Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Vergelijkbare documenten
Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

Groepsgrootte in het basisonderwijs

FACTSHEET SCHORSINGEN PRIMAIR ONDERWIJS ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER SCHOOLJAREN 2014/2015 EN 2015/2016. Pagina 1 van 13

ICT-onderwijsmonitor. Ict-gebruik in les Hans van Gennip Huub Braam Ed Smeets. ORD mei 2005

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

IMC WEEKENDSCHOOL - POLL

Pietendiscussie. Peiling CNV Onderwijs en Algemeen Dagblad

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Factsheet Schorsingen en Verwijderingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

Resultaten peiling gevolgen van onjuiste eindtoetsadviezen

Factsheet Schorsingen en verwijderingen

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten

Ontwikkelingen in Ict-samenwerking in het primair onderwijs

Onderwijs met ict Tabellen ict-management

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Onderwijs in beeld: Maastricht-heuvelland

Zwarte Piet of niet? Enquête Onderwijsblad november 2015 Tabellen

Rapport. F4371 oktober 2009 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Rapportage. Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs. Utrecht, juni DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs.

Rapportage Onderzoek Effecten Werkdrukakkoord

Werkwijze en verantwoording De Staat van het Onderwijs 2014/2015

WATERSCHAPSVERKIEZINGEN

ICT in cijfers ICT-onderwijsmonitor studiejaar 2004/2005. Maartje van den Bogaard

(* *) (* WAARDEN GEVEN AAN VARIABELEN DIE NODIG ZIJN BIJ BEREKENEN DYNAMIEK LTV (GEBEURT IN MODEL) *) (* *)

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Onderzoek Passend Onderwijs

Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010

Tabel B.1 Gevoeligheid van de organisatie voor schommelingen in de economische conjunctuur naar sector, 2013 (in procenten van het aantal bedrijven)

Rapportage Marktontwikkelingen in het primair en voortgezet onderwijs

Rapportage. Politieke Barometer Onderwijs - directeuren primair en voortgezet onderwijs. Utrecht, 10 maart 2017

FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS. ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER DE SCHOOLJAREN 2011/2012 TOT EN MET 2015/2016

Selectie, schoning en weging van het Scholierenonderzoek

Rapportage Onderzoek Stakingsbereidheid in het PO

Politieke Barometer Onderwijs Meting september 2013

De rol van financiële educatie in het basisonderwijs

TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK VO. Onderwijsverslag 2013/2014

Tijd & geld voor beheer schoolnetwerk grootste bottleneck...

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

Als eerste is gevraagd in hoeverre de Cito Eindtoets Basisonderwijs een reëel beeld oplevert van

SAMENVATTING. Aanleiding

Rapportage Schooltijden in het basisonderwijs

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Politieke Barometer Onderwijs

Veranderingen in de financiële positie van het voortgezet onderwijs en verschillen tussen schoolbesturen

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten

Omnibusonderzoek PO & VO Schoolleiders en leraren

Tabellenboek beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve)

Resultaten IEP Eindtoets 2015

Omnibusonderzoek PO & VO Schoolleiders en leraren

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2008

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Lerarentekort po, vo en mbo. Voorlichtingsbijeenkomst regionale aanpak op

Financiering in het MKB

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Factsheet persbericht. Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort

Werkt Gedragswerk? Evaluatie project Gedragswerk Juni 2009

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS PROVINCIE GRONINGEN 2010 en 2011

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

Drentse Onderwijs monitor

Ontwikkeling leerlingaantallen

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Onderzoek Passend Onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel (SOP)

De Politieke Barometer Onderwijs 2011

Factsheet Passend Onderwijs

Rapport. F9094 december 2010 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

Speaking English: a piece of cake? Resultaten van landelijk onderzoek naar het niveau gespreksvaardigheid Engels van de leerlingen

Drentse Onderwijsmonitor

Rapportage Eindresultaten 2014

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

Samenvatting. De stand van zaken in hoofdlijnen

Opiniepeiling SBO. Eindrapport. Onderzoek in opdracht van het SBO Sil Vrielink ResearchNed bv Nijmegen, 10 sep. 07

3.1 Algemene kenmerken Aandacht voor techniek Leerstofaanbod Onderwijsleerproces Beleid en organisatie...

FACTSHEET SCHORSINGEN IN HET (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER DE SCHOOLJAREN EN

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

1 / 25. Mantelzorg. Beantwoord: Overgeslagen: 0. Nee. Zeg ik liever niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 100,00% ,00% 0.

DE INZET VAN VERNIEUWINGS- GELDEN IN HET VO. - eindrapport - dr. S.W. van der Ploeg dr. M. de Weerd. Amsterdam, januari 2001 Regioplan Ref. nr.

De Politieke Barometer Onderwijs

Taal- en rekenniveau jongeren toch niet zo slecht als gedacht?

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE EUROPASCHOOL

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op?

4 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: Binding met provincie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Drentse Onderwijsmonitor

De sterke basisschool. Definitie en kenmerken

Transcriptie:

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2006-2007 Technisch Rapport Versie 0.1-7 maart 2007 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis Joke Kordes/Freek Visser

1. Inleiding en probleemstelling In opdracht van OCW doet de Inspectie van het Onderwijs onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. 2. Respons In totaal zijn er 378 vragenlijsten ingevuld en geretourneerd; 300 voor het basisonderwijs en 78 voor het voortgezet onderwijs. De steekproef is voor het basisonderwijs getrokken op het niveau van objecten van toezicht. Dit zijn (combinaties van) vestigingen die door de school zelf en de inspectie gezien worden als aparte eenheid en daarom ook apart worden beoordeeld. Voor het voortgezet onderwijs is de steekproef getrokken op het niveau van vestigingen. 2.1 Representativiteit basisonderwijs De steekproef is aselect getrokken uit een groep van ± 2850 basisscholen die in september 2006 in de tranche zaten van scholen die de jaarlijkse vragenlijst van de Inspectie van het Onderwijs kregen aangeboden. De steekproef omvat 350 basisscholen van de totale populatie van ±7000 basisscholen (drie procent van alle scholen). De respons bedraagt met 300 basisscholen 86 procent. De representativiteit is getoetst aan de hand van spreiding van de responsscholen op de punten schoolgrootte, leerlingenpopulatie (gewichten), denominatie en de geografische ligging in vergelijking met de spreiding binnen de populatie. Tabel 2a Schoolgrootte (%) Aantal leerlingen Populatie Respons 0-100 16 15 101-200 32 32 201-400 42 41 400 en meer 9 11 (N=6954) (N=300) Tabel 2b Leerlingenpopulatie (%) ingedeeld naar percentages gewogen en ongewogen leerlingen Populatie Respons >50% 0.00 88 89 >50% 0.25 + 0.90 4 6 >50% 0.25 1 0 >50% 0.90 7 5 (N=6954) (N=300) Leerlingen worden verdeeld over verschillende categorieën afhankelijk van opleidingsniveau van de ouders en etnisch herkomst van de ouders. Waarbij 0.90 staat voor kinderen uit gezinnen waarvan tenminste één van de ouders van een niet-nederlandse herkomst is (en beperkingen kent in opleidings- en beroepsniveau). 0.25 zijn Nederlandse arbeiderskinderen (in termen van opleidings- en beroepsniveau van de ouders) en 0.00 zijn alle overige kinderen. Tabel 2c Denominatie (%) Populatie Respons Openbaar 33 33 Rooms-katholiek 30 31 Protestant-Christelijk 30 30 Algemeen Bijzonder 7 6 (N=6954) (N=300)

Tabel 2d Provincie (%) Populatie Respons Drenthe 4 4 Flevoland 3 2 Friesland 7 6 Gelderland 14 21 Groningen 5 6 Limburg 6 6 Noord-Brabant 13 12 Noord-Holland 13 9 Overijssel 8 9 Utrecht 7 7 Zeeland 3 3 Zuid-Holland 17 16 (N=6954) (N=300) Bovenstaande tabellen laten zien dat de responsgroep representatief is voor de populatie van basisscholen. 2.2 Representativiteit voortgezet onderwijs De steekproef is aselect getrokken uit een groep van 1388 vestigingen van scholen die maximaal tot twee andere steekproeven behoorden. De steekproef omvat 150 vestigingen van scholen voor voortgezet onderwijs van de totale populatie (11 procent van alle scholen). De respons bedraagt met 78 scholen 52 procent. Dit is een te kleine groep om uitspraken te kunnen generaliseren naar alle scholen voor voortgezet onderwijs. Daarom moeten de resultaten met voorzichtigheid worden behandeld. Omdat het voor VO minder scholen betreft wordt een verschil van 10 procent als acceptabel gezien. In de onderstaande tabel is te zien dat voor scholen voor voortgezet onderwijs geldt dat in de responsgroep scholen met minder dan of gelijk aan 2 procent cumi-leerlingen zijn oververtegenwoordigd en scholen met meer dan 2 procent cumi-leerlingen zijn ondervertegenwoordigd. De analyses voor VO zijn gewogen om voor de over- en ondervertegenwoordiging te compenseren. Totaal ICT VO Denominatie Algemeen bijzonder 12% 13% Openbaar 30% 24% PC 26% 25% RK 23% 30% Overig (samenwerking) 10% 8% Opleidingen Brug 3% 7% Breed 35% 27% VMBO 49% 51% HAVO/VWO 13% 16% Schoolgrootte >1500 9% 3% 1000-1500 20% 12% 670-1000 16% 24% 300-670 29% 31% <300 27% 31% 4

Urbanisatie G4 14% 12% G28 27% 24% Overig 59% 63% Cumi-percentage 0-2% 65% 80% 2-5% 22% 11% 5-10% 8% 7% >10% 5% 2% Achterstandschool Nee 97% 99% Ja 3% 1% 5

3. Analyses Tabel 1a. Gebruik ICT PO Minimum Maximum Gemiddeld % SD Nooit 0 100 2 11 Incidenteel 0 100 7 14 Regelmatig 0 100 91 18 Tabel 1b. Gebruik ICT VO Minimum Maximum Gemiddeld % SD Nooit 0 78 11 14 Incidenteel 0 80 36 21 Regelmatig 2 100 54 26 Tabel 1c. Gebruik ICT PO naar schoolgroep (leerlingpopulatie) > 50% 0.00 2 7 92 > 50% 0.25+0.90 1 8 91 > 50% 0.90 2 10 88 Tabel 1d. Gebruik ICT VO naar cumi-percentage (leerlingpopulatie) 0-2% 14 40 46 2-5% 10 37 53 5-10% 10 24 67 >10% 7 14 79 Tabel 1e. Gebruik ICT PO naar schoolgrootte 0-100 2 9 89 101-200 1 5 94 201-400 3 7 91 >400 1 10 90 Tabel 1f. Gebruik ICT VO naar schoolgrootte >1500 0 23 78 1000-1500 18 49 33 670-1000 14 37 50 300-670 13 38 49 <300 6 31 63 Tabel 1g. Gebruik ICT PO naar denominatie Openbaar 1 7 93 Rooms-katholiek 0 6 93 Protestant Christelijk 1 6 93 Overig bijzonder 21 12 67 6

Tabel 1h. Gebruik ICT VO naar denominatie Algemeen bijzonder 12 28 60 Openbaar 8 28 64 Protestant Christelijk 19 33 48 Rooms-katholiek 8 46 46 Samenwerking 8 47 45 Tabel 1i. Gebruik ICT VO naar onderwijsaanbod Breed 12 43 45 VMBO 10 30 60 HAVO/VWO 18 53 29 Vraag 2: a Verzorgen adaptief onderwijs/onderwijs op maat b Flexibilisering/individualisering van het leerproces c Bevorderen zelfstandig leren d Creëren rijkere leeromgeving e Aantrekkelijker onderwijs voor leerlingen f Bevorderen gebruik voor remediërende toepassingen g Intensivering communicatie tussen leraar en leerling h Bevorderen samenwerkend leren i Efficiënter inrichten van het onderwijs j Toetsen op maat Tabel 2. Realiseren van onderwijsdoelen (vraag 2) 2a 2b 2c 2d 2e 2f 2g 2h 2i 2j N Basisonderwijs niet 2 1 2 2 1 1 41 11 3 25 7 enigszins 33 33 24 23 13 20 36 53 36 46 behoorlijk 45 49 46 48 45 44 8 26 47 18 sterk 19 17 27 27 40 34 1 6 13 7 is geen doel 2 0 0 1 0 0 13 4 1 5 Voortgezet onderwijs niet 2 1 1 1 0 0 14 11 2 23 enigszins 40 40 20 15 12 29 53 46 43 50 behoorlijk 35 35 50 46 49 39 18 35 44 17 sterk 20 22 29 38 40 32 10 7 10 6 is geen doel 3 1 0 0 0 0 6 0 0 3 Tabel 3a. Hoeveel computers PO Minimum Maximum Gemiddelde SD Leerlingen per computer 2.2 113.5 7.1 7.5 Percentage met internetaansluiting 0% 100% 87% 25% Tabel 3b. Hoeveel computers VO Minimum Maximum Gemiddelde SD Leerlingen per computer 0.9 19.3 7.0 3.7 Percentage met internetaansluiting 45% 100% 95% 13% Tabel 3c. Gebruik computers PO naar schoolgroep (leerlingpopulatie) 300 78

Leerlingen per computer % internet > 50% 0.00 7.2 87% > 50% 0.25+0.90 5.3 85% > 50% 0.90 6.1 91% Tabel 3d. Gebruik computers VO naar cumi-percentage (leerlingpopulatie) Leerlingen per computer % internet 0-2% 7.4 98% 2-5% 6.0 82% 5-10% 2.9 94% >10% 1.1 100% Tabel 3e. Gebruik computers PO naar schoolgrootte Leerlingen per computer % internet 0-100 5.4 82% 101-200 6.1 88% 201-400 8.3 89% >400 7.7 89% Tabel 1f. Gebruik computers VO naar schoolgrootte Gemiddeld % Leerlingen per computer % internet >1500 6.7 100 1000-1500 10.4 99 670-1000 7.2 98 300-670 7.1 97 <300 5.9 89 Tabel 1g. Gebruik computers PO naar denominatie Leerlingen per computer % internet Openbaar 6.4 91% Rooms-katholiek 6.6 89% Protestant Christelijk 6.1 84% Overig bijzonder 17.6 77% Tabel 1h. Gebruik computers VO naar denominatie Leerlingen per computer % internet Algemeen bijzonder 7.0 95% Openbaar 5.7 97% Protestant Christelijk 6.8 91% Rooms-katholiek 8.1 95% Samenwerking 8.5 97% Tabel 3i. Gebruik computers VO naar onderwijsaanbod Leerlingen per computer % internet Breed 8.5 99% VMBO 6.2 92% HAVO/VWO 9.0 96% Vraag 4: a Beschikbaarheid van goede educatieve software in het algemeen 8

b c d e f g Overzicht over bestaande educatieve software De kosten van educatieve software (licenties) De mogelijkheid programma s op maat te maken Onderwijsinhoudelijke ondersteuning bij ict-gebruik Beschikbare financiën om ict-voorzieningen op peil te houden Kwaliteit van de computers Tabel 4. Knelpunten rondom het gebruik van ICT (vraag 4) 4a 4b 4c 4d 4e 4f 4g N Basisonderwijs niet 45 41 10 18 22 12 34 enigszins 43 49 21 46 49 31 37 behoorlijk 11 8 39 28 24 33 21 sterk 1 2 30 8 5 24 8 Voortgezet onderwijs niet 20 31 19 18 22 12 39 enigszins 55 51 45 43 57 30 38 behoorlijk 22 18 28 33 18 38 16 sterk 3 0 8 7 3 20 7 Vraag 5: a Scholing in ict-basisvaardigheden ( ECDL ; DRO ) b Specifieke scholing in didactische vaardigheden met betrekking tot ict c Inhoudelijke ondersteuning door ict-coördinator/werk-groep d Ruimte bieden voor experimenten/in kleine stapjes nieuwe dingen uitproberen e Stimuleren van collegiale uitwisseling van kennis en ervaring f Ict als onderwerp opnemen bij functioneringsgesprekken g Bij de selectie van nieuwe personeelsleden letten op ict-competenties h Ict als vast onderdeel opnemen in integrale kwaliteitszorg i Consequent uitdragen dat ict waardevol is voor onderwijs j Belonen van innovatief ict-gebruik k Gebruik van bepaalde applicaties verplicht stellen Tabel 5. Activiteiten om leraren te stimuleren om ICT toe te passen (vraag 5) 5a 5b 5c 5d 5e 5f 5g 5h 5i 5j 5k N Basisonderwijs niet 17 23 7 5 3 19 28 13 1 1 22 300 incidenteel 56 62 24 48 37 47 39 33 13 13 26 regelmatig 21 14 52 43 52 28 23 41 60 60 37 vaak 6 1 17 4 8 6 10 13 26 26 14 Voortgezet onderwijs niet 8 12 5 2 21 16 29 2 32 21 incidenteel 47 69 25 33 36 39 31 24 13 46 26 regelmatig 35 19 49 50 53 29 37 36 51 15 34 vaak 9 21 17 9 11 16 11 34 6 19 78 300 78 9

Tabel 6a. Beheersing van ICT-vaardigheden PO Minimum Maximum Gemiddeld % SD Basisvaardigheden niet 0 45 1 5 in geringe mate 0 60 9 10 in voldoende mate 0 100 39 26 goed 0 100 51 29 Didactische toepassingen niet 0 90 3 10 in geringe mate 0 100 13 15 in voldoende mate 0 100 46 25 goed 0 100 38 29 Tabel 6b. Beheersing van ICT-vaardigheden VO Minimum Maximum Gemiddeld % SD Basisvaardigheden niet 0 20 2 4 in geringe mate 0 40 10 8 in voldoende mate 0 95 41 22 goed 0 100 47 22 Didactische toepassingen niet 0 80 12 12 in geringe mate 0 70 23 15 in voldoende mate 0 100 37 16 goed 0 75 28 16 Tabel 6c. Beheersing van ICT-vaardigheden PO naar schoolgroep (leerlingpopulatie) Niet In geringe In voldoende Goed mate mate Basisvaardigheden > 50% 0.00 1 8 39 52 > 50% 0.25+0.90 4 12 32 53 > 50% 0.90 4 14 44 39 Didactische toepassingen > 50% 0.00 3 13 45 39 > 50% 0.25+0.90 3 13 50 35 > 50% 0.90 3 18 49 30 Tabel 6d. Beheersing van ICT-vaardigheden VO naar cumi-percentage (leerlingpopulatie) Niet In geringe mate In voldoende mate Goed Basisvaardigheden 0-2% 3 12 44 42 2-5% 1 10 48 42 5-10% 2 12 16 71 >10% 0 7 72 21 Didactische toepassingen 0-2% 14 23 38 25 2-5% 10 21 37 33 5-10% 10 28 25 38 >10% 0 7 72 21 10

Tabel 6e. Beheersing van ICT-vaardigheden PO naar schoolgrootte Niet In geringe mate In voldoende mate Goed Basisvaardigheden 0-100 1 7 35 56 101-200 1 8 40 51 201-400 2 9 39 51 >400 2 11 40 47 Didactische toepassingen 0-100 3 15 41 41 101-200 1 11 48 39 201-400 4 13 45 39 >400 5 17 46 31 Tabel 6f. Beheersing van ICT-vaardigheden VO naar schoolgrootte Niet In geringe mate In voldoende mate Goed Basisvaardigheden >1500 3 10 55 33 1000-1500 1 9 53 37 670-1000 4 10 37 49 300-670 3 11 41 44 <300 0 10 43 47 Didactische toepassingen >1500 15 50 25 10 1000-1500 21 26 32 22 670-1000 15 19 41 25 300-670 12 22 33 32 <300 7 22 40 32 Tabel 6g. Beheersing van ICT-vaardigheden PO naar denominatie Niet In geringe In voldoende Goed mate mate Basisvaardigheden Openbaar 2 9 42 47 Rooms-katholiek 1 10 39 51 Protestant Christelijk 1 7 36 56 Overig bijzonder 5 7 41 47 Didactische toepassingen Openbaar 2 13 51 35 Rooms-katholiek 2 15 43 40 Protestant Christelijk 2 11 43 44 Overig bijzonder 19 13 42 26 Tabel 6h. Beheersing van ICT-vaardigheden VO naar denominatie Niet In geringe mate In voldoende mate Goed Basisvaardigheden OP 2 10 53 35 RK 2 13 41 44 PC 2 12 37 49 AB 4 6 31 59 Samenwerking 0 4 37 58 Didactische toepassingen OP 8 20 41 31 RK 11 25 38 27 PC 18 25 30 27 AB 11 22 34 33 Samenwerking 11 27 42 20 11

Tabel 6i. Beheersing van ICT-vaardigheden VO naar onderwijsaanbod Niet In geringe mate In voldoende mate Goed Basisvaardigheden Breed 3 12 48 38 VMBO 2 10 35 53 HAVO/VWO 3 11 50 35 Didactische toepassingen Breed 15 26 33 26 VMBO 12 21 36 32 HAVO/VWO 11 23 44 21 12

4. Conclusies PO - Gemiddeld zegt 91 procent van de PO-scholen regelmatig ICT toe te passen. Het gemiddelde aantal leerlingen per PC is 7,1 en 87 procent van de PC s heeft een internetaansluiting. - Overig bijzonder heeft minder ICT-gebruik en de meeste leerlingen per PC. Ook hebben ze minder leerkrachten met goede didactische toepassingen van ICT dan met name PC- en RKscholen. - Scholen met meer dan 50 procent ongewogen leerlingen hebben meer leerlingen per PC dan scholen met meer dan de helft gewogen leerlingen. Scholen met meer gewogen leerlingen hebben ook meer geld te besteden dat ze onder andere kunnen investeren in ICT. VO - Gemiddeld zegt 54 procent van de VO-scholen regelmatig ICT toe te passen. Dit is veel minder dan in het PO. Het gemiddelde aantal leerlingen per PC is 7,0 en 95 procent van de PC s heeft een internetaansluiting. - Samenwerkingsscholen hebben minder ICT-gebruik en de meeste leerlingen per PC. Ook hebben ze de minste leerkrachten met goede didactische toepassingen. - VMBO-scholen (incl. praktijkonderwijs) hebben het meeste ICT-gebruik en leerkrachten met goede ICT-basisvaardigheden en didactische toepassingen. Ook hebben VMBO-scholen de minste leerlingen per PC. - Scholen met meer dan 5 procent cumi-leerlingen hebben minder leerlingen per PC dan scholen met minder dan 5 procent cumi-leerlingen. Ook het ICT-gebruik en het aantal leraren met goede ICT-basisvaardigheden en goede didactische toepassingen is voor deze scholen veel groter. Het lijkt erop dat de extra financiering van achterstandsleerlingen voornamelijk in ICT geïnvesteerd wordt. 13