Toetsbeleid ESHCC. Inhoudsopgave

Vergelijkbare documenten
TOETSING EN EXAMENCOMMISSIE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Basis voor het toetsbeleid van de ESHCC

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

TER CONSULTATIE. Inleiding 2. Toetsing eindtermen door theoretische opleiding 3. Toetsing eindtermen door praktijkopleiding 6

VERDERE VERSTERKING. Universiteit Twente. 3 december Martine Pol

Kwaliteit van toetsing

Toetsdeskundigheid in examencommissies Vereniging Hogescholen. Dr. Kim Dirkx

Format jaarverslag examencommissies HvA. Beleidsafdeling Onderwijs en Onderzoek

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

Toetsbeleid faculteit MB

VERDERE VERSTERKING. toetsen & examineren. 8 oktober Martine Pol m.pol@owinsp.nl

Inhoudsopgave : PARAGRAAF 4 EXAMEN 6 Artikel 4 Iudicium 6

REGELS EN RICHTLIJNEN

Inhoudsopgave : PARAGRAAF 4 EXAMEN 6 Artikel 4 Iudicium 6

Integraal toetsbeleid Erasmus School of Law voor Bachelor en Master

Reglement Examencommissie Bachelor Opleiding Biomedische Wetenschappen (Artikel 7.12b lid 3 WHW)

VU-BREED KADER TOETSBELEID. 20 februari 2013

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

TOELICHTING bij de Regels en reglementen van de Examencommissie van de Universiteit voor Humanistiek, zoals van kracht vanaf 15 dec.

2.2 TOETSDOELEN Toetsen geven leerlingen en docenten inzicht in welke aspecten van het curriculum wel of niet beheerst worden.

PARAGRAAF 4 EXAMEN 6 Artikel 4 Iudicium (Cum Laude) 6

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Toetsbeleid; een goed plan voor toetsbekwaamheid

MEMO. Tilburg University College van Bestuur Toetsbeleid op Tilburg University Vastgesteld: 6 december 2011

Omschrijving eisen en bevoegdheden

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit?

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

REGELS EN RICHTLIJNEN

[TOETSKADER TU/E] TU/e. Lilian Halsema Henk Swagten Werkgroep project implementatie Toetsbeleid

Programma Maatschappijgeschiedenis. Ter inleiding TOETSPLAN MASTER GESCHIEDENIS. Toetsplan Master Geschiedenis maart 2012

Jaarverslag Examencommissie van de Faculteit der Wijsbegeerte 1 januari tot en met 31 december 2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Programma s Media & Cultuur, Media & Journalistiek en Media, Culture & Society

Deze regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Regels en Richtlijnen voor de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, College Sociale Wetenschappen

Jaarverslag Examencommissie van de Faculteit der Wijsbegeerte 1 januari tot en met 31 december 2012

Jaarverslag Examencommissie Wijsbegeerte

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Archiveren toetsen. Toetsadviescommissie, Johan Jeuring Faculteit Bètawetenschappen Januari 2012

De Toetsing Getoetst in definities

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Handreiking Examencommissies 2016

Jaarverslag Examencommissie van de Faculteit der Wijsbegeerte 1 januari tot en met 31 december 2013

Regels en Richtlijnen van de examencommissie (art W.H.W.)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Reglement van orde Commissie voor de examens Open Universiteit

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Onderwijsvisie en digitaal toetsen

Reglement Examencommissie Premasterprogramma Klinische Gezondheidswetenschappen studiejaar (regels ex art. 7.

Toetsbeleid van Wageningen University. Borging van de kwaliteit van tentamens en examens

door Teelen Kennismanagement 18 en 19 april, 9 mei 2016 Irene Biemond en Marnie Wouters

Jaarverslag Examencommissie Wijsbegeerte 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Faculteit der Letteren. Regels en Richtlijnen Examencommissie Nederlands, Taal, Communicatie en Informatie (NTCI) voor het studiejaar

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Borging van de kwaliteit van toetsing als wettelijke taak van de examencommissie. Christoffel Reumer Vrije Universiteit Amsterdam

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Reglement Examencommissie Bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen (Artikel 7.12b lid 3 WHW)

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT)

UT Toetskader. Kader voor integraal toetsbeleid Universiteit Twente. Definitieve Versie september 2013

Handreiking voor Examencommissies

Artikel 2.4 Vergaderfrequentie examencommissie De examencommissie vergadert <tenminste twee keer per jaar>

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Checklist kwaliteitsborging examen- en opleidingscommissies hogeschool Windesheim. I. Aanleiding

Reglement Examencommissie Geneeskunde Studiejaar 2015/2016. Master CRU2006

U I T S P R A A K

Kenmerk: BOZ IO/ex/ Huishoudelijk reglement

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Faculteit der. Model Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Onderwijs- en examenregeling

Handreiking voor Examencommissies

Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

Kwaliteitscode - Vlaanderen

reglement examencommissie HZ Stichting HZ Gelet op het bepaalde in art van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

TOETSBELEIDSPLAN TUA. Inleiding

Reglement Examencommissie Bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen. Inhoud. (regels ex art. 7.12b, 3 e lid WHW)

VERANTWOORDELIJKHEDEN KWALITEITSZORG ONDERWIJS/ EXAMINERING onderwijsdirecteuren, opleidingscommissie, examencommissie, (vice)decanen

LEIDRAAD EXAMENCOMMISSIES HVA

Toetscommissie Erasmus School of Law. Dr. R. Pieterman Woensdag 9 maart 2016

REGELS EN RICHTLIJNEN

Handleiding Examencommissies

REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE PSYCHOLOGIE

Reglement examencommissies

Het jaarverslag is opgesteld volgens de Handreiking indeling Jaarverslag examencommissie.

Rijksuniversiteit Groningen. Faculteit Medische Wetenschappen

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Training Examencommissies

Jaarverslag examencommissie. Auteur: de examencommissie van de opleiding Sport, Management en Ondernemen (SM&O)

Transcriptie:

Toetsbeleid ESHCC Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Kader 3 3. Visie op toetsen 4 4. Opbouw van de opleiding 5 5. Kwaliteit van toetsen 7 6. Kwaliteitsborging 8 7. Verdeling van verantwoordelijkheden 10 Bijlage 1: literatuurlijst en geraadpleegde documenten Bijlage 2: lijst definities 1 mei 2013 1

1. Inleiding Het toetsbeleid van ESHCC is een gemeenschappelijk document van de Examencommissie en de Directeur Onderwijs, geadviseerd door de Afdelingshoofden, en vormt de basis waarop verschillende voorzieningen en maatregelen zijn gebaseerd ter bevordering en bewaking van de kwaliteit van toetsen. Het toetsbeleid beschrijft allereerst het wettelijk kader en de afspraken die binnen de Erasmus Universiteit zijn gemaakt omtrent toetsing. Hierna volgt de visie van de faculteit op toetsing. Op basis hiervan worden de instrumenten genoemd die het kader vormen waarbinnen toetsen worden ontwikkeld en afgenomen. Daarna volgt een beschrijving van de wijze waarop de kwaliteitsborging van toetsing binnen de faculteit vorm krijgt. Ten slotte volgt een uitsplitsing van de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de betrokken partijen. Daar waar in dit document gesproken wordt over toetsing wordt ook het afsluitend examen van de bacheloropleidingen en masteropleidingen (theses) bedoeld tenzij anders aangegeven. 1 mei 2013 2

2. Kader Dit document is opgesteld op basis van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), Het Referentiekader toetsing en examencommissie (maart 2011), het didactisch concept van de opleidingen binnen ESHCC en de memo Inrichting onderwijs ondersteuning en specificatie taken (december 2012). De regels omtrent toetsing zijn met het oog op de rechtspositie van de studenten verankerd in de regelingen die de WHW voorschrijft: de Onderwijs en Examenregeling (OER) van de opleiding en de Regels en Richtlijnen (R&R) van de Examencommissie. Deze regelingen zijn helder en toegankelijk geformuleerd en laten geen ruimte voor misverstanden. Het doel van toetsing wordt beschreven in de wet. Elke toets is er op gericht om vast te stellen of een student voldoende kennis, inzicht en vaardigheden heeft en daarmee voldoet aan de eindtermen van de opleiding (WHW art. 7.10 lid 1 en art. 7.10a lid 1). Informatie over de eindtermen van opleiding en de bijbehorende toetsen moet worden opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling, OER (WHW art. 7.13). De wet geeft verder de plicht tot het opstellen van regels en aanwijzingen (Regels en Richtlijnen) om de uitslag van de toetsen te beoordelen en vast te stellen (WHW 7.12b, lid 1b). Daarenboven bestaat de plicht tot de borging van de kwaliteit van de toetsen (WHW 7.12b, lid 1a) en de aanwijzing van examinatoren (WHW art. 7.12c). De verantwoordelijkheid voor het onderwijs en de toetsing wordt binnen de wet beschreven als een samenspel tussen de opleiding (invulling) en de examencommissie (borging kwaliteit). In het Referentiekader toetsing en examencommissies wordt dit samenspel verder uitgewerkt. De Directeur Onderwijs is betrokken vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het facultaire onderwijsbeleid en de examencommissie is betrokken vanuit haar wettelijke opdracht. ESHCC handelt volgens het advies van het referentiekader door de Directeur Onderwijs en examencommissie samen verantwoordelijk te stellen voor het toetsbeleid van ESHCC zoals beschreven in dit document. Het opgestelde toetsbeleid dient aan te sluiten bij het didactisch concept van de Erasmus Universiteit Rotterdam, dat door de ESHCC is vertaald in de opbouw van het onderwijs van de bachelor- en masteropleidingen. 1 mei 2013 3

3. Visie op toetsen De visie op toetsen sluit aan op de visie van het onderwijs. Toetsing van het onderwijs vindt plaats door middel van regelmatige en gedifferentieerde toetsing die actief studiegedrag beloont (absolverende deeltoetsen) en die de mogelijkheid geeft tot tussentijdse feedback (formatieve toetsing). De toetsen voldoen aan de volgende kwaliteitseisen: - transparantie: studenten weten voorafgaand aan de toets wanneer en hoe zij getoetst worden en waarop zij worden beoordeeld; - betrouwbaarheid: de mate waarin toetsuitslagen consistent, nauwkeurig en reproduceerbaar zijn; - validiteit: de toetsen meten daadwerkelijk wat zij beogen te meten; - efficiëntie: er wordt gestreefd naar een optimale afstemming tussen studiebelasting van studenten, tijdsinvestering van docenten en opbrengsten van de toets. Daarnaast worden de toetsen zo geprogrammeerd dat concurrentie tussen de toetsen van parallelle curriculumonderdelen wordt vermeden. Het primaire doel van toetsing is vast te stellen of een student voldoet aan de eindtermen van de opleiding. Dit wordt ook summatieve toetsing genoemd. Summatieve toetsen bepalen of een student door mag naar een volgend onderwijsonderdeel. Uiteindelijk leiden ze tot de beslissing of deze student in alle onderdelen bekwaam is en recht heeft op een getuigschrift. Daarnaast heeft toetsing een formatieve functie, waarbij de student inzicht wordt gegeven in zijn leerproces en docenten in het functioneren van de studenten. Zo worden mogelijke problemen in het onderwijsprogramma duidelijk voor de docent en de student. Toetsen zijn ook een middel om het leergedrag van de studenten tijdens de opeenvolgende fasen van het curriculum te sturen. In de opleidingen van de ESHCC komt dit tot uiting in de systematische opbouw van de curricula. Het compensatiebeleid in de bacheloropleidingen is onderdeel van deze systematiek, evenals de door de opleidingen geformuleerde herkansingsregeling. In het onderwijs aan de ESHCC wordt ernaar gestreefd studenten vanaf de start van een curriculumonderdeel te laten studeren en actief met de stof bezig te laten zijn. Daarbij verhoogt een regelmatig en gedifferentieerd toetsen de betrouwbaarheid en de validiteit van de toetsen. Voor elke opleiding is het van vitaal belang dat de kwaliteit van toetsing voldoende is geborgd. 1 mei 2013 4

4. Opbouw van de opleidingen Binnen de ESHCC werken alle opleidingen met relatief korte, intensieve onderwijsblokken. Tijdens de blokken worden tussentoetsen (absolverende deeltoetsen en formatieve toetsen) afgenomen. Na elk blok worden afsluitende (summatieve) toetsen georganiseerd (tentamens en/of afsluitende opdrachten). Per blok wordt een beperkt aantal vakken geroosterd. Uit onderwijskundig onderwijs onderzoek blijkt dat dit een positief effect heeft op de leerprestaties van studenten (Van den Berg & Hofman, 2005; Vaughan & Carlson, 1992). Tussentoetsen Goed en regelmatig toetsen blijkt het studeergedrag van studenten meer te sturen dan het (vrijblijvend en passief) bijwonen van onderwijs (van den Berg & Hofman, 2005; Jansen, 2004).Door middel van tussentoetsen of opdrachten wordt de student gestimuleerd de stof regelmatig bij te houden. Tussentijdse toetsing verkleint de afhankelijkheid van één toetsmoment en stimuleert variatie in toetsvormen. Daardoor wordt de betrouwbaarheid en validiteit groter. Zowel in de bachelor- als in de masteropleidingen wordt met tussentoetsen en/of tussentijdse opdrachten gewerkt. Toetsvormen De overgrote meerderheid van toetsen wordt in schriftelijke vorm afgenomen, zodat het werk van de student altijd gedocumenteerd is. De toepassing van toetsvormen is nader uitgewerkt in het toetsplan van de opleiding en het toetsprotocol van de Examencommissie (zie hoofdstuk 5) Afstemming Concurrentie tussen de toetsen van curriculumonderdelen die parallel zijn geprogrammeerd wordt voorkomen door onderlinge afstemming tussen docenten van parallelle vakken in een vergadering voorafgaand aan elk blok. Hiertoe zijn per afdeling jaarcoördinatoren aangewezen voor de verschillende studiefasen (bacheloropleidingen) en masterprogramma s. Compensatiemogelijkheden De Examencommissie ondersteunt de visie van ESHCC ten aanzien van de compensatieregeling in de bacheloropleidingen. De compensatieregeling corrigeert de onvermijdbare imperfectie van de toetsing van losse vakken en stimuleert dat studenten zonder bagage uit een vorig studiejaar doorstromen naar het volgende jaar. De 1 mei 2013 5

compensatieregelingen zijn opgenomen in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie. Herkansingen Het beperken van de herkansingsmogelijkheden gaat uitstelgedrag bij studenten en versnippering van studietijd over veel vakken tegen. Binnen de ESHCC wordt het aantal herkansingsmogelijkheden daarom beperkt. De herkansingsregels staan vermeld in de Onderwijs- Examenregelingen van de opleidingen. 1 mei 2013 6

5. Kwaliteit van toetsen Toetsen worden opgesteld door de examinatoren (docent met examenbevoegdheid). De examencommissie wijst de examinatoren aan (art. 7.12c lid 1 WHW) op basis van beoordelingscriteria die door de Examencommissie worden opgesteld. De Directeur Onderwijs adviseert de Examencommissie met betrekking tot het opstellen van de beoordelingscriteria. Vanuit de opleiding wordt de deskundigheidsbevordering van docenten/examinatoren gestimuleerd door diverse onderwijstrajecten en cursussen aan te beiden op het gebied van toetsing. De toetsen binnen ESHCC hebben als doel vast te stellen of een student voldoet aan de eindtermen van de opleiding. De eindtermen van de opleiding, de leerdoelen van de afzonderlijke onderdelen van het curriculum en de toetsing van de leerdoelen sluiten goed op elkaar aan zodat de eindtermen van de opleiding adequaat kunnen worden getoetst. Dit wordt als volgt bereikt: - De eindtermen van de opleiding zijn duidelijk geformuleerd en vertaald in leerdoelen van de afzonderlijke onderdelen van het curriculum (helderheid). - De onderwijsvorm van een curriculumonderdeel is consistent met de geselecteerde toetsvorm en de leerdoelen (coherentie). - De toetsvormen zijn afgeleid van de leerdoelen en sluiten daarbij goed aan (relevantie). De kwaliteit van de toetsen wordt door de opleiding en door de Examencommissie ondersteund door een tweetal documenten waarin de hierboven genoemde keten (helderheid, coherentie en relevantie) tot uitdrukking komt. 1) Toetsplan Iedere opleiding beschikt over een toetsplan opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Afdelingshoofden. In het toetsplan is de relatie tussen de eindtermen van de opleiding (vastgesteld in de OER) en de leerdoelen van de afzonderlijke vakken uitgewerkt. Daarnaast staat in het toetsplan het toetsprogramma: alle toetsvormen waarvan binnen de opleiding gebruik kan worden gemaakt rekening houdend met het didactisch concept van de opleiding. 2) Toetsprotocol De Examencommissie stelt voor de opleidingen binnen ESHCC een toetsprotocol op waarin de voorwaarden waaraan een toets moet voldoen wordt beschreven en dat richtlijnen geeft voor de constructie, afname, beoordeling en archivering van toetsen. Deze twee documenten geven het kader waarbinnen de examinatoren de toetsen opstellen en beoordelen. 1 mei 2013 7

6. Kwaliteitsborging De borging van de kwaliteit van toetsen is primair een taak van de Examencommissie (art. 7.12b lid 1a WHW). Vanuit het perspectief van de interne en externe kwaliteitszorg is ook de Directeur Onderwijs betrokken. Beide partijen hebben instrumenten tot hun beschikking om de kwaliteit van de toetsen te waarborgen. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de Examencommissie. De Examencommissie kan van alle binnen de ESHCC beschikbare instrumenten gebruik maken bij de uitvoering van deze verantwoordelijkheid. De ESHCC heeft in haar visie (zie hoofdstuk 3) de volgende kwaliteitseisen geformuleerd: - transparantie: studenten weten voorafgaand aan de toets wanneer en hoe zij getoetst worden en waarop zij worden beoordeeld; - betrouwbaarheid: de mate waarin toetsuitslagen consistent, nauwkeurig en reproduceerbaar zijn; - validiteit: meten de toetsen daadwerkelijk wat zij beogen te meten; - efficiëntie: weegt de door toetsing verkregen informatie op tegen de benodigde investering door studenten en docenten. Daarnaast worden de toetsen zo geprogrammeerd dat concurrentie tussen de toetsen van parallelle curriculumonderdelen wordt voorkomen. De instrumenten die binnen de opleiding en door de Examencommissie zijn ontwikkeld beogen de toetsen van ESHCC te beoordelen op bovengenoemde kwaliteitseisen. Instrumenten binnen de opleiding 1) Vakbeschrijvingen en studiehandleidingen. Maakt inzichtelijk of er voldoende variatie is in gebruikte toetsvormen en geeft inzicht in de spreiding van de toetsen over het jaar. 2) De opleiding stelt een tijdpad met deadlines op om te garanderen dat de studiehandleidingen voor het begin van een blok beschikbaar zijn. 3) Evaluaties/enquêtes: - Vakevaluatie: Iedere vakevaluatie bevat vragen over de toetsing. - Curriculumevaluatie: De curriculumevaluatie bevat vragen over de toetsing en specifieke vragen m.b.t de begeleiding en beoordeling van de bachelorscripties en master theses. - Evaluatieformulier theses. - Alumni-enquête. - Panelgesprekken. 4) Deskundigheidsbevordering docenten (BKO en andere vormen van professionalisering) 5) Overlegstructuur binnen de faculteit: - Overleg Onderwijsbeleid en -kwaliteit - Overleg Directeur Onderwijs en Voorzitter Examencommissie (4 x per jaar) - Overleg Decaan, Directeur Onderwijs en Voorzitter Examencommissie (2 x per jaar) 6) Formele klachtenprocedure 1 mei 2013 8

Instrumenten van de Examencommissie 1) Beoordeling examinatoren De Examencommissie wijst de examinatoren aan op basis van vooraf bepaalde criteria. Alleen examinatoren hebben de bevoegdheid om toetsen op te stellen en te beoordelen. Indien signalen aanleiding geven volgt een herbeoordeling van de examinator. 2) Beoordeling toetsen De Examencommissie toetst steekproefsgewijs of de toetsen binnen een bepaald vak zijn opgesteld volgens het toetsplan en het toetsprotocol en of de toetsen voldoen aan de kwaliteitseisen van de ESHCC. 3) Formele klachtenprocedure Indien klachten van studenten of docenten daartoe aanleiding geven kan de Examencommissie een nader onderzoek instellen met betrekking tot de kwaliteit van een bepaalde toets conform de hierboven beschreven beoordeling. 4) Beoordeling fraude en plagiaat De Examencommissie beoordeelt gevallen van fraude en plagiaat op basis van vooraf bepaald beleid (website). 5) Plenair overleg Examencommissie De Examencommissie stelt een jaarverslag op van haar werkzaamheden. Het verslag wordt aangeboden aan de decaan van de faculteit (art. 7.12b lid 5 WHW). 1 mei 2013 9

7. Verdeling van verantwoordelijkheden Het toetsbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Directeur Onderwijs en de Examencommissie. De Decaan draagt de formele eindverantwoordelijkheid. De Directeur Onderwijs is betrokken vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het facultaire onderwijsbeleid zoals is beschreven in het memo Inrichting onderwijs ondersteuning en specificatie taken, december 2012. De Examencommissie is betrokken vanuit haar wettelijke opdracht. Wat betreft de uitvoering van het toetsbeleid dient ook rekening gehouden te worden met de rol van de Afdelingshoofden. De verdeling van de verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen volgt uit de verdeling die is gemaakt binnen de wet en zoals deze nu beschreven is in de memo Inrichting onderwijs ondersteuning en specificatie taken, december 2012, passend bij de organisatiestructuur van de ESHCC. De Examencommissie: - stelt op objectieve en deskundige wijze vast of studenten voldoen aan de voorwaarden die in de OER worden gesteld ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad en reikt het getuigschrift uit (art. 7.12 lid 2 WHW); - is verantwoordelijk voor de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens (7.12B lid 1a WHW) en stelt regels op met betrekking tot de uitvoering (art. 7.12b lid 3 WHW); - stelt binnen het kader van de OER regels en aanwijzingen (beoordelingsnormen) op om de uitslag van tentamens en examens vast te stellen (art. 7.12b lid 1b WHW) en stelt regels op met betrekking tot de uitvoering hiervan (art. 7.12b lid 3 WHW); - adviseert de decaan met betrekking tot vaststelling of wijziging van de OER; - verleent vrijstellingen voor het afleggen van tentamens (art. 7.12b lid 1d WHW), binnen het kader van de OER (art. 7.13 2r WHW); - is verantwoordelijk voor het opstellen van een compensatiebeleid. (art. 7.12b lid 3 WHW); - beoordeelt fraude en plagiaat en kan hiervoor een straf opleggen (art. 7.12b lid 2 WHW); - stelt beoordelingsnormen op voor het aanwijzen en beoordelen van examinatoren en maakt deze bekend aan docenten; - stelt examinatoren aan voor het afnemen en vaststellen van de uitslag van tentamens (art. 7.12c lid 1 WHW). Indien een docent niet bekwaam blijkt te zijn als examinator, heeft de Examencommissie de bevoegdheid de examenbevoegdheid te ontnemen. - zorgt er voor dat de examinatoren bekend zijn met de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie; - zorgt er voor dat de examinatoren bekend zijn met het toetsprotocol van de Examencommissie. 1 mei 2013 10

De Directeur Onderwijs: - is verantwoordelijk voor het onderwijsbeleid; - is verantwoordelijk voor het systeem van interne en externe kwaliteitszorg; - adviseert de decaan met betrekking tot vaststelling of wijziging van de OER; - is, samen met de Afdelingshoofden, verantwoordelijk voor dat de examinatoren bekend zijn met de OER, de kwaliteitseisen aan de toetsen, hun taken en verantwoordelijkheden als examinator en de mogelijkheden tot docentprofessionalisering op het gebied van toetsing. De Afdelingshoofden: - zijn belast met de organisatie van de opleiding zoals beschreven in de OER; - zijn verantwoordelijk voor het regelen van de verzorging van een onderdeel (vak) van de OER of van een cursus, leergang e.d. - zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van te nemen maatregelen naar aanleiding van de externe kwaliteitstoetsing (NVAO); - zijn er samen met de Directeur Onderwijs, verantwoordelijk voor dat de examinatoren bekend zijn met de OER, de kwaliteitseisen aan de toetsen, hun taken en verantwoordelijkheden als examinator en de mogelijkheden tot docentprofessionalisering op het gebied van toetsing; - zijn verantwoordelijk voor het opstellen van het toetsplan. De Examinator - is deskundig met betrekking tot het vak en de plaats daarvan binnen het curriculum, maar ook op het gebied van de toetsing (constructie, afname en beoordeling van toetsen). De verantwoordelijkheid van de examinator houdt ook in dat deze binnen de gestelde kaders van de OER en Regels en Richtlijnen, met betrekking tot toetsing nader beschreven in het toetsplan en het toetsprotocol, oordeelt zonder druk van buitenaf. 1 mei 2013 11

Bijlage 1 Literatuurlijst en geraadpleegde documenten Berg, M. N. van den & Hofman, W. H. A. (2005). Student Success in University Education: A Multimeasurement Study of the Impact of Student and Faculty Factors on Study Progress. Higher Education, 50, 413-446. Jansen, E.P.W.A. (2004). The influence of the curriculum organization on study progress in higher education. Higher Education, 47, 411 435. Vaughan, C. & Carlson, C. (1992). Teaching and Learning One-course-at-a-time. Innovative Higher Education,16, 263-276. Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, WHW (editie 2012), Den Haag: SDU Uitgevers Rapport Toetsen en Examencommissies Eindrapport van de werkgroep. (maart 2011) Memo ESHCC Inrichting onderwijs ondersteuning en specificatie taken (december 2012). 1 mei 2013 12

Bijlage 2 Lijst definities Term Toets Toetsbeleid Toetsplan Toetsprogramma Toetsprotocol Toetsvorm Omschrijving Meetinstrument: summatief of formatief. Samenhangend stelsel van maatregelen en voorzieningen die de opleiding (of faculteit) treft om de kwaliteit van de toetsing te bewaken en te bevorderen (Onderwijsinspectie, Tafel van Toetsing, internetbron niet meer actief). Het toetsplan legt op systematische wijze de relatie tussen de eindtermen van een opleiding en de leerdoelen van de afzonderlijke onderdelen van het curriculum. Alle toetsvormen waarvan binnen de opleiding gebruik kan worden gemaakt rekening houdend met het didactisch concept van de opleiding. Het toetsprotocol beschrijft de voorwaarden waaraan een toets moet voldoen en geeft richtlijnen voor de constructie, afname, beoordeling en archivering van toetsen. Type toets, opgenomen in het toetsprogramma. 1 mei 2013 13