Uniforme Werkafspraken Wegbeheerders Amsterdam

Vergelijkbare documenten
slagvaardig Schaderegeling ingravingen

Onderwerp AVOI Urk en aanpassing Leges- en Algemene plaatselijke verordening (geëvalueerd beleid)

Toetsingskader Calamiteitenmeldingen

Schaderegeling Ingravingen gemeente Loppersum

Schaderegeling ingravingen kabels en leidingen Loon op Zand

Schaderegeling ingravingen kabels en leidingen Urk

Bij brief van 16 oktober 2018, door ons ontvangen op 19 oktober 2018, heeft u een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

1. Aanvrager. 2. Projectgegevens. 3. Gegevens aannemer 1/5

Handreiking toepassen herstraattarieven VNG wanneer zij worden gebruikt voor NIET-TELECOM bedrijven

Deze door de gemeente Valkenburg aan de Geul vastgestelde bepalingen worden met beide nutsbedrijven overeengekomen en van toepassing verklaard.

Onderwerp: vaststellen Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI)

gelet op artikel 3 van de AVOI gemeente Schijndel waarin het college de bevoegdheid krijgt nadere regels te stellen, de Algemene wet bestuursrecht;

vast te stellen de Schaderegeling ingravingen kabels en leidingen Ouder-Amstel.

Aanvraag- en meldingsformulier kabel- en/of leidingwerkzaamheden

AGENDAPUNT NO. B.7.3. Voorstel tot vaststellen Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2012 en eerste wijzigingsverordening leges 2012.

Schaderegeling ingravingen kabels en leidingen Assen

Documenten en procedures

Verordening Kabels en Leidingen Ridderkerk 2013

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Krimpen aan den IJssel 2016

Schaderegeling ingravingen kabels en leidingen Horst aan de Maas

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015

Schaderegeling ingravingen Kabels & Leidingen gemeente Koggenland 2014

Schaderegeling ingravingen Kabels & Leidingen gemeente Medemblik 2014

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente De Bilt 2014

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel

MELDINGEN & VERGUNNINGEN

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijk 2016

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

BEGRIPSBEPALINGEN. b. breekverbod verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel;

Handhavingsorganisatie

Verordening Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven 2014

Handhavingsorganisatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Woudrichem 2014

Aanvraagformulier instemmingsbesluit

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Wijk bij Duurstede

Service Level Agreement 3Bvoice Telefonie

Nadeelcompensatieregeling gemeente Delfzijl

Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015

Handhavingsorganisatie

iiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiii

Service Level Agreement BRONZE. Voor Business en Reseller Hosting

Service Level Agreement Basic. Magento Basic en Business Basic ixl Hosting B.V.

Onderwerp Voorstel tot het vaststellen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) gemeente Olst-Wijhe

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Stichtse Vecht 2014

Aanvraag- en meldingsformulier kabel- en/of leidingwerkzaamheden

AVOI Gemeente Houten

Handhavingsorganisatie

Handhavingsorganisatie

Herstraatvoorwaarden Regionaal overleg. De Spil in Bleskensgraaf 19 september 2013

Schaderegeling ingravingen Kabels & Leidingen gemeente Almere 2016

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016

Handhavingsorganisatie

Coördinatie ondergrondse infrastructuur. Gemeente Oosterhout - Halderberge

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Urk

b e s l u i t : vast te stellen de eerste wijziging van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2012 :

Handhavingsorganisatie

Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op

Wetstechnische informatie

Nadere regels nadeelcompensatie kabels en leidingen Helmond 2014

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel Vaststelling Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2011 dvh/kd

Verlegregeling Enschede 2018: nadeelcompensatie bij het verleggen van kabels en leidingen

Handhavingsorganisatie

Handhavingsorganisatie

regeling nummer Verlegverordening kabelsen leidingen Gouda 2008

Handhavingsorganisatie

Handhavingsorganisatie

gemeentegrond JIF Kooijman Telefoonnummer: bijlage 1. Besluit bijlage 2 AVOI 2016 en toelichting

Handhavingsorganisatie

: Vaststellen telecommunicatieverordening gemeente Heusden

Openbaar. P Schade voorkomen aan kabels en leidingen Versie onderdeel van het VGWM-zorgsysteem Enexis

Datum: 18 augustus 2014 Par. manager: Afdeling/team: BJZ/OW Adviseur: K. Verspui Par. secretaris: Mede-advies afdeling:

Handhavingsorganisatie

Leges voor kabels en leidingen: inventarisatie en advies

Service Level Agreement Versie april 2012

Artikelsgewijze toelichting

Service Level Agreement

Grondroerders Wat u moet weten

Stroomlijning klachten verlichting Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuideramstel Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer

Service Level Agreement Quarantainenet

Publiek- private samenwerking voor efficiënte aanleg van kabels en leidingen ( Regie in de ondergrond )

OGN ENQUÊTE. Resultaten t/m oktober 2018 OGN 2011

Verordening Werken in de Openbare Ruimte WIOR

AAN DE GEMEENTERAAD Brummen, 24 maart 2015

Onderwerp Vaststellen van de nieuwe Telecommunicatieverordening Oirschot 2010.

ADVIES/VOORGESTELDE BESLUIT:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Referentie model "Operationeel beheer en Onderhoud" voor het FttH netwerk van Sterk Midden Drenthe

Verlegregeling Deventer 2015

Beleidsregels Nadeelcompensatie kabels en leidingen Heeze-Leende 2015

Service Level Agreement Quarantainenet

Service Level Agreement Basic PRO XL

13 juni zaaknummer Provinciale weg N330 (Hummeloseweg) te Zelhem, gemeente Bronckhorst

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen. Gemeente Steenwijkerland

Handhavingsorganisatie

Auto vergunninghouder weggesleept na gewijzigde verkeerssituatie Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid Dienst Stadstoezicht

Service Niveau Overeenkomst Digikoppeling

Transcriptie:

Uniforme Werkafspraken Wegbeheerders Amsterdam Versienummer: 5.0 Status: Definitief Auteur(s): R.Nelissen, B.Bongers Datum 6 mei 2013 1

Inhoudsopgave Versiebeheer... 4 Inleiding... 5 1. Voorbereidingsfase... 6 1.1. Wat wordt in MOOR gemeld... 6 1.1.1. Uitgangspunten... 6 1.2. Clustermeldingen... 7 1.2.1. Uitgangspunten... 7 1.3. Indiening vereisten aan MOOR meldingen... 7 1.3.1. Algemene uitgangspunten m.b.t. indiening vereisten aan MOOR meldingen... 7 1.3.2. Uitgangspunten m.b.t. tijdigheid van indienen van meldingen... 8 1.3.3. Uitgangspunten m.b.t. intrekken van meldingen... 8 1.3.4. Uitgangspunten m.b.t. gewijzigde datum/tijdstip werk gereed... 8 1.3.5 Uitgangspunten m.b.t. meldingen van storingen of calamiteiten... 8 1.3.6. Uitgangspunten m.b.t. meldingen van grote werken... 9 2. Uitvoeringsfase... 11 2.1. Herstel van de openbare ruimte: wie straat dicht... 11 2.1.1 Uitgangspunten m.b.t. herstel van de openbare ruimte... 11 2.2. Tijdens de uitvoering: Wie verzorgt het afzetmateriaal... 11 2.2.1 Uitgangspunten m.b.t. verantwoordelijkheid voor afzetmateriaal... 11 2.3. Toezichthoudende rol wegbeheerder... 11 2.3.1. Algemene uitgangspunten m.b.t. toezichthoudende rol van de wegbeheerder... 11 2.3.2 Uitgangspunten m.b.t. opnemen van de maatvoering/oppervlakte van de opbreking en gebruikte materialen... 12 2.3.3. Uitgangspunten m.b.t. breken zonder MOOR melding: niet gemeld, wel gebroken.... 12 2.3.4. Uitgangspunten m.b.t. voor niets komen : wel gemeld, niet gebroken.... 12 2.3.5. Uitgangspunten m.b.t. breken zonder vergunning: wel gemeld, geen vergunning.... 12 2.3.6. Uitgangspunten m.b.t. oplevering van een opbreking in onbehoorlijke staat... 13 2.3.7. Uitgangspunten m.b.t. ongeoorloofd herstel van het straatwerk door het bedrijf... 13 2.3.8. Uitgangspunten m.b.t. opbrekingen in nieuw straatwerk... 13 2.4. Meldingen van gecombineerde werken... 14 2.4.1. Uitgangspunten... 14 2

3. Afhandelingsfase... 15 3.1. Invoeren straatwerk gegevens... 15 3.1.1. Uitgangspunten m.b.t invoeren straatwerkgegeven... 15 3.2. In rekening te brengen kosten... 15 3.2.1. Uitgangspunten m.b.t. in rekening te brengen kosten... 15 Bijlage 1: Samenvatting doelstellingen UWWA... 17 Bijlage 2: Indiening vereisten aan MOOR meldingen... 18 Bijlage 3: Overzicht situaties waarin extra kosten in rekening kunnen worden gebracht... 19 Uitgangspunten met betrekking tot het toepassen van extra kosten... 20 3

Versiebeheer Versie Datum Auteur Samenvatting van de wijzigingen 1.0 15 augustus 2012 B.Bongers, R.Nelissen Eerste versie werkafspraken op basis van input opzichters stadsdelen gemeente Amsterdam 2.0 28 augustus 2012 B.Bongers, R.Nelissen Aanpassingen verwerkt van Stuurgroep MOOR gemeente Amsterdam 3.0 26 november 2012 B.Bongers, R.Nelissen Aanpassingen verwerkt van Klankbordgroep (vertegenwoordigers Waternet, Liander, KPN, UPC, NUON) 4.0 7 januari 2013 B.Bongers, R.Nelissen Definitieve UWWA na vaststelling door het Directeurenoverleg Fysiek Domein gemeente Amsterdam 5.0 6 mei 2013 B.Bongers, R.Nelissen Aanvullende werkafspraken opgesteld m.b.t. het intrekken van meldingen (par 1.3.3) naar aanleiding van de 1 e evaluatie met Klankbordgroep, stadsdelen en aannemers 4

Inleiding Werken in de openbare ruimte zijn noodzakelijk. Maar werkzaamheden betekenen ook vaak hinder en overlast voor de omgeving. Om dit te minimaliseren zijn er landelijke en gemeentelijke uitvoeringsvoorschriften, kaders en richtlijnen. De stad Amsterdam heeft haar uitvoeringsvoorschriften onder meer vastgesteld in de verordening Werken in de Openbare Ruimte (WIOR) en het handboek Zo Werken Wij in Amsterdam (ZWIA) 1. Uitsluitend in bezit van een WIOR vergunning en MOOR melding, mogen in Amsterdam werkzaamheden in de openbare ruimte worden uitgevoerd. De uitvoeringsvoorschriften zijn daarmee glashelder. Toch zijn er verschillen tussen stadsdelen hoe er operationeel invulling gegeven wordt aan de geldende kaders en richtlijnen. Daarom is er behoefte aan duidelijkheid, transparantie en meer uniformiteit in de manier waarop stadsdelen dit doen. Het vastleggen en communiceren van werkafspraken is een goede methode om hier gehoor aan te geven. Voor u ligt het document Uniforme Werkafspraken Wegbeheerders Amsterdam (hierna te noemen UWWA ). Deze werkafspraken zijn opgesteld door de gezamenlijke wegbeheerders van de Amsterdamse stadsdelen, in samenspraak met een vertegenwoordiging van de netbeheerders, om ervoor te zorgen dat alle stadsdelen op een uniforme wijze invulling geven aan de vastgestelde kaders en richtlijnen. De UWWA vormen daarbij een leidraad om duidelijkheid en transparantie te bieden aan alle partijen die een rol hebben in de uitvoering van graafwerkzaamheden. Met behulp van de werkafspraken wordt mede beoogd de dienstverlening aan, en samenwerking met, de bedrijven verder te verbeteren. De gemeente Amsterdam beoogd met het invoeren van de UWWA onderstaande overkoepelende doelstellingen te bekrachtigen: 1.) Minimaliseren van de overlast als gevolg van graafwerkzaamheden (impact op veiligheid, leefbaarheid, bereikbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte) door meer grip op werken. 2.) Verbeteren dienstverlening en samenwerking met bedrijven door duidelijke, transparante en zo veel als mogelijk uniforme procedures en werkafspraken voor heel Amsterdam. 3.) Uniforme en faire verrekening van kosten die de stadsdelen maken voor het herstel, beheer en onderhoud van de openbare ruimte om de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden. 4.) Realiseren van kostenreductie en meer efficiëntie waar mogelijk om de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden. In bijlage 1 vindt u een samenvatting van bovenstaande doelstellingen en afgeleide doelstellingen waaruit de UWWA voortvloeien. 1 Voor een overzicht van alle landelijke en lokale regelgeving zie: http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/sites/coordinatiestelsel/kennisbank/regelgeving/ 5

1. Voorbereidingsfase 1.1. Wat wordt in MOOR gemeld 1.1.1. Uitgangspunten Alle werkzaamheden (klein geprogrammeerd werk, groot geprogrammeerd werk en calamiteiten, inclusief werken in groenvoorziening) die onder de verantwoordelijkheid van het decentrale wegbeheer (stadsdelen) van de gemeente Amsterdam vallen, moeten worden gemeld in MOOR. De belangrijkste partijen die melden in MOOR zijn: o Kabels en leidingen bedrijven (Nuts en Telecom bedrijven) o Hoofd aannemers die gemandateerd zijn namens de kabels en leidingen bedrijven werkzaamheden uit te voeren (onder aannemers zijn niet gerechtigd tot een MOOR login account) o Niet-kabel en leiding bedrijven: Woningbouw verenigingen / VVE Funderingsonderzoeken Ingenieursbureaus Loodgieters Sloopbedrijven Q-park Partijen die bushaltes aanleggen (en daardoor graafwerkzaamheden uitvoeren) Partijen die wegbewijzering aanleggen (en daardoor graafwerkzaamheden uitvoeren) o Alle overige partijen die onder de verantwoordelijkheid van het decentrale wegbeheer graafwerkzaamheden uit voeren. Werken die nu nog niet noodzakelijkerwijs in MOOR hoeven worden gemeld zijn 2 : o Alle werken die niet onder de verantwoordelijkheid van het decentrale wegbeheer vallen: Projecten/'eigen werken' van Amsterdam. (Graafwerkzaamheden als gevolg van het project die onder de verantwoordelijkheid van het decentrale wegbeheer vallen (b.v. aanlooproutes) dienen uiteraard wel gemeld te worden in MOOR) Alle overige werken die niet onder de verantwoordelijkheid van het decentrale wegbeheer graafwerkzaamheden uit voeren. o Graafwerkzaamheden in opdracht van particulieren/burgers. Werken van particulieren worden (indien gewenst) door de stadsdelen zelf in MOOR gemeld en afgehandeld. 2 Deze werken/projecten kunnen indien gewenst wel met MOOR worden gekoppeld. 6

1.2. Clustermeldingen 1.2.1. Uitgangspunten In Amsterdam moeten alle werken individueel worden aangemeld. Clustermeldingen zijn in Amsterdam in principe niet toegestaan, tenzij er een WIOR vergunning voor de (bundeling van) werken is aangevraagd en de werken door de gebiedsbeheerder worden gecoördineerd. Indien het toch gewenst is om een cluster melding te doen voor werken die niet via de WIOR procedure worden gecoördineerd zijn hieraan de volgende voorwaarden verbonden: a. Een cluster melding kan alleen in overleg met het stadsdeel waarin de voorwaarden die worden gesteld aan de melding worden afgestemd m.b.t.: o Het aantal individuele werken dat in 1 melding mag worden aangemeld, o Het aantal werken die per cluster mogen worden aangemeld, o De duur van de werken die per cluster mogen worden aangemeld, o De administratieve afhandeling en facturatie, o De uitvoerende aannemer(s) o De verkeershinder o Alle overige BLVC aspecten die mogelijk van toepassing zijn Definitie clustermelding : Eén of enkele meldingen waarin de individuele werken gebundeld worden aangemeld (een 'clustermelding') wanneer er meerdere geplande werken opeenvolgend plaatsvinden binnen dezelfde straat locatie. 1.3. Indiening vereisten aan MOOR meldingen 1.3.1. Algemene uitgangspunten m.b.t. indiening vereisten aan MOOR meldingen 1. Graafwerkzaamheden moeten accuraat, volledig en tijdig worden aangemeld in MOOR. 2. Alleen gebruikers die op de hoogte zijn van de indiening vereisten, kaders en richtlijnen 3 van de gemeente Amsterdam mogen een melding in MOOR doen. 3. Het stadsdeel kan de kosten die zij maakt als gevolg van meldingen die onvoldoende accuraat, volledig of tijdig zijn ingediend, op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening brengen. 4. De kwaliteit van de MOOR meldingen wordt per melding bijgehouden door de wegbeheerders op basis van de volgende aspecten: a. Accuraatheid/kwaliteit b. Volledigheid c. Tijdigheid 5. Op basis van de uitkomsten zullen periodiek evaluaties plaatsvinden met die netbeheerders bij wie de kwaliteit van de meldingen structureel te wensen overlaat. 6. Indien de kwaliteit van meldingen van een aannemer onvoldoende blijft, kan het stadsdeel het MOOR account van de melder(s) of aannemer inactief maken/weigeren nog meldingen te doen. 7. Zie bijlage 1 voor een overzicht van de indiening vereisten die de gemeente Amsterdam aan MOOR meldingen stelt. 3 Zie www.amsterdam.nl/coordinatiestelsel en bijlage 2 van dit document. 7

1.3.2. Uitgangspunten m.b.t. tijdigheid van indienen van meldingen 1. Een aanvraag om een vergunning of een melding geschiedt ten minste drie weken voor de aanvang van de werkzaamheden (Art. 11 verordening WIOR). 2. Een aanvraag van een vergunning of een melding ten behoeve van kleine werkzaamheden geschiedt te minste twee dagen voor de aanvang daarvan (Art. 11 verordening WIOR). 3. Van kleine werkzaamheden waarvoor een jaarvergunning is verstrekt(zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening WIOR) dient ten minste 1 werkdag voor de aanvang daarvan kennisgegeven te worden (Art. 11 verordening WIOR). 4. Van werkzaamheden ten gevolge van een storing of calamiteit (zie pag. 8 voor de definitie) dient uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de werkzaamheden kennisgegeven te worden dan wel, als dit uit een oogpunt van veiligheid of dienstverlening niet aanvaardbaar is of in verband met de bereikbaarheid van de gebiedsbeheerder niet uitvoerbaar is, zo spoedig als mogelijk is maar uiterlijk de eerste werkdag na aanvang van de werkzaamheden (Art. 11 verordening WIOR). 5. Wanneer het stadsdeel kosten maakt als gevolg van te late meldingen kan dit op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening worden gebracht. 6. Meldingen op de dag van start werk worden afgekeurd, met uitzondering van calamiteiten. 7. Wanneer geplande werken in uitvoering zijn, of al zijn uitgevoerd, en na start werk worden aangemeld (breken zonder MOOR melding), kan het stadsdeel de kosten die zij daarvoor heeft gemaakt in rekening brengen (o.b.v. werkelijk gemaakte kosten). 1.3.3. Uitgangspunten m.b.t. intrekken van meldingen 1. Werken die niet doorgaan kunnen uiterlijk tot 15.00 op de dag voorafgaand aan start uitvoering via MOOR ingetrokken worden. Na dit tijdstip dient het stadsdeel daar zo spoedig mogelijk telefonisch (of per mail indien niet bereikbaar) van op de hoogte te worden gesteld om te voorkomen dat opzichter of stratenmakers voor niets komen. 2. Wanneer er te laat wordt ingetrokken of niet wordt ingetrokken (via MOOR, per mail of telefonisch) en het werk wordt niet uitgevoerd kan het stadsdeel de kosten die zij als gevolg daarvan maakt (b.v. voor niets komen ) op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening brengen. 3. Bij het (telefonisch) intrekken van meldingen, kan in overleg met het stadsdeel een vervangend werk worden aangemeld op voorwaarde dat dit een werk is van vergelijkbare omvang en in hetzelfde huizenblok/straat als de oorspronkelijke melding. 1.3.4. Uitgangspunten m.b.t. gewijzigde datum/tijdstip werk gereed 1. Indien een werk in de praktijk meer dan 4 uur eerder of later wordt opgeleverd dan het in MOOR aangegeven eindtijdstip, dient het stadsdeel daar tijdig telefonisch van op de hoogte te worden gebracht. Termijn voor kleine werken: zo snel als mogelijk. Termijn voor grote werken langer dan 3 dagen: ten minste 4 uur voorafgaand aan het werkelijke of geplande tijdstip einde werk. 1.3.5 Uitgangspunten m.b.t. meldingen van storingen of calamiteiten 1. Alleen storingen of calamiteiten (zie definitie op pag. 8) mogen als calamiteit worden aangemeld. 8

2. Bij calamiteit meldingen is het zeer wenselijk om een omschrijving m.b.t. de oorzaak, het type en de urgentie van de storing/calamiteit bij de melding te geven. 3. Bij calamiteit meldingen kan, wanneer er gerede twijfel is of de melding terecht conform de definitie (pag 8.) als calamiteit is aangemeld, door het stadsdeel bewijslast van de storing/calamiteit worden opgevraagd en verplicht worden gesteld. Onder bewijslast wordt verstaan; documentatie waaruit onomstotelijk kan worden afgeleid dat er sprake is van een storing of calamiteit conform de definitie. 4. Wanneer een werk aantoonbaar onterecht als calamiteit is aangemeld (of waar de bewijslast van de calamiteit ontbreekt) kan het stadsdeel de kosten die zij daarvoor maakt op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening brengen. Definitie storing of calamiteit 4 : Een calamiteit is een onvoorzien voorval of incident, waarbij infrastructuur geheel of gedeeltelijk niet meer kan voldoen aan de functie waarvoor deze bedoeld is en waarbij direct ingrijpen noodzakelijk is, of waarbij er direct gevaar ontstaat voor de omgeving (zoals explosiegevaar, grote schade of persoonlijk letsel, maar ook gevaar door uitval) Hieronder vallen: 1.Rampen en ongevallen (Wet rampen en zware ongevallen art. 1b) 2. Ernstige leveringsonderbrekingen. (De verplichting van beheerders om storingen binnen een kort tijdsbestek te verhelpen zijn expliciet vastgelegd in de Elektriciteitswet art. 31 lid 1 f, de Gaswet art. 12b, derde lid onderdeel b, de Waterleidingwet art 35 en art. 4, eerste lid.) 3. Ernstige belemmeringen van de communicatie (Artikel 5.6.Telecommunicatiewet) Bij Telecommunicatienetten zal niet iedere leveringsonderbreking leiden tot grote schade. Het is aan de opdrachtgever (veelal de netbeheerder) om de dreiging van schade te bepalen. Contractuele verplichtingen van de netbeheerder zijn daarmee niet leidend voor het bepalen of er sprake is van een calamiteit 1.3.6. Uitgangspunten m.b.t. meldingen van grote werken 1. Een werk moet als klein werk worden getypeerd/aangemeld in MOOR als het voldoet aan de definitie voor klein werk zoals beschreven in de verordening WIOR art 1: dagelijks onderhoud van de openbare ruimte, alsmede werkzaamheden met een grondoppervlakte van maximaal 10 m2, een lengte van maximaal tien meter en een maximale tijdsduur van drie werkdagen met uitzondering van werkzaamheden ten behoeve van de plaatsing van onder- en bovengrondse kasten 2. Wanneer een werk buiten de definitie van klein werk valt, moet een werk als groot werk worden getypeerd/aangemeld in MOOR. 3. Voor grote werken moet een reguliere WIOR vergunning worden aangevraagd, ten minste drie weken voor aanvang van de werkzaamheden. 4. Indien gewenst kunnen bedrijven ervoor kiezen een WIOR vergunning groot werk aan te vragen wanneer in korte tijd een bundeling van kleine werken wordt uitgevoerd binnen dezelfde locatie en het gewenst is deze in 1 (cluster) melding te verwerken. (zie paragraaf 2.1). 5. Grote werken dienen daarnaast vóór de aanvraag van de WIOR vergunning zo vroeg mogelijk te worden aangemeld bij het coördinatiestelsel 5. 4 Zie ook het Toetsingskader Calamiteitenmeldingen van het Agentschap Telecom, artikel 7 van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) en de begrippenlijst van de verordening WIOR. 5 http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/sites/coordinatiestelsel/kennisbank/dossierwior/project-aanmelden/#h3_3 9

6. Bij het aanmelden van grote werken in MOOR is het verplicht om het WIOR vergunning kenmerk ( Kenmerk vergunning ) in te voeren in MOOR. 7. Bij het aanmelden van grote werken in MOOR is het zeer wenselijk om de werktekening bij te voegen bij de melding (ter bevordering van de informatievoorziening) 8. Een groot werk kan in meerdere meldingen worden opgedeeld, indien een werk voor een langere periode duurt. 10

2. Uitvoeringsfase 2.1. Herstel van de openbare ruimte: wie straat dicht 2.1.1 Uitgangspunten m.b.t. herstel van de openbare ruimte 1. De openbare ruimte wordt hersteld door de gemeente Amsterdam, of in opdracht van de gemeente Amsterdam.(Zie Verordening WIOR Artikel 22) tenzij in de nadere regels als bedoeld in artikel 26 van de verordening WIOR anders is bepaald. 2. De stadsdelen kunnen per individuele melding, in overleg met de netbeheerder het bedrijf opdracht geven namens het stadsdeel te herstellen. Bijvoorbeeld wanneer het stadsdeel door capaciteitsproblemen niet in staat is de openbare ruimte tijdig te herstellen. 2.2. Tijdens de uitvoering: Wie verzorgt het afzetmateriaal 2.2.1 Uitgangspunten m.b.t. verantwoordelijkheid voor afzetmateriaal 1. De vergunninghouder dient er zorg voor te dragen dat de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd en dat de werkzaamheden minimale hinder geven. CROW 96B Werk in uitvoering, CROW 250 'Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen en het Handboek Zo Werken Wij In Amsterdam - Op straat dienen hiertoe als leidraad. (Zie paragraaf 2.2. nader regels verordening WIOR) 2. Voor stadsdeel Oost geldt een uitzondering m.b.t. bovengenoemde wat betreft het plaatsen van afzetmateriaal. In stadsdeel Oost wordt het afzetmateriaal door het stadsdeel geplaatst en worden de kosten van verkeersmaatregelen conform het besluit 273909 van het Dagelijks Bestuur op 27-09-2011 via de vergunningenvoorschriften verhaald op de netbeheerder. 3. Het afzetmateriaal moet blijven staan tot de openbare ruimte hersteld is. 4. Stadsdelen hebben de intentie om de openbare ruimte op dezelfde dag na einde werk te herstellen. Kleine werken worden uiterlijk binnen 24 uur na einde werk hersteld. Na deze periode dient het afzetmateriaal verwijderd te worden door het bedrijf. 5. Indien het stadsdeel niet in staat is om bij kleine werken de openbare ruimte binnen 24 uur te herstellen, zorgt het stadsdeel voor vervanging van het afzetmateriaal en brengt het stadsdeel het bedrijf daarvan tijdig op de hoogte. In overleg kan ook besloten worden het afzetmateriaal van het bedrijf te laten staan. Het stadsdeel is in deze gevallen (na 24 uur) ook verantwoordelijk voor het afzetmateriaal en de veiligheid. 6. Indien het stadsdeel het afzetmateriaal moet verwijderen omdat het niet tijdig is verwijderd, wordt dit doorberekend aan het bedrijf. 2.3. Toezichthoudende rol wegbeheerder 2.3.1. Algemene uitgangspunten m.b.t. toezichthoudende rol van de wegbeheerder 1. De gemeente Amsterdam streeft ernaar om toezicht te houden op alle gemelde werken. 2. Onder toezicht houden vallen (o.a.) de volgende taken: a. Opnemen van de maatvoering/oppervlakte van de werkzaamheden en materialen. b. Controle en coördinatie bij niet gebroken, wel gemeld c. Controle en coördinatie bij breken zonder MOOR melding d. Controle en coördinatie bij breken zonder vergunning 11

e. Controle en coördinatie bij breken in afwijking van de voorwaarden die gesteld worden door de verordening WIOR f. Controle op het naar behoren opleveren van het werk door het bedrijf volgens de voorwaarden zoals vastgesteld in de verordening WIOR. g. Controle op ongeoorloofd herstel van het straatwerk door het bedrijf (de openbare ruimte mag alleen worden hersteld door de gemeente Amsterdam) h. Controle op opbrekingen in nieuw straatwerk i. Steekproefsgewijze controle op de (kwaliteit van) oplevering van afgeronde werkzaamheden (hersteld door de gemeente) conform bestek. 3. Wanneer bedrijven zich niet aan de kaders en richtlijnen van Amsterdam houden, resulteert dit in extra werkzaamheden voor het wegbeheer. Deze extra werkzaamheden zullen op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening worden gebracht. De tarieven kunnen daarom verschillen per stadsdeel. In bijlage 3 staat een overzicht van de gevallen waarin dit kan voorkomen, inclusief onderbouwing. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd aan welke uitgangspunten moet worden voldaan om extra kosten te voorkomen. 2.3.2 Uitgangspunten m.b.t. opnemen van de maatvoering/oppervlakte van de opbreking en gebruikte materialen 1. Voorwaarde is dat netjes wordt gewerkt: het graafwerk en de verdichting van de grond wordt zodanig uitgevoerd, dat hierbij een minimaal oppervlakte van straatwerk opgebroken en/of beschadigd wordt. Indien netjes is gewerkt, wordt de in rekening te brengen oppervlakte derhalve bepaald door vermenigvuldiging van de lengte en de breedte van de uitgegraven sleuf (zie paragraaf 4.4.2. nadere regels verordening WIOR). 2. Indien niet netjes is gewerkt, dat wil zeggen er is meer bestrating opgebroken dan strikt noodzakelijk voor de uitgegraven sleuf, dan wordt de oppervlakte van het opgebroken straatwerk in rekening gebracht (zie paragraaf 4.4.2. nadere regels verordening WIOR). 2.3.3. Uitgangspunten m.b.t. breken zonder MOOR melding: niet gemeld, wel gebroken. 1. Wanneer er gebroken wordt zonder een MOOR melding, moet deze alsnog worden gemeld. 2. Indien een werk in uitvoering is of is geweest zonder dat deze in MOOR is gemeld kan de brekende partij worden weggestuurd en/of worden de kosten die het stadsdeel als gevolg daarvan maakt op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht. 2.3.4. Uitgangspunten m.b.t. voor niets komen : wel gemeld, niet gebroken. 1. Indien een gemelde opbreking niet doorgaat en het stadsdeel daar niet tijdig via MOOR, mail of telefonisch van op de hoogte is gebracht (de wegbeheerder is voor niets langsgegaan) worden de kosten die het stadsdeel als gevolg daarvan maakt op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht. 2. Indien een opbreking op een andere dag/tijdstip plaatsvindt of niet kan worden teruggevonden op de locatie die aangegeven is in de MOOR melding (de wegbeheerder is voor niets langsgegaan), worden de kosten die het stadsdeel als gevolg daarvan maakt op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht. 2.3.5. Uitgangspunten m.b.t. breken zonder vergunning: wel gemeld, geen vergunning. 1. In de volgende gevallen kan het stadsdeel extra kosten in rekening brengen (op basis van werkelijk gemaakte kosten) : 12

a.) Indien een vergunningplichtig groot werk wordt uitgevoerd of ondergrondse of bovengrondse kast wordt geplaatst zonder dat er een WIOR vergunning groot werk is verleend. b.) Indien een klein werk wordt uitgevoerd zonder dat er een WIOR vergunning klein werk of jaarvergunning is verleend. 2. Het stadsdeel behoudt zich het recht voor om recidieven weg te sturen en te weigeren werkzaamheden uit te voeren. 3. Wanneer een werk dat als klein werk is aangemeld door onvoorziene omstandigheden in de praktijk groter dan 10 m1/m2 is of langer dan 3 dagen duurt, zullen er geen extra kosten worden gerekend. De onvoorziene omstandigheden zullen door de netbeheerder aangetoond moeten worden. 2.3.6. Uitgangspunten m.b.t. oplevering van een opbreking in onbehoorlijke staat 1. Werken moeten volgens de landelijke en gemeentelijke uitvoeringsvoorschriften worden uitgevoerd en opgeleverd. 6 2. Wanneer een opbreking in onbehoorlijke staat is opgeleverd door het bedrijf (in strijd met richtlijnen, b.v. slecht verdicht, ongesorteerde materialen of afval achtergelaten, in gebreke of onvoldoende afzet materiaal, etc) wordt de bewijslast daarvan opgeslagen in MOOR en het bedrijf op de hoogte gebracht. De wegbeheerder kan het bedrijf verzoeken de onbehoorlijke staat binnen een redelijke termijn (in overleg te bepalen) recht te zetten. Indien dit niet mogelijk of wenselijk is wordt de onbehoorlijke staat hersteld door de wegbeheerder en in rekening gebracht bij het bedrijf. 3. De extra kosten die het stadsdeel maakt voor het herstel van de onbehoorlijke staat worden in rekening gebracht op basis van daartoe vastgestelde tarieven. 4. Het stadsdeel heeft het recht om recidieven te weigeren nog graafwerkzaamheden uit te voeren. 5. Er wordt altijd bewijslast (bijvoorbeeld foto s en opmerkingen in MOOR) gemaakt van de aard en omvang van de onbehoorlijke staat. 2.3.7. Uitgangspunten m.b.t. ongeoorloofd herstel van het straatwerk door het bedrijf 1. De openbare ruimte wordt hersteld door de gemeente Amsterdam (zie Verordening WIOR artikel 22). Hierop worden geen uitzonderingen gemaakt, tenzij in de nadere regels als bedoeld in artikel 26 verordening WIOR anders is bepaald. 2. Indien het bedrijf toch hersteld, worden desondanks de straatwerkkosten in rekening gebracht als de gemeente zou hebben hersteld (ongeacht of het werk alsnog herstraat moet worden of niet). 3. Indien er alsnog hersteld/herstraat moet worden (wegens onvoldoende kwaliteit van het dichtstraten) kunnen kosten worden gerekend voor de extra werkzaamheden die hieruit voortvloeien voor het wegbeheer. 2.3.8. Uitgangspunten m.b.t. opbrekingen in nieuw straatwerk 1. Bij herstel van openbare ruimte die minder dan 5 jaar geleden is ingericht of volledig is vernieuwd ( nieuw straatwerk ) bepaald de vergunningverlener na overleg met de vergunningaanvrager de meest geschikte wijze van herstel. Dit vindt plaats vóór afgifte van 6 http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/sites/coordinatiestelsel/kennisbank/regelgeving/ 13

de vergunning of vóór aanvang van kleine werkzaamheden (zie paragraaf 2.3. nadere regels Verordening WIOR). 2. Bedrijven worden zoveel als mogelijk via MOOR geïnformeerd over de locaties waar de openbare ruimte minder dan 5 jaar geleden is ingericht of volledig is vernieuwd. 3. Bij nieuw straatwerk geldt als algemeen uitgangspunt dat alleen gebroken wordt indien noodzakelijk en/of er moet worden voldaan aan de wettelijke aansluitverplichting. 4. Als opbreken noodzakelijk is, is dit enkel toegestaan als de opbreking tijdig is aangemeld en in goede afstemming met de wegbeheerder (eventueel in combinatie met een voorschouw/ 0-meting ) wordt uitgevoerd. 5. Indien niet tijdig wordt aangemeld of het werk onvoldoende is afgestemd met de wegbeheerder wordenkosten in rekening gebracht voor de extra werkzaamheden die hieruit voortvloeien voor het wegbeheer. 6. Voor het herstel van nieuw straatwerk worden additionele kosten in rekening gebracht voor de extra herstraat werkzaamheden die het stadsdeel moet uitvoeren. 2.4. Meldingen van gecombineerde werken 2.4.1. Uitgangspunten 1. Werkzaamheden worden zoveel mogelijk gecombineerd, tenzij dat redelijkerwijs niet mogelijk is (zie Verordening WIOR artikel 6). 2. De factuur voor de straatwerk kosten wordt in principe gestuurd naar de aanvrager (die dient zorg te dragen voor onderlinge verrekening). 3. Indien mogelijk kan de aanvrager met een MOOR Combi account een gecombineerd werk aanmelden, zodat de kosten via MOOR automatisch worden gesplitst onder de combipartners. 14

3. Afhandelingsfase 3.1. Invoeren straatwerk gegevens 3.1.1. Uitgangspunten m.b.t invoeren straatwerkgegeven 1. Bij klein werk dienen de straatwerkgegevens binnen twee werkdagen na einde werk te worden ingevoerd in MOOR door het stadsdeel. 2. Indien het bedrijf straatwerkgegevens als eerste invoert, kan de gemeente deze gegevens inzien en omgekeerd. 3.2. In rekening te brengen kosten 3.2.1. Uitgangspunten m.b.t. in rekening te brengen kosten 1. De kostenverdeling m.b.t. het herstel van de openbare ruimte geschiedt volgens de Verordening WIOR (zie art. 22 en 26) en de Nadere regels opmaak WIOR (zie hoofdstuk 4.4.). De belangrijkste uitgangspunten zijn hieronder samengevat. De kosten voor het herstel komen voor rekening van de opdrachtgever van de werkzaamheden, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen dan wel om geen kosten in rekening te brengen (zie Verordening WIOR art.22) De berekening van kosten gebeurt op marktconforme wijze, waarbij rekening wordt gehouden met de degeneratie van de kwaliteit van de infrastructuur, met extra onderhoud en met de beheerkosten, tenzij dat niet redelijk is. (zie Verordening WIOR art.22) Binnen de gemeente Amsterdam wordt, voor alle partijen die graafwerkzaamheden verrichten één tarief systematiek gehanteerd ter berekening van de kosten voor het herstel van de wegen (de herstraattarieven). De wijze van berekening van het herstraattarief is gebaseerd op twee landelijk geaccepteerde berekeningsmethodieken: o leidraad voor gemeente en nutsbedrijven inzake (her)-straatwerkzaamheden uit 1990, herzien in 2000, vastgesteld door de VNG en het overlegorgaan nutsvoorzieningen, een afvaardiging van water- en energiebedrijven. o Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom uit 2004, vastgesteld door de VNG en de VECAI, KPN en de Groep Graafrechten, die gezamenlijk vrijwel alle in Nederland actieve telecommunicatiebedrijven vertegenwoordigen. De tariefsystematiek alsmede de jaarlijks daaruit voortvloeiende herstraattarieven worden door de partners van het Coördinatiestelsel gezamenlijk vastgesteld in het Strategisch Overleg Coördinatiestelsel Werken aan de Weg en openbaar gemaakt via de website van het Coördinatiestelsel. Het staat stadsdelen vrij om voor bijzondere wegverhardingen (zoals sierbestrating) herstraattarieven vast te stellen, conform de berekeningsmethodiek van de standaardtarieven en op basis van onderbouwde en marktconforme uitvoeringskosten. Zie paragraaf 4.4.3 van de Nadere regels opmaak WIOR. 15

Voor de doorberekening van overige herstelkosten (bijvoorbeeld groenvoorzieningen, bruggen, walmuren, trambanen) is geen overeengekomen berekeningssystematiek van standaardtarieven voorhanden. Afrekening vindt plaats op basis van werkelijk gemaakte kosten en de werkwijze zoals beschreven in paragraaf 4.4.4. van de Nadere regels opmaak WIOR. 16

Bijlage 1: Samenvatting doelstellingen UWWA 17

Bijlage 2: Indiening vereisten aan MOOR meldingen Indiening vereisten meldingen straatwerk Amsterdam Onderwerp Eis Locatie zo exact als mogelijk invoeren. Wanneer het een tracé betreft, dient een tracé worden ingetekend, wanneer het een Locatie (verplicht) groter gebied betreft, een polygoon. Alleen feitelijke gegevens start en einde werk, geen Start en eind datum + tijdstip planningsgegevens. Als een werk eerder is afgerond dient contact (verplicht) te worden opgenomen met stadsdeel. Contactgegevens uitvoerder (Naam + mobiel telefoonnummer) dienen verplicht te worden ingevoerd. Onder uitvoerder wordt Contactgegevens uitvoerder verstaan: degene die het directe aanspreekpunt is tijdens de (verplicht) uitvoering van het werk. Klein werk: alle werken <10 m1 of m2, en korter dan 3 dagen. Ook geplande storingen vallen onder klein werk Groot werk: alle werken >10 m1 of m2, of langer dan 3 dagen incl. handholes (ondergrondse of bovengrondse kast). Calamiteit: Een calamiteit is een onvoorzien voorval of incident, Type werk (verplicht) waarbij infrastructuur geheel of gedeeltelijk niet meer kan voldoen aan de functie waarvoor deze is bedoeld, waarbij direct ingrijpen noodzakelijk is, of waarbij gevaar ontstaat voor de omgeving (zoals explosiegevaar, grote schade of persoonlijk letsel, maar ook gevaar door uitval). Functie van de locatie (verplicht) Zo exact als mogelijk invoeren Verwachte verkeershinder (niet verplicht) Zo exact als mogelijk invoeren Asfalt nodig (verplicht) Wanneer er asfalt wordt gebroken dient dit hier altijd te worden aangegeven. Kenmerk Vergunning/ Instemmingsbesluit (verplicht) Vergunningnummer indien van toepassing verplicht invullen. Kenmerk van Jaarvergunningen worden automatisch beschikbaar gesteld in MOOR. Interne referentie (niet verplicht) Veld voor het invoeren van een eigen referentie Machinaal graven (niet verplicht) Niet verplicht, onderdeel van Klic procedure Huisaansluiting (niet verplicht) Invullen indien het een huisaansluiting betreft. Klic nummer (niet verplicht) Niet verplicht Publieksinformatie (niet verplicht) Niet verplicht Gewenst: werkomschrijving toevoegen. Bij calamiteiten/storingen is het zeer wenselijk een omschrijving, type en urgentie van de Opmerkingen (niet verplicht) storing/calamiteit aan te geven. In de volgende gevallen is het verplicht een bijlage toe te voegen: * wanneer er schade is aangetroffen op de locatie, of er zijn Bijlagen andere zichtbare gebreken/onwenselijkheden. Bij groot werk is het wenselijk om de vergunning voorwaarden en de werktekening 18 bij te voegen

Bijlage 3: Overzicht situaties waarin extra kosten in rekening kunnen worden gebracht Situatie Onvolledige/Inaccurate melding Opbreking zonder MOORmelding Voor niets komen Late melding Toelichting Indien een melding inaccuraat wordt ingediend (bijvoorbeeld, functie van locatie niet goed aangegeven). Dit zorgt voor extra werkzaamheden voor wegbeheer zoals uitzoekwerk en administratie werkzaamheden. Indien een opbreking in uitvoering is (of is uitgevoerd) zonder dat deze in MOOR is gemeld. Dit zorgt voor extra werkzaamheden voor wegbeheer zoals toezicht houden, constateren en aanspreken gravende partij en het herplannen van de herstraat ploegen Indien een gemelde opbreking niet doorgaat en het stadsdeel daar niet van op de hoogte is gebracht. Dit zorgt voor extra werkzaamheden voor wegbeheer zoals het 'voor niets' toezicht houden op het werk, nabellen en uitzoeken. Wanneer een werk te laat (buiten de geldende WIOR termijn) wordt aangemeld. Dit zorgt voor extra werkzaamheden voor wegbeheer zoals het aanpassen van de herstraatplanning. Onterechte calamiteit Wanneer een opbreking aantoonbaar onterecht als calamiteit is aangemeld (of waar de bewijslast van de calamiteit bij de MOOR melding ontbreekt). Dit zorgt voor extra werkzaamheden voor wegbeheer zoals het aanpassen van de herstraatplanning. Breken zonder vergunning Indien een werk zonder vergunning (jaarvergunning, klein werk of groot werk) wordt uitgevoerd. Dit zorgt voor extra werkzaamheden voor wegbeheer zoals uitzoekwerk, coördinatie werkzaamheden, etc. Onbehoorlijke oplevering Wanneer een opbreking in onbehoorlijke staat (in strijd met of afwijkend van de richtlijnen van Amsterdam) is opgeleverd door het bedrijf. Voorbeelden: 1.) Onvoldoende verdicht 2.) Afval of materialen ongesorteerd achtergelaten 3.) Geen of onvoldoende afzet materiaal (CROW 96b). 4.) Ongeoorloofd herstel. Alleen het stadsdeel mag herstellen, niet het bedrijf. 5.) Werken in afwijking van de voorwaarden van de vergunning Dit zorgt voor extra werkzaamheden voor wegbeheer zoals coördinatie werkzaamheden om de onbehoorlijke staat alsnog te herstellen. 19

Uitgangspunten met betrekking tot het toepassen van extra kosten Wanneer bedrijven zich niet aan de in dit document opgenomen kaders en richtlijnen houden, maken de stadsdelen extra kosten. Bijvoorbeeld wanneer er niet of te laat wordt gemeld, zonder vergunning wordt gebroken of wanneer een werk in onbehoorlijke staat wordt opgeleverd, etc. Deze extra kosten worden op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht. Het verrekenen van deze kosten vormen uiteraard geen doel op zich, maar zijn het sluitstuk van de stadsdelen ter compensatie van hun extra werkzaamheden. Dit doet zich alleen voor wanneer bedrijven afwijken van de werkafspraken die zijn vastgesteld. Het minimaliseren van deze kostenposten is daarom een gemeenschappelijk streven van zowel de stadsdelen als de bedrijven. Er ligt natuurlijk ook een verantwoordelijkheid bij de stadsdelen om kosten op een correcte, consequente en eenduidige manier toe te passen, inclusief onderbouwing/bewijsvoering. Uitgangspunten Bij voorziene afwijking van de werkafspraken goed afstemmen tussen wegbeheerder en uitvoerder; Bij geen afstemming zullen altijd extra kosten worden doorbelast; Bij afstemming kunnen extra kosten in rekening worden gebracht; De additionele kosten dienen te worden onderbouwd door de stadsdelen. De additionele kosten zijn op basis van werkelijk gemaakte kosten Protocol Bij discussie over additionele kosten eerst afstemming op uitvoerend niveau; Indien geen overeenstemming bereikt wordt, direct opschalen naar hoger (management) niveau; Indien op hoger niveau geen overeenstemming bereikt wordt, opschalen naar de klankbordgroep MOOR 7 Aanvullende maatregelen Wegbeheerders en netbeheerders worden periodiek geïnformeerd over de cijfers / statistieken uit MOOR betreffende het toepassen van extra kosten, het aantal meldingen, de accuraatheid en tijdigheid van meldingen en de kwaliteit van de opgeleverde werken aan het stadsdeel. De klankbordgroep komt periodiek (ten minste twee keer per jaar) bij elkaar om te evalueren, zodat er kan worden bijgestuurd. Incidenten uit de praktijk worden daar behandeld. Daarnaast wordt meer in algemene zin gekeken naar de effecten van de toepassing van extra kosten en overige prestatie indicatoren. 7 De klankbordgroep is een vertegenwoordiging van de netbeheerders Waternet, Liander, UPC, Nuon en KPN op management niveau. 20