Publisher 2007 nieuwsbrieven of brochures, kant-en-klare publicaties voor verschillende publicatietypen, waaronder visitekaartjes, ansichtkaarten, folders, cadeaubonnen, cv's, catalogussen en zelfs websites. 1
een nieuwe publicatie op basis van een vooraf ontworpen publicatie, de verschillende ontwerpelementen herkennen en die ontwerpelementen aan uw stijl kunt aanpassen 2
een groot aantal kant-en-klare, professionele ontwerpen Publisher miniaturen weergegeven van de beschikbare ontwerpen, zoals hier de miniaturen van nieuwsbrieven worden weergegeven 3
Open de gewenste publicatie vervang de tekst van de tijdelijke aanduidingen voor tekst en afbeeldingen door uw eigen informatie het kleurenschema en lettertypeschema kunt u wijzigen, elementen toevoegen of verwijderen andere aanpassingen doorvoeren om de publicatie geschikt te maken voor uw organisatie of een bepaalde activiteit. 4
alles is een onafhankelijk element, dus ook een blok met tekst. elk element dan ook exact op de gewenste positie plaatsen. grootte, vorm en weergave van elementen afzonderlijk instellen. Het is niet ongebruikelijk dat afbeeldingen als onafhankelijke elementen worden toegevoegd, zelfs in tekstverwerkingsprogramma's. tekst op dezelfde manier manipuleren als afbeeldingen. 5
De eerste pagina van de nieuwsbrief in de afbeelding bevat bijvoorbeeld 23 onafhankelijke elementen: 16 tekstelementen en 7 grafische elementen. 1 vakken die het impressum vormen, 2 de lijnen voor de kolom aan de linkerkant, 3 uw klasgegevens die automatisch worden ingevoegd nadat u een set met.klasgegevens hebt gemaakt en 4 de afbeelding. Aangezien al deze elementen onafhankelijk zijn, kunt u ze afzonderlijk manipuleren. Als u een lijn van de kolom korter maakt en een andere kleur geeft, heeft dit bijvoorbeeld geen invloed op het impressum. Als u de tekengrootte en kleur van de titel wijzigt, blijven de andere koppen en de hoofdtekst ongewijzigd. 1 2 3 4 6
bij een tekstverwerkingsprogramma vult tekst alle ruimte tussen de marges en loopt deze ook door van de ene pagina naar de volgende. Publisher > elk blok tekst in een apart tekstvak. Publicaties =>tekstvakken op de pagina's rangschikken. een tekstvak op een willekeurige plek op de pagina plaatsen, het formaat ervan naar wens aanpassen en het in kolommen verdelen. Tekstvakken aan elkaar koppelen zodat de tekst doorloopt naar het volgende tekstvak, zelfs als de tekstvakken zich op verschillende pagina's bevinden. de positie van de tekstvakken en de opmaak van de tekst in de tekstvakken voor een groot deel zelf bepalen. 7
In de nieuwsbrief bestaat elke kolom uit een afzonderlijk tekstvak en zijn de tekstvakken met elkaar verbonden, zodat de tekst van de ene naar de andere kolom loopt. Het rapport bestaat echter maar uit één tekstvak, dat bijna de gehele pagina in beslag neemt. 8
Tekst AutoAanpassen in het menu Opmaak aan en klikt u op Best passend. Klik op de knop Tekstvak op de werkbalk Objecten. (Wanneer u Publisher opent, wordt de werkbalk Objecten standaard verticaal weergegeven langs de linkerkant van het Publisher-venster.) Sleep om een rechthoek op de pagina te tekenen. Typ de gewenste tekst in het vak (aangegeven met ronde grepen). U hoeft nog geen rekening te houden met de positie van het tekstvak of met de grootte ervan. Het tekstvak kunt u achteraf overal op de pagina neerzetten en de grootte kunt u ook op elk moment aanpassen. Desgewenst kunt u het vak zelfs weer verwijderen. Tip Wanneer u een tekstvak groter of kleiner maakt, kan het zijn dat een deel van de tekst niet meer in het vak past. Als u wilt dat de tekstgrootte automatisch wordt aangepast, zodat alle tekst zichtbaar blijft wanneer u tekstvakken in een publicatie aanpast, wijst u Tekst AutoAanpassen in het menu Opmaak aan en klikt u op Best passend. 9
Met de opdracht Tekstvak (in het menu Opmaak) kunt u : - Een rand toevoegen aan een tekstvak. - De achtergrond- of randkleur wijzigen. - De tekst in het tekstvak draaien. - De marge tussen de tekst en de rand van het tekstvak wijzigen. Tip Als u een publicatie baseert op een van de standaardpublicaties van Publisher, is het niet nodig tekstvakken afzonderlijk op te maken, tenzij u een speciaal effect wilt creëren 10
In het menu Opmaak kunt u op de volgende opties klikken: Lettertype: hiermee wijzigt u het lettertype, de tekengrootte, de tekenkleur of de tekenstijl. Alinea: hiermee wijzigt u de uitlijning, de inspringing, de afstand tussen de regels en regel- en alinea-einden. Opsommingstekens en nummering: hiermee voegt u opsommingstekens en nummers toe of wijzigt u de stijl van deze elementen. Tekenafstand: hiermee wijzigt u de ruimte die de geselecteerde tekst inneemt op een regel (ook letterformaat en spatiëring genoemd) en de ruimte tussen de geselecteerde tekens (ook afspatiëring genoemd). Decoratieve initiaal: hiermee vergroot u het eerste teken of de eerste paar tekens van een alinea en bepaalt u de positie van de tekens ten opzichte van de eerste regels van de alinea. CURSUSTEKST Nadat u de opmaak voor uw tekst hebt bepaald, kunt u de gekozen opmaak eenvoudig opnieuw gebruiken in andere alinea's en tekstvakken in de publicatie, door een stijl te maken op basis van de instellingen en deze toe te passen op andere tekst. Als u een stijl wilt maken, klikt u om te beginnen in het menu Opmaak op Stijlen. 11
een tekstvak eenvoudig omzetten in kolommen van dezelfde grootte en met dezelfde tussenafstand. tekst toevoegen aan kolommen die het resultaat zijn van het opdelen van een tekstvak, loopt de tekst automatisch door naar de volgende kolom. een tekstvak opdelen in kolommen door op Tekstvak te klikken in het menu Opmaak, het tabblad Tekstvak te openen en op Kolommen te klikken het gewenste aantal kolommen kiezen en de afstand tussen de tekst en de kolomrand bepalen. Een andere manier om kolommen te maken, is door een afzonderlijk tekstvak te maken voor elke kolom. In dit geval loopt tekst niet automatisch door naar de volgende kolom, tenzij u de tekstvakken koppelt. een publicatie voor afdrukken later misschien wilt gebruiken voor publicatie op het web >een goed idee voor elke kolom een afzonderlijk tekstvak te maken. 12
koppel het tekstvak waarin het artikel begint aan het tekstvak waarin het artikel verder gaat. voeg 'Vervolg'-teksten toe die automatisch worden bijgewerkt als u tekstvakken verplaatst een tekstvak koppelen aan een ander vak, klikt eerst in het bronvak en vervolgens op de knop Tekstvakkoppeling maken. De cursor verandert in een kleine beker. klik in het lege tekstvak dat u aan het bronvak wilt koppelen, tekst die niet in het bronvak past, loopt over naar het lege tekstvak. 'Vervolg'-tekst toevoegen aan een tekstvak, klikt eerst in het tekstvak. Dan in het menu Opmaak de optie Tekstvak en open het tabblad Tekstvak. Kies de tekst 'Vervolg op pagina ' of 'Vervolg van pagina '. 13
(1) De knop Naar volgend tekstvak geeft aan dat tekst eindigt in een ander tekstvak. (2)De knop Naar vorig tekstvak geeft aan dat tekst begint in een ander tekstvak. 14
afbeelding = hier om te verwijzen naar afbeeldingen uit diverse bronnen, zoals: 1.Een rechthoek, cirkel, pijl, lijn of AutoVorm 2.Gescande of digitale lijntekeningen 3.Illustraties 4.Een gescande foto of een afbeelding die is gemaakt met een digitale camera Deze onafhankelijke afbeeldingsbestanden kunnen verschillende indelingen hebben, zoals: GIF (Graphics Interchange Format) voor lijntekeningen JPEG (Joint Photographic Experts Group) voor foto's BMP (Bitmap) voor lijntekeningen WMF (Windows Metafile Format) voor lijntekeningen TIFF (Tagged Image File Format) voor foto's en lijntekeningen PNG (Portable Network Graphics) voor lijntekeningen en animaties 15
1.een tijdelijke aanduiding voor een afbeelding in een bestaand frame vervangen met de opdracht Afbeelding wijzigen. 2.een nieuw frame maken met de knop Afbeeldingsframe. Vervolgens de bron van de afbeelding kiezen: bijvoorbeeld een illustratie. (Let ook op de opdracht Leeg afbeeldingsframe onder 2 in de afbeelding. Als u niet precies weet welke afbeelding u wilt gebruiken, kunt u met deze opdracht een tijdelijke aanduiding voor een afbeelding toevoegen.) 16
Een afbeelding in een frame op een pagina van een publicatie kunt u verplaatsen, bijsnijden of het formaat ervan wijzigen. In de afbeelding wordt het verschil tussen bijsnijden en het wijzigen van het formaat weergegeven: 1) Het wijzigen van het formaat houdt in dat de afmetingen van een afbeelding worden aangepast door deze groter of kleiner te maken. 2) Bijsnijden wil zeggen dat delen van een afbeelding worden verwijderd om overbodige informatie te wissen of om de resterende informatie te benadrukken. Een lijst met meer specifieke instructies voor verplaatsen, bijsnijden, vergroten of verkleinen vindt u op de Snelzoekkaart aan het einde van de cursus. 17
Een afbeelding in een frame op een pagina van een publicatie kunt u wijzigen om uw boodschap beter over te brengen. Met de knoppen op de werkbalk Afbeelding kunt u de kleuren van de afbeelding wijzigen, het contrast verhogen of verlagen, de transparantie wijzigen (om tekst en objecten erachter weer te geven) en een rand en een achtergrond toevoegen. In de volgende voorbeelden zijn met de werkbalk Afbeelding verschillende wijzigingen aangebracht: 1)In de bovenste afbeelding is een gekleurde rand rond het afbeeldingsframe toegevoegd. 2)In de onderste afbeelding is een andere kleur gebruikt en er is een gekleurde achtergrond toegevoegd aan het afbeeldingsframe. 18
U kunt verschillende verbanden instellen tussen afbeeldingen en tekst door aan te geven hoe tekst terugloopt om een afbeelding. U kunt opties voor tekstterugloop kiezen door op de knop Tekstterugloop op de werkbalk Afbeelding te klikken. 1) Vierkant Tekst wordt weergegeven rond het frame in plaats van de afbeelding zelf. 2) Dicht op elkaar Tekst wordt weergegeven rond de omtrek van de afbeelding zelf in plaats van het frame. 3) Transparant Tekst wordt weergegeven rond de omtrek en binnen eventuele open delen van de afbeelding. 4) Boven en onder Tekst eindigt bij het begin van het afbeeldingsframe en gaat verder na het einde van het frame. 5) Geen Tekst wordt weergegeven alsof er geen afbeelding is. Teruglooppunten bewerken Tekst wordt weergegeven rond de omtrek van de afbeelding die u exact definieert door de punten langs de omtrek te verplaatsen. 19
Beoordeel deze cursus. Deze cursus was: Vertel waarom u de cursus deze waardering geeft Beoordeel deze cursus. Deze cursus was: 20