Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen Vraag 2 Is dit een eenrichtingsweg? A B
Vraag 3 U wilt zonder rechtbuitenspiegel rijden mag dat? A B Vraag 4 Zit er in een standaardglas pils meer alcohol dan in een glaasje jenever? A B
Vraag 5 Een bestuurder van links geeft u voorrang mag u doorrijden? A B Vraag 6 Welk bord geeft een eenrichtingsweg aan? Bord A Bord B A Bord A B Bord B C Bord A en B
Vraag 7 Welk bord verteld u dat u voorang moet verlenen? Bord A Bord B A Bord A B Bord B C Bord A en B
Vraag 8 Welk bord vertelt u dat u voorrang moet verlenen? A Bord A B Bord B C Bord A en B
Vraag 9 Welk bord geeft gesloten verklaring voor alle motorvoertuigen aan? A Bord A B Bord B C Bord C
Vraag 10 Wie moet u voor laten gaan? A Alle weggebruikers, behalve voetgangers B Alle weggebruikers C Alle motorvoertuigen
Vraag 11 De minimale profieldiepte van de hoofdgroeven van een band is? A 0,6 mm B 1,6 mm C 2,6 mm Vraag 12 De maximale geldigheidsduur van een rijbewijs? A 10 Jaar B 5 Jaar C 3 Jaar
Vraag 13 U kunt uw onderbeen beperkt gebruiken. Levert dat gebrek tijdens het rijden in een schakelauto extra risico op? A B Vraag 14 U voert tijdens een hevige regenval mistachterlicht mag dat? A B Vraag 15 Hoe lang duurt het in het algemeen voordat de alcohol van een glas bier in het bloed is afgebroken? A 15 minuten B 30 minuten C 1,5 uur
Vraag 16 Aan welke kant van de weg staan rode reflectoren? A Aan de linkerkant B Aan de rechtkant C aan de rechter en linkerkant Vraag 17 Aan welke kant van de weg staan witte reflectoren? A Aan de linkerkant B Aan de rechterkant
Vraag 18 In welke rijstrook is het risico van spporvorming het grootst? A Rijstrook 1 B Rijstrook 2 C Rijstrook 3
Vraag 19 Wat is hier de beste vorm van voor laten gaan? A 1 fietser, 2 auto, 3 motor B 1 motor, 2 fietser, 3 auto C 1 fietser, 2 motor, 3 auto
Vraag 20 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 fietser, 2 auto, 3 motor B 1 motor, 2 fietser, 3 auto C 1 fietser, 2 motor, 3 auto
Vraag 21 Op deze weg is het voeren van verlichting aanbevolen welke verlichting voert u? A Groot licht B Dimlicht C Stadslicht
Vraag 22 Door verkeer achter u is invoegen nog niet mogelijk mag u nu al richting aangeven?
Vraag 23 U wilt de ruiter inhalen, wat doet u? A claxonneren en uitwijken B snelheid aanpassen en uitwijken C claxonneren en snelheid aanpassen Vraag 24 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 fietser, 2 motor, 3 auto B 1 motor, 2 fietser, 3 auto C 1 fietser, 2 auto, 3 motor
Vraag 24 U stopt hier om een passagier te laten instappen; mag dat?
Vraag 25 Welk bord geeft verboden om stil te staan aan? A Bord A B Bord B C Bord A en B
Vraag 26 Moet u hier een bocht naar rechts verwachten?
Vraag 27 Welk bord waarschuwt voor een overweg met overwegbomen? A Bord A B Bord B C Bord C
Vraag 28 U wilt zo gaan rijden; mag dat?
Vraag 29 U wilt linksaf; moet u richting aangeven?
Vraag 30 U wilt linksaf; moet u de fietsers voor laten gaan?
Vraag 31 U parkeert hier; mag dat?
Vraag 32 U wilt linksaf; Moet u de auto voor laten gaan?
Vraag 33 Wat duidt dit verkeersteken? A Adviessnelheid B maximumsnelheid C minimumsnelheid
Vraag 34 Wat is uw toegestane maximum snelheid op deze weg? A 50 kilometer per uur B 100 kilometer per uur C 80 kilometer per uur
Vraag 35 Wat betekent dit verkeersbord? A einde vluchtstrook B splitsing autosnelweg C gevaarlijke bocht
Vraag 36 U wilt linksaf; moet u de fietser voor laten gaan?
Vraag 37 U wilt rechtdoor; moet u de snorfietser voor laten gaan? Vraag 38 U stopt hier met knipperende waarschuwingslichten aan om een pakket te bezorgen; mag dat?
Vraag 39 U keert hier.; moet u de voetganger voor laten gaan? Vraag 40 Moet u bij dit bord een versmalling van de rijbaan verwachten?
Vraag 41 U wilt hier 60 km/u rijden mag dat? Vraag 42 U heeft pech en plaats de gevarendriehoek op een afstand van 5 km; mag dat?
Vraag 43 U staat hier stil om goeder en te lossen; mag dat? Vraag 44 U stopt hier om een passagier in te laten stappen; mag dat?
Vraag 45 Welk bord geeft ijzel of sneeuw aan? A bord A B bord B C bord C Vraag 46 Welk bord geeft splitsing van de autosnelweg aan? A bord A B bord B C bord C
Vraag 47 Bij welk bord moet u verkeer uit de tegengestelde richting voor laten gaan? A bord A B bord B C bord C Vraag 48 Welk bord geeft de bebouwde kom aan? A bord A B bord B C bord A en B
Vraag 49 De toegestane maximumsnelheid op deze weg buiten de bebouwde kom is? A 100 km/u B 120 km/u C 80 km/ u Vraag 50 U wilt de autosnelweg verlaten waarmee houdt u rekening? A Alle uitvoegstroken hebben dezelfde lengte B de snelheid dient zoveel mogelijk op de doorgaande rijbaan te worden C de snelheid dient zoveel mogelijk op de uitrijstrook te worden verminderd
Vraag 51 Bij welke splitsing kunt u bestuurder van links verwachten? A alleen splitsing A B alleen splitsing B C Splitsing A en B Vraag 52 Mag u hier stoppen om een pakket af te geven?
Vraag 53 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 huifkar, 2 auto, 3 vrachtwagen B 1 huifkar, 2 vrachtwagen, 3 auto C 1 auto, 2 vrachtwagen, 3 huifkar Vraag 54 U wilt rechtdoor; moet u de auto voor laten gaan?
Vraag 55 U wilt uitstappen moet u de voetganger voor laten gaan? Vraag 56 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 tram, 2 voetganger, 3 auto B 1 voetganger, 2 tram, 3 auto C 1 voetganger, 2 auto, 3 tram
Vraag 57 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 tram, 2 auto, 3 fietsers B 1 tram, 2 fietsers, 3 auto C 1 fietsers, 2 auto, 3 tram Vraag 58 Welk deel van de weg wordt rijbaan genoemd? A Deel A B Deel B C Deel C
Vraag 59 U word opgebeld; mag u hier stoppen om de telefoon te beantwoorden? Vraag 60 U wilt vanaf de vluchtstrook de doorgaande rijbaan oprijden; moet u richting aangeven?
Vraag 61 Wie moet u voor laten gaan bij het keren? A alle weggebruikers behalve voetgangers B alle weggebruikers C alle bestuurders Vraag 62 Waar kunt u een brommobiel op de rijbaan verwachten? A binnen de bebouwde kom B binnen en buiten de bebouwde kom C buiten de bebouwde kom
Vraag 63 U wilt rechtdoor; moet u de bus voor laten gaan? Vraag 64 U wilt rechtsaf; moet u die fietser voor laten gaan?
Vraag 65 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 fietser, 2 auto, 3 bromfietser B 1 fietser, 2 bromfietser, 3 auto C 1 bromfietser, 2 auto, 3 fietser
Vraag 66 Wat betekent dit bord? A einde maximumsnelheid B einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden C einde adviessnelheid
Vraag 67 Bij welke splitsing kunt u bestuurders van links verwachten? A Alleen splitsing A B Alleen splitsing B C Alleen splitsing A en B Vraag 68 U wilt rechtdoor; moet u de auto voor laten gaan?
Vraag 69 Op de weg geldt een maximumsnelheid van km/u A 120 km/u B 80 km/u C 70 km/u
Vraag 70 U verlaat de autosnelweg en haalt rechts in mag dat? Vraag 71 U wilt rechtdoor; moet u de links afstaande auto voor laten gaan?
Vraag 72 U wil linksaf; moet u de fietser voor laten gaan? Vraag 73 U wilt invoegen; moet u de bestuurder op de doorgaande rijbaan voor laten gaan?
Vraag 74 U wilt wegrijden: moet u de voetganger die wilt oversteken, voor laten gaan? Vraag 75 U wilt linksaf; moet u de auto voor laten gaan?
Vraag 76 Welke deel van de weg wordt rijstrook genoemd? A Deel A B Deel B C Deel C Vraag 77 U stopt hier op de weg te vragen mag dat?
Vraag 78 Is het beter voor het milieu om s winters voor het wegrijden eerst de motor goed te laten warm draaien? Vraag 79 U wilt rechtsaf; mag dat?
Vraag 80 U stopt hier om de wegenkaart te bekijken; mag dat? Vraag 81 Wat betekent dit bord? A einde rijstrook B rijbaanversmalling C splitsing
Vraag 82 Na een aanrijding heeft een bestuurder pijn in zijn nek; wat is in het algemeen verstandig? A De bestuurder uit de auto te halen en plat neerleggen B De bestuurder in de auto laten zitten Vraag 83 Wanneer kan in het algemeen de bandenspanning het beste gemeten worden? A Voor aanvang van de rit B Direct na het einde van de rit C Na een uur gereden te hebben
Vraag 84 Na een ongeval heeft de fietser hevig bloedende wond. U heeft alleen een kledingstuk bij de hand drukt u die op de wond om de bloeding te stelpen. Vraag 85 U kunt brandstof besparen door? A altijd alle versnellingen te gebruiken B de motor warm te laten draaien voor het wegrijden C de banden op de juiste spanning te houden
Vraag 86 Heeft het rijden met geopende zijramen invloed op het brandstofgebruik? Vraag 87 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 auto, 2 bromfietser, 3 voetganger B 1 auto, 2 voetganger, 3 bromfietser C 1 voetganger, 2 auto, 3 bromfietser
Vraag 88 Welke volgafstand houdt u tenminste aan bij een snelheid van 120 kilometer per uur? A 2 seconde B 5 seconde C 3 seconde Vraag 89 Wat is de gemiddelde reactietijd van een bestuurder? A minder dan een halve seconde B 1 seconde C 2 seconde Vraag 90 U wilt hier parkeren; mag dat?
Vraag 91 U rijdt overdag met dimlicht mag dat? Vraag 92 Kunt u door anticiperen de stopafstand verkorten?
Vraag 93 U heeft de laagstaande zon in de rug; wat moet u doen om de zichtbaarheid van uw voertuig te verhogen? A grootlicht ontsteken B dimlicht ontsteken C stadslichten ontsteken Vraag 94 U bent hier gestopt om de wegenkaart te laten lezen; mag dat? A Alleen fietsers B fietsers en snorfietser C Fietsers, bromfietsers en snorfietsers
Vraag 95 U bent hier gestopt om de wegenkaart te laten lezen; mag dat? Vraag 96 U stopt hier om een passagier uit te laten stappen; mag dat?
Vraag 97 Wat is op deze weg uw toegestane maximumsnelheid? A 80 B 100 C 120 Vraag 98 U stopt hier om de mobiele telefoon te beantwoorden; mag dat?
Vraag 99 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 auto, 2 fietser, 3 bromfietser B 1auto, 2 bromfietser, 3 fietser C 1 fietser, 2 auto, 3 bromfietser Vraag 100 Waarmee houdt u hier rekening? A Dat inhalende bestuurder u de weg kunnen afsnijden B Dat u tijdig naar de linkerrijstrook moet rijden
Vraag 101 Wanneer mag u een verdrijvingsvlak gebruiken? A Tijdens het inhalen B nooit C bij het links afslaan Vraag 102 Wat is uw toegestane maximumsnelheid op deze weg? A 100 km/h B 80 km/h C 50 km/h
Vraag 103 Wat betekent dit bord? A einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden B versmalling of einde vluchtstrook C einde maximumsnelheid Vraag 104 Geldt deze waarschuwing alleen als de weg nat is?
Vraag 105 Bij welke splitsing moet u bestuurders van links verwachten? A Alleen splitsing A B Aleen splitsing B C Splitsing A en B Vraag 106 Welk bord geeft verkeersdrempel aan? A Bord A B Bord B C Bord A en
Vraag 107 Welke volgafstand houdt u aan voordat u gaat aanhouden A 1 seconde B 2 seconde C 5 seconde Vraag 108 Welke volgafstand houd u tenminste aan bij een snelheid van 100 km per uur? A ongeveer 35 meter B ongeveer 55 meter C ongeveer 85 meter
Vraag 109 De bandenspanning is te laag; wanneer verbruikt uw auto meer brandstof? A Lage snelheid B hoge snelheid C altijd
Vraag 110 U rijdt op de autosnelweg en ziet ver voor u een stilstaande file; wat is het meest veilig? A terugschakelen en snelheid aanpassen B waarschuwingslichten ontsteken en tijdig remmen C snelheid aanpassen en vlot doorrijden Vraag 111 U wilt de autosnelweg verlaten; op welke afstand van de uitrijstrook moet u richting aangeven A ongeveer 600 meter B ongeveer 900 meter C ongeveer 300 meter
Vraag 112 Wanneer mag u lichtsignaal gebruiken? A tijdens gevaar B politie controle waarschuwen C nooit Vraag 113 U rijdt met een aanhangwagen; heeft dat invloed op de verlichting van de auto? Vraag 114 Op welke weg mag u 100 kilometer per uur rijden? A weg A B weg B
Vraag 115 U wilt hier linksaf; moet u de fietser voor laten gaan Vraag 116 U stopt hier om een passagier mee te nemen; mag dat?
Vraag 117 Uw auto met aanhangwagen is 7,50 meter lang; mag u hier rijden? Vraag 118 U wilt linksaf; moet u de auto voor laten gaan? NE
Vraag 119 Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A 1 auto. 2 bromfietser, 3 voetganger B 1 bromfietser, 2 voetganger, 3 auto C 1 voetganger, 2 bromfietser, 3 auto Vraag 120 U rijdt hier met een ski-box op uw auto; is dit van invloed op het brandstof gebruik?
Vraag 121 Wat is uw toegestane maximumsnelheid op deze weg? A 80 km/h B 100 km/h C 120 km/h Vraag 122 U stopt hier om de wegenkaart te bekijken mag dat?
Vraag 123 Na welke bord kunt u bromfietsen op de rijbaan verwachten A bord A B bord B C bord A en B Vraag 124 Geeft dit bord een eenrichtingsweg aan?
Vraag 125 De verkeersregelaar geeft hier een stopteken aan het verkeer dat hem van. A links nadert B voren nadert C rechts nadert
Vraag 126 U bent 20 jaar. Hoeveel promille alcohol in uw bloed is tijdens het rijden toegestaan? A 0,2 promille B 0,5 promille C 0,8 promille Vraag 127 Wie mag u niet hinderen tijden het openen van het portier? A alle bestuurders B alle weggebruikers C alle motorvoertuigen
Vraag 128 Waardoor kan het brandstofverbruik verminderd worden? A zo lang mogelijk in een lage versnelling blijven rijden B de cruisecontrole te gebruiken C de motor warm te laten draaien voor het wegrijden Vraag 129 U staat hier stil om een passagier in te laten stappen; mag dat?
Vraag 130 Wanneer mag u een geluid- of lichtsignaal geven? A om een gevaar af te wenden B om aan te geven dat u wilt inhalen C om een gevaar af te wenden en om aan te geven dat u wilt inhalen Vraag 131 Wat kan de afbraak van alcohol in het bloed versnellen? A niets B koffie drinken C water drinken Vraag 132 Op welke wijze kunt u brandstof besparen? A door om te schakelen bij een zo laag mogelijk toerental B door om te schakelen van een hoog toerental Vraag 133 Zijn er geneesmiddelen die invloed hebben op de rijvaardigheid?
Vraag 134 U wilt rechtdoor moet u de motor voor laten gaan? Vraag 135 U wilt rechtdoor; moet u de afslaande tram voor laten gaan?
Vraag 136 U wilt linksaf; een vrachtauto komt u tegemoet; wat doet u? A ik rijd oor omdat ik voorrang heb B ik wijk uit naar rechts en stop Vraag 137 U wilt zo gaan rijden; mag dat?
Vraag 138 U stopt hier om een passagier uit te laten stappen; mag dat? Vraag 139 U wilt zo blijven rijden; mag dat?
Vraag 140 U parkeert hier met stadlichten mag dat? Vraag 141 Wat is uw toegestane maximumsnelheid op deze weg? A 80 kilometer per uur B 60 kilometer uur C 100 kilometer uur
Vraag 142 U wilt rechtsaf; moet u de voetganger voor laten gaan? Vraag 143 U wilt hier de motor inhalen; mag dat?
Vraag 144 U wilt rechtdoor; moet u de uitstappende trampassagier voor laten gaan? -Einde-