieven. 1.2 Sectoraal minimumloon Het gewaarborgd nationaal minimumloon voor alle werknemers in de metaal- en machinebouw bedraagt 11,25 euro per uur (op 1 oktober 2015 in een 38-urenregime). Er gelden ook (hogere) provinciale minimumlonen, die in sommige gevallen ook zijn gekoppeld aan een bepaalde functie. Meer informatie hierover krijg je van je afgevaardigde. Industriële leerlingen hebben in functie van hun leeftijd recht op een percentage van het minimumloon. 18 jaar en ouder 90 % 17 jaar 77 % 16 jaar 65 % 1.3 Premies 1.3.1 premies van het Vlaams Gewest 1.3.2 syndicale premie De syndicale premie bedraagt voor de actieven 120 euro. 1.4 vervoerskosten: woon-werkverkeer Sinds 1975 moet de werkgever een deel van de kosten van het woonwerkverkeer terugbetalen. De tegemoetkoming (vanaf de eerste kilometer) is afhankelijk van de afstand tussen de woonplaats en de onderneming. Voor het vervoer met de trein vind je in tabel 1 achteraan in de bijlage de bedragen die geldig zijn vanaf 1 februari 2015. Voor het vervoer met een privévervoermiddel vind je in tabel 2 achteraan in de bijlage de bedragen die op 1 februari 2015 zijn ingegaan. 2. Arbeidsvoorwaarden 2.1 Opzegtermijnen Sinds 1 januari 2014 1 gelden er nieuwe opzegtermijnen zowel voor arbeiders als bedienden. Deze opzegtermijnen worden in weken uitgedrukt. De opzegtermijn gaat in op de maandag volgend op de kennisgeving. 2.1.1 De nieuwe opzegtermijnen Hieronder vind je de tabel met de nieuwe opzegtermijnen bij ontslag door de werkgever: Alle arbeiders die zijn gedomicilieerd en tewerkgesteld in het Vlaamse Gewest kunnen aanspraak maken op de Vlaamse aanmoedigingspremies voor zorgkrediet, opleidingskrediet en/of ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering. (1) Wet van 26 december 2013 Belgisch Staatsblad van 31 december 2013 8 9

Anciënniteit Tot minder dan 3 maand Tabel 1: opzegging door de werkgever Opzegtermijn (in weken) Anciënniteit (in jaren) Opzegtermijn (in weken) 2 10 <11 jaar 33 3 6 maand 4 11 12 jaar 36 6 9 maand 6 12 13 jaar 39 9 12 maand 7 13 14 jaar 42 12 15 maand 8 14 15 jaar 45 15 18 maand 9 15 16 jaar 48 18 21 maand 10 16 17 jaar 51 21 24 maand 11 17 18 jaar 54 Van 2 tot minder dan 3 jaar 12 18 19 jaar 57 3 4 jaar 13 19 20 jaar 60 4 5 jaar 15 20 21 jaar 62 5 6 jaar 18 (Vanaf 21 jaar) 21 jaar (+ 1 week per jaar) 63 6 7 jaar 21 22 jaar 64 7 8 jaar 24 23 jaar 65 8 9 jaar 27 24 jaar 66 9 10 jaar 30...... Bij ontslag door de werkgever en van zodra de betrokken werknemer een nieuwe periode van anciënniteit (drie maanden of een jaar) aanvat, valt hij in de schijf die daarmee overeenkomt. Bijv. ontslag krijgen na 4 jaar en 1 maand anciënniteit = 15 weken opzeg. Wanneer je zelf je ontslag geeft, gelden de onderstaande opzegtermijnen: Anciënniteit Tot minder dan 3 maanden Tabel 2: opzegging door de werknemer Opzegtermijn (in weken) Anciënniteit Opzegtermijn (in weken) 1 4 5 jaar 7 3 6 maand 2 5 6 jaar 9 6 12 maand 3 6 7 jaar 10 12 18 maand 4 7 8 jaar 12 18 maand 2 jaar 2 4 jaar 6 5 Vanaf 8 jaar en verder Wanneer een werknemer zijn ontslag geeft en van zodra hij een nieuwe periode anciënniteit aanvat, valt hij in de schijf die daarmee overeenkomt. Bijv. ontslag gegeven na 2 jaar en 1 maand anciënniteit = 6 weken opzeg. 2.1.2. berekening van je opzegtermijn 1. Je treedt in dienst na 1 januari 2014 en je wordt later ontslagen: Je telt je ononderbroken anciënniteit bij je werkgever tot aan je ontslag en leest in tabel 1 het overeenstemmend aantal weken af. 13 10 11

2. Je was al in dienst voor 31 december 2013 en je wordt ontslagen na 1 januari 2014: De duur van je opzegtermijn wordt dan in twee stappen berekend. Stap 1: hoeveel anciënniteit had je al bij je werkgever op 31 december 2013? Voor dit stuk anciënniteit gelden de oude sectorale opzegtermijnen in tabel 3. Stap 2: hoeveel anciënniteit heb je sinds 1 januari 2014 tot aan de datum van je ontslag bij je werkgever? Voor dit stuk gelden de nieuwe opzegtermijnen in tabel 1. Vervolgens tel je stap 1 en stap 2 op en verkrijg je aldus je opzegtermijn. Voorbeeld 1 Je wordt ontslagen op 1 juli 2015 op dat moment was je 14 jaar en 6 maanden in dienst bij je werkgever. Stap 1: op 31 december 2013 had je 13 jaar dienst, wat overeenkomt met een oude sectorale opzegtermijn van 12 weken (tabel 3). Stap 2: van 1 januari 2014 tot aan je ontslag was je nog 18 maanden in dienst, wat overeenkomt met een opzegtermijn van 10 weken (tabel 1). Stap 1 + stap 2 = 12 + 10 = je opzegtermijn bedraagt 22 weken. Voorbeeld 2 Je zit in dezelfde situatie als in voorbeeld 1, maar je wordt ontslagen in functie van een SWT. Stap 1: op 31 december 2013 had je 13 jaar dienst en mag je de sectorale opzegtermijn SWT toepassen (tabel 4). Die bedraagt 5 weken. Stap 2: van 1 januari 2014 tot aan je ontslag was je nog 18 maanden in dienst, wat overeenkomt met een opzegtermijn van 10 weken (tabel 1). Stap 1 + stap 2 = 5 + 10 = je opzegtermijn bedraagt 15 weken. 3. Je was in dienst voor 31 december 2013 en je wordt ontslagen na 1 januari 2014. Je voldoet bovendien aan de vereiste anciënniteit op de onderstaande sleuteldata. Je opzegtermijn wordt dan volledig berekend volgens de nieuwe regeling. Sleuteldata Op 1/1/2014 Op 1/1/2015 Op 1/1/2016 Op 1/1/2017 Voorbeeld: Je wordt ontslagen op 1 maart 2015 en op 1 januari 2015 heb je 16 jaar anciënniteit in je onderneming (is > dan 15 jaar), dus val je met je volledige anciënniteit in het nieuwe stelsel. Op de datum van je ontslag heb 16 jaar en 2 maanden anciënniteit en bijgevolg moet je in tabel 1 zoeken naar de overeenkomstige opzegtermijn. Je opzegtermijn bedraagt 51 weken. Anciënniteit 20 jaar of meer 15 jaar 10 jaar alle overige 12 13

Hieronder vind je de tabellen met de oude sectorale opzegtermijnen: Tabel 3: OUDE SECTORALE OPZEGTERMIJNEN Anciënniteit Werkgever Werknemer 0 tot minder dan 5 jaar 42 dagen 2 = 6 weken 14 dagen 5 10 jaar 49 dagen = 7 weken 14 dagen 10 jaar 15 jaar 84 dagen = 12 weken 28 dagen 15 jaar 20 jaar 112 dagen = 16 weken 28 dagen 20 jaar 25 jaar 154 dagen = 22 weken 42 dagen 25 jaar en meer 196 dagen = 28 weken 42 dagen 2.1.3. Wie draagt welk deel van de opzegtermijn? 4 Het is inmiddels al duidelijk geworden dat de opzegtermijnen aanzienlijk worden verlengd en dat geldt des te meer voor de werknemers (arbeiders) met een lange anciënniteit in hun onderneming. Om de kost voor de werkgever te verlichten, voorziet de wet in een compensatieregeling. Ook voor de arbeiders van wie de opzegtermijn nog niet helemaal volgens het nieuwe stelsel wordt berekend, is er een compensatie in de vorm van een ontslagpremie. Een aantal situaties: 1. Je komt in dienst na 1 januari 2014 en je wordt later ont slagen: je valt in het nieuwe stelsel en je werkgever is verantwoordelijk voor je volledige opzegtermijn. Tabel 4: OUDE SECTORALE OPZEGTERMIJNEN SWT 3 Anciënniteit Werkgever 0 minder dan 5 jaar 35 dagen 2. Je was al in dienst voor 31 december 2013 en je wordt ontslagen na 1 januari 2014: zoals al beschreven in punt 2.1.2, wordt je opzegtermijn berekend in twee stappen die vervolgens bij elkaar worden opgeteld. Ook hier is je werkgever verantwoordelijk voor je volledige opzegtermijn. 5 jaar minder dan 10 jaar 35 dagen 10 jaar minder dan 15 jaar 35 dagen 15 jaar minder dan 20 jaar 35 dagen 20 jaar minder dan 25 jaar 70 dagen 25 jaar en meer 70 dagen De opzegtermijnen gelden voortaan voor alle werknemers en worden bij wet geregeld. De carenzdag is afgeschaft. Op zak (2) kalenderdagen (3) Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag = vroeger brugpensioen (4) Een opzegtermijn wordt hetzij effectief gepresteerd, hetzij uitbetaald bij een verbreking van de arbeidsovereenkomst. 14 15

Bovendien ontvang je als werknemer (bij ontslag voor 1 januari 2017) een ontslagpremie (belastingvrij) waarvan de hoogte varieert naargelang je anciënniteit: Bedrag ontslagpremie Anciënniteit 1.250 euro Minder dan 5 jaar 2.500 euro 5 tot minder dan 10 jaar 3.750 euro Minstens 10 jaar 3. Je was in dienst voor 31 december 2013 en je wordt ontslagen na 1 januari 2014. Je voldoet bovendien aan de vereiste anciënniteit op de hogervermelde sleuteldata. Zoals al beschreven in punt 2.1.2 (punt 3), wordt je opzegtermijn berekend volgens het nieuwe stelsel. Je werkgever is slechts verantwoordelijk voor een gedeelte van de opzegtermijn, met name het gedeelte dat betrekking heeft op de periode voor 1 januari 2014 en dat is berekend volgens het sectoraal (oude) stelsel, opgeteld bij dat stuk van de opzegtermijn dat volgens het nieuwe stelsel is berekend voor de periode vanaf 1 januari 2014 tot de datum van ontslag. In het geval van een ontslag met het oog op een SWT wordt voor de verworven anciënniteit voor 31 december 2013 de sectorale (verkorte) opzegtermijn in aanmerking genomen. Het verschil tussen de totale opzegtermijn in het nieuwe stelsel en de opzegtermijn waarvoor de werkgever verantwoordelijk is, resulteert in een resterende periode die niet moet worden gepresteerd. Ze wordt ten laste genomen door de RVA in de vorm van een ontslagcompensatievergoeding (OCV). Deze vergoeding moet door de betrokken werknemer bij de ABVV-werkloosheidsdienst worden aangevraagd. De OCV wordt berekend op basis van het nettoloon en zal door de werkloosheidsdiensten netto worden uitbetaald. Een voorbeeld zal dit verduidelijken. We hernemen het voorbeeld bij punt 2.1.2 punt 3: Je wordt ontslagen op 1 maart 2015 en op 1 januari 2015 heb je 16 jaar anciënniteit in je onderneming. We kwamen aan een opzegtermijn van 51 weken. Aandeel van je werkgever: - tot 1 januari 2014 had je 15 jaar anciënniteit in het oude stelsel, wat overeenkomt met een opzegtermijn van 16 weken (zie tabel 3); - van 1 januari 2014 tot 1 maart 2015 heb je nog 14 maand anciënniteit lopen in het nieuwe stelsel, wat volgens tabel 1 overeenkomt met 8 weken (zie tabel 1). - De werkgever is in totaal verantwoordelijk voor 16 + 8 = 24 weken. Aandeel van de overheid (RVA) = 51 weken (totaal) 24 weken = 27 weken die niet worden gepresteerd en worden betaald via de ontslagcompensatievergoeding (OCV). Statuut van de OCV in de Sociale Zekerheid Tijdens de periode gedekt door de OCV kun je geen werkloosheidsuitkering ontvangen. Deze periode telt wel mee om je recht op uitkeringen te bepalen. Om ziekte-uitkeringen te ontvangen moet je een aantal arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen kunnen aantonen (wachttijd). De periode gedekt door de OCV is gelijkgesteld met arbeidsdagen. De periode gedekt door een OCV komt in aanmerking voor de berekening van de loopbaanvoorwaarde bij landingsbanen. 16 17

De periode gedekt door een OCV telt mee voor de berekening van je pensioen. 2.1.4 Uitzonderingen Er kunnen geen opzegtermijnen worden bedongen die voor de werknemer minder gunstig zijn dan de wettelijke opzegtermijnen. Via een sectorale cao kan er NIET in de gunstige zin worden afgeweken van de wettelijke opzegtermijnen, wat dan weer wel kan via ondernemingsovereenkomsten. In geval van opzegging door de werkgever met het oog op een SWT, kunnen de opzegtermijnen worden verkort tot minimaal 26 weken enkel als de onderneming erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering. Bij ontslag door de werkgever met het oog op het wettelijk pensioen (65 jaar) geldt een verkorte opzegtermijn van maximaal 26 weken. 2.2 Carenzdag Dezelfde wet die de nieuwe opzegtermijnen vastlegt, heeft in één adem ook de carenzdag afgeschaft. Voordien werden de carenzdagen in de metaal- en machinebouw weliswaar betaald maar niet afgeschaft. Sinds 1 januari 2014 behoort de carenzdag definitief tot de sociale geschiedenis. 2.3 Werkloosheid 2.3.1 Volledige werkloosheid Wie zonder werk valt, kan een werkloosheidsuitkering aanvragen. De werkloosheidsdienst van het ABVV gaat na of je recht hebt op een werkloosheidsvergoeding en overhandigt je een controlekaart. Binnen de 8 kalenderdagen na de uitkeringsaanvraag te hebben ingediend, moet je je inschrijven als werkzoekende bij de dienst voor arbeidsbemiddeling van je regio (VDAB voor Vlaanderen, Actiris voor Brussel en FOREM voor Wallonië). 2.3.2 Tijdelijke werkloosheid Ben je gedeeltelijk werkloos (economisch, technisch of door weersomstandigheden), richt je dan ook tot de werkloosheidsdienst van het ABVV. Binnen je bedrijf biedt de syndicale delegatie je de nodige ondersteuning. Je ontvangt een werkloosheidsuitkering à rato van 65 % van het geplafonneerd loon. Vroeger was dit 70 %, maar de besparingsregering-michel I heeft de uitkering verminderd. Het Fonds voor Bestaanszekerheid voorziet een aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid. De voorwaarden en bedragen vind je terug in de tabel van het hoofdstuk Fonds voor Bestaanszekerheid (zie punt 7). Bij overmatig gebruik van economische werkloosheid, wordt er een responsabiliseringsbijdrage voor de werkgever voorzien. 2.4 Ziekte & arbeidsongeval Er zijn in functie van het gewaarborgd loon 3 punten die je hierbij niet uit het oog mag verliezen: 1. Verwittig onmiddellijk je werkgever! 2. Maak (indien het arbeidsreglement dat voorschrijft) het geneeskundig getuigschrift aan je werkgever over binnen de voorgeschreven termijn. 3. Er kan een controle volgen waaraan je je niet mag onttrekken. 2.4.1 Gewaarborgd loon Na een maand dienst heb je als arbeider recht op gewaarborgd loon. Je normale loon wordt uitbetaald bij een ziekte die minder dan 14 dagen 18 19

duurt (volgens het medisch attest). Als een ziekte langer duurt dan 14 dagen, ontvang je je normale loon gedurende 4 weken. Daarvan komt een deel van je werkgever en wordt het ander deel bijgepast door het ziekenfonds. Wat vraag je aan je behandelende dokter? Geneeskundig getuigschrift waarop wordt vermeld: - de arbeidsongeschiktheid; - de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid; - of je al dan niet je woning mag verlaten met het oog op de controle. Bezorg dit getuigschrift binnen de 2 werkdagen (tenzij anders vermeld in je arbeidsreglement) aan je werkgever. 2.4.3 Voorwaarden Om recht te hebben op een ziekte-uitkering van je ziekenfonds, moet je aan enkele voorwaarden voldoen. Je bent sinds 6 maanden (wachttijd) ingeschreven bij een ziekenfonds en hebt in die periode minstens 120 dagen gewerkt. Als dat nodig blijkt, kan de wachttijd voor deeltijdse arbeiders verlengd worden tot hoogstens 18 maanden. In dat geval moet je voor die verlengde periode de 120 gepresteerde dagen aantonen. Je beschikt over een geneeskundig getuigschrift (zie 2.4.1). Je hebt de aangifte van arbeidsongeschiktheid ingediend (zie 2.4.1). Het inlichtingenblad dat je van je ziekenfonds ontvangt, heb je zorgvuldig ingevuld. Een gedeelte is bestemd voor de werkgever. Aangifte van arbeidsongeschiktheid Wanneer je langer dan 14 dagen ziek bent, moet je daarvan aangifte doen via een formulier getuigschrift van arbeidsongeschiktheid (formulier vertrouwelijk ). Dit formulier wordt door je ziekenfonds uitgereikt en laat je invullen door je behandelende arts. Je stuurt het op naar de adviserend geneesheer van je ziekenfonds. Deze aangifte is noodzakelijk om een tegemoetkoming van je ziekenfonds te kunnen ontvangen. 2.4.2 Ziekenfonds Na een maand van ziekte betaalt het ziekenfonds je gedurende een periode van 6 maanden, een ziekte-uitkering die overeenkomt met 60 % van je (geplafonneerd) loon. Op de ziekte-uitkering is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Ze wordt wel belast zoals loon, maar er is een belastingvermindering voorzien. 20 21

2.4.4 Controle Als je afwezig bent wegens ziekte, kunnen de werkgever en/of het ziekenfonds je laten controleren door een controlearts. Je bent verplicht om deze controle te ondergaan, op voorwaarde dat ze wordt uitgevoerd door een erkend arts. De nieuwe wet inzake de opzegtermijnen en carenzdag 5 voorziet dat er een dagdeel van 4 aaneengesloten uren (tussen 7 uur en 20 uur) kan worden vastgelegd, waarin de werknemer zich ter beschikking houdt voor een bezoek van de controlearts (in opdracht van de werkgever). In de sector metaal- en machinebouw werd voor de bedrijven zonder syndicale afvaardiging een cao afgesloten die voorziet dat je tussen 9.30 uur en 13.30 uur, op de 2 e en de 3 e dag van je arbeidsongeschiktheid, beschikbaar moet zijn voor een medische controle.in bedrijven met een syndicale afvaardiging is deze kwestie geregeld in het arbeidsreglement. Mag je volgens het medisch attest je woning niet verlaten en werd er een dagdeel van 4 aaneengesloten uren vastgelegd, dan wordt van je verwacht dat je de controlearts binnen dat tijdsbestek bij jou thuis ontvangt. Als de arts voor een gesloten deur staat, wordt ervan uitgegaan dat je de controle onmogelijk hebt gemaakt. Vermeldt het medisch attest dat je je woning wel mag verlaten, maar werd er een dagdeel van 4 aaneengesloten uren vastgelegd, dan moet je thuisblijven binnen dat tijdsbestek. In sommige gevallen kun je worden verplicht om je aan te melden in de praktijk van de controlearts. Je verplaatsingskosten worden vergoed door je werkgever, als je gebruik maakt van het openbaar vervoer of in uitzonderlijke gevallen van een privévervoermiddel. Ook de kosten voor het medisch onderzoek zijn altijd ten laste van de werkgever. Als de controlearts je arbeidsgeschikt verklaart en je het werk niet hervat, kun je je recht op gewaarborgd loon verliezen. Dat kan vanaf de datum van de eerste uitnodiging voor een afspraak in de dokterspraktijk of van het eerste huisbezoek van de controlearts. De periode van arbeidsongeschiktheid waarover geen geschil bestaat, valt hierbuiten. Als je het niet eens bent met de bevindingen van de controlearts, dan moet je dit laten noteren in het schriftelijke verslag. Het is ook mogelijk dat de attesten van je huisarts en de controlearts tegenstrijdig zijn. In dit geval is het mogelijk om binnen de 2 werkdagen nadat je het verslag van de controlearts hebt ontvangen, een scheidsrechterlijke procedure op te starten. Neem daartoe zo snel mogelijk contact op met je afgevaardigde of secretaris. 2.5 Aanvullend pensioen Arbeiders in de sector metaal- en machinebouw hebben recht op een aanvullend sectoraal pensioen (tweede pijler) naast het wettelijk pensioen (eerste pijler). Hiertoe werd het Pensioenfonds Metaal 6 opgericht. Dit Fonds ontvangt en beheert de bijdragen die je werkgever voor je stort. Vrijwillige stortingen van de werkgever of een persoonlijke bijdrage zijn niet toegestaan. In ieder geval worden de werkgeversbijdragen berekend als een percentage van je brutoloon. Momenteel is deze bijdrage 1,9 % + 0,1 % solidariteitsbijdrage. Vanaf 1 januari 2016 wordt deze bijdrage verhoogd tot 2,19 % + 0,1 % solidariteit. (5) Wet van 26 december 2013 (6) www.pfondsmet.be 22 23

Alleen wie in totaal minstens 12 maand heeft gewerkt in de sector, heeft recht op een aanvullend pensioen. De gewerkte periode mag onderbroken zijn en verdeeld over meerdere werkgevers binnen de sector. Ook de aard (voltijds deeltijds bepaalde of onbepaalde duur) van je arbeidscontract speelt hierin geen rol. Periodes van uitzendwerk worden niet meegeteld als gewerkte periode. Je bent dan immers in dienst bij een uitzendkantoor en niet bij een bedrijf van de sector. Ter compensatie wordt je loon als uitzendkracht verhoogd met een gelijkwaardige pensioenpremie. Hoe wordt het aanvullend pensioen gevormd? De som van de werkgeversbijdragen die voor jou tijdens je loopbaan werden gestort; Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid en ziekte is er een tussenkomst van het solidariteitsfonds voorzien; Het voor jou opgespaard bedrag wordt in principe aan het einde van je loopbaan in de metaal- en machinebouw, verhoogd met een minimumrendement dat momenteel 3,25 % bedraagt. Je aanvullend pensioen opvragen Je kunt je aanvullend pensioen opvragen als kapitaal of als rente (op voorwaarde dat deze rente minstens 500 euro per jaar bedraagt) vanaf de eerste dag van de maand die volgt op: de maand waarin je met wettelijk pensioen (65 jaar) gaat; de maand waarin je vertrekt met vervroegd wettelijk pensioen (tussen 62 7 en 65 jaar); de maand waarin je SWT ingaat op voorwaarde dat je al 60 jaar bent. (7) De minimumleeftijd voor het wettelijk pensioen werd opgetrokken tot 62 jaar. De sector verlaten Als je de sector verlaat voor een bedrijf in een andere sector, dan krijg je de keuze over wat er moet gebeuren met het voor jou opgespaard bedrag. In ieder geval kun je het bedrag niet opvragen tenzij je natuurlijk aan de bovenstaande voorwaarden voldoet. Wat kan wel? Je kunt het bedrag laten staan in het Pensioenfonds Metaal tot je met pensioen gaat. Je kunt het bedrag laten overbrengen naar het pensioenstelsel van je sector of van je nieuwe werkgever. Je kunt het bedrag laten overbrengen naar een andere instelling die aanvullende pensioenen beheert. Je wordt over deze mogelijkheden schriftelijk ingelicht. Laat je bij de keuze in ieder geval adviseren door je afgevaardigde of secretaris. Overlijden voor de pensioenleeftijd Als je overlijdt vóór je met pensioen gaat, dan zullen jouw nabestaanden jouw aanvullend pensioen kunnen opvragen. Deze nabestaanden zijn, in volgorde, hieronder vermeld, waarbij wie eerst in rij staat de anderen automatisch uitsluit: je echtgeno(o)t(e) op voorwaarde dat je niet gescheiden was of op het punt stond te scheiden; de persoon met wie je wettelijk samenwoont; je kinderen of hun erfgenamen in rechte lijn, indien ze zelf niet meer in leven zijn; een door jou aangeduide begunstigde; je ouders; je broers en/of zussen; andere wettelijke erfgenamen in de volgorde zoals bepaald in het erfrecht (met uitzondering van de Belgische Staat); 24 25

bij ontstentenis van de bovenstaande erfgenamen vloeit het aanvullend pensioen van de overleden deelnemer terug naar het Pensioenfonds Metaal (in het voordeel van alle andere aangeslotenen). Let op! Het recht tot opvraging van het aanvullend pensioen van de overleden deelnemer vervalt drie jaar na de eerste dag van de maand volgend op het overlijden. Informatie over je aanvullend pensioen Zolang je actief bent in de metaal- en machinebouw, ontvang je jaarlijks, in de loop van de maand oktober, een pensioenbrief met de stand van zaken van jouw aanvullend pensioen. Je kunt je meest recente pensioenbrief ook online consulteren via de webstek van het Pensioenfonds metaal. Alle aanvragen tot uitkering van je aanvullend pensioen naar aanleiding van het SWT, wettelijk pensioen of overlijden, alsook de aanduiding van je begunstigde, gebeuren via geijkte formulieren die je kunt downloaden op de hogergenoemde webstek. Op deze formulieren staat telkens vermeld welke documenten je moet toevoegen. 3. Arbeidstijd 3.1 Wekelijkse arbeidsduur De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur in de sector metaal- en machinebouw bedraagt 38 uren per week. 3.2 Overuren Sinds 1 oktober 2013 is er een nieuwe wet van kracht die het te presteren overurenkrediet optrekt. Ook het contingent overuren dat kan worden uitbetaald, werd opgetrokken. Overurenkrediet Bij overschrijding van de normale wekelijkse arbeidsduur dienen de overuren in principe te worden gecompenseerd door middel van inhaalrust. De wet bepaalt evenwel een interne (maximum)grens. Deze interne grenzen werden in 2013 wettelijk opgetrokken: Van 65 naar 78 uren wanneer de referteperiode korter is dan één jaar; Van 65 naar 91 uren wanneer de referteperiode op één jaar wordt gebracht; De 78 of 91 uren kunnen opgetrokken worden naar 130 uren, bij de opmaak van een sectorale cao. De sectoren kregen tot 1 april 2014 de tijd om een dergelijke cao te sluiten. In de sector metaal- en machinebouw hadden we al een overurenkrediet van 130 uren op jaarbasis dat in dit sectoraal akkoord werd opgetrokken tot 143 uren. Inhaalrust of uitbetaling Je kunt na de prestatie van een aantal overuren afzien van inhaalrust. Ook hier is er een wettelijk maximaal (opgetrokken via dezelfde wet) contingent voorzien: Van 65 naar 91 uren; Het contingent van 91 uren kan worden opgetrokken naar 130 uren, bij de opmaak van een sectorale cao. De sectoren kregen tot 1 april 2014 de tijd om een dergelijke cao te sluiten. In de sector metaal- en machinebouw is dit laatste niet gebeurd. Dit betekent dat er, mits een ondernemingsovereenkomst, hoogstens 91 overuren op jaarbasis kunnen worden uitbetaald. Voor deze wet er kwam, was het mogelijk om via een ondernemingsovereenkomst in een bijkomende schijf van 65 uren voor uitbetaling te voorzien. 26 27

In een aantal ondernemingen in de metaal- en machinebouw werd een dergelijke uitbreiding afgesloten. We herinneren eraan dat er enkel overuren mogen worden gepresteerd na de goedkeuring van de vakbondsafvaardiging. Dat is zo bepaald door de Arbeidswet. 3.3 Flexibiliteit 3.3.1 Kleine flexibiliteit Bij een buitengewone vermeerdering van werk of bij een onvoorziene noodzakelijkheid, kan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur met in totaal 130 uren worden overschreden. Voorwaarde is wel dat er in een periode van 12 maanden gemiddeld niet langer dan 38 uren per week wordt gewerkt. 3.3.2 Sectoraal model jaartijd Dit model voorzag dat er op weekbasis 5 uren in min of plus en op dagbasis 1uur in min of plus, kon afgeweken worden van respectievelijk de wekelijkse en de dagelijkse arbeidsduur. Dit model wordt vanaf 1 juli 2015 afgeschaft behalve in ondernemingen waar het momenteel nog toegepast wordt. 3.4 Vakantie- en feestdagen 3.4.1 Jaarlijkse vakantie Elke werknemer heeft jaarlijks recht op betaalde vakantiedagen. Daarvoor moet je arbeid hebben verricht die is aangegeven bij de Rijksdienst Sociale Zekerheid in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de vakantie (het vakantiedienstjaar). Het aantal betaalde verlofdagen hangt af van het aantal effectief gewerkte en gelijkgestelde dagen. In de onderstaande tabel lees je met hoeveel vrije dagen dat overeenstemt. Totaal aantal gewerkte en gelijkgestelde dagen in 2014 Aantal vakantiedagen in vijfdagenweek 0-9 0 10-19 1 20-38 2 39-47 3 48-66 4 67-76 5 77-86 6 87-96 7 97-105 8 106-124 9 125-134 10 135-143 11 144-153 12 154-162 13 163-181 14 182-191 15 202-211 17 212-220 18 221-230 19 231 en + 20 28 29

Welke dagen worden gelijkgesteld? Ongeval of ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte Moederschapsrust Borstvoedingspauzes Vaderschapsverlof Dagen waarop je burgerlijke plichten moet verrichten, zoals zetelen in een jury Uitoefening van een openbaar mandaat Uitvoering van opdrachten in een Paritair Comité of in andere sociale organen (arbeidsrechtbanken, commissies voor advies,...) Uitvoering van opdrachten als lid van de syndicale afvaardiging, een gewestelijk of nationaal vakbondscomité of een nationaal vakbondscongres Stages of studiedagen in het kader van sociale promotie Stages of studiedagen die zijn ingericht door de representatieve vakbonden Lock-out, werkonderbreking of staking in de onderneming met akkoord van een vakbond Tijdelijke werkloosheid als gevolg van een staking (als het beheerscomité van de RVA de hoedanigheid van werkloze heeft toegekend) Tijdelijke werkloosheid om economische redenen Educatief verlof Dagen aanvullende vakantie 3.4.2 Jeugdvakantie Ook als jongere heb je recht op vakantie, maar bij onvoldoende gepresteerde of gelijkgestelde dagen kun je een bijkomende jeugdvakantie opnemen. Daarvoor moet je je studie hebben beeindigd in het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de vakantie (vakantiedienstjaar). Toch is deze jeugdvakantie gebonden aan enkele voorwaarden: Op 31 december van het vakantiedienstjaar ben je nog geen 25 jaar (het vakantiedienstjaar is het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de jongere vakantie neemt). Tijdens het vakantiedienstjaar heb je je studie, leertijd of opleiding beëindigd en heb je ten minste 1 maand gewerkt als gewone loontrekkende (niet als jobstudent). Op het ogenblik dat je de jeugdvakantie opneemt, ben je verbonden door een arbeidsovereenkomst in de privésector. Voor je jeugdvakantiedagen kunt opnemen, moeten eerst de gewone betaalde vakantiedagen uitgeput zijn. Voor de dagen jeugdvakantie ontvang je een uitkering. Die uitkering komt van de werkloosheidsverzekering. Het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Metaalverwerkende Nijverheid voorziet een aanvullende vergoeding (zie punt 7). 3.4.3 Seniorvakantie Ben je vijftigplusser en denk je recht te hebben op seniorvakantie? Om te kunnen genieten van deze regeling, voldoe je aan de volgende voorwaarden: Je bent minstens 50 jaar op 31 december van het vakantiedienstjaar. Je hebt recht op minder dan 4 weken van betaalde vakantie in het vakantiejaar als gevolg van een periode van volledige werkloosheid of van invaliditeit in de loop van het vakantiedienstjaar. Is het verminderd aantal verlofdagen te wijten aan andere onderbrekingen, zoals tijdelijke werkloosheid, onbetaald verlof of loopbaanonderbreking, dan is deze regeling niet van toepassing. Je gewone betaalde vakantiedagen zijn al volledig uitgeput, hetzij tijdens een periode van tewerkstelling als loontrekkende, hetzij tijdens een periode van vergoede volledige werkloosheid. 30 31

Voor de dagen seniorvakantie ontvang je een uitkering. Die uitkering komt van de werkloosheidsverzekering. Het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Metaalverwerkende Nijverheid voorziet een aanvullende vergoeding (zie punt 7). 3.4.4 Europese vakantie De Europese vakantieregeling is een aanvulling van onze betaalde vakantieregeling waardoor je nu het recht hebt op betaalde vakantie vanaf het eerste jaar dat je werkt of wanneer je het werk hervat na inactiviteit. Het gaat weliswaar om een voorschot op je dubbel vakantiegeld van het volgend jaar. Modaliteiten Je moet minstens 3 maanden hebben gewerkt (aanloopperiode). Je krijgt 1 week vakantie per 3 maanden werk. Na de aanloopperiode bouw je vakantiedagen op in verhouding tot je prestaties, maar je moet niet wachten op een volledig nieuwe periode van 3 maanden om bijkomende vakantiedagen te krijgen. Voorbeeld: Wie op 1 januari 2015 begint te werken en vanaf 1 juli 2015 vakantie wil nemen, dus na 6 maanden werken, heeft recht op 2 weken Europese vakantie. Je vraagt het aan door het formulier van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie in te vullen (downloaden via http://www.rjv.fgov.be/nl/ content/aanvraagformulier-voor-bankoverschrijving) en op te sturen naar je vakantiekas. In hetzelfde kalenderjaar kun je jeugd- of seniorvakantie en Europese vakantie niet cumuleren. Het is financieel voordeliger, als het kan, om van de jeugd- en seniorvakantieregeling gebruik te maken. 3.4.5 Feestdagen De wet legt jaarlijks 10 feestdagen vast waarop niet wordt gewerkt. In 2015 vallen de feestdagen op de volgende dagen: Feestdag Datum Dag Nieuwjaar 1 januari 2015 Donderdag Paasmaandag 6 april 2015 Maandag Feest van de Arbeid 1 mei 2015 Vrijdag O.H. Hemelvaart 14 mei 2015 Donderdag Pinkstermaandag 25 mei 2015 Maandag Nationale Feestdag 21 juli 2015 Dinsdag O.L.V. Hemelvaart 15 augustus 2015 Zaterdag Allerheiligen 1 november 2015 Zondag Wapenstilstand 11 november 2015 Woensdag Kerstmis 25 december 2015 Vrijdag Valt een feestdag samen met een zondag of een dag waarop gewoonlijk niet wordt gewerkt? Dan wordt die dag vervangen door een dag waarop er gewoonlijk wel wordt gewerkt. De vervangingsdag wordt gekozen door het bevoegde paritair comité, de ondernemingsraad, de syndicale delegatie of in overleg tussen werkgever en werknemer. Als de vervangingsdag niet via deze weg wordt vastgelegd, dan valt hij op de eerste gewone werkdag die volgt op de feestdag. 32 33

De werkgever is verplicht de werknemers op de hoogte te brengen van de vervangingsdagen vóór 15 december van elk jaar. Daartoe wordt een gedagtekend en ondertekend bericht uitgehangen. Werk je toch op een feestdag, dan moet je je inhaalrust nemen binnen de 6 weken na de feestdag. Wie meer dan 4 uur heeft gepresteerd op een feestdag, krijgt een volledige dag van inhaalrust. Voor prestaties van minder dan 4 uur heb je recht op minstens een halve dag inhaalrust voor of na 13 uur. Bovendien mag er op die dag niet langer dan 5 uur worden gewerkt. 3.5 Klein verlet In de volgende belangrijkste situaties heb je in de metaal- en machinebouw recht op dagen van klein verlet of kort verzuim: Huwelijk - Eigen huwelijk of verklaring van wettelijke samenleving of officiële neerlegging van samenlevingscontract: je krijgt 3 dagen vrijaf in de loop van de week van de gebeurtenis of in de daaropvolgende week. - Huwelijk van je vader, moeder, grootvader, grootmoeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader of stiefmoeder, eigen kind (wettig of erkend), kleinkind, broer, zus, schoonbroer of schoonzus of van eender welk andere verwant die bij de werknemer inwoont: je hebt recht op 1 vrije dag (de dag van het huwelijk). Geboorte van je eigen kind (wettelijk, gewettigd, aangenomen, erkend natuurlijk kind of regelmatig door jou opgevoed kind): je mag 10 dagen vrijaf kiezen binnen de 4 maanden die volgen op de bevalling. Tijdens de 3 eerste vrije dagen behoud je je normale loon, maar voor de volgende 7 dagen krijg je een uitkering van het ziekenfonds. Adoptie Wanneer er een kind in het gezin wordt onthaald in het kader van een adoptie, mag je 10 dagen vrijaf kiezen. Je moet deze dagen wel opnemen binnen de 30 dagen die volgen op de inschrijving van het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente waar je woont. Tijdens de eerste 3 dagen vrijaf behoud je je normale loon, maar voor de volgende 7 dagen krijg je een uitkering van het ziekenfonds. Overlijden - Overlijden van je echtgeno(o)t(e), je ouders (vader, moeder, tweede echtgeno(o)t(e) van vader of moeder), je kind, de ouders of het kind van je echtgeno(o)t(e): je hebt recht op 3 vrije dagen, te kiezen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag na de begrafenis. - Overlijden van familieleden die bij je inwonen (broer, zus, schoonbroer of -zus, schoonzoon of -dochter, (achter)kleinkind, (over-) groot vader of -moeder of diezelfde familieleden van echtgeno(o)t(e): je hebt recht op 2 vrije dagen, te kiezen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag na de begrafenis. - Overlijden van familieleden die niet bij je inwonen (broer, zus, schoonbroer of -zus, schoonzoon of -dochter, (achter)kleinkind, (over)grootvader of -moeder of diezelfde familieleden van echtgeno(o)t(e): je hebt recht op 1 vrije dag, de dag van de begrafenis. - Overlijden van eender welke bloedverwant die onder hetzelfde dak woont: je hebt recht op 1 vrije dag, de dag van de begrafenis. - Overlijden van een voogd(es) of van een minderjarig pleegkind waar voor je als voogd(es) optreedt: je hebt recht op 1 vrije dag, de dag van de begrafenis. 34 35

Allerlei - Een wettig, gewettigd, aangenomen, natuurlijk erkend of regelmatig door jou opgevoed kind neemt deel aan het feest van de vrijzinnige jeugd of aan de plechtige communie. Je krijgt 1 vrije dag. Wanneer de plechtigheid plaatsvindt op een zon- of feestdag, zal deze dag genomen worden op de arbeidsdag onmiddellijk voor of onmiddellijk na het feest. - Je neemt deel aan een officieel bijeengeroepen familieraad. Je krijgt de nodige tijd en hoogstens 1 dag vrijaf. - Je zetelt in een jury, bent opgeroepen als getuige voor een rechtbank, bent opgeroepen door de arbeidsrechtbank, oefent het ambt van bijzitter uit in een hoofdstembureau bij verkiezingen voor de gemeente- of provincieraad of voor de parlementen (deelstaten, federaal, Europees): je krijgt de nodige tijd en hoogstens 5 dagen vrijaf. 36 37

4. Onderbreking van de loopbaan 4.1 tijdskrediet zonder en met motief & landingsbanen CAO 103 8 voorziet enerzijds in verschillende vormen van tijdskrediet (met motief en zonder motief) en anderzijds in tijdskrediet eindeloopbaan (landingsbanen). Deze cao regelt het recht op afwezigheid voor de verschillende vormen van tijdskrediet. Het recht op een onderbrekingsuitkering daarentegen wordt geregeld door een wet. De besparingsregering-michel I heeft een wet gemaakt die het tijdskrediet mét onderbrekingsuitkering inperkt. Voor alle soorten tijdskrediet, voorzien in CAO 103, is er bijgevolg niet altijd een uitkering gegarandeerd. Indien je een tijdskrediet neemt zonder uitkering, heeft dit negatieve gevolgen voor de berekening van jouw pensioen. Zowel het aantal jaren dat je zo n tijdskrediet opneemt, als het soort tijdskrediet (1/5, ½ of fulltime) kunnen het probleem alleen maar vergroten. Laat je, alvorens je vertrekt in een tijdskrediet zonder onderbrekingsuitkering, eerst goed informeren over de concrete gevolgen voor jouw pensioen. Tijdskrediet zonder motief Duur Voorwaarden Bijkomende voorwaarden Opmerkingen Maximaal equivalent van 1 jaar recht op ofwel 12 maanden volledige onderbreking ofwel 24 maanden halftijdse vermindering ofwel 60 maanden 1/5-vermindering 5 jaar beroepsloopbaan 2 jaar anciënniteit (in de onderneming) Onderworpen aan de 5 %-drempel Volledig + halftijds op te nemen met minimum van 3 maand 1/5 op te nemen met minimum van 6 maand Geen onderbrekingsuitkeringen van de RVA voor alle nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2015 Er zijn overgangsmaatregelen Geen gelijkstelling van pensioenrechten of een combinatie van deze stelsels tot een maximaal voltijds equivalent van 12 maanden (bijv. 12 maanden halftijds en daarna 30 maanden 1/5) (8) Deze cao werd op 27 juni 2012 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad en vervangt de oude CAO Tijdskrediet 77 en 77bis 38 39

Tijdskrediet met motief 1 e motief opleiding Reden en duur Voorwaarden Bijkomende voorwaarden Opmerkingen Een recht van in totaal 36 maanden (voltijds, halftijds of 4/5) om een opleiding te volgen 9 Er is geen proportionele berekening bij een deeltijdse formule. M.a.w. of je nu volledig, halftijds of 1/5 onderbreekt, de duur blijft 36 maanden. Geen voorwaarde beroepsloopbaan 2 jaar anciënniteit (in de onderneming) Onderworpen aan de 5 %-drempel Een recht op 3 jaar 4/5 is er sowieso Voltijds en halftijds kan maar opgenomen worden indien hierover cao in de sector of het bedrijf wordt afgesloten. In de sector metaal- en machinebouw wordt er in het najaar 2015 een dergelijke sectorale cao afgesloten. Volledig behoud van pensioenrechten Tijdskrediet met motief 2 e motief zorg Reden en duur Voorwaarden Bijkomende voorwaarden Opmerkingen Een recht van in totaal 36 10 maanden (voltijds, halftijds of 4/5) om zorg te dragen voor je kind tot 8 jaar (op aanvangsdatum tijdskrediet); palliatieve zorg te verlenen; een zwaar ziek gezins 11 - of familielid 12 bij te staan of te verzorgen. (Verschillende familieleden kunnen dit opnemen voor dezelfde zieke.) Een recht van in totaal 48 maanden om zorg dragen voor je gehandicapt kind tot 21 jaar Er is geen proportionele berekening bij een deeltijdse formule. Of je nu volledig, halftijds of 1/5 onderbreekt, de maximumduur blijft 36 of 48 maanden. Geen voorwaarde beroepsloopbaan 2 jaar anciënniteit (in de onderneming) Onderworpen aan de 5 %-drempel Voltijds en halftijds kan maar opgenomen worden indien hierover cao in de sector of het bedrijf wordt afgesloten. In de metaal- en machinebouw wordt er in het najaar 2015 een dergelijke sectorale cao afgesloten. Geen cao in sector of bedrijf nodig om dit tijdskrediet op te nemen Als je echter al tijdskrediet met motief opleiding (zie hoger) nam, wordt dit in mindering gebracht van deze 48 maanden. Voorbeeld: Je nam al 30 maanden tijdskrediet voor een opleiding, dus heb je nog recht op 18 maanden om je zwaar ziek kind te verzorgen. Volledig behoud van pensioenrechten (9) Minstens 360 uur per jaar of 120 uur per trimester / opleiding centrum basiseducatie of behalen diploma secundair onderwijs 300 uur per jaar (10) Dit wordt 48 maanden indien CAO 103 wordt aangepast. (11) Gezinslid = samenwonend (12) Familielid = 2 e graad 40 41

Tijdskrediet eindeloopbaan (Landingsbanen) Vooraf De besparingsregering-michel I heeft bij wijze van algemene regel de leeftijd voor het tijdskrediet eindeloopbaan opgetrokken tot 60 jaar. Als uitzondering op de 60 jaar wordt de leeftijd voor het ontvangen van een onderbrekingsuitkering vastgelegd op 55 jaar. Het gaat hierbij over nieuwe aanvragen (1 e maal) na 1 januari 2015. Dit tijdskrediet eindeloopbaan is gekoppeld aan 3 mogelijke situaties: Situaties Voorwaarden Bijkomende voorwaarden 1. Tewerkgesteld zijn (bij begin van tijdskrediet eindeloopbaan) in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; Als de 3 voorwaarden in het kader van de erkenning zijn vervuld: Ontslagen worden vermeden door invoering van tijdskrediet eindeloopbaan; Het aantal SWT ers wordt beperkt door de invoering; Er is akkoord van de minister. De 35 jaar beroepsloopbaan wordt geteld zoals bij SWT 58 jaar / 35 jaar loopbaan zwaar beroep. Hetzij halftijds (minstens 3 maand) Hetzij 1/5 (minstens 6 maand) 25 jaar loopbaan op ogenblik van kennisgeving Voor halftijds 24 maand vóór kennisgeving, minstens ¾ gewerkt hebben; 3. Op het ogenblik van de kennisgeving aan je werkgever: 5 jaar gedurende de 10 voorgaande jaren tewerkgesteld zijn in een zwaar beroep; Of 7 jaar gedurende de 15 voorgaande jaren tewerkgesteld zijn in zwaar beroep; Of 20 jaar tewerkgesteld zijn in een stelsel van nachtarbeid Zwaar beroep (zoals bij SWT) Wisselende ploegen Onderbroken diensten Nachtarbeid: arbeidsregimes met prestaties tussen 20 uur en 6 uur Voor 1/5 24 maand vóór kennisgeving voltijds of 4/5 gewerkt hebben Niet onderworpen aan de 5 %- drempel 2. Op het ogenblik van de kennisgeving aan je werkgever 35 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende bewijzen; Voor 1/5 24 maand vóór kennisgeving voltijds of 4/5 gewerkt hebben Niet onderworpen aan de 5 %- drempel 42 43

Uitzonderingen De onderstaande 3 uitzonderingen worden voorzien in CAO 103. Indien de onderstaande landingsbanen kaderen in één of andere overgangsmaatregel (bijv. eenmalige verlenging van een landingsbaan die reeds bestond voor 31 december 2014,...), dan blijf je in deze gevallen je onderbrekingsuitkering ontvangen. Los van de overgangsmaatregelen en als je voldoet aan de voorwaarden, kun je volgens CAO 103 nog altijd een beroep doen op deze landingsbanen, maar dan zonder onderbrekingsuitkering. Let wel! Er zijn dan ook geen gelijkstellingen voor je pensioen. Tijdskrediet eindeloopbaan (Landingsbanen) Soorten landingsbaan Voorwaarden Bijkomende voorwaarden Opmerkingen Uitz. 1: recht op halftijdse vermindering vanaf 50 jaar: werknemers na een zwaar beroep dat ook op de lijst knelpuntberoepen 14 staat 25 jaar loopbaan - 24 maand 13 minstens ¾ gewerkt Onderworpen aan de 5 %-drempel Geen gelijkstelling voor de pensioenopbouw tenzij er een onderbrekingsuitkering wordt betaald Uitz. 2: recht op 1/5-vermindering Vanaf 50 jaar: - Werknemers na een zwaar beroep; - Of werknemers met een loopbaan van 28 voltijdse jaren 15 op ogenblik van de kennisgeving en op voorwaarde van een sectorovereenkomst 25 jaar loopbaan - 24 maand voltijds of 4/5 28 jaar loopbaan - 24 maand voltijds of 4/5 Sectorale cao voor 2015-2016 is voorzien in de sector metaal- en machinebouw Onderworpen aan de 5 %-drempel Geen gelijkstelling voor de pensioenopbouw tenzij er een onderbrekingsuitkering wordt betaald Geen volledige gelijkstelling voor pensioenopbouw (13) De periode van 24 maanden kan in onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever verder worden ingekort. (14) Vlaamse Brusselse Waalse lijst knelpuntberoepen (15) Arbeidsdagen + moederschapsverlof, geboorte- en adoptieverlof, moederschapsbescherming en vergoede dagen ouderschapsverlof, loopbaanjaar = minstens 285 dagen 44 45

Tijdskrediet eindeloopbaan (Landingsbanen) Soorten landingsbaan Voorwaarden Bijkomende voorwaarden Opmerkingen Uitz. 3: recht op halftijds en 1/5-vermindering Vanaf 50 jaar - Onderneming in moeilijkheden of herstructurering - Aanvangsdatum in de periode van erkenning - Aantonen door landingsbanen: Ontslagen vermeden Werkloosheid met bedrijfstoeslag verminderd Minister bevestigt de voorwaarden 25 jaar loopbaan - 24 maand voltijds of 4/5 Onderworpen aan de 5 %-drempel Geen gelijkstelling voor de pensioenopbouw tenzij er een onderbrekingsuitkering wordt betaald (indien erkenning Minister voor 9 oktober 2014) 46 47

4.2 Zorgkrediet 4.2.1 Algemeen Naast het recht op tijdskrediet (met of zonder motief) en landingsbanen heeft elke arbeider recht op 3 soorten zorgkrediet in de vorm van ouderschapsverlof, verlof voor de verzorging van zwaar zieke familieleden en verlof voor palliatieve zorg. Je kunt elk van deze soorten zorgkrediet opnemen zonder je andere rechten op tijdskrediet met of zonder motief of landingsbanen in het gedrang te brengen. Ouderschapsverlof Verzorging zwaar ziek familielid Palliatieve zorg Recht voor elke ouder kind jonger dan 12 jaar zowel bij geboorte als adoptie Vormen voltijds 4 maand per kind 16 halftijds 8 maand per kind 1/5 gedurende 20 maanden Sociale rechten Pensioen, ziekteof werkloosheidvergoeding worden elke werknemer op voorwaarde attest behandelend arts gezins- of familielid van de 2 e graad voor één zieke kunnen meerdere werknemers hun recht opnemen voltijds hoogstens 12 (*) maanden halftijds of 1/5 hoogstens 24 maanden berekend op voltijds loon. elke werknemer op voorwaarde van een attest behandelend arts waaruit blijkt dat iemand terminaal is voltijds of proportioneel hoogstens 2 maanden (*) Dit kan worden uitgebreid naar hoogstens 24 maanden als alleenstaande en als de medische bijstand vereist is voor een kind van hoogstens 16 jaar. (16) Voor ouders van kinderen (jonger dan 12) geboren voor 8 maart 2012, wordt enkel een uitkering voorzien voor de eerste 3 maand voltijds, voor de eerste 6 maand halftijds en voor de eerste 15 maand 1/5. 48 49