Gemeente Dongen Zonnepark Tichelrijt. bestemmingsplan

Vergelijkbare documenten
Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

N307 Passage Dronten (9071)

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Regels. Kenmerk: R05

pompstation Breehei te Leunen REGELS

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

REGELS BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED HARDENBERG, WINDPARK DE VEENWIEKEN GEMEENTE HARDENBERG

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

1 van :15

Inhoudsopgave. Regels 3

Purmerweg 35/35a

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Westsingel. Datum 22 juni 2009

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430

Tweede partiële herziening Bedrijven Zuid Regels

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Inpassingsplan. Windpark Westfrisia. IMRO-codering: NL.IMRO.0420.IPWINDPRKWESTFR-ON01

Regels 6e herziening Dubbeldam, locatie Stevensweg 39

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

R e g e l s rgl

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Regels wijzigingsplan Zeedijk 5f

Regels 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Inhoudsopgave. Bijlage regels

REGELS behorend bij: Wijzigingsplan Buitengebied Lingewaard, Van der Mondeweg 82 Haalderen. Gemeente Lingewaard. 26 mei 2017

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

R e g e l s rgl

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

Regels. bestemmingsplan "Waterberging Vlierwaterleiding Dalmsholte" (vastgesteld) 39

Parapluplan Nieuwe Hollandse Waterlinie

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Regels bestemmingsplan '3e herziening Wielwijk, Crabbehof en Zuidhoven, locatie Tromptuinen

Partiële herziening Parkeren Kern Nieuwerbrug

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Bedrijvenpark Zuid Groningen, Geluidszonering

Brandweerkazerne Halfweg

Beheersverordening. Partiële herziening parkeren Kern Nieuwerbrug. : NL.IMRO.1901.BVparkNieuwerbrug-BV80

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Toelichting 3. Regels 9

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

wijzigingsplan Buitengebied, Hasjesstraat 1 Hoek

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren


Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Parapluplan Parkeren Bodegraven-Reeuwijk

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

Uitwerkingsplan Herziening Bedrijventerrein Bodegraven-Oost Ontwerp

Wijzigingsplan SWLM M20

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Balk - Verbindingsweg

Bestemmingsplan Onderwijsgebouw Mgr. Schaepmanlaan 13. Gemeente Dongen Ontwerp

R e g e l s rgl

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Regels planstatus vastgesteld referentie BP00003 / pagina 29 van 37

Rho adviseurs voor leefruimte

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

R e g e l s rgl

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Zaarderheiken

Transcriptie:

Gemeente Dongen Zonnepark Tichelrijt bestemmingsplan

Zonnepark Tichelrijt Dongen bestemmingsplan identificatie identificatiecode: NL.IMRO.0766.BP2018000049-VG01 projectnummer: 076600.20171615 planstatus datum: status: 12-12-2017 concept 17-04-2018 ontwerp 05-07-2018 vastgesteld opdrachtleider: ing. J.C.C.M. van Jole auteurs: ing. N.H. Tiekstra aangesloten bij: Segeersingel 6 postbus 430 4330 AK Middelburg T: 0118-68 90 10 E-mail: middelburg@rho.nl

2

3 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Achtergronden 7 1.2 Doel 8 1.3 Geldend bestemmingsplan 8 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 9 2.1 Locatiekeuze en de keuze voor een grootschalig zonnepark 9 2.2 Huidige situatie 12 2.3 Toekomstige situatie 13 2.4 Vertaling naar het bestemmingsplan 15 Hoofdstuk 3 Beleidskader 17 3.1 Rijksbeleid 17 3.2 Provinciaal beleid 18 3.3 Gemeentelijk beleid 20 3.4 Conclusie 20 Hoofdstuk 4 Milieu aspecten 21 4.1 Ecologie 21 4.2 Landschap 21 4.3 Archeologie 23 4.4 Water 24 4.5 Conclusie 26 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 27 5.1 Economische uitvoerbaarheid 27 5.2 Maatschappelijke aspecten 27 Regels 29 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 31 Artikel 1 Begrippen 31 Artikel 2 Wijze van meten 33 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 35 Artikel 3 Bedrijf - Zonnepark 35 Hoofdstuk 3 Algemene regels 37

4 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 37 Artikel 5 Overige regels 38 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 39 Artikel 6 Overgangsrecht 39 Artikel 7 Slotregel 40

Toelichting

6

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Achtergronden De gemeente Dongen heeft voor de realisatie en exploitatie van een zonnepark op de gronden grenzend aan het bedrijventerrein Tichelrijt, bekend als Tichelrijt III, op 3 oktober 2017 een tijdelijke vergunning voor 10 jaar afgegeven. De gemeente is nu voornemens dit zonnepark te voorzien van een definitieve planologische regeling door middel van een nieuw bestemmingsplan. Doelstellingen internationaal en nationaal klimaatbeleid De uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de energiebehoefte kan worden beperkt door energiebesparing en door grootschalige inzet van duurzame energiebronnen. Een dergelijke omschakeling in de Nederlandse elektriciteitsvoorziening betekent een forse inspanning. Nederland heeft voor wat betreft de doelstelling op het gebied van duurzame energie aansluiting gezocht bij de taakstelling die in Europees verband is geformuleerd. Deze EU-taakstelling voor duurzame energie bedraagt voor Nederland 14% van het energiegebruik in 2020. De Nederlandse regering heeft met het Nationaal Energieakkoord die Europese taakstelling voor Nederland verhoogd naar 16% in het jaar 2023. In 2023 moet dus 16% van het totale jaarlijkse energieverbruik afkomstig zijn uit duurzame energiebronnen. Voor de overheid is zonne-energie, naast andere vormen van duurzame energie, een van de bronnen van duurzame energie die benut moet worden om aan die doelstelling te kunnen voldoen. Voornemen De ontwikkeling van het zonnepark omvat ook de aanleg van de benodigde infrastructuur zoals parkbekabeling, schakelstations en een zone voor de landschappelijke inpassing. De locatie is gelegen tussen het Wilhelminakanaal en de Vierbundersweg in Dongen. Figuur 1.1 geeft de globale ligging van de locatie weer. Figuur 1.1. Projectlocatie

8 De gemeente wil met het zonnepark een bijdrage leveren aan de doelstelling om in Nederland meer duurzame energie te produceren. Dit sluit aan bij de doelen van het nationale en internationale klimaatbeleid dat is gericht op het toepassen van duurzame energie en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen zoals koolstofdioxide (CO2). Vigerende planologische situatie Ter plaatse van de projectlocatie vigeert momenteel de beheersverordening Tichelrijt. De beheersverordening is vastgesteld op 13 oktober 2016 en heeft als doel de bestaande situatie ter plaatse zo veel mogelijk te behouden en te bestendigen. Hierin zijn de in het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied opgenomen mogelijkheden zoveel mogelijk 1-op-1 overgenomen. Voor de beoogde locatie van het zonnepark geldt dat ter plaatse een agrarische bestemming is opgenomen. Binnen deze bestemming is het gebruik van de gronden ten behoeve agrarische bedrijven toegestaan. Daarnaast is op 3 oktober 2017 een tijdelijke omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wabo voor de realisatie van een zonnepark afgegeven. Hierin is een maximum termijn van 10 jaar opgenomen. Op basis van het vigerende planologische regime is op deze locatie de realisatie van een zonnepark langer dan 10 jaar niet toegestaan. Om het zonnepark met een definitieve planologische regeling mogelijk te maken is dit bestemmingsplan voor deze locatie opgesteld. 1.2 Doel Het doel van dit bestemmingsplan is het voorzien in een planologisch-juridische regeling voor het zonnepark dat met een tijdelijke vergunning is mogelijk gemaakt, waarbij ook na 10 jaar de gronden te gebruiken zijn ten behoeve van een zonnepark. Als basis van dit bestemmingsplan is de ruimtelijke motivering gebruikt die deel uitmaakte van de aanvraag voor de tijdelijke vergunning. Daar waar nodig is deze motivering aangevuld met de effecten op de langere termijn (effecten die optreden langer dan 10 jaar). 1.3 Geldend bestemmingsplan In dit bestemmingsplan komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van het project. In hoofdstuk 3 wordt het relevante planologische beleidskader weergegeven. Hoofdstuk 4 bevat een samenvatting van de sectorale onderzoeken en toetsen die ten behoeve van de realisatie van het project zijn uitgevoerd. De uitvoerbaarheid van het project wordt beschreven in hoofdstuk 5. In dat hoofdstuk zijn ook de resultaten van het overleg met de betrokken bestuursorganen beschreven.

9 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de criteria waaraan een locatie voor het grootschalig opwekken van zonne-energie moet voldoen (paragraaf 2.1). Daarna wordt de betreffende locatie op Tichelrijt beschreven en wordt aangegeven waarom dit een geschikte locatie is voor het grootschalig opwekken van zonne-energie (paragraaf 2.2). Tot slot wordt in paragraaf 2.3 het project beschreven zoals dat voor ogen staat op deze locatie. 2.1 Locatiekeuze en de keuze voor een grootschalig zonnepark In deze paragraaf wordt de keuze voor de locaties op Tichelrijt onderbouwd. Daaraan gaat eerst een belangrijke keuze vooraf: namelijk de keuze om op grootschalige wijze zonne-energie op te wekken. Paragraaf 2.1.1 gaat in op de argumenten voor deze keuze. Vanuit ruimtelijk oogpunt zijn verschillende criteria voorhanden waaraan een locatie voor het grootschalig opwekken van zonne-energie moet voldoen. Deze criteria komen in paragraaf 2.1.2 aan bod. In paragraaf 2.1.3 wordt in gegaan op de locatie en in hoeverre deze locatie voldoet aan de gestelde criteria. 2.1.1 Waarom grootschalig opwekken van zonne-energie? Tot op heden wordt zonne-energie hoofdzakelijk toegepast bij kleinverbruikers binnen het midden- en kleinbedrijf (MKB) en bij particulieren. Het totaal aandeel van zonne-energie bedraagt momenteel ongeveer 0,93% van de totale elektriciteitsproductie in Nederland. Het betreft hoofdzakelijk zonnepanelen op daken waarbij de geproduceerde elektriciteit hoofdzakelijk voor eigen gebruik wordt benut. Het surplus wordt aan het netwerk geleverd. Het op grootschalig wijze opwekken van zonne-energie, dat wil zeggen het opwekken van zonne-energie door middel van zonnecellen in een opstelling van 1 hectare (ha) of meer wordt in Nederland steeds gangbaarder. Dit is onder andere het gevolg van de technologische ontwikkeling op het gebied van zonne-energie. Ieder jaar weer worden nieuwe innovaties gedaan op het gebied van zonne-energie waardoor de efficiency van zonnecellen continue verbetert. Ook het subsidieregime speelt daarin een belangrijke rol. Dit leidt er toe dat de ontwikkeling van grootschalige zonneparken meer en meer rendabel wordt. Het grootschalig opwekken van zonne-energie heeft voordelen ten opzichte van het decentraal en kleinschalig opwekken van zonne-energie zoals dat nu in Nederland nog veel gebeurt. Grootschalig opwekken levert een belangrijk efficiencyvoordeel, zowel qua opwekkingswijze als transport. Een groot zonnepark levert een grotere jaarproductie aan elektriciteit op dan op een groter aantal kleinere parken. Hierdoor kan op een hoger spanningsniveau de elektriciteit worden aangeboden op het landelijke hoogspanningsnetwerk waardoor minder transportverlies optreedt. Lang niet al het dakoppervlak in Nederland is op dit moment geschikt voor het opwekken van zonne-energie. Om momenteel op een economische rendabele wijze zonne-energie op te wekken, moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan (zie paragraaf 2.1.3). Slechts een deel van het bestaande Nederlandse dakoppervlak voldoet aan deze randvoorwaarden. Daarom zijn ook andere locaties nodig om optimaal van zonne-energie in Nederland gebruik te kunnen maken.

10 2.1.2 Criteria voor een locatie voor een grootschalig zonnepark Een locatie voor het op grootschalige wijze opwekken van zonne-energie moet aan een groot aantal criteria voldoen. Deze criteria volgen hoofdzakelijk uit de technische en fysische factoren die met het opwekken van zonne-energie samenhangen. Uiteraard dient ook aandacht te worden besteed aan het aspect duurzaam ruimtegebruik. Zonaanbod Een locatie moet voldoende zonne-uren per jaar ontvangen om voldoende zonne-energie op te kunnen wekken. Op basis van gegevens van het KNMI blijkt dat in heel Nederland voldoende zonuren zijn om een rendabel zonnepark te realiseren, zie figuur 2.1. Figuur 2.1. Zonuren per jaar (bron: KNMI) Voldoende fysieke vrije ruimte voor grootschalig opwekken Uiteraard moet een locatie voldoende vrije ruimte bevatten voor het kunnen plaatsen van de panelen. Daarnaast is voldoende ruimte nodig voor het kunnen aanleggen en onderhouden van het terrein (bijvoorbeeld een onderhoudspaden en transformatoren). Ook voor een strook voor de landschappelijke inpassing moet voldoende vrije ruimte beschikbaar zijn. Schaduwvrije omgeving Voorts is het van belang dat de panelen zoveel mogelijk uit de schaduw van omliggende objecten worden geplaatst. Zonnepanelen zijn serieel geschakeld, hetgeen betekent dat wanneer één rij panelen uit eenzelfde seriegeschakelde rij panelen wordt overschaduwd, de energieopbrengst van de gehele rij panelen vermindert. Een optimale locatie voor zonnepanelen is daarom zoveel mogelijk gevrijwaard van schaduwhinderlijke objecten.

11 Duurzaam ruimtegebruik Met duurzaam ruimtegebruik wordt bedoeld dat ruimtelijke functies zoveel mogelijk worden gebundeld zodat de impact op het milieu en de ruimtebehoefte van de functies gezamenlijk zoveel mogelijk wordt beperkt. Voor een grootschalig zonnepark gaat het dan om de vraag of naast het zonnepark nog andere vormen van ruimtegebruik mogelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van zonnepanelen op daken (het onderliggende ruimtegebruik kan dan ongewijzigd worden voortgezet) of tijdelijk plaatsen van zonnepanelen op minder courante gronden. Grondpositie en beschikbaarheid Zoals voor elk ruimtelijk project is het van belang dat vrij over de benodigde gronden kan worden beschikt. Dat houdt in dat de grondeigenaren toestemming gegeven moeten hebben om de zonnepanelen te mogen plaatsen. Netaansluiting De afstand tot bestaande aansluiting op het landelijke hoogspanningsnetwerk is voor alle energieprojecten cruciaal, dus ook voor een grootschalig zonnepark. Het aanleggen van nieuwe ondergrondse infrastructuur is immers kostbaar. Het meest ideaal is zodoende een locatie die zich in de directe nabijheid van geschikte ondergrondse infrastructuur bevindt. 2.1.3 Keuze voor de locatie De locatie is aan de in paragraaf 2.1.2 beschreven criteria getoetst. Hierbij is per criteria aangegeven waarom deze locatie voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een goede locatie voor grootschalige opwekking van zonne-energie. Zonaanbod Zoals is weergegeven op figuur 2.1, zijn op basis van het jaarlijkse aantal zonuren in Nederland zijn de meeste locaties in beginsel geschikt voor een grootschalig zonnepark. Met een aantal zonuren tussen de 1500 en 1550 per jaar, heeft de locatie op Tichelrijt voldoende zonuren voor een rendabel park. Voldoende fysieke vrije ruimte voor grootschalig opwekken De locatie op Tichelrijt heeft een omvang van circa 12 hectare. Op deze locatie is voldoende fysieke ruimte om een voldoende groot zonnepark te realiseren. Daarnaast is op deze locatie ook voldoende ruimte voor landschappelijke inpassing. Optimale oriëntatie Het perceel is gelegen langs de Vierbundersweg en heeft een goede zuidelijke oriëntatie. Omdat voor de zonnepanelen een zuidelijke of een oost-west oriëntatie het meest wenselijk is, kan op deze percelen een optimale paneelsopstelling worden gerealiseerd. Schaduwvrije omgeving Op de locatie is in de directe omgeving weinig hoog opgaande beplanting of bebouwing aanwezig die een schaduw kan werpen op het zonnepark. Ook bij de landschappelijke inpassing wordt met de hoogte rekening gehouden met de eventuele schaduwwerking op de panelen. In het zuidoosten van de projectlocatie is een bosperceel aanwezig. Hierbij wordt in het legplan rekening gehouden, zodat geen nadelige effecten zijn te verwachten als gevolg van schaduw. Duurzaam ruimtegebruik De locatie is in de structuurvisie van de gemeente aangewezen als uitbreidingslocatie voor het bedrijventerrein Tichelrijt. Echter in de afgelopen jaren is ontwikkeling van dit perceel niet van de grond gekomen. Gekozen wordt daarom voor een invulling die een bijdrage levert aan de duurzame

12 doelstellingen van de gemeente. De gemeente is eigenaar van de gronden en zal ook eigenaar blijven bij de exploitatie van het zonnepark. Netaansluiting De aansluiting van het zonnepark zal plaatsvinden op het hoogspanningsstation in de omgeving van het bedrijventerrein Tichelrijt. De afstand tot dit station bedraagt circa 2,5 km. Met het vermogen van de locatie en de kosten van de kabel is een goede aansluiting te maken op het hoogspanningsstation. Conclusie Getoetst aan de diverse criteria voor een locatie voor grootschalige opwekking van zonne-energie, voldoet de locatie op alle punten aan deze criteria. De locatie op Tichelrijt is een geschikt locatie voor de grootschalige opwekking van zonne-energie. 2.2 Huidige situatie In de huidige situatie is het perceel in gebruik als agrarische grond. De locatie wordt aan de zuidzijde begrensd door de Vierbundersweg, de verbindingsweg tussen het bedrijventerrein Tichelrijt en de rondweg van Tilburg. Het perceel is in de gemeentelijke structuurvisie aangewezen als toekomstige uitbreidingslocatie voor het bedrijventerrein Tichelrijt. Daarnaast loopt dwars door het plangebied de rivier de Donge. Deze rivier is een laaglandrivier die ontstaat door grond- en regenwater. De betreft hier de bovenloop van de Donge die even verderop aan de andere kant van het bedrijventerrein kruist met het Wilhelminakanaal en verder afstroomt in de richting van de Amer. Er is momenteel al het voornemen om met een tijdelijke vergunning zonnepark te realiseren. (<10 jaar) op deze locatie een Figuur 2.2 Luchtfoto huidige situatie

13 2.3 Toekomstige situatie In de toekomstige situatie wordt het veld benut voor de plaatsing van zonnepanelen. In figuur 2.3 is de toekomstige indeling van het veld weergegeven. Het gaat hierbij om een concept-inrichting van het veld. Rondom het veld is de landschappelijke inpassing gelegen. Een beschrijving van de landschappelijke inpassing is opgenomen in paragraaf 4.2. Basisprincipe ontwerp zonnepanelen Wat betreft de ondergrond zullen er geen grote veranderingen optreden. Na egalisatie (voor zover nodig) wordt gras ingezaaid. Tijdens de bouw wordt het systeem met schroefpalen in de grond bevestigd of worden de systemen door middel van betonnen liggers gefundeerd in de grond. Hiervoor wordt geen zwaar materieel ingezet, hierdoor wordt de bodem en het gras niet of nauwelijks beschadigd. Figuur 2.3 Legplan Tichelrijt Kenmerken van een zonnepark Basiselement van een zonnepark zijn de zonnepanelen in een bepaalde opstelling met fundering. Voor de locatie Tichelrijt is gekozen voor een oost-westoriëntatie van de panelen. Het maximaal opgewekt vermogen is hierdoor wat lager dan bij een zuidoriëntatie, de gemiddelde opbrengst per dag is hoger, waardoor de opstelling een vergelijkbare opbrengst heeft. Het gaat hierbij om een opstelling van een aantal zonnepanelen naast en boven elkaar op een zogenaamde tafel. De tafel is de (elektrische) eenheid van het park. De tafel heeft een bepaalde afmeting en hellingshoek. Daarnaast zijn er aspecten als afstand tussen rijen, het transformatorgebouw, onderhoudspaden op het terrein, hekwerk met camerabewaking en toegang. Dit zijn aspecten van de interne organisatie van een zonnepark. Er zijn ook externe aspecten zoals: schouwstroken voor het beheer van watergangen en de ruimte voor de noodzakelijke landschappelijke inpassing. Figuur 2.4 Doorsnede paneelopstelling

14 Maatvoering van de panelen De panelen hebben veelal een maat van 1m bij 1,6 m. Er zijn meerdere opstellingsmogelijkheden. Er worden twee of drie panelen boven elkaar geplaatst. De panelen staan onder een hoek van circa 15 graden op stellingen. Deze stellingen hebben een betonnen voet als fundering, die op het maaiveld is geplaatst. De onderkant van de panelen wordt geplaatst op een hoogte van 0,7m. De bovenkant heeft een maximale hoogte ten opzichte van het maaiveld van 2 m. Andere opstellingen leiden natuurlijk tot andere hoogtes. Voor het onderhoud is er tussen het hekwerk en de panelen een zone met een breedte van 4 meter. De transformator moet bereikbaar zijn voor zwaar verkeer in verband met onderhoud en brandvoorschriften. De transformatorhuisjes hebben een afmeting van 1,5 m bij 2 m met een hoogte van maximaal 2 m. Figuur 2.5 Zonnepanelen met betonnen fundering en stelling Figuur2.6 Transformator

15 2.4 Vertaling naar het bestemmingsplan Bij het opstellen van het bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Daarnaast is voor het bestemmingsplan aangesloten bij de standaard voor bestemmingsplannen in gemeente Dongen en de landelijke standaard voor bestemmingsplannen: de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). In het plan is voor het zonnepark de bestemming Bedrijf - Zonnepark opgenomen. Binnen deze bestemming is een bouwvlak opgenomen, waarbinnen het bouwen van constructies ten behoeve van de plaatsing van zonnepanelen is toegestaan.

16

17 Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 Rijksbeleid In dit hoofdstuk wordt het relevante planologische beleidskader beschreven vanuit het rijk (paragraaf 3.1), de provincie (paragraaf 3.2) en de gemeente (paragraaf 3.3). Het initiatief om een nieuw zonnepark te plaatsen wordt in dit hoofdstuk aan dit beleidskader getoetst. De resultaten van de toetsing zijn te vinden in paragraaf 3.4. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijken mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In deze structuurvisie schetst het Rijk de ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028: de hoofdnetwerken voor personen- en goederenvervoer en energie (inclusief het aanwijzen van gebieden waar grootschalige windparken kunnen komen); de waterveiligheid (zoals de Afsluitdijk), het kustfundament en de milieukwaliteit; de bescherming van het cultureel erfgoed en unieke natuur (zoals de Waddenzee, de Stelling van Amsterdam en de Veluwe). Besluit ruimtelijke ordening (Barro) In het Besluit ruimtelijke ordening (Barro) geeft het Rijk in algemene regels aan waaraan bestemmingsplannen (dan wel een omgevingsvergunning als deze) moeten voldoen. In samenhang met het beleid dat is aangegeven in de SVIR, zijn deze regels vooral gericht op het veilig stellen van de nationale belangen waarvoor, gelet op de belangen, beperkingen gelden voor de ruimtelijke besluitvorming op lokaal niveau. In het Barro worden noch aan de locatie noch aan de ontwikkeling van dit project regels gesteld. Het beoogde zonnepark raakt geen van de onderwerpen in het ruimtelijke Rijksbeleid. Het ruimtelijke Rijksbeleid verzet zich zodoende niet tegen de ontwikkeling van het zonnepark op deze locatie. Besluit ruimtelijke ordening (Ladder voor duurzame verstedelijking) In artikel 3.1.6 lid 2 Bro is per 1 oktober 2012, met een aanpassing per 1 juli 2017, voorgeschreven, dat indien een bestemmingsplan 'een nieuwe stedelijke ontwikkeling' mogelijk maakt, in de toelichting van het bestemmingsplan een verantwoording daarvan moet plaatsvinden volgens de systematiek van de ladder voor duurzame verstedelijking. De ontwikkeling van een zonnepark wordt gezien als een bedrijfsmatige activiteit en als zodanig aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling binnen de ladder. Hiervoor dient bij een ontwikkeling de toetsing aan de ladder te worden gedaan. Bij de toets aan de ladder komen de volgende onderzoeksvragen aan bod: Stap 1. Voorziet de voorgenomen ontwikkeling in een behoefte? Stap 2. Vindt de ontwikkeling plaats buiten bestaand stedelijk gebied, dient te worden gemotiveerd

18 waarom de ontwikkeling niet binnen bestaand stedelijk gebied kan worden opgevangen. Stap 1 Behoefte Op basis van het energieakkoord (2013, zie hieronder) geldt dat er binnen Nederland behoefte is aan verschillende vormen van duurzame energie om te komen tot een aandeel van 16% duurzame energie in 2023. Hiervoor dienen alle vormen van duurzame energie te worden benut. Om dit te bewerkstelligen is het noodzakelijk dat er nieuwe vormen van duurzame energieopwekking worden gerealiseerd. Stap 2 Inpassing bestaand stedelijk gebied Het planvoornemen heeft betrekking op de realisatie van een grootschalige opwekking van duurzame energie door middel van een zonnepark. Hiervoor is het noodzakelijk dat er voldoende vrije ruimte beschikbaar is. Binnen het bestaand stedelijk gebied van de gemeente Dongen zijn geen mogelijkheden om op één locatie evenveel ruimte beschikbaar te stellen voor de opwekking van zonne-energie. De locatie is in de structuurvisie van de gemeente wel aangewezen als een toekomstige ontwikkelingslocatie. Energieakkoord In het energieakkoord is de basis gelegd voor een breed gedragen, robuust en toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid. Het energieakkoord biedt een langetermijnperspectief met afspraken op de korte en middellange termijn. Hiervoor zijn de volgende doelen geformuleerd: een besparing van energieverbruik met gemiddeld 1,5%; 100 Peta joule energiebesparing per 2020; een toename van het aandeel duurzame energie naar 14% van het totale jaarverbruik in Nederland in 2020 met een doorgroei naar 16% in 2023; het creëren van ten minste 15.000 voltijdsbanen binnen de duurzame energiesector. Deze doelen zijn verder uitgewerkt in verschillende pijlers. Voor de ontwikkeling van het zonnepark zijn vooral pijler 2 'Opschalen hernieuwbare energieopwekking' en pijler 3 'Stimuleren van decentrale duurzame energie (DDE)'. In het energieakkoord wordt uitgegaan van een opwekking van 186 PJ (Peta Joule) energie uit hernieuwbare energiebronnen. Om te komen tot deze energieopwekking zijn alle vormen van energieopwekking nodig: wind, biomassa en zon. Momenteel bedraagt het aandeel zonne-energie minder dan 1% van de totale energievraag. Het toekomstige zonnepark levert daarom een belangrijke bijdrage aan de doelstelling van het Rijk om te komen tot een aandeel van 16% van duurzaam opgewekte energie in het totale Nederlandse energieverbruik in 2023. Het project past zodoende in het energiebeleid van het Rijk zoals dat is neergelegd in het Energieakkoord. 3.2 Provinciaal beleid Provinciale structuurvisie Brabant In de structuurvisie geeft de provincie aan welke doelen de provincie nastreeft, wat voor beleid de provincie voert, hoe de provincie stuurt om haar doelen te realiseren en welke instrumenten zij daarbij inzet. In 2014 is de visie gedeeltelijk herzien. Die herziening richt zich alleen op het verwerken van besluitvorming die op provinciaal niveau al heeft plaats gehad. Bij ruimtelijke keuzes hanteert de provincie twee leidende principes. Dit betekent dat deze richting geven aan het maken van de keuzes en een belangrijke rol spelen in de uitwerking van de provinciale belangen. Dit zijn: Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid: De provincie kiest voor een duurzame ontwikkeling waarin de kwaliteiten van de provincie sturend zijn bij de ruimtelijke keuzes die de komende jaren op de provincie af komen.

19 Vestigings- en leefklimaat en gezondheid: De provinciale belangen en ruimtelijke keuzes moeten bijdragen aan het vestigings- en leefklimaat van Noord-Brabant. In de structuurvisie is het gebied aangewezen als een ontwikkelingsgebied voor bedrijventerrein. Daarnaast maakt de beek de Donge uit van de groene structuur in de omgeving. Ten aanzien van de ontwikkeling van duurzame energie in de vorm van zonne-energie, wil de provincie inzetten op de plaatsing van zonnepanelen op braakliggende (bedrijven)terreinen. De ontwikkeling van een zonnepark op het bedrijventerrein Tichelrijt voldoet hiermee aan de doelstellingen van de provincie zoals deze zijn gesteld in de provinciale structuurvisie. Provinciale verordening In de provinciale verordening van de provincie Brabant zijn regels opgenomen die de provincie heeft opgesteld om haar doelen, zoals verwoord in de structuurvisie te kunnen realiseren. De verordening is op 7 februari 2014 vastgesteld. In de verordening geldt de projectlocatie als een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling. Binnen dit zoekgebied zijn nieuwe stedelijke ontwikkelingen toegestaan. Bij een nieuwe stedelijke invulling van het gebied dient wel rekening gehouden te worden met de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en structuren in het gebied en de naaste omgeving. Landschappelijke inpassing Wijzigen van het bestemmingsplan kan uitsluitend plaatsvinden indien wordt bijgedragen aan de kwaliteitsverbetering van het landschap. Voor de uitvoering van kwaliteitsverbetering van het landschap heeft regio Hart van Brabant een notitie opgesteld. Deze notitie geeft aan hoe de gemeenten in de regio Hart van Brabant naast de toepassing van artikel 3.1 van de Verordening ruimte 2014, ook toepassing geven aan artikel 3.2 van de verordening ruimte 2014. Bij de ontwikkeling van het zonnepark wordt tevens voorzien in een landschappelijke inpassing langs de Vierbundersweg, zodat voorzien wordt in een passende overgang tussen het buitengebied ten zuiden van de Vierbundersweg en het zonnepark. In paragraaf 4.2 wordt nader ingegaan op de landschappelijke inpassing. Figuur 3.1 Verordening ruimte Noord-Brabant (geconsolideerde versie 15-7-2017)

20 3.3 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Dongen 2020 (vastgesteld december 2009) De Structuurvisie bevat het integrale ruimtelijke beleid op hoofdlijnen voor de gehele gemeente tot 2020. De ambitie die in de visie is vastgelegd is het met open vizier en met zoveel mogelijk inwoners van Dongen nadenken over het creëren, het in stand houden en het versterken van een aantrekkelijke en functionele woon-, werk- en leefomgeving. Centraal staat dat iedereen zoveel mogelijk kan deelnemen aan het wonen, werken en leven in de gemeente en dat de eigenheid van Dongen wordt gewaarborgd. Aan die ambitie zijn drie belangrijke hoofdopgaven gekoppeld. Het gaat om: goed wonen, werken en leven voor iedereen; (cultuur)historisch Dongen; versterken groenblauwe raamwerk. In de structuurvisie is de locatie aangewezen als een uitbreidingslocatie voor het bedrijventerrein Tichelrijt. Omdat de gemeente Dongen ook wil investeren in duurzame energie is deze locatie die voorlopig niet ingevuld gaat worden ten behoeve van het bedrijventerrein een goede locatie voor de plaatsing van zonnepanelen. 3.4 Conclusie De ontwikkeling van het zonnepark is in overeenstemming met het rijks-, provinciaal en het gemeentelijk beleid. De ontwikkeling draagt bij aan de doelstellingen uit het energieakkoord om in 2023 16% van de energiebehoefte uit hernieuwbare en duurzame energiebronnen te halen. Daarnaast is er vanuit het provinciaal beleid aangegeven dat de realisatie van zonneparken op braakliggende (bedrijven)terreinen als een wenselijke toevoeging aan het duurzaam arsenaal wordt gezien. Wel dient er aandacht te zijn bij ontwikkelingen aan de landschappelijke kwaliteiten. Dit wordt gedaan door de landschappelijke inpassing. Op basis van het gemeentelijk beleid kan geconcludeerd worden dat het past binnen het voornemen om meer in te zetten op duurzame energie, waarbij gebruik gemaakt wordt van gronden die in het verleden zijn aangewezen als een uitbreiding voor het bedrijventerrein. Geconcludeerd kan worden dat het planvoornemen met de landschappelijke inpassing zoals is beschreven in het landschapsplan past binnen de geldende beleidskaders.

21 Hoofdstuk 4 Milieu aspecten In dit hoofdstuk vindt de toetsing plaats aan het relevante sectorale beleid en de relevante wet- en regelgeving. Het gaat daarbij om de effectbeschrijving van het voornemen op de aspecten 'ecologie', 'landschap', 'archeologie' en 'kabels en leidingen'. Ook de verplichte watertoets komt in dit hoofdstuk aan bod. In de afsluitende paragraaf worden geconcludeerd dat het project kan voldoen aan de relevante sectorale wet- en regelgeving en aan welke voorwaarden voldaan moet worden. 4.1 Ecologie Gebiedsbescherming De beoogde ontwikkelingen vinden plaats op grote afstand (5 kilometer of meer) van de Natura 2000- gebieden. Effecten als vernietiging/areaalverlies, versnippering, verdroging of verstoring door geluid of licht zullen dan ook niet optreden. De ontwikkelingen in het plangebied leiden niet tot negatieve effecten op de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het plangebied grenst aan de noordzijde aan het Kanaal, dit is een ecologische verbindingszone. De aanleg en het gebruik van het zonnepark hebben geen invloed op de waarden van deze ecologische verbindingszone. Soortbescherming Het plangebied kent een regulier agrarisch beheer. Het is een open landbouwgebied en ongeschikt voor beschermde natuurwaarden, uitgezonderd broedvogels. In de directe omgeving zijn ook geen dassenburchten aanwezig. In zeer lage aantallen komen broedvogels voor. Voor de aanleg van het zonnepark is dan ook geen ontheffing nodig in het kader van de Wet natuurbescherming. Eventuele broedvogels mogen niet verstoord worden. 4.2 Landschap Uitgangspunt Uitgangspunt voor de landschappelijke inpassing van het zonnepark is ook dat het zonnepark zichtbaar mag zijn. De bijzondere situatie doet zich voor dat het zonnepark aan drie zijden aan het zicht wordt onttrokken: Aan de westzijde ligt het bedrijventerrein en enige woningen met grote groen tuinen; Aan de noordzijde ligt de kanaaldijk met op de dijk een verhard fietspad. Vanaf de dijk is er dus zicht op het plangebied; Aan de oostzijde ligt een boselement en beplanting op het talud van het viaduct. Vanaf de zuidzijde is het plangebied goed zichtbaar. Voor de landschappelijke inpassing van het zonnepark wordt niet gekozen voor afscherming door middel van opgaande beplanting maar voor bloemrijke akkerranden. Deze dragen bij aan de

22 natuurbeleving en biodiversiteit. In het kader van schittering als gevolg van de panelen op de Vierbundersweg zal worden gekeken naar een afscherming met dezelfde hoogte als de paneelopstelling, waardoor schittering als gevolg van de panelen wordt beperkt. Figuur 4.1 Doorsnede van akkerrand, hek en onderhoudspad Figuur 4.2 Ligging van de elementen van de landschappelijke inpassing De volgende elementen vormen onderdeel van de landschappelijke inpassing: Een 10 meter brede zone aan de zuidzijde. Deze maat is gelijk aan de breedte van de landschappelijke inpassing van het aangrenzende bedrijventerrein; Aan de noord zijde een 7 meter brede zone; Aan de westzijde bij de woning een driehoek met aan de wegzijde een breedte van 30 meter. Dit om enige afstand te houden tussen de zonnepanelen en de woning. De totale landschappelijke inpassing heeft een oppervlakte van 1,2 ha. Voor het zonnepark is een bruto oppervlakte beschikbaar van 10,0 ha. Afsprakenkader landschappelijke kwaliteitsverbetering Hart van Brabant Op basis van het regionale afsprakenkader geldt voor stedelijke ontwikkelingen binnen de aanduiding "zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling" de afspraak dat tenminste 1% van de prijs van de waardevermeerdering van de gronden geïnvesteerd moet worden in kwaliteitsverbetering. Uit tabel 4.1 blijkt dat voor het zonnepark ten minste 7.182,45 aan kwaliteitsverbetering van het landschap dient te worden toegepast.

23 Tabel 4.1 Waardevermeerdering Grondprijs per m2 Oppervlakte Waarde Huidig gebruik Landbouwgrond 8,50 82.267 m2 699.269,50 Landbouwgrond 7,50 30.105 m2 225.787,50 Toekomstig gebruik Zonnepark 16,00 100.000 m2 1.600.000,- Landschappelijke inpassing 3,50 12.372 m2 43.302,- Waardevermeerdering 718.245,- 1% van de 7.182,45 waardevermeerdering Tegen over deze waardevermeerdering dient een landschappelijke kwaliteitsverbetering plaats te vinden. Hiervoor wordt 1,2 hectare rondom het terrein ingericht als een akkerrand. Op basis van de werkafspraken is gebruikgemaakt van het Stimuleringskader Groen-Blauwe diensten (STIKA) van de provincie Brabant. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de aanleg en het (jaarlijks) onderhoud. De looptijd van het zonnepark is minimaal 15 jaar, dat is namelijk de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij het rijk. In tabel 4.2 is de investering voor de landschappelijke inpassing opgenomen. Hieruit blijkt dat voor de voorgestelde landschappelijke inpassing een totale investering benodigd is van 28.189,60. Dit is ruim meer dan de minimale eis van 7.182,45. De voorgestelde landschappelijke inpassing voor het zonnepark voldoet hiermee aan het regionale afsprakenkader voor een landschappelijke kwaliteitsverbetering Tabel 4.2 Kosten landschappelijke inpassing Kosten Oppervlakte Totaal Aanleg akkerrand 18,60 / are 123,72 are 2.301,19 Onderhoud akkerrand (15 jaar) 13,95 /are/jr 123,72 are 25.888,41 Totale kosten 28.189,60 4.3 Archeologie Toetsingskader Wet op de archeologische monumentenzorg/verdrag van Malta In Europees verband is het zogenaamde "Verdrag van Malta" tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. Om dit meewegen te laten plaatsvinden wordt, naast de bestaande regelgeving en beleid, een economische factor toegevoegd. De kosten voor het zorgvuldig omgaan met het bodemarchief, dus de kosten voor inventarisatie, (voor)onderzoeken, bodemonderzoek en documentatie, worden door de initiatiefnemer betaald.

24 In de geest van het Verdrag van Malta is in 2007 een wijziging van de monumentenwet 1988 in de vorm van de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) van kracht geworden. Een belangrijk onderdeel van de gewijzigde Monumentenwet 1988 is dat de verantwoordelijkheid voor het cultureel erfgoed bij de gemeenten komt te liggen. In de Monumentenwet 1988 wordt geregeld dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Volgens de wet kan in het belang van de archeologische monumentenzorg bij een bestemmingsplan worden bepaald dat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport dient over te leggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is vastgesteld. Beoordeling De locatie is gelegen binnen een gebied met middelhoge archeologische waarden. Hierdoor is nader archeologisch onderzoek bij bodemingrepen groter dan 100 m2 en tot een diepte van 50 cm niet noodzakelijk. De bekabeling wordt op een diepte van circa 25 cm gelegd. De fundering van de paneelopstelling bestaat uit betonnen liggers die op het maaiveld worden geplaatst. Ten behoeve van de transformatoren wordt een betonnen ondergrond geplaatst met een diepte van 15 cm. De bekabeling van het park en de benodigde fundering van het park worden niet dieper dan 50 cm gerealiseerd. Nader onderzoek naar archeologie is niet noodzakelijk. 4.4 Water Toetsingskader Op grond van artikel 3.1.6 lid 1 onder b van het Bro dient inzicht te worden gegeven in de gevolgen voor de waterhuishouding die samenhangen met een ruimtelijke ontwikkeling die door middel van een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt. Huidige situatie Projectgebied Het projectgebied ligt deels binnen het beheersgebied van het waterschap Brabantse Delta en deels binnen het beheergebied van Rijkswaterstaat. Bodem en grondwater Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit zandgronden Er is sprake van grondwater trap V. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste waterstand minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand meer dan 1,2 m beneden maaiveld ligt. Het maaiveld ligt op circa tot 4,8 m boven NAP. Waterkwantiteit Binnen het projectgebied is een watergang aanwezig, namelijk de Donge. Aan de noordzijde van het projectgebied is het Wilhelminakanaal aanwezig, dit is tevens een transportroute tussen de Amer en de Zuid-Willemsvaart. Op alle watergangen en sloten binnen het plangebied is de keur van het waterschap van toepassing. Voor ingrepen die binnen 5 m vanaf de insteek van waterlopen plaatsvinden, dient een ontheffing van de keur te worden aangevraagd. Dit geldt ook voor ingrepen zoals het verleggen en dempen van watergangen en het aanbrengen van duikers in watergangen. Voor het Wilhelminakanaal geldt dat deze onder beheer van Rijkswaterstaat valt.

25 Watersysteemkwaliteit en ecologie Binnen het plangebied liggen de waterlichamen de Donge en (een deel van) het Wilhelminakanaal. Beide wateren zijn aangewezen als ecologische verbindingszone en als KRW-waterlichaam. Waterkeringen De dijken langs het Wilhelminakanaal zijn regionale waterkeringen waarvoor Rijkswaterstaat het bevoegd gezag is. Aan de zuidzijde van het kanaal en voor een heel plein deel ook aan de noordzijde ervan liggen de kernzone van deze waterkeringen en de bijbehorende beschermingszones zijn voor een klein deel gelegen binnen het plangebied. Binnen deze zone worden geen bouwwerken geplaatst. Toekomstige situatie Algemeen De beoogde ontwikkeling bestaat uit de realisatie van een zonnepark van circa 10 ha. Bij de beoogde ontwikkeling worden zonnepanelen geplaatst op een metalen frame. Het regenwater dat op de panelen valt, stroomt af richting de bodem (tussen de zonnepanelen is voldoende ruimte aanwezig zodat het regenwater verspreidt op het maaiveld kan vallen), waar het water infiltreert. Het regenwater zal dan ook niet versneld afstromen richting het oppervlaktewater. Het zonnepark wordt door de vrije afstroming van het regenwater richting de onderliggende bodem niet gezien als toename in verharding. Watercompensatie is voor dit plan dan ook niet vereist. De huidige watergangen blijven met de realisatie van het zonnepark hetzelfde en er wordt geen drainage aangelegd. Afwaterketen en riolering Het zonnepark wordt niet aangesloten op het rioleringsstelsel. De ontwikkeling is dan ook niet van invloed op de belasting van het rioleringssysteem. Het hemelwater stroomt direct af richting de bodem waar dit water infiltreert. Het oppervlak van de zonnepanelen zal niet verontreinigd zijn. Door het afstromende regenwater vindt dan ook geen verontreiniging van bodem en water plaats. Watersysteemkwaliteit en ecologie Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, nietuitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase. Veiligheid en waterkeringen De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving. Waterbeheer Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aanof afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd. Conclusie De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.

26 4.5 Conclusie Uit de voorgaande paragrafen blijkt dat de ontwikkeling geen negatieve gevolgen heeft voor de diverse sectorale aspecten. De ontwikkeling past binnen het gestelde beleid en de geldende sectorale wet- en regelgeving. Bij de uitvoering dient rekening worden gehouden met het volgende. De start van de werkzaamheden voor de aanleg van het zonnepark mag niet plaats vinden gedurende het broedseizoen, globaal tussen 1 maart en 1 juli. De aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing van het project dient te zijn zeker gesteld. Dit kan als voorwaarde aan de omgevingsvergunning worden verbonden. Graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm beneden het maaiveld met een oppervlakte groter dan 100 m2 zijn, op basis van de archeologische verwachtingswaarde ter plaatse niet toegestaan. Bij de aanleg van het zonnepark zal niet dieper dan 50 cm beneden maaiveld worden gegraven. De effecten op de lange termijn (>10 jaar) zijn niet wezenlijk anders dan de effecten op korte termijn, er kan worden geconcludeerd dat de maatregelen die genomen worden in het kader van de tijdelijke vergunning ook voldoende zijn voor definitieve regeling in dit bestemmingsplan.

27 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Economische uitvoerbaarheid De gemeente is eigenaar van de gronden en initiatiefnemer van het park. Door middel van gronduitgifte worden de kosten voor het initiatief verhaald op de exploitant van het zonnepark. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende onderbouwd. 5.2 Maatschappelijke aspecten In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro zal het bestemmingsplan worden toegezonden aan de verschillende overlegpartners. Vervolgens zal het ontwerpbestemmingsplan volgens de wettelijke procedures ter inzage gelegd. Hierbij wordt één ieder in de gelegenheid gesteld tot het indienen van zienswijzen.

28

Regels

30

31 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Zonnepark Tichelrijt met identificatienummer NL.IMRO.0766.BP2018000049- VG01 van de gemeente Dongen. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels. 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 bedrijf een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen. 1.6 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.7 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.8 bevoegd gezag het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.9 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. 1.10 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.11 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.12 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel.

32 1.13 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.14 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.15 bijbehorend bouwwerk de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak. 1.16 bijgebouw een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.17 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.18 hoofdgebouw een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. 1.19 overig bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden. 1.20 peil a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan. 1.21 voorgevel de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

33 Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.2 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.3 breedte, lengte en diepte van een gebouw tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren. 2.4 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.5 vloeroppervlakte de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

34

35 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Bedrijf - Zonnepark 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf - Zonnepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. Het bedrijfsmatig opwekken van energie door middel van zonnepanelen, met bijbehorende voorzieningen, zoals parkbekabeling, transformatoren en onderhoudspaden; b. landschappelijke inpassing; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen. 3.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1 Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m; c. de oppervlakte per gebouwen bedraagt ten hoogste 20 m 2 ; 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. binnen het bouwvlak mogen de volgende bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd: 1. bouwwerken ten behoeve van de plaatsing van zonnepanelen met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m; b. Binnen en buiten het bouwvlak mogen de volgende bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd: 1. erfafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m; 2. lichtmasten met een bouwhoogte van ten hoogste 5 m; 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m. 3.3 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. De eigen parkeerbehoefte wordt opgevangen op eigen terrein; b. opstelplaatsen ten behoeve van het onderhoud voor het zonnepark worden gerealiseerd op het eigen terrein. c. het in gebruik nemen en hebben van het zonnepark, zoals bedoeld in 3.1 onder a is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing zoals is opgenomen in paragraaf 4.2 van de toelichting bij dit bestemmingsplan is gerealiseerd en blijvend in stand wordt gehouden.

36

37 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

38 Artikel 5 Overige regels 5.1 Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

39 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 6 Overgangsrecht 6.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 6.2 Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

40 Artikel 7 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Zonnepark Tichelrijt'.

Verbeelding

[lege A4 t.b.v. dubbelzijdig afdrukken]

1 dijk Noord Kanaaldijk Zuid 119DN Plangebied Wilhelminakanaal 119DY Plangrens de Nestel 7 119DAA 119DX Enkelbestemmingen B-ZON Bedrijf - Zonnepark 24H 24 de Nestel Bouwvlakken 24B 24A de Slof Donge 1 Daniëlsweg Kanaaldijk Noord bouwvlak 22 15 Kanaaldijk Zuid Kanaaldijk Noord de Slof 18 7 16 12 14 Daniëlsweg 5 Kanaaldijk Zuid Kanaaldijk Zuid M 10K 10J 10E 10G 10H Wilhelminakanaal B-ZON B-ZON Donge Vierbundersweg 42 DONGEN Zonnepark Tichelrijt BESTEMMINGSPLAN N project 076600.20171615 formaat A2 vastgesteld 05-07-2018 schaal 1:2000 ontwerp 17-04-2018 kaart 1/1 voorontwerp -- -- -- getekend idn ing R. Durville concept NL.IMRO.0766.BP2018000049-VG01 11-12-2017 w e www.rho.nl info@rho.nl

[Lege A3 pagina liggend ten behoeve van dubbelzijdig afdrukken]

[lege A4 t.b.v. dubbelzijdig afdrukken]

raadsbesluit