RSG eindelijk in. uitvoering?

Vergelijkbare documenten
Groen in Gent. voor elk wat wilds

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

Raadpleging startnota en procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Groen in Gent. voor elk wat wilds

Sven Taeldeman Schepen van Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning en Wonen

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

natuur in Gent monitoring

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

STARTNOTA Thematisch Ruimtelijk Uitvoeringsplan Groen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

Provincieraadsbesluit

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN

Inhoudstafel INLEIDING...2

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

gemeente denderleeuw juni 2003 definitief ontwerp ruimtelijk structuurplan Denderleeuw

Ruimtelijk uitvoeringsplan Groenas 4 - Bovenschelde Concept-RUP. Infomoment 9 januari Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Overeenkomst treedt in werking na start realisatie LAR-Zuid en operationalisering Groenfonds

Goedkeuring voorontwerp en aangepaste procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen

open ruimteproject Moervaartvallei 5 juli 2017 open ruimteproject moervaartvallei

Concept RUP STEDELIJK WONEN Deelgebied Sint-Amandsberg. 3 oktober Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

BPA NR. 121 BINNENSTAD DEEL ZUID - GEDEELTELIJKE WIJZIGING

Omzendbrief RO/2010/01

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

Slim ruimtegebruik in Gent

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

RUIMTE VOOR GENT Zaterdag 11 maart 2017

Besluit van de Deputatie

REGELING VOOR DE OPVANG VAN RONDTREKKENDE WOONWAGENBEWONERS. 1. Proactief werken: de opvang van rondtrekkende woonwagenbewoners voorbereiden

Provincieraadsbesluit

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

RUP Leestenburg Brugge

Openbaar onderzoek RUP 153 deel B Antwerpsesteenweg-Orchideestraat

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk

Ruimtelijk Structuurplan Gent goedgekeurd in de gemeenteraad

Spoor 3: Bevestigen-actualiseren van het gemeentelijk mobiliteitsplan

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

Stad Gent. Groenas 3 Minnemeers-Keizerpark Gent

Infomoment over het concept-rup en ontwerpplan-mer Technologiepark Ardoyen-Tramstraat

SumResearch Urban Consultancy

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

STAD BRUGGE Assebroek

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

groen en natuur In 2006 trad na twee legislaturen onder schepen Lieven Decaluwe een

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO

Stadsbossendebat. Het panel bestond uit vijf BELEID

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Besluit van de Deputatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

Ieper - Poperinge. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 14/08/79)

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Klankbordgroep Oude Dokken 21 maart 2009

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77)

Brussel, 8 juli _SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

VLAAMSE RAAD ZITTING OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET. van mevrouw Vera Dua. houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Tien pluspunten voor natuur?

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Spoor 3: Bevestigen-actualiseren van het gemeentelijk mobiliteitsplan

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen?

In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem. Bindend gedeelte. Studiebureau Vansteelandt bvba

Sint-Truiden - Tongeren

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

BIJLAGE 3: Toetsingskader

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Participatie bij de opmaak en realisatie van de Europese natuurdoelen in Vlaanderen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Openruimtekamers Gavers en Esser 9 mei Wouter Billiet Evelyne Vercauteren Dienst Ruimtelijke Planning Provincie West-Vlaanderen

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP VOLVO TRUCKS GENT

ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Kluisbergen. Gecoördineerde ontwerpversie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

Strategische meerjarenplanning in Vlaamse centrumsteden. Workshop 2 december 2009 Karl-Filip Coenegrachts Departementshoofd Stafdiensten Stad Gent

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer.

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

Transcriptie:

RSG eindelijk in uitvoering? Groenpool Vinderhoutse Bossen Bart Vangansbeke De stad Gent beschikt sinds 2003 over een goedgekeurd Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG). Dat RSG is geen statisch document dat de bestemming van elk gebied gedetailleerd vastlegt, maar zet enkel de krijtlijnen uit van het gewenste ruimtelijk beleid, ook op lange termijn. Na het einde van de legislatuur 2000-2006 en het beëindigen van de planningsperiode van het RSG eind 2007 stelde zich de vraag wat er verder met het RSG moest gebeuren. De stad Gent formuleerde daarop een antwoord in de discussienota Uitvoering RSG 2008-2012. 30

In dit artikel gaan we eerst in op de evaluatie van de voortgang van het RSG tot eind 2007. In een tweede deel nemen we het door de stad Gent voorgestelde vervolgtraject 2008-2012 onder de loep. Ten slotte formuleren we enkele opmerkingen. Bij dit alles beperken we ons tot de aspecten die verband houden met bos, natuur en groen. Evaluatie RSG tot eind 2007 De evaluatie van het RSG omvat zowel de kernprojecten als de taakstellingen. Beide komen hier dan ook aan bod. Kernprojecten In het RSG zijn 56 kernprojecten afgebakend, die intussen grondig zijn geëvalueerd op basis van het jaarverslag 2007 uitvoering RSG. Uit het overzicht van de stand van zaken voor de projecten in verband met natuur en groen (zie kader) blijkt dat de meeste kernprojecten minstens in voorbereiding zijn. Voor een klein vijfde van de kernprojecten zijn in 2007 merkbare vorderingen gemaakt; sinds de start van de metingen eind 2003 is dit het geval voor drie vierde van de kernprojecten. Voor een aantal kernprojecten liggen de voorbereidende werkzaamheden thans grotendeels of helemaal stil. Dat geldt bijvoorbeeld voor het BPA Scheldevallei. Van de projecten die als strategisch project of stedelijke actie in de bindende bepalingen van het RSG zijn vernoemd, zijn de parken al in het verdere stadium van beslissing en (soms) uitvoering. Ook de opmaak van Bijzondere Plannen van Aanleg (BPA s) en Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP s) is al heel ver gevorderd. Qua aantal en oppervlakte is het grootste deel van de plannen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het RSG al uitgewerkt en vastgelegd, zeker als we het belangrijke, eind 2005 definitief goedgekeurde, gewestelijk afbakenings- RUP voor het grootstedelijk gebied Gent meerekenen. Van de projecten vernoemd bij de prioritaire beleidsthema s in het richtinggevend deel van het RSG zitten onder andere de prioritaire groenassen al in het verdere stadium van beslissing en uitvoering. Stand van zaken kernprojecten Aan de hand van de oorspronkelijke (afgeslankte) projectfiches en op basis van de meest actuele gegevens geeft een tabel per kernproject globaal aan in welke fase het zich (eind 2007) bevindt: Fase 0: nog niet opgestart of opnieuw stilgelegd Fase 1: voorbereidende werkzaamheden lopend Fase 2: belangrijke relevante beslissingen in de planningscontext al genomen Fase 3: belangrijke beslissingen in functie van realisatie al genomen Fase 4: in realisatie Fase 5: uitgevoerd Voor concrete projecten is deze faseindeling zonder meer duidelijk; bij planningsprocessen wordt een soort gemiddelde van de verschillende deelactiviteiten en -projecten weergegeven. Voor sommige kernprojecten met ruimtelijk erg verspreide onderdelen (zoals de parken in de kernstad) is de stand van zaken per onderdeel aangeduid. Vermeld in de bindende bepalingen van het RSG als strategisch project: groenpool Vinderhoutse Bossen (1) groenpool Oud-Vlieveld Oostakker (2) groenpool Parkbos Zwijnaarde (3) groenpool Gentbrugse Meersen (2/3) kouter- en bulkengebied rond Drongen (1) Vermeld in de bindende bepalingen van het RSG als BPA /RUP van prioritair of essentieel belang voor de gewenste ruimtelijke structuur: BPA Groene Vallei (5) BPA Bourgoyen A en B (5) BPA Scheldevallei (0) BPA Alsberghe Van Oost (5) BPA Arbed-noord (5) BPA Arbed-zuid (5) BPA Moscou (5) afbakenings-rup grootstedelijk gebied Gent (5) Vermeld in de bindende bepalingen van het RSG als stedelijke acties: De realisatie van zes nieuwe parken in de kernstad en het nieuwe Westergemsportpark (gemiddeld 3) Brugsepoortpark (met als nieuwe onderdelen Pierkespark, Acaciapark, Boerderijpark, Luizengevecht en Rode Loper) (3/4/5) FNO-park (3) Rabotpark (3) ACEC-park (2) Coupurepark (1) Malmarpark (4) Arbedpark-noord (4) Arbedpark-zuid (4) Westergemsportpark (1) verordening integratie kleine landschapselementen (1) verordening behoud privaatgroen en groenafwerking projecten (1) Vermeld in het richtinggevend deel RSG bij de prioritaire beleidsthema s de vier groenassen naar de groenpolen (2/3/4) Gewenste ruimtelijke structuur RSG Op het niveau van visie en concept zijn alle kernprojecten in zeer grote mate in overeenstemming met de opties van het RSG. Op het niveau van de uitwerking stemt ongeveer 60% van de kernprojecten in grote mate overeen met de RSG-opties. Slechts één kernproject wijkt qua uitwerking in grote mate af van het RSG: het project van de Vinderhoutse Bossen. De stad had eerder al duidelijk aan de Vlaamse 31

overheid, die hier de initiatiefnemer is, te kennen gegeven dat er op dit vlak meer moest gebeuren en mede als gevolg daarvan werkt de Vlaamse overheid sinds 2006 aan een uitbreiding van de groenpool quasi conform de visie van het RSG. Aandachtspunten voor inhoudelijke bijsturing liggen bij de nog lopende kernprojecten voor de groenpolen Vinderhoutse Bossen (wat betreft recreatie en natuur) en Oud-Vliegveld Oostakker (wat betreft omvang van natuur en bos). Alertheid inzake timing/fasering en bijhorende inhaalbewegingen om de RSG-programmatie te kunnen halen, is noodzakelijk voor de kernprojecten groenpool Oud-Vliegveld Oostakker en Parkbos Zwijnaarde. Bijkomende bossen in groenpolen Globaal is het duidelijk dat er rond de kernprojecten die het RSG schragen, vrij stevig en in de goede richting wordt gewerkt, maar dat er de verschillende diensten en overheden nog behoorlijk wat werk op de plank hebben liggen om een substantieel deel van deze kernprojecten ook effectief te realiseren. Taakstellingen Een drietal taakstellingen die verband houden met bos, natuur en groen zijn opgenomen in de bindende bepalingen van het RSG. We overlopen ze kort alle drie. Ontwikkeling van 300 hectare bijkomend bos als onderdeel van de vier groenpolen. In 2002-2004 is belangrijk voorbereidend onderzoek verricht, maar zowel op het vlak van de planning als de feitelijke realisatie waren er toen nog geen tastbare resultaten. Op het niveau van de planningscontext is in 2005 een belangrijke stap vooruit gezet door de goedkeuring van het gewestelijk afbakenings-rup voor het grootstedelijk gebied met het herbestemmen van in totaal 248 hectare bijkomend bosgebied, waarvan een deel (25 hectare) pas later gerealiseerd kan worden. Qua planningscontext is de taakstelling daarmee grotendeels (voor 83%) gehaald. Mocht het voorontwerpafbakenings-rup ongewijzigd zijn goedgekeurd, dan was dat zelfs 100% geweest. Op het vlak van effectieve realisaties is evenwel nauwelijks vooruitgang geboekt. Een alerte uitvoering van de nieuw vastgelegde planologische mogelijkheden door alle verantwoordelijke overheden en in het bijzonder de Vlaamse overheid als belangrijkste actor, is noodzakelijk. Realisatie van zes nieuwe parken en een sportpark om te komen tot 10 m² openbaar recreatief groen op wijkniveau per inwoner Er zijn meer dan zes nieuwe parken gepland, drieënhalve parken zijn grotendeels bijkomende ruimte voor bos bestemd in BPA S of RUP S in (ha) effectief gerealiseerd bosbestand (gearceerde) blokjes afgewerkt en enkele andere parken zitten in de pijplijn. Hier zit de aanpak duidelijk op het goede spoor. Op 1 september 2002 had Gent in zijn geheel met 302 hectare buurt- en wijkgroen 13,2 m² openbaar recreatief groen op wijkniveau per inwoner. Maar dat groen is ongelijk gespreid; slechts één Gentenaar op drie (33%) woont binnen de vooropgestelde afstand. Met de realisatie van de vooropgestelde buurt- en wijkparken zou dit kunnen oplopen tot 42% en met inrekening van de wijkfunctie van de te realiseren groenpolen tot 45%. De Bourgoyen-Ossemeersen en de Blaarmeersen zijn elk voor 25 hectare de bovengrens voor een wijkpark meegerekend. De meeste voorbereidingen in de planningscontext zijn eind 2005 genomen; met de afgeronde of lopende en in de pijplijn zittende aanleg van een reeks parken (Brugse Poort, Sint-Baafskouter, Groene Vallei, Malmar, ) is ook de uitvoering van deze taakstelling op snelheid gekomen. Stand-stillprincipe inzake natuur en groen door het realiseren van de gewenste ruimtelijke groenstructuur Deze taakstelling kan met de momenteel beschikbare gegevens niet ten volle worden getoetst. Louter op basis van de vergunde planningscontext is de beschermde groenoppervlakte in 2002-2007 met minstens 193,5 hectare toegenomen ten opzichte van de 1281 hectare groenbestemmingen uit het gewestplan, wat toch aanzienlijk is (+ 14%). Het afbakenings-rup voor het grootstedelijk gebied heeft hierin een aanzienlijke bijdrage geleverd. Over de periode eind 2002-2006 is de feitelijke aanwezigheid van waardevolle en minder waardevolle vegetaties met ruw geraamd ongeveer 1,9% gedaald. Volgens de stad kan deze lichte vermindering op termijn worden opgevangen en omgebogen door de inrichting van de nieuw bestemde groengebieden. Besluit De beschikbare en verwerkte gegevens laten een nagenoeg omvattende beoordeling toe. De realisatiegraad van de planningsinitiatieven varieerde eind 2007 van 83% voor bos over meer dan 100% voor parken, natuur en groen tot meer dan het drievoudige voor bedrijventerreinen. Voor woningen, waar de bestaande gewestplannen en BPA s al ruime mogelijkheden bieden, leveren de planningsinitiatieven een aanvulling van een derde van de taakstelling voor de periode 2002-2007. De realisatiegraad van de effectieve uitvoeringen varieert van een derde (voor het uitgeefbaar maken van bedrijventerreinen) over de helft (bij de parken) en twee derde voor de bijkomende woningen tot negen tiende voor het effectief in gebruik nemen van bedrijfsgronden en -gebouwen. De stand-still inzake natuur en groen wordt (waarschijnlijk) zo goed als gehaald. Voor 32

de realisatie van de bossen in de groenpolen dreigt een zware achterstand wanneer er in de uitvoering van de thans goedgekeurde planningscontext geen stevig tandje bij wordt gestoken. Voor deze laatste, tot nog toe zeer zwakke, taakstelling kan het definitief goedgekeurde afbakenings-rup voor het grootstedelijk gebied de komende jaren voor een inhaalbeweging in de feitelijke realisatie zorgen. Voor de bossen ligt hier een grote verantwoordelijkheid bij de Vlaamse overheid. Naar een vervolgtraject RSG tot 1012 Het Gentse stadsbestuur meent dat het RSG, vijf jaar na datum, nog altijd een samenhangende visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de stad Gent biedt. Een tijdrovende herziening is daarom binnen deze legislatuur niet nodig. Het stadsbestuur kiest er dan ook voor om het RSG in de periode 2008-2012 als beleidsdocument te bevestigen en het verder te gebruiken. Volgens de stad moet de klemtoon de komende jaren vooral liggen op de doorwerking van de visie uit het RSG naar concrete realisaties. De planningsfase zit immers op schema, maar op het gebied van de uitvoering zijn de volgende jaren bijkomende inspanningen nodig. Sommige punten uit het RSG moeten volgens de stad worden verduidelijkt of aangepast voor de bijkomende tijdshorizon 2008-2012. De ruimtelijke visie uit dat RSG wordt tijdens deze legislatuur geconcretiseerd op het terrein door het opstarten of afwerken van (nieuwe) kernprojecten, door het verder invullen van (officieuze) taakstellingen en door het opleggen van groene voorwaarden bij projecten. Bijkomende kernprojecten Bijkomende parken in de kernstad In het kader van de realisatie van voldoende recreatief groen op wijkniveau zijn in de periode 2003-2007 al bijkomende parken op wijkniveau gerealiseerd (richtcijfer minimum 1 hectare). Dit beleid wordt deze legislatuur voortgezet. Als haalbare taakstelling wordt de realisatie van drie bijkomende parken in de kernstad vooropgesteld (zie verder bij bijgestuurde taakstelling wijkgroen). Gedetailleerde gegevens globale taakstelling standstill van de waardevolle natuur Vergunde planningscontext (relevante door de gemeenteraad definitief goedgekeurde BPA s en RUP s): in 2002 en 2003: BPA s 115 Binnenstad-Sint-Michiels (Coupurepark), G-8 Arbednoord (Arbedpark ca. 1,5 hectare), G-9 Arbed-zuid (Arbedpark ca. 1,5 hectare), 102A-B Bourgoyen, 133 Groene Vallei (Groenevalleipark ca. 6 hectare); in 2004: RUP s 102-D Bourgoyen (omzetting van 2,6 hectare recreatiegebied naar vormen van natuurgebied), Malmar (Malmarpark ca. 2,4 hectare), Bellevue L-2 met omzetting van delen met KMO-bestemming uit het gelijknamige BPA en wonen uit het gewestplan naar groen (ca. 1,6 hectare); in 2005: RUP s ACEC (Acecpark ca. 1 hectare) en Assels en Piereput (met omzetting van ca. 53 hectare landschappelijk waardevol agrarisch gebied en ca. 2,5 hectare recreatiegebied naar vormen van ecologisch waardevol gebied en natuurgebied); in 2005: het definitief goedgekeurde gewestelijk afbakenings-rup voor het grootstedelijk gebied zet verspreid over diverse sites in totaal per saldo ca. 102 hectare om naar bijkomende groengebieden (bos, park en natuur). Als voorlopig referentiepunt kunnen de groene bestemmingen in het gewestplan worden genomen zoals weergegeven in het informatieve deel van het RSG (op 28/10/1998), met name 1281 hectare natuur- en groene bestemmingen naast 421 hectare buffer- en koppelingsgebieden; in 2006: geen; in 2007: RUP Handelsbeurs met omzetting van gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en voor handelsbeurs naar natuurgebied (ca.18,5 hectare). Realisatie op het terrein: in totaal waren op 1 september 2002 3481 hectare groene ruimten die van belang (kunnen) zijn voor het functioneren en de samenhang van de natuur op Gents grondgebied aanwezig; aan de hand van vegetatiewijzigingen die met vergunningen gepaard gaan, blijkt dat in 2005 ca. 7,3 hectare bijkomende waardevolle en minder waardevolle bosen andere vegetaties en het verdwijnen van ca. 21,3 hectare ervan zijn vergund, of per saldo een vermindering met 14 hectare; ten opzichte van de toestand eind 2002 is dit een jaarvermindering van 0,4% en als die geëxtrapoleerd wordt over de laatste drie jaar een (lichte) vermindering met 1,2%; in 2006 blijkt op dezelfde manier ca. 18,6 hectare bijkomende waardevolle en minder waardevolle bos- en andere vegetaties en het verdwijnen van ca. 42,5 hectare ervan te zijn vergund, of per saldo een vermindering met 23,9 hectare; een jaarvermindering van 0,7% ten opzichte van eind 2002 en geëxtrapoleerd over de laatste vijf jaar een vermindering met 1,9%; voor 2007 heeft de Groendienst geen gegevens beschikbaar gesteld. in totaal waren op 1 september 1999 1969 hectare biologisch waardevolle en zeer waardevolle ruimten op Gents grondgebied aanwezig; in 2005 is hier door verleende vergunningen ca. 2,5 hectare bijgekomen en ca. 12,7 hectare ervan verdwenen, of per saldo een jaarvermindering met 10,2 hectare, hetzij 0,5% ten opzichte van de toestand in 1999; in 2006 is hier door verleende vergunningen ca. 17,3 hectare bijgekomen en ca. 11,9 hectare ervan verdwenen, of per saldo een jaarvermeerdering met 5,5 hectare, hetzij +0,3% ten opzichte van de toestand in 1999; voor 2007 heeft de Groendienst geen gegevens beschikbaar gesteld. Tot nader order is geen verder beeld van de toepassing van het stand-stillprincipe mogelijk zolang er geen geactualiseerde inventaris van de toestand wordt gemaakt. Strategisch plan Blaarmeersen Malem/ Halfweg Bourgoyen Dit project zorgt voor een groene aaneenschakeling van de Watersportbaan/ Blaarmeersen (sport- en openluchtrecreatie op (boven)stedelijke schaal) en het natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen. Binnen dit strategische ontwikkelingsge- bied Malem/Halfweg Malem wordt naast de ontwikkeling van een parkstructuur ook ruimte gecreëerd voor onder meer recreatie en sport. Aan dit kernproject wordt de herlocalisatie van een aantal sportterreinen gekoppeld. Project Water in de stad Project Water in de stad is de werknaam voor het te actualiseren Actieprogramma Watergebonden Infrastructuur van Waterwegen en Zeekanaal NV 2008-2012. Waterlopen hebben heel wat potentie als publieke ruimte. De beleving van de waterstructuur wordt vergroot door onder 33

meer het openwerken van overkapte delen, de uitbouw van een stadsjachthaven voor passanten, de aanleg van voetwegels en rust- en uitkijkplekken langs het water, Het RSG wenst het karakter van Gent als waterstad sterker te onderstrepen door de oevers in de stad te benutten voor vergroening, groenassen en zichtassen. Hier kunnen verschillende deelprojecten uit voortvloeien die het aanbod aan wijk- en woongroen verhogen. De inrichting van het (park)gebied ter hoogte van de Willem de Beerssteeg en het Lieveproject zijn daar voorbeelden van. Van de (deel)projecten die in de periode 2008-2012 worden uitgevoerd, wordt een geactualiseerde en verfijnde prioriteitenlijst opgemaakt (met een actieprogramma daaraan gekoppeld). In deze lijst worden de kernprojecten thematisch opgedeeld en gebundeld in acht rubrieken waaronder ook de acht strategische projecten met klemtoon op groen : Groenpool Vinderhoutse Bossen, Groenpool oud-vliegveld Oostakker, Groenpool Parkbos Zwijnaarde, Groenpool Gentbrugse Meersen, Groenassen naar de groenpolen, Kouter- en Bulkengebied rond Drongen, realisatie van bijkomende parken in de kernstad, Strategisch plan Blaarmeersen Halfweg Bourgoyen. Bijgestuurde taakstellingen Groenpool Parkbos Zwijnaarde Bos Het RSG stelde in de periode tot 2007 de realisatie voorop van 300 hectare bijkomend bos in vier groenpolen. Deze 300 hectare maken deel uit van de 1010 hectare bijkomend bos waaraan de ruimere Gentse regio op lange termijn behoefte heeft. Op planningsniveau is die taakstelling voor een groot deel ingevuld door het herbestemmen van 248 hectare bijkomend bosgebied binnen het gewestelijk afbakenings-rup. De realisatie op het terrein verloopt minder vlot. Binnen de beleidsperiode 2008-2012 wil de stad in eerste instantie de achterstand voor deze taakstelling wegwerken. Daarom stelt zij de beperkte planningsinitiatieven die daarvoor nog noodzakelijk zijn (ca. 52 hectare) en de effectieve realisatie van die 300 hectare als eerste en essentieel luik van de taakstelling voorop. Na de realisatie van dit eerste luik zal de Gentse regio nog altijd bosarm blijven. Daarom wil de stad in deze legislatuur tegelijk planningsinitiatieven voor een tweede luik van de taakstelling opstarten. Ook de effectieve realisatie daarvan kan de stad al aanvatten, maar die moet ten volle haar beslag krijgen in de volgende beleidsperiode. De omvang van dit tweede luik is niet zo eenvoudig te bepalen. De oplossing voor het bosarme karakter van de regio moet niet enkel op Gents grondgebied gezocht worden. Het RSG geeft aan dat er voor Gent én zijn buurgemeenten een totale behoefte is aan 1010 hectare bijkomend bos om te voldoen aan de Vlaamse Langetermijnplanning Bosbouw. 800 hectare daarvan wil de stad realiseren in de vier groenpolen. 300 hectare hiervan situeert zich op Gents grondgebied en 500 hectare in de buurgemeenten. Naast die vier groenpolen moet er dan nog 210 hectare bijkomend bos bestemd en ontwikkeld worden om aan de totale behoefte voor de Gentse regio te voldoen. Als de verhoudingen van het RSG behouden blijven (300 hectare op Gents grondgebied op een totaal van 800 hectare), moet er in deze beleidsperiode dus nog ca. 80 hectare (van in totaal 210 hectare) bijkomend bos op Gents grondgebied worden herbestemd. Die 80 hectare komen bovenop de 52 hectare noodzakelijk om de taakstelling van de vorige planperiode ingevuld te krijgen. Deze bijkomend te bestemmen bosoppervlakte van 132 hectare moet bij voorkeur gezocht worden aansluitend bij één van de vier groenpolen. De uitbouw van een vijfde groenpool op de stuifzandrug Stekene-Maldegem (zoals aangegeven in het richtinggevend deel van het RSG) is ook een optie. Deze groenpool ligt wel maar beperkt op Gents grondgebied. Concreet richt het locatie-onderzoek voor de bijkomende bosgebieden zich in eerste instantie op een uitbreiding van de groenpool Vinderhoutse Bossen (naar het westen en zuiden richting Campagne gewestelijke studie al lopend), een uitbreiding van de groenpool Oud-Vliegveld Oostakker (richting Oostakker-dorp/Wittewalle hernemen van wat is geschrapt uit het voorontwerp van afbakenings-rup) en een patchwork van kleine kouterbosjes in het kouter- en Leieland. Wanneer er aansluitend bij de groenpolen geen concrete uitbreidingssites kunnen gevonden worden, moet de behoefte ingevuld worden door de herbestemming en realisatie van een of twee verspreide bossen van minimaal 50 hectare (op termijn). Malmarpark Wijkgroen Inzake openbaar recreatief groen spitst het RSG zich toe op de ontwikkeling van bijkomende parken. Het streefbeeld is daarbij een groennorm van 10 m² recreatief wijkgroen per inwoner. In de kernstad is dit, ook na de realisatie van een aantal nieuwe parken, nog niet het geval. Het is dan ook de bedoeling om in de periode 2008-2012 te werken aan de realisatie van bijkomende parken in de kernstad. Het ligt voor de hand dat opgestarte projecten prioritair worden afgewerkt. In het richtinggevend deel van het RSG zijn voor de kernstad negen mogelijke nieuwe parken aangeduid (Brugsepoortpark, FNOpark, Rabotpark, Arbedpark noord en zuid, Malmarpark, ACEC-park, Coupurepark en Ledebergpark). De meeste van deze parken staan in de steigers. Er dienen zich echter een aantal nieuwe kansen aan: op en rond de site van AZ Sint-Lucas/Vogelzangpark, Overmeers, Oud-Sint-Amandsberg, de Groene Banaan, Het is logisch en realistisch om als taakstelling voor 2008-2012 de planning en realisatie van nog drie bijkomende parken in de kernstad voorop te stellen. Het Ledebergpark wordt daarbij, in overeenstemming met de opties van het stadsvernieuwingsproject, uitgebouwd als een versterkt snoer van samenhangende bestaande parkjes. Na realisatie van de doorgang onder de spoorweg, zal Ledeberg ook over een groter parkdeel beschikken tussen Schelde en Hundelgemsesteenweg. Door de thans sterk verminderde nood aan een sportpark in Wondelgem (fusies hebben het voetbalprobleem grotendeels opgelost) komt daar in plaats van het sportpark een gewoon park: het lineaire Lievepark dat omheen groenas 8 doorloopt vanaf het Rabot (en de nieuwe uitbreiding van het FNO-park) tot aan het station van Wondelgem. Stand-still inzake natuur en groen Het RSG opteert er uitdrukkelijk voor om de totale effectieve oppervlakte aan groen en natuur op het hele grondgebied minstens op peil te houden. De stad vindt het vanzelfsprekend dat dit stand-stillprincipe ook tijdens deze legislatuur behouden blijft. Momenteel is er nog geen goede inventaris van het aanwezige groen op het Gentse grondgebied. De stad wil op zeer korte termijn de effectieve toestand op het terrein in kaart brengen. Hiertoe zijn in het najaar van 2008 alle nodige stappen gezet, die als aanbevelingen in de opeenvolgende 34

jaarverslagen uitvoering RSG zijn opgenomen. De monitoring van deze gegevens zal op regelmatige basis (bijvoorbeeld driejaarlijks) geactualiseerd worden. Strategisch instrumentarium ter verduidelijking Het is niet evident om de achterstandsituaties weg te werken en de bijgestuurde taakstellingen voor groen, natuur en bos in te vullen. In het bijzonder de taakstelling bos ( opgaand groen ) is volgens de stad moeilijk in te vullen. Het is niet evident om binnen de Gentse regio grote gebieden te vinden die volledig kunnen bebost worden. De stad stelt voor de taakstelling bos verder te differentiëren en die gedeeltelijk op een alternatieve groene manier (met groot groen ) te realiseren. Ook de taakstelling wijkgroen (met grotere groeneenheden) is in een aantal gebieden in de kernstad moeilijk te realiseren. Mogelijkheden voor (kleiner) woongroen zijn er wel. Om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de behoefte aan bijkomend bos en wijkgroen is een duidelijke strategie nodig, waarbij de stad een proactieve rol vervult. Zo kan de bebossing en vergroening van gebieden in privé-eigendom gestimuleerd worden. Die strategie moet in een verduidelijkend instrumentarium vertaald worden. Parallel daaraan vragen verschillende termen om een striktere definiëring. Wat is de exacte definitie van en het onderscheid tussen woongroen, wijkgroen en stadsgroen? Waarin verschilt opgaand groen van groot groen? Hoe kunnen we wijkgroen in privéprojecten afdwingbaar maken? Moet er aan het principe van de standstill geen specifiek compensatiesysteem gekoppeld worden? De problematiek van de taakstelling en het daaraan gerelateerde instrumentarium worden behandeld in het op te maken groenstructuur -plan, waarvan de opmaak begin 2009 is gestart op basis van de visie van het RSG. Groene voorwaarden bij projecten Een van de concepten van het RSG benadrukt het verder uitbouwen en versterken van een samenhangende groenstructuur. Dit kan door groene ruimten met recreatieve, landschappelijke of natuurlijke waarde op actieve wijze kwalitatief te bundelen, te verbinden, in te richten en te beheren en op gepaste wijze bruikbaar/beleefbaar te maken voor de stadsbewoners. Die groenstructuur moet op verschillende schaalniveaus zichtbaar worden. Naast de groenpolen, kleinere natuurgebieden en stadsparken vormt het (particuliere) woongroen ook een belangrijke schakel binnen dit netwerk. Het is belangrijk dat de verdere realisatie van dit fijnmazig netwerk van openbaar woongroen of buffergroen mee gedragen wordt door de respectieve trekkers van de diverse stedelijke (woon) projecten. Om het stimulerende beleid dat in het RSG wordt voorgesteld uit te voeren, is een kader nodig voor de groeninvulling van ruimtelijke projecten en plannen. De Groendienst stelde daarom in overleg met alle betrokken (stads)diensten een handleiding op waarin groene voorwaarden worden uitgewerkt voor nieuwe projecten. Zo kan de ontwikkeling en een maximale instandhouding van natuur beter gegarandeerd worden en de eventuele negatieve impact van projecten op groen, natuur, bos en landschap mee worden gestuurd. De handleiding van de Groendienst bevat richtlijnen over de manier van omgaan met de integratie van kleine landschapselementen, particulier groen en groenafwerking bij projecten. Het stadsbestuur hanteert deze handleiding bij het ruimtelijk beleid en in de vergunningverlening. Het voorgestelde beleid kan ondersteund worden door een aanvullend subsidiereglement (geveltuintjes, nieuwe kleine landschapselementen, kleine natuurprojecten). Ook het op korte termijn op te maken groenstructuur -plan kan het ondersteunend beleid verder uitwerken. Bedenkingen van Natuurpunt Gent Natuurpunt Gent heeft een aantal opmerkingen bij de discussienota uitvoering RSG 2008-2012, die trouwens sterk overeenkomen met het advies dat de Gentse Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (GECORO) bij deze nota formuleerde. Statuut van de nota Het voorstel is om deze nota (momenteel een puur ambtelijk voorstel) enkel ter akteneming voor te leggen aan de gemeenteraad. Een goedkeuring door de gemeenteraad is volgens Natuurpunt Gent wellicht noodzakelijk, aangezien de gemeenteraad de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen vaststelt, de stadsvernieuwingsprojecten goedkeurt, enzovoort. De ambtelijke (en politieke) teneur is dat alles wordt voortgezet (en eindelijk zal worden uitgevoerd), maar opvallend is dat er hier en daar toch enkele aanpassingen zijn ingebracht die fundamenteel zijn. Zowel de taakstelling op het vlak van wonen (en vooral sociale woningbouw) als van bos worden in vraag gesteld (of beperkt). Dit voortgezet RSG vereist volgens Natuurpunt Gent een duidelijke politieke goedkeuring. Het is bovendien de vraag hoe de hogere overheden met dit document zullen omgaan (bijvoorbeeld bij de goedkeuring van RUP s, verordeningen, enzovoort). Zal deze voorgestelde werkwijze (geen herziening, maar een verbreding en verdieping van bepaalde taakstellingen of acties uit het RSG) geen praktische problemen stellen op het vlak van uitvoerbaarheid en afdwingbaarheid? Herziening structuurplan? Deze nota bevat voorstellen over bijgestelde taakstellingen ( officieuze taakstellingen), over een aantal bijkomende kernprojecten en verduidelijkende interpretaties. Natuurpunt Gent meent daarom dat het allerminst duidelijk is of deze nota voldoende zal zijn en of het structuurplan niet moet worden herzien. Dat is inderdaad een tijdrovend verhaal, maar wel een juridisch en maatschappelijk veiliger oplossing. Ook vraagt Natuurpunt Gent zich af of het RSG nog voldoende vooruitstrevend is en voldoende beantwoordt aan de huidige vraagstukken en nieuwe accenten, zoals integraal waterbeheer, duurzaamheid, klimaatdoelstellingen, fijn stof, duurzame mobiliteit en openbaar vervoer, Moeten hiervoor officieuze of nieuwe taakstellingen, eventueel verder uit te werken of te verdiepen via thematische werkgroepen, geformuleerd worden? De GECORO is recentelijk geïnformeerd over de integratie van de regelgeving op het vlak van milieueffectrapportering in de procedure van uitvoeringsplannen. Aangezien uitvoeringsplannen uitvoering geven aan grote beleidskeuzes over de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen uit het structuurplan, is het volgens Natuurpunt Gent aangewezen om het RSG bij de herziening te onderwerpen aan deze toets. Evaluatie van de uitvoering RSG De evaluatie en monitoring in de jaarverslagen is voornamelijk een kwantitatieve meting van de taakstellingen en kernprojecten. Hierbij heeft Natuurpunt Gent een aantal vragen over de berekeningswijzen van de stad Gent. Volgens een naar onze mening correctere berekeningswijze wordt de taakstelling wandelafstand bij openbaar Groenpool Gentbrugse Meersen 35

recreatief groen helemaal niet gehaald. Daarnaast heeft Natuurpunt Gent vragen over de kwaliteits- en de duurzaamheidstoets van deze uitvoering. Welke bereikbaarheid, basisuitrusting en -inrichting, van de uitgevoerde projecten zijn kenmerkend en dragen bij tot een betere kwaliteit en duurzaamheid? Ook wat het wegwerken van achterstanden betreft, lijkt het aangewezen om een duurzaamheidsmaat te integreren. Taakstelling bossen De stad moet haar eigen taakstellingen verduidelijken ten opzichte van die van de omringende gemeenten. De (door Natuurpunt Gent positief beoordeelde) bijgestelde taakstelling van 152 hectare extra bos stemt niet overeen met de bewering om de taakstelling bos verder te differentiëren en gedeeltelijk op een alternatieve manier (met groot groen ) te realiseren. Die laatste zinsnede doet een afzwakking vermoeden vooraleer er nog maar begonnen is. Gent is al extreem bosarm en bovendien is dat bos voor de Gentse burger grotendeels ontoegankelijk en daarom mag deze taakstelling in geen geval verder worden afgezwakt. Natuurpunt Gent stelt vast dat slechts 17 hectare terrein voor bebossing is aangekocht. Er moeten dringend bijkomende instrumenten en middelen worden gezocht om de taakstelling effectief te halen. Ook de stad Gent zal hier moeten in investeren met overleg en financiële input en mag niet alles overlaten aan de Vlaamse overheid. Taakstelling groen, natuur en bos De stand-still inzake groen en natuur is in het RSG opgenomen als een bindende taakstelling door het voeren van een stimulerend beleid van bescherming van Groenpool Vinderhoutse Bossen samenhangende groengebieden en door de effectieve compensatie bij het verdwijnen van geïsoleerde natuurelementen. Daarom vraagt Natuurpunt Gent om deze taakstelling inzake stand-still ook de komende jaren effectief te realiseren en te monitoren (dat laatste gebeurt niet echt (goed) wegens een gebrekkige infoverzameling). Natuurpunt Gent vindt een stand-still eigenlijk weinig ambitieus, zeker in vergelijking met de vele andere steeds verdere uitdeinende domeinen als wonen en industrie). Er zijn de laatste decennia in het Gentse zoveel natuurwaarden verloren gegaan, dat het maar van weinig animo van de stad getuigt om zich te beperken tot een stand-still. Momenteel zijn er te weinig concrete kernprojecten die zich specifiek toeleggen op natuur. Het nieuwe Strategisch plan Blaarmeersen Malem/Halfweg Bourgoyen kan zelfs als dekmantel dienen om bestaande natuurwaarden te vernietigen. We vragen ons af of het meenemen van de Bourgoyen in dit plan niet als een excuus zal dienen om de (ook belangrijke) natuurwaarden in de andere delen aan te tasten. Overleg met Natuurpunt Gent over dit voor natuur toch belangrijke dossier is er momenteel niet. Maar als Natuurpunt Gent bij het uitkomen van deze intern in de stad bedisselde plannen kritiek of opmerkingen heeft, komen er wel verontwaardigde reacties. Gezien de belangrijke waarde van de Leievallei in vooral de natuurlijke structuur, vraagt Natuurpunt Gent (en de GECORO) uitdrukkelijk om de Leievallei als een afzonderlijk kernproject op te nemen. 90% van de Gentse Leievallei heeft nu al een natuurgebiedbestemming, maar slechts in een beperkt aantal gebieden wordt aan natuurbeheer gedaan. Hier zijn dus nog veel natuurwaarden te winnen! Daarvoor dient eerst de planologische situatie geoptimaliseerd. De enkele overblijvende enclaves niet natuurgebied moeten herbestemd worden naar natuurgebied. Daarnaast kan er een publiek-private samenwerking komen met o.a. Natuurpunt Gent. Extra stedelijke aankoopsubsidies voor dit kernproject zijn misschien mogelijk, evenals ondersteuning voor het beheer van de natuurgebieden. Op het vlak van groen moet een evenwicht tussen recreatief groen, speelgroen en natuurrijk groen worden nagestreefd. Daarom kunnen de opmaak van een groenstructuurplan en maatregelen als het integraal waterbeleid en -beheer (bv. project Water in de stad ), het speelweefselbeleid, enzovoort ook een hulpmiddel zijn voor de realisatie van de taakstellingen inzake groen, natuur en bos en bijdragen aan de uitbouw en de versterking van een samenhangende groen- en waterstructuur binnen nieuwe projecten. Natuurpunt vraagt ook uitdrukkelijk inspraak bij de opmaak van het groenstructuurplan. Overleg en actieve communicatie Momenteel is de opmaak voor het vervolgtraject van het RSG verworden tot een louter ambtelijk verhaal. Enkel de betrokken stadsdiensten overleggen met elkaar en soms indien nodig met enkele andere overheden. De particuliere partners beperken zich alleen tot aspecten waar de realisatie voor het grootste deel in handen ligt van externe privépartners, zoals sociale huisvestingsmaatschappijen. De rol van ngo s als Natuurpunt wordt zwaar onderschat (en onderbenut). Natuurpunt Gent meent dat het een rol kan spelen in de thematische werkgroepen en wil daarom actief betrokken worden in de verschillende overlegstructuren. Wij willen veel meer betrokken zijn als partner, als informatieverstrekker en als trekker (bijvoorbeeld van een nieuw kernproject Leievallei). De stad moet op zijn minst aangeven hoe er suggesties geformuleerd kunnen worden. De voorgestelde actieve communicatie moet meer zijn dan louter informeren, want dat volstaat niet voor een echte dialoog. Via verschillende kanalen en discussiefora moet het stadsbestuur actief in discussie treden met alle (particuliere) partners, organisaties en de bevolking om het draagvlak voor het RSG te vergroten. Natuurpunt Gent pleit voor een nog betere aanpak dan in 2002. Bovendien moet de stad in haar communicatie ook de gerealiseerde projecten en geslaagde processen actiever promoten via gidsenopleidingen, themawandelingen, enzovoort. Ook hier ligt er dus nog wel wat werk op de plank. 36