Het Kjeld Nuis -effect voor ziekenhuizen: Empirische studie naar hoe ziekenhuizen in 4 jaar van niks, solvabiliteitsgoud halen

Vergelijkbare documenten
Gupta Strategists Alice s adventures in Wonderland

Voorbeeldziekenhuis. Jaarverslagen Analyse

Reële krimp bij algemene ziekenhuizen

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen

Code Red Scenario voor zorgontwikkeling in de huidige crisis. Amsterdam, 20 april 2009

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Ziekenhuizen Analyse van de jaarverslagen van Nederlandse ziekenhuizen over augustus SiRM Strategies in Regulated Markets

ZorgRating. Financiële gezondheid VVT-sector. Financiële gezondheid VVT-sector verbetert, trend stijgende personeelskosten blijft zorgwekkend

BENCHMARK OP MAAT. 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12. Bijlage

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

JAARVERSLAGEN ANALYSE 2010 Intrakoop

Sprekende Cijfers Woningmarkt regio Noord-Holland. Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q3 Woningmarkt Regio Noord-Holland

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Met deze sportieve succes namen ook de verwachtingen bij de achterban toe. Het bovengenoemde traject was intensief en het spanningsveld tussen

Bedrijfsvoering verzilveren of tafelzilver verkopen?

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Achtergrondinformatie

HALFJAARRESULTATEN 2010

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Wijziging Gebruikelijkloonregeling

Neimed Krimpbericht. Potentiële beroepsbevolking Limburg MEI 2014

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Rapportage Eindresultaten 2014

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996

Analyse IDEA contract Apotheek XX

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Sprekende Cijfers Woningmarkt regio Noord-Holland. Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q4 Woningmarkt Regio Noord-Holland

Analyse financiële performance ziekenhuizen 2009

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang

Vraag Antwoord Scores

Jaarcijfers maart 2013

Voorbeeldexamen Correctievoorschrift VWO

Benchmark financiële performance STZ-ziekenhuizen

Financiële kengetallen zorginstellingen 2012

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Financiële kengetallen zorginstellingen 2015

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

De donkere kamer van Damokles

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Schulden Nederlandse gemeenten in beeld

Hypotheek Index Q1 2017

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Ouders op de arbeidsmarkt

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Hoofdstuk 7: Productie en Kosten

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2011/2012

Financiële positie: sturen op stabiliteit, flexibiliteit, weerbaarheid en wettelijke kaders. VBG 3 oktober 2012 Staf Depla

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

Case bungalow park. Opgave 1

Financiële benchmark over de cijfers van 2014

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Bouwmaterialenvervoer

Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse

Inhoud. Managementsamenvatting... Introductie...1

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

Financiële kengetallen zorginstellingen 2016

Oefencase Gupta Strategists

Nederlandse Samenvatting

Praktische opdracht Economie Conjunctuur

VAN OERS AGRO SECTORRAPPORT NAJAAR 2018

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Resultaten Goede voortgang in transformatiejaar. Eelco Blok, CEO Jan Kees de Jager, CFO. Den Haag, 4 februari 2015

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

Module 4 Inzicht in cijfers

Age Stinissen September 2017

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 april 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Belastinguitgave 2013

Voorbeeldexamen Correctievoorschrift VWO

Dordrecht in de Atlas 2013

1. Samenvatting Doel van het onderzoek Methode Plannen van de scholen

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Hoe gaat Nederland met pensioen? In vergelijk met België, Zweden en Denemarken

Eindexamen m&o havo I

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Samenvatting WijkWijzer 2017

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Correctievoorschrift HAVO. Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economie (oude stijl)

Transcriptie:

Het Kjeld Nuis -effect voor : Empirische studie naar hoe in 4 jaar van niks, solvabiliteitsgoud halen

Inhoudsopgave Samenvatting 4 Introductie 6 1 Een lage solvabiliteit? Verbeteren kan altijd 8 2 Na vier jaar in het slop, komt een ziekenhuis er weer bovenop 12 3 Balanstrucs zijn geen goede raad, solvabiliteit omhoog door beter resultaat 16 4 Meer omzet of minder kosten, met beide schopt men het ver, al is de kostenroute het meest populair 20 5 De met een kostenbeleid, besparen het meest op arbeid 24 Kjeld Nuis wist in 2014 zijn enorme potentie niet om te zetten in kwalificatie voor de Olympische spelen. Echter, hij liet het er niet bij zitten, vocht zich terug en iedereen weet waar dat in 2018 in resulteerde: twee gouden Olympische medailles. Wij, als sportliefhebbers, zien hier een parallel met de financiële situatie van. Er zijn die in solvabiliteit achterbleven, maar zich binnen vier jaar terugvochten en zich ontwikkelden tot leider van de groep. In deze studie laten we hun weg naar succes zien. Methode 28 Disclaimer 30 Voetnoten 32 Colofon 34 3

Samenvatting Sinds het begin van deze eeuw is de solvabiliteit 1 van sterk verbeterd: van gemiddeld 7% in 2002 naar gemiddeld 25% in 2016. Er waren echter in 2016 nog zeventien met een solvabiliteit onder de 20%. Wat zijn de lessen die deze kunnen leren van die de afgelopen 15 jaar sterk in solvabiliteit zijn gestegen? Een lage solvabiliteit? Verbeteren kan altijd! Deze studie toont aan dat een lage solvabiliteit niet onoverkomelijk is: in het verleden zijn twintig opgeklommen uit een relatief zwakke solvabiliteitspositie naar een relatief gezonde positie 2. Deze inhaal hebben, op één na, in 2016 een solvabiliteit van meer dan 20%. Na vier jaar in het slop, komt een ziekenhuis er weer bovenop De inhaal behaalden hun relatief gezon de positie gemiddeld in minder dan vier jaar tijd. Hun solvabiliteit nam in deze periode ruim twee keer zo snel toe als die van de rest van de. Balanstrucs zijn geen goede raad, solvabiliteit omhoog door beter resultaat De solvabiliteit van inhaal is voor na melijk gestegen door een groei in eigen vermogen. Deze toename in eigen vermogen bestond gemiddeld voor 75% uit winst. Bijna alle inhalers verhoogden hun winst meer dan vergelijkbare : de gezonde weg naar duurzame verbetering. Meer omzet of minder kosten, met beide schopt men het ver, al is de kostenroute het meest populair Winst kan vergroot worden door de omzet te verhogen en/of de kosten te verlagen. Van de twintig inhaal zijn er acht die meer omzetgroei hebben gerealiseerd dan vergelijkbare, tien die hun kosten hebben gedrukt en twee die op beide gebieden verbetering realiseerden. De hersteltijd van de die hun omzet vergrootten, was gemiddeld een klein jaar korter dan van die hun kosten drukten. Opvallend is dat verbeteringen op omzet los stonden van aanvankelijke omzetpotenties op basis van een benchmark. Daarentegen waren kostenreducties wel in lijn met de kostenpotenties van. De met een kostenbeleid, besparen het meest op arbeid De tien die hun kostenniveau hebben verbeterd, bespaarden absoluut gezien het meest op arbeidskosten. Echter, relatief aan de totale kosten per kostentype, is het meest bespaard op kapitaalkosten. De verschillende typen kostenbesparingen waren redelijk in lijn met aanvankelijke potentie op basis van een benchmark. In de bijlage zijn de gehanteerde methodes toegelicht. 4 5

De gemiddelde solvabiliteit van Nederlandse is toegenomen van 7% in 2002 tot 25% in 2016 Ontwikkeling solvabiliteit van Nederlandse [solvabiliteit in procenten, elke bol is een ziekenhuis, 2002-2016] Gemiddelde solvabiliteit 3 De meeste (77%) hadden in 2016 een solvabilteit > 20% % 17 hadden in 2016 een solvabiliteit < 20% Introductie Sinds het begin van deze eeuw is de solvabiliteit 1 van sterk verbeterd. Lag het gemiddelde in 2002 nog op 7%, in 2016 is dat 25%. Dat is een goede, en zelfs noodzakelijke, ontwikkeling. De solvabiliteit van een ziekenhuis is een belangrijke maat voor financiële weerbaarheid. De solvabiliteit geeft immers aan in welke mate een onderneming in staat is haar schulden terug te betalen. Naarmate de solvabiliteit daalt, wordt het verkrijgen van nieuwe leningen steeds lastiger. Terwijl de veranderingen in het zorglandschap vragen om investering in inno vatie en het zelf opvangen van risico s. Geldverstrekkers hanteren over het algemeen een strenge eis voor het verschaffen van een lening: een solvabiliteit 5 van 20%. Daaraan voldoet in 2016 77% van de, waarvan achttien zelfs een solvabiliteit rapporteren van meer dan 30%. Er zijn echter zeventien met een solvabiliteit van onder de 20%. Dat is zorgelijk, maar deze studie toont aan dat een lage solvabiliteit niet onoverkomelijk is. Dit is een empirische studie naar de manier waarop opklimmen uit een zwakke solvabiliteitspositie. De studie brengt in kaart wat er in het verleden gebeurd is, niet wat er zou moeten gebeuren. Deze studie is opgebouwd uit vijf tegelwijs heden met cijfermatige onderbouwing. 6 7

1 8 Lage solvabiliteit? Verbeteren kan altijd 9

De afgelopen 15 jaar zijn er 20 duurzaam opgeklommen uit een zwakke solvabiliteitspositie Het opklimmen uit een zwakke solvabiliteitspositie van Nederlandse [solvabiliteit in procenten] Inhaalziekenhuis Overig ziekenhuis Aantal inhaal Algemene 9 Solvabiliteit STZ- 10 % UMC s 1 De solvabiliteit van een inhaalziekenhuis nam sterker toe dan die van vergelijkbare Voorbeeld van een inhaalziekenhuis binnen de algemene [elke bol is een algemeen ziekenhuis] Solvabiliteit % Algemeen ziekenhuis Inhaalziekenhuis Het ziekenhuis behoort bij het onderste kwart van zijn vergelijkingsgroep Het ziekenhuis heeft een inhaalslag gemaakt en behoort minstens 3 jaar tot de beste helft Toelichting Een lage solvabiliteit is niet onoverkomelijk. Tussen 2002 en 2016 zijn twintig duurzaam hersteld van een relatief lage solvabiliteit. Dat wil zeggen dat ze op de solvabi liteitsranglijst vanuit een positie in het onderste kwart zijn opgeklommen naar de bovenste helft én daarna minstens drie achtereenvolgende jaren in de bovenste helft hebben gescoord. We onderscheiden daarbij UMC s, STZ- 5 en algemene en we verge lijken bijvoorbeeld UMC s alleen met andere UMC s. De twintig inhaal bestaan uit negen algemene, tien STZ-huizen en één UMC. Alle inhaal hebben, op één na, in 2016 een solvabiliteit van meer dan 20%. Ze hebben een inhaalslag gemaakt en nog meer dan vergelijkbare hun solvabiliteit ver beterd. Dat is hoopgevend voor de zeven tien die nu een solva biliteit van onder de 20% hebben en het daarmee minder goed doen dan vergelijkbare. Voor deze achterblijvers is het mogelijk te leren van hun voorgangers uit de periode 2002-2016. In het vervolg van deze studie brengen we deze lessen in kaart door de inhaal te onderzoeken. Hoe hebben zij de inhaalslag gemaakt? 10 11

2 12 Na vier jaar in het slop, komt een ziekenhuis er weer bovenop 13

Gemiddeld genomen herstelden in 3,6 jaar, waarbij hun solvabiliteit met 3,1%-punt per jaar toenam Jaarlijkse solvabiliteitstoename en duur van de inhaalslag [Sterkte van solvabiliteitstoename in %-punt per jaar, hersteltijd in jaren] 9 Gemiddelde van alle : 1,3%-punt per jaar Langdurige sterke groei Gemiddelde van inhaal: 3,1%-punt per jaar Langdurige zeer sterke groei 8 7 Tijd tot duurzaam herstel6 6 5 4 3 2 1 0 Kortdurende sterke groei 1 2 3 4 5 6 7 8 Sterkte van solvabiliteitstoename Kortdurende zeer sterke groei Gemiddeld 3,6 jaar Toelichting Om een scherper beeld te krijgen van de die hun solvabiliteit verbeterden, hebben we de duur van de inhaalperiode en de grootte van de solvabiliteitstoename in kaart gebracht. Hadden de inhaal een lange adem nodig voor hun herstel? En met hoeveel is hun solvabiliteit toege nomen om vergelijkbare in te halen? De twintig die een inhaalslag hebben gemaakt vanuit een zwakke solvabiliteitspositie, deden dat gemiddeld in een kleine vier jaar 6. De solvabiliteit van de inhaal nam in die periode met gemiddeld 3,1 procentpunt per jaar ruim twee keer zo snel toe als die van de rest van de (gemiddeld 1,3 procentpunt per jaar), waarmee zij opklommen van het zwakste kwart tot de beste helft. Na die inhaalperiode behoorden zij nog minstens drie jaar tot de beste helft van hun groep, waarmee we kunnen stellen dat ze duurzaam hersteld zijn. We zien grote verschillen tussen inhaal in duur en snelheid van de solvabiliteitstoename. De hersteltijd varieerde van 1 tot 7 jaar, waarin de gerealiseerde toename per jaar varieerde van 1,5 tot 6,6 procentpunt. Zoals te verwachten hadden de met de langste inloopperiode de kleinste jaarlijkse toename in solvabiliteit en vice versa. 14 15

3 16 Balanstrucs zijn geen goede raad, solvabiliteit omhoog door beter resultaat 17

Solvabiliteitstoename is grotendeels veroorzaakt door groei in eigen vermogen, die voornamelijk gedreven is door winst Verband tussen solvabiliteitstoename en groei in eigen vermogen [toename 7 in %-punten, elke bol is een ziekenhuis] 30 afname vreemd vermogen Totale toename solvabiliteit Alle inhaal 20 10 Toename in eigen vermogen als gevolg van winst [cumulatieve winst als % van toename in eigen vermogen, elke staaf is een ziekenhuis] Overige aanpassingen eigen vermogen9 toename vreemd vermogen 0 10 20 30 Toename solvabiliteit door groei eigen vermogen Winst8 0 Gemiddeld 75% 100% Gemiddeld 10%-punt Solvabiliteit werd grotendeels verbeterd door het eigen vermogen te vergroten deels gebeurde dit door boekhoudkundige keuzes. Echter, bijna alle inhalers verhoogden (ook) hun winst meer dan vergelijkbare huizen: de gezonde weg naar duurzame verbetering Toelichting Om een duurzame solvabiliteitsver ho ging te realiseren, is het van belang de operationele prestaties te verbeteren. Door daarmee de winst te verhogen en toe te voegen aan het eigen vermogen, stijgt de solvabiliteit. Uiteraard zijn er vele andere factoren die effect hebben op de solvabiliteit, zoals de grootte van de totale balans en waarderingskeuzes. Die oplossingen zijn echter minder duurzaam en daarmee buiten de focus van deze studie. Gemiddeld nam de solvabiliteit van de inhaal met 10%-punt toe tij dens hun inhaalperiode. Deze solvabiliteitsverbetering werd voornamelijk gedreven door een toename in eigen vermogen. Individuele, links boven weer gegeven met stippen, liggen op de trendlijn als de toename in solvabi liteit volledig veroorzaakt is door verhoging van het eigen vermogen. Verticale afwijking van de lijn vertegen woordigt het effect van het toe- of afnemen van het vreemd vermogen op de solvabiliteit. Het eigen vermogen kan stijgen door winst te maken. Ook boekhoudkundige keuzes, zoals het herwaarderen van de grond, kunnen grote invloed hebben op de hoogte van het eigen vermogen. Voor de meeste inhaal geldt dat winst de belangrijkste drijver was voor hun toename in eigen vermogen. Gemiddeld genomen bestond 75% van de toename in eigen ver mogen uit winst. De twintig inhaalzieken huizen zijn meer gestegen in winst dan vergelijkbare. We stellen ons nu de vraag: is de omzet van de inhaal gestegen of zijn hun kosten gedaald? 18 19

4 20 Meer omzet of minder kosten, met beide schopt men het ver, al is de kostenroute het meest populair 21

De meeste focussen op kostenverlaging - focus op omzetgroei leidt tot het snelste herstel Focus 10 van inhaal tijdens hun inhaalperiode Omzet Beide Kosten Focus van en hun potentie 11 [aantal ] Omzet 4 7 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 6 van de 9 met potentie zijn verbeterd 6 Kosten 3 5 3 2 10 van de 13 met potentie zijn verbeterd 10 50% van de focust op kosten. Hersteltijd: 3,8 jaar 6 10% focust op omzet en kosten. Hersteltijd: 5 jaar 6 40% focust op omzet. Hersteltijd: 3 jaar 6 Omzetverbetering was onafhankelijk van potentie op basis van benchmark, terwijl kostenverbetering in lijn was met potentie 6 van de 10 verbeterde hadden potentie 10 van de 12 verbeterde hadden potentie Weinig potentie, wel verbeterd Veel potentie, wel verbeterd Weinig potentie, niet verbeterd Veel potentie, niet verbeterd Toelichting Van de twintig inhaal die hun winst verhoogden, focusten tien (50%) zich op het verlagen van de kosten. Acht focusten zich op het verhogen van de omzet en twee wisten zich op beide gebieden beter te ontwikkelen dan vergelijkbare. De die hun omzet hebben verhoogd, waren bijna een jaar sneller hersteld dan de zieken huizen die hun kosten hebben verlaagd 6. Vaak zetten benchmarks in om te bepalen hoe ze zich kunnen verbeteren. Hebben de twintig inhaal zich nu ook verbeterd op de thema s met verbeterpotentie uit een benchmark? Er waren negen die poten tie hadden op omzet voordat ze aan hun inhaalslag begonnen. Dat wil zeggen dat ze, in vergelijking met andere zieken huizen, weinig inkomsten hadden per patienteenheid 16. De meerderheid daarvan (6/9) heeft zijn omzet verbeterd. Echter, van alle die hun omzet hebben verbeterd, behoorde een groot deel al tot de beste helft van zijn groep (4/10). Met andere woorden: vier die al relatief veel geld van een zorg ver zekeraar kregen, wisten desondanks nog meer budget te onderhandelen. Kostenverbetering was meer in lijn met de potentie op basis van een benchmark. De meerderheid van de met kostenpotentie heeft haar kostenniveau verbeterd (10/13). Van alle die hun kosten wisten te drukken, had de ruime meerderheid aanvankelijk hogere kosten dan vergelijkbare (10/12). 22 23

5 24 De met een kostenbeleid, besparen het meest op arbeid 25

De meeste focusten op meerdere kostentypen, maar op arbeidskosten werd het meest bespaard Focus op kostentype 12 [% van die besparen op kosten] Absolute besparing 13 [EUR per patiënteenheid] Relatieve besparing [% van totale kosten per type] 17% 17,1 4,5 % 17% 42% 9,9 5,0 % 8% 17% 8,9 18,6 % Arbeidskosten Kapitaalkosten Inkoopkosten Verbetering op verschillende kostentypen is redelijk in lijn met potentie op basis van benchmark Focus van en hun potentie 14 [aantal ] Arbeidskosten 3 Weinig potentie, wel verbeterd 6 van de 7 met potentie zijn verbeterd 6 2 1 6 van de 9 verbeterde hadden potentie Veel potentie, wel verbeterd Inkoopkosten 1 Weinig potentie, niet verbeterd 7 van de 9 met potentie zijn verbeterd 7 2 2 Veel potentie, niet verbeterd 7 van de 8 verbeterde hadden potentie Kapitaalkosten 4 1 6 van de 7 met potentie zijn verbeterd 6 1 6 van de 10 verbeterde hadden potentie Toelichting Een groot deel (42%) van de die hun kostenniveau hebben verbeterd ten opzichte van vergelijkbare, heeft dat op zowel arbeids-, inkoop-, als kapitaalkosten gedaan. De absolute besparing op arbeids kosten is het grootst met ruim EUR 17 per patiënteenheid 15. Op kapitaal kosten is relatief gezien het meest bespaard (19%). Doordat dit de kleinste kostenpost is heeft dat echter absoluut gezien beperkte impact. Voor alle kostentypen geldt dat het merendeel van de met potentie hun kosten hebben verbeterd. Opvallend is dat voor arbeids- en kapitaalkosten geldt dat een groot deel van de die hier verbe tering hebben geboekt, al relatief lage kosten hadden. Voor inkoopkosten is dit niet het geval: bijnaa alle die hun inkoopkosten hebben weten te drukken, hadden aanvankelijk relatief hoge inkoopkosten. 26 27

Methode Gehanteerde vergelijkingsgroepen Om een zinvolle vergelijking te maken, onderscheiden we UMC s, STZ en algemene. Ziekenhuizen zijn dus alleen met vergelijkbare vergeleken. Categorale zijn niet meegenomen. Selectie inhaal Een ziekenhuis is een inhaalziekenhuis wanneer het in de periode 2002-2016 tot het onderste kwart van de vergelijkingsgroep heeft behoord in een solvabiliteitsranglijst en later minstens drie achtereenvolgende jaren tot de beste helft. Vergelijkingsjaren In de analyse worden de verschillen in operationele prestatie tussen het zwakste jaar en het goede jaar beschouwd. Het zwakste jaar is het jaar waarin de laagste positie in de vergelijkingsgroep wordt behaald. Het goede jaar is het eerste jaar van de drie jaren waarin het ziekenhuis in de bovenste helft zit: in dat jaar zijn de operationele prestaties goed genoeg om minstens drie jaar een relatief goede solvabiliteit te behouden. Er zijn 2 waarvoor geldt dat de échte inhaalslag al vóór of voornamelijk middenin de periode die wij beschouw en is gemaakt: hun winst is positief, maar is tussen het zwakke en het goede jaar niet verder gestegen of meer gestegen dan bij vergelijkbare zieken huizen. Daarom is voor deze gekozen voor afwijkende vergelijkingsjaren om hun focus tijdens het inlopen onderzoeken. Maat voor verbetering en potentie De hersteltijd van is gemeten van het zwakste jaar tot het goede jaar. Om verbetering of potentie in kaart te brengen, worden de vergeleken met de mediaan van de vergelijkingsgroep. Er is sprake van een verbetering als een ziekenhuis minstens 1,5%-punt verbeterd is ten opzichte van de mediaan; er is sprake van potentie als een ziekenhuis in de onderste helft staat in een ranglijst. Uiteraard valt er te twisten over wat de ambitie van een ziekenhuis zou moeten zijn: als een ziekenhuis de mediaan is, doet nog steeds de helft van de het beter. Dat zou pleiten voor een scherper doel en daarmee grotere potentie voor de meeste. Correctie voor verschil in omvang Om de winst, omzet en verschillende typen kosten van met verschillende omvang met elkaar te kunnen vergelijken, is overal gebruik gemaakt van winst, omzet en kosten per patiënteenheid 16. 28 29

Disclaimer Ziekenhuizen moeten financieel weerbaar zijn om noodzakelijke investeringen te doen en de bij be horende risico s te dragen. Financiële weerbaarheid is niet in één getal te vangen. Ziekenhuizen met veel geld op de bank kunnen weerbaar lijken, maar met een verlieslatende exploitatie toch kwetsbaar zijn. Daarnaast is de definitie van financieel weerbaar zijn afhankelijk van de risico s van de sector: sinds de overheid niet meer garant staat voor, is een hogere weerbaarheid vereist. In deze studie kiezen we voor solvabiliteit als maat voor financiële weerbaarheid: het eigen vermogen als percentage van de totale balans. Dit is een indi catie voor de mogelijkheden van een ziekenhuis om aan zijn langetermijnverplichtingen te kunnen voldoen. Solvabiliteit kan, net als andere maten, een vertekend beeld geven, bijvoorbeeld als de marktwaarde van (incourant) zorgvastgoed afwijkt van de boekwaarde. De solvabiliteitsgetallen zijn dus een benadering en niet de absolute waarheid. Een andere mogelijke maat voor financiële weerbaarheid is winst gevendheid. Winst beschouwen we in deze studie niet als primaire maat, maar als één van de drijvers van solvabiliteitsverbetering. In deze studie is uitsluitend gebruik gemaakt van openbaar beschikbare jaarverslagen van zieken huizen uit 2002 tot en met 2016. 30 31

Voetnoten 1) Eigen vermogen gedeeld door de totale balans 2) Een relatief zwakke positie is een positie in het onderste kwart van de vergelijkingsgroep, relatief goed is een positie in de bovenste helft. Er zijn drie vergelijkings groepen: UMC s, STZ en algemene 3) Gewogen naar balanstotaal 4) Bron: marktscan NZa medisch-specialistische zorg 2016 5) Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen 6) Gemeten van het jaar van minimale positie op de solvabiliteitsranglijst tot het eerste jaar van de periode van minstens 3 aaneengesloten jaren in de bovenste helft van de groep 7) Toename is gemeten tussen het zwakste en het goede jaar. Voor het berekenen van het effect van toename in eigen vermogen op solvabiliteitstoename, is het vreemd vermogen gelijk gehouden tussen het zwakste en het goede jaar. Dit is vergeleken met de werkelijke toename in solvabiliteit 8) Dit is de cumulatieve winst: de optelsom van alle winsten tussen het zwakste en het goede jaar 9) Bijvoorbeeld herwaardering van bezittingen of schenkingen 10) Focus op kosten of omzet betekent verbetering van minstens 1,5%-punt ten opzichte van de mediaan van de vergelijkingsgroep op resp. kosten per patiënteenheid en omzet per patiënteenheid, tussen het zwakste en het goede jaar 11) Een ziekenhuis had veel potentie op omzet of kosten als het aanvankelijk tot de onderste helft van zijn vergelijkingsgroep behoorde in de ranglijst op resp. omzet per patiënteenheid of kosten per patiënteenheid en weinig potentie als het al tot de beste helft behoorde 12) Focus op een kostentype betekent verbetering van minstens 1,5%-punt ten opzichte van de mediaan van de vergelijkingsgroep op die kosten per patiënteenheid, tussen het zwakste en het goede jaar 13) Er wordt vergeleken met de mediane kosten, in het zwakste en het goede jaar. Afwijking van dit verschil wordt gezien als besparing 14) Een ziekenhuis had veel potentie op een kostentype als het aanvankelijk tot de onderste helft van zijn vergelijkingsgroep behoorde in de ranglijst op dat kostentype per patiënteenheid en weinig potentie als het al tot de beste helft behoorde 15) Dit betekent niet dat ze hun kosten per patiënteenheid hebben verlaagd: ze hebben de kosten minder laten stijgen dan hun vergelijkingsgroep 16) Een patiënteenheid is een maat voor de productie van een ziekenhuis 32 33

Voor vragen kunt u contact opnemen met Jenny de Jong jenny.dejong@gupta-strategists.nl 06 187 677 50 Roxanne Busschers roxanne.busschers@gupta-strategists.nl 06 522 956 25 34

gupta-strategists.nl