Spreekbeurt informatie
Hoofdstuk 1 --------------------------------------------------- 3 1.1 Waar komt het zeilen vandaan? ----------------------------------------- 3 1.2 Wedstrijdzeilsport ----------------------------------------------------------- 4 1.3 Systeem wedstrijdzeilen --------------------------------------------------- 5 1.4 Toerzeilers -------------------------------------------------------------------- 5 Hoofdstuk 2 Hoe steekt een zeilboot in elkaar?------------ 6 2.1 Benamingen en begrippen ----------------------------------------------- 6 2.1.1 Laser met benamingen ------------------------------------------ 7 2.2 Verschillende soorten boten --------------------------------------------- 8 2.3 De aanbevolen boten ------------------------------------------------------ 9 Hoofdstuk 3 De Optimist -------------------------------------------- 13 3.1 Waar komt de Optimist vandaan? ---------------------------------------- 13 3.2 Kenmerken van de Optimist ------------------------------------------------13 Hoofdstuk 4 Leren zeilen ------------------------------------------- 14 4.1 Waar kun je leren zeilen?-------------------------------------------------- 14 4.2 Vaarscholen en verenigingen --------------------------------------------- 15 4.3 Waar vind je de zeil- en windsurfverenigingen?---------------------- 15 4.4 Zeildiploma--------------------------------------------------------------------- 15 Hoofdstuk 5 Wist je dat... ------------------------------------------ 16 2
Hoofdstuk 1 De betekenis van zeilen volgens het woordenboek Van Dale: (zeilde) zich met behulp van zeilen over het water voortbewegen: wij zeilden over het kanaal; met deze boot kan men ook zeilen; hoog bij de wind zeilen; zekere koers zeilen. 1.1 Waar komt het zeilen vandaan? s Zomers in een roeibootje in de slootjes varen of op zee dobberen ken je vast wel. Misschien heb je zelf ook wel eens gezeild. Bij je roeibootje maak je gebruik van roeiriemen om vooruit te komen. Bij een zeilboot zorg je dat de wind je vooruit blaast. Roeiboot Zeilboot Er is ooit iemand geweest die het zeilen heeft uitgevonden. Wie deze uitvinder is, weet niemand. Hoe deze uitvinding is bedacht weet ook niemand. Misschien merkte de uitvinder dat je minder hard hoefde te roeien als de wind in je rug blaast. Het was natuurlijk heel slim om daar meer gebruik van te maken. Je moet maar net op het idee komen om een zeil op je bootje te zetten. De allereerste zeilboten lijken niet op de boten van nu. Door de eeuwen heen leerden de mensen steeds meer over zeilboten. Ze konden de boten steeds mooier maken. Je kunt dit een beetje vergelijken met het bouwen van fietsen. De fietsen van vroeger hadden een ontzettend groot voorwiel en een piepklein achterwiel. De mensen leerden en ontdekten echter een heleboel nieuwe manieren om de fiets te verbeteren. Dat heeft ervoor gezorgd dat jouw fiets al helemaal niet meer lijkt op zo n stalen ros van vroeger. Doordat de schepen steeds groter en beter werden, was het ook mogelijk om wilde zeeën en oceanen over te steken. Er werden toen nieuwe landen ontdekt waarmee men handel ging drijven. De bananen die in de supermarkten liggen zijn bijvoorbeeld ontdekt in Midden-Amerika. Deze werden dan op het schip meegenomen en in Nederland verkocht. Geld verdienen was dus een van de redenen om schepen steeds sneller en groter te maken. Daarom deed men dit ook zodat de handelaren vlug konden reizen. 3
Sommige handelaren vonden het zeilen zo leuk, dat ze dit ook in hun vrije tijd gingen doen. Ze namen dan hun familie en vrienden mee. Daardoor gingen er steeds meer mensen tussen 1600 en 1700 in Nederland zeilen en de watersport is ontstaan. Elk jaar waren er dus steeds meer boten nodig. De mensen die deze boten bouwden deden dit allemaal op hun eigen manier. Zo ontstonden er dus veel verschillende klassen zeilboten, we kennen er nu wel meer dan 100. Een beschrijving van een paar van deze verschillende klassen staat in hoofdstuk 3. 1.2 Wedstrijdzeilsport Het wedstrijdzeilen begon al toen er alleen nog maar zeilende vrachtschepen waren. Er kwamen soms vrachtschepen bij elkaar om te kijken wie er dan het hardst kon zeilen. Een zeilwedstrijd dus! Het ging er hier natuurlijk om wie het snelst was. In Nederland varen er nu nog steeds van die oude zeilende vrachtschepen. Deze heten skûtsjes en tjalken. Skûtsje Tjalk Veel skûtsjes zijn al bijna honderd jaar oud en vervoeren allang geen vracht meer. Wel worden er nog wedstrijden gevaren met deze schepen. In Friesland varen er iedere zomer verschillende skûtsjes tegen elkaar. Ook voor moderne zeilboten worden wedstrijden gehouden. Deze worden georganiseerd door verschillende watersportverenigingen. Watersportverenigingen zijn clubs waar zeilers, motorbootvaarders en windsurfers lid van zijn. De leden kunnen meedoen aan wedstrijden van hun eigen vereniging en van andere verenigingen. Om dat allemaal goed te regelen zijn de meeste verenigingen aangesloten bij het Watersportverbond. Het Watersportverbond zorgt ervoor dat de strijd tussen de deelnemers eerlijk verloopt. Bij een zeilwedstrijd mag je bijvoorbeeld niet met z n tweeën in een eenmansbootje zitten. Je kan dit eigenlijk ook vergelijken met een voetbalelftal. Een voetbalelftal mag immers ook niet met twaalf mensen op het veld staan. Ook moeten alle bootjes die tegen elkaar zeilen even groot en even zwaar zijn, en moeten de zeilen die op de boten staan ook even groot zijn. Tegenwoordig zijn er veel verschillende soorten zeilboten, grote, kleine, snelle en minder snelle. Als deze boten allemaal tegen elkaar zouden varen zou dit niet eerlijk zijn. De snelle boten kunnen veel gemakkelijker winnen. Om dit probleem op te lossen heeft het Watersportverbond een systeem ingevoerd. 4
1.3 Systeem wedstrijdzeilen Voor wedstrijden met boten die niet hetzelfde zijn, bestaat het handicapsysteem. Hoe werkt dat? De winnaar van een zeilwedstrijd krijgt de meeste punten en de verliezer van de wedstrijd de minste punten. Een langzame boot krijgt voor de start van de wedstrijd al extra punten. De snellere boot krijgt deze extra punten niet. Door deze puntentelling zijn de kansen voor iedereen gelijk. Je kunt het puntensysteem vergelijken met een hardloopwedstrijd tegen iemand die veel jonger is dan jij. Het is dan eerlijk om de persoon die jonger is een voorsprong te geven omdat deze anders bij voorbaat al verloren heeft. De extra punten die de langzame boot bij de start krijgt kun je eigenlijk zien als een soort voorsprong. Het puntensysteem zorgt ervoor dat de beste zeilers winnen in plaats van de snelste boot. Boten die allemaal even groot zijn mogen wel gewoon tegen elkaar varen. Deze gebruiken dan geen handicap systeem. Wie het beste en slimste zeilt zal winnen, want de boten zijn gelijk. 1.4 Toerzeilers Naast de wedstrijdzeilers zijn er ook een heleboel toerzeilers. Deze grote groep zeilers bestaat uit mensen die niet aan zeilwedstrijden meedoen, maar puur voor hun plezier zeilen. Het gaat deze mensen ook niet om de snelheid. Zij varen met hun bootje over rivieren en kanalen en genieten van de boot, het water, de wind, de zon en de natuur. Er zijn ook zeilers die met hun boot lange tochten willen varen. Zij willen bijvoorbeeld met hun boot de hele wereld rond en gaan naar de Noord- en Zuidpool om daar tussen de ijsschotsen te varen. 5
Hoofdstuk 2 Hoe steekt een zeilboot in elkaar? 2.1 Benamingen en begrippen De zeilsport kent, net als bij voetbal en tennis, haar eigen namen en begrippen. De namen die het meeste worden gebruikt kun je zien op de tekening op de volgende bladzijde. Een zeilboot bestaat uit een romp met daarop een dek. Het dek is van voren naar achteren onderverdeeld in voordek, gangboorden en achterdek. De voorkant van de boot wordt de voorsteven genoemd de achterkant heet de achtersteven. Als de achterkant plat is wordt deze de spiegel genoemd. Als je in de boot zit met je neus naar voren heet de linkerkant bakboord en de rechterkant stuurboord. Het open gedeelte waar de bemanning in zit, noem je de kuip. De vloer van de kuip bestaat meestal uit vlonders. De opstaande rand van de kuip wordt de kuiprand genoemd en de opstaande rand op het voordek heet de waterkering. Op de zeilboot staat een mast. Hierlangs worden de zeilen gehesen met touwen, die vallen worden genoemd. Boven op de mast staat het vaantje, waaraan je kunt zien waar de wind vandaan komt. De mast wordt aan de voorkant gesteund door de voorstag en aan de zijkanten door wanten, of zijstagen. Stagen en wanten worden gemaakt van sterke staaldraden. Het zeil achter de mast is het grootzeil. Sommige boten hebben ook een fok, dit is het kleinere zeil voor de mast. De gehesen zeilen bedien je met schoten. Het grootzeil bedien je met de grootschoot, de fok met de fokkeschoot. Onder het schip zit de kiel of het zwaard. Deze zorgt ervoor dat de boot niet afdrijft in het water. Ook zorgt de kiel of het zwaard voor stabiliteit in de boot. Achter aan het schip in het water zit het roerblad. Aan het roerblad zit de helmstok waarmee je de boot bestuurt. 6
2.1.1. Laser met benamingen zeillat grootzeil Klasse teken voorlijk achterlijk mast grootschoot romp helmstok neerhouder spiegel roerblad zwaard voorsteven 7
2.2 Verschillende soorten boten Zoals je al eerder hebt gelezen, bestaan er een heleboel verschillende soorten zeilboten. Zo heb je bijvoorbeeld het verschil tussen een open zeilboot en een dichte zeilboot. Een grote zeilboot met een kajuit is een dichte boot. De kajuit is een soort mini-huisje met bedden, een keuken en een zithoek. Met zo'n boot kun je hele lange tochten maken over zeeën en oceanen. Als je moet slapen, kan dat gewoon aan boord! De kleinere zeilboten zonder kajuit zijn open zeilboten. Als je in zo'n boot zit, kun je gemakkelijk je hand in het water houden. Met een open zeilboot kan je meestal niet op zee varen. Het aantal mensen dat je mee wilt nemen op je zeiltocht is natuurlijk ook belangrijk voor de soort boot. Als je met twintig mensen in een bootje stapt waar normaal maar één persoon in vaart, zink je als een baksteen. Je neemt dus nooit een klein bootje als je met je hele klas tegelijk wilt zeilen. Omgekeerd lukt dat ook niet. Een boot bemannen in je eentje waar je eigenlijk tien mensen voor nodig hebt is onmogelijk. Als je voor je plezier zeilt kies je gewoon de boot die je het leukste vindt. Als je wedstrijden wilt varen wordt het weer wat anders. Voor de wedstrijdzeilsport zijn de bootsoorten onderverdeeld in klassen. Bij fietsen kies je bijvoorbeeld tussen een racefiets of een mountainbike. Bij het zeilen kun je kiezen tussen een éénmansboot of een tweemansboot. Om te weten van welke klasse een boot is kijk je naar de zeilen. Iedere klasse heeft namelijk zijn eigen teken in het zeil staan. Zo kennen we de Regenboog-klasse, de 470-klasse, de Laser-klasse, enzovoort. Het teken van de Laser-klasse zie je in het zeil van de Laser op de vorige bladzijde staan. Welke boot kan je dan wel kopen? Om de keus wat gemakkelijker te maken heeft het Watersportverbond een groep van talent ontwikkelingsklassen opgesteld. Dit is een lijstje van wedstrijdzeilboten en windsurfplanken die goed op elkaar aansluiten. Dit is als het ware een aanbevelingslijstje met boten die heel geschikt zijn om wedstrijden mee te zeilen. In de volgende hoofdstukken vertellen we je meer over de boten die op dit lijstje staan. Leeftijd Eenmansboten Tweemansboten 10 t/m 15 Optimist 15 t/m 18 Laser 4.7 420 Laser Radiaal Splash 29-er 18 t/m 25 Laser Radiaal 470 Laser 8
2.3 De aanbevolen boten Met welke boot begin je? Je eerste zeillessen krijg je vrijwel altijd in de Optimist, een kleine éénmansboot. De Optimist is een goed beginnersbootje omdat hij makkelijk te gebruiken is. Vind je het ongezellig om in je eentje te zeilen? Je kunt ook met z'n tweeën gaan zeilen in een tweemansboot. De Cadet is een goede tweemansboot waarin je samen met je maatje naar de horizon kunt varen. Door als bemanning mee te zeilen met een ervaren stuurman kun je de kunst afkijken waardoor je zelf weer beter kunt varen. Optimist Eerste overstap Tot en met je vijftiende jaar kan je in de Optimist blijft zeilen, dat is de leeftijdsgrens voor de Optimist. Daarna moet je naar een andere boot uit gaan kijken. In de Optimist kun je op internationaal niveau aan wedstrijden meedoen. De Optimist is namelijk een klasse die over de hele wereld bestaat. Of je nou in Japan of Nederland woont, de Optimist is (bijna) overal te vinden waar water is. Een wedstrijd in de Optimist 9
Vervolgklassen Een Optimistzeiler mag ook al voor zijn vijftiende verjaardag overstappen in een andere klasse. Daarbij kun je ook kiezen tussen éénmans- en tweemansboten. In het volgende hoofdstuk vertellen we je meer over deze boten. Eenmansboten Een goede éénmansboot waarin je kunt zeilen als de Optimist te klein voor je is, is de Splash. In de Splash kun je tot en met je achttiende jaar wedstrijdzeilen. Omdat je dan volwassen wordt, moet je overstappen naar een andere boot. Ook kan je na de Optimist overstappen naar de Laser 4.7. Dit is dezelfde boot als een gewone Laser, maar dan met een kleiner zeil. Als jij groter wordt, kan je de boot aanpassen door er gewoon een groter zeil op te zetten! Splash Laser 4.7 De Laser is een internationale klasse. Ook kan je in deze klasse meedoen aan de Olympische Spelen. Als je als jongen zwaarder bent dan 70 kg is de Laser een ideale boot. Veel spinazie eten en groot en sterk worden. Wie weet, vaar jij dan over een paar jaar in de Laser. Voor dames en jongere zeilers worden ook wedstrijden gevaren met kleinere zeilen, zoals bij de Laser Radiaal (dezelfde boot, maar met een kleiner zeil). Voor vrouwen is de Laser Radiaal een Olympische klasse. Tweemansboten Met z'n tweeën sta je sterk! De Cadet en de RS Feva zijn jeugdboten waarin je met z n tweeën kan leren zeilen. De Cadet is een kleine tweemansboot. Naast het grootzeil heeft de Cadet een fok en een spinnaker extra. In de Cadet mag je tot en met je zeventiende jaar blijven zeilen. 10
Cadet RS Feva Als je zeilen in een tweemasnboot leuk vindt, kan je overstappen naar een door het Watersportverbond aanbevolen tweemans-vervolgboot. Dit zijn de 420 of, helemaal spectaculair, de 29-er. Vanuit de 420 kunnen zeilers die heel erg goed zijn, doorstromen naar de 470-klasse waarmee je zelfs kunt meedoen aan de Olympische zeilwedstrijden. 420 470 Vanuit de 29-er kan je, als je wat zwaarder bent geworden, doorstromen naar de supersnelle Olympische 49-er klasse. 29-er 49-er 11
Uitwisseling eenmans-en tweemansboten Als je na een paar jaar varen in een éénmansboot besluit om naar een tweemansboot over te stappen kan dat natuurlijk altijd. Omgekeerd kan dit ook. Welke boot je uiteindelijk kiest hangt af van een heleboel redenen. Een grote of een kleine boot? Een één- of meermansboot? De omvang van de klasse kan ook belangrijk zijn. Als er heel veel boten van één klasse zijn, worden de wedstrijden spannender. Met twintig bootjes strijden om de eerste plaats vind je misschien minder spannend dan een wedstrijd met tachtig deelnemers te zeilen. Op de website www.watersportverbond.nl kun je meer informatie vinden over wedstrijdklassen die erkend zijn door het Watersportverbond. 12
Hoofdstuk 3 De Optimist 3.1 Waar komt de Optimist vandaan? De Optimist is ooit ontstaan als een soort zeepkist. Het was een skelterachtig karretje, waarin kinderen rondreden in Florida, een stad in Amerika. Een clubje mensen die zich de Optimist Internationals noemden, vroegen de plaatselijke botenbouwer Clark Mills om een bootversie te maken van dit karretje. Zij hoopten namelijk dat ze niet meer met dit gevaarlijke karretje op straat gingen spelen. Door de bootversie te maken gingen ze minder op straat spelen en zo zouden er minder ongelukken komen. De straat is hard als je valt, het water is alleen maar nat. In 1948 werd een klein maar stabiel bootje ontworpen: de Optimist. 3.2 Kenmerken van de Optimist De Optimist is een kleine boot en is 2,30 m lang en 1,15 breed. Het zeil heeft een oppervlakte van 3,5 m2. Deze maten maken de Optimist een goede zeilboot voor beginners. Als je jonger dan 14 jaar begin je eigenlijk bijna altijd met zeilen in de Optimist. Het zogenaamde sprietzeil zorgt ervoor dat je de boot makkelijk overeind kan houden. De vorm van de boot is heel stabiel zodat je heel wat vreemde kunsten uit kunt halen zonder dat je direct omslaat. Als je toch omslaat in deze boot, kan hij niet snel weg drijven. Het is niet moeilijk om de boot zelf weer recht te zetten, aan boord te klimmen en verder te varen. Tegenwoordig worden de meeste Optimisten van kunststof gemaakt (polyester). Zo is er minder onderhoud nodig. Met roeispanen en een bankje is de Optimist makkelijk om te toveren tot een roeiboot. De Optimist is ook een goede boot voor jonge wedstrijdzeilers. Veel bekende wedstrijdzeil(st)ers van nu hebben hun eerste zeilmeters afgelegd in de Optimist. Over de hele wereld varen er zo n 150.000 van. In Nederland zijn er al meer dan 3.000 Optimisten. De Optimist is dan ook de grootste nationale en internationale klasse zodat je eigenlijk altijd en overal wedstrijden kunt varen. Optimisten in de haven 13
Hoofdstuk 4 Leren zeilen 4.1 Waar kun je leren zeilen? Als je zeilen wilt leren moet je in elk geval goed kunnen zwemmen. Je kunt het zeilen leren van een vriendje of vriendinnetje die al kan zeilen. Als je niemand kent met zeilervaring, ga je gewoon naar een zeilvereniging of vaarschool bij jou in de buurt. Leren zeilen kan je namelijk altijd. Hiervoor heb je niet al een boot of zwemvest nodig. Bij een zeilvereniging of vaarschool hebben ze bijna altijd wel materiaal dat je kan gebruiken. Tijdens de eerste lessen leer je hoe alles heet aan boord. Als de zeilinstructeur roept: Laat het zeil vieren, moet je natuurlijk wel weten wat je dan moet doen. Als je een beetje alle namen weet ga je het water op om echt in de boot te leren zeilen. Bij een zeilboot werkt het sturen namelijk iets anders dan bij je fiets. Als je namelijk het roer naar rechts duwt gaat je boot naar links. Om ongelukken op het water te voorkomen, zijn er net als in het verkeer, regels. Eén van die regels is bijvoorbeeld dat alle zeilers zwemvesten moeten dragen, net als automobilisten altijd een gordel om hebben. Ook hebben boten die met hun zeil aan bakboord varen, voorrang op boten die hun zeil aan stuurboord hebben staan. Om de boot goed vast te leggen is het makkelijk als een paar echte zeemansknopen kent. Er zijn een heleboel soorten knopen die je kan leren. Op de plaatjes hieronder zie je hoe je een paalsteek maakt. De naam zegt het al; met deze knoop kan je de boot vast maken aan een paal. Pak thuis een stukje touw en ga het zelf eens proberen. Paalsteek Ook kan je leren zeilen via jouw eigen school, als zij het tenminste leuk vinden om een schoolsportdag te organiseren. Zo n watersportdag met je klas was een idee van het Watersportverbond, maar nu zijn er al veel klassen die in het voor- of najaar bij een vereniging gaan zeilen. Bij zo n dag gaan klassen een ochtend of middag zeilen en surfen. Vind jij dat jouw klas hier ook aan mee moet doen vertel leraar dan over deze schoolsportdagen. Als je vragen of meer informatie wil over schoolsport kijk dan op de website van het Watersportverbond, www.watersportverbond.nl of mail naar info@watersportverbond.nl. 14
4.2 Vaarscholen en zeilverenigingen De meeste verenigingen starten met lesgeven in het voorjaar, meestal in de maand mei. De zeil- en windsurfscholen draaien vooral tijdens de zomervakantie op volle toeren. De lessen daar worden vaak in één week gegeven. Je kunt zo'n week zien als een doe-vakantie. Je slaapt en eet op de school met jongens en meisjes van je eigen leeftijd die ook allemaal willen leren zeilen of windsurfen. Naast de lessen worden er ook veel spelletjes gedaan. Het is dus een leuke manier om op het water te zijn en om een leuke vakantieweek te hebben. Natuurlijk kun je je samen met een vriend, vriendinnetje of broer en zus voor zo'n zomerkamp inschrijven. Ook zijn er net als bij andere sporten veel zeil- en windsurfverenigingen. Deze verenigingen geven meestal les op zaterdag of zondag, maar soms ook op bijvoorbeeld de woensdagmiddag. Verenigingen geven niet alleen les. Naast de lessen kun je er een heleboel plezier beleven. Leuke uitstapjes, feestjes, sportmiddagen en een zeilkamp met je vaarvriendjes zijn een paar voorbeelden. Als je echt verder wilt gaan met zeilen en windsurfen, kan de vereniging je ook helpen met het zoeken naar een eigen (tweedehands) boot of windsurfplank. Je kunt dan het water op wanneer je maar wilt! 4.3 Waar vind je de zeil- of windsurfvereniging? Als je niet te ver wilt reizen en regelmatig wilt gaan zeilen of windsurfen, dan is een lidmaatschap van een vereniging bij jou in de buurt zeker een goed idee. Natuurlijk kun je zelf een vereniging bellen of schrijven als je daar graag wilt gaan zeilen of surfen. Kijk maar eens op www.watersportverbond.nl. Daar vind je veel namen en adressen van verenigingen. Misschien weet je al waar je het wilt leren, bijvoorbeeld op de Loosdrechtse Plassen. Je kunt gerust bellen of schrijven naar verenigingen of scholen in die buurt en vragen om meer informatie of om een folder. Wacht er niet te lang mee, want dan kan het zijn dat er geen plaats meer is. 4.4 Zeildiploma Je veterstrikdiploma, je zwemdiploma. je tafeldiploma, je neuspeuterdiploma en je eet-je-bord-leeg-diploma! Je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een officieel diploma voor. Ook bij het zeilen bestaan er diploma's. Het Jeugdzeildiploma I is het eerste papiertje dat je kan verdienen door goed te zeilen. Alle zeildiploma's in Nederland zijn hetzelfde. Of je nou in Maastricht of in Den Helder woont. Tijdens de lessen kun je het CWO-diploma Jeugdzeilen I, II of III halen. Je begint altijd met het Jeugdzeildiploma I. Daarna kun je weer verder gaan met de jeugdzeildiploma's II en III. Aan het einde van iedere cursus krijg je een soort rapport met al je resultaten, opgeschreven op een vorderingenstaat. Zo weet je de volgende keer precies waar je gebleven bent met je lessen en wat je nog moet oefenen. Meer informatie over de lessen en de diploma's kun je natuurlijk bij de trainer of instructeur van de vaarschool of vereniging. 15
Hoofdstuk 5 Wist je dat Wist je dat.. het woord jacht ontstaan is in Nederland. In de 14de eeuw gebruikten de Nederlanders kleine, snelle zeilschepen om smokkelaars en zeerovers te achtervolgen of te 'jagen'. Daarom noemden ze die vaartuigen 'jaght' wat 'jager' of 'achtervolger' betekent. De Nederlandse schrijfwijze van het woord 'jaght' werd in Engeland veranderd in 'yacht'. Wist je dat het eerste vaartuig waarschijnlijk een boomstam was? Wist je dat.. het woord 'jacht' in Duitsland en Denemarken al honderden jaren wordt gebruikt om daarmee een soort klein zeilend vrachtschip aan te duiden. Dit vrachtschip vaart in de wateren van de Noord- en Oostzee kusten. Wist je dat veel termen uit de zeilvaart ook aan de wal worden gebruikt. De uitdrukking: "Een oogje in het zeil houden" (de zaak een beetje in de gaten houden) ken je vast wel. Als iemand gaat slapen kun je ook zeggen dat diegene "onder zeil gaat". "Alle zeilen bijzetten", betekent dat je alle krachten uit de kast haalt om iets te laten slagen. Wist je dat het kompas uitgevonden is door de Chinezen? Wist je dat de Cadet in 1947 ontworpen is. De Cadet is dus al meer dan 60 jaar oud! In het begin moest je de cadet kopen als zelfbouwpakket. Je moest de boot dan zelf in elkaar zetten, lijmen en schilderen. Wist je dat de Laser eerst 'Weekender' heette. De bouwers hadden de boot zo genoemd omdat men er vooral in het weekend mee gingen zeilen. "Gelukkig is het weer vrijdag, tijd voor de Weekender!" Wist je dat een stoomschip vroeger ook zeilen had? Als er veel wind stond, konden de motoren uit. Dit spaarde brandstof. Was de motor kapot, kon men toch verder varen. Indien er veel vervoerd moest worden, kon men meer vracht meenemen door kolen thuis te laten. Wist je dat de snelheid van een schip niet in kilometer per uur, maar in knopen wordt gemeten en dat 1 knoop gelijk is aan 1,85 km/u is? Wist je dat een kat aan boord van een schip geluk brengt? Dit was bij de oude Egyptenaren ook al het geval. 16
Als je nog meer wilt weten Wil je nog meer weten over zeilen? Voor jou hebben we een aantal boekentitels. Op een rijtje gezet die leuk een leerzaam zijn om te lezen. Onder zeil door Jan van Exter Kees en Ank leren zeilen in dit boek. Ze moeten best veel leren voordat ze dit kunnen. Saai wordt het nooit in dit stripverhaal. Op de plaatjes kan je alles goed volgen. Als je daarna zelf in de boot stapt, weet je al precies wat er gedaan moet worden. Een oud schip door Ninon Vis Heel vroeger zeilden de mensen niet altijd voor hun plezier. Het was vaak de enige manier om een verre reis te maken. In dit boekje lees je hoe het was op zo n oud schip. Watersport door Joep Malestein Lijkt het je leuk om te gaan wedstrijdzeilen, haal dan eens dit boek uit de bieb. De belangrijkste dingen die je moet weten staan hier in. Knopen leren door Ronald Hinton Is jouw paalsteek gelukt? In dit boekje staan tekeningen waarop je precies kunt zien hoe alle knopen in elkaar zitten. Je kunt ze dan heel gemakkelijk maken, ook wordt er verteld wanneer je zo n knoop kan gebruiken. 17
Bronvermelding: Leidraad voor Zeilers, 10de druk, geschreven door Rob D. Dros en Jan Cees Kossen, uitgeverij Het Goede Boek, Huizen. Plankzeilen, leerplan voor de complete plankzeiler, geschreven door Ernstfried Prade en Emile Pels, uitgeverij Elsevier, Amsterdam. Het water op, 400 jaar pleziervaart in Nederland gechreven door Frans Jorissen, Jaap Kramer en Jaap Lengkeek,uitgeverij Hollandia, Baarn Zeilsport, zeiltechniek, zeiljachten, 5e herziene druk, gechreven door Juan Baader, uigeverij Hollandia, Baarn Een zeilboot, eerste druk, geschreven door Truus Visser - van den Brink, uitgeverij De Ruiter, Gorinchem www.watersportverbond.nl 18
19
Lidmaatschap Dit kunt u aanvragen door middel van een aanmeldingsformulier. Deze is te downloaden op www.watersportverbond.nl/ voorverenigingen. Bezoekadres Wattbaan 31-49 3439 ML Nieuwegein Postadres Postbus 2658 3430 GB Nieuwegein T (030) 751 37 00 F (030) 656 47 83 info@watersportverbond.nl www.watersportverbond.nl