Inkoop Forensische Zorg 2012 Handleiding. Datum 15 augustus 2011

Vergelijkbare documenten
Inkoop Forensische Zorg Informatiebijeenkomst

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013

Zorginkoop september 2015

Inkoop Forensische Zorg 2011 Handleiding. Datum 16 augustus 2010

Offerteaanvraag Forensische Zorg Datum 1 augustus 2012

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

Planning & Control 2012 Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra Particuliere inrichtingen. Datum 15 augustus 2011

Offerteaanvraag Forensische Zorg Datum 20 september 2013 Status Definitief

Aanbieders forensische zorg. Datum 30 mei 2016 Onderwerp Procedure Incidentele Budgetophoging (IBO) Geachte heer/mevrouw,

Inkoop Forensische Zorg 2015

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001

Handleiding Financiering en Registratie 2014 Forensische Zorg. Datum 20 september 2013 Status Definitief

Inkoopplan Forensische Zorg Datum 18 juni 2012

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

Handleiding Financiering en Registratie 2013 Forensische Zorg. Datum 1 augustus 2012 Status

DEEL I PRESENTATIE Marktconsultatie forensische zorg 8 juni 2017

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg

BELEIDSREGEL BR/FZ-0010

Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002

Forensische Zorg. Inkoop 2014

Aanwijzing Controleprotocol Forensische Zorg 2011

BIJLAGE E Definitielijst

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ

DEEL I PRESENTATIE Marktconsultatie DJI bijeenkomst 2 18 mei 2017

Planning & Control 2013 Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Particuliere inrichtingen) Datum 1 augustus 2012

Beveiliging Forensisch Psychiatrische Afdelingen. Inspectiebericht Themaonderzoek

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg

De vernieuwing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader Uitgangspunten, uitwerking en invoering

Handleiding Financiering & Registratie 2016 Inkoop Overige Forensische Zorg en inkoopplaatsen Tbsdwang (niet-justitiële FPC's) Datum 3 september 2015

Productievoorstel justitiële FPC s 2017

Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg Datum 1 juni 2011

Datum 30 juni 2017 Onderwerp Aanbesteding forensische zorg en rechtspositie tbs-gestelde in FPK

Nota van Inlichtingen. Handleiding Zorginkoop 2011

Handleiding Financiering & Registratie 2015 Voor de Overige Forensische Zorg en Tbs-dwang voor nietjustitiële

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ

Handleiding Financiering & Registratie 2015 Voor de Overige Forensische Zorg en Tbs-dwang voor nietjustitiële

In deze circulaire worden de belangrijkste wijzigingen in een aantal beleidsregels en in één regeling voor 2012 en 2013 toegelicht.

Planning & Control 2012 Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra Rijksinrichtingen. Datum 15 augustus 2011

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Meerjarenbeleid inkoop forensische zorg Datum 16 augustus 2013

Nieuwsbrief forensische zorg

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Offerteaanvraag 2016 Forensische Zorg. Datum 21 augustus 2015 Status Definitief

13 juli 2018, versie 2.0 TBS Dwang

Planning & Control 2011 Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra Particuliere FPC. Datum 16 augustus 2010

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NADERE REGEL NR/REG-1813

Marktscan Forensische zorg met strafrechtelijke titel

De NZa berekent de totale contracteerruimte voor 2014 met inachtneming van de volgende punten:

BELEIDSREGEL CU Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg. 1. Algemeen

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Marktscan en Beleidsbrief Forensische zorg in strafrechtelijk kader 2013

Nieuwsbrief forensische zorg

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D

Amarant Amar De W oens else oens else Poort Juni Jun

FAQS voor Langdurige GGZ

Veelgestelde Vragen over de transitie Langdurige GGZ

Inkoopplan 2016 Forensische Zorg. Datum 14 augustus 2015 Status definitief

Perceel: Klinisch. : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Regulering /

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

Offerteaanvraag 2015 Forensische Zorg. Datum 15 augustus 2014 Status Definitief

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 juni 2017 Onderwerp FPK De Woenselse Poort

Inkoopplan 2015 Forensische Zorg. Datum 1 augustus 2014 Status Definitief

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Uitvoeringsregels Forensische Zorg 2011

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie verslagjaar 2013

Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek. Contractduur : 1 januari december 2014 Onderwerp : Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek

Verpleging en verzorging (V&V)

Onderzoeksrapportage. Drieluik rapportages continuïteit van zorg. Achtergrondrapportage omvang doelgroep. Advies

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

Forensische-zorgwijzer

Uitgangspunten Zorginkoop Forensische Zorg Datum 18 juni 2010

Planning & Control 2014 Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Particuliere inrichtingen) Datum 20 september 2013

INKOOPBELEID 2015 LANGDURIGE GGZ

Verantwoordingsdocument Forensische Zorg 2013

Cijfers & bijzonderheden 2018

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Marktscan en beleidsbrief Forensische zorg in strafrechtelijk kader 2014

Uitvoeringsregels Forensische Zorg 2012

AANWIJZING CONTROLEPROTOCOL PRODUCTIEVERANTWOORDINGEN FORENSISCHE ZORG 2011

nr. Onderwerp Vraag Antwoord 1 Nieuw initiatief 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte aanlevering minimale dataset forensische zorg

Nieuwsbrief forensische zorg Nr 4, oktober 2012

Bijlage bij Marktscan forensische zorg Bronnen en methoden

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D

Informatiebijeenkomst. Inkoop 2018

Handleiding Planning & Control Particuliere FPC 2016 Voor justitiële particuliere FPC's. Datum 3 september 2015

Nr. Onderwerp Vraag Antwoord

Van Telefoonnummer adres Kenmerk I.M. Vermeulen / J.J.Janse. invoering jeugd GGZ: gevolgen voor prestaties en tarieven april 2014

Memo tarieven inkoop 2018

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ

Transcriptie:

Inkoop Forensische Zorg 2012 Handleiding Datum 15 augustus 2011

Colofon Afzendgegevens Dienst Justitiële Inrichtingen Directie Forensische Zorg Schedeldoekshaven 101 2511 EM Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl Contactpersoon Directie Forensische Zorg Ons kenmerk 5706719/11 T 088 072 54 96 F 070 370 29 79 inkoopforensischezorg@dji.minjus.nl Auteurs Dienst Justitiële Inrichtingen Directie Forensische Zorg Pagina 3 van 127

Inhoud Colofon - 3 1 Inleiding - 7 2 2.1 Startbudget en groei - 11 Startbudget voor reguliere contracten - 11 2.2 Groei - 12 3 Speerpunten forensische zorg - 15 3.1 Beleidsspeerpunten - 15 3.1.1 Recidivevermindering - 15 3.1.2 Ketensamenwerking en continuïteit van zorg - 16 3.1.3 3.2 Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg - 16 Speerpunten per groeisegment - 17 3.2.1 Ambulante behandeling - 17 3.2.2 3.2.3 Ambulante zorg in de Penitentiaire Inrichting (PI) - 17 Beschermd wonen en begeleiding (RIBW) - 18 3.2.4 3.3 Verstandelijk gehandicaptenzorg ((SGL)VG) - 18 GGz-longcare - 18 4 Bekostigingsystematiek - 21 4.1 Inleiding - 21 4.2 4.2.1 Diagnose behandel en beveiligingscombinatie (DB(B)C) - 22 Inkoopkader DB(B)C - 22 4.2.2 4.2.3 Uitvoeringsregels DB(B)C s - 23 Bevoorschotting - 24 4.2.4 Relevante documenten - 24 4.3 4.3.1 ZZP - 24 Inkoopkader ZZP - 26 4.3.2 4.3.3 ZZP-bekostiging - 26 Relevante documenten - 27 4.4 AWBZ parameters - 28 5 Financiële spelregels 2012-29 5.1 Herschikking, substitutie en eindafrekening - 29 5.1.1 Herschikking - 29 5.1.2 Substitutie - 29 5.1.3 Eindafrekening - 30 5.2 Kapitaallasten - 30 5.3 Regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen - 31 5.4 Tarieven budgetparameters en DB(B)C - 31 6 Verantwoording - 33 6.1 Verantwoordingsinformatie - 33 7 Niet-justitiële FPC s - 37 7.1 Productie aanvraag - 37 7.2 Productieregistratie - 37 7.3 DB(B)C s - 37 7.4 7.5 Bevoorschotting - 38 Verantwoording - 38 Pagina 5 van 127

7.6 Reservecapaciteit - 38 7.7 Tijdsplan - 38 8 8.1 Indicatiestelling en plaatsing - 41 Inleiding - 41 8.2 8.3 Informatiesysteem Forensische Zorg (IFZO) - 41 Indicatiestelling - 41 8.3.1 Indicatiestelling TBS met dwangverpleging - 42 8.3.2 Indicatiestelling klinische zorg - 42 8.3.3 Indicatiestelling voor ambulante zorg - 42 8.3.4 8.3.5 Indicatiestelling voor beschermd wonen - 42 Indicatiestelling voor zorg in de PI - 42 8.4 Plaatsing - 43 9 Contracten forensische zorg - 45 10 10.1 Inkoopproces - 47 Planning - 47 10.2 Offerte-indiening - 47 10.3 10.4 Beoordeling en bespreking ingediende offertes - 48 Informatie en contactpersonen - 48 11 Uitsluitinggronden en geschiktheideisen - 49 11.1 Uitsluitinggronden - 49 11.2 Geschiktheideisen - 50 11.3 Toelatingseisen - 50 11.4 Aanvullende voorwaarden - 51 Bijlage 1 Checklist & Akkoordverklaring - 53 Bijlage 2 Gegevens met betrekking tot de eigen organisatie - 55 Bijlage 3 Verklaringen uitsluitingcriteria en geschiktheideisen - 56 Bijlage 4 Invulinstructie en Checklist Beoordelingskader - 57 Bijlage 5 Beoordelingskader Startbudget - 61 Bijlage 6 Beoordelingskader groei - 65 Bijlage 7 Format beoordelingskader startbudget - 73 Bijlage 8 Format beoordelingskader groei - 75 Bijlage 9 Schema ketenpartners - 81 Bijlage 10 Definities voor beoordelingskader - 83 Bijlage 11 Checklist DB(B)C/ZZP - 85 Bijlage 12 Toelichting op invoeren in IFZO - 87 Bijlage 13 Regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen - 91 Bijlage 14 Forensische Zorgtitels (stafrechtelijke maatregelen) - 95 Bijlage 15 Overeenkomst Inkoop Forensische Zorg - 97 Bijlage 16 Overeenkomst Inkoop Forensische Zorg (lichte variant) - 109 Bijlage 17 Declaratieovereenkomst - 121 Pagina 6 van 127

1 Inleiding De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de inkoop van forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Deze verantwoordelijkheid is belegd bij de directeur Forensische Zorg van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Voor de uitvoering van deze taak wordt onder andere deze Handleiding inkoop forensische zorg opgesteld. De directeur Forensische Zorg nodigt u hierbij uit om op basis van deze handleiding voor 3 oktober 2011 een offerte uit te brengen voor de levering van forensische zorg in een strafrechtelijk kader (verder forensische zorg) in 2012. De planning van het inkoopproces staat beschreven in hoofdstuk 10. In deze handleiding wordt ingegaan op de systematiek voor de inkoop forensische zorg. Dit betreft voor bestaande aanbieders met een regulier contract het bepalen van het startbudget voor 2012. Voor bestaande aanbieders (regulier en licht contact) en nieuwe aanbieders wordt daarbij ook ingegaan op de systematiek voor het verkrijgen van groei. Tevens wordt ingegaan op beleidsdoelstellingen, de bekostigingsystematiek, de indicatiestelling, de plaatsing, de contractvormen, de verantwoording en praktische aspecten rondom het indienen van de offerte. De opzet en inhoud van de handleiding komen in hoge mate overeen met de handleidingen voor de inkoop van forensische zorg uit voorgaande jaren. Herkenbaarheid voor de zorgaanbieders, de consistentie in de uitvoering van de zorginkoop en meerjarig beleid voor de forensische zorg zijn hiermee gediend. In 2012 wordt dezelfde inkoopsystematiek gehanteerd als in 2011. Er is wederom sprake van een startbudget voor bestaande aanbieders waarbij de herschikking van 2011 het uitgangspunt is. Het startbudget van zorgaanbieders voor klinische- en/of ambulante zorg wordt verlaagd naar respectievelijk 97,5% en 90%. Dit startbudget kan worden opgehoogd door te voldoen aan de gestelde voorwaarden en kwaliteitsen verantwoordingscriteria zoals beschreven in het beoordelingskader startbudget. Hiermee kunt u de korting terugverdienen. Het startbudget wordt maximaal opgehoogd tot 100% van de herschikkingsafspraak 2011. Groeivoorstellen van bestaande zorgaanbieders en productievoorstellen van nieuwe zorgaanbieders worden beoordeeld op behoeftestelling en kwaliteitseisen. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de systematiek voor het bepalen van het startbudget en het beoordelen van de groeivoorstellen. Voor de niet-justitiële Forensisch Psychiatrische Centra (FPC s) gelden specifieke eisen voor de totstandkoming en verantwoording van de budgetafspraken voor de capaciteit van TBS met dwangverpleging. Deze staan in hoofdstuk 7 beschreven. Wijzigingen in het inkoopbeleid De zorginkoop 2012 kent ten opzichte van 2011 enkele wijzigingen. De belangrijkste wijzigingen omvatten het volgende. 1 De systematiek waarbij in geval van afbouw van klinische capaciteit in het voorgaande jaar het vrijgevallen budget kan worden ingezet voor (groei van) ambulante zorg wordt in 2012 niet meer toegepast. Deze zogenaamde substitutieregeling komt te vervallen aangezien de afbouw van klinische capaciteit beperkt zal zijn in 2011. Dit leidt tot een vereenvoudiging van de inkoopsystematiek. Pagina 7 van 127

2 In 2012 wordt groei toegekend aan ambulante behandeling in de subsegmenten reguliere GGZ, forensische GGZ en verslavingszorg; ambulante behandeling in de penitentiaire inrichting (PI) en ambulante zorg voor verstandelijk gehandicapten. Daarnaast is er groei mogelijk voor verblijf voor verstandelijk gehandicapten en beschermd wonen (RIBW) al dan niet in combinatie met begeleiding (waaronder dagbesteding). 3 De invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek voor de forensische zorg wordt in 2012 voortgezet. Dit betreft de registratie, validatie en facturatie van de Diagnose Behandeling en (Beveiliging) Combinatie (DB(B)C) voor de behandelzorg, al dan niet met verblijf. Voor de beperkte groep patiënten die alleen begeleiding (eventueel met verblijf) ontvangen en voor specifieke zorg aan verstandelijke gehandicapten blijft de financiering op basis van het zorgzwaartepakket (ZZP) en ambulante AWBZ-parameters gehandhaafd. 4 In de bevoorschotting in het geval van DB(B)C-bekostiging vindt in 2012 een wijziging plaats. Om een vervolgstap te zetten in de implementatie van DB(B)C s is besloten om het voorschot in 2012 te beperken tot maximaal 50% van de gemaakte DB(B)C inkoopafspraken van 2012. Hiermee wordt de DB(B)C-offerte centraal gesteld. Financiering vindt plaats op basis van facturatie. Dit maakt factureren in DB(B)C s noodzakelijk in 2012 en wordt daarmee verplicht gesteld. De bevoorschotting (maximaal 50% van de gemaakte DB(B)C afspraken) dient door de zorginstellingen zelf bij de Directie Forensische Zorg (DForZo) aangevraagd te worden. Indien u nog niet heeft gefactureerd in 2011 is het belangrijk aan te geven wanneer u de afgesloten DB(B)C s van 2011 gaat factureren. Het vangnet blijft in 2012 volledig bestaan. De productieafspraken in ZZP s en ambulante AWBZ-parameters worden naar analogie van de systematiek in de AWBZ 100% maandelijks bevoorschot. In hoofdstuk 4 wordt de bekostigingssystematiek van de forensische zorg 2012 nader toegelicht. 5 Het is een verplichting om in 2012 een offerte in DB(B)C s en/of ZZP s in te dienen. Deze offertes dienen te voorzien te worden van een inhoudelijke onderbouwing. Daarmee beoogd DForZo om in 2012 ook in kwalitatieve zin voortgang te boeken in de implementatie van deze bekostigingssystematiek. Een offerte in budgetparameters wordt in 2012 gezien als schaduwofferte. De bepaling of er sprake is van de licht of regulier contract (respectievelijk een budget lager of hoger dan 500.000 euro) geschiedt op basis van de afspraak in budgetparameters. 6 Voor de inkoop 2012 zijn de offerte, definitieve afsprakensheet, DB(B)C-sheet en de ZZP-sheet aangepast en daarmee vereenvoudigd. Zo bestaat de ZZP sheet alleen nog uit ZZP reeksen en zijn de extramurale AWBZ-parameters, behoudens de parameters voor dagbesteding, onderdeel geworden van de offerte/afspraken sheet. In de DB(B)C sheet zijn de Overige producten niet meer als separate productgroep opgenomen. In 2012 dient productie die in de PI wordt geleverd separaat te worden geregistreerd. 7 De NZa wordt mogelijk in 2012 bevoegd om op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) prestaties en tarieven vast te stellen voor de forensische zorg. Daarnaast worden mogelijk ook nog andere bevoegdheden (op grond van de Wmg), van toepassing verklaard op de forensische zorg. Op het moment van vervaardigen van deze inkoophandleiding is dit nog niet bekend. Indien in 2012 bevoegdheden aan de NZa worden toegekend voor de forensische zorg, dan zal dat geen invloed hebben op de contracten die op basis van zowel de inkoophandleiding als de Uitvoeringsregels Forensische Zorg 2012 met de Pagina 8 van 127

zorgaanbieders zijn gesloten. Als er door de NZa in 2012 prestaties, tarieven, beleidsregels en/of nadere regels voor forensische zorg worden vastgesteld, gelden deze in het jaar 2013. Beoordelingskader voor startbudget en voor groei In deze handleiding zijn twee beoordelingskaders (bijlage 5 en 6) opgenomen. Eén beoordelingskader wordt gebruikt voor de berekening van het startbudget. Een tweede beoordelingskader betreft de beoordeling van groeivoorstellen voor bestaande en nieuwe zorgaanbieders. Nieuwe zorgaanbieders kunnen alleen een offerte indienen voor de groeisegmenten 2012. In hoofdstuk 2 worden deze beoordelingskaders nader toegelicht. Groeivoorstellen die geen betrekking hebben op de genoemde groeisegmenten voor 2012 worden in beginsel niet in behandeling genomen. Speerpunten De beleidsdoelstellingen voor de forensische zorg zijn gelijk aan voorgaande jaren. De algemene speerpunten maken onderdeel uit van het beoordelingskader voor de vaststelling van het startbudget. De speerpunten per segment maken, met uitzondering van de ambulante zorg en verblijf voor verstandelijk gehandicapten, geen onderdeel uit van een beoordelingskader. Desalniettemin acht DForZo deze speerpunten van belang en zal de wijze waarop invulling en uitvoering aan deze speerpunten wordt gegeven met zorgaanbieders bespreken. Hiervoor zal DForZo gedurende het jaar de verschillende contactmomenten met de zorgaanbieders benutten. Pagina 9 van 127

2 Startbudget en groei In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop het startbudget en de groeiruimte per zorgaanbieder worden vastgesteld. De systematiek voor het startbudget is gebaseerd op criteria aan de hand waarvan uw offerte wordt beoordeeld. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen kwaliteitscriteria en verantwoordingscriteria. De kwaliteitscriteria komen voort uit de beleidsdoelstellingen en speerpunten van de forensische zorg die staan weergegeven in de Nota Uitgangspunten forensische zorg 2012. In hoofdstuk 3 worden de speerpunten nog kort beschreven. De verantwoordingscriteria staan genoemd in hoofdstuk 6. In bijlagen 5 en 6 treft u de beoordelingskaders aan met een toelichting op de criteria en de weging ervan. Een definitielijst bij het beoordelingskader is bijgevoegd als bijlage 10. Tevens wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de beschikbare groeiruimte in 2012 en het beoordelingskader voor de groei. 2.1 Startbudget voor reguliere contracten Net als in 2011 hanteert DForZo geen 100% budgetgarantie voor zorgaanbieders met een regulier contract (budget > 500.000). Er wordt op voorhand een korting toegepast die aan de hand van de offerte kan worden terugverdiend. De korting betreft: 2,5% op de aantallen van de klinische productieafspraak (alleen de dagen); 10% op de aantallen van de ambulante productieafspraak. Het startbudget kan worden opgehoogd door te voldoen aan de gestelde voorwaarden en kwaliteits- en verantwoordingscriteria zoals beschreven in het beoordelingskader startbudget (zie bijlage 5). Bepaling startbudget Het startbudget is alleen van toepassing voor bestaande aanbieders met een regulier contract. De korting geldt niet voor productieafspraken met betrekking tot capaciteit voor TBS met dwangverpleging en de twee specifieke aanbestedingscontracten, te weten uitbreiding tijdelijke capaciteit Forensische Zorg aan Gedetineerden (FZG) in de GGZ en de aanbesteding Ambulante Justitiële Verslavingszorg (JVZ). Deze aanbestedingscontracten zijn slechts van toepassing op een beperkt aantal zorgaanbieders in de forensische zorg. Voor de berekening van de korting wordt de uitbreiding van capaciteit in 2012 op basis van de zogenaamde pijplijnmiddelen van het ministerie van VWS ook niet meegenomen. Dit is klinische capaciteit waarvoor het ministerie van VWS voor de stelselwijziging van de forensische zorg reeds een toelating heeft afgegeven. Deze afspraken worden zonder korting opgenomen. Uitbreiding van pijplijncapaciteit van voor 2012 wordt gerekend tot reguliere capaciteit en wordt wel meegenomen in de berekening van de korting. Bij zorgaanbieders met een licht contract wordt geen korting toegepast op het herschikkingsbudget 2011. Indien uw instelling in 2011 nog geen (regulier) contract had gesloten maar in de offerte op basis van budgetparameters voor 2012 boven de grens van 500.000 uitkomt, wordt op de offerte een budgetkorting toegepast. De offerte wordt vervolgens beoordeeld aan de hand van het beoordelingskader voor het startbudget. Het bijbehorende groeivoorstel wordt beoordeeld op basis van het Pagina 11 van 127

beoordelingskader voor de groei zoals in de hierna volgende paragraaf staat beschreven. Voorwaarden beoordeling offerte Er gelden twee voorwaarden voor de beoordeling van een offerte door DForZo. 1 De offerte moet zijn ingediend in DB(B)C s en/of ZZP s. De offertes dienen inhoudelijk te zijn onderbouwd. Zie hiervoor de nadere voorwaarden in hoofdstuk 4. 2 De productie moet worden geregistreerd in het systeem Realisatie patiëntenstromen Directie Forensische Zorg (RePaD). Voor reguliere contracten dient dit maandelijks plaats te vinden. Voor aanbieders met een licht contract kan dit ook viermaandelijks plaatsvinden. U dient tevens in uw offerte aan te geven dat u in Repad gaat registreren in 2012. Dit wordt in hoofdstuk 6 nader toegelicht. Indien u niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt uw offerte niet in behandeling genomen. Dit betekent voor bestaande aanbieders dat er geen beoordeling van het startbudget plaatsvindt, het budget voor 2011 wordt gecontinueerd met toepassing van de volledige korting. Beoordeling Aan de hand van kwaliteits- en verantwoordingscriteria, zoals beschreven in het beoordelingskader startbudget (bijlage 5), wordt bepaald welk deel van de korting u terugverdient. In uw offerte dient u in te gaan op deze criteria. Deze criteria zijn op basis van ervaringen uit de inkoopronde 2011 opgesteld en aangepast, waarbij goed is gekeken naar de wijze waarop deze in 2011 zijn toegelicht. U dient bij het opstellen van de offerte gebruik te maken van het format voor het beoordelingskader startbudget (bijlage 7).Op basis van uw offerte wordt uw budget voor 2012 voorlopig vastgesteld. Controle In juli 2012 wordt gecontroleerd of u heeft voldaan aan de voorwaarde (RePaD) om in aanmerking te komen voor het handhaven van de terugverdiende budgetkorting. Daarnaast wordt in juli 2012 vastgesteld of u heeft voldaan aan het criterium ten aanzien van de prestatie-indicatoren Zichtbare Zorg. Dit criterium wordt toegelicht in hoofdstuk 6. Indien u niet voldoet aan de RePaD voorwaarde, wordt de korting alsnog toegepast. Indien u in juli 2012 niet voldoet aan het criterium van de prestatie-indicatoren over 2011, wordt het voorlopig toegekende budget op basis van de score van het beoordelingskader alsnog gekort. Dit laatste gebeurt bij de eindafrekening voor het jaar 2012. 2.2 Groei De contracteerruimte voor de forensische zorg is onderdeel van het begrotingsartikel Agentschap DJI dat deel uitmaakt van de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze begroting wordt in november 2011 met de Tweede Kamer besproken. De verwachting is dat voor 2012 groeimiddelen beschikbaar komen. Dit wordt echter pas in november 2011 vastgesteld. Aan deze verwachting kunnen geen rechten worden ontleend. De eventuele groeiruimte wil DForZo inzetten op de volgende (sub)segmenten: ambulante behandeling in de subsegmenten reguliere GGZ, forensische GGZ en verslavingszorg; ambulante zorg in de penitentiaire inrichting (PI); ambulante zorg voor verstandelijk gehandicapten (VG-zorg); verblijf voor verstandelijk gehandicapten ((SGL)VG-verblijf); Pagina 12 van 127

Beschermd wonen (RIBW), begeleiding en/of dagbesteding. DForZo ontvangt graag uw groeivoorstel in DB(B)C s en/of ZZP s plus ambulante ABWZ parameters. Tevens dient er een (schaduw-)offerte in budgetparameters te worden ingediend. Dit geldt voor zowel nieuwe als bestaande zorgaanbieders. Een productievoorstel van nieuwe aanbieders wordt feitelijk als groeivoorstel aangemerkt. Dit groeivoorstel dient u in te vullen in de financiële formats. Deze productiesheets voor DBBC/ZZP en budgetparameters zijn uiterlijk 1 september beschikbaar op www.dji.nl. Daarnaast dient u voor de offerte met betrekking tot het groeivoorstel het format beoordelingskader groei (bijlage 8) in te vullen waarbij één onderdeel betrekking heeft op de bepaling behoeftestelling en het tweede onderdeel een inhoudelijk onderdeel betreft. Als u op meerdere groeisegmenten offreert, dient u per groeisegment steeds de behoeftestelling en de inhoudelijke beoordeling in te vullen. Voorwaarden voor beoordeling groei Voor de beoordeling van groeivoorstellen van aanbieders met een regulier contract of een offerte hoger dan 500.000 is een drempel ingebouwd. Het groeivoorstel van wordt alleen in behandeling genomen als met de beoordeling voor het startbudget een minimum aantal van 80 punten (van de 100) is behaald. Groeivoorstellen van zorgaanbieders met een licht contract en nieuwe zorgaanbieders (met een offerte < 500.000 euro) worden na een toets op de geschiktheids- en toelatingseisen zondermeer in behandeling genomen. Toekenning van groei De toekenning van groei in de voor 2012 aangewezen groeisegmenten wordt gebaseerd op het beoordelingskader groei (bijlage 6). Ook de offertes van nieuwe zorgaanbieders worden aan de hand van dit beoordelingskader beoordeeld. Het beoordelingskader bestaat uit een onderbouwing van de behoeftestelling en de kwaliteitscriteria per subsegment. Ten behoeve van de honorering van de groeivoorstellen wordt een ranglijst opgesteld op basis van de scores op de behoeftestelling en de kwaliteitscriteria. Er dient met de beoordeling van het groeivoorstel een minimumscore van 60 punten te worden behaald. Vervolgens wordt er per groeisegment een ranglijst opgesteld en deze is leidend voor de honorering van de groeivoorstellen. De groeivoorstellen waarvoor voldoende onderbouwing is vanuit de behoeftestelling worden op volgorde van de ranglijst toegekend. Zorgaanbieders kunnen in beginsel per (sub)segment maximaal 20% van het in dat segment beschikbare groeikader gegund krijgen. Het beschikbare groeibudget wordt als volgt over de (sub)segmenten verdeeld: ambulante behandeling 30%; ambulante zorg in de penitentiaire inrichting (PI) 20%; ambulante VG-zorg 20%; (SGL)VG-verblijf 20%; Beschermd wonen (RIBW), begeleiding en/of dagbesteding 10%. Deze indeling is onder voorbehoud en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Pagina 13 van 127

3 Speerpunten forensische zorg In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de algemene speerpunten van de forensische zorg. Per speerpunt wordt aangegeven op basis van welke kwaliteitscriteria uw offerte wordt beoordeeld om het startbudget vast te stellen. De uitwerking en de weging van de kwaliteitscriteria vindt u in het beoordelingskader voor het startbudget (bijlage 5). Daarnaast worden de speerpunten beschreven die worden gehanteerd bij de groeisegmenten. Deze speerpunten worden vertaald naar kwaliteitscriteria op basis waarvan de toekenning van de groei binnen deze segmenten wordt vastgesteld. De uitwerking en de weging van deze kwaliteitscriteria vindt u in het beoordelingskader voor de groei (bijlage 6). 3.1 Beleidsspeerpunten 3.1.1 Recidivevermindering Het primaire doel van zorg binnen een strafrechtelijk kader is het voorkomen van (strafrechtelijke) recidive. DForZo beschouwt het voorkomen van recidive als een resultaat van basiszorg in combinatie met behandeling gericht op risicofactoren. Dit laatste element van de behandeling onderscheidt forensische zorg van reguliere zorg. Daarom acht DForZo het van belang dat aanbieders van forensische zorg het doel van recidivevermindering leidend laten zijn in de behandeling en/of begeleiding. Vergelijkbaar met de al bestaande recidivemonitor van TBS wordt in samenwerking met het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) recidivemonitor ontwikkeld voor de forensische zorg in totaliteit. Hierin worden alle forensische zorgtitels opgenomen waarvoor DForZo zorg inkoopt. Forensische patiënten in zorg vanaf 1 januari 2012 worden in ieder geval in de monitor worden opgenomen. De bruikbaarheid van en voor individuele zorgaanbieders van de in de monitor beschikbare komende gegevens zal in 2012 onderwerp van overleg zijn tussen het forensische veld, WODC en DForZo. Een aantal jaren geleden is gestart met het ontwikkelen van een systeem dat FPC s de mogelijkheid geeft om feedback te krijgen op de behandeling in de vorm van informatie over recidive van ex-tbs gestelden op persoonsniveau. Met behulp van die informatie kan de behandeling en beoordeling van het delictrisico door de kliniek worden geëvalueerd, wat indien wenselijk tot aanpassing van de werkwijze kan leiden. De gegevens kunnen tevens geanonimiseerd gebruikt worden voor forensisch wetenschappelijk onderzoek. Op termijn kan onderzoek bijdragen aan de evaluatie van behandelingen en aan het verkrijgen van meer inzicht in recidives en de omstandigheden waaronder deze plaatsvinden. Vanaf 1 januari 2012 zal een structurele terugkoppeling van ernstige recidive van ex-tbs-gestelden tot vijf jaar na afloop van de titel naar de laatste FPC waar de TBS-gestelde verbleef mogelijk zijn. Het voornemen is de terugkoppeling van recidive rechtstreeks te laten verlopen van de Justitiële Informatie Dienst (JustID) aan het desbetreffende FPC. In overleg met een aantal zorgaanbieders, de reclassering en JustID wordt onderzocht op welke wijze de informatie over recidive tijdens de behandeling Pagina 15 van 127

teruggekoppeld kan worden aan de zorgaanbieder. Op basis van de uitkomsten van dit overleg zal een pilot worden ingericht. 3.1.2 Ketensamenwerking en continuïteit van zorg DForZo acht het van belang dat alle betrokken partijen bij een forensisch zorgtraject hun interventies op elkaar afstemmen, gezamenlijk de voortgang van de behandeling monitoren en informatie uitwisselen over de naleving van eventuele bijzondere voorwaarden. Hiernaast vindt DForZo het belangrijk dat hulpverleningsen zorgtrajecten (indien nodig) worden gecontinueerd wanneer een strafrechtelijke titel wordt opgelegd, of deze afloopt. Om bovenstaande doelen te bereiken, dient de zorgaanbieder afspraken te maken met ketenpartners. Een overzicht van ketenpartners in de forensische zorgketen vindt u in bijlage 9. 3.1.3 Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg DForZo ziet kwaliteitsverbetering van de forensische zorg als een belangrijk middel om de recidive terug te dringen en de maatschappelijke veiligheid te vergroten. De resultaten van de forensische zorg worden in kaart gebracht door de prestatieindicatoren voor de kwaliteit van de forensische zorg en Routine Outcome Monitoring (ROM). Of u de uitkomsten van de forensische zorg monitort, telt mee bij het vaststellen van uw startbudget. DForZo ziet het als haar taak om initiatieven van zorgaanbieders op het gebied van innovatie en onderzoek naar de effectiviteit van forensische zorg te stimuleren. Hiertoe zijn in 2011 innovatiebudgetten toegekend voor de periode 2011-2012. De wijze waarop het innovatiebudget uitgezet is en de toekenning van het budget heeft plaatsgevonden in overleg met de drie brancheorganisaties die de instellingen vertegenwoordigen waarmee DForZo een inkooprelatie heeft, te weten de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, Federatie Opvang en GGz Nederland. Van een van de leden van de Federatie Opvang is het innovatievoorstel goedgekeurd over Critical Time Intervention als innovatieve methodiek ter voorkoming van recidive bij (ex) gedetineerden die na detentie (begeleid) zelfstandig gaan wonen Aan de leden van de VGN zijn twee voorstellen goedgekeurd. Het betreft het voorstel Forensische (F)ACT voor LVB en het voorstel Overgangsvoorziening voor justitiabelen met drievoudige diagnose. In samenspraak met haar leden heeft GGz Nederland aangegeven het innovatiebudget te willen inzetten ten behoeve van een kwaliteitsprogramma voor het forensische veld, het zogenaamde Kwaliteitsprogramma Forensische Zorg. In het kwaliteitsprogramma zal door de instellingen gezamenlijk, gedurende een meerjarig traject, verder worden gewerkt aan het vergroten van de wetenschappelijke onderbouwing, de zogenaamde evidence base, van de forensische behandeling. Daarnaast ziet het programma er op toe dat resultaten van forensische zorg inzichtelijk worden gemaakt. Belangrijke uitkomstmaten van het programma zullen recidivevermindering en afname van delictrisico zijn. Net als in voorgaande jaren contracteert DForZo uitsluitend zorgaanbieders met een WTZi-toelating waarop de Kwaliteitswet zorginstellingen en/of de Wet BIG van toepassing is. Hiermee wordt tevens geregeld dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg toezicht kan houden op de kwaliteit van zorg. Tevens dienen zorgaanbieders te beschikken over een nationaal en/of internationaal erkend kwaliteitssysteemgericht op de uitvoering van zorg, dat onafhankelijk wordt getoetst. Pagina 16 van 127

3.2 Speerpunten per groeisegment In deze paragraaf worden de speerpunten voor de groeisegmenten beschreven. De speerpunten van de overige segmenten zijn beschreven in de nota Uitgangspunten zorginkoop forensische zorginkoop 2012. Deze speerpunten kunnen deel uitmaken van het inkoopgesprek met u naar aanleiding van uw offerte. Tevens laat DForZo deze speerpunten onderwerp van gesprek zijn tijdens contactmomenten gedurende het jaar. Voor 2012 zijn de volgende groeisegmenten vastgesteld: ambulante behandeling in de subsegmenten reguliere GGz, forensische GGz en verslavingszorg); ambulante zorg in de Penitentiaire Inrichting (PI); ambulante VG-zorg; (SGL)VG-verblijf; beschermd wonen (RIBW) waaronder begeleiding en dagbesteding. De onderbouwing van de keuze voor de groeisegmenten kunt u lezen in de nota Uitgangspunten zorginkoop forensische zorginkoop 2012. In deze nota is beschreven dat mogelijk groei zou worden toegestaan op het segment Forensisch Psychiatrische Klinieken (FPK s). Naar verwachting voldoen de reeds geplande uitbreidingen in dit segment en de mogelijkheid tot substitutie van TBS- naar FPKcapaciteit aan de vraag naar dit type capaciteit. Om deze reden heeft DForZo ertoe besloten het FPK-segment niet als groeisegment aan te wijzen. 3.2.1 Ambulante behandeling De ambulante behandeling binnen dit groeisegment heeft betrekking op de reguliere, forensische ambulante zorg en ambulante verslavingszorg. Vanwege de vaak complexe problematiek van de forensische populatie acht DForZo het van belang dat het ambulante zorgaanbod voldoet aan de zorgvraag van deze doelgroep. De mate waarin u een geïntegreerde behandeling biedt voor verslaving, psychiatrische stoornissen en gedragsstoornissen maakt onderdeel uit van het beoordelingskader voor de toekenning van groei in dit segment. Tevens dient u aan te geven of een verstandelijke beperking een contra-indicatie voor behandeling in uw instelling is. Assertive Community Treatment (ACT) is een veel getest en onderzocht model voor de behandeling van langdurig zorgafhankelijke cliënten en is daarmee geschikt en veelbelovend voor de forensische doelgroep. DForZo heeft in 2009 innovatiebudget beschikbaar gesteld om de modelbeschrijving en evaluatie van de forensische variant van het ACT te stimuleren. Hoewel niet iedere forensische cliënt ACT behoeft, acht DForZo het van belang dat aanbieders van ambulante forensische zorg ACT of een vergelijkbare vorm van outreachende behandeling en begeleiding kunnen aanbieden. Indien u in aanmerking wilt komen voor groei in dit segment, wordt bij de beoordeling van uw offerte meegenomen of u een vorm van outreachende behandeling of begeleiding aanbiedt. Hiernaast wordt beoordeeld in hoeverre deze vorm van behandeling of begeleiding gericht is op de forensische populatie en of u gecertificeerd bent of u hieraan werkt. Tevens dient u aan te geven hoe u bij de inzet van (functie)act rekening houdt met de eindigheid van de strafrechtelijke titel. 3.2.2 Ambulante zorg in de Penitentiaire Inrichting (PI) DForZo onderscheidt dit segment van ambulante behandeling vanwege de gesloten setting waarin de ambulante zorg wordt geboden. Dit vraagt een aanpassing in de organisatie van de ambulante zorg die u biedt. Indien u in aanmerking wilt komen voor groei, dient u te beschrijven welke afspraken u heeft gemaakt met de PI ten Pagina 17 van 127

aanzien van de organisatie van de zorg en de continuering van de zorg na afloop van de detentieperiode. 3.2.3 Beschermd wonen en begeleiding (RIBW) DForZo gaat flexibel om met de fluctuerende behoefte in verblijfsvoorzieningen. Om die reden heeft in dit segment in 2011 uitbreiding plaatsgevonden terwijl de realisatiecijfers hiertoe geen aanleiding gaven. Met deze uitbreiding is bijgedragen aan de benodigde spreiding en diversiteit van het aanbod van verblijfsvoorzieningen. Voor 2012 is het beschermd wonen segment aangemerkt als groeisegment wanneer regionale behoefte en regionale spreiding dat vereisen. Indien u voor groei in aanmerking wilt komen, dient u de regionale behoefte aan te tonen bij de onderbouwing van de behoeftestelling. Hiernaast wordt uw groeivoorstel beoordeeld op de wijze waarop u het voorkomen van recidive centraal stelt in de begeleiding. In uw groeivoorstel kunt u tevens een groei in de ambulante begeleiding, waaronder dagbesteding opnemen. 3.2.4 Verstandelijk gehandicaptenzorg ((SGL)VG) (SGL)VG-verblijf Er is behoefte aan verblijfsvoorzieningen voor de forensische doelgroep met een verstandelijke beperking. Hoewel uitbreiding van deze voorzieningen al een aantal jaren een speerpunt is van DForZo, is het aantal verblijfsplaatsen de afgelopen jaren slechts beperkt gegroeid. DForZo wil ook in 2012 het aantal verblijfsvoorzieningen uitbreiden waar deze doelgroep terecht kan. Door groei voor de (SGL)VGverblijfsvoorzieningen toe te staan verwacht DForZo de doorstroom vanuit de SGLVG-behandelinstellingen te verbeteren. Om dit te bereiken dient de verblijfsvoorziening bereid te zijn deze doelgroep na behandeling in een (SGL)VGbehandelinstelling op te nemen. Uw groeivoorstel wordt onder meer beoordeeld op de doelgroep die u bereid bent op te nemen. Het betreft: - verstandelijk beperkten met een gedragsstoornis; - verstandelijk beperkten met een psychiatrische stoornis; - verstandelijk beperkten met verslavingsproblematiek. Daarnaast dient u te beschrijven welke afspraken u met ketenpartners maakt om deze doelgroep in uw instelling te laten instromen. Ambulante VG-zorg DForZo is tevens geïnteresseerd in uitbreiding van het aanbod van ambulante behandeling en begeleiding voor deze doelgroep. Voor de honorering van groeivoorstellen in dit segment beoordeelt DForZo in hoeverre de ambulante behandeling is gericht op de co-morbide problematiek van deze doelgroep en op welke termijn u dit behandelaanbod beschikbaar kunt stellen. 3.3 GGz-longcare In mei 2009 is het zorgprogramma Langdurige forensisch psychiatrische zorg (LFPZ) gepubliceerd. Hierin worden verschillende varianten van LFPZ beschreven. Enerzijds de TBS-variant die longstay forensische zorg heet. Anderzijds de GGz-variant die GGz-longcare heet. Hierbij speelt de beveiliging van de maatschappij eveneens een grote rol, maar gaat het er ook om de patiënten te helpen in de toekomst een zo gewoon mogelijk leven te laten leiden. De GGz-longcare is onder andere een doorstroomvoorziening voor TBS-gestelden die nu nog in de longstay forensische zorg zijn geplaatst, maar een traject starten richting de reguliere GGz of een woonvoorziening. DForZo verzoekt u, bij eventuele interesse, tijdens het inkoopgesprek 2012 aan te geven op welke wijze u binnen uw bestaande, en door DForZo al ingekochte, Pagina 18 van 127

capaciteit GGz-longcare in kunt zetten voor deze doelgroep. Het betreft transmurale plaatsen voor TBS-gestelden die vervolgens overgaan naar proefverlof. Afspraken over de transmurale plaatsen worden direct tussen de zorgaanbieder en het FPC gemaakt. Afspraken de plaatsen voor proefverlof maakt de zorgaanbieder direct met DForZo. U hoeft dus geen offerte in te dienen, maar slechts uw interesse kenbaar te maken. Tijdens het inkoopgesprek wordt dan nader ingegaan op het realiseren van dit zorgaanbod (in bestaande capaciteit). Momenteel hebben twee zorgaanbieders een toelating voor het leveren van GGzlongcare voor totaal 22 plaatsen. Dit zijn De Woenselse Poort en Altrecht op respectievelijk FPK- en FPA- beveiligingsniveau. Dit zorgaanbod maakt geen onderdeel uit van de TBS-longstay forensische zorg. DForZo verwacht tot eind 2012 een toename met 12 plaatsen in de behoefte voor GGz-longcare met gemiddelde beveiliging op niveau 2 of lager. Deze verwachting is gebaseerd op de effecten van de uitvoering van het beleidskader longstay forensische zorg. Dit zal met name in 2012 ertoe leiden dat TBS-gestelden de longstay-afdeling kunnen verlaten om op termijn in een minder beveiligde reguliere GGz- of verblijfsvoorziening te worden opgenomen. Het behandeltraject richting de GGz- of verblijfsvoorziening kan via de GGz-longcare gaan. De longstay-doelgroep wordt onder andere gekenmerkt door: psychotische stoornissen; verstandelijke beperking of autistische stoornissen; psychiatrische- en bejegeningsproblematiek. Relevant voor het GGz-longcare zorgaanbod is: doorstroom naar de reguliere GGz, een verblijfsvoorziening of voorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel zijn doelstellingen; verblijfsduur tot vier jaar moet mogelijk zijn; indien de patiënt geen vorderingen maakt binnen vier jaar en daardoor geen zicht heeft op doorstroom binnen afzienbare tijd, ligt overplaatsing naar een FPC voor langdurig verblijf in de rede; gemiddelde beveiliging op niveau 2 of lager; gebouwelijke voorzieningen en mogelijkheden op het terrein van de instelling moeten het opbouwen van verlof mogelijk maken; de zorg wordt geleverd conform het behandelplan; risicotaxatie en risicomanagement worden uitgevoerd; supportief sociotherapeutisch milieu; geschiktheid van het zorgaanbod wordt besproken met de longstay-afdeling van het FPC op basis van de inschatting van de zorgzwaarte en risicomanagement; het FPC blijft verantwoordelijk voor de TBS-gestelden gedurende het transmuraal verlof; Forensisch Psychiatrisch Toezicht moet bij proefverlof of voorwaardelijke beëindiging worden ingezet in overleg met de Reclassering. In de praktijk wordt een TBS-gestelde, na het besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie tot opheffing van de longstay-status, op basis van de machtiging tot transmuraal verlof overgeplaatst naar de GGz-longcare. Het FPC neemt hiertoe het initiatief. Het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) adviseert de Minister over het aangevraagde verlof. Een machtiging transmuraal verlof zonder vrijheden behoort tot de mogelijkheden en biedt ruimte om de TBS-gestelde over te plaatsen naar een nieuwe omgeving om aldaar het verlof op te bouwen. Pagina 19 van 127

4 Bekostigingsystematiek 4.1 Inleiding In 2011 zijn twee nieuwe methoden van bekostiging, DB(B)C s en ZZP s, voor de forensische zorg ingevoerd. In het jaar 2012 worden deze vormen van bekostiging voortgezet. Voor de DB(B)C geldt in 2012 het volgende: de DB(B)C-offerte vormt, naast de offerte in budgetparameters, de basis voor inkoop en financiering (registratie, validatie en facturatie) van forensische zorg. Ter ondersteuning van de inkoop op basis van DB(B)C s en het inkoopgesprek is de In- en verkoopgids DB(B)C s 2012 opgesteld; in 2012 zijn alle zorgaanbieders met DB(B)C s verplicht DB(B)C s te factureren. Zorgaanbieders dienen dus al in 2011 het facturatieproces volledig geoperationaliseerd te hebben; De bevoorschottingsystematiek is gewijzigd, zie hiervoor paragraaf 4.2.3; de afrekening over het jaar 2012 vindt plaats op basis van budgetparameters en op basis van de op de NZa gebaseerde bekostigingssystematiek voor de tenders; de vangnetconstructie (op basis van de budgetparameters) blijft voor 2012 volledig bestaan; in RePaD dient u, net als de voorgaande jaren, de productie in de budgetparameters maandelijks te verantwoorden. Bij lichte contracten bestaat ook de mogelijkheid om viermaandelijks te verantwoorden in RePaD. Voor het ZZP geldt in 2012 het volgende: financiering op basis van ZZP blijft bestaan voor de beperkte groep patiënten die alleen begeleiding (eventueel met verblijf) ontvangen en voor specifieke zorg aan verstandelijke gehandicapten; voor de ambulante begeleiding blijven de extramurale AWBZ parameters gelden. Bijlage 11 is de checklist DB(B)C s/zzp s die u dient mee te sturen met uw offerte. Contractpartijen dienen op basis van onderstaande afbakening DB(B)C-facturatie in te regelen dan wel de ZZP-systematiek toe te passen. Afbakening Voor de afbakening van het domein waarvoor de DB(B)C-systematiek dan wel de ZZP-bekostiging/ ambulante AWBZ-parameters van toepassing is, geldt het volgende: voor zorg in het kader van de behandeling van een cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DB(B)C-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling van sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten. Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is; de ZZP-bekostiging/extramurale AWBZ-parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: ambulante begeleiding (extramurale AWBZ-parameters); verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); zorg voor verstandelijk gehandicapten die niet gericht is op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). Pagina 21 van 127

4.2 Diagnose behandel en beveiligingscombinatie (DB(B)C) 4.2.1 Inkoopkader DB(B)C In 2012 wordt voor het tweede jaar ingekocht op basis van DB(B)C s. De basis hiervoor is de DB(B)C-productstructuur 2012. De DB(B)C s zijn de basis van de facturatie van forensische zorg, waarbij de productieafspraak in budgetparameters (voorheen NZa parameters genoemd) bepalend is voor het budget 2012. Ter ondersteuning van de inkoop op basis van DB(B)C s en het inkoopgesprek is de Inen verkoopgids DB(B)C s 2012 opgesteld. De inkoop 2012 heeft tevens tot doel meer inzicht te krijgen in de DB(B)C s die worden geleverd in het kader van forensische zorg. Met andere woorden, welke hoofdbehandelgroepen worden geboden en hoe zijn binnen deze behandelgroepen de verschillende productgroepen verdeeld? Tevens wil DForZo met u nagaan in hoeverre de gepresenteerde profielen aansluiten bij uw instelling. U dient bij uw offerte een ingevuld productiesheet DB(B)C in te dienen. Hierin kunt u aangeven hoe u tot dit productievoorstel bent gekomen. U wordt verzocht dit inhoudelijk te onderbouwen en hierbij, waar mogelijk, een verbinding te maken met uw behandelaanbod. Dit geldt zowel voor de behandelgroepen als voor het verblijf (inclusief de te verwachten verblijfsoorten). Tevens wordt u verzocht voor een behandelgroep extra informatie aan te leveren. U kunt hierbij kiezen uit de behandelgroep aan een middel gebonden stoornissen of de behandelgroep persoonlijkheidstoornissen. Voor deze behandelgroepen is gekozen omdat dit de meest voorkomende zijn. U wordt gevraagd voor de toegelichte behandelgroep een vergelijking te maken met de zorgprofielen in de Inen verkoopgids DB(B)C s 2012. Deze zorgprofielen geven de belangrijkste kenmerken en activiteiten per behandelgroep weer. Mocht in uw organisatie genoemde behandelgroepen niet voorkomen, kiest u de meest voorkomende in uw eigen organisatie. Graag verneemt DForZo in welke mate het betreffende profiel van toepassing is op uw organisatie voor de volgende aspecten: bijbehorende nevendiagnoses; welk aandeel hebben deze productgroepen in het totaal van uw DB(B)C s; in welke mate is er sprake van afwijkingen ten aanzien van: de gemiddelde uren directe én indirecte patiëntenzorg; de belangrijkste activiteiten; de gemiddelde mix van de beroepsbeoefenaren; het gemiddeld aantal verblijfsdagen; waardoor kunnen eventuele afwijkingen worden verklaard; in hoeverre is het niet-gereguleerde tarief toereikend voor uw kosten, zowel van de behandeling als het verblijf. Daarnaast wordt u gevraagd om voor een aantal cliënten de behandeltrajecten in kaart te brengen (maximaal vijf). Hierbij wordt gedacht aan het in kaart brengen van de duur van de behandeling van een cliënt in een bepaalde productgroep met de eventueel verschillende verblijfsoorten waarin de cliënt gedurende het behandeltraject verblijft. Dit vormt de basis om op den duur een schatting te Pagina 22 van 127

kunnen maken van onder meer de kosten voor een bepaald behandeltraject binnen een bepaalde productgroep. Beveiligingsniveaus Eind 2010 en 2011 heeft een beveiligingsinventarisatie plaatsgevonden onder instellingen die in de DB(B)C-beveiligingsniveaus 2 en 3 (FPA s en FPK s) vallen. Op basis van deze inventarisatie zijn de definities van de DB(B)C-beveiligingsniveaus aangescherpt. In deze definitie worden materiële (gebouwelijke) aspecten onderscheiden van immateriële aspecten. In augustus en september 2011 worden door het ministerie van Veiligheid en Justitie in consultatie met de instellingen de definities van alle DB(B)C-beveiligingsniveaus nog nader gespecificeerd. In de bekostiging van instellingen komt de immateriële beveiliging tot uitdrukking in de DB(B)C s. De materiële beveiliging is daarin op dit moment nog niet in opgenomen, maar zal in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid tot uitdrukking komen in de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC). De in september 2011 vast te stellen definities van de beveiligingsniveaus worden gehanteerd bij de uitvraag van de gegevens voor de kostprijzen van 2013 en verder. 4.2.2 Uitvoeringsregels DB(B)C s De uitvoeringsregels forensische zorg 2012 bevatten de uitwerkingen van de bekostigingssystematiek die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg is ingevoerd en in 2012 nader wordt gecontinueerd. Deze uitvoeringsregels gelden voor alle aanbieders van forensische zorg die hiervoor een contract hebben met DForZo. Het contract is de juridische grondslag voor de uitvoeringsregels. Hieronder wordt kort beschreven wat de inhoud en het doel van een aantal uitvoeringsregels is. Alle uitvoeringsregels zijn terug te vinden op www.dji.nl. Vangnet In 2012 geldt evenals in 2011 een vangnetconstructie voor de forensische zorg om het risico van de overgang naar een nieuwe bekostigingssystematiek voor zowel de zorgaanbieder als DForZo te beperken. Dit betekent dat in 2012 volgens de nieuwe bekostigingssystematiek wordt gefinancierd, maar in de eindafrekening over 2012 wordt afgerekend op basis van de budgetparameters. Voor een gedetailleerde uitwerking van deze regel zie de uitvoeringsregel vangnet. Tender- en aanbestedingscontracten Naast de reguliere contracten in de forensische zorg kent DForZo ook tender- en aanbestedingsafspraken. De gevolgen van de wijzigingen in de bekostigingssystematiek voor deze contracten staan beschreven in de uitvoeringsregel tenders en aanbestedingen. Minimale dataset (MDS) voor de forensische zorg Voor het beheer van de DB(B)C structuur en het verkrijgen van inzicht in de geleverde forensische zorg op geaggregeerd niveau moeten er gegevens door de zorgaanbieders aangeleverd worden aan het DBC-Informatiesysteem (DIS). Vanuit het DIS wordt onder strikte voorwaarden aan verschillende partijen, waaronder het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op geaggregeerd niveau informatie uitgeleverd. De gevraagde gegevens en de wijze van aanlevering zijn beschreven in de uitvoeringsregel MDS. Pagina 23 van 127

4.2.3 Bevoorschotting Om een vervolgstap te zetten in de afbouw van de bevoorschotting is besloten om het voorschot in 2012 te beperken tot maximaal 50% van de gemaakte DB(B)C inkoopafspraken van 2012. Hiermee wordt de DB(B)C offerte en daarmee ook de kwaliteit van de offerte centraal gesteld. Financiering vindt plaats op basis van facturatie. Dit verplicht de zorgaanbieder om te factureren in DB(B)C s in 2012. De bevoorschotting (maximaal 50% van de gemaakte DB(B)C afspraken) dient door de zorginstellingen, in de (DB(B)C) offerte, zelf bij DForZo te worden aangevraagd. Indien u nog niet heeft gefactureerd in 2011 is het belangrijk aan te geven wanneer u de afgesloten DB(B)C s van 2011 gaat factureren. In 2012 zal DForZo het afgesproken voorschot in februari en mei uitbetalen. Het overgebleven percentage (minimaal 50% van de DB(B)C offerte) dat niet wordt bevoorschot kan door de zorgaanbieder worden verkregen middels het indienen van DB(B)C facturen. Aangezien DForZo ervoor heeft gekozen de zorginstellingen te gaan bevoorschotten, wordt er geen rentevergoeding nodig geacht. DForZo zal in 2012 dan ook geen rentevergoeding verstrekken. Voor de zorgaanbieders wordt de noodzakelijkheid (en verplichting) van factureren in DB(B)C s verder benadrukt. Omdat in 2011 reeds 90% is bevoorschot zullen facturen pas daadwerkelijk betaalbaar worden gesteld nadat dit reeds betaalde voorschot (2011) volledig is verrekend met de ingediende facturen. Dit kunnen facturen uit zowel 2011 als uit 2012 zijn. 4.2.4 Relevante documenten De volgende documenten met betrekking tot de DB(B)C-systematiek zijn van toepassing voor 2012: Uitvoeringsregels Forensische Zorg 2012, te vinden op de website (www.dji.nl); Kaderregeling AO/IC DB(B)C, te vinden op de website (www.dji.nl); Productstructuur DB(B)C FZ 2012, te vinden op de website (www.nza.nl); Spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader, versie 2012, te vinden op de website (www.dji.nl); Kostprijsmodel DB(B)C s voor Forensische Zorg in strafrechtelijk kader versie 2012, te vinden op de website (www.dji.nl); Productiesheet 2012, te vinden op de website (www.dji.nl); Onderhanden werk (www.dji.nl). U wordt op de hoogte gebracht indien er wijzigingen optreden ten aanzien van één van bovenstaande onderwerpen. Deze wijzigingen zullen onverkort van toepassing zijn. 4.3 ZZP De minister van Veiligheid en Justitie heeft in maart 2010 besloten om bepaalde vormen van zorg niet middels de DB(B)C-systematiek, maar middels zorgzwaartepakketten (ZZP s) en/of ambulante AWBZ-parameters te financieren. Hiermee wordt aangesloten bij gebruikelijke financiële taal in de reguliere zorg. Ook in 2012 worden de ZZP s en ambulante AWBZ-parameters ingekocht. De bekostiging in ZZP en/of ambulante AWBZ-parameters geldt voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: ambulante begeleiding (Extramurale AWBZ-parameters); verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); Pagina 24 van 127

zorg voor verstandelijk gehandicapten die niet gericht is op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). De ZZP-systematiek is nieuw binnen het forensische veld. De extramurale AWBZ parameters niet, middels deze NZa-parameters wordt nu de forensische zorg gefinancierd. Voor 2012 vormen de NZa-parameters het uitgangspunt zoals die ook in de AWBZ in 2012 gelden. Wel valt onder de ambulante begeleiding forensische NZa-parameters, anders dan in de AWBZ, de zorg die geboden wordt in het kader van een psychosociale problematiek. Ook is, in tegenstelling tot de AWBZ, niet de zwaarte van de beperkingen leidend, maar de noodzaak van zorg en de aanwezigheid van een strafrechtelijke titel. In 2012 wordt het gebruik van de ZZP s door DForZo geëvalueerd. Wanneer worden de begeleidingsactiviteiten tot de DB(B)C gerekend? Begeleidings- en dagbestedingsactiviteiten die onlosmakelijk onderdeel van de psychiatrische behandeling zijn, worden gerekend tot de psychiatrische zorg (behandeling). Hiervan is sprake wanneer deze activiteiten voortvloeien uit het behandelplan, noodzakelijk zijn om het behandeldoel te bereiken, worden aangestuurd door de behandelaar en er terugkoppeling plaatsvindt naar de behandelaar. Schematisch betekent dit het volgende: Is er sprake van 1 van de 22 forensische zorgtitels? ja nee Forensische zorg Geen forensische zorg Is er sprake van zorg aan verstandelijk beperkten die niet gericht is op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of verstandelijke beperking? ja nee Is er sprake van verblijf? Is er sprake van behandeling al dan niet met verblijf? (begeleidingsactiviteiten als onderdeel van een behandelplan voor SGLVG-patienten worden ook gerekend tot behandeling) ja nee ja nee ZZP Ambulante (AWBZ) parameters DB(B)C Is er sprake van verblijf? ja ZZP (verblijf met begeleiding, beschermd wonen) nee Ambulante (AWBZ) parameters Pagina 25 van 127

4.3.1 Inkoopkader ZZP Ten aanzien van de invoering van de ZZP s, heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie een keuze gemaakt in welke ZZP s worden ingekocht. Voor de GGz is dit de C-reeks ZZP s, ten behoeve van de VG-zorg worden de ZZP s VG ingekocht. De GGZ-B reeks is uitgesloten, omdat binnen deze ZZP s tevens behandeling wordt geleverd. De ZZP SGLVG behandeling wordt niet door DForZo ingekocht, de SGLVGbehandeling wordt geregistreerd en gefactureerd in DB(B)C s. Ook in 2012 is het van belang om inzicht te krijgen in de typen ZZP s die worden ingezet voor de forensische zorg. Een aantal ZZP s omvat tevens somatische zorg, dit valt echter buiten het inkoopkader van de forensische zorg. Om inzicht te krijgen in de geleverde zorg kiest het ministerie van Veiligheid en Justitie ervoor om in 2012 alle ZZP s binnen de genoemde C-reeks voor de GGz en de VG in te kopen. Op basis hiervan kan worden besloten het aantal ZZP s te beperken. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft inzicht gekregen in de mate waarin cliënten die bij de verblijfsinstellingen in zorg zijn, gebruik maken van dagbesteding. In 2010 is met name in de VG gebruik gemaakt van de oude NZa-parameters waar de dagbesteding reeds inbegrepen is. Om deze reden kiest het ministerie van Veiligheid en Justitie er vooralsnog voor om alleen voor de VG ZZP s in te kopen inclusief dagbesteding. Voor de GGz is onvoldoende duidelijk in welke mate er in dit segment gebruik wordt gemaakt van dagbesteding. Om die reden worden voor de GGz ZZP s exclusief dagbesteding ingekocht. Om deze groep justitiabelen niet uit te sluiten van de mogelijkheid tot dagbesteding, is de NZa-parameter F125 dagbesteding voor ZZP-cliënten opengesteld. De dagbesteding die wordt ingezet voor ZZP-cliënten in de GGZ-C reeks kan op deze parameter worden geoffreerd. Op deze manier wordt inzichtelijk of de doelgroep gebruik maakt van dagbesteding. Op basis van deze informatie wordt bezien of in de toekomst de ZZP s GGZ inclusief of exclusief dagbesteding worden ingekocht. 4.3.2 ZZP-bekostiging Sinds 1 januari 2011 wordt ingekocht op basis van ZZP s en extramurale AWBZparameters. Om tot een geleidelijke overgang te komen, blijft daarnaast een vangnet bestaan op basis van de budgetparameters (gebaseerd op de oude NZaparameters). DForZo vraagt zorgaanbieders twee offertes voor 2012 in te dienen. Een op basis van de ZZP s en een op basis van de budgetparameters. Deze offerte dient vergezeld te gaan van een inhoudelijke toelichting op de gekozen ZZP s. In het kader van het vangnet wordt afgerekend op basis van de gerealiseerde productie in budgetparameters. De afspraken voor ZZP s worden vastgelegd in een productiesheet (die bestaat naast een productiesheet op basis van budgetparameters). In 2012 hanteert DForZo, in afwijking van huidige systematiek de ABWZ, de tarieven exclusief huisvestingscomponent. De extramurale AWBZ-parameters zijn opgenomen in de offerte/afsprakensheet voor de overige FZ. De sheets zijn met toelichting digitaal per 1 september beschikbaar op www.dji.nl. Declaratie 2012 Per 1 januari 2012 moeten instellingen via RePaD de productie declareren in ZZP s en de oude extramurale AWBZ-parameters. De gedeclareerde zorg moet daadwerkelijk geboden zijn en de cliënt moet recht hebben op forensische zorg. Daarvoor heeft de cliënt een van de 22 forensische zorgtitels (zie bijlage 14) en is de zorginstelling in het bezit van een indicatiestelling van een van de forensische indicerende organisaties. Pagina 26 van 127

De geleverde intramurale prestaties moeten op cliëntniveau worden gedeclareerd. De zorgaanbieder is verplicht maandelijks van de patiëntenpopulatie een volledig ingevuld overzicht te verstrekken via RePaD ten aanzien van de aanvang, mutaties en beëindiging van een zorgtraject. Voor de geleverde extramurale begeleidingsprestaties vindt de declaratie van geleverde productie per prestatie plaats op prestatieniveau. Dit betekent dat de declaratie bestaat uit een overzicht van het totaal aantal eenheden dat per prestatie door de zorgaanbieder is geleverd. Ten behoeve van het vangnet geldt dat de geleverde intramurale prestaties ook in budgetparameters verantwoord moeten worden. De zorgaanbieder is verplicht deze maandelijks per prestatie op prestatieniveau aan te leveren via RePaD. De zorgaanbieder verstrekt deze gegevens binnen 28 dagen na afloop van de periode waarover verantwoord dient te worden of viermaandelijks in geval van een licht contract. Indien de zorgaanbieder dit overzicht niet tijdig verstrekt kan dit gevolgen hebben voor de bevoorschotting. Deze gevolgen worden in het inkoopcontract vastgelegd. DForZo volgt en controleert de gedeclareerde ZZP s en maakt hierbij aansluiting tussen de aantallen gedeclareerde ZZP s en de aantallen afgesproken ZZP s in de productieafspraak. Bevoorschotting De financiering van de geleverde zorg vindt plaats door middel van bevoorschotting. De bevoorschotting vindt maandelijks plaats door het overmaken van 1/12e deel van de met de zorgaanbieder gemaakte productieafspraak in budgetparameters conform het afgesloten inkoopcontract. Uitvoeringsregels De uitvoeringsregels forensische zorg 2012 bevatten de uitwerkingen van de bekostigingssystematiek die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg worden ingevoerd. Deze uitvoeringsregels gelden voor alle aanbieders van forensische zorg die hiervoor een contract hebben met het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het contract is de juridische grondslag voor de uitvoeringsregels. Hieronder wordt kort beschreven wat de inhoud en het doel van een aantal uitvoeringsregels is. Alle uitvoeringsregels zijn terug te vinden op www.dji.nl. Vangnet In 2012 geldt een vangnet voor de forensische zorg om het risico van de overgang naar een nieuwe bekostigingssystematiek voor zowel de zorgaanbieder als het ministerie van Veiligheid en Justitie te beperken. Dit betekent dat er in 2012 volgens de nieuwe bekostigingssystematiek wordt gefinancierd, maar eind 2012 wordt afgerekend op basis van de huidige budgetparameters. Voor een gedetailleerde uitwerking van deze regel zie de uitvoeringsregel vangnet. Tender- en aanbestedingscontracten Naast de reguliere contracten in de forensische zorg kent DForZo ook tender- en aanbestedingsafspraken. De gevolgen van de wijzigingen in de bekostigingssystematiek voor deze contracten staan beschreven in de uitvoeringsregel tenders en aanbestedingen. 4.3.3 Relevante documenten De volgende documenten met betrekking tot de ZZP-systematiek zijn van toepassing voor 2012: Uitvoeringsregels Forensische Zorg 2012, te vinden op de website (www.dji.nl); Uitvoeringsregel Prestaties Zorgzwaartepakketten en ambulante begeleiding Forensische Zorg, te vinden op de website (www.dji.nl); Pagina 27 van 127

Uitvoeringsregel Kaderregeling AO/IC ZZP, te vinden op de website (www.dji.nl); Productiesheet 2012, te vinden op de website (www.dji.nl). U wordt op de hoogte gebracht indien er wijzigingen optreden ten aanzien van één van bovenstaande zaken. Deze wijzigingen zijn onverkort van toepassing. 4.4 AWBZ parameters In het voorgaande jaar is net als bij de ZZP s een schaduwofferte ingediend voor de nieuwe NZa parameters. Dit om inzicht te krijgen in de overgang naar de nieuwe parameters. In 2012 vervangen deze parameters de oude parameters. Hiermee vervalt het schaduwdraaien voor de AWBZ parameters, met uitzondering van de parameters voor dagbesteding in de GGZ. In het laatste geval blijft het schaduwdraaien nog wel bestaan, aangezien dit samenhangt met de besluitvorming over de ZZP s. Zoals reeds is gezegd, vindt in 2012 evaluatie plaats rondom de ZZP s. Om deze reden blijft het schaduwdraaien ook voor de ZZP s nog steeds gedaan. Wijziging begeleidingsparameters De begeleidingsparameters H121, H129, H140 en H144 zijn komen te vervallen. Tevens zijn de parameters F123 Begeleid Zelfstandig Wonen komen te vervallen. De activeringsparameters H130, H142, H143, H147 en H148 zijn ook komen te vervallen. Deze parameters zijn vervangen door de parameters zoals deze momenteel ook in de AWBZ worden gehanteerd. De VG dagbestedingparameters H519 en H520 zijn komen te vervallen. Deze parameters zijn vervangen door de parameters zoals deze momenteel ook in de AWBZ worden gehanteerd. Zoals hierboven reeds is gezegd wordt voor de parameters F125 A en B nog steeds een dubbele registratie gehouden. Dit hangt samen met de evaluatie van de ZZP s. Financiële spelregels 2012 Pagina 28 van 127

5 Financiële spelregels 2012 5.1 Herschikking, substitutie en eindafrekening 5.1.1 Herschikking Bij de herschikking wordt de productie over de eerste zes maanden (januari tot en met juni 2012) geanalyseerd. Indien er sprake is van onderproductie en er geen legitieme aanleiding bestaat te verwachten dat er een volledige realisatie van de productieafspraak gaat plaatsvinden, wordt het budget neerwaarts bijgesteld. De middelen die hierbij vrijvallen, worden ingezet om de toegestane overproductie te bekostigen bij andere zorgaanbieders. Overproductie leidt alleen tot een hogere productieafspraak bij een valide onderbouwing van de (te verwachten) overproductie, binnen de voorwaarde dat de (totaal) beschikbare contracteerruimte niet wordt overschreden. Daarbij dient bij (dreigende) overproductie vooraf contact opgenomen te worden met DForZo. In de onderbouwing bij overproductie moet worden ingegaan op: wachtlijstgegevens en wachttijden (bv. NIFP/Reclassering); beleidsintensiveringen; behoeftestelling. Indien (dreigende) overproductie van het budget niet tijdig kenbaar is gemaakt, behoudt DForZo zich het recht voor om de overproductie niet te honoreren. Maandelijks wordt de voortgang op de gemaakte productieafspraken gevolgd door middel van RePaD. Indien er sprake is van onder- of overproductie kan op 15 september 2012 een bijstelling op de reeds gemaakte productieafspraken plaatsvinden. Dit heeft betrekking op zowel productieafspraken in budgetparameters als in DB(B)C s en/of ZZP. Indien de herschikking geen gevolgen heeft voor de verblijfssoorten in de DB(B)C s en het effect gering is op de productgroepen behoeft geen nieuwe DB(B)C-offerte te worden ingediend. DForZo kan bepalen om de (eventueel) beschikbare middelen in te zetten voor de oplossing van een op dat moment gesignaleerd knelpunt in het gecontracteerde zorgaanbod. Zorgaanbieders worden dan in de gelegenheid gesteld hiervoor een voorstel te doen. Voorafgaand aan het herschikkingmoment worden de zorgaanbieders geïnformeerd over de inhoud en nadere procedure. Tevens zal DForZo bij de herschikking de uitkomsten van het beoordelingskader van de inkoop 2012 meenemen in haar eventuele toekenning van overproductie van de inkoopafspraken van 2012. Indien de herschikking betrekking heeft op een niet aangewezen groeisegment van 2012 kan DForZo alsnog besluiten tot het opstellen van een beoordelingskader. 5.1.2 Substitutie Indien zich verschuivingen binnen de gemaakte productieafspraken (Overige FZ en ZZP) voordoen, kan substitutie wenselijk zijn. De zorgaanbieder kan tot 10% substitueren binnen de productieafspraak, mits de substitutie plaatsvindt op reeds gecontracteerde budgetparameters dan wel binnen de afgesproken DB(B)C productgroepen. Facturen die worden ingediend voor geleverde zorg buiten de afgesproken productgroepen worden afgewezen. Uitgesloten is substitutie van ambulante productieafspraken naar klinische capaciteit. Pagina 29 van 127

Bij niet-justitiële FPC s bestaat, in overleg met DForZo, de mogelijkheid om TBScapaciteit te substitueren naar FPK-capaciteit. 5.1.3 Eindafrekening Uw organisatie dient te voldoen aan de AO/IC richtlijn(en), welke zijn vermeld op de site www.dji.nl. DForZo financiert alleen de forensische zorg die wordt verleend in het kader van een forensische zorgtitel (Zie bijlage 14 voor de lijst met forensische zorgtitels). Een andere uitzondering vormt forensische zorg in de twee weken na een contraire beëindiging van de TBS met dwangverpleging of in geval van het onverwacht aflopen van een gemaximeerde TBS met dwangverpleging. De financiële verantwoording over de door u geleverde zorg vindt plaats op basis van een productieverantwoording aan het einde van het jaar. Bij de herschikking toetst DForZo ook op een tijdige en volledige maandelijkse verantwoording van de productiecijfers via RePaD en de registratie van de prestatieindicatoren over verslagjaar 2011. Indien zorgaanbieders dit niet tijdig en/of volledig aanleveren, dan behoudt DForZo zich het recht voor de korting met betrekking tot de beoordeling van het startbudget bij de herschikking alsnog toe te passen (zie voor nadere toelichting hoofdstuk 2). De productieverantwoording zal geschieden op basis van een nog op te stellen Assurance protocol voor het jaar 2012. Het protocol en het format voor de productieverantwoording vindt u te zijner tijd op de website www.dji.nl. Het controleprotocol dat de accountant dient te volgen bij het uitvoeren van de controle op de productieverantwoording is gebaseerd op onder meer de Regeling AO/IC AWBZ-instellingen, maar zal ook worden gebaseerd op de uitvoeringsregels DB(B)C. Deze regeling is noodzakelijkerwijs aangepast op de specifieke situatie bij de inkoop van zorg in een strafrechtelijk kader. Hierbij gaat het inhoudelijk vooral om twee toevoegingen, namelijk de aanwezigheid van een strafrechtelijke titel en de toeleiding door de juiste instanties. U dient een door de accountant getekend Assurance-rapport mee te sturen met een gewaarmerkte productieverantwoording(-en). Deze verantwoording dient uiterlijk 1 juni 2013 ingediend te zijn bij DForZo. Op basis van de door uw accountant gewaarmerkte en door DForZo goedgekeurde productieverantwoording(-en) wordt het definitieve budget vastgesteld. Een eventuele nabetaling wordt zo spoedig mogelijk na vaststelling apart betaalbaar gesteld. Indien een deel van het voorschot dient te worden terugbetaald zal dat middels een vordering worden geïncasseerd. De uitkomsten van het beoordelingskader van de inkoop 2012 kunnen betrokken worden bij de eindafrekening van 2012. Indien van toepassing wordt dit uitgewerkt in het Assurance protocol van 2012. 5.2 Kapitaallasten De kapitaallasten van intramurale (forensische) voorzieningen die forensische zorg in een strafrechtelijk kader leveren worden net als voorgaande jaren gefinancierd via de zorgkantoren vanuit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ). De NZa doet voor de reguliere GGz maar ook voor de forensische zorg, onderzoek naar de wijze van invoering van een normatieve huisvestingscomponent (NHC). Na invoering van de NHC zal overheveling van budget plaatsvinden en zal DForZo de vergoeding van kapitaallasten voor haar rekening nemen. Na de overheveling van deze financiële middelen is het gehele budget van de forensische zorg in strafrechtelijk kader overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie. U wordt na de besluitvorming over de invoering van de Pagina 30 van 127

integrale kostprijs en overheveling van de kapitaallasten van de intramurale forensische voorzieningen en de consequenties hiervan, door DForZo geïnformeerd. 5.3 Regeling voor tijdelijke crisisopname en afwezigheidsdagen DForZo acht het van belang om bij dreigende terugval in delictgedrag de cliënt tijdelijk op te kunnen nemen in een instelling die kan voldoen aan de acute zorgbehoefte of in indien van toepassing terug te plaatsen in detentie. Deze tijdelijke situatie biedt mogelijkheden om de crisis te stabiliseren. Daarmee ontstaat de kans dat een bed/plaats in de huidige verblijfssituatie leeg staat doordat de patiënt afwezig is. Als gevolg van de wetswijziging in 2010 met betrekking tot de TBS met voorwaarden is de mogelijkheid tot een tijdelijke crisisopname wettelijk geregeld voor de TBS met voorwaarden en de voorwaardelijke beëindiging van de TBS met dwangverpleging. Dit was aanleiding voor DForZo om een regeling op te stellen over de crisisopname en de vergoeding van afwezigheiddagen voor alle forensische zorgtitels. Deze regeling voorziet in een vergoeding van verblijf- of verzorgingsdagen als een cliënt tijdelijk elders verblijft in geval van een ziekenhuisopname of een tijdelijke crisisopname. In de regeling wordt beschreven in welke gevallen en voor welke duur de vergoeding plaatsvindt. DForZo hanteert bij deze regeling de volgende uitgangspunten: de tijdelijke crisisopname bestaat uit een kortdurende interventie die erop gericht is de situatie te stabiliseren en acute dreiging af te wenden, waarna reguliere forensische zorg kan worden geboden; het betreft tijdelijk verblijf in een intramurale setting met een hoger beveiligingsniveau en/of zorgniveau dan de huidige verblijfssetting van de cliënt. De regeling is opgenomen in bijlage 13. 5.4 Tarieven budgetparameters en DB(B)C Voor de tariefstelling 2012 geldt dat de tarieven 2011 op basis van de definitieve NZa-indexaties voor het jaar 2011 worden opgehoogd. Deze tarieven dienen als basis voor de contracten voor het jaar 2012. De indexatie is als volgt vastgesteld voor 2011: loonkosten 3,11%; materiële kosten 1,98%; het gewogen gemiddelde bedraagt 2,88% (dit is 80% van de loonindex en 20% van de materiële kostenindex). Voor de intramurale tarieven worden de loon- en materiële indexatie afzonderlijk toegepast en dus niet op basis van het gewogen gemiddelde. Alle extramurale tarieven 2011 worden voor 2012 met het gewogen gemiddelde opgehoogd. Indien specifieke tariefsoorten daartoe aanleiding geven kunnen in overleg tussen DForZo en de aanbieder separate afspraken worden gemaakt. In beginsel volgt DForZo de NZa-indexatie voor 2012. Indien de financiële situatie daartoe aanleiding geeft, behoudt DForZo zich het recht voor de indexering voor 2012 niet door te voeren. Pagina 31 van 127

De niet-gereguleerde DB(B)C tarieven zijn door de NZa kenbaar gemaakt en zijn in de DB(B)C sheet 2012 toegepast. Ten opzichte van vorig jaar worden er dit in 2012 verschillende toeslagen voor de beveiligingsniveaus toegepast. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het type beveiligingsniveau. Pagina 32 van 127

6 Verantwoording De zorgaanbieder dient te voldoen aan de transparantie-eisen die gesteld worden aan de bestuursstructuur en de bedrijfsvoering zoals geformuleerd in de Wet Toelating Zorginstellingen, met inbegrip van corporate governance. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft met het ministerie van VWS de afspraak gemaakt dat de forensische zorg in een strafrechtelijk kader afzonderlijk wordt opgenomen in het document jaarverantwoording zorginstellingen 2012. In het kader van de verantwoording 2012 wordt u gevraagd kwantitatieve en kwalitatieve informatie aan te leveren. In dit hoofdstuk wordt welke informatie dat betreft. Deze informatie wordt voor verschillende doeleinden gebruikt, waaronder: het bewaken van het (macro)budget; het bewaken van de realisatie op gemaakte productieafspraken; het verzamelen van informatie ten behoeve van tussentijdse herschikking; het verzamelen van informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg; het verzamelen van informatie ten behoeve van plaatsing en zorgtoeleiding in de forensische zorg. Tevens treft u een overzicht aan over de wijze en de momenten waarop de betreffende informatie moet worden aangeleverd. 6.1 Verantwoordingsinformatie In deze Handleiding inkoop forensische zorg 2012 wordt gesproken over 2 soorten prestatie-indicatoren, zijnde: prestatie-indicatoren vanuit het project Zichtbare Zorg van de Inspectie voor de Gezondheidszorg met betrekking tot de kwaliteit van de forensische zorg; prestatie-indicatoren van DJI ten behoeve van de viermaandsrapportage en het jaarverslag. Deze zijn alleen van toepassing op de justitiële FPC s. Prestatie-indicatoren Zichtbare Zorg Het ministerie van Veiligheid en Justitie is aangesloten bij Zichtbare Zorg van het ministerie van VWS om samen met alle belanghebbende partijen dezelfde prestatieindicatoren te hanteren waarmee de kwaliteit van de forensische zorg inzichtelijk wordt gemaakt. Zorgaanbieders die geen DB(B)C s factureren, zorgaanbieders met een licht contract en zorgaanbieders met een declaratieovereenkomst hoeven geen prestatie-indicatoren aan te leveren. Over verslagjaar 2012 registreert de zorgaanbieder forensische prestatie-indicatoren zoals gedefinieerd in de indicatorenset FP van Zichtbare Zorg, vastgesteld in september 2009. Voor de SGLVG-behandelinstellingen zijn er specifieke prestatie-indicatoren opgenomen in de set Gehandicaptenzorg. Voor de opvanginstellingen is een set prestatieindicatoren in ontwikkeling. Deze set heeft betrekking op de opvang- en verblijfinstellingen die lid zijn van de Federatie Opvang 1. De verwachting is dat deze set vanaf verslagjaar 2012 worden uitgevraagd. 1 Voor een nadere toelichting wordt u verwezen naar de afspraken die hierover tussen Zichtbare Zorg en de Federatie Opvang zijn gemaakt. Pagina 33 van 127

Op de website van Zichtbare Zorg (www.zichtbarezorg.nl) vindt u alle relevante informatie over de definiëring, werkinstructie en aanlevering van de prestatieindicatoren. De prestatie-indicatoren over het verslagjaar 2011 maken onderdeel uit van het beoordelingskader voor het startbudget. Door deze volledig aan te leveren kunnen zorgaanbieders een deel budgetkorting terugverdienen. In juli 2012 wordt met behulp van het document Jaarverantwoording zorginstellingen 2011 vastgesteld of de prestatie-indicatoren over verslagjaar 2011 daadwerkelijk zijn aangeleverd. Indien de prestatie-indicatoren ontbreken, wordt het onterecht toegekende budget teruggevorderd. Prestatie-indicatoren DJI voor TBS met dwangverpleging De prestatie-indicatoren DJI hebben betrekking op de TBS met dwangverpleging en gelden voor de justitiële particuliere en rijks-fpc s. Deze prestatie-indicatoren zijn uitgewerkt in de handleiding Planning & Control 2012 voor de Forensisch Psychiatrische Centra. Maandelijkse productieverantwoording De verantwoording over de productie en patiëntstromen dient maandelijks te worden aangeleverd in het systeem Registratie Patiëntenstromen Directie Forensische Zorg (RePaD). Voor beide verantwoordingsgegevens is een handleiding digitaal beschikbaar via www.dji.nl. Voorwaarde voor het ophogen van het startbudget is dat u RePaD tijdig en volledig invult. Onder tijdig wordt verstaan dat de zorgaanbieder over maand (t) uiterlijk de 28e dag van de daaropvolgende maand (t+1) de realisatiegegevens heeft ingevoerd. Onder volledig wordt verstaan dat op alle parameters waarmee met DForZo een afspraak is gemaakt en waar realisatie op heeft plaatsgevonden wordt geregistreerd. De eerste en tweede keer dat dit niet is gedaan volgt een rappel per e-mail. Bij een derde maal valt u terug naar het startbudget. Jaarlijkse productieverantwoording In hoofdstuk 5.3.1 vindt u een uitgebreide beschrijving van de jaarlijkse productieverantwoording. Het controleprotocol in het kader van de productieverantwoording is te vinden op www.dji.nl. Het controleprotocol wordt momenteel herzien. Zodra de herziene versie is vastgesteld, wordt deze beschikbaar gesteld via www.dji.nl. U wordt hierover geïnformeerd. Jaarverslag en jaarrekening De eisen voor de jaarverslaglegging voor instellingen in de forensische zorg zijn conform de WTZi. Daarom wordt voor de jaarverslaglegging gebruik gemaakt van het document Jaarverantwoording zorginstellingen 2012. Het document bestaat uit drie onderdelen: het jaarverslag, de jaarrekening en de informatie die moet worden ingevuld via DigiMV. In het jaardocument 2012 enkele onderdelen toegevoegd die specifiek voor de forensische zorg dienen te worden ingevuld. Indien met u aanvullende specifieke afspraken gemaakt zijn over het aanleveren van informatie dient u deze ook in het jaarverslag op te nemen. De eisen met betrekking tot het opstellen van de jaarrekening zijn niet aangepast. In de onderstaande tabel is beschreven welke verantwoordingsinformatie zorgaanbieders dienen aan te leveren en op welk moment. In de eerste kolom wordt Pagina 34 van 127

tussen haakjes vermeld welke zorgaanbieders de betreffende informatie niet hoeven aan te leveren. Repad Inhoud Wanneer 1 Rapportage RePaD (P*Q) (exclusief justitiële en rijks- FPC) 2 Rapportage RePaD patiëntenstromen (exclusief (niet)-justitiële en rijks-fpc) Gerealiseerde productie maal prijs Aantal eerste opnames Instroom Uitstroom 28 dagen na einde maand Dagelijks na een mutatie. DBBC s Inhoud Wanneer 1 DB(B)C factuur, voor FPC en forensische zorgaanbieders (zie paragraaf 5.1.3) DB(B)C factuur op aantallen. Bij afsluiting van de DB(B)C. 2 DB(B)C s die op 30-6-2012 nog niet zijn afgesloten. Conform uitvoeringsregels DB(B)C s. 3 DB(B)C's die op 31-12-2012 nog niet zijn afgesloten. Conform uitvoeringsregels DB(B)C's. Onderhanden werk ultimo juni 2012. Onderhanden werk ultimo 2012. 1 augustus 2012 1 februari 2013 ZZP s Inhoud Wanneer 1 Rapportage RePaD (P*Q) 2 Rapportage RePaD patiëntenstromen Gerealiseerde productie maal prijs Aantal eerste opnames Instroom Uitstroom 28 dagen na einde maand Dagelijks na een mutatie. Jaarverantwoording Inhoud Wanneer 1 Jaarverslag en jaarrekening Zie Jaardocument MV 1 juni 2013 zorginstellingen 2012 2 Prestatie-indicatoren kwaliteit forensische zorg 3 Productieverantwoording en onderhanden werk bepaling met een door een externe accountant getekende verklaring Zie Jaardocument MV zorginstellingen 2012/DigiMV Totale gerealiseerde productie maal prijs 1 juni 2013 1 juni 2013 Pagina 35 van 127

7 Niet-justitiële FPC s De inkoop van forensische zorg voor TBS-met dwangverpleging (hierna TBScapaciteit) bij niet-justitiële FPC s maakt in principe integraal onderdeel uit van de inkoop forensische zorg. De verschillen in de aanvraag, registratie en verantwoording over de TBS met dwangverpleging ten opzichte van de overige FPKcapaciteit zijn in dit hoofdstuk beschreven. Voor de FPK-capaciteit dienen de nietjustitiële FPC s te voldoen aan de overige eisen/richtlijnen in deze handleiding. 7.1 Productie aanvraag De niet-justitiële FPC s dienen de aanvraag voor TBS-capaciteit met dwangverpleging in een aparte paragraaf in de offerte aan te geven. U geeft het totaal aantal plaatsen voor de te leveren capaciteit aan per 1 januari-2012 en per 31 december 2012. Vervolgens berekent u de gewogen gemiddelde capaciteit over 2012 (berekening op dagbasis). Indien u wijzigingen verwacht in de capaciteit per 1 januari 2012 (ten opzichte van het lopende jaar) en per 31 december 2012 (ten opzichte van 1 januari 2012) verzoekt DForZo u hierop een toelichting te geven. De definitieve productieafspraak wordt in de sheet budgetberekening door DForZo aan de instelling kenbaar gemaakt. Deze sheet dient, net zoals de sheet(s) voor overige FZ, door beide contractpartijen te worden getekend en retour gezonden naar DForZo. Voor de TBS-capaciteit dient ook een aparte DB(B)C inkoopsheet te worden ingediend (de inkoopsheet heeft dan alleen betrekking op de verwachte TBS capaciteit). Uiterlijk 1 oktober 2011 dient u deze sheets, eventueel samen met het reguliere productievoorstel voor de overige FPK-bedden en de daarbij behorende DB(B)C sheet, in te dienen. Volledigheidshalve wordt hierbij vermeld dat de actuele situatie met betrekking tot de wachtlijst ertoe leidt dat het ministerie van Veiligheid en Justitie van de nietjustitiële FPC s uiterste flexibiliteit verlangt bij het opnemen van TBS-gestelden. 7.2 Productieregistratie De niet-justitiële FPC s dienen in 2012 de TBS-productie te registreren in MITS. Daarnaast worden de niet-justitiële FPC s gevraagd om de prestatie-indicatoren conform de particuliere FPC s in MITS te registreren. Dit omdat in het verleden dergelijke informatie niet (tijdig) voorhanden bleek te zijn op belangrijke momenten. 7.3 DB(B)C s Voor de DB(B)C geldt in 2012 het volgende: de DB(B)C offerte vormt de basis voor inkoop en financiering (registratie, validatie en facturatie) van forensische zorg. Ter ondersteuning van de inkoop op basis van DB(B)C s en het inkoopgesprek is de In- en verkoopgids DB(B)C s 2012 opgesteld; in 2012 zijn alle zorgaanbieders (met DB(B)C s) verplicht DB(B)C s te factureren. Zorgaanbieders dienen dus al in 2011 het facturatieproces volledig operationeel te hebben de afrekening over het jaar 2012 vindt plaats op budgetparameters en op basis van de op de NZa gebaseerde bekostigingssystematiek en de tenders; de vangnetconstructie (op basis van de budgetparameters) blijft voor 2012 bestaan. Pagina 37 van 127

De uitvoeringsregels DB(B)C 2012 zijn ook van toepassing op de niet-justitiële FPC s. 7.4 Bevoorschotting Zie hiervoor hoofdstuk 4 van de deze handleiding Bekostigingssystematiek en dan de paragraaf Bevoorschotting. 7.5 Verantwoording De TBS-productie dient middels de TBS-verantwoordingsheet (anders dan de verantwoordingssheets voor de overige FZ/tenders) te worden verantwoord. Hierbij dienen de gegevens uit MITS als uitgangspunt. Nacalculatie geschiedt conform de systematiek voor de particuliere FPC s (zie hiervoor de P&C handleiding particuliere FPC 2012). Deze dient voorzien te zijn van een door de accountant af te geven verklaring. De verantwoordingsheet en het daarbij behorende protocol worden gepubliceerd op www.dji.nl. 7.6 Reservecapaciteit De huidige capaciteitsontwikkeling leidt tot een overschot aan TBS-capaciteit. De vraag naar TBS-capaciteit kan echter weer aantrekken in de toekomst. Om tijdig in te kunnen spelen op fluctuaties in de capaciteitsbehoefte is reservecapaciteit gecreëerd. DForZo wil hierop anticiperen door de mogelijkheid te bieden om een gedeelte van de operationele capaciteit af te bouwen en onder voorwaarden om te zetten in reservecapaciteit. DForZo wil vanaf januari 2012 met betrokken instellingen afspraken maken over de reservecapaciteit. De belangrijkste voorwaarde is dat de reservecapaciteit beschikbaar blijft voor TBS-gestelden en binnen maximaal zes maanden weer operationeel kan zijn. De benodigde reservecapaciteit dat als zodanig wordt aangewezen is beperkt. Hierdoor is DForZo genoodzaakt de aangeboden reservecapaciteit te beoordelen en te verdelen. De uitwerking van een beoordelingskader wordt zo spoedig mogelijk na het verschijnen van de handleiding separaat gecommuniceerd aan de FPC s. De reservecapaciteit zal geen deel uitmaken van de offerte in DB(B)C s en zal dan ook niet conform de DB(B)C systematiek kunnen worden gefinancierd. Vergoeding zal op basis van maandelijkse bevoorschotting plaatsvinden. 7.7 Tijdsplan In de onderstaande tabel is beschreven welke (verantwoordings)informatie het nietjustitiële FPC dient aan te leveren en op welk moment. Pagina 38 van 127

MITS Inhoud Wanneer 1 Registratie productie MITS Gerealiseerde productie (in dagen) Aantal eerste opnames 28 dagen na einde maand DBBC s Inhoud Wanneer 1 DB(B)C factuur Aantal DB(B)C factureren. 2 DB(B)C s die op 30-6-2012 nog niet zijn afgesloten. Zie uitvoeringsregels DB(B)C s. 3 DB(B)C's die op 31-12-2012 nog niet zijn afgesloten. Zie uitvoeringsregels DB(B)C's. Onderhanden werk ultimo juni 2012. Onderhanden werk ultimo 2012. Bij afsluiting van de DB(B)C. 1 augustus 2012 1 februari 2013 Jaarverantwoording Inhoud Wanneer 1 Jaarverslag en jaarrekening Zie Jaardocument MV 1 juni 2013 zorginstellingen 2012 2 Prestatie-indicatoren kwaliteit Zie Jaardocument MV 1 juni 2013 forensische zorg zorginstellingen 2012/DigiMV 3 Productieverantwoording en OHW-bepaling met een door een externe accountant getekende verklaring Totale gerealiseerde productie 1 juni 2013 Pagina 39 van 127

8 Indicatiestelling en plaatsing 8.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt kort stilgestaan bij de processen van indicatiestelling en plaatsing. Daar hebben in 2011 enkele relevante wijzigingen plaatsgevonden die van belang zijn voor de inkoop 2012. Vanaf 1 januari 2012 worden in beginsel geen verwijsbrieven meer gehanteerd en geschieden alle plaatsingen op basis van een plaatsingsbesluit. Het plaatsingsbesluit is daarmee een voorwaarde om een zorgtraject te kunnen starten en te kunnen declareren. Indicatiestelling is nodig om de zorgbehoefte en de beveiligingsnoodzaak van de justitiabele vast te stellen. De indicatiestelling dient objectief en onafhankelijk van het zorgaanbod en de zorginkoop plaats te vinden en moet leiden tot tijdige en adequate plaatsing in de juiste zorg. De indicatiestelling is de basis voor de plaatsing van een justitiabele in de juiste zorg. Dit wordt formeel bekrachtigd met een plaatsingsbesluit dat namens DForZo door een van de indicerende instanties wordt afgegeven. 8.2 Informatiesysteem Forensische Zorg (IFZO) DForZo bepaalt het inkoopbeleid mede op basis van de geaggregeerde zorgbehoefte die kan worden bepaald op basis van het totaal aantal indicatiestellingen. Het proces van indicatiestelling en plaatsing wordt ondersteund door de centrale registratie en vastlegging van gegevens in het daartoe ingerichte Informatiesysteem Forensische Zorg (IFZO). Op basis van die gegevens kan tevens inzicht worden verkregen in de actuele vraagontwikkeling en de mogelijkheden van plaatsing bij het gecontracteerde zorgaanbieders. Het is daarom van essentieel belang en daarmee verplicht voor zorgaanbieders de gegevens over het gecontracteerde zorgaanbod in IFZO actueel te houden gedurende de looptijd van de overeenkomst. Dat kan op dit moment door de wijzigingen in het zorgaanbod actief door te geven aan afdeling plaatsing van DForZo. Een instructie hoe dat dient plaats te vinden is als bijlage 12 opgenomen bij deze Handleiding. Op korte termijn wordt het mogelijk dat u conform de (gewijzigde) productieafspraken zelf het zorgaanbod wijzigt in IFZO. U wordt daarover te zijner tijd geïnformeerd. Vanaf 2011 worden de productieafspraken in DB(B)C- en ZZP-termen gemaakt. Ook bij de indicatiestelling en plaatsing worden deze termen gehanteerd. Om een juiste aansluiting tussen vraag en aanbod mogelijk te maken, wordt u gevraagd om uw zorgaanbod in IFZO ook in DB(B)C of ZZP termen te specificeren. 8.3 Indicatiestelling Er zijn drie categorieën bevoegde instanties die de indicatiestelling voor de forensische zorg uitvoeren: het Nederlands Instituut Forensische Psychiatrie (NIFP); de drie reclasseringsorganisaties (3RO): Leger des Heils, Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) en Reclassering Nederland (RN); het Psycho Medisch Overleg (PMO) van de penitentiaire inrichtingen en de Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC s). Pagina 41 van 127

Schematisch ziet de verdeling van bevoegdheden er als volgt uit: Ambulante Zorg Beschermd wonen Klinische Zorg NIFP/IFZ X X 3RO X X PMO X X X Hieronder wordt per type zorg (klinisch, ambulant, beschermd wonen, gevangeniswezen) een toelichting gegeven. Voor TBS-gestelden geldt vanwege de gedwongen plaatsing een andere systematiek. 8.3.1 Indicatiestelling TBS met dwangverpleging Op dit moment wordt niet geïndiceerd bij TBS-gestelden met dwangverpleging en wordt er gewerkt met een aselecte plaatsingssystematiek. De afdeling Plaatsing van DForZo verzorgt de plaatsing van de TBS-gestelden. De productieafspraken met FPC s in DB(B)C-termen leiden tot heroverweging van de huidige systematiek. DForZo beziet de wenselijkheid van indicatiestelling voor TBS met dwangverpleging. 8.3.2 Indicatiestelling klinische zorg Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is verantwoordelijk voor alle indicatiestellingen buiten het gevangeniswezen die leiden naar klinische zorg. Hieronder valt tevens indicatiestelling ten behoeve van behandeling in de SGLVG(+) instellingen. Ook de indicatiestelling voor klinische verslavingszorg wordt sinds 2011 uitgevoerd door het NIFP, waarbij dezelfde werkwijze en format worden gehanteerd als voor de overige klinische zorg. 8.3.3 Indicatiestelling voor ambulante zorg De 3RO voert de indicatiestelling voor de ambulante zorg voor voorwaardelijk gestraften uit. In 2011 is op een aantal plaatsen een nieuwe werkwijze voor indicatiestelling in de ambulante zorg uitgetest. De landelijke invoering van deze werkwijze is voorzien aan het eind van 2011, zodat in 2012 door 3RO op uniforme wijze kan worden geïndiceerd. 8.3.4 Indicatiestelling voor beschermd wonen De indicatiestelling voor beschermd wonen, waaronder ook (SGL)VG verblijf kan door meerdere instanties worden uitgevoerd. De herkomst van de justitiabele bepaalt door welke organisatie de indicatiestelling wordt gedaan. De indicatiestelling geschiedt als volgt: het NIFP/IFZ indien sprake is van doorstroom vanuit klinische zorg; het PMO indien het een uitplaatsing betreft vanuit de PI; de 3RO indien het zorg voor voorwaardelijk gestraften betreft. Voor het indiceren van de verblijfszorg in ZZP s wordt toegewerkt naar een indicatiestelling in drie categorieën ZZP s (Licht, Midden en Zwaar). De zorgaanbieder bepaalt zelf, mede aan de hand van de in de AWBZ gehanteerde HHM-webtool, welke ZZP op een specifieke cliënt van toepassing is. Deze webapplicatie kunt u vinden op www.zorgzwaartebekostiging.nl. 8.3.5 Indicatiestelling voor zorg in de PI Voor ambulante zorg die door zorgaanbieders in penitentiaire inrichtingen wordt geleverd, wordt de indicatie gesteld door het PMO van de PI of PPC. Er wordt in een aantal PI s gewerkt met een vernieuwde werkwijze voor indicatiestelling van ambulante zorg. Landelijk gebruik van de indicatiestelling Pagina 42 van 127

ambulante zorg binnen de PI is voorzien voor eind 2011. Uitgangspunt is dat per 1 januari 2012 alle ambulante zorgtrajecten in de PI worden voorafgegaan door een indicatiestelling en een plaatsingsbesluit conform de nieuwe werkwijze. 8.4 Plaatsing Plaatsing omvat het gehele proces van de afgeronde indicatiestelling van een justitiabele met een zorgbehoefte tot aan de feitelijke opname of de start van de zorg. Dit proces wordt formeel bekrachtigd door afgifte van een plaatsingsbesluit. De verantwoordelijkheid voor tijdige plaatsing van een cliënt op de juiste plaats ligt primair bij de eerder omschreven indicatie organen. DForZo houdt echter de eindverantwoordelijkheid voor iedere individuele plaatsing. Om dit proces goed te ondersteunen en te borgen wordt het Forensisch Plaatsingsloket (FPL) ingericht, dat aanspreekpunt is bij probleemsituaties en in die gevallen kan interveniëren. In uiterste gevallen kan het FPL plaatsing bij een zorgaanbieder afdwingen, mits deze plaatsing valt binnen de gemaakte contractafspraken. Het plaatsingsbeleid voor Forensische zorg is omschreven in het Beleidskader Plaatsing (te vinden op www.dji.nl) en gaat uit van de volgende criteria: de zorg moet passen bij de zorgbehoefte en beveiligingsnoodzaak uit de indicatiestelling; de locatie van de te bieden zorg moet bereikbaar zijn voor de justitiabele; uitvoering van de zorg moet tijdig plaatsvinden. Normen worden gesteld ten aanzien van de bereikbaarheid van zowel klinische als ambulante zorg, waarbij zorgverlening in de regio leidend is (met uitzondering van plaatsing in een FPK). Er wordt geplaatst binnen vastgestelde termijnen die aansluiten op de eisen die het strafrechtsproces stelt. Op basis van de indicatiestelling wordt de matching tussen zorgvraag en aanbod vanaf 2011 gefaciliteerd door IFZO. Dit leidt tot een overzicht van de zorgaanbieders, die passen bij de indicatiestelling op basis van enkele harde criteria (o.a. geslacht, klinisch/ambulante zorg/beschermd wonen). Naast deze harde criteria worden door de indicerende instanties overwegingen meegenomen die leiden tot passende zorg, zoals bijvoorbeeld de continuïteit van de zorg (duur van de titel en het vervolgtraject), eerdere behandelervaringen en de cultuur/identiteit van de patiënt. Om te komen tot een optimale aansluiting tussen de indicatiestelling en plaatsing in het gecontracteerde zorgaanbod, verplicht DForZo de Zorgaanbieders de informatie over de beschikbaarheid van het gecontracteerde zorgaanbod tijdig en volledig aan te leveren via IFZO. Pagina 43 van 127

9 Contracten forensische zorg DForZo hanteert een aantal verschillende contractvormen voor de forensische zorg. De aard en omvang van de geleverde forensische zorg verschilt per aanbieder en is daarmee bepalend voor het type contract dat wordt afgesloten. In dit hoofdstuk wordt per contractvorm beschreven voor welke zorgaanbieders en voor welke situaties de contractvorm is bedoeld. Daarnaast wordt er stilgestaan bij inzet van bekwaamheden door derden. De concept overeenkomsten zijn bijlagen 15, 16 en 17 van deze handleiding. Deze zijn ter inzage en niet bedoeld om ondertekend in te zenden bij de offerte. Het ondertekenen van de overeenkomst vindt, bij goed gevolg, plaats ter formalisering en afsluiting van de inkoopronde. Op basis van de getekende overeenkomst vindt bevoorschotting en declaratie plaats conform de productieafspraak die voor dat betreffende jaar is overeengekomen. De wijze waarop de bekostiging plaatsvindt wordt beschreven in hoofdstuk 5. Ten aanzien van de zorginkoop voor 2012 hanteert DForZo drie contractvormen: 1 regulier contract; 2 licht contract; 3 declaratieovereenkomst. Regulier contract forensische zorg Het reguliere contract (bijlage 15) geldt voor alle zorgaanbieders die structureel forensische zorg in een strafrechtelijk kader leveren en een productieafspraak hebben met DForZo groter dan 500.000 per jaar. Licht contract forensische zorg De lichte contractsvariant (bijlage 16) is ontwikkeld voor zorgaanbieders die structureel forensische zorg in een strafrechtelijk kader leveren waarbij de omvang van de productieafspraak maximaal 500.000 per jaar bedraagt. Deze contractsvariant is gebaseerd op het reguliere contract, maar stelt minder eisen aan de verantwoording om zo onevenredig veel administratieve lasten te voorkomen. Indien u in aanmerking wenst te komen voor het lichte contract dan wordt u verzocht dit kenbaar te maken bij de indiening van uw offerte. Declaratieovereenkomst Aan de declaratieovereenkomst (bijlage 17) is op voorhand geen concrete productieafspraak gekoppeld, maar er wordt een maximaal te declareren bedrag afgesproken (nooit meer dan 100.000 op jaarbasis). Doelstelling is dat de doorstroom van cliënten met een strafrechtelijke titel in de keten wordt vergemakkelijkt en de drempel tot contracteren wordt verlaagd. De zorgaanbieder dient bij aanvang van de zorgverlening hiervan melding te maken bij DForZo. Er kan maximaal worden gedeclareerd tot het afgesproken bedrag. Een declaratieovereenkomst geldt voor de duur van maximaal één jaar. Bij voortzetting van de afspraken tussen DForZo en de zorgaanbieder zal in een volgend jaar gekozen worden voor een licht of regulier contract. Pagina 45 van 127

Inzetten van bekwaamheden van derden (onderaanneming) Indien er sprake is van vormen van onderaanneming door de inzet van bekwaamheden van derden, dient de instelling die fungeert als hoofdaannemer dit voorafgaand te melden bij DForZo. In uw offerte dient u de omvang van de ingekochte forensische zorg in een strafrechtelijk kader bij andere zorgaanbieders (niet zijnde individuele hulpverleners) aan te geven en welke instelling(en) het betreft. Duidelijk moet blijken welke en hoeveel zorgfuncties u inkoopt (conform de budgetparameters en DBBC s of ZZP s). Daarnaast dient u te onderbouwen hoe u de regiefunctie vanuit uw positie als hoofdaannemer vormgeeft. Onverminderd geldt dat bij elke onderaanneming de hoofdaannemer verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de dienstverlening geleverd in onderaanneming. Pagina 46 van 127

10 Inkoopproces 10.1 Planning Voor de inkoopprocedure 2012 geldt de hiernavolgende planning. 1 Zorgaanbieders worden uitgenodigd een 15 augustus 2011 offerte (in viervoud) in te dienen 2 Informatiebijeenkomst 6 september 2011 3 Indienen vragen n.a.v. deze handleiding Uiterlijk 8 september 2011 4 Schriftelijke beantwoording vragen n.a.v. Uiterlijk 16 september 2011 deze handleiding 5 Indienen offerte Uiterlijk 3 oktober 2011 6 Beoordeling offertes Vanaf 3 oktober 2011 7 Bespreking ingediende offerte Vanaf 17 oktober 2011 8 Contractering 31 december 2011 9 Herschikking 15 september 2012 10 Aanleveren jaarverantwoording en 1 juni 2013 accountantscontrole De gestelde data ten aanzien van de zorginkoop zijn de uiterste data. DForZo informeert alle zorgaanbieders schriftelijk indien de planning en/of deadlines wijzigen. Indien u een reeds gecontracteerde zorginstelling bent dan is de handleiding per mail naar u verzonden. U kunt de handleiding tevens op onze website: www.dji.nl vinden of per e-mail opvragen door een e-mailbericht te sturen met uw verzoek naar: inkoopforensischezorg@dji.minjus.nl onder vermelding van Inkoop Forensische Zorg 2012. 10.2 Offerte-indiening De complete offerte dient uiterlijk op de sluitingsdatum -3 oktober 2011 - bij DForZo aanwezig te zijn. Daarbij dient u, indien van toepassing, gebruik te maken van de formats beoordelingskader startbudget en beoordelingskader groei (bijlage 7 en 8). Offertes die te laat worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Er bestaat geen mogelijkheid tot wijziging of aanvulling van de offerte na indiening. Op deze manier biedt DForZo alle aanbieders een gelijke uitgangspositie. U kunt uw offerte richten aan: Dienst Justitiële Inrichtingen Directie Forensische Zorg t.a.v. mr. drs. G.V.M. van Gemert Postbus 30132 2500 GC Den Haag Uw offerte moet rechtsgeldig ondertekend in viervoud worden ingezonden. Daarnaast dient u uw volledige offerte digitaal toe te zenden aan inkoopforensischezorg@dji.minjus.nl. Let op: de mailbox kan berichten ontvangen met een maximale omvang van 2 MB. De ontvangst van de offerte wordt bevestigd. Indien u geen bevestiging heeft ontvangen dient u contact op te nemen met DForZo. Op alle bij de offerte in te zenden bijlagen dient u te vermelden: uw instellingsnaam en adres; Pagina 47 van 127

de referentie: Inkoop Forensische Zorg 2012. Voor bestaande aanbieders geldt dat indien een inschrijving niet rechtsgeldig is, de inschrijver niet voldoet aan de geschiktheidseisen en/of de inschrijver de gevraagde bewijsstukken niet voor 3 oktober 2011 aanbiedt, dan leidt dit ertoe dat de aanbieding niet kan worden beoordeeld. Dit betekent dat automatisch het budget wordt vastgesteld op 90% voor het ambulante deel van de zorg en op 97,5% voor het klinische deel. Daarnaast komt de aanbieder niet in aanmerking voor groei. 10.3 Beoordeling en bespreking ingediende offertes Bij de beoordeling van de offertes worden de volgende stappen doorlopen: 1 alle zorgaanbieders die een offerte indienen worden getoetst op de geschiktheideisen en de uitsluitingcriteria; 2 van de offerte wordt vastgesteld of deze overeenkomt met het budget 2011, niveau herschikking september, rekening houdend met reeds toegestane groei (de zogenaamde pijplijngelden); 3 het startbudget van reguliere contractanten voor klinische capaciteit en/of ambulante afspraken wordt vastgesteld na beoordeling van de offerte op basis van het beoordelingskader voor het startbudget; 4 het groeivoorstel wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingskader voor groei. U wordt uitgenodigd voor een gesprek. Vanaf 17 oktober tot en met eind november vinden gesprekken plaats in het kader van forensische zorginkoop 2012. 10.4 Informatie en contactpersonen Zoals gebruikelijk wordt u in de gelegenheid gesteld vragen te stellen naar aanleiding van deze handleiding. Hiertoe heeft u verschillende mogelijkheden: 1 Op 6 september 2011 van 10.30 tot 12.30 uur organiseert DForZo een informatiebijeenkomst over de zorginkoop 2011 in vergadercentrum Hoog Brabant, te Utrecht. U kunt zich aanmelden voor deze bijeenkomst via inkoopforensischezorg@dji.minjus.nl. 2 Schriftelijke vragen kunt u stellen tot uiterlijk 8 september 2011. U wordt verzocht de vragen naar aanleiding van deze handleiding zo spoedig mogelijk per e-mail aan DForZo te zenden onder vermelding van Vragen Zorginkoop 2012 Dit kan via het adres inkoopforensischezorg@dji.minjus.nl. De antwoorden en eventuele aanvullende informatie zullen zo spoedig mogelijk maar uiterlijk 16 september 2011 aan alle aanvragers van deze handleiding worden verstrekt via www.dji.nl. De antwoorden en eventuele aanvullende informatie maken integraal onderdeel uit van deze Handleiding inkoop forensische zorg. Ten slotte wordt u verzocht twee contactpersonen namens uw organisatie te vermelden in de offerte. DForZo laat de communicatie met uw organisatie via hen verlopen. Beide contactpersonen dienen volledige beslissingsbevoegdheid te hebben en gemachtigd te zijn om namens de zorgaanbieder op te treden. Dit dient te blijken uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel of een rechtsgeldige machtiging. Pagina 48 van 127

11 Uitsluitinggronden en geschiktheideisen In dit hoofdstuk wordt beschreven welke informatie een zorgaanbieder dient aan te leveren ten behoeve van de beoordeling op grond van de geschiktheideisen, waaronder uitsluitinggronden. DForZo behoudt zich het recht voor om, naast de informatie zoals die nu reeds wordt gevraagd, nadere bewijsstukken te verlangen. Indien de inhoud van deze bewijsstukken niet overeenkomt met hetgeen in de aanbieding is gesteld, kan de zorgaanbieder worden uitgesloten van verdere deelname aan de inkoopprocedure. Tenzij anders vermeld zijn geschiktheideisen en uitsluitinggronden van toepassing zowel op intramurale als op extramurale forensische zorg. Voor in 2011 gecontracteerde zorgaanbieders geldt dat zij kunnen volstaan met het ondertekenen en meezenden van een formulier waarin zij verklaren te voldoen aan de gestelde eisen (zie bijlage 3) en beschikken over de gevraagde documenten. Deze documenten dienen voor DForZo te allen tijde opvraagbaar te zijn. Nieuwe zorgaanbieders dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van alle gevraagde verklaringen en bewijsstukken (zie bijlage 1). 11.1 Uitsluitinggronden De zorgaanbieder wordt uitgesloten van de mogelijkheden om een contract te krijgen als er jegens deze aanbieder bij een onherroepelijk vonnis of arrest een veroordeling is uitgesproken op grond van artikel 140, 177, 177a, 178, 225, 226, 227, 227a, 227b of 323a, 328ter, tweede lid, 416, 417, 417bis, 420bis, 420ter of 420quater van het Wetboek van Strafrecht van deelneming. De zorgaanbieder wordt uitgesloten van de mogelijkheden om een contract te krijgen als: die in staat van faillissement of van liquidatie verkeert, wiens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens wie een surseance van betaling of een akkoord geldt of die in een andere vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die voorkomt in de op hem van toepassing zijnde wet- of regelgeving van een lidstaat van de Europese Unie; wiens faillissement of liquidatie is aangevraagd of tegen wie een procedure van surseance van betaling of akkoord dan wel een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de op hem van toepassing zijnde wet- of regelgeving van een lidstaat van de Europese Unie, aanhangig is gemaakt; jegens wie een rechterlijke uitspraak met kracht van gewijsde volgens de op hem van toepassing zijnde wet- of regelgeving van een lidstaat van de Europese Unie is gedaan, waarbij een delict is vastgesteld dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels; die in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, vastgesteld op een grond die DForZo aannemelijk kan maken; die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij is gevestigd of van Nederland; die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij is gevestigd of van Nederland; die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die voor de aanbieding kunnen worden verlangd, of die inlichtingen niet heeft verstrekt; Pagina 49 van 127

DJI hecht veel aan integriteit en het voorkomen van belangenverstrengeling. Het is inschrijvers daarom niet toegestaan in het kader van deze opdracht gebruik te maken van medewerkers van DJI. Zorgaanbieder dient te verklaren dat zij niet in de genoemde uitsluitinggronden verkeert door middel van het rechtsgeldig ondertekenen van de verklaring in bijlage 3. 11.2 Geschiktheideisen U dient te verklaren dat u voldoet aan de geschiktheideisen door middel van het invullen van de verklaring die als bijlage 3 is toegevoegd. 11.3 Toelatingseisen Om de transparantie in het aanbod te verbeteren en om grip te behouden op de kwaliteit van zorg contracteert DForZo in 2012 uitsluitend zorgaanbieders met een AWBZ-erkenning waarop de Kwaliteitswet zorginstellingen en/of de Wet BIG van toepassing is. De zorgaanbieder dient verantwoorde zorg te leveren. Om dit te realiseren dienen zij onder meer over een werkend kwaliteitssysteem te beschikken. De primaire verantwoordelijkheid voor de kwaliteit ligt bij de zorgaanbieder. DForZo stelt de volgende eisen: alle forensische zorg in een strafrechtelijk kader dient te voldoen aan de Kwaliteitswet zorginstellingen; DForZo contracteert in 2012 uitsluitend zorgaanbieders met een WTZi-toelating waarop de Kwaliteitswet zorginstellingen en/of de Wet BIG van toepassing is; de zorgaanbieder dient te beschikken over een door de Raad van Accreditatie goedgekeurd kwaliteitskeurmerk; de zorgaanbieder hanteert prestatie-indicatoren en verantwoordt zich hierover (zie hoofdstuk 6 Verantwoording); ten aanzien van de eisen die worden gesteld aan de bestuursstructuur en de bedrijfsstructuur alsmede het afleggen van verantwoording in het kader van het jaardocument zorginstellingen wordt van de zorgaanbieder verwacht dat deze handelt conform de gestelde eisen in de WTZi. Bedrijfsadministratie De instelling beschikt over een adequate bedrijfsadministratie ten behoeve van de tijdige levering van gegevens over de gerealiseerde productie en het leveren van de gevraagde managementinformatie (zie hoofdstuk 6 Verantwoording). Huisvesting De voorziening dient te voldoen aan alle wettelijke eisen en regelgeving vanuit het ministerie van VWS die van toepassing is op de gezondheidszorgsector ten aanzien van huisvesting in het algemeen. Voor de brandveiligheid is de daarvoor geldende wetgeving van toepassing; u dient over een geldige gebruiksvergunning te beschikken en deze toe te voegen. Deze eis geldt voor instellingen die vallen onder artikel 6.1.1 van de Model Bouwverordening: verplicht wanneer er meer dan 50 personen tegelijkertijd in het gebouw verblijven; DForZo behoudt zich het recht voor om aanvullende eisen met betrekking tot huisvesting en (brand)veiligheid te stellen. Pagina 50 van 127

11.4 Aanvullende voorwaarden DB(B)C en ZZP De offerte dient te worden opgesteld in DB(B)C s en/of ZZP s. Tevens dient u een offerte in budget parameters op te stellen, deze dient als vanget. De DB(B)C offerte is de basis voor de facturatie. U dient de DB(B)C offerte inhoudelijk te onderbouwen en hierbij, waar mogelijk, een verbinding te maken met uw behandelaanbod. Dit geldt zowel voor de behandelgroepen als voor het verblijf (inclusief de te verwachten verblijfsoorten). Tevens wordt u verzocht voor een behandelgroepen extra informatie aan te leveren. Dit betreft een keuze uit de behandelgroep aan een middel gebonden stoornissen of de behandelgroep met de diagnose persoonlijkheidstoornissen. Voor deze behandelgroepen is gekozen aangezien deze de meest voorkomende zijn. Indien in uw organisatie deze behandelgroepen niet voorkomen, kunt u de meest voorkomende in uw organisatie hanteren. U wordt verzocht de ZZP offerte inhoudelijk te onderbouwen, daarnaast dient de offerte vergezeld te gaan van een score van de cliëntenpopulatie. Wanneer de offertes DB(B)C s en/of ZZP s met onderbouwing niet zijn toegevoegd, wordt uw offerte niet in behandeling genomen. Overig Een inschrijving dient volgens de voorschriften van deze inkoopprocedure te zijn ingediend en daaraan mogen geen voorbehouden en/of voorwaarden zijn verbonden, zulks op straffe van het terzijde leggen van de inschrijving. Pagina 51 van 127

Bijlage 1 Checklist & Akkoordverklaring De aanbieding dient te zijn ingericht conform onderstaande structuur. Het voorstel van bestaande contractanten dient te zijn opgebouwd uit: 1 Algemene gegevens: a Een voorblad met gegevens met betrekking tot uw organisatie. Dit formulier is bijlage 2 van deze handleiding. b Een ondertekende verklaring uitsluitingcriteria en geschiktheideisen. Dit formulier is bijlage 3 van deze handleiding. 2. Het productievoorstel (budgetparameters) voor 2012 niveau herschikking september 2011. Een kwantitatieve opgave van uw voorstel voor 2012, gebaseerd op maximaal de gerealiseerde en daadwerkelijk gefinancierde forensische zorgproductie in een strafrechtelijk kader gedurende 2011, stand van zaken herschikkingmoment september 2011 (uiterlijk 1 september 2011 is het productiesheet beschikbaar op www.dji.nl). 3. Beoordelingskader startbudget (ingeval regulier contract): a Checklist beoordelingskader. Deze checklist is bijlage 4 van deze handleiding; b Ingevuld format beoordelingskader startbudget; een beschrijving van de wijze waarop u voldoet aan de criteria van het beoordelingskader voor het startbudget. Dit format is bijlage 7 van deze handleiding. 4. Eventuele groeiwensen voor 2012: a Checklist beoordelingskader. De checklist is bijlage 4 van deze handleiding b Ingevuld format beoordelingskader groeisegment; de criteria van het beoordelingskader voor groei. Het format is bijlage 8 van deze handleiding. c Een kwantitatief productievoorstel voor eventuele groei in 2012, uitgesplitst naar (sub)segment (uiterlijk 1 september is het productiesheet beschikbaar op www.dji.nl). 5. DB(B)C en/of ZZP offerte a Checklist DB(B)C/ZZP (bijlage 11) b Een DB(B)C-productievoorstel met een inhoudelijke onderbouwing van een van de twee hoofddiagnosegroepen en in kaart gebrachte behandeltrajecten van vijf personen (zie paragraaf 4.2.1.) en/of c Een ZZP-productievoorstel met een inhoudelijke onderbouwing (zie paragraaf 4.3.2) 6. Bijlagen: a Een uittreksel uit het beroeps-/handelsregister, niet ouder dan een half jaar. b De gegevens over eventuele onderaanneming. c Een kopie van de geldende WTZi-toelating (indien gewijzigd). d Een kopie van de geldende gebruiksvergunning (indien gewijzigd). Het voorstel van nieuwe zorgaanbieders dient te zijn opgebouwd uit 7. Algemene gegevens: a Een voorblad met gegevens over uw organisatie (zie bijlage 2). Pagina 53 van 127

b Een ondertekende verklaring uitsluitingcriteria en geschiktheideisen (zie bijlage 3). 8. Een productievoorstel in budgetparameters voor 2012: a uitgesplitst naar (sub)segment (uiterlijk 1 september is het productiesheet beschikbaar op www.dji.nl). b checklist beoordelingskader (bijlage 4); c Ingevuld format beoordelingskader groei: een toelichting op basis van de criteria van het beoordelingskader voor groei (bijlage 6). 9. DB(B)C en/of ZZP productievoorstel: a Checklist DB(B)C en ZZP (bijlage 11) b Een DB(B)C-productievoorstel met een inhoudelijke onderbouwing van een van de twee hoofddiagnosegroepen (zie paragraaf 4.2.1) en/of c Een ZZP-productievoorstel met een inhoudelijke onderbouwing aangevuld met een score van de cliëntenpopulatie (zie paragraaf 4.2.3) 10. Bijlagen: a Een uittreksel uit het beroeps-/handelsregister, niet ouder dan een half jaar. b De gegevens over eventuele onderaanneming. c Een kopie van de geldende WTZi-toelating. d Een kopie van de geldende gebruiksvergunning. De ingevulde en door een rechtsgeldige vertegenwoordiger ondertekende aanvraag dient bij de offerte te worden toegevoegd. Zorgaanbieder verklaart zich akkoord met de vormvoorwaarden van de contracteringsprocedure. Door het niet aanleveren van een kopie van de WTZi-toelating en gebruiksvergunning(en) door een bestaande zorgaanbieder geeft de betreffende aanbieder aan dat er geen voor de WTZi-toelating en gebruiksvergunning(en) relevante wijzigingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de situatie op 1 januari 2011. Onder bestaande aanbieder wordt in dit verband verstaan een aanbieder waarmee het ministerie van Veiligheid en Justitie in het kader van de Inkoop Forensische Zorg 2012 een overeenkomst heeft gesloten. Ondertekening Naam Zorgaanbieder Naam functionaris Datum Handtekening Pagina 54 van 127

Bijlage 2 Gegevens met betrekking tot de eigen organisatie De zorgaanbieder dient met betrekking tot de eigen organisatie de volgende gegevens in te dienen: 2 Gegevens organisatie a Naam zorgaanbieder; b Naam contactpersoon; c Postadres, postcode en plaats; d Telefoon- en faxnummer; e E-mailadres van de contactpersoon. f Een telefoonnummer en contactpersoon voor de afdeling plaatsing van de directie Forensische Zorg; g bank- of gironummer inclusief tenaamstelling h AGB-code (indien van toepassing) 3 Organisatie profiel a Organisatie- of ondernemingsstructuur (inclusief gegevens over een eventuele groep- of holdingstructuur waarvan de zorgaanbieder deel uitmaakt); b Organigram. 4 Ketenpartners a De combinanten/onderaannemers (per afzonderlijke organisatie) b Gegevens en profiel als onder 1 en 2; c de in samenwerking uitgevoerde activiteiten. Pagina 55 van 127

Bijlage 3 Verklaringen uitsluitingcriteria en geschiktheideisen Ondergetekende verklaart in zijn hoedanigheid van Functie: dat geen van de uitsluitingscriteria op de aanvragende rechtspersoon van toepassing zijn en Zorgaanbieder verklaart op moment van inschrijving te voldoen aan de in de handleiding inkoop forensische zorg 2012 gestelde geschiktheideisen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie is te allen tijde bevoegd om nadere relevante bewijsstukken op te vragen. Zorgaanbieder verklaart dat hij de gevraagde bewijsstukken terstond aan het ministerie van Veiligheid en Justitie ter hand zal stellen. Naam Zorgaanbieder: Naam functionaris: Datum: Handtekening: Pagina 56 van 127

Bijlage 4 Invulinstructie en Checklist Beoordelingskader U dient dit formulier digitaal in te vullen, uit te printen en mee te sturen met de offerte. Naam zorginstelling: Startbudget 1. Bent u een nieuwe of een bestaande zorgaanbieder? Bestaande zorgaanbieder (ga verder naar vraag 2) Nieuwe aanbieder (Ga verder naar vraag 4) 2. Offreert u voor een regulier contract (> 500.000,-) of voor een licht contract (< 500.000,-) Regulier contract (Ga verder naar vraag 3) Licht contract (Ga verder naar vraag 4 indien u wilt groeien in een segment) 3. Bent u een behandelinstelling en/of een instelling voor begeleiding/verblijf? Behandelinstelling (vul onderdelen A1a, A2, B1a en B1b in) Instelling voor begeleiding/verblijf (vul onderdelen A1b, A2 en B2 in) Beoordelingskader Groei 4. Geef aan op welke segmenten u offreert voor groei of een voor u nieuw zorgaanbod. Indien u offreert voor meerdere segmenten kruist u deze opties aan. Ambulante behandeling Reeds aanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1a) Nieuwe zorgaanbieder op dit segment (vul C1b voor dit segment in) Pagina 57 van 127

Beoordelingskader Groei (Vul onderdelen D1 en D2 in) Geef tevens aan in welke subsegmenten u zorg levert: I II III Ambulante zorg in de Penitentiaire Inrichting (PI) Reeds aanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1a) Nieuwe zorgaanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1b in) Beoordelingskader Groei (Vul onderdelen E1 en E2 in) Beschermd Wonen en Begeleiding Reeds aanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1a) Nieuwe zorgaanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1b in) Beoordelingskader Groei (Vul onderdeel F1 in) Ambulante behandeling voor verstandelijk gehandicapten (VG) Reeds aanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1a) Nieuwe zorgaanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1b in) Beoordelingskader Groei (Vul onderdelen G1 en G2 in) Pagina 58 van 127

Verblijf voor (Sterk Gedragsgestoord Licht) Verstandelijk Gehandicapten (SGLVG) Reeds aanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1a) Nieuwe zorgaanbieder op dit segment (vul voor dit segment C1b in) Beoordelingskader Groei (Vul onderdelen H1 en H2 in) Pagina 59 van 127

Bijlage 5 Beoordelingskader Startbudget A: BEOORDELINGSKADER STARTBUDGET KWALITEITSCRITERIA (maximaal 80 punten) Werken aan recidivevermindering voor behandelinstellingen (maximaal 45 punten) Let op: behandelinstellingen beantwoorden A1a, aanbieders van begeleiding en/of alleen verblijf beantwoorden A1b. A1a Geef antwoord op de volgende 3 vragen met betrekking tot het werken aan recidivevermindering: 1. Hoe geeft u de risicotaxatie vorm? Ga hierbij in op ten minste: de methode van risicotaxatie en de risicotaxatie-instrumenten die u eventueel gebruikt; op welke momenten u risicotaxatie inzet (start behandeling, diagnostische fase, inzet vrijhedenbeleid etc.) en de functie die de risicotaxatie op die momenten heeft, eventueel bij welke patiëntgroepen/delicttypen. 2. Hoe heeft u het risicomanagement vormgegeven? Denk hierbij bijvoorbeeld aan: de rol van behandelinterventies, het vrijhedenbeleid en controle op middelengebruik. 3. Registreert u recidive tijdens de behandeling? Zo ja, op welke wijze geeft u dit vorm? Zijn hierover afspraken gemaakt binnen uw instelling en/of met externe ketenpartners? Op welke wijze is recidive op casusniveau geïntegreerd in de behandeling? U krijgt de maximale score indien u voldoende ingaat op de 3 bovenstaande vragen. Werken aan recidivevermindering voor aanbieders van begeleiding en/of alleen verblijf (maximaal 45 punten) Let op: aanbieders van begeleiding en/of alleen verblijf beantwoorden A1b, behandelinstellingen beantwoorden A1a. A1b Geef antwoord op de volgende 3 vragen met betrekking tot het werken aan recidivevermindering: 1. Werkt u met een begeleidingsplan met aandacht voor risicofactoren en/of krijgen de risicofactoren op een andere wijze aandacht? 2. Hoe heeft u het risicomanagement vormgegeven? Denk hierbij bijvoorbeeld aan: de rol van het begeleidingsplan en controle op middelengebruik. 3. Op welke wijze signaleert u of sprake is van recidive tijdens de begeleiding en/of alleen verblijf? Heeft u hierover afspraken gemaakt binnen uw instelling en/of met externe ketenpartners? Is dit op enigerwijze geïntegreerd in de begeleiding en/of alleen verblijf? U krijgt de maximale score indien u voldoende ingaat op de 3 bovenstaande vragen Pagina 61 van 127

A2 Ketensamenwerking tijdens de strafrechtelijke titel & continuïteit van zorg voorafgaand, tijdens en na afloop van de strafrechtelijke titel (maximaal 35 punten) In bijlage 9 (schema ketenpartners) is een schematische weergave van de justitiële keten bijgevoegd. Deze weergave is een versimpelde versie van de werkelijke justitiële keten. Geef aan met behulp van het schema welke inspanning u levert om te komen tot afspraken dan wel welke afspraken u heeft gemaakt met verschillende ketenpartners in het kader van de samenwerking op onderstaande 3 onderwerpen. continuïteit van zorg (tijdens en na afloop van strafrechtelijke titel); informatie-uitwisseling tussen ketenpartners; crisissituaties. Ga in op ketenpartners binnen het oranje kader (Keten Forensische Zorg). Elk blokje in het schema stelt een specifieke ketenpartner of categorie van ketenpartners voor. De zorginstelling in het oranje blokje in het midden stelt u, als offrerende zorgaanbieder, voor. Om te komen tot een maximale score wordt zowel bekeken of u afspraken heeft met betrekking tot bovenstaande 3 onderwerpen, en de verschillende ketenpartners met wie u afspraken heeft. Pagina 62 van 127

B: BEOORDELINGSKADER STARTBUDGET Uitkomsten van zorg (maximaal 20 punten) Registratie Prestatie-indicatoren Zichtbare Zorg (maximaal 15 punten) Let op: zorgaanbieders waarop de prestatie-indicatoren van Zichtbare Zorg* van toepassing zijn, beantwoorden B1a en B1b. Overige zorgaanbieders beantwoorden B2a en B2b. B1a U registreert in 2012 de forensische prestatie-indicatoren zoals gedefinieerd in de indicatorenset FP, SGLVG met behandeling & Opvang van project Zichtbare Zorg FP. U geeft in de offerte aan dat de verantwoordingsgegevens over verslagjaar 2011 beschikbaar worden gesteld in het jaardocument 2011. U krijgt de maximale score indien u aan dit criterium voldoet. Dit wordt in juli 2012 op basis van het jaardocument over 2011 vastgesteld. Indien de prestatie-indicatoren ontbreken, worden de onterecht toegekende punten ingehouden met eventuele terugvordering van het budget als gevolg. * Dit betreft de prestatie-indicatoren voor de forensische psychiatrie, de SGLVGbehandeling en de opvang. Resultaten behandeling (maximaal 5 punten) Let op: alleen van toepassing op behandelinstellingen. B1b Brengt u de resultaten van behandeling in beeld? Bijvoorbeeld met behulp van Routine Outcome Monitoring (ROM). Zo ja, geef aan op welke wijze de resultaten gebruikt worden op: Op individueel niveau Op instellingsniveau Indien u resultaten van behandeling in beeld brengt op zowel individueel niveau als instellingsniveau en u toelichting hierop geeft krijgt u de maximale score. Uitkomsten van zorg (maximaal 15 punten) Let op: zorgaanbieders waarop de prestatie-indicatoren van Zichtbare Zorg van toepassing zijn, beantwoorden B1a en B1b. Overige zorgaanbieders beantwoorden B2a en B2b. B2a U beschrijft in de offerte op welke wijze u verantwoording aflegt over de kwaliteit van de geleverde zorg. VG-instellingen verantwoorden zich aan de hand van het kwaliteitskader gehandicaptenzorg, overige aanbieders die onder de maatschappelijke opvang worden gerekend verantwoorden zich via het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. B2b U krijgt de maximale score indien u voldoet aan de verantwoordingseisen die op uw instelling van toepassing zijn. Kwaliteitsbeleid (maximaal 5 punten) Let op: alleen van toepassing op instellingen voor begeleiding en/of alleen verblijf. Geef aan of u betrokken bent bij (interne/externe) ontwikkelingen op het gebied van kwaliteitsbeleid. Geef een korte toelichting. U krijgt de maximale score indien u betrokken bent bij ontwikkelingen op het gebied van kwaliteitsbeleid. Pagina 63 van 127

Bijlage 6 Beoordelingskader groei Indien u in aanmerking wilt komen voor groeibudget of wilt offreren op een segment waarvoor u nog geen contract heeft met DForZo, dan dient u in uw offerte altijd op onderdeel C in te gaan. Onderstaande vragen dient u uitgesplitst PER GROEISEGMENT (of nieuw zorgaanbod) waarvoor u offreert te beantwoorden. Als u in aanmerking wilt komen voor groei op meerdere segmenten dient u onderstaande vragen PER GROEISEGMENT te beantwoorden (in het in te vullen format is het onderdeel C daarom aan elk groeisegment toegevoegd). Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1b in te vullen. Daarnaast dient u in uw offerte in te gaan op de criteria (D, E, F, G of H) die horen bij het segment waarvoor u productieafspraken wilt maken voor het groeibudget. Pagina 65 van 127

C: BEOORDELINGSKADER GROEI : behoefte aan zorgaanbod Wachtlijst en behoeftestelling gecontracteerde zorg in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. Let op: onderstaande vragen dient u te beantwoorden voor het groeisegment waarvoor u offreert. Als u in aanmerking wilt komen voor groei op meerdere segmenten dient u onderstaande vragen PER GROEISEGMENT te beantwoorden. C1a 1. U bent in staat wachtlijstgegevens aan te leveren en geeft inzicht in de wachttijden. Indien gegevens niet zijn opgenomen in de offerte worden deze niet beoordeeld. Verwijzingen naar internetsites of niet bijgevoegde documentatie worden niet beoordeeld. 2. Benoem interne redenen die ten grondslag liggen aan de verwachting dat meer zorgaanbod nodig is. Ga bij de interne redenen in op de noodzaak van uitbreiding bij uw instelling en geef specifiek aan waarom in deze regio, aan dit type zorgaanbod behoefte is. Indien een reden zowel een interne als een externe grondslag heeft, is het eenmalig beschrijven en ernaar verwijzen bij de deze of de volgende vraag voldoende. Waarop is deze behoefte gebaseerd? U kunt denken aan: Aanbod voor andere populaties/doelgroepen; verandering/uitbreiding zorgaanbod ; uitbreiding van bestaande/nieuwe locatie. 3. Benoem externe redenen die ten grondslag liggen aan de verwachting dat meer zorgaanbod nodig is. Ga bij de externe redenen in op de noodzaak van uitbreiding bij uw instelling en geef specifiek aan waarom in deze regio, aan dit type zorgaanbod behoefte is. Indien een reden zowel een interne als een externe grondslag heeft, is het eenmalig beschrijven en ernaar verwijzen bij de deze of de volgende vraag voldoende. Beantwoord daarbij de volgende 2 vragen: Heeft u deze behoefte getoetst bij de lokale verwijzers? Kunt u de behoeftestelling door verwijzers weergeven? 4. Kunt u de behoefte aan groei relateren aan de realisatiegegevens van de productie op basis van de inkoopafspraken van 2011? U krijgt de maximale score indien u bovenstaande vier vragen voldoende beantwoordt. Pagina 66 van 127

Behoeftestelling nieuwe aanbieders in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. LET OP: onderstaande vragen dient u te beantwoorden voor het groeisegment waarvoor u offreert. Als u in aanmerking wilt komen voor groei op meerdere segmenten dient u onderstaande vragen PER GROEISEGMENT te beantwoorden. C1b 1. Benoem interne redenen die ten grondslag liggen aan de verwachting dat meer zorgaanbod nodig is. Ga bij de interne redenen in op de noodzaak van uitbreiding bij uw instelling en geef specifiek aan waarom in deze regio, aan dit type zorgaanbod behoefte is. Indien een reden zowel een interne als een externe grondslag heeft, is het eenmalig beschrijven en ernaar verwijzen bij de deze of de volgende vraag voldoende. Waarop is deze behoefte gebaseerd? U kunt denken aan: Aanbod voor andere populaties/doelgroepen; verandering/uitbreiding zorgaanbod; uitbreiding van bestaande/nieuwe locatie. 2. Benoem externe redenen die ten grondslag liggen aan de verwachting dat meer zorgaanbod nodig is. Ga bij de externe redenen in op de noodzaak van uitbreiding bij uw instelling en geef specifiek aan waarom in deze regio, aan dit type zorgaanbod behoefte is. Indien een reden zowel een interne als een externe grondslag heeft, is het eenmalig beschrijven en ernaar verwijzen bij de deze of de volgende vraag voldoende. Beantwoord daarbij de volgende 2 vragen: Heeft u deze behoefte getoetst bij de lokale verwijzers? Kunt u de behoeftestelling door verwijzers weergeven? U krijgt de maximale score indien u bovenstaande twee vragen voldoende beantwoordt. Pagina 67 van 127

D1 D: BEOORDELINGSKADER GROEI AMBULANTE BEHANDELING (reguliere GGZ, forensische GGZ en ambulante verslavingszorg) (maximaal 50 punten) Behandelaanbod (maximaal 30 punten) 1. Geef aan of u behandeling biedt voor onderstaande problematiek, ook in combinatie met elkaar. gedragsstoornissen; psychiatrische stoornissen; verslaving. 2. Geef daarnaast aan of een verstandelijke beperking een contra-indicatie voor behandeling bij uw instelling. U krijgt de maximale score indien u geïntegreerde behandeling biedt voor de bovenstaande stoornissen en een verstandelijke beperking geen contra-indicatie is. (f)act en/of Outreachende multidisciplinaire behandeling/begeleiding (maximaal 20 punten) D2 U biedt (functie)act of andere vorm van outreachende multidisciplinaire behandeling/begeleiding. In de offerte geeft u antwoord op de volgende 4 vragen: 1. Biedt u outreachende multidisciplinaire behandeling/begeleiding, zoals (functie)act of een soortgelijke vorm? 2. Indien u (functie)act aanbiedt, is of wordt deze gecertificeerd? Indien u certificering van (functie)act heeft of gaat behalen voor 1 juli 2012, krijgt u hier punten voor. Geef aan wanneer u verwacht certificering te behalen. In juli 2012 wordt dit door DForZo gecontroleerd, indien u dan niet gecertificeerd bent worden de punten alsnog teruggenomen en eventueel onterecht toegekend budget teruggevorderd. 3. Biedt u forensisch (functie)act? Geef toelichting op welke elementen het forensisch maken. 4. Hoe zet u de (functie)act/outreachende multidisciplinaire zorg in, rekening houdend met het aflopen van de strafrechtelijke titel? U gaat hierbij in op hoe u omgaat met de resterende duur van de strafrechtelijke titel en vrijwilligheid van de patiënt voor voortzetting van de zorg. U krijgt de maximale score indien u voldoende antwoord geeft op bovenstaande 4 vragen. Pagina 68 van 127

E: BEOORDELINGSKADER GROEI ZORG IN DE PENITENTIAIRE INRICHTING (PI) (maximaal 50 punten) Afspraken met de PI (maximaal 30 punten) E1 Het bieden van zorg in detentie kent beperkingen, bijvoorbeeld wat betreft de omgeving waarin de zorg plaatsvindt, de planning in relatie tot roosters en dagprogrammering, toegang tot de inrichting en informatie-uitwisseling met het PMO. Beschrijf welke afspraken u heeft en met welke PI( s), met betrekking tot: het organiseren van zorg in de PI; zorg na afloop van de detentiestraf. U krijgt de maximale score indien u de afspraken die u heeft met de PI benoemt en daarbij aangeeft met welke PI( s) en waarbij ten minste aandacht is voor bovengenoemde punten. E2 Zorgaanbod in de PI (maximaal 20 punten) 1. Geef aan of u behandeling biedt voor onderstaande problematiek, ook in combinatie met elkaar. gedragsstoornissen; psychiatrische stoornissen; verslaving. 2. Geef daarnaast aan of een verstandelijke beperking een contra-indicatie voor behandeling bij uw instelling. U krijgt de maximale score indien u geïntegreerde behandeling biedt voor de bovenstaande stoornissen en een verstandelijke beperking geen contra-indicatie is. Pagina 69 van 127

F: BEOORDELINGSKADER GROEI Beschermd Wonen en Begeleiding (maximaal 50 punten) Begeleidingsaanbod (maximaal 50 punten) Deze vraag komt overeen met vraag A1b (begeleiding) van het beoordelingskader voor het startbudget. Indien zorgaanbieder regulier contract heeft en A1b heeft ingevuld, is verwijzing naar dat deel van de offerte voldoende voor F1, indien zorgaanbieder valt onder het lichte contract dient F1 ingevuld te worden voor groei. F1 Geef aan op welke wijze het voorkomen van recidive centraal staat in de begeleiding en/of alleen verblijf van de cliënt. 1. Werkt u met een begeleidingsplan met aandacht voor risicofactoren en/of krijgen de risicofactoren op een andere wijze aandacht? 2. Hoe heeft u het risicomanagement vormgegeven? Denk hierbij bijvoorbeeld aan: de rol van het begeleidingsplan en controle op middelengebruik. 3. Op welke wijze signaleert u of sprake is van recidive tijdens de begeleiding en/of alleen verblijf? Heeft u hierover afspraken gemaakt binnen uw instelling en/of met externe ketenpartners? Is dit op enigerwijze geïntegreerd in de begeleiding en/of alleen verblijf? U krijgt de maximale score indien u voldoende ingaat op de 3 bovenstaande vragen G1 G: BEOORDELINGSKADER GROEI AMBULANTE VG-zorg (maximaal 50 punten) Behandelaanbod (maximaal 40 punten) Geef aan of u een geïntegreerd zorgaanbod voor de VG- cliënt biedt dat omvat, ook in onderlinge combinatie: de behandeling van de gedragsstoornis; de behandeling van de psychiatrische stoornis; de behandeling van verslaving; preventie van recidive waarbij gebruik wordt gemaakt van risicotaxatie en risicomanagement. U krijgt de maximale score indien u een geïntegreerd zorgaanbod voor de VG biedt dat voldoet aan bovenstaande vier aspecten en u dit aanbod in uw offerte beschrijft. Beschikbaarheid behandelaanbod (maximaal 10 punten) G2 Geef aan of het aanbod (zoals u heeft aangegeven onder G1) beschikbaar is per 1 januari 2012. Indien het aanbod niet beschikbaar is per 1 januari graag beschrijven of ontwikkeling is gestart en aangeven wanneer aanbod beschikbaar is. U krijgt de maximale score indien het beschreven aanbod beschikbaar is per 1 januari 2012. Pagina 70 van 127

H1 H: BEOORDELINGSKADER GROEI (SGL)VG verblijf (maximaal 50 punten) Zorgaanbod (maximaal 40 punten) Beschrijf in welke mate het zorgaanbod is afgestemd op de zorgvraag van de forensische (SGL)VG-cliënt. Geef per onderstaande doelgroep aan of u bereid bent deze op te nemen. verstandelijk gehandicapten met een gedragsstoornis; verstandelijk gehandicapten met een psychiatrische stoornis; verstandelijk gehandicapten met verslavingsproblematiek. U krijgt de maximale score indien u bereid bent bovenstaande doelgroepen op te nemen. H2 Instroom (maximaal 10 punten) Geef aan of u pro-actief werkt aan de instroom in de verblijfsinstelling en u hiertoe afspraken hebt gemaakt met ketenpartners, zoals verwijzers, een FPA, een FPC, een penitentiaire inrichting en een SGLVG-behandelinstelling. U krijgt de maximale score indien u afspraken hebt gemaakt over het pro-actief werken aan de instroom en u dit voldoende toelicht. Pagina 71 van 127

Bijlage 7 Format beoordelingskader startbudget De Zorgaanbieder dient de offerte aan te leveren in onderstaand format. A: BEOORDELINGSKADER STARTBUDGET KWALITEITSCRITERIA (maximaal 80 punten) Werken aan recidivevermindering voor behandelinstellingen (maximaal 45 punten) Let op: behandelinstellingen beantwoorden A1a, aanbieders van begeleiding en/of alleen verblijf beantwoorden A1b. A1a 1. 2. 3. Werken aan recidivevermindering voor aanbieders van begeleiding en/of alleen verblijf (maximaal 45 punten) Let op: aanbieders van begeleiding en/of alleen verblijf beantwoorden A1b, behandelinstellingen beantwoorden A1a. A1b 1. 2. 3. Ketensamenwerking tijdens de strafrechtelijke titel & continuïteit van zorg voorafgaand, tijdens en na afloop van de strafrechtelijke titel (maximaal 35 punten) A2 Pagina 73 van 127

B1a B: BEOORDELINGSKADER STARTBUDGET Uitkomsten van zorg (maximaal 20 punten) Registratie Prestatie-indicatoren Zichtbare Zorg (maximaal 15 punten) Let op: zorgaanbieders waarop de prestatie-indicatoren van Zichtbare Zorg* van toepassing zijn, beantwoorden B1a en B1b. Overige zorgaanbieders beantwoorden B2a en B2b. B1b Resultaten behandeling (maximaal 5 punten) Let op: alleen van toepassing op behandelinstellingen. B2a Uitkomsten van zorg (maximaal 15 punten) Let op: zorgaanbieders waarop de prestatie-indicatoren van Zichtbare Zorg van toepassing zijn, beantwoorden B1a en B1b. Overige zorgaanbieders beantwoorden B2a en B2b. B2b Kwaliteitsbeleid (maximaal 5 punten) Let op: alleen van toepassing op instelling voor begeleiding en/of alleen verblijf. Pagina 74 van 127

Bijlage 8 Format beoordelingskader groei Indien u in aanmerking wilt komen voor groeibudget of wilt offreren op een segment waarvoor u nog geen contract heeft met DForZo, dan dient u in uw offerte altijd op onderdeel C in te gaan. Onderstaande vragen dient u uitgesplitst PER GROEISEGMENT (of nieuw zorgaanbod) waarvoor u offreert te beantwoorden. Als u in aanmerking wilt komen voor groei op meerdere segmenten dient u onderstaande vragen PER GROEISEGMENT te beantwoorden (in het in te vullen format is het onderdeel C daarom aan elk groeisegment toegevoegd). Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1b in te vullen. Daarnaast dient u in uw offerte in te gaan op de criteria (D, E, F, G of H) die horen bij het segment waarvoor u productieafspraken wilt maken voor het groeibudget. AMBULANTE BEHANDELING C: BEOORDELINGSKADER GROEI (bij onderdeel D ambulante behandeling) : behoefte aan zorgaanbod Wachtlijst en behoeftestelling gecontracteerde zorg in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1a 1. 2. 3. 4. Behoeftestelling nieuwe aanbieders in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1b 1. 2. Pagina 75 van 127

D1 1. D: BEOORDELINGSKADER GROEI AMBULANTE BEHANDELING (reguliere GGZ, forensische GGZ en ambulante verslavingszorg) (maximaal 50 punten) Behandelaanbod (maximaal 30 punten) 2. D2 (f) ACT en/of Outreachende multidisciplinaire behandeling/begeleiding (maximaal 20 punten) 1. 2. 3. 4. ZORG IN DE PI C: BEOORDELINGSKADER GROEI (bij onderdeel E zorg in de PI): behoefte aan zorgaanbod Wachtlijst en behoeftestelling gecontracteerde zorg in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1a 1. 2. 3. 4. Behoeftestelling nieuwe aanbieders in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1b 1. 2. Pagina 76 van 127

E: BEOORDELINGSKADER GROEI ZORG IN DE PENITENTIAIRE INRICHTING (PI) (maximaal 50 punten) Afspraken met de PI (maximaal 30 punten) E1 E2 1. Zorgaanbod in de PI (maximaal 20 punten) 2. RIBW C: BEOORDELINGSKADER GROEI (bij onderdeel F Beschermd Wonen en Begeleiding) : behoefte aan zorgaanbod Wachtlijst en behoeftestelling gecontracteerde zorg in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1a 1. 2. 3. 4. Behoeftestelling nieuwe aanbieders in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1b 1. 2. Pagina 77 van 127

F: BEOORDELINGSKADER GROEI Beschermd Wonen en Begeleiding (maximaal 50 punten) Begeleidingsaanbod (maximaal 50 punten) F1 Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. 1. 2. 3. AMBULANTE BEHANDELING VOOR VG C: BEOORDELINGSKADER GROEI (bij onderdeel G ambulante VG-zorg): behoefte aan zorgaanbod Wachtlijst en behoeftestelling gecontracteerde zorg in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1a 1. 2. 3. 4. Behoeftestelling nieuwe aanbieders in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1b 1. 2. G1 G: BEOORDELINGSKADER GROEI AMBULANTE VG-zorg (maximaal 50 punten) Behandelaanbod (maximaal 40 punten) G2 Beschikbaarheid behandelaanbod (maximaal 10 punten) Pagina 78 van 127

(SGL)VG-VERBLIJF C: BEOORDELINGSKADER GROEI (bij onderdeel H (SGL)VG-verblijf): behoefte aan zorgaanbod Wachtlijst en behoeftestelling gecontracteerde zorg in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1a 1. 2. 3. 4. Behoeftestelling nieuwe aanbieders in groeisegment (maximaal 50 punten) Let op: Zorgaanbieders die reeds zorg leveren op het segment waarop zij wensen te groeien dienen C1a in te vullen. Zorgaanbieders die nog geen productieafspraken hebben met DForZo op het segment waarop zij willen offreren dienen C1b in te vullen. C1b 1. 2. H1 H: BEOORDELINGSKADER GROEI (SGL)VG verblijf (maximaal 50 punten) Zorgaanbod (maximaal 40 punten) H2 Instroom (maximaal 10 punten) Pagina 79 van 127

Bijlage 9 Schema ketenpartners Pagina 81 van 127