Registratieaanvraag:

Vergelijkbare documenten
Registratieaanvraag. Toelichting. (versie maart 2016)

Toelichting. REGISTRATIEAANVRAAG (pilot-versie 1 juni 2015)

Handleiding Registratie. Het registreren in het beroepsregister voor lerarenopleiders

Handleiding Registratie

Handleiding Prolongatie. Het prolongeren van de registratie in het beroepsregister voor lerarenopleiders

Handleiding Prolongatie

Beroepsregistratie. PROJECT Versterking Samenwerking. Borging en met elkaar in verbinding (blijven) Inleiding Beroepsstandaard. Beroepsregistratie

Beroepsregistratie. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. - Kijken naar jezelf - Het kán omdat - En nu? Edmée Suasso Joke Kiewiet-Kester

REGISTRATIEPROCEDURE

BEROEPSSTANDAARD. Grondslag. Opleidingsdidactisch. Agogisch bekwaam. bekwaam. Organisatorisch en beleidsmatig bekwaam. Ontwikkelings bekwaam

REGISTRATIEPROCEDURE

REGISTRATIEPROCEDURE

REGISTRATIEPROCEDURE

BEROEPSSTANDAARD. Lerarenopleiders. Beroepsregistratie. Grondslag. Opleidingsdidactisch. Agogisch bekwaam. bekwaam

BEROEPSREGISTRATIE LERARENOPLEIDERS. - registratieprocedure. Ontwerp op basis van bevindingen uit het doorontwikkelproject.

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

AANVRAAGFORMULIER ERKENNING REGISTRATIEAANVRAAG & BEOORDELING t.b.v. BEROEPSREGISTRATIE LERARENOPLEIDERS

De kracht van samenwerking

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Véronique van de Reijt en Quinta Kools Fontys Lerarenopleiding Tilburg

Grote dank aan het werkveld. Informatiebrief

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

De rol van de beroepsstandaard van lerarenopleiders in het personeelsbeleid. Voorloper Kwaliteit van lerarenopleiders

3.3. Mieke Groten en Paul Hennissen: Eisen aan lerarenopleiders van de Nieuwste Pabo.

Begeleiden en opleiden van studenten door partnerscholen van de Marnix Academie

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Samenvattende terugblik (webdocument)

Je ontwikkeling als lerarenopleider relateren aan de beroepsstandaard

Waaruit blijkt dat jij een toekomstgerichte lerarenopleider bent?

Beoordelingsformulier

BRLO-reglement. Reglement van Registratie en Prolongatie BRLO. Beroepsregister Lerarenopleiders

Keurmerk verdieping bij hercertificering

Voorbereidingsopdrachten voor de bijeenkomsten van de basistraining

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Proeve van Bekwaamheid. Onderzoeken en presenteren. Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Overzicht curriculum VU

Feedback. KunstEnCultuur

Leren onderzoek doen in korte tijd: het kan!

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Aantekenformulier van het assessment PDG

Fleur Deenen en Jeannette Geldens VELONcongrespresentatie 26 maart 2015

Opleiden in de school Pieter Nieuwland College in samenwerking met de Vrije Universiteit

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

1. Samen opleiden, samen certificeren Het project Registratie Schoolopleiders (ROS-project), opbrengsten en perspectieven 19

Gerda Geerdink, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Faculteit Educatie Ietje Pauw, Katholieke Pabo Zwolle

Beroepsstandaarden Talendocent

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Competentievenster 2015

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beroepsstandaarden docent Nederlands

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 2 (jaar 2)

ICALT. E-learning. Een gratis training in het gebruik van een lesobservatie-instrument

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3

Profiel Product Verantwoording. LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Opleiden op school. nieuw denken. nieuw doen?

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

KPB 1: Lesgeven en Stageverslag

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Handreiking: examinering keuzedelen A. Stappenplan en verantwoordingsdocument: van keuzedeel tot examenplan

Type activiteiten Registerleraar.nl onderscheidt zeven typen activiteiten in het kader van de professionele ontwikkeling van de leraar:

Onderzoeksrapport Onderzoek in de opleiding

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

Eindassessment HU pabo

Workshophandleiding Thematisch werken BBL PW, niveau 4

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Het beroep en de professionele identiteit van de lerarenopleider. Anja Swennen, Vrije Universiteit Amsterdam

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Scan: docentactiviteiten in de FE-cyclus

Digitale hulpmiddelen bij het toetsen en beoordelen in de universitaire lerarenopleiding

LeerWerkPlan VLO fase 1, Zwolle

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

HGW op schoolniveau. Uitslagen Quick Scan. Basisschool De Bakelgeert

Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

Transcriptie:

Registratieaanvraag: Suggesties voor het uitwerken van de valideringsvragen Dit document behoort bij het Format Registratieaanvraag van de VELON. Het beschrijft suggesties om te werken aan het beantwoorden van de valideringsvragen. Met nadruk geven we aan dat het suggesties zijn. Beoordeling vindt plaats aan de hand van de opgestelde beoordelingscriteria. Gerelateerde documenten: - Beroepsstandaard voor Lerarenopleiders - Format Registratieaanvraag - Beoordelingsformulier Beroepsregistratie Meer informatie en documentatie is te vinden op: www.velon.nl > beroepsregistratie.

Registratiecriteria en valideringsvragen Lerarenopleiders zijn werkzaam bij of ten behoeve van instituten of scholen waar (aanstaande) leraren opgeleid worden. Het opleiden en begeleiden van (aanstaande) leraren behoort substantieel en structureel tot hun kerntaak. Opleiders die hieraan voldoen kunnen een Registratieaanvraag indienen met als doel opname in het Beroepsregister Lerarenopleiders. Om de registratieaanvragen te kunnen beoordelen is er een aantal criteria opgesteld. Een lerarenopleider is registreerbaar als hij/zij de Beroepsstandaard voor lerarenopleiders - VELON, 2012 1 - onderschrijft en in relatie hiermee aantoont dat hij/zij: - een visie heeft op het beroep lerarenopleider in relatie tot de grondslag van de beroepsstandaard; - adequaat functioneert op de vier bekwaamheidsgebieden; - bereid is zich als lerarenopleider verder te ontwikkelen aan de hand van persoonlijke professionaliseringsbehoeften. Aan de hand van deze criteria zijn valideringsvragen geformuleerd die als onderdeel van de registratieaanvraag moeten worden beantwoord (zie tabel). Op de pagina s hierna volgen suggesties die u bij de beantwoording van de valideringsvragen kunnen helpen. Tabel: Registratiecriteria en bijbehorende valideringsvragen De aanvrager. REGISTRATIE-CRITERIA... is werkzaam als lerarenopleider.... heeft een visie op het beroep lerarenopleider in relatie tot de grondslag van de beroepsstandaard.... functioneert als lerarenopleider adequaat in relatie tot de bekwaamheidsgebieden zoals beschreven in de beroepsstandaard.... is bereid zich verder te ontwikkelen als lerarenopleider aan de hand van persoonlijke professionaliseringsdoelen. VALIDERINGSVRAGEN A. In welke context bent u als lerarenopleider werkzaam; welke taken heeft u als opleider? B. Hoe onderscheidt uw rol als lerarenopleider zich van de rol van leraar? C1. Hoe positioneert u uw eigen handelen op de bekwaamheidsgebieden? C2. Hoe zorgt u voor feedback op uw eigen functioneren en hoe draagt dit bij aan uw kwaliteit als lerarenopleider? C3. Op welke (theoretische) bronnen en modellen baseert u uw handelen als lerarenopleider? D. Welke ambities en ontwikkelthema s heeft u voor de komende jaren? 1 Zie hiervoor: Ko Melief, Martine van Rijswijk, Anke Tigchelaar (2012). Beroepsstandaard voor Lerarenopleiders: referentiekader voor de beroepsgroep. Herziene versie Beroepstandaard 2012, inclusief verantwoording. Uitgave VELON; p20-38. U vindt deze publicatie (als pdf) ook op de VELONwebsite: http://www.lerarenopleider.nl/velon/beroepsstandaard/ 1

Valideringsvragen A. Werkcontext en taken als lerarenopleider (max. 400 woorden) Suggestie U schrijft een kort profiel aan de hand van de taakgebieden van een lerarenopleider: Opleiden Het opleiden van groepen aanstaande en/of zittende leraren door hen te scholen in specifieke aspecten van het leraarsberoep. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het verzorgen van lessen, colleges of inhoudelijke bijeenkomsten, het uitvoeren van team teaching, het samen ontwikkelen van lesmateriaal, het ondersteunen van leer- en intervisiebijeenkomsten, enzovoort. Begeleiden Het begeleiden van individuele aanstaande en/of zittende leraren door bijvoorbeeld video-interactie analyses of door het voeren van begeleidings- of coachingsgesprekken. Beleid en organisatie Het leveren van een bijdrage aan de beleidsontwikkeling en de kwaliteitszorg binnen instituut of school op het terrein van het opleiden van leraren, bijvoorbeeld door het actief deelnemen aan vergaderingen, het meewerken aan commissies, ontwikkelen van materialen, enzovoort. Samenwerken Het samenwerken met scholen (voor instituutsopleiders) of één of meerdere lerarenopleidingen (voor schoolopleiders) en het samenwerken met collega-opleiders binnen uw instituut of school. Professionele ontwikkeling Het werken aan eigen professionele ontwikkeling door het volgen van trainingen of opleidingen die het werk als lerarenopleider ondersteunen, het lezen van vakliteratuur op het gebied van opleiden of begeleiden, het doen van praktijkonderzoek, publiceren, enzovoort. 2

B. Hoe onderscheidt uw rol als lerarenopleider zich van de rol van leraar? Beschrijf uw visie op het opleiden van leraren aan de hand van de grondslag (Beroepsstandaard, p.20) en de beschrijving van de bekwaamheidsgebieden (vanaf p. 23). Onderstaande vragen kunnen u daarbij helpen. Vragen m.b.t. context en visie (maximaal 400 woorden) Hoe ziet u zichzelf als lerarenopleider en wat is kenmerkend voor u als lerarenopleider? (Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan over de vraag waarom u de taak/functie van lerarenopleider vervult, wat u daarin belangrijk vindt, wat u drijft om in het onderwijs te werken.) Hoe past uw taak/functie binnen uw instituut of school? In hoeverre herkent u zich in de grondslag van de beroepsstandaard? Hoe wordt het opleiden van leraren binnen uw school of instituut vormgegeven? Gaat het daarbij ook om zij-instromers, nascholing of het opleiden en begeleiden van ervaren collega s? Wat zijn belangrijke beleidsontwikkelingen binnen uw instituut of school op het gebied van het opleiden van leraren? Hoe staat u tegenover deze ontwikkelingen? Concreet beeld (600 woorden) Om een concreet beeld te geven van uw rol als lerarenopleider kunt u een authentieke situatie beschrijven en analyseren. Deze kan een of meer bekwaamheidsgebieden omvatten. De volgende elementen kunnen meegenomen worden in de analyse: De context van de situatie en uw rol daarin; Uw handelen in de situatie. U kunt hiervoor gebruik maken van de indicatoren die vermeld staan bij het betreffende bekwaamheidsgebied (nb deze zijn illustratief en niet uitputtend). Maar u kunt ook eigen gedragsindicatoren formuleren; De bekwaamheden die u ingezet in de beschreven situatie. Maak ook hiergebruik van de beschrijving van het/de betreffende bekwaamheidsgebied(en); Uw conclusies met betrekking tot de beschreven situatie en uw rol, uw handelen daarin. Suggestie: Beschrijf de authentieke situaties mbv van de STARR methodiek: Situatieschets, uw Taak in deze situatie, uw Actie, het Resutaat van de actie, Reflectie op uw handelen. 3

C. Functioneren als lerarenopleider C1. Het eigen handelen in relatie tot de bekwaamheidsgebieden? (mbv Indicatorenlijst) De beroepsstandaard voor lerarenopleiders kent vier bekwaamheidsgebieden. Bij elk bekwaamheidsgebied vindt u een beschrijving met kenmerken en voorbeelden. In de Registratieaanvraag zijn die als indicatoren gegoten in de vorm van een vragenformulier dat door de opleider kan worden ingevuld (Registratieaanvraag, pag. 8). Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling geweest om een uitputtende afvinklijst te maken. Het vragenformulier is bedoeld als hulpmiddel om een algemeen beeld per bekwaamheidsgebied te verkrijgen. Om die reden zijn niet alle items uit de beroepsstandaard opgenomen: er zijn minder vragen dan items in de beroepsstandaard en de vragen zijn wat breder geformuleerd. Vul het formulier zo eerlijk en reëel mogelijk in. Bij elke vraag in het formulier kunt u een toelichting geven. C2. Hoe zorgt u voor feedback m.b.t. uw eigen functioneren, aan wie vraagt u feedback? Hoe draagt dit bij aan uw kwaliteit als lerarenopleider? (maximaal 600 woorden) U kunt ook studenten, collega's en/of leidinggevende feedback vragen. Daarbij kunt u de vragenlijst gebruiken (bijlage 1, pagina 7) en desgewenst verwerkt u deze feedback in een verzamelstaat (bijlage 2, pagina 8). Wat is de relevantie van de gekozen feedback groep voor uw functioneren en wat zegt deze feedback u? Wat is de betekenis ervan voor uw eigen ontwikkeling? De uitkomsten van feedback kunt u eventueel bespreken met een collega (peercoach). Leg naar aanleiding van dit gesprek vast: wat voor u de belangrijkste punten waren; of u uw bekwaamheden na afloop van het gesprek anders interpreteert of waardeert ; welke conclusies u trekt voor uw professionele ontwikkeling (valideringsvraag D). C3. Op welke (theoretische) bronnen en modellen baseert u uw handelen als lerarenopleider? (maximaal 400 woorden) Op welke kennis over opleiden is uw handelen gebaseerd? Maak voor een beschrijving hiervan gebruik van relevante bronnen uit de kennisbasis voor lerarenopleiders of andere (wetenschappelijke) literatuur. Dit kunt u eventueel koppelen aan uw visie en/of de beschreven 'authentieke situatie' bij valideringsvraag B. 4

D. Verdere professionalisering: ambities en ontwikkelthema s (maximaal 800 woorden) Suggesties voor het beschrijven van uw ambities/ontwikkelthema('s) voor de komende jaren: Een plaatsbepaling, inclusief de conclusies die u trekt met betrekking tot uw opleiderschap (gebaseerd op de valideringsvragen A t/m C3). Een uitwerking van uw ontwikkelthema('s) mogelijk aan de hand van onderstaande vragen: - Wat is de essentie van het ontwikkelthema en wat wilt u hierin leren; - Waarom is dit thema belangrijk voor u binnen uw context; - Op welke manier gaat u werken aan dit ontwikkelthema; - Welke resultaten wilt u hiermee bereiken. 5

Bijlage 1: Indicatoren bekwaamheidsgebieden beroepsstandaard Indicatoren Meer aandacht (Ruim) voldoende Uitstekend Opleidingsdidactisch bekwaam 1. Ik leg in mijn onderwijs een relatie tussen het leren van (aanstaande) leraren en het leren van leerlingen. 2. Ik gebruik diverse opleidingsdidactische methodieken (o.a. werkvormen). 3. Ik expliciteer mijn opleidingsdidactische keuzes (waarom ik de dingen doe ik doe). 4. Ik zet nieuwe media in bij mijn onderwijs. 5. Ik help (aanstaande) leraren hun leren in de beroepspraktijk te verdiepen (o.a. met theorie). 6. Ik zorg voor een open en betrouwbare beoordeling. Toelichting / conclusie Agogisch bekwaam 7. Ik leg een verbinding tussen mijn eigen handelen en het pedagogisch handelen van (aanstaande) leraren. 8. Ik bevorder een open communicatie. 9. Ik zet verschillen tussen (aanstaande) leraren in bij het leren. 10. Ik speel in op de behoeften van (aanstaande) leraren. 11. Ik daag (aanstaande) leraren uit om zelf sturing te geven aan hun leerproces. 12. Ik stimuleer de (aanstaande) leraren in het ontwikkelen van hun beroepsidentiteit (wie u bent in u werk). Toelichting /conclusie Organisatorisch en beleidsmatig bekwaam 13. Ik zorg voor een goede afstemming tussen de betrokkenen in de school en op het instituut. 14. Ik zorg voor een inhoudelijke afstemming tussen school en instituut. 15. Ik neem mijn verantwoordelijkheid in de samenwerking tussen school- en instituutsopleiders. 16. Ik draag bij aan beleidsontwikkeling op het gebied van (samen) opleiden. Toelichting/conclusie Ontwikkelingsbekwaam 17. Ik ben gericht op systematische evaluatie van mijn eigen functioneren. 18. Ik volg de vernieuwingen in het onderwijs op kritische wijze. 19. Ik maak gebruik van theoretische inzichten om mijn opleiderspraktijk te ontwikkelen. 20. Ik onderneem gerichte activiteiten om mijn eigen professionaliteit te ontwikkelen? Toelichting/conclusie 6

Bijlage 2: verzamelstaat ingevulde vragenlijsten U kunt het vragenformulier (zie Registratieaanvraag) ook laten invullen door een of meer collega s en deelnemers aan uw cursus (studenten). Als u die scores en uw eigen antwoorden van de indicatorenlijst overneemt in de verzamelstaat,is duidelijk te zien in hoeverre uw beeld overeenkomst met dat van anderen. Geef uw commentaar in de laatste kolom, in ieder geval wanneer er opvallende verschillen zijn tussen de kolommen Deelnemers, Collega s en/of Zelf. Deelnemers Collega s Zelf Legenda: MA = Meer aandacht, RV = (Ruim) voldoende, U = uitstekend Opleidingsdidactisch bekwaam MA RV U MA RV U Wat ik opvallend vind 1. Legt de lerarenopleider in zijn/haar onderwijs een relatie tussen het leren van (aanstaande) leraren en het leren van leerlingen? 2. Gebruikt de lerarenopleider diverse opleidingsdidactische methodieken (o.a. werkvormen)? 3. Expliceert de lerarenopleider zijn opleidingsdidactische keuzes (waarom hij/zij de dingen doet die hij/zij doet)? 4. Zet de lerarenopleider nieuwe media in in zijn onderwijs? 5. Helpt de lerarenopleider (aanstaande) leraren hun leren in de beroepspraktijk te verdiepen (o.a. met theorie)? 6. Zorgt de lerarenopleider voor een open en betrouwbare beoordeling? 7

Deelnemers Collega s Zelf Legenda: MA = Meer aandacht, RV = (Ruim) voldoende, U = uitstekend Agogisch bekwaam MA RV U MA RV U Wat ik opvallend vind 7. Legt de lerarenopleider een verbinding tussen zijn/haar eigen handelen en het pedagogisch handelen van (aanstaande) leraren? 8. Bevordert de lerarenopleider een open communicatie? 9. Zet de lerarenopleider verschillen tussen (aanstaande) leraren in bij het leren? 10. Speelt de lerarenopleider in op de behoeften van (aanstaande) leraren? 11. Daagt de lerarenopleider (aanstaande) leraren uit om zelf sturing te geven aan hun leerproces? 12. Stimuleert de lerarenopleider de (aanstaande) leraren in het ontwikkelen van hun beroepsidentiteit (wie u bent in u werk)? Organisatorisch en beleidsmatig bekwaam MA RV U MA RV U Wat ik opvallend vind 13. Zorgt de lerarenopleider voor een goede afstemming tussen de betrokkenen in de school en op het instituut? 14. Zorgt de lerarenopleider ook voor een meer inhoudelijke afstemming? 15. Neemt de lerarenopleider zijn/haar verantwoordelijkheid in de samenwerking tussen school- en instituutsopleiders? 16. Draagt de lerarenopleider bij aan beleidsontwikkeling op het gebied van (samen) opleiden? 8