Vincent de Waal. De vooruitgeschoven middenvelder. burgerschap. Amsterdam: Boom Lemma, 2014, 399 p., 42,50.



Vergelijkbare documenten
zorg en welzijn. Amsterdam: Boom uitgevers, 2015, 248 p., 24,90. ISBN:

3 Actief burgerschap 57

Dr. Ben W.M. Boog was actieonderzoeker en jarenlang docent methodologie van handelingsonderzoek.

ONDERNEMEND ZIJN? HOE HIP

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1, pp URN:NBN:NL:UI:

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2014 Volume 23, Issue 3, pp URN:NBN:NL:UI:

HARRIE VAN HAASTER, SASKIA VAN DORP

B o o k s. Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2009 Volume 18, Issue 1, pp URN:NBN:NL:UI:10-1/100030

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2012 Volume 21, Issue 2, pp URN:NBN:NL:UI:

Dr. Erik Jansen is associate lector aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en verbonden aan Kenniscentrum HAN SOCIAAL.

Ingrid Robeyns. Wellbeing, freedom and social justice:

Zonder sociaal geen psychiatrie is een caleidoscopische bundel van, naar blijkt uit

Sociale (wijk)teams: tussen sturing en zelforganisatie 16 februari e Jaarcongres De kracht van het sociale wijkteam

YOUTH ORGANIZING ALS NIEUWE WERKWIJZE VAN HET JONGERENWERK

PLAYING FOR SUCCESS: NASCHOOLS AANBOD IN EEN TOPSPORTOMGEVING

It all goes wrong (or right) in the middle...

Wijkteams als living lab

ONDERZOEK ALS DOENDENKEN

s o c i a a l w e r k

University of Groningen

Verdere ontwikkeling van de extended enterprise Een nawoord

Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A.

D e H B O M a s t e r S o c i a l W o r k :

Op een belletje kunnen drukken telt sinds kort als teken van zelfredzaamheid,

S o c i a a l w e r k va n d e. arteveldehogeschool

Introductie Extended Enterprise

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management

Kolen, M. (2017). De ongekende mogelijkheid van het. en zorgprofessionals (Proefschrift). Universiteit voor

Harrie van Haaster. De wijze van Vriend GGZ. Lessen

Praktische antwoorden op de complexiteit van het sociale werkveld. Bevlogenheid terug in het werk

DOEN WE HET GOEDE? EN DOEN WE DAT GOED GENOEG?

Gerda Scholtens is zelfstandig professional in de GGz en kwartiermaker.

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Betekenis voor praktijk en onderwijs. Theo Roes

Inzet van ervaringskennis van studenten

SAMENSPEL FORMELE EN INFORMELE ZORG

University of Groningen

ARTS-BASED RESEARCH VOOR HET SOCIAAL DOMEIN EEN ANDERE MANIER VAN PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

VAN MULTICULTURALISME NAAR DUURZAAM BURGERSCHAP. TIEN JAAR MASTER CULTURELE ANTROPOLOGIE (UNIVERSITEIT

Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Bezoekadres

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving?

Leren van en met elkaar

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Profiel. Opleidingsmanager Social Work. 15 juni Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink

S p e l e n e n l e r e n i n v i rt u e l e. w e r e l d e n

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Teamleiders als succesfactor in sociale (wijk)teams

Betekenis voor beroepsonderwijs

Sociale wijkteams en wijkpilots in Nijmegen

Andragogisch handelen en bevlogenheid in het werk

de meerwaarde van de leerstoel Sociaal Werk

WAT HELPT OM LANGER THUIS TE BLIJVEN WONEN

Certified Public Manager Program (CPM) voor Senior Public Controllers

Grootschaligheid als uitdaging

MARKTONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN VAKTHERAPEUTEN AAN ONDERZOEK EN OPLEIDING. Henk Smeijsters

De Leerstoel Grondslagen van het Maatschappelijk Werk

DRIE MISVERSTANDEN OVER SOCIALE INNOVATIE

Voorwoord. `Als je alleen maar een hamer hebt, ga je alles om je heen zien als iets dat wel een mep kan gebruiken.' (Edgar Schein)

Jongerenwerk en voortgezet onderwijs: partners in het versterken van schoolcarrières van jongeren Sarti, A.; Manders, W.A.; Metz, J.W.

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Ilta van der Mast Naar een nieuw systeem van sociale volkshuisvesting

Bespreking van A true love story. Young people s romantic and sexual development in the context of everyday life Steenbeek, Henderien

NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING: DE PARADOX VAN SPEELSHEID

Tekst: Anita Michgelsen, Magda van der Wulp & Alyce Zandbergen

Leiderschap in Turbulente Tijden

Innoveren als avontuurlijke tocht

Instituut voor Sociale Opleidingen

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2009 Volume 18, Issue 2, pp URN:NBN:NL:UI:

!!!! !!!! 1. Professioneel adviseren

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Inhoud. Vechten voor wie je bent! Illustratie van een docent 11

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

reflectieopdrachten en door middel van het toepassen van het analysemodel in praktijkcases.

Alle activiteiten van het lectoraat hebben zowel een spin-off richting het onderwijs, de beroepspraktijk en de wetenschap.

Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

Nieuwe tijden ander sociaal werk. Hans Boutellier Conferentie Wmo-werkplaatsen Utrecht 10 oktober 2014

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Samen de toekomst van het vmbo maken. Van Superman tot the Avengers. Marco Snoek

Beleidsplan Unie van Betrokken Ouders

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

NABIJ. Hogere sociale kwaliteit door beter bewonersinitiatief

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

Frits Meijering is docent Master of Education & Master Social Work NHL. f.c.meijering@gmail.com

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

Tjepkema, S. (2002) The learning infrastructure of self-managing work teams. Enschede, Universiteit Twente, 263 pagina s. ISBN

Het V.O.S.-model. De maatschappelijke rol van vrijwilligerscentrales

In het oog van de orkaan. School voor Politie Leiderschap

Effectief investeren in management

Thema s voor vanmiddag?

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE

Driehoeksverhoudingen

Leiderschap & het paradigma dat de manager expert moet zijn

Symposium: Vermaatschappelijking en de vraag naar creativiteit en innovatie in het werken met mensen in maatschappelijk kwetsbare leefsituaties

Transcriptie:

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1, pp. 65 70 URN:NBN:NL:UI:10-1-114649 ISSN: 1876-8830 URL: http://www.journalsi.org Publisher: Uopen Journals, in cooperation with Utrecht University of Applied Sciences, Faculty of Society and Law Copyright: this work has been published under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-No Derivative Works 3.0 Netherlands License Vincent de Waal. De vooruitgeschoven middenvelder. De innovatiekracht van middenmanagers van welzijnsorganisaties met het oog op actief burgerschap. Amsterdam: Boom Lemma, 2014, 399 p., 42,50. ISBN: 978 94 6236 447 9 Books Marc Hoijtink Marc Hoijtink is socioloog en als onderzoeker en docent werkzaam bij het Kenniscentrum van Maatschappij en Recht van Hogeschool van Amsterdam. Hij doet promotieonderzoek naar sociaal werk en sociaal beleid in de grootstedelijke frontlijn. E-mail: m.a.hoijtink@hva.nl DE MIDDENMANAGER IN WELZIJN HEEFT DE TOEKOMST, OF TOCH NIET? ZAND IN DE MACHINE Managers van publieke organisaties kunnen in de beeldvorming op weinig sympathie rekenen. Het beeld is dat er teveel van zijn, dat ze vervreemd zijn van de werkvloer en de verkeerde dingen doen. De managerscultuur, zo luidt de titel van een populair boek, is daarom als het zand in de machine van Nederland (Van der Heijden, 2007). Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1 65

Books Innovaties komen van de grond door gedreven experts, burgers of slimme ondernemers, maar zeker niet dankzij managers, zo is de teneur. Niet alleen in het publieke debat, maar ook in de academische wereld is er sprake van een groeiende berg aan kritische publicaties over de remmende rol van managers in publieke organisaties (Noordegraaf en Steijn, 2013). Opmerkelijk genoeg bestaat er weinig doorwrocht empirisch onderzoek dat zich exclusief richt op de rol van managers in de publieke sector, met betrekking tot innovaties. Vincent de Waal, onderzoeker en docent bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht, richtte zich in zijn promotieonderzoek op de rol van middenmanagers van brede welzijnsorganisaties. Preciezer gezegd onderzocht De Waal welke veranderingen zich vanuit de Wmo voordoen in de functie van middenmanagers in brede welzijnsorganisaties (in het sociaal-culturele domein) en welke betekenis middenmanagers zelf, hun leidinggevenden en uitvoerende professionals daaraan verlenen. INNOVATIE De komst van de Wmo, het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl en verschillende invloedrijke adviezen van de WRR en de RMO, plaatsen welzijnsorganisaties voor nieuwe opgaven. Dat biedt, zo redeneert De Waal, een kans om de rol van middenmanagers nader te onderzoeken met betrekking tot innovaties. De keuze voor de term innovatie is gemaakt, omdat deze sterker verbonden is met sturingsvraagstukken van veranderprocessen dan bijvoorbeeld in het huidige sociaal beleid dominerende termen als hervormingen, transities of kantelingen. Middenmanagers zijn in deze interessant, omdat zij niet alleen een remmende werking kunnen hebben, maar juist ook kunnen bijdragen aan innovatie en vernieuwing. De Waal stelt zich daarom tot doel om: door middel van de focus op de middenmanagers in beeld te krijgen of (en hoe) de innovatie in het sociaal-culturele domein vanuit hun perspectief op lokaal niveau momenteel gestalte krijgt en de rol en positie van middenmanagers als veronderstelde sleutelpersonen in dit geheel te onderzoeken (p. 21). Gegeven deze dubbele doelstelling, het beperkte kennisbestand over dit thema en de te verwachten complexiteit, kiest De Waal voor een explorerend onderzoek. Bovendien concentreert hij zich op de betekenissen die betrokkenen verlenen aan de veranderingen in de functie van middenkader-managers. De keuze voor een kwalitatieve onderzoeksstrategie ligt dan voor de hand. In drie delen presenteert hij zijn onderzoek aan de lezer. 66 Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1

Marc Hoijtink KNOOPPUNTEN In het eerste deel schetst De Waal aan de hand van literatuuronderzoek hoe lokaal welzijnswerk momenteel niet meer op zichzelf staat, maar verweven is geraakt met allerlei partners, waaronder lokale overheden. Het welzijnswerk dient zich daarin nadrukkelijker dan voorheen te verhouden tot een opdracht om actief burgerschap te stimuleren met bijbehorende grotere nadruk op eigen verantwoordelijkheid en zelfactiviteit (p.82). De Waal eindigt het eerste deel met het verder op verhaal brengen van de complexe positie van middenmanagers en hun potentiele rol bij innovaties. Zowel verticaal (in de hiërarchische positie met zowel beheers- als innovatie-opdrachten) als horizontaal (samenwerking met externe partners, burgerinitiatieven, collega partners van andere organisaties) is hun beroep er een waarin verbinding gezocht wordt. Middenmanagers staan in vele opzichten op belangrijke knooppunten binnen en tussen organisaties. Daarin onderscheidt hun positie zich bij uitstek van andere functies. KADER In het tweede deel wordt deze eigenheid verder geconceptualiseerd in een kader waarbinnen een drietal vlakken met elkaar verbonden zijn. De middenmanager beweegt zich, ten eerste, tussen strategie en uitvoering en heeft daarin belangrijke taken ten aanzien van frontlijnsturing en innovatie (het professionele perspectief). Ten tweede heeft hij de opdracht om, met zijn team(s) van uitvoerende professionals, via sociale programma s voor burgers van betekenis te zijn op zo n wijze dat dienstverlening aan kwetsbare burgers en het bevorderen van zelfinitiatief en participatie leidende principes zijn (het methodische perspectief). Tenslotte draagt hij vanuit zijn positie en kennis bij aan frontliniewerkzaamheden en daarmee aan het lokale beleid. Zo maakt hij deel uit van een ruimere beleidscontext (het beleidsperspectief). Binnen het speelveld zijn er vervolgens drie gebieden te onderscheiden waarop de middenmanager actief is. Dat zijn teamleiderschap, de managementpositie in de organisatie en de verbindingspositie tussen burgers en burgerinitiatieven aan de ene kant en de eigen organisatie en de teams van professionals aan de andere kant. Het kader is niet alleen een resultaat van literatuuronderzoek, maar is ook van dienst bij het verzamelen, ordenen en analyseren van data en illustreert de combinatie van deductief en inductief analyseren die De Waal in zijn onderzoek hanteert. Met zijn conceptualisering bedient hij zowel theoretisch als empirisch georiënteerde onderzoekers op het terrein van management en innovaties in het sociale domein. Bovendien bedient hij ook de praktijk. Het kader draagt ertoe bij om preciezer te kijken naar, te denken en te Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1 67

Books spreken over de praktijk van middenmanagers en verschuivingen, spanningen en dilemma s daarin. Dit maakt een betere reflectie daarover mogelijk en dat is, de bevindingen uit het empirische deel bezien, geen overbodige luxe. ONDER VUUR In het tweede deel staan de bevindingen uit het veldonderzoek centraal. De empirische basis bestaat uit vijftien interviews met middenmanagers en zes focusgroepen, waaraan tweeëndertig mensen deelnamen, verdeeld over middenmanagers, directeuren/managers en professionals. De dataverzameling vond plaats in de periode van juni 2009 tot oktober 2011. De Waal betrekt dus drie perspectieven in zijn onderzoek. Deze keuze is belangrijk, want juist dit meervoudige perspectief levert de spannendste bevindingen op. Het goede nieuws voor middenmanagers is dat niet alleen zijzelf, maar ook directeuren en vooral professionals hun positie als cruciaal beschouwen. Zeker op het terrein van personeelszorg, teamontwikkeling en deskundigheidsbevordering wordt hun bijdrage als belangrijk ervaren. Het verontrustende nieuws is dat er bij professionals en directeuren/managers serieuze twijfels bestaan over hun kwaliteiten. Laatst genoemden bekritiseren hun allround managementkwaliteiten. Professionals hebben op hun beurt behoefte aan iemand die een duidelijk koers uitzet, beschikt over een ruim (wijk)netwerk en kennis en ervaring heeft op het terrein van nieuwe methodieken die thans gevraagd worden (p. 239). Middenmanagers beantwoorden daar vooralsnog niet aan. De Waal concludeert daarom dat middenmanagers binnen hun eigen organisaties van twee kanten onder vuur liggen. Zo bezien is het niet verwonderlijk dat deze tussenlaag vaak te maken heeft met stress en overbelasting (p.133). De verwachtingen zijn hoog, divers en soms ook tegenstrijdig. Daarbij dienen middenmanagers zich te verhouden tot verantwoordingsregimes die innovaties en ruimte om te experimenteren maar moeizaam toelaten. De positie van middenmanagers met betrekking tot innovaties mag dan in theorie veelbelovend zijn, de invulling ervan in de praktijk van alledag blijkt in het sociaal-culturele domein verre van gemakkelijk. BESCHERMING Intrigerend is dat vooral professionals zich opwerpen als beschermelingen van middenmanagers. Op de vraag aan respondenten of zij zich een organisatie zonder middenmanagers kunnen voorstellen, was dat voor directeuren/managers onder voorwaarden denkbaar. Middenmanagers 68 Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1

Marc Hoijtink zelf konden zich er op termijn ook nog wel een voorstelling van maken. Professionals willen daar echter weinig van weten. De Waal constateert dat zij daarmee in feite het probleem aankaarten van de kwaliteit van het professionele handelen in het licht van de koerswending van hun organisatie en het actuele beleid (p.230). Wat in deze feiten zijn, lijkt mij echter voor meerdere interpretaties vatbaar. De eisen en verwachtingen vanuit overheden en de samenleving nemen toe, terwijl de middelen om daaraan te voldoen afnemen. Met het verdwijnen van de middenlaag dreigen taken, vragen en verantwoordelijkheden (zonder modificatie van middenmanagers) op het bordje van professionals te belanden. Het gevolg is overbelaste en overspannen professionals. Achter hun steun gaan niet alleen wensen schuil tot nieuwe kennis, maar spelen ook motieven die op een veel basaler niveau begrepen kunnen worden. Zelfsturing kan tot overbelasting leiden. Dat probleem ziet De Waal zelf gelukkig ook wel, als hij in zijn slotbeschouwing stelt dat het een populair verhaal is om zelfsturing te bepleiten in combinatie met kritiek op de manager (p.324). TOEKOMST In het laatste deel verbindt De Waal empirische resultaten met theoretische inzichten en constateert hij dat de positie van de middenmanager naar het midden verschuift, in die zin dat het in toenemende mate een lokaal plein of omvangrijk netwerk wordt, waarin organisaties samenwerkingsverbanden met externe partners aangaan en sociale professionals met burgers (p.296). Middenmanagers zijn volgens de onderzoeker in staat om in het ontkokeringsproces tussen sectoren, organisaties en beroepsgroepen een belangrijke rol te spelen. Naast een nadrukkelijke focus op praktijkgerichte kennisontwikkeling, kleurt De Waal met deze richting de positie en rol in die hij voor zijn analyseobject weggelegd ziet in de nabije toekomst. De onderzoeker formuleert daartoe in zijn slothoofdstuk vier aanknopingspunten: praktijkgerichte kennisontwikkeling, het vormgeven van een lokaal-contextuele aanpak, een lerend perspectief op actief burgerschap en co-creatie. De vraag die zich opdringt is of al dit moois wel mogelijk is onder de huidige condities. De Waal maakt bijvoorbeeld pijnlijk duidelijk dat directeuren/managers moeite hebben om een cultuur vorm te geven die nodig is voor innovatie en ruimte biedt voor experimenteren. Zij blijken weinig vertrouwen te hebben in hun eigen middenmanagers en bevoegdheden worden niet naar hen overgeheveld. Ook dat maakt dat de veronderstelde sleutelrol van middenmanagers niet goed uit de verf komt. Of middenmanagers van brede welzijnsorganisaties de toekomst hebben, is alleen al daarom nog maar de vraag. Het is echter de verdienste van De Waal dat hij met zijn onderzoek Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1 69

Books zichtbaar maakt hoe middenmanagers moeten laveren in een omgeving vol complexiteit, tegenstrijdige verwachtingen en beperkingen en wat daarvan gevolgen zijn. REFERENTIES Heijden, C. van der (2007). Het zand in de machine. Managerscultuur in Nederland [Sand in the machine. Managersculture in the Netherlands]. Amsterdam: Uitgeverij Contact. Noordegraaf, M., & Steijn, B. (2013). Professional under pressure. The Reconfiguration of Professional Work in Changing Public Services. Amsterdam: Amsterdam University Press. 70 Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1