Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18

Vergelijkbare documenten
Segregatie in het Amsterdamse onderwijs. PO en VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2017/ 18. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Startende leraren in Amsterdam

Studenten aan lerarenopleidingen

Woon-werkstromen van Amsterdams onderwijspersoneel po, so en vo

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

De doelgroepdefinitie VVE in de nieuwe GOAB-periode

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Taal en ouderbetrokkenheid van ouders van VVE-kinderen

Age Stinissen September 2017

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Ontwikkeling leerlingaantallen

Wie staan er in Amsterdam voor de klas?

Samenvatting Leidse Monitor

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

HUISHOUDENS IN ALMERE MET EEN LAAG INKOMEN Wat zijn hun eigenschappen?

OAB SCAN. Gemeente XXX EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN. Verschuivingen in beeld

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Onderzoek doelgroepbereik VVE

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Monitor diversiteit in het basisonderwijs 2015/'16 & 2016/ 17. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 28 november 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1568);

Huishoudens naar type in stad en ommeland,

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

X X X B. en W. d.d. 25 oktober 2016 Nr. 11B Onderwerp: Onderwijsachterstandenbeleid

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

Monitorgegevens. voorschools. gemeente Steenwijkerland

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Zorgmonitor. Januari 2019

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Schets van de Educatieve Agenda

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415))

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Drentse Onderwijsmonitor

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Datum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

sine limite voor ieder kind

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitleg van de figuren PO 1

de Makassarbuurt De Staat van

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Huishoudens naar type in stad en ommeland,

Drentse Onderwijs monitor

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Fact sheet Jeugdcriminaliteit en risicofactoren

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Onderwijs in Kaart 2017

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Maastricht

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Prestatieafspraken VVE in de gemeente Wijdemeren

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

Leerlingenprognose speciaal onderwijs

Culemborgs VVE beleid

Positieve trends in (gezonde) levensverwachting

Onderwijs. Kerncijfers 203

VROEGSIGNALERING EN TOELEIDING VVE ARNHEM

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Microdata Services. Documentatie Personen die staan ingeschreven bij een Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) (CWITAB)

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Drentse Onderwijs monitor

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Basismonitor Onderwijs Nationaal Programma Rotterdam Zuid 2017

Politieke participatie

Bundeling werken in nationale bundelingsgebieden,

Transcriptie:

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18 (OIS) brengt sinds 2017 het aantal doelgroepleerlingen per basisschool in beeld voor Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ), ter ondersteuning van het onderwijsachterstandenbeleid PO (inclusief SBO scholen) en ter aanvulling van de landelijke gewichtenregeling. In dit achtergronddocument wordt de berekening voor het aantal doelgroepleerlingen in schooljaar 2017/ 18 toegelicht. 1 Daarnaast wordt de spreiding van de doelgroepleerlingen over de gebieden, buurtcombinaties en buurten in kaart gebracht. 1.1 Definitie basisschoolleerlingen met een potentiële onderwijsachterstand De definitie voor doelgroepleerlingen die door OIS is ontwikkeld heeft als basis een combinatie van Amsterdamse gegevens en aanvullende landelijke gegevens. Het uitgangspunt van de definitie is het Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE-) beleid. Hiermee wordt aangesloten bij het Amsterdamse beleid wat er al is voor kinderen met een potentiële achterstand. Kinderen met een risico op (taal)achterstand krijgen op het Ouder- en Kindteam een voorschoolindicatie. De indicatie wordt gebaseerd op het opleidingsniveau van ouders en de taalomgeving van het kind. Als leerlingen een VVE-indicatie hebben dan zijn ze in principe een doelgroepleerling. Van 21% van de kinderen is de VVE-indicatie echter onbekend. De definitie is daarom aangevuld met landelijke gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over het opleidingsniveau van de ouders en het inkomensniveau van het huishouden van leerlingen (deze gegevens sluiten aan bij de nieuwe gewichtenregeling van CBS). Uit de koppeling van deze gegevens is gebleken dat er een aantal leerlingen zijn die een VVE-indicatie hebben gekregen waarvan de ouders hoogopgeleid zijn. In overeenstemming met OJZ is ervoor gekozen deze kinderen niet te kenmerken als doelgroepleerling. Als leerlingen waarbij de VVE-indicatie ontbreekt ouders hebben met een laag opleidingsniveau (het hoogst behaalde diploma is op mbo1 niveau of lager) en/of ze in een huishouden wonen dat rond moet komen van de bijstand zijn ze ook als doelgroepleerling gedefinieerd. Daarnaast is er rekening gehouden met de verblijfstatus van leerlingen. Indien zij statushouder 2 zijn vallen zij ook onder de doelgroep. Zo komen we in totaal op 16.044 kinderen in groep 1 t/m 6 van het basisonderwijs die een potentiële achterstand hebben, dit is 34% van alle Amsterdamse leerlingen. 1 OJZ wil de gegevens gebruiken voor een schatting van het aantal doelgroepkinderen in groep 3 t/m 8 in schooljaar 2019/ 20, daarom hebben we gekeken naar het aantal kinderen in 2017/ 18 in groep 1 t/m 6. 2 Statushouders zijn vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Zij mogen in Nederland werken en een opleiding volgen.

Figuur 1 Schematische weergave definitie doelgroepleerlingen definitie doelgroepleerlingen VVE-indicatie (exclusief hoogopgeleide ouders), of opleidingsniveau ouders: laag, en/of inkomen huishouden: bijstand, en/of verblijfstatus: statushouder Deze werkwijze sluit aan bij de indicator die gebruikt is voor een eerdere indeling van OIS van scholen in schoolgroepen (met meer of minder leerlingen met een mogelijke onderwijsachterstand) 3. Hier is per school een sociaaleconomische-status score berekend, maar kan er niks gezegd worden over het aantal/aandeel kinderen met een mogelijke onderwijsachterstand in de stad. 4 Het totaal aandeel doelgroepleerlingen is ten opzichte van vorig schooljaar met 1 procentpunt afgenomen, van 35% naar 34%. De oorzaak hiervan is tweeledig en is gerelateerd aan het opleidingsniveau van ouders. Ten eerste daalt het aandeel laagopgeleide ouders van leerlingen in het Amsterdamse basisonderwijs ieder jaar licht. 5 Daarnaast is het opleidingsniveau van de ouders in de huidige berekening gebaseerd op een recenter opleidingsbestand van CBS. Hierdoor is van een groter deel van de ouders het opleidingsniveau bekend en is ook het aandeel laagopgeleide ouders gedaald. Het aandeel doelgroepleerlingen per school wijkt in sommige gevallen veel (± 10 procentpunten) af ten opzichte van de berekening van vorig schooljaar. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Ten eerste is de definitie van doelgroepleerlingen uitgebreid door hier ook leerlingen die statushouder zijn tot te rekenen. Daarnaast is er een nieuw bestand gebruikt om het aandeel leerlingen dat in een huishouden op bijstandsniveau woont te bepalen (zie technische bijlage). Ook spelen een aantal schoolkenmerken een rol. Zo hebben een aantal scholen een zeer kleine leerlingenpopulatie, waardoor een respectievelijke toe- of afname in het aantal doelgroepleerlingen een groter procentueel effect heeft dan bij andere scholen. Van een aantal andere scholen is de leerlingenpopulatie sterk gestegen of gedaald waardoor het aandeel doelgroepleerlingen schommelt. 3 OIS Schoolgroepen op basis van onderwijsachterstanden, Technische verantwoording van indeling van Amsterdamse basisscholen 2016/ 17. Mei 2017. 4 Zie bijlage 1 voor een vergelijking tussen het aandeel doelgroepleerlingen en de schoolgroepscores 5 Zie Monitor diversiteit in het basisonderwijs, mei 2018. 2

1.2 Verdeling over buurtcombinaties In onderstaande figuren is de spreiding van doelgroepleerlingen over de buurtcombinaties waar zij wonen en over de scholen (inclusief/exclusief speciaal onderwijs) weergeven. In de buurtcombinaties van stadsdeel Noord, Nieuw-West en Zuidoost wonen relatief de meeste doelgroepleerlingen. Meer dan de helft van de kinderen uit deze buurtcombinaties valt onder de doelgroep, waarmee dit aandeel ver boven het stedelijk gemiddelde ligt. Scholen vormen niet altijd een even goede afspiegeling van de woonbuurten waarin zij staan. Zo gaan er bijvoorbeeld in Banne Buiksloot en Volewijck in Noord en de Indische Buurt Oost en West in Oost relatief meer doelgroepkinderen naar de scholen die daar staan dan dat er in de buurtcombinatie wonen. Waarschijnlijk gaan veel kinderen die hier wonen en niet onder de doelgroep vallen naar scholen in andere delen van de stad. Figuur 2 Aandeel leerlingen met een doelgroepindicatie per buurtcombinatie en basisschool (inclusief sbo scholen) Bron: CBS/OJZ, bewerking OIS 3

Figuur 3 Aandeel leerlingen met een doelgroepindicatie per buurtcombinatie en basisschool (exclusief sbo scholen) Bron: CBS/OJZ, bewerking OIS Colofon (OIS) Oktober 2018 Auteurs: Merel van der Wouden & Frederique van Spijker Opdrachtgever: Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) 4

Bijlage technische verantwoording OIS heeft als basis het registratiebestand van leerlingen van OJZ gebruikt (Erisa, peildatum 1 oktober 2017). De registratie bevat alle Amsterdamse leerlingen die zowel binnen als buiten Amsterdam naar school gaan. Ook leerlingen die wonen in de stadsregio Amsterdam en in Amsterdam op school zitten zijn in dit bestand opgenomen. Geselecteerd zijn leerlingen, met geregistreerd Burgerservicenummer, die op 1 oktober 2017 op een Amsterdamse basisschool zaten (inclusief speciaal onderwijs). Aan dit bestand hebben we, waar deze informatie beschikbaar was, toegevoegd of een leerling een VVE-indicatie heeft gehad of niet (op basis van gegevens van OJZ). Koppelingen CBS bestanden Binnen de beveiligde omgeving van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben we gegevens van de ouders van de leerlingen gekoppeld aan het leerlingenbestand. Van 90% van de leerlingen is bekend wie de vader is en van 99% wie de moeder is. De gegevens over het opleidingsniveau van de vader en de moeder is gekoppeld op basis van het meest recente peiljaar 2015 (bestand HOOGSTEOPLTAB). Om te kunnen bepalen of leerlingen in een huishouden wonen met een inkomen op bijstandsniveau, zijn eerst de huishoudgegevens gekoppeld op peildatum 1 oktober 2017 (bestand GBAHUISHOUDENSBUS). Vervolgens is gekeken of de referentiepersoon van dit huishouden op peildatum 1 oktober 2017 een inkomen op bijstandsniveau ontving (bestand BIJSTANDPERSOONBUS). Voor 95% van de leerlingen gold dat ofwel de vader ofwel de moeder de referentiepersoon van het huishouden was. Tot slot is op basis van gemeentelijke data, die geüpload is naar de beveiligde CBS omgeving, bekeken of de leerling in Nederland verblijft als statushouder. Veranderingen ten opzichte van berekening 2017/ 18 In samenspraak met OJZ is ervoor gekozen om voor de huidige berekening gebruik te maken van recentere gegevens over het opleidingsniveau van de ouders en over het inkomensniveau van de huishoudens van de leerlingen dan voorheen. Hierdoor is het aantal ouders waarvan het opleidingsniveau bekend is toegenomen. Het aandeel laagopgeleide ouders is ten opzichte van de vorige berekening gedaald. Omdat er voor een ander inkomensbestand is gekozen, is de methode waarmee deze gegevens zijn gekoppeld veranderd. Als laatste is ervoor gekozen om dit jaar ook statushouders te definiëren als doelgroepleerling. Gezamenlijk hebben deze aanpassingen invloed gehad op het totaal aandeel doelgroepleerlingen in het Amsterdamse basis- en speciaal onderwijs. Publicatie We publiceren geen gegevens over individuele scholen, gebieden en buurtcombinaties met minder dan veertig leerlingen en over buurten met minder dan twintig leerlingen. Daarnaast is het vanwege regelgeving van CBS niet mogelijk om gegevens te publiceren van scholen, gebieden, buurtcombinaties en buurten met minder dan vijf doelgroepleerlingen, omdat hiermee de kans op onthulling bestaat. 5