Les ideeën bij de voorstelling Vos en Haas in gevaar (4+) van theatergroep Houtjetouwtje

Vergelijkbare documenten
Sneeuwwitje, wat ben je mooi Een voorstelling voor kinderen van 4 tot 7 jaar

Lesbrief bij: Er was eens. Een voorstelling voor 4-8 jaar en ouder van Poppentheater Jacobus Wieman

Afgewezen en erbij horen

Lesbrief bij: Het geheimzinnige ei. Een voorstelling voor 4-8 jaar en ouder van Poppentheater Jacobus Wieman

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

Lesbrief Aladdin. Inleiding. De voorstelling in het kort. Poppentheater Koekla

De jongen en de erwt

Lesbrief SPRIETSELS Improvisatietheater

Lesbrief bij: Kabouterboomhut

Harro van Lien. Woeste Willem. Lesbrief

Op weg met Jezus. eerste communieproject. hoofdstuk 1 De droom van Jesaja. H. Theobaldusparochie, Overloon

Jongens en meisjes. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

DE TOVERFLUIT. Mozart In beeld gebracht door groot en klein van De Toverfluit, Zonhoven

Lesbrief. Introductie

Hoogbegaafd en gevoelig

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

De olifant die woord hield

Lesbrief De Kleine Zeemeermin

Verhalen uit. Oost-Europa. naverteld door Sandra van der Stege

Gemene f iguren in kinderboeken

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Voor het eerst naar school

Leerlingboekje les 9 en 10. Naam. Schrijfopdracht 6 Het dierentoneel. Groep 6

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Het allerleukste meisje

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Lesbrief bij de voorstelling Haas en de verdwenen bloemen. Theater Kwadraat

Informatie bij de voorstelling. De Gruffalo. van Meneer Monster. Inhoud:

Je zintuigen kunnen lang niet alles waarnemen. Veel dieren kunnen beter zien, horen, proeven en ruiken dan de mensen.

De kostbare parel. Foto s van het materiaal

De kippendief. door Nellie de Kok

Mongens en Jeisjes De Stilte (Nederland)

DE VURIGE HOUTHAKKER

Verhaal 1. Ali Baba en de veertig rovers

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

LESBRIEF NACHTREIS - Sahand Sahebdivani (evt. Anastasis Sarakatsanos)

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Theatergroep Locals. Lesbrief

Mijn oma Josephina, een naam als een liedje. Lesbrief

Sinterklaas. en de. smikkelende Smulpiet

De Man van de Toekomst Module Theater Groep 7-8

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

Lesmap de suikerbakkerij HETGEVOLG. de suikerbakkerij. regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte

Buurman in de Winter Plan D / Andreas Denk (Nederland)

WAARSCHUWING. Als je wilt dat in je leven niets verbetert, leg dit boek dan NU weg. Het is niets voor jou. Koop een fles champagne en ga het vieren.

STIPPIE EN JAN een voorstelling van De Zingende Harp voor iedereen vanaf 4

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam

De bedoeling van deze opdracht is om aandacht te besteden op de luchtjes op de boerderij.

Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning

Klassennieuws. Beste ouders/ verzorgers, Hierbij het klassennieuws van de afgelopen weken.

LESBRIEF MODDER THEATERGROEP KOETERWAALS

Kaart Naam Handleiding

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Dit is een download bij het artikel Omdat je het kunt uit JOP COACH magazine, nr

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

Lichtbende TUTU projectietheater (Nederland)

FIEN IS BANG LESBOEK. Voorstelling Fien is bang Tessa Kortenbach Praktijk voor dans en stem 1

Wanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig.

kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen

Het Gouden Ei. De Voorstelling. Illustraties en tekst: Marijke Meyer

Shadow Games T42 (Zwitserland)

0 De eindopdracht is het laatste deel van de GRATIS Regenboogschattenjacht 2.0 van InnerTreasure

hofplein educatie Lesbrief voorstelling De dochter van de boevenkoning

OPGELUCHT STAAT NETJES

Luister allemaal goed, zegt de juf. Want ik heb heel leuk nieuws. Over een paar weken is het juffendag. Dan is het groot feest op school.

Sint in de stad. Het feest gaat door! Mireille de Vries - Numbi

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Beertje Bruin zegt: We spelen piraatje en ik ben de hoofdman, want ik heb het bedacht.

A Mano 6+ El Patio Teatro (Spanje)

Onderzoek op de Boerderij 2010 Buitenopdrachten

Lesbrief bij: Koffer vol kleuren

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Spreekbeurt, en werkstuk

LESBRIEF BIJ VOORSTELLING WOLFJE VAN THEATERGROEP ARTHUR GROEP 3-4-5

Kijk ook op:

oké, ik kom eraan! Tom grabbelt in zijn rugzak naar zijn fietssleutel. Waarom maken ze die dingen dan ook niet wat groter? In het andere vak dan?

Wat kies ik? PO groep 3 / 4 expositie Waanzien MOTI Breda Voorbereidende les HANDOUT voor leerkrachten behorende bij de powerpoint 1

Een draak voor Dako AVI AVI. Bianca Nederlof Helen van Vliet. De Vier Windstreken

Spelactiviteiten voor groep 1-2: Vertelspel tafel: Spelactiviteiten:

Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma

Eh ja, zegt hij, dat kan ook.

Alles wat je wilt weten over. kringactiviteiten

Lesbrief Koning Arthur

Je hebt je huiswerk niet gemaakt, maar durft dat niet te zeggen. Je krijgt een beurt en zo merkt de meester het toch. Oeps

over de toekomst over de toekomst

met tekeningen van ivan & ilia

Lesbrief met leuke opdrachten voor bij de voorstelling Dag Meneer van Dalen

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Musical De Eendenclub verdwaalt

Cadeautjes van de natuur

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Transcriptie:

Les ideeën bij de voorstelling Vos en Haas in gevaar (4+) van theatergroep Houtjetouwtje INHOUD Naar het theater gaan De voorstelling en het verhaal De thema s De lesbrief Filosoferen Knutselen/ poppen maken Spelopdrachten Liedjes met spelopdrachten Colofon

Naar het theater gaan. Een theater is een plek waar je naar een voorstelling kunt gaan kijken. Het kan een speciaal gebouw zijn, maar ook een ruimte in je eigen school. In een deel van de ruimte spelen de toneelspelers de voorstelling en in een ander deel zitten jullie te kijken. Jullie zijn het publiek. Als je het theater binnenkomt is het eigenlijk al begonnen, zoek een plaatsje een kijk en luister naar wat er allemaal te zien en te horen is. Lampen, met verschillende kleuren licht. De plek waar gespeeld gaat worden, het toneel. Wat zie je daar? Misschien een bos of een huiskamer of een boekenkast, dat is het decor. Hoor je muziek of geluiden? Vaak wordt het een beetje donker vlak voordat het echt gaat beginnen. Dat is zodat je het toneel, waar wel licht is, beter kunt zien. Je merkt vanzelf wanneer het echt begint, dan hoef je alleen nog maar te luisteren en te kijken. Als je dat doet vergeet je soms bijna dat je in het theater zit. Je merkt vanzelf wanneer het is afgelopen. Als je het leuk vond kan je dat aan de toneelspelers vertellen door in je handen te klappen. Dat klappen heet applaus. De toneelspelers maken dan een buiging om jullie te bedanken voor het kijken en voor het applaus. De voorstelling Vos en Haas in gevaar is een poppentheatervoorstelling op basis van de boeken van Vos en Haas door Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong Khing. Het is het derde deel in de serie Vos en Haas voorstellingen en wordt gespeeld door jeugdtheatergroep Houtjetouwtje. De drie mannen van Houtje Touwtje maken de poppen zelf, bedenken de liedjes en spelen de voorstelling. Ze bespelen ieder een eigen pop en zijn samen de verteller. De verhalen zijn spannend én grappig, er zijn liedjes en de kinderen worden steeds actief bij het verhaal betrokken. Het verhaal. Haas leest een sprookjesboek. Ze houdt van lezen en van sprookjes. Vos houdt niet zo erg van lezen. Hij wil spelen. Haas wil niet spelen, ze droomt van de prins uit het boek. Ze wil een jurk als de prinses in het sprookje en een prins die haar komt redden. Samen met zijn vriend Ever bedenkt Vos een plan om Haas te kunnen redden. Eerst moet ze in gevaar zijn en dan kan hij haar als een prins redden. Ever houdt van spannende dingen, van gevaar. Hij gaat een vuurtje maken. Het vuur is mooi, maar het wordt wel erg groot en heel warm. Het moet niet té eng worden, niet echt gevaarlijk. Ever wordt bang en vlucht. Maar Vos is dapper en maakt het vuur uit. Nu heeft hij Haas gered, hij is een held. Maar Haas heeft het helemaal niet gemerkt. Zij dagdroomde van een prins. Maar dan is haar boek uit en wil ze geen verhaal meer. Nu wil ze echt! Vos is geen prins maar hij is wel echt. Haas heeft liever een echte vriend dan een prins in een boek of een droom. En ze leefden nog lang en gelukkig!

Voor de leerkrachten De thema s In deze lesbrief staan ideeën om dieper op een aantal van de thema s in de voorstelling in te gaan. Maar er zijn zoveel thema s in de voorstelling als de kinderen er in zien. Als ze dingen benoemen die hier niet behandeld worden is dat alleen maar leuk. Voor ons is het belangrijk dat de kinderen zelf vertrouwen op wat ze zien en leren benoemen wat ze zagen en waar ze toen aan moesten denken. Je kunt het in een voorstelling nooit verkeerd gezien hebben, maar soms ziet niet iedereen hetzelfde. Daarom is het leuk om er met elkaar er over te praten en te bedenken waarom je soms verschillende dingen zag. Thema s die wij hier als uitgangspunt nemen zijn: Vriendschap (Thema Kinderboekenweek 2018) Echt/Niet echt Gevaar Maar het gaat ook over: Taal, sprookjes, jongens en meisjes, helden, lezen, etc. De lesbrief Deze lesbrief bestaat uit drie lessen die steeds een van de thema s als uitgangspunt hebben. De lessen bestaan uit verschillende onderdelen die je ook los van elkaar kunt doen. Je kunt ook onderdelen uit verschillende lessen combineren. De duur van de les hangt af van het aantal onderdelen dat je doet met de kinderen. Het uitgangspunt bij deze les ideeën is de Socratische methode. Socrates zei: Ik weet alleen dat ik niets weet. En dat is hier ook het uitgangspunt van de leerkracht. Het is de bedoeling dat de kinderen zoveel mogelijk zelf bedenken. Ieder onderdeel begint daarom met een vraag. De kinderen hoeven niets te weten over Socrates of de methode. Het is wel goed om te benadrukken dat: - Niemand het antwoord op de vragen weet.

- Dat alle antwoorden goed zijn als je maar uitlegt waarom je iets vindt, of denkt of denkt te weten. De kinderen moeten dus argumenten geven. - Ze over de argumenten, het waarom je iets vindt of denkt wel vragen aan elkaar mogen stellen. Dat betekent niet dat iemand het verkeerd had, dat betekent alleen dat iemand anders er meer van wil weten. Zo ga je samen op onderzoek. - Ze goed naar elkaar moeten luisteren om vragen aan elkaar te kunnen stellen. - Het argument dat je het van je vader, het jeugdjournaal of de juf hebt gehoord niet telt want: Hoe weet je dat die het weet? Dit lijkt misschien ingewikkeld voor kleuters maar zij kunnen dat heel goed, op hun eigen niveau. Kinderen gaan zo hun eigen gedachten vertrouwen en onderzoeken. Iets over de Socratische methode Dit is alleen voor degene die met de kinderen aan het werk gaat. Socrates (Athene, ca. 470 v.chr. - 399 v.chr.) was een Grieks filosoof uit Athene. Hij was de leermeester van Plato, en die was op zijn beurt weer de leermeester van Aristoteles. Die drie samen zijn de belangrijkste Griekse filosofen. https://www.wikikids.nl/socrates In de gesprekken van Socrates is het onderwerp is altijd toevallig heel dicht bij de sprekers. In een socratisch gesprek / filosofisch gesprek met kinderen ook, daarom kan het ook met kleuters! Je stelt vragen over iets dat de kinderen zelf zeggen, en gebruikt daarbij precies de woorden die de kinderen gebruiken. Zo blijft het begrijpelijk. In de socratische methode kun je als begeleider steeds twee soorten vragen stellen: Naar boven: Denken - Begrippen, opvattingen, morele principes. Mensbeelden, wereldbeelden. Waarom is dat zo? Wat bedoel je met X? Waarom denk je dat? Wat betekent X? Naar beneden: Zijn Waarnemingen, feiten, handelingen, gebeurtenissen. Wanneer was dat? Wat zei zij dan? Wat deed jij toen? Hoe ging dat verder? En toen? In het gesprek wissel je vragen naar boven af met vragen naar beneden. Naar beneden als je wilt concretiseren. Wanneer deed je iets dat gewoon leuk was? Wat maakte dat dan toen leuk? Naar boven als je meer wilt weten over begrippen opvattingen, morele principes, mensbeelden en wereldbeelden van de spreker. Bijvoorbeeld: Wat is dan gewoon leuk?

Les 1 Vriendschap Deze les kan zowel voor als na het zien van de voorstelling worden gegeven. Filosofisch gesprek Een filosofisch gesprek met kleuters duurt soms maar een kwartier. Soms ook verrassend veel langer. Als ze zich niet goed meer kunnen concentreren is het tijd om naar het volgende onderdeel te gaan. Vaak gaat het gesprek dan gewoon door, of verdiept zich juist. Het gesprek begint met iets dat de kinderen aan het denken zet. Op de volgende pagina zie je drie plaatjes. Laat ze zien op het digibord of print ze uit en leg ze midden in de kring op een tafel. Stel de volgende vraag: Vos en Haas zijn vrienden, op welk van de drie plaatjes kun je dat het beste zien? Om beurten kunnen de kinderen dan een van de plaatjes kiezen en uitleggen waarom zij vinden dat je op dat plaatje goed kunt zien dat Vos en Haas vrienden zijn. De andere kinderen kunnen daarop reageren, vragen stellen of een andere uitleg aan het plaatje geven. Om het gesprek te verdiepen kun je vragen stellen als: Kunnen dieren vrienden met elkaar zijn? Kunnen dieren vrienden met mensen zijn? Kan je vrienden zijn met een groot mens? Hoe zou het zijn als iedereen vrienden van elkaar was?

Knutselen Vos en Haas zijn poppen. Je kunt zelf ook een pop maken bijvoorbeeld van een sok of een washandje. Neem een sok of een washandje en plak er ogen op, haar en misschien vleugels of pootjes. Heeft deze pop een naam? Waar komt hij vandaan? Is het een meisje of een jongen? Kan de pop praten? Kan deze pop je vriend worden? Waarom? Spelen Ga in een kring staan. Een kind loopt naar een ander kind toe en vraagt met de pop: Hoe heet jij? De pop van het andere kind antwoordt: Ik heet Als een kind geen naam kan bedenken, kun je samen een naam bedenken. Waarom is het soms moeilijk om een naam te bedenken? Vos en Haas heten Vos en Haas, zijn dat namen? Hoe zou het zijn als alle poppen dezelfde naam hebben? Dat kun je ook uitproberen; bijvoorbeeld alle poppen heten POP. Je kunt dan roepen POP kom eens hier? Wat gebeurt er dan?

Les 2 Echt / Niet echt Filosoferen Nodig: Een doos met spullen. Het kan van alles zijn, maar het is leuk als je er even over na kunt denken. Is een plaatje van een appel echt? bijvoorbeeld: Neem twee tafeltjes. De ene tafel is voor alles dat ECHT is en de andere tafel voor alles dat NIET ECHT is. Nu mogen de kinderen om beurten iets uit de doos pakken en op de tafel ECHT of NIET ECHT leggen. Dan moeten ze zeggen waarom ze vinden dat het echt of niet echt is. Vraag dan aan de kinderen of ze het er mee eens zijn of dat zij vinden dat het op de andere tafel hoort en waarom dan. Laat de kinderen op elkaar reageren. Veel dingen kunnen op beide tafels, het gaat om het argument. Bijvoorbeeld: Een koekje is echt omdat: je het kan eten, het smaakt naar een koekje, het kruimelt als een koekje. Niet echt: omdat het niet lekker is en een koekje moet lekker zijn, het is geen koekje - het is een biscuitje Een plastic koekje is niet echt omdat: je het niet kan eten, wel echt omdat het een echt speelgoedkoekje is. Eindig met de vraag: Hoe weet je dat iets ECHT is? Hoe weet je dat iets NIET ECHT is? Je kunt de kinderen ook nog in de klas laten zoeken naar een ding dat Echt is en een ding dat Niet echt is en ze dat aan elkaar laten zie en beargumenteren.

Spelletjes 1. In de voorstelling hoor je een liedje over ridders: RIDDER ZIJN Oh, kon ik maar een ridder zijn Om Haas te kunnen redden Ik had een heel groot zwaard Waarmee ik draken zou verslaan Dan kreeg ik van de koning een medaille om van goud En gaf hij mij een groot paleis Speciaal voor mij gebooouuuwd! SNEEUWPRINSES Oh, was ik maar een sneeuwprinses Met zijden roze jurken Met echte glazen muiltjes Roze lintjes in mijn haar Ik woonde in een echt paleis Met grote ronde torens Met ridders die me redden zouden Was ik in gevaar Daar kwam hij op zijn witte paard Met in zijn hand een glimmend zwaard Hij had zojuist een draak voor mij verslagen Hij kuste mij toen wakker uit een hele nare vloek Maar ja dat heb ik net gelezen in dit mooie boek... Oh, was ik maar een sneeuwprinses Met zijden roze jurken Een gouden kroontje op mijn hoofd In een koetsje van pompoen Ik woonde in een land Hier ver vandaan Maar ook heel fijn Ik zou daar in mijn roze jurk de allermooiste zijn... laat alle kinderen doen alsof ze: 1. een echte ridder zijn. 2. een prinses zijn. 3. een draak zijn. Als je een draak of een ridder of een prinses speelt, ben je dan ook echt een draak of een ridder of een prinses? Waarom wel? Waarom niet?

2. Haas wil liever haar echte vriend Vos, dan een vriend uit een boek. En zo kwam alles toch goed in het bos. Omdat Haas écht Haas was en Vos écht Vos. Een kind krijgt een blinddoek om. Dan wordt er een ander kind uitgekozen en moet het kind met de blinddoek om voelen wie het is. Wat maakte dat je wist je wie het was? (de krullen in het haar, een zachte trui etc) Is er nog iemand die (bijvoorbeeld) krullend haar heeft, of een zachte trui? Wat maakt iemand tot ECHT zichzelf? Zit dat van binnenin wat je denkt en voelt? Of van buiten, hoe je er uit ziet? Bedenk wat alle mensen hebben (benen, armen, een hoofd) Bedenk wat niet alle mensen hetzelfde hebben (kleur, haren of kaal, krullen, groot of klein) Tekenen Maak een tekening van jezelf waarop duidelijk te zien is waarom jij het bent.

Les 3. Gevaar In het toneelstuk praten Vos en Ever over gevaar Ever zegt: Kom maar op met dat gevaar. Hoe meer hoe liever! Vos: Niet zo snel. Ik heb nog niets bedacht. Ever: Een gevaar moet je toch niet bedenken! Er is vanzelf al gevaar genoeg. Levensgevaar bijvoorbeeld! Is dat geen idee? Vos Levensgevaar? Vos: Het mag niet te eng worden. Niet te eng en niet erg. Ever: Niet eng? niet erg? Dat wordt zo saai als een sprookje. Kan gevaar leuk zijn? Kan je gevaar bedenken? Is er al genoeg gevaar? Oefening Wat is het tegenovergestelde van gevaar? Gevaar veilig-saai- Weet je nog een ander woord voor gevaar? Gevaar eng-spannend- Welke woorden horen nog meer bij Gevaar angst- politie-redden-voorzichtig-mama-ogen dicht doen- Spelletjes 1. Het liedje over gevaar: BRANDGEVAAR Brand - brand - brandgevaar Een brandje is zo puur Het knettert en het kraakt En ruikt naar avontuur Brand - brand - brandgevaar Ik voel de spanning stijgen. Eén lucifertje is genoeg om alles aan te krijgen Ben je nog niet bang? Dan duurt het niet meer lang Want er dreigt een groot gevaar Reken maar! Brand - brand - brandgevaar Gevaarlijker dan ooit En het wordt pas echt gevaarlijk Als je olie erop gooit Brand - brand - brandgevaar Het bos gaat in de fik Dan kon jij Haas gaan redden En de boosdoener was IK Hahaaa! Het bos in de fik - Het bos in de fik Het bos in de fik - vandaag Het bos in de fik - Het bos in de fik Het bos in de fik - Ja, graag! Er is geen groter gevaar dan BRANDGEVAAR! BRAAAAAND!!!

2. Spelopdracht Nodig: 6 emmers of bakjes. Nu zijn alle kinderen brandweer. Maak twee groepen die in een rij staan Maak een vuur door iets roods neer te leggen in een bak, de kinderen kunnen ook eerst een vuur tekenen/schilderen. Beide groepen hebben een emmer die ze door moeten geven, om het vuur te blussen. Als je het spel buiten doet kan er echt water in zitten, binnen kunnen het proppen kranten zijn, of balletjes o.i.d. Wie het eerst de proppen/balletjes (of het water) in de bak aan de andere kant heeft, waar het vuur is, is de winnaar. Je kunt ook de hele groep een team laten zijn en ze de emmer door laten geven om het vuur te blussen. Colofon Deze lesbrief is gemaakt door Laura Minderhoud, dramaturge en kinderfilosofe. Laura geeft naast haar werk als dramaturge in het theater, workshops en filosofische gesprekken op scholen. Scenefoto s van de voorstelling: Moon Saris Illustraties: Thé Tjong-Khing Over Laura Minderhoud Over theatergroep Houtjetouwtje Informatie en boekingen Theaterbureau Frijns www.blijvendenken.nl www.houtjetouwtjetheater.nl www.theaterbureaufrijns.nl Van Wassenaerstraat 46 3262 ET Oud-Beijerland +31 (0)186 574925 / +31 (0)6 2321 0375