EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B8-0000/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B8-0000/2014

Vergelijkbare documenten
Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B8-0253/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B8-0041/2014

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

EUROPEES PARLEMENT Commissie ontwikkelingssamenwerking

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 januari 2009 (20.01) (OR. en) 5365/09 DEVGE 9 RELEX 36 ACP 14 AGRI 16 ALIM 1 PROBA 2 FAO 1

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0493/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Commissie ontwikkelingssamenwerking ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00)

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0391/ naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1042/3. Amendement

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B7-0000/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2014

AMENDEMENTEN 1-6. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2002(BUD) Ontwerpadvies Thijs Berman (PE v01-00)

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

8361/17 asd/jel/sl 1 DG B 2B

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Conclusies van de Raad over voedsel- en voedingszekerheid in de buitenlandse hulp

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

Zittingsdocument B7-2011/0000 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011

AANGENOMEN TEKSTEN. Follow-up en stand van zaken van de Agenda 2030 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling

10679/17 dau/jel/fb 1 DG C 1

1. GEEN ARMOEDE 2. GEEN HONGER. Armoede uitroeien, in al zijn vormen en overal. Honger beëindigen, betere voeding en duurzame landbouw promoten

B8-0360/37. Anja Hazekamp, Curzio Maltese, Eleonora Forenza, Barbara Spinelli namens de GUE/NGL-Fractie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/0000(BUD)

AANGENOMEN TEKSTEN. P8_TA(2016)0375 Mondiale doelstellingen en EU-toezeggingen op het gebied van voeding en voedselzekerheid in de wereld

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2174(INI)

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

10512/16 van/zr/as 1 DG E 1A

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0455/31. Amendement

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 0000/0000(INI)

Openingstekst VN-Resolutie: 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling. Resolutie goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 25 september 2015

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0360/1. Amendement. Paolo De Castro, Ulrike Rodust, Isabelle Thomas namens de S&D-Fractie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2151(INI)

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/2173(INI)

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Sustainable development goals

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0358/1. Amendement. Marco Zanni, Stanisław Żółtek, André Elissen namens de ENF-Fractie

Zittingsdocument B7-0000/2010 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-000/2010

De Bilt, 7 februari 2019

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2044(INI) Ontwerpadvies Evelyn Regner (PE v01-00)

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0360/29. Amendement. Marco Zullo, Eleonora Evi, Marco Valli, Rosa D Amato namens de EFDD-Fractie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

AANGENOMEN TEKSTEN. Veerkracht als een strategische prioriteit van het extern beleid van de EU

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2029(INI) van de Commissie ontwikkelingssamenwerking

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2061(BUD)

EU-ontwikkelingsbeleid Onze wereld, onze toekomst, onze waarden

Zittingsdocument B7-0000/0000 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Zittingsdocument B7-0000/2010 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag B7-0000/2010 voor mondelinge beantwoording

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC)

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien de beleidsagenda van de alliantie voor vrijwilligerswerk in Europa (2011) voor het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk,

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1102/2015

Zittingsdocument B7-****/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

ONTWERPRESOLUTIE EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Commissie sociale zaken, menselijke betrekkingen, milieu, onderwijs en cultuur

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

Zittingsdocument B8-0227/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

*** ONTWERPAANBEVELING

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

Zittingsdocument B8-0058/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2036(INI)

11246/16 roe/fb 1 DG C 1

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)

15571/17 ons/cle/ia 1 DG C 1

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 juni 2016 (OR. en)

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0328/2017

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. 7 mei 2001 PE /1-11 AMENDEMENTEN 1-11

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Zittingsdocument 17.9.2014 B8-0000/2014 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B8-0000/2014 ingediend overeenkomstig artikel 128, lid 5, van het Reglement over ondervoeding bij kinderen in ontwikkelingslanden (2014/2853(RSP)) Linda McAvan namens de Commissie ontwikkelingssamenwerking RE\1034798.doc PE537.519v01-00 In verscheidenheid verenigd

B8-0000/2014 Resolutie van het Europees Parlement over ondervoeding bij kinderen in ontwikkelingslanden (2014/2853(RSP)) Het Europees Parlement, gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948 en in het bijzonder artikel 25 dat het recht op voeding erkent als onderdeel van het recht op een behoorlijke levensstandaard, gezien het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, en in het bijzonder artikel 11 dat "het recht van een ieder op een behoorlijke levensstandaard" erkent, "daarbij inbegrepen toereikende voeding", evenals "het fundamentele recht van een ieder gevrijwaard te zijn van honger", gezien het in 2009 aangenomen facultatief protocol bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten dat het recht op voeding op internationaal niveau afdwingbaar maakt, gezien het Verdrag inzake de rechten van het kind, in het bijzonder artikel 24, lid 2, onder c), en artikel 27, lid 3, gezien de verklaring betreffende mondiale voedselzekerheid op de wereldvoedseltop van de FAO in Rome in 1996, gezien de richtsnoeren betreffende het recht op voedsel, die in 2004 door de FAO werden aangenomen, en die staten een leidraad bieden met betrekking tot de vraag hoe aan de verplichtingen inzake het recht op voedsel moet worden voldaan, gezien de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, en in het bijzonder doelstelling 1 betreffende het uitbannen van extreme armoede en honger voor 2015, en doelstelling 4 betreffende het verminderen van kindersterfte, gezien het voedselbijstandsverdrag dat in 2012 werd aangenomen, gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over humanitaire voedselhulp (COM(2010)0126), gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad getiteld "Een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen" (COM(2010)0127), gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad getiteld "De EU-aanpak inzake weerbaarheid: lessen uit de voedselzekerheidscrises" (COM(2012)0586, gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad PE537.519v01-00 2/7 RE\1034798.doc

getiteld "Betere voeding voor moeders en kinderen in het kader van de buitenlandse hulp" (COM(2013)0141), gezien zijn resolutie betreffende een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen (P7_TA(2011)0410), gezien zijn resolutie over de EU-aanpak inzake weerbaarheid en het beperken van het risico op rampen in ontwikkelingslanden: lessen uit de voedselzekerheidscrises" (P7_TA(2013)0578), gezien artikel 128, lid 5, en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat nog altijd een miljard mensen honger lijdt en dat ten minste 225 miljoen kinderen in de wereld van jonger dan vijf jaar kampen met acute en chronische ondervoeding, van wie naar schatting jaarlijks 2,6 miljoen in ontwikkelingslanden overlijden; B. overwegende dat ondervoeding volgens de WHO veruit de belangrijkste oorzaak is van kindersterfte en 35 % van de ziektelast bij kinderen jonger dan vijf jaar veroorzaakt; C. overwegende dat de voeding van kinderen van vijf jaar en jonger sterk afhankelijk is van de voedingstoestand van hun moeders gedurende de zwangerschap en borstvoeding; D. overwegende dat ondervoeding tevens de oorzaak is van morbiditeit en verlies van productiviteit, alsook een belemmering vormt voor sociale en economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden; E. overwegende dat als gevolg van de effecten van klimaatverandering op de landbouwproductie en derhalve op voeding het aantal ondervoede kinderen naar verwachting zal toenemen; F. overwegende dat 25 jaar na vaststelling van het Verdrag inzake de rechten van het kind sommige landen die partij zijn bij het verdrag er nog steeds niet in zijn geslaagd een gunstige omgeving te creëren waarin de toegang van kinderen tot voldoende voedsel kan worden gewaarborgd; G. overwegende dat regeringen tijdens de wereldvoedseltop in 1996 het recht op voedsel opnieuw hebben bevestigd en zichzelf ertoe hebben verplicht het aantal mensen dat honger lijdt en ondervoed is voor 2015 te halveren van 840 tot 420 miljoen; overwegende echter dat het aantal mensen, met name kinderen, dat honger lijdt en ondervoed is de afgelopen jaren is gestegen, hoofdzakelijk als gevolg van de voedselcrises in 2008 en 2011; H. overwegende dat verschillende internationale rechtsinstrumenten het recht op voedsel koppelen aan andere mensenrechten zoals het recht op leven, het recht op inkomsten, het recht op gezondheid, het recht op eigendom en het recht op water; I. overwegende dat het recht op voedsel en goede voeding voor iedereen van cruciaal RE\1034798.doc 3/7 PE537.519v01-00

belang is voor de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling; overwegende dat voeding is gekoppeld aan de meeste, zo niet alle, millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling die op hun beurt onderling sterk verweven zijn; J. overwegende dat internationale organisaties bevestigen dat de voedselproductie toereikend is om de gehele wereldbevolking van voedsel te voorzien en dat ondervoeding van kinderen verband houdt met voedselonzekerheid en armoede van gezinnen, inadequate zorg- en voedingspraktijken, een ongezonde gezinsomgeving en ontoereikende gezondheidszorg; K. overwegende dat het recht op voedsel en goede voeding van essentieel belang is om veerkrachtige families en gemeenschappen op te bouwen die over het vermogen beschikken om lange herstelperioden na een noodsituatie te beperken, in een context die wordt gekenmerkt door een toename van het aantal en de omvang van rampen; L. overwegende dat een optimale voedingssituatie ontstaat wanneer kinderen toegang hebben tot betaalbare, gevarieerde en nutriëntrijke voeding, alsook tot passende zorgpraktijken voor moeders en kinderen, adequate gezondheidszorg en een gezonde omgeving met inbegrip van schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen en goede hygiënepraktijken; 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels en een gebrek aan bestuur; 2. benadrukt dat overheden de drie dimensies van het recht op voedsel en goede voeding moeten waarborgen: beschikbaarheid, dat wil zeggen ofwel de mogelijkheid om voedsel rechtstreeks te verkrijgen uit landbouwgrond of andere natuurlijke hulpbronnen ofwel de mogelijkheid van goed functionerende distributie-, verwerkings- en marktsystemen; toegankelijkheid, dat wil zeggen de garantie van zowel economische als fysieke toegang tot voedsel; geschiktheid, dat wil zeggen dat het voedsel veilig dient te zijn en dient te voldoen aan de voedingsbehoeften van iedere persoon, waarbij rekening wordt gehouden met leeftijd, leefomstandigheden, gezondheid, beroep, geslacht, cultuur en godsdienst; 3. onderstreept dat, vanuit een levenscyclusperspectief, de meest cruciale periode om in de voedingsbehoeften van een kind te voorzien wordt gevormd door de eerste 1 000 dagen, met inbegrip van de zwangerschapsperiode, aangezien het kind gedurende deze periode verhoogde voedingsbehoeften heeft om de snelle groei en ontwikkeling te ondersteunen, gevoeliger is voor infecties, en voor voeding, zorg en sociale interactie volledig afhankelijk is van anderen; 4. herhaalt nogmaals dat de aanpak van ondervoeding van kinderen en moeders een gecoördineerd optreden vergt van een aantal sectoren die van invloed zijn op ondervoeding, zoals gezondheid, onderwijs, landbouw, water, toegang tot energie en sanitaire voorzieningen, en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan consistente PE537.519v01-00 4/7 RE\1034798.doc

ontwikkelingsstrategieën voor de lange termijn vast te stellen en zich in te spannen om ondervoeding ook in de context van noodsituaties en humanitaire interventies terug te dringen; 5. prijst de verbeteringen die de afgelopen jaren zijn bewerkstelligd met betrekking tot de bestrijding van ondervoeding van kinderen, zoals blijkt uit de indicatoren inzake de vooruitgang bij de verwezenlijking van de eerste millenniumdoelstelling van ontwikkeling; is evenwel van mening dat het aantal kinderen dat sterft of lijdt aan ondervoeding nog steeds hoog is en dat dit bijdraagt aan de instandhouding van de vicieuze cirkel van armoede en honger; 6. benadrukt in dit verband dat de strijd tegen ondervoeding van kinderen en het verschaffen van universele toegang tot toereikende voedzame voeding een van de belangrijkste doelstellingen van de agenda voor de periode na 2015 moet blijven; 7. beschouwt de vermindering van middelen voor landbouw in het kader van het 10e EOF in vergelijking tot het 9e EOF als een vergissing; doet derhalve een dringend beroep op de Raad om dit in beraad te nemen en corrigerende maatregelen te nemen met het oog op het 11e EOF; 8. benadrukt het belang van politieke wil bij de aanpak van ondervoeding; is ingenomen met het stappenplan "Scaling Up Nutrition" (SUN) ("voeding op een hoger plan") dat door het permanente voedingscomité van de Verenigde Naties (UNSCN) is ontwikkeld om de verbetering van voeding te versnellen, met name in landen die op dit gebied met grote problemen kampen, met de deelname van diverse belanghebbenden waaronder VN-agentschappen met een mandaat op het gebied van voeding; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan de in SUN opgenomen beginselen toe te passen; 9. is verheugd over de toezegging van de Europese Commissie om gedurende de periode 2014-2020 3,5 miljard euro te investeren in de verbetering van voeding in een aantal van s werelds armste landen, en dringt er bij de Commissie op aan meer toezeggingen te doen ten aanzien van specifieke op voeding gerichte interventies, teneinde haar doelstelling te verwezenlijken om het aantal kinderen van jonger dan vijf jaar met een ontwikkelingsachterstand voor 2025 met zeven miljoen te verminderen; 10. benadrukt dat vrouwen een cruciale rol vervullen met betrekking tot de voeding van kinderen en de voedselzekerheid door middel van borstvoeding, de productie, aankoop en bereiding van voedsel en verstrekking ervan aan het gezin, zorg voor kinderen en zieken en het waarborgen van goede hygiëne; herinnert eraan dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor 80 % van de landbewerking in Afrika, hoewel zij het land dat zij cultiveren nog steeds slechts zelden ook daadwerkelijk in hun bezit hebben; dringt er in dit verband op aan de genderdimensie en de bevordering van zelfredzaamheid van vrouwen op te nemen in alle beleidsmaatregelen die zijn gericht op de bestrijding van ondervoeding; 11. benadrukt dat ondervoeding van zwangere vrouwen verschrikkelijke gevolgen heeft voor zuigelingen, en de toekomstige ontwikkeling van het kind op onomkeerbare wijze kan belemmeren; dringt er in dit verband op aan bijzondere aandacht te besteden aan de bescherming van de gezondheid en rechten van vrouwen; RE\1034798.doc 5/7 PE537.519v01-00

12. benadrukt dat ondervoeding van kinderen hoofdzakelijk voorkomt in ontwikkelingslanden, niet alleen onder de rurale bevolking, maar ook in stedelijke gebieden; is bijgevolg van mening dat een van de belangrijkste methoden om honger onder kinderen uit te roeien gelegen is in landbouwbeleid en -hervormingen die erop zijn gericht kleinschalige boeren in staat te stellen op een doeltreffendere en duurzamere manier te produceren teneinde voldoende voedsel voor henzelf en hun families te waarborgen; 13. benadrukt dat het onvermogen om ondervoeding van kinderen tijdig aan te pakken, zowel door middel van ontwikkelingssamenwerking als door middel van humanitaire interventies, een bedreiging kan vormen voor alle dimensies van de menselijke ontwikkeling, de nationale gezondheidszorguitgaven kan doen toenemen en de sociaaleconomische ontwikkeling van ontwikkelingslanden kan belemmeren, hetgeen voor deze landen leidt tot economische verliezen van naar schatting 2 % tot 8 % van hun bbp; 14. herinnert eraan dat de zogeheten verborgen honger, dat wil zeggen een tekort aan vitaminen en mineralen in het dieet van kinderen, kan leiden tot lichamelijke en intellectuele groeiachterstanden bij kinderen; 15. wijst erop dat ondervoeding van kinderen niet alleen voortvloeit uit een tekort aan voedsel en een gebrek aan infrastructuur, maar ook uit problemen met betrekking tot de voedseldistributie, ontoereikende toegang tot voedsel en een gebrek aan koopkracht, in het bijzonder gezien de hoge voedselprijzen die verder stijgen als gevolg van speculatie met grondstoffen; merkt op dat een gebrek aan koopkracht met name de armen in stedelijke gebieden treft die niet in staat zijn hun eigen voedsel te produceren; 16. erkent dat verbeteringen met betrekking tot de voeding van kinderen en moeders en voedselzekerheid in het algemeen afhankelijk zijn van doeltreffend en gecoördineerd optreden met betrekking tot een aantal beleidsterreinen en sectoren, met inbegrip van doeltreffende en duurzame plattelandsontwikkeling, evenals beleid inzake het gebruik van land en water, toereikende gezondheidszorg, schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen, adequate zorgpraktijken voor moeders en kinderen, de bescherming van het zeeleven en andere ecosystemen en biodiversiteit, beperking van de ontbossing en de klimaatverandering, aanpassing aan en beperking van het risico op rampen, duurzame productie en consumptie, duurzame en veilige toegang tot energie, handel, visserij, sociale inclusie en behoorlijk werk; 17. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan voeding in al hun ontwikkelingsbeleidsmaatregelen op te nemen, teneinde voeding te beschermen en te bevorderen en van lokaal tot mondiaal niveau een alomvattende benadering te waarborgen; verzoekt de Raad en de Commissie om, indien nodig, prioriteit te geven aan voeding als een kerndoel voor ontwikkeling in het kader van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, met name het 11e EOF en het nieuwe financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI); 18. benadrukt dat ontwikkelings- en noodprogramma's met het oog op een grotere doeltreffendheid nauw aan elkaar gekoppeld moeten zijn, teneinde te anticiperen op voedselcrises en deze te voorkomen, de veroorzaakte schade te beperken en herstel te PE537.519v01-00 6/7 RE\1034798.doc

vergemakkelijken; 19. dringt er bij de regeringen van ontwikkelingslanden op aan een gunstig klimaat te creëren voor betere voeding voor kinderen door middel van een beter beleid, coördinatie tussen nationale plannen en strategieën inzake voeding en donorprogramma s, bestuur en verantwoordingsplicht ten aanzien van hun burgers; dringt aan op meer transparantie met betrekking tot de begrotingen van ontwikkelingslanden, teneinde het aantal en de kwaliteit van projecten ter bestrijding van ondervoeding beter te kunnen beoordelen; 20. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan op de lange termijn financiële investeringen en middelen te mobiliseren voor voeding in samenwerking met actoren waaronder agentschappen van de Verenigde Naties, de G8/G20, opkomende landen, internationale en niet-gouvernementele organisaties, academische instellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector, en daarnaast voeding aan te merken als een prioriteit voor innovatieve financiering; 21. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en het permanente voedingscomité van de Verenigde Naties (UNSCN). RE\1034798.doc 7/7 PE537.519v01-00