Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties



Vergelijkbare documenten
; - 3 JUNI 2009 fio^gzl. ouwaw 1- c\s. ! _^M^NT go_sterhout I

Voorstel aan de raad. afdeling: steller: doorkiesnummer: adres: begrotingsparagraaf:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Leiden. U heeft een bezwaarschrift ingediend. Wat nu?

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland,

Veiligheidsregio Utrecht lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll. Ministerie van Veiligheid en Justitie

Richtlijn klachtenprocedure Veiligheidsregio Brabant-Noord

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Agenda commissie. Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n. Geachte commissieleden,

Proces behandeling bezwaarschriften

Geachte heer/mevrouw,

Hilversum. De Vereniging Vrienden van 't Gooi t.a.v. het bestuur Postbus BB HUIZEN. Geacht bestuur,

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

Reactie op rapport loov en ADD over ICMS

Raadsvoorstel. Onderwerp Verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Status Besluitvormend

Onderwerp: Omzetten openbaar onderwijs naar algemeen bijzonder onderwijs De Steiger, school voor praktijkonderwijs.

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee.

Agendapunt: 4 Sliedrecht, 26 augustus Onderwerp: Eerste wijziging Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2009

: MB/ : Agenda vergadering Strijen, 24 januari 2008

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

RAADSVOORSTEL. B en W-besluit nr.: Naam programma: Onderwerp: Aanleiding:

Rekenkamercommissie Beverwijk

SST*** Aan de gemeenteraden in Zeeland. Onderwerp: Ontwerp-l e begrotingswijziging Geachte gemeenteraad,

' s Sftg. de Rechtspraak. Over het beroep met procedurenummer 11 / 685 WOB JAN 1 deel ik u het volgende mee.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer PG/BD FTZ sw drs. S. Windt (035)

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

^chnft van het antwoord! Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastmctmir en Milieu

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

PROTOCOL ELEKTRONISCH BERICHTENVERKEER GEMEENTE HENGELO 2005

Ons kenmerk C100/ Aantal bijlagen 1

2 8 AÜG /BdG Wijziging gemeenschappelijke regeling 1 J.A. Reddingius

Ons kenmerk C220/ Aantal bijlagen 1

Gemeente Amsterdam T.a.v. de gemeenteraad Postbus Amsterdam. Geachte leden van de gemeenteraad,

Jaarverslag Jaarverslag Adviescommissie voor de bezwaarschriften kamer sociale aangelegenheden gemeente Bergen op Zoom

de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak van de rechtbank waarbij op bovenvermeld beroep is beslist.

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften

Rijkswaterstaat T.a.v. de heer P. Vollenberg Postbus ZW MIDDELBURG. Terneuzen, 16 oktober Betreft: tijdelijke vrijstelling artikel17

De bezwaarprocedure van de gemeente Helmond

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Van: H. Steijn Tel.nr.: Nummer: 14A.00453

B. Wouda. wethouder De Weger. Van: R.C. Ouwerkerk Tel nr: 8856 Nummer: 15A Datum: 12 mei 2015

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Hieronder volgen onze reacties op uw vragen.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Inspectie BAG-beheer oktober 2014

Onderzoek Rampenbestrijding op Orde eind De veiligheidsregio s afzonderlijk bekeken

Documentenlijst Besluit-buiten behandeling (P) (GG))

Raadsvoorstel Advies van de Commissie voor bezwaarschriften inzake een bezwaarschrift van Nieuw Leefbaar Nijmegen

In artikel 1.1 wordt in het onderdeel grootschalige alarmering onderdelen b tot en met e vervangen door: onderdelen b tot en met d.

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum AB vergadering: 21 maart Agendapunt: 3. Portefeuillehouder: De heer Wolfsen. Onderwerp: Ingekomen stukken

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1

Totale kosten VR NHN (structureel) Af: Totale structurele baten VR NHN (exclusief. Uitkomst nieuwe gemeentelijke bijdrage

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Privé berichten Elektronische berichten die een medewerk(st)er niet uit hoofde van zijn of haar functie ontvangt of

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013)

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

bijlage(n) 1 Onlangs hebben wij onderzoek gedaan naar de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) in uw gemeente.

A.J. Gerritsen 25 september 2014

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

De leden van de gemeenteraad. Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw,

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Beslissing op bezwaar

Rapport Rekenkamercommissie BBLM Recreatief handhaven? Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

Bijlage 2: De wetsveranderingen ten opzichte van de huidige Awb

Protocol Elektronisch Berichtenverkeer Gemeente Oldebroek 2007

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK?

P R O V 1 N su È F R VS l! Ä N. Doe. nr.: Class, nr. * Ingek.: AfdelirrT. Beh. door; Afd. Hoofd AWB.. weken. voor kenn isg. aangenomen/tel.

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

2 9 JAN.2015 Bestuurlijke reactie op conceptrapport 'Zicht op bezuinigingen, bezuiniging op cultuur'

Reactienota inspraak en overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oude- en nieuwehorne


2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

Transcriptie:

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Inspectie OOV }. van Stolberglaan 148 2595 CL Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.ioov.nl Contactpersoon B.P. van Dam T (070) 426 6261 peter.dam@minbzk.nl Kenmerk 2009-0000287251 Datum 27 mei 2009 Betreft Inspectie OOV Tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde' Bijlagen 2 Geachte heer/mevrouw, Onlangs ontving u de Tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde' van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Per abuis ontbrak de laatste pagina van de aanbiedingsbrief. Bijgevoegd stuur ik u nu de complete aanbiedingsbrief en de reactie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op dit inspectierapport. Mijn excuses voor het ongemak. Met vriendelijke groet, HET HOOFD VAN DE INSPECTIE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID, Pagina 1 van 1

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > R e touradres Postbus 2 0011 2500 EA Den H aag Inspectie OOV Aan geadresseerde ]. van Stolberglaan 148 2595 CL Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.ioov.nl Contactpersoon B.P. van Dam T (070) 426 6261 peter.dam @ m inbzk.nl Kenmerk 2009-0000216276 Datum 28 april 2009 Betreft Inspectie OOV Tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde' Bijlagen 2 Geachte heer/mevrouw, Onlangs heeft de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) haar tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde' uitgebracht. Deze heb ik recent aan de Tweede Kamer aangeboden. Bijgevoegd bied ik u de tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde', mijn reactie en de regiobeelden aan. In 2008 heb ik aangegeven dat de rampenbestrijding begin 2010 op orde moet zijn en dat de veiligheidsregio's dan minimaal moeten voldoen aan de basisvereisten crisismanagement uit het (concept) Besluit veiligheidsregio's. De Inspectie OOV houdt toezicht op de (voorbereiding op de) rampenbestrijding en onderzoekt hoe de regio's er voor staan. Landelijk beeld In de tussenrapportage geeft de Inspectie OOV voor de derde keer een beeld van de (voorbereiding van) de rampenbestrijding door de regio's. De tussenrapportage is gebaseerd op de bevindingen van de Inspectie OOV uit de nulmetingen 'risicoprofielen en bovenregionale samenwerking', de nulmeting 'multidisciplinair opleiden en oefenen', ADR-toetsing rampenbestrijding (2003-2008), monitoring van de regio's en praktijktoetsen (nu 17 van de 25 regio's) in het kader van RADAR1 (sinds 2008). Risicoprofielen en bovenregionale samenwerking Uit de nulmeting 'risicoprofielen en bovenregionale samenwerking' blijkt dat de regionale beheersplannen over het algemeen goed op orde zijn. De regio's hebben een goede uitgangspositie om te komen tot een nieuw regionaal beleidsplan volgens de (concept) Wet veiligheidsregio's. De actualiteit van de risicoprofielen, de beschrijving van bovenregionale risico's en het maken van afspraken over bovenregionale samenwerking zijn belangrijke aandachtspunten. Aangezien de operationele prestaties voor het beheersen van de vastgestelde risico's altijd de eigen capaciteit overstijgen, zijn bovenregionale afspraken noodzakelijk. Bovendien betrekken regio's bij de totstandkoming van het regionaal beleidsplan vaak niet alle benodigde partners. 1RADAR: RAmpenbestrijding DooriichtingsARrangemertt. Pagina 1 van 3

Multidisciplinair opleiden en oefenen Uit de nulmeting van het stelsel 'multidisciplinair opleiden en oefenen' blijkt dat dit bij de veiligheidsregio's nog niet optimaal functioneert. De Inspectie OOV ziet voldoende mogelijkheden voor verbetering. Met enkele, overwegend kleine stappen is dit stelsel in korte tijd sterk te verbeteren. Aandacht verdienen de uitwerking van een aantal onderwerpen in het opleidings- en oefen(beleids)plan, het betrekken van de gemeenten bij de planvorming en het (opnieuw) bestuurlijk vaststellen van dat plan. Alle veiligheidsregio's moeten hun administratieve organisatie op orde brengen, zodat op eenvoudige wijze (minimaal kwantitatief) per sleutelfiinctionaiis informatie beschikbaar Is over zijn (basis)opleiding, bijscholing en (oefen)ervaringen. Oefenen heeft alleen zin als er wordt geëvalueerd en dat gebeurt nog niet met alle oefeningen (en inzetten). De Inspectie OOV is van mening dat de regio's op dit punt met relatief beperkte middelen grote winst kunnen behalen. Daün 28 april 2009 ICflnmaHs 2009-0000216276 Samenstelling hoofdstructuur rampenbestrijding Wat betreft de samenstelling van het GBT wordt al aan de basisvereisten voldaan. Met uitzondering van de invulling van de functie van de informatiemanager geldt dat ook voor het ROT en het CoPI. Naast het ontbreken van informatiemanagers vormen de onvolledige invulling van het team Bevolkingszorg en het ontbreken van de burgemeesters van bron- en effectgemeenten in het RBT knelpunten. Volgens de Inspectie OOV moeten de regio's in staat zijn de hoofdstructuur van de rampenbestrijding nog voor 2010 in overeenstemming te brengen met de basisvereisten. Opkomsttijden hoofdstructuur rampenbestrijding Bij de simulaties en praktijktoetsen bleek in 40% van de gevallen de voorgeschreven opkomsttijd niet te worden gehaaid. Belangrijkste oorzaken zijn het vaak nog ontbreken van een mandaat om op meldkamemiveau op te schalen en een gebrekkige, of zelfs ontbrekende, automatisering van de alarmering. Volgens de Inspectie OOV zijn de regio's in staat om de opkomstprestaties van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding nog in 2009 in overeenstemming te brengen met de basisvereisten. Gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen De Inspectie OOV ziet het afgelopen jaar een duidelijke inhaalslag bij de gemeenten. Niettemin tonen de prestaties van de verschillende gemeenten aanzienlijke verschillen, bijvoorbeeld op het punt van de samenstelling en inbedding van het Team bevolkingszorg. Niet in alle gevallen wordt voldaan aan de opkomsteisen. De Inspectie OOV verwacht dat de gemeentelijke processen eind 2009 op het niveau kunnen zijn dat is voorgeschreven in de basisvereisten voor de uitvoerende diensten. Informatiemanagement De functie van informatiemanager is slechts in een enkele regio ingevuld. De Inspectie OOV is van oordeel dat het voor alle regio's haalbaar is nog in 2009 de functie van informatiemanager in te vullen bij de verschillende onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding. Pagina 2 van 3

Vrijwel geen enkele regio slaagt er in urgente gegevens binnen tien minuten te verwerken in het totaalbeeld van een ramp of calamiteit. Slechts enkele regio's maken gebruik van een netcentrisch informatiesysteem en dat gebruik is bovendien (nog) niet probleemloos. De Inspectie OOV verwacht dat eind 2009 slechts enkele regio's aan de norm van tijdige verwerking van gegevens kunnen voldoen. O a ïu m 28 april 2009 Kenmerk 2009-0000216276 Vervolg Op basis van deze tussenrapportage krijgen veiligheidsregio's inzicht in hoe zij er op dit moment voor staan en wat er nog nodig is om de rampenbestrijding begin 2010 in ieder geval in de kern op orde te hebben. De Inspectie OOV concludeert dat met name informatiemanagement extra aandacht behoeft. Er is geconstateerd dat de regio's al de nodige inzet hebben getoond om de kwaliteit van de rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren. De Inspectie OOV acht de regio's ertoe in staat om op veel punten nog de nodige verbetering door te zetten. De Inspectie blijft de voortgang van de regio's monitoren. De bevindingen worden begin 2010 betrokken bij de eindrapportage 'Rampenbestrijding op orde'. Voor nadere informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met de heer B.P. van Dam (via 070-426 7343). Via die weg kunt u tevens extra exemplaren van het rapport opvragen. Het rapport is ook te downloaden via de website van de Inspectie OOV, www.ioov.nl. Met vriendelijke groet, HET HOOFD VAN DE INSPECTIE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID, Voor deze, Lid MT- in portefeuille Rampenbestrijding/Crisisbeheersing, / Pagina 3 van 3

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 A Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal direcioraat-generaal Veiligheid Programma Veiligheidsregio's Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag vtmw.minbzk.nl C ontactpersoon S.W. de Lange en 1. Lok T 070 426 6484 saskia.lange@minbzk.nl Datum 23 februari 2009 Betreft Bestuurlijke Rapportage Rampenbestrijding en Crisisbeheersing (BRRC) 2008 en tussenrapportage 'Rampenbestrijding op Orde' Inspectie OOV Kenmerk 2008-0000603875 Bijlagen 1 Hierbij stuur ik u, conform artikel lof van de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo), mijn rapportage over de voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing door de veiligheidsregio's (i.o.) in de periode van 1 juli 2007 tot 1 juli 2008. Ik baseer mijn rapportage op de bevindingen die de Commissarissen van de Koningin mij melden. Tevens bied ik u hierbij de tussenrapportage 'Rampenbestrijding op Orde' (bijlage) van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) aan. Stand van zaken m et betrekking tot de ram penbestrijding Hieronder geef ik de belangrijkste bevindingen van de Commissarissen van de Koningin en van de Inspectie OOV weer. Het gaat hier met name om de vorming van de veiligheidsregio's, de zorgvraag versus het zorgaanbod, het multidisciplinair opleiden en oefenen, de opkomsttijden tijdens opschaling en gemeentelijke processen en tenslotte het informatiemanagement. Hieruit trek ik vervolgens mijn conclusies. Vorming veiligheidsregio's Alle Commissarissen zijn te spreken over de inzet van de veiligheidsregio's en partners. De regio's onderkennen het belang van regionale beheersplannen en steken veel tijd in actualisering. Sommige regio's werken al toe naar de komst van het regionaal crisisplan, op basis van het wetsvoorstel Veiligheidsregio's. Daarnaast vindt de vorming van veiligheidsbureaus plaats. De regio's zijn bezig met de praktische uitwerking en de uitvoering van beleid ten aanzien van de netwerkorganisatie en samenwerking met andere hulpverleningsdiensten. Een enkele veiligheidsregio slaagt er nog onvoldoende in om alle crisispartners te betrekken bij het regionale proces van voorbereiding, besluitvorming en uitvoering. Sommige gemeenten stellen zich afwachtend op bij de actualisatie van de gemeentelijke rampenplannen vanwege onduidelijkheid over invoering van het wetsvoorstel Veiligheidsregio's, waarmee deze crisisplanvorming naar regionaal niveau zal worden getild. De Inspectie OOV stelt vast dat bij de totstandkoming van plannen de regio's niet altijd de benodigde partners betrekken. Klassieke partners worden niet altijd betrokken, nieuwe partners (als waterschappen en energieleveranciers) worden Pagina 1 van 3

nauwelijks betrokken, De inhoud van de regionale beheersplannen is echter over het algemeen goed op orde. Het risicoprofiel, dat mede als basis dient voor het beheersplan, is in een aantal gevallen wel gedateerd. Daarnaast vormt het maken van afspraken over bovenregionale samenwerking een punt van aandacht. Datum 23 Februari 2009 Kenmerk 2008-0000603875 Zorgvraag versus zorgaanbod Er is volgens de Commissarissen nog veel discussie en onzekerheid in de regio's over de afstemming van de zorgvraag en het zorgaanbod voor grootschalige rampen en crises. Beleid is gericht op het inzichtelijk maken van de kwaliteit en kwantiteit van de hulpvraag voortkomend uit het risicoprofiel. Het willen afstemmen van de hulpcapaciteit van de hulpverleningsdiensten op de maximale zorgvraag is echter niet realistisch. Duidelijk is ook dat bij grotere ongevallen en rampen de regionale organisatie snel overvraagd zal worden en bijstand van buurregio's en andere diensten en organisaties voorbereid dient te worden. Multidisciplinair opleiden en oefenen De Inspectie OOV meldt dat in een aantal regio's het opleidings- en oefenbeleidsplan niet voldoet. De hoeveelheid grootschalige multidisciplinaire oefeningen en inzetten in de regio's is over het algemeen weliswaar voldoende, echter aan de uitkomsten van evaluaties van de oefeningen wordt onvoldoende gevolg gegeven. De Inspectie OOV heeft in algemene zin vastgesteld dat de veiligheidsregio's met name de administratieve organisatie ten aanzien van het oefenen en opleiden op orde moeten brengen. Opkomsttijden tijdens opschaling en gemeentelijke processen Bij simulaties en praktijktoetsen van de regio's bleek in een aantal gevallen de voorgeschreven opkomsttijd niet te worden gehaald. Belangrijkste oorzaken zijn het vaak nog ontbreken van een mandaat om op meldkamemiveau op te schalen en een gebrekkige automatisering van de alarmering. Bij de gemeenten heeft de Inspectie OOV het afgelopen jaar een duidelijke inhaalslag waargenomen, ook al tonen de prestaties van de gemeenten nog aanzienlijke verschillen. Zo wordt nog niet in alle gevallen voldaan aan de opkomsteisen van de gemeentelijke teams. Desalniettemin acht de Inspectie OOV de regio's en gemeenten in staat om de samenstelling van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding, de opkomsttijden van de functionarissen en de gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen nog voor 2010 in te richten in overeenstemming met de basisvereisten zoals die in het conceptbesluit Veiligheidsregio's staan. Informatiemanagement Volgens een aantal Commissarissen zijn in de regio's positieve ervaringen opgedaan met de toepassing van netcentrisch werken en het daarbij ingezette crisismanagement systeem. Slechts enkele regio's zijn in een vergevorderd stadium met de implementatie van de netcentrische werkwijze en een geautomatiseerd crisisinformatie management systeem. Daarbij zijn met name de organisatorische aspecten van belang, die hierbij worden ondersteund door techniek. De Inspectie OOV constateert echter dat in de meeste onderzochte regio's nog te weinig gebruik wordt gemaakt van een informatiemanager. De regio's geven Pagina 2 van 3

zonder uitzondering aan dat dit wel wenselijk zou zijn. Bovendien constateert de Inspectie OOV dat er nog te weinig wordt gewerkt met een netcentrisch informatiesysteem. Het gebruik van zo'n systeem kan tot aanzienlijke verbeteringen leiden. In de regio's die al wei gebruik maken van een netcentrisch informatiesysteem, vindt de toepassing niet altijd probleemloos plaats. Op een aantal punten is nog extra inspanning nodig: de Inspectie OOV verwacht dat slechts enkele regio's eind 2009 kunnen voldoen aan de vereisten omtrent het informatiemanagement. Bezien moet worden welke oorzaken hier aan ten grondslag liggen. Ik heb aangeboden om het netcentrisch werken te stimuleren en het ontwikkelde crisismanagement systeem Cedric aan te bieden aan de veiligheidsregio's. Inmiddels is duidelijk dat het Veiligheidsberaad een Bestuurscommissie Informatievoorziening gaat instellen die de netcentrische uitrol in goede banen gaat leiden. Ik zal die Bestuurscommissie ondersteunen in het scherp krijgen en realiseren van de organisatorische en financiële randvoorwaarden. Datum 23 februari 2009 Kenmerk 2008-0000603875 Conclusies Ik stel vast dat alle regio's hard aan het werk zijn om de kwaliteit van de organisatie van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing te verbeteren. De Inspectie OOV acht de regio's in staat om eind 2009 op de meeste aspecten te voldoen aan de gestelde eisen. Het geheel overziend, verwacht ik dat de regio's eind 2009 een grote kwaliteitsverbetering hebben gerealiseerd in de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De invoering van het wetsvoorstel veiligheidsregio's en het vastleggen van kwaliteitseisen in wet- en regelgeving geven duidelijkheid en zijn daarmee volgens mij belangrijke voorwaarden om een verdere kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren. Ook in 2009 zal ik de ontwikkeling van de regio's blijven volgen. Hiertoe vinden gesprekken plaats met alle regio's. Na afloop van de gespreksronde zal uw Kamer worden geïnformeerd over de belangrijkste uitkomsten. Daarnaast gaat de Inspectie OOV door met het in beeld brengen van de kwaliteit van de voorbereiding op de rampenbestrijding. Begin 2010 verschijnt haar eindrapportage 'Rampenbestrijding op Orde'. DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, Mevrouw dr. G. ter Horst Pagina 3 van 3

P09-05072 P09-05872 I De raad van de gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD GEM EENTE LELY STA D mg. 0 8 JUNI 2009 no. b & w - A kopie aan: b & w - B faad cie AFDOENING voor: f c n f - U09-11786 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk U09-11786 datum 4 juni 2009 behandeld door P.B. Nieuwenhuis doorkiesnummer 0320-278397 bijlagen 1 dossiernum mer onderwerp Aanbieding Rekenkamerrapport "Doeltreffendheid van het Grondbeleid" pr-nummer Geachte raad, De Rekenkamer Lelystad heeft het genoegen om u bij dit schrijven het onlangs voltooide rapport van het onderzoek naar de doeltreffendheid van het grondbeleid aan te bieden. Het rapport zal tevens rechtstreeks aan de leden van uw raad worden aangeboden. Het rapport is gebaseerd op een onderzoek dat de Rekenkamer Lelystad in 2008 heeft laten uitvoeren door Deloitte Financial Advisory Services B.V. Met dit rapport beoogt de Rekenkamer Lelystad een betrouwbaar beeld te geven van de mate waarin de raad stuurt op de effectiviteit van het grondbeleid in Lelystad. In aansluiting op de bevindingen uit het onderzoek is de Rekenkamer tot een oordeel gekomen over de doeltreffendheid van het grondbeleid in termen van kaderstelling (doelstellingen en beleid), beheersing (taken, verantwoordelijkheden en risicomanagement) en tot slot verantwoording. De conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer, de reactie van het college hierop en het nawoord van de Rekenkamer kunt u lezen in bijgevoegd rapport. Bij het rapport is ter uwer informatie de nota van bevindingen van de onderzoekers gevoegd. De Rekenkamer is uiteraard graag bereid om een toelichting te geven op de uitkomsten van het onderzoek en om al uw vragen naar aanleiding van het rapport te beantwoorden. Wij vertrouwen erop dat wij u hiermee voorlopig voldoende hebben ingelicht. Met vriendelijke groet, de rekenkamer van de gemeente Lelystad, de secretaris, de voorzitter, J. Bonhof. Gemeente Lelystad Postbus gi 8200 AB Lelystad Stadhuisplein 2 t 0320 27 89 n F 0320 27 82 45 www.lelystad/rekenkam er.nl rekenkam er@ lelystad.nl

P09-05Ï34 k o f'* M M ' S G llllll i GK... L ely stad 4 juni 2009 j,ii3' (H J(JH 20[ A a n Gemeenteraad en College van Burgemeester en Wethouders van Lelystad P ostbus 91 8 2 0 0 AB Lelystad ; C C : Rechtbank Zwolle/Lelystad; procedurenummer 09 363 BESLU PRM A J.K. Abbes vs. Gemeente Lelystad p etreft: Bezwaarschrift en Beroep Geluidshinder rotonde Visarenddreef en Westerdreef, p o tte r 34-02 G e a c h t College/Geachte Gemeenteraadsleden, O p 3 juni 2009 ontving ik een uitnodiging voor een gesprek per direct met wethouder J. Nuijt, w aarop ik mij zonder uitstel bij haar in het stadhuis heb gemeld. E r werd door haar gesuggereerd dat de Rechtbank Zwolle/Lelystad niet tegen uitstel was en d a t de datum van 5 juni 2009 voor het door mij geëiste besluit op bezwaar kon worden overschreden, mits ik daarmee akkoord wilde gaan. Ondertussen bent u door de burgemeester schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomsten v a n dit gesprek. W ij kwamen overeen dat de Gemeenteraad uiterlijk 25 juni 2009 het besluit op bezwaar gaat nemen. Daarbij maak ik de volgende kanttekeningen: 1. Van tevoren, dus vóór 25 juni 2009, wil ik het voorstel tot besluit op bezwaar ontvangen. 2. Uiterlijk maandag 29 juni 2009 wil ik de officiële mededeling van het besluit op bezwaar ontvangen, vergezeld van de stukken, die daarbij horen, zoals het advies van de Commissie van de Bezwaarschriften van 9 december 2008 (dat ik nog steeds niet ken!) en het advies naar aanleiding van de zitting van de Commissie van 17 juni 2009. 3. Als ik maandag 29 juni het besluit niet op mijn huisadres is gearriveerd, stel ik opnieuw beroep in bij de Rechtbank op grond van fictieve weigering en vraag ik de rechtbank het besluit te nemen. Wethouder Nuijt heeft mij toegezegd dat zij zal bewerken dat ik op 17 juni 2009 alsnog door de Commissie voor de Bezwaarschriften zal worden gehoord. Ik heb gevraagd of ik dan eerst het advies op bezwaar van 9 december 2009 zou mogen ontvangen, maar dat werd mij geweigerd: het was tegen de procedure. Ik vraag de Raad daarom mij dit advies zo spoedig mogelijk toe te sturen. Verder heb ik gevraagd of mijn Aanvulling op Bezwaar van 20 januari 2009 op 17 juni 2009 kan worden besproken, omdat die nu eenmaal de nadere stukken bevat die ik aan de Commissie wilde voorleggen vóór ik gehoord zou worden. Dit zou de wethouder aan de Commissie vragen, maar ik ben van mening dat ik daar recht op heb. Verder wijs ik de Raad erop dat u de bevoegdheid hebt het besluit te amenderen en_datu. daarnaast het recht van initiatief hebt. U kunt een ander voorstel tot b siaih BpffeBEWaiuY Sl A D indienen. Als de meerderheid van de Raad een dergelijk initiatiefvoorstel ster^nj, mpntenngg Burgemeester en Wethouders het aldus genomen, alternatieve besluit pitvoerfenf RfeHh ----- I'nnie aan: raad r A FD O B N TN G v o o r

Gezien de mogelijke consequenties van een nieuwe gang naar de rechtbank wil ik de Raad dat adviseren en wel om het navolgende. Ik heb tijdens mijn gesprek met de wethouder nogmaals kort mijn standpunt toegelicht, zoals ik ook in de u eerder toegekomen stukken heb gedaan: 1. Het gedeelte van de wijk Botter waar ik woon, is geen oude wijk volgens de criteria van Gemeente Lelystad, maar behoort tot de categorie nieuwe wijken met betrekking tot de Wet geluidhinder (er is ook een oudere Botter). De wethouder heeft dit niet bestreden. 2. Wanneer u dus zou besluiten mij de geluidwerende voorziening toe te kennen, met dezelfde hoogte als die van de Schoener, dan brengt u het bestaande beleid en de bijbehorende beleidskaders niet in gevaar, u handelt zoals bij de Schoener. 3. Ter plaatse aan de kant van mijn huis geldt een snelheid van 70 km. per uur (zoals bij de Schoener). 4. Ik heb aangetoond dat het geluidsonderzoek van het IJmeerbureau niet conform Standaard-rekenmethode II is uitgevoerd. De heersende windrichting en het motorgeluid van het optrekkende verkeer door een obstakel (= de rotonde) zijn niet meegerekend, terwijl dit onderdeel van de gekozen formule is. Bovendien zijn er aan mijn kant van de Visarenddreef geen tellingen gedaan.verder zijn er waarschijnlijk ook tellingen uit 2004 meegerekend, wat volgens de voorschriften niet mag. Ook de geluidsweerkaatsing van de te bouwen voorziening bij het Stadseiland in de richting van mijn huis ertegenover is niet meegerekend, enzovoort. Ik heb de wethouder aangeraden het IJmeerrapport in de prullenmand te deponeren, waarop zij geen commentaar gaf. 5. Door de provincie Flevoland zijn hogere waarden berekend. Geluidsberekening gaat volgens een logaritmische reeks: drie punten erbij betekent een verdubbeling van het geluid. De Provincie berekent echter meer dan drie punten hoger bij mijn huis. 6. De Visarenddreef en de Westerdreef hebben nieuwe verkeersbestemmingen gekregen en dan vervalt het onderscheid tussen oude en nieuwe wijken en dient men gewoon maatregelen tegen het verkeerslawaai te nemen. De Archipel heeft daarom ook een geluidswal gekregen, hoewel het een oude wijk is. Dit betekent dat er ook maatregelen voor de Gondel moeten komen. Ook die maatregelen brengen het bestaande beleid niet in gevaar, maar zijn conform de wet. Met betrekking tot artikel 1:3 Awb (zie het aangehouden voorstel tot besluit op bezwaar van burgemeester en wethouders van 12 en 28 mei 2009) meld ik u nog het volgende: het besluit van 2 oktober 2008 (het omstreden besluit) bestaat uit drie bladzijden die als zodanig zijn genummerd. Op blz. 1 staat: Voorgesteld besluit, waarna de kredietstelling en de inleiding volgen en nadere toelichtingen, in totaal drie bladzijden. Toen u dus het voorstel aannam, keurde u ook blz. 1 en 2 daarmee goed en niet alleen het kortere stuk met besluit van blz. 3. Dit laatste stuk is niet meer dan een conclusie van blz. 1 en 2. Dit laatste besluif is immers genummerd met blz. 3, terwijl blz. 1 begint met voorgesteld besluit, zoals ik al omschreef. Ook de data van vaststelling zijn gelijk. Op blz. 2 worden vervolgens de Botter (en de Gondel) genoemd, die daarmee de jure worden aangewezen als belanghebbende, maar die meteen worden buitengesloten van dezelfde te nemen kredietstelling met een onjuiste motivatie (zie de punten 1 tot en met 6 boven genoemd). Blz. 2 van 3

Met dit besluit zijn er dus rechtsgevolgen voor anderen vastgesteld, namelijk voor de Botter (en de Gondel). In de tweede plaats zal de uitvoering van het genomen besluit ( aanleg van geluidwerende maatregelen, blz. 3) voor Botter 34-02 nog een rechtsgevolg hebben, omdat door de weerkaatsing van de te bouwen voorziening ( aanleg van geluidwerende maatregelen ) er meer lawaai aan mijn kant van de rotonde zal ontstaan. Het woord aanleg heeft in dit geval een rechtsgevolg voor een andere belanghebbende, namelijk voor mij (maar ook voor een deel van de Gondel). De door Burgemeester en Wethouders in het aangehouden voorstel tot besluit op mijn bezwaar aangehaalde jurisprudentie (200607779/1, 23 mei 2007 Raad van State) gaat over een geheel ander onderwerp, namelijk over het niet doorgaan van de bouw van een peuterzaal bij een school. De constructie van deze casus lijkt echter ook in abstracto in het geheel niet op mijn geval. Ik concludeer dan ook dat artikel 1:3 Awb niet op mijn bezwaar van toepassing kan zijn en dat het bezwaar daarom ontvankelijk dient te worden verklaard. Als u het argument 1:3 Awb toch accepteert, zal ik de niet-ontvankelijkheid aanvechten bij de Rechtbank. Het argument is in het verweerschrift van Gemeente Lelystad aan de Rechtbank al gebruikt en heeft de Rechtbank blijkbaar niet overtuigd. De rechtbank heeft mij in het gelijk gesteld waar het mijn argument van fictieve weigering betreft en verweerder (dat is Gemeente Lelystad) is tot de kosten van het proces veroordeeld, te weten 150 Euro, aan mij terug te betalen. Tot op heden heb ik niets ontvangen, mijn gironummer is 1990194 t.n.v. J.K. Abbes te Lelystad. Op grond van persoonlijke ervaring weet ik dat sommige andere bestuurlijke instellingen (waaronder een gemeente) daar sneller mee zijn, die bellen meteen na de uitspraak op en vragen uit zichzelf naar het banknummer. Dr. J. K. Abbes, Botter 34-02 8243 KR Lelystad Tel. 0320250095 Blz. 3 van 3

E-MAIL P09-81810 Afdeling: Behandelaar: Registratiedatum Stuksoort: Processen: Afzender: Onderwerp: GRF Woltjer J. P09-81810 05/06/2009 E-Mail berichten in mail J.K. Abbes Botter 34 2 8243 KR Lelystad j.abbes@upcmail.nl Bezwaarschrift geluidshinder Westerdreef. Lelystad 4 juni 2009 Aan Gemeenteraad en College van Burgemeester en Wethouders van Lelystad Postbus 91 8200 AB Lelystad CC: Rechtbank Zwolle/Lelystad; procedurenummer 09 363 BESLU PRM A J.K. Abbes vs. Gemeente Lelystad Betreft: Bezwaarschrift en Beroep Geluidshinder rotonde Visarenddreef en Westerdreef, Botter 34-02 Geacht College/Geachte Gemeenteraadsleden, Op 3 juni 2009 ontving ik een uitnodiging voor een gesprek per direct met wethouder J. Nuijt, waarop ik mij zonder uitstel bij haar in het stadhuis heb gemeld. Er werd door haar gesuggereerd dat de Rechtbank Zwolle/Lelystad niet tegen uitstel was en dat de datum van 5 juni 2009 voor het door mij geëiste besluit op bezwaar kon worden overschreden, mits ik daarmee akkoord wilde

gaan. Ondertussen bent u door de burgemeester schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomsten van dit gesprek. Wij kwamen overeen dat de Gemeenteraad uiterlijk 25 juni 2009 het besluit op bezwaar gaat nemen. Daarbij maak ik de volgende kanttekeningen: 1. Van tevoren, dus vóór 25 juni 2009, wil ik het voorstel tot besluit op bezwaar ontvangen. 2. Uiterlijk maandag 29 juni 2009 wil ik de officiële mededeling van het besluit op bezwaar ontvangen, vergezeld van de stukken, die daarbij horen, zoals het advies van de Commissie van de Bezwaarschriften van 9 december 2008 (dat ik nog steeds niet ken!) en het advies naar aanleiding van de zitting van de Commissie van 17 juni 2009. 3. Als ik maandag 29 juni het besluit niet op mijn huisadres is gearriveerd, stel ik opnieuw beroep in bij de Rechtbank op grond van fictieve weigering en vraag ik de rechtbank het besluit te nemen. Wethouder Nuijt heeft mij toegezegd dat zij zal bewerken dat ik op 17 juni 2009 alsnog door de Commissie voor de Bezwaarschriften zal worden gehoord. Ik heb gevraagd of ik dan eerst het advies op bezwaar van 9 december 2009 zou mogen ontvangen, maar dat werd mij geweigerd: het was tegen de procedure. Ik vraag de Raad daarom mij dit advies zo spoedig mogelijk toe te sturen. Verder heb ik gevraagd of mijn Aanvulling op Bezwaar van 20 januari 2009 op 17 juni 2009 kan worden besproken, omdat die nu eenmaal de nadere stukken bevat die ik aan de Commissie wilde voorleggen vóór ik gehoord zou worden. Dit zou de wethouder aan de Commissie vragen, maar ik ben van mening dat ik daar recht op heb. Verder wijs ik de Raad erop dat u de bevoegdheid hebt het besluit te amenderen en dat u daarnaast het recht van initiatief hebt. U kunt een ander voorstel tot besluit op bezwaar indienen. Als de meerderheid van de Raad een dergelijk initiatiefvoorstel steunt, moeten Burgemeester en Wethouders het aldus genomen, alternatieve besluit uitvoeren. Blz. 1 van 3 Gezien de mogelijke consequenties van een nieuwe gang naar de rechtbank wil ik de Raad dat adviseren en wel om het navolgende.

Ik heb tijdens mijn gesprek met de wethouder nogmaals kort mijn standpunt toegelicht, zoals ik ook in de u eerder toegekomen stukken heb gedaan: 1. Het gedeelte van de wijk Botter waar ik woon, is geen oude wijk volgens de criteria van Gemeente Lelystad, maar behoort tot de categorie nieuwe wijken met betrekking tot de Wet geluidhinder (er is ook een oudere Botter). De wethouder heeft dit niet bestreden. 2. Wanneer u dus zou besluiten mij de geluidwerende voorziening toe te kennen, met dezelfde hoogte als die van de Schoener, dan brengt u het bestaande beleid en de bijbehorende beleidskaders niet in gevaar, u handelt zoals bij de Schoener. 3. Ter plaatse aan de kant van mijn huis geldt een snelheid van 70 km. per uur (zoals bij de Schoener). 4. Ik heb aangetoond dat het geluidsonderzoek van het IJmeerbureau niet conform Standaard-rekenmethode II is uitgevoerd. De heersende windrichting en het motorgeluid van het optrekkende verkeer door een obstakel (= de rotonde) zijn niet meegerekend, terwijl dit onderdeel van de gekozen formule is. Bovendien zijn er aan mijn kant van de Visarenddreef geen tellingen gedaan.verder zijn er waarschijnlijk ook tellingen uit 2004 meegerekend, wat volgens de voorschriften niet mag. Ook de geluidsweerkaatsing van de te bouwen voorziening bij het Stadseiland in de richting van mijn huis ertegenover is niet meegerekend, enzovoort. Ik heb de wethouder aangeraden het IJmeerrapport in de prullenmand te deponeren, waarop zij geen commentaar gaf. 5. Door de provincie Flevoland zijn hogere waarden berekend. Geluidsberekening gaat volgens een logaritmische reeks: drie punten erbij betekent een verdubbeling van het geluid. De Provincie berekent echter meer dan drie punten hoger bij mijn huis. 6. De Visarenddreef en de Westerdreef hebben nieuwe verkeersbestemmingen gekregen en dan vervalt het onderscheid tussen oude en nieuwe wijken en dient men gewoon maatregelen tegen het verkeerslawaai te nemen. De Archipel heeft daarom ook een geluidswal gekregen, hoewel het een oude wijk is. Dit betekent dat er ook maatregelen voor de Gondel moeten komen. Ook die maatregelen brengen het bestaande beleid niet in gevaar, maar zijn conform de wet. Met betrekking tot artikel 1:3 Awb (zie het aangehouden voorstel tot besluit op bezwaar van burgemeester en wethouders van 12 en 28 mei 2009) meld ik u nog het volgende: het besluit van 2 oktober 2008 (het omstreden besluit) bestaat uit drie bladzijden die ais zodanig zijn genummerd. Op blz. 1 staat: Voorgesteld besluit, waarna de kredietstelling en de inleiding volgen en nadere toelichtingen, in totaal drie bladzijden. Toen u dus het voorstel aannam, keurde u ook blz. 1 en 2 daarmee goed en niet alleen het kortere stuk met besluit van blz. 3. Dit laatste stuk is niet meer dan een conclusie van blz. 1 en 2. Dit laatste besluifis immers genummerd met blz. 3, terwijl blz. 1 begint met voorgesteld besluit, zoals ik al omschreef. Ook de data van vaststelling zijn gelijk. Op blz. 2 worden vervolgens de Botter (en de Gondel) genoemd, die daarmee de jure worden aangewezen als belanghebbende, maar die meteen worden buitengesloten van dezelfde te nemen kredietstelling met een onjuiste motivatie (zie de punten 1 tot en met 6 boven genoemd).

Blz. 2 van 3 Met dit besluit zijn er dus rechtsgevolgen voor anderen vastgesteld, namelijk voor de Botter (en de Gondel). In de tweede plaats zal de uitvoering van het genomen besluit ( aanleg van geluidwerende maatregelen, blz. 3) voor Botter 34-02 nog een rechtsgevolg hebben, omdat door de weerkaatsing van de te bouwen voorziening ( aanleg van geluidwerende maatregelen ) er meer lawaai aan mijn kant van de rotonde zal ontstaan. Het woord aanleg heeft in dit geval een rechtsgevolg voor een andere belanghebbende, namelijk voor mij (maar ook voor een deel van de Gondel). De door Burgemeester en Wethouders in het aangehouden voorstel tot besluit op mijn bezwaar aangehaalde jurisprudentie (200607779/1, 23 mei 2007 Raad van State) gaat over een geheel ander onderwerp, namelijk over het niet doorgaan van de bouw van een peuterzaal bij een school. De constructie van deze casus lijkt echter ook in abstracto in het geheel niet op mijn geval. Ik concludeer dan ook dat artikel 1:3 Awb niet op mijn bezwaar van toepassing kan zijn en dat het bezwaar daarom ontvankelijk dient te worden verklaard. Als u het argument 1:3 Awb toch accepteert, zal ik de niet-ontvankelijkheid aanvechten bij de Rechtbank. Het argument is in het verweerschrift van Gemeente Lelystad aan de Rechtbank al gebruikt en heeft de Rechtbank blijkbaar niet overtuigd. De rechtbank heeft mij in het gelijk gesteld waar het mijn argument van fictieve weigering betreft en verweerder (dat is Gemeente Lelystad) is tot de kosten van het proces veroordeeld, te weten 150 Euro, aan mij terug te betalen. Tot op heden heb ik niets ontvangen, mijn gironummer is 1990194 t.n.v. J.K. Abbes te Lelystad. Op grond van persoonlijke ervaring weet ik dat sommige andere bestuurlijke instellingen (waaronder een gemeente) daar sneller mee zijn, die bellen meteen na de uitspraak op en vragen uit zichzelf naar het banknummer. Met vriendelijke groet, Dr. J. K. Abbes, Botter 34-02 8243 KR Lelystad

De heer/mevrouw J.K. Abbes Botter 34-02 8243 KR Lelystad uw brief van 4 juni 2009 uw kenmerk ons kenmerk P09-05134 datum 10 juni 2009 Behandeld door A. Aitink doorkiesnummer 0320-278352 Bijlagen dossiernummer Onderwerp Ontvangstbevestiging. Geachte heer/mevrouw Abbes, Hiermee bevestig ik de ontvangst van de door u aan de gemeenteraad van Lelystad gezonden brief. Ten aanzien van de te volgen procedure vraag ik uw aandacht voor het volgende: een aan de gemeenteraad van Lelystad gerichte brief wordt geplaatst op een lijst met ingekomen stukken ; deze lijst wordt geagendeerd voor de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij de agenda al is verzonden. Uw brief wordt aangeboden in de vergadering van 25 juni 2009. een ingekomen stuk wordt voorzien van een procedurevoorstel, waarin de raad wordt voorgesteld hoe een ingekomen brief zal worden afgehandeld; na behandeling in de raad wordt de brief in handen gesteld van diegene die hem inhoudelijk zal afdoen (bijvoorbeeld het college van de gemeente Lelystad of de commissie voor de bezwaarschriften).. Hoogachtend, de griffier van de gemeenteraad van Lelystad, Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB Lelystad Stadhuisplein 2 T 0320 27 89 n Doe: BRBZ-BM00324406-aai F 0320 27 82 45 w w w.lelystad.nl g e m e e n te @ le lysta d.n l