D4.2 Labour market analysis

Vergelijkbare documenten
Procesverslag Build up Skills

Gasloos: Wie gaan er over en hoe krijgen we ze zo ver?

Aanpak energiebesparing woningvoorraad Portaal Nijmegen. 13 mei 2014 Stephan Huisman afdeling Strategie & Vastgoed Senior projectleider

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Bouwagenda. Bouwen aan de kwaliteit van leven

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen

ENERGIE BESPARING IN DE AMERSFOORTSE HUURSECTOR

Snelle transitie van de bestaande gebouwen

ENERGIE-ZUINIG HUREN IN DE STAD UTRECHT

WP4 Regional Pilots D4.3 Report on TtT sessions

ENERGIE-ZUINIG HUREN IN DE STAD UTRECHT

ENERGIEAKKOORD. Gevolgen, verplichtingen en kansen THOMAS KOKSHOORN

Lindenhove. Renovatie & Transformatie. Informatie vanuit Renovatieteam Lindenhove

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Sander Leenders Directeur Energie+, innogy NL

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

AFSTUDEEREXPEDITIE CIRCULAIRE ECONOMIE

Scenario s Energiebesparing in de gebouwde omgeving De Ruijter Strategie

BuildDesk kennisdocument

Hoe woon jij? Bewust worden van duurzaamheid

Circulaire Bouweconomie

De bijdrage van de gebouwde omgeving in de energietransitie

Energietransitie bij renovatie De nieuwe rol van energiebedrijven Ir D.G. Kalverkamp

Stadlander & Duurzaam langer thuiswonen!

Meer met Minder. Duurzame Energie en Energiebesparing. Van Europa moet het. De Nederlandse overheid wil het. UNETO-VNI = ondernemersorganisatie

@peterlindersnl #CHANGE YOUR GAME &ACT

Routekaart. CO2-neutraal HANDLEIDING. Inleiding. Contact

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot diverse toezeggingen op het gebied van energiebesparing.

Nom voor VvE s: uitkomsten van een jaar experimenteren

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE DUURZAAMHEID

Van Energiebesparen naar CO2-neutraal

nzeb markt Nederland

Energieakkoord: Wij zijn aan zet!

Gebouwde Omgeving. Joop oude Lohuis, Leonie Jansen, Annemie Loozen

Toelichting doorrekening Energieakkoord - Gebouwde omgeving

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Top 10 aanbevelingen voor groene prestatieafspraken in de sociale huursector

Presentatie SIM MEA-Industrie & LEA. Ron Bissels 16 april 2018

Naar Klimaatneutraal en Betaalbaar wonen in mei 2019

Uw woningvoorraad is er aan toe De nieuwe, revolutionaire methode om al uw woningen moeiteloos te verduurzamen!

CORPORATIES: ZONNESTROOM EN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bijlage I Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven. 1 Inleiding

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Urgenda ESCo-project. Peter Odermatt

Initiatie Fieldlab Circulaire Bouw & Infra Twente Agenda voor Twente: Innovatietafel circulaire economie & duurzaamheid

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

BENG de nieuwe energieprestatie en de kansen voor bodemenergie

SUGGESTIES VOOR INHOUD PRESTATIE-AFSPRAKEN. TUSSEN GEMEENTE en WONINGCORPORATIES en HUURDERS

1. Ambitie, doelstellingen, acties

Samen voor positieve energie. Zonder invloed op het klimaat. Gratis!

Inspiratiesessie Hybride Warmtepompen in de Sociale Woningbouw

Naar een klimaatneutrale energievoorziening voor Eindhoven

The next Erasmus+ Lem van Eupen Director Nationaal Agentschap Erasmus+ 7 december 2017

Zou u bijgaande brief willen doorsturen naar uw fracties? De brief bevat aanbevelingen voor de verkiezingsprogramma s van de partijen in uw gemeente.

SAMEN OP WEG NAAR EEN DUURZAME SAMENLEVING. Wat kunnen wij voor u betekenen?

Urban Energy research agenda for TU Delft. Thema 1: Future Proof Buildings and Neighbourhoods. Towards zero energy buildings and beyond

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Transitieagenda Circulaire Bouweconomie. Samen bouwen aan de circulaire economie voor Nederland in 2050

Gemeentelijk Vastgoed Dag

Agenda. Strategie Cogas en speerpunten. Stadsverwarming Windmolenbroek. Toekomstige ontwikkelingen Cogas op gebied van warmtenetten

Samenvatting: Winst en waarde van energie renovaties in de woningbouw

Monitoring energiesprong

Energie neutraal Veenendaal De aanpak en de inhoud

Training Energietransitie voor ambtenaren

Energieakkoord voor duurzame groei

De opkomst van all-electric woningen

Wat is een Green Deal?

Verduurzamen en onderhoud: de rol van digitalisering CorpoNet, Albert van Heugten en Jan Fock

OnderhoudNL hoort thuis in de Startmotor. Bernard Wientjes:

Opgesteld juli Visie op warmte in bestaande- en nieuwbouw

Alfen MVO nieuws. Voortgang acties m.b.t. onze CO2 ambities

Freek Welling en Joep Koene

Aedes, Roadshow Routekaart CO2 neutraal

NEUTRAAL EN AARDGASVRIJ OP NAAR CO 2. -neutraal en/of aardgasvrij wonen. Uw navigatie naar toekomstbestendig CO 2. Bepaal je eigen route naar CO 2

ENERGIEZUINIG HUREN IN AMERSFOORT

Klimaatakkoord gebouwde omgeving. 3. Koop 4. Huur 5. Utiliteitsbouw 6. Financiering en fiscaal

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder

Duurzaamheidsaanpak en de Stroomversnelling. Chris Faro Beleidsadviseur Tiwos

Technieken en financiering van de aardgasvrijoplossingen

Gewijzigd op: :23. Petten, 4 juni Het ministerie van BZK. Afdeling Policy Studies ECN-N Van Tigchelaar, C. Aan.

Energieakkoord voor duurzame groei. 6 september 2013

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018

BDH Inspiratiesessie hybride warmtepompen voor en door corporaties

Rapport energiecijfers kantoren

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

Betekenis Energieakkoord voor Duurzame Groei voor de Installatiebranche. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel 3 februari 2014 / VSK beurs

Gelderse Gaten. Voortgang GEA gemeenten. Prof.dr. Derk Loorbach, Nijmegen,

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Nieuwbouw aardgasvrij. Akkoord 26 juni 2018

De Stroomversnelling. Effecten voor productie en werkgelegenheid. Sander Hardeman Martin van Elp

Prestatie afspraken doorrekenen m.b.v. PICO. Voorbeeld Haarlem in 20 min.

Gemeentelijk vastgoedmanagement

BENG. Bijna Energie Neutrale Gebouwen

Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016

NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans

Dit is een achtergrondnotie ten behoeve van de sectortafel Gebouwde omgeving

Transcriptie:

D4.2 Labour market analysis This project has received funding from the European Union s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 649737. Versie 1 Datum August 2018 Status Final Auteur Jan Cromwijk

INHOUDSOPGAVE 1. Executive summary... 3 2. Inleiding... 4 3. Beschrijving van de politieke context rond verduurzaming van gebouwen in NL... 5 4. Landelijke scenario s Gebouwde Omgeving Energie Nul... 7 4.1. Intro... 7 4.2. Verdeling van de analyse in scenario s voor de woningbouw... 8 4.3. Opzet en doelstelling van het analysemodel.... 9 4.3.1. Scenario 1 100% NOM/BENG/nZEB in 2050 Originele analyse... 10 4.3.2. Scenario 1 100% NOM/BENG/nZEB in 2050 Gevalideerde analyse... 12 4.3.3. Scenario 2 Bestaande woningen naar label A 2030 originele analyse... 15 4.3.4. Scenario 2 Bestaande woningen naar label A 2030 Gevalideerde analyse... 18 4.3.5. Scenario 3 Bestaande woningen naar label A in 2030 en vervolgens NOM in 2050.. 20 4.3.6. Scenario 4 Bestaande woningen naar label B 2040 originele analyse... 22 4.3.7. Scenario 4 Bestaande woningen naar label B 2040 gevalideerde analyse... 24 5. Regionale arbeidsmarkt bouw- en installatiesector... 27 6. Geraadpleegde bronnen:... 30 WP4 D4.2 Labor market analysis 2

1. Executive summary This deliverable gives an overview of the results of task 4.2 Analysis of the regional labor market. It is part of our approach to fulfill the third BUStoB objective. This objective deals with organizing regional pilots in which we focus on implementation and evaluation of the developed materials and regional capacity building. BUStoB supported regional training partnerships with train-the-trainer sessions, regional labor market intelligence and implementing the developed trainings and assessments in practice in regional building and/or renovation projects. As described in D4.1 Memo with an overview of available regional partnerships, we have collaborated in the BUStoB project with existing and/or new regional partnerships in which local training centers, education providers and businesses are working together on the upskilling of craftsmen working in the built environment. For the success of the regional projects we assume good regional labor market intelligence is required. Because most of the regional labor market intelligence is done at a national Level, acquiring the right data proves to be a bottleneck for regional partnerships. Regional partnerships e.g. need labor market intelligence to match correctly between supply and demand, to enable mobility and to unlock successfully additional Dutch funding, needed to facilitate the massive upskilling. Good labor market intelligence can also strengthen the implementation and delivery of placement and job insertion initiatives. In the first part of this deliverable the political context is described as well as our approach on getting the right labor market intelligence. This methodology has been reviewed by the Energy research Centre of the Netherlands (ECN) at the end of 2017 and in the first quarter of 2018. Both the original results and the results of the validated method are represented. On the basis of the construction labor market data, the results for the installation sector were also made region-specific. At the end of Q1 2018, the first results were included in the 'Human Capital' theme of De Bouw Agenda (the national strategic agreement on a Sustainable Built Environment). De Bouwagenda regards this as a good basis for quick analyses of different scenarios. On this basis, various proposals for improvement and flexibility of the model were discussed. These extensions and improvements may be added by ECN and EIB if deemed necessary by De Bouwagenda. The model developed by BUStoB is also transferred to De Bouwagenda. The most important conclusion is that the market for the sustaining the built environment needs a steep growth curve until 2030. After that, the market for the sustaining of buildings will stabilize and become a 'mass market'. From a BUILD UP Skills perspective, the tools and training materials developed in BUILD UP Skills can provide significant acceleration over the next 10 years. WP4 D4.2 Labor market analysis 3

2. Inleiding In deze deliverable geven we een overzicht van de resultaten van taak 4.2 analyse van de regionale arbeidsmarkt. Deze analyse is een onderdeel van onze aanpak om de derde BUStoB doelstelling te realiseren. Deze doelstelling heeft betrekking op de organisatie van regionale pilots waarin we ons richten op de implementatie en evaluatie van de ontwikkelde materialen en regionale capaciteitsopbouw. Hierbij ondersteunen wij regionale opleidingscentra samenwerkingsverbanden met train-the-trainer sessies, regionale arbeidsmarkt analyse en de toepassing van ontwikkelde trainingen en assessments in de praktijk in de regionale bouw en / of renovatieprojecten. In de BUStoB pilots zoals beschreven in D4.1 Memo with an overview of available regional partnerships, werken we samen met bestaande en / of nieuwe regionale partnerschappen waarin lokale opleidingscentra, trainingsinstituten en bedrijven samen aan de bijscholing van de vakmensen in de gebouwde omgeving werken. Voor het slagen van de regionale projecten zijn goede regionale arbeidsmarktanalyses een pré. Omdat veel arbeidsmarktonderzoek wordt uitgevoerd op nationaal niveau, blijkt het verwerven van de juiste regionale gegevens een knelpunt voor de regionale partnerschappen. De regionale partnerschappen hebben bijvoorbeeld behoefte aan arbeidsmarktinformatie om vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen, om mobiliteit mogelijk te maken en om met succes extra Nederlandse financiering te ontgrendelen; allen nodig om massale bijscholing mogelijk te maken. In het eerste deel van dit document worden de politieke context en onze aanpak voor het verkrijgen van de juiste arbeidsmarktinformatie beschreven. De ontwikkelde methode is eind 2017 en in het eerste kwartaaal van 2018 gevalideerd. Zowel de originele resultaten als de door ECN gevalideerde resultaten zijn opgenomen. Ook zijn op basis van de bouw arbeidsmarktgegevens de resultaten voor de installatiesector regio-specifiek gemaakt. Eind Q1 2018 zijn de eerste resultaten ingebracht in het thema Human Capital van de Bouwagenda. De Bouwagenda ziet dit als goede basis voor snelle analyses van verschillende scenario s. Op basis hiervan zijn diverse voorstellen voor verbetering en flexibilsering van het model besproken. Deze uitbreidingen en verbeteringen worden als de Bouwagenda daar opdracht voor geeft door ECN en EIB uitgevoerd. Hierbij wordt het door BUStoB ontwikkelde model ook overgedragen aan de Bouwagenda. De belangrijkste conclusies zijn dat markt voor verduurzaming van de gebouwde omgeving een steile groeicurve nodig heeft tot 2030. Daarna stabiliseert de markt voor verduurzaming van gebouwen zich en wordt het een massa-markt. Vanuit BUILD UP Skills perspectief gezien kunnen de in BUILD UP Skills ontwikkelde hulpmiddelen en trainingsmaterialen vooral in de komende 10 jaar voor significante versnelling zorgen. WP4 D4.2 Labor market analysis 4

3. Beschrijving van de politieke context rond verduurzaming van gebouwen in NL Nederland zet net als de rest van Europa in op verduurzaming van de gebouwde omgeving. De komende 32 jaren moet een grote kwaliteitsverbetering plaatsvinden in de bestaande bouw en vanaf 2020 dient alle nieuwbouw (bijna) energieneutraal te zijn. Sinds 2008 wordt er door de bouw- en installatiesector in samenwerking met onder andere gemeenten en energiebedrijven vorm gegeven aan verduurzaming van de gebouwde omgeving. In 2012 sloot de overheid een convenant met woningcorporaties (Convenant Energiebesparing Huursector) en een convenant voor nieuwbouw (het Lente-akkoord in 2008). De partijen (Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM en NVB) spraken af de EPC-norm in stappen te verlagen naar 0 in 2020. In 2012 is het Lente-akkoord herijkt en verlengd tot 2021. Dit herijkte akkoord staat sinds 2015 in het teken van Zeer Energiezuinige Nieuwbouw (ZEN). Als beide convenanten in 2021 zijn uitgevoerd, hebben de 2,4 miljoen corporatiewoningen gemiddeld energielabel B. In september 2013 sloten meer dan 40 organisaties het Energieakkoord voor duurzame groei. Op landelijk niveau zijn onder andere de verduurzamingsprogramma s de Brede Stroomversnelling, Urgenda, Kantoor vol Energie en het VNG Ondersteuningsprogramma Energie actief. In 2017 zijn met steun van de NL overheid naast de al lopende trajecten diverse samenbindende programma s gestart. Dit zijn de BouwAgenda, Het Klimaatakkoord en de transitieagenda Circulaire Economie. Ook is besloten om nieuwbouw versneld van Gas los op te leveren. Vanaf 1 juli 2018 of vanaf 1 juli 2019 worden bijna alle nieuwbouwwoningen zonder gasaansluiting opgeleverd. In het vervolg van dit hoofdstuk op basis van informatie op hun eigen websites een korte beschrijving van de diverse initiatieven en ontwikkelingen. Energiesprong en de Brede Stroomversnelling Sinds 2007 is de Energiesprong aanjager geweest van het op gang brengen, haalbaar en betaalbaar maken van Nul op de Meter renovaties voor een breed publiek. Binnen dit programma zijn pilots ontwikkeld en doelprogramma s opgestart die zich richten op de verduurzaming van de bewoonde omgeving. In juni 2013 is, als gevolg van de Energiesprong resultaten en ervaringen, de Deal Stroomversnelling Huurwoningen (2013) gesloten: een initiatief van zes woningcorporaties en vier bouwbedrijven om Nul op de Meter renovaties voor 11.000 huurwoningen mogelijk te maken. Om uiteindelijk alle 4,5 miljoen voor industrieel renoveren geschikte woningen in Nederland ook Nul op de Meter te krijgen is daarna in 2015 de Vereniging Brede Stroomversnelling opgericht. In 2017 is de Deal Stroomversnelling Huurwoningen afgesloten. Ook is er een NOM-prestatiekeur ingevoerd (2016). Om op te schalen wordt in de Stroomversnellings-aanpak veel aandacht besteed aan industrialisatie en digitalisering van het bouwproces. De Brede Stroomversnelling richt zich zowel op huur- als koopwoningen en levert door middel van complete en zoveel mogelijk geïndustrialiseerde woningrenovaties volledig energieneutrale woningen op. Bouwers, woningcorporaties, netbeheerders, gemeenten en andere organisaties bedachten oplossingen om te renoveren naar nul-op-de-meter met het geld van de oude energierekening. Elke dag worden er in Nederland woningen gerenoveerd en gebouwd volgens het nul-op-de-meter principe. Nul-op-de-meter (NOM) betekent dat een woning na de make-over evenveel (of meer) energie opwekt als nodig is voor het huis en het huishouden. Dat kan door toepassing van innovatieve technieken zoals hoog isolerende prefab gevels, super goed isolerende daken met geïntegreerde zonnepanelen en slimme installaties. Bewoners hoeven tijdens de renovatie niet te verhuizen. Sommige renovaties kunnen al in 1 dag. Aanbieders leveren de NOM-renovaties op met een garantie van 30 jaar op het binnenklimaat en de energieprestaties. Urgenda De ambitie van Urgenda is om met een klein budget energieneutrale woningrenovaties te realiseren voor particulieren. Urgenda werkt momenteel in haar regionale initiatief ThuisBaas concreet aan het energieneutraal maken van bestaande woningen in het gebied tussen Alkmaar en Amsterdam. Zij bieden een op maat gesneden en integraal advies en organiseren het energieneutraal maken van woningen volledig, inclusief garantie. Kantoor vol Energie Kantoor vol Energie is een initiatief van Energiesprong, het meerjarige innovatieprogramma om nul op de meter in vastgoed aan te jagen. Het doel van Kantoor vol Energie is om eigenaren en gebruikers te stimuleren WP4 D4.2 Labor market analysis 5

om van hun kantoorgebouwen comfortabele, mooie en energieneutrale werkplekken te maken. Kantoor vol Energie levert een bijdrage aan het creëren van marktcondities om betaalbaar en op grote schaal bestaande kantoren te renoveren naar kantoren die energie besparen en energie leveren. Dit heeft geresulteerd in een aanpak die Kantoor vol Energie de Nieuwe Norm-renovatie heeft gedoopt. Bij een De Nieuwe Norm renovatie draait vooral om een grote, ambitieuze renovatie die meerwaarde levert aan de gebruiker en goed is voor de belegger en banken. Het gaat niet om energiebesparing. Energieneutraal is volgens het programma bij deze grote renovaties die eens in de 30 jaar plaatsvinden normaal. VNG Ondersteuningsprogramma Energie Het VNG Ondersteuningsprogramma Energie is er om gemeenten te ondersteunen door onder andere het versterken en uitbouwen van netwerken, gericht op het delen van kennis en ervaring. Op provinciaal niveau zijn en worden diverse provinciale Energieakkoorden gesloten. Ook op lokaal niveau zijn veel partijen actief aan de slag. Gemeenten, bedrijven, energiecoöperaties zoeken elkaar op en werken samen met regionale en landelijke partijen aan energiebesparing en opwekking van duurzame energie. De Bouwagenda In de kabinetsbrief van 29 november 2016 hebben de drie voormalige ministers van Economische Zaken, voor Wonen en Rijksdienst, en van Infrastructuur & Milieu in samenspraak met de bouwsector De Bouwagenda geïnitieerd. Doel is om te komen tot een ambitieus vernieuwingsprogramma voor de bouwsector waarin de uitdagingen op het gebied van energie, klimaat en grondstoffen vooropstaan. Uit de internationale klimaatuitspraken volgt dat alle bestaande gebouwen voor 2050 CO₂-neutraal moeten worden. Daarbovenop komt het besluit van het kabinet om het Nederlandse gasgebruik versneld af te bouwen. Dit maakt de verduurzaming van onze gebouwde omgeving nóg urgenter. Een uniek samenwerkingsverband vanuit alle gelederen van de bouwsector - overheid, kennisinstellingen, markt en belangengroepen - heeft hiervoor een ambitieus plan van aanpak opgesteld: De Bouwagenda. Doelen zijn betere samenwerking, versnelling en opschaling, meer innovatie en productiviteit, gebruik van slimme ICT- en datatoepassingen en een excellente opleidings- en onderwijsinfrastructuur. Klimaat- en Energieakkoord 2018 Er is een groot gevoel van urgentie bij het nieuwe kabinet, dat gepaard gaat met bereidheid de wet- en regelgeving aan te passen en substantiële geldmiddelen ter beschikking te stellen om de verduurzaming te realiseren. Dit komt onder meer tot uiting in de instelling van de sectortafels, die voor 1 juli 2018 advies moesten uitbrengen over het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord, als opvolger van het huidige Energieakkoord. In het najaar van 2018 wordt dit akkoord verder uitgewerkt. Nederland Circulair in 2050 Met het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 heeft het kabinet in september 2016 de inzet van de Rijksoverheid gepresenteerd. Vervolgens is deze ambitie, een volledig circulaire economie in 2050, in januari 2017 breder onderschreven in het Grondstoffenakkoord door bedrijven, vakbonden, overheden, natuur- en milieuorganisaties, kennisinstituten, financiële instellingen en vele andere maatschappelijke organisaties. Op dit moment staat de teller op meer dan 325 ondertekenaars. In 2018 wordt gewerkt aan de uitwerking van het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 en het Grondstoffenakkoord in vijf transitieagenda's voor Biomassa & Voedsel, Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptiegoederen. De Transitieagenda Circulaire Bouweconomie beschrijft de strategie om tot een circulaire bouweconomie te komen in 2050 en bevat de Agenda voor de periode 2018-2021. Circulair bouwen vergt een transitie van de bouwsector. De nadruk daarbij ligt op het realiseren van hoogwaardig(er) hergebruik in alle deelmarkten van de bouw. Een andere manier kan zijn het toepassen van biobased materialen, materialen die oneindig beschikbaar zijn, zoals hout, hennep, olifantsgras etc. Het betekent dat er een nieuwe markt op gang komt, waarin ketenpartners op een andere manier samenwerken. Een markt met nieuwe technieken, waarin andere producten en diensten zijn vereist. Een financiële impuls, innovatieve financieringsvormen en andere aanbestedingsvormen zijn nodig. Aanpassing van wet- en regelgeving is onontbeerlijk. Opleidingen zullen nieuwe kennis en vaardigheden moeten gaan ontwikkelen en uitdragen. WP4 D4.2 Labor market analysis 6

4. Landelijke scenario s Gebouwde Omgeving Energie Nul 4.1. Intro Hoe de markt voor verduurzaming van bestaande gebouwen zich in de komende 32 jaar verder gaat ontwikkelen blijft lastig om te voorzien. Wat buiten kijf staat is dat de opgave door een steeds bredere groep aan initiatieven wordt opgepakt en inmiddels een groot politiek draagvlak geniet. Ook valt op dat de verduurzaming van de gebouwde omgeving samen gaat vallen met een digitaliseringsgolf en de overgang naar een circulaire economie. Als we echter naar de werkelijk behaalde resultaten van de periode 2008 2018 kijken, dan zien we dat de initiatieven uit deze periode ons geleid hebben tot een stabiele, maar helaas niet versnellende markt. Jaarlijks wordt in 400.000 eigen woningen één verduurzamingsmaatregel getroffen, in 100.000 eigen woningen zijn dat er twee. Dit patroon is al jaren weinig veranderd (Bouwagenda 2017). Versnelling van de markt-adaptatie is broodnodig. Dit wordt herkend in de meest recente initiatieven. Als we ervan uitgaan dat de doelstelling om in 2050 de volledige gebouwde omgeving naar nul te brengen, dan is het mogelijk om nauwkeuriger scenario s te schetsen van de toekomstige marktontwikkeling. Dit in relatie tot de diverse verduurzamingsstrategieën en de impact van deze strategieën op de arbeidsmarkt. De kans is groot dat de verduurzaming van de gebouwde omgeving de innovatiecurve van Rogers gaat volgen. Dit omdat vanuit beleidsoogpunt 2050 als ultieme stip op de horizon is geplaatst. Figuur 1: Innovatiecurve van Rogers Optimistisch geschat zitten we nu aan het begin van het tweede deel van de 'Early adopters fase' (midden in het gat / de kloof van desillusie). Ervaren vakmensen kunnen in deze fase het verschil maken. Immers de klant twijfelt nog, deze heeft positieve en betrouwbare support nodig. Wie als onderneming het eerst de kloof uitkomt, die heeft de beste positie om de markt te versnellen en grootschalig impact te maken! WP4 D4.2 Labor market analysis 7

4.2. Verdeling van de analyse in scenario s voor de woningbouw De in het vorige hoofdstuk genoemde initiatieven stellen verschillende ambitieniveaus en acties voor om te komen tot een volledig duurzame gebouwde omgeving. De belangrijkste zijn op hoofdlijnen verwerkt in de arbeidsmarktanalyse. De scenario s in de ontwikkelde analyse Excel zijn aanpasbaar. Zodat er bij nieuwe ambities snel inzicht verkregen kan worden inzake de impact. Scenario's Omschrijving Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Bestaande woningen naar label A 2030 Bestaande woningen naar energieneutraal/nom in 2050 Bestaande bouw woningen label A 2030 met groei naar energieneutraal/nom in 2050 Doel bereikt in: 2050 2030 2030 Label doel: A++ A A Sector: Alle woningen Alle woningen Alle woningen Installatiebranche: Rekensleutel 1% 1% 1% 1% Huidige labelstappen per jaar 300.000 300.000 300.000 Omzet I-sector 2014 (mln. ) 13.000 13.000 13.000 Aantal medewerkers I-sector 120.000 120.000 120.000 Aantal werkbare dagen 220 220 220 Woningen/gebouwen per fabriek 8.000 8.000 8.000 Geïndustrialiseerd vanaf 20.000 20.000 20.000 Figuur 2: Overzicht van invoervariabelen voor de scenario s Ontwikkeling prijspeil: Kostendaling per jaar 1,59% 1,59% 1,59% Scenario 1 Bestaande woningen naar energieneutraal/nom in 2050 Energieneutraal of NOM wordt vooral gebruikt in relatie tot gebouwen. Een energieneutraal pand wekt gemiddeld over een bepaalde periode (jaar of langer) evenveel energie op als dat het gebruikt. Het verschil tussen opwek en gebruik wordt via opslag (b.v. warmte of elektriciteit) of via (terug)levering van (aan) het net gereguleerd. Bekende voorwaarde is vaak de salderingsregeling waarmee zon-pv elektriciteit aan het net geleverd kan worden tegen dezelfde prijs waarvoor het gekocht wordt. Scenario 2 Bestaande woningen naar label A in 2030 In dit scenario maken we een grote stap naar alle woningen Label A in 2030. Dit met gebruikmaking van al bewezen technieken. Daarna zijn er meerdere opties voor verdere verduurzaming. Bijvoorbeeld door alle energie die in de woningen wordt gebruikt, ergens anders zonder de uitstoot van CO2 op te wekken. Dit betekent vaak door gebruik van duurzame bronnen als zon en wind, maar kan ook door CO2-uitstoot niet mee te tellen als die voortkomt uit de zgn. korte koolstofkringloop. Bijvoorbeeld: bij houtstook of biomassa komt CO2 vrij, maar de gebruikte koolstof is pas kort geleden uit de atmosfeer onttrokken. Ook kan na 2030 de verdere stap naar energieneutraal/nom in 2050 worden gemaakt. Dit wordt uitgewerkt in Scenario 3 Scenario 3 Bestaande woningen naar label A 2030 en energieneutraal/nom in 2050 Dit scenario is een combinatie van scenario s 2 en 1. Eerst werken we toe naar energielabel A in 2030 voor alle woningen. Met daarna een doorgroei tot Energieneutraal in 2050. Dit scenario is als laatste door ECN uitgewerkt. Scenario 4 CO2-neutraal, bestaande woningen label B in 2040 CO2-neutraal zit heel dicht tegen Klimaatneutraal aan. De term CO2-neutraal is vaak duidelijker omdat de CO2 op elke manier gecompenseerd kan worden, waar ook ter wereld. Soms worden bossen geplant in Brazilië met de garantie dat ze 100 jaar staan. Ook dat mag tellen als CO2-neutrale energie. Daartoe is natuurlijk wel een garantiestelling nodig. Als deze garantiestelling er komt, is de aanname, dan is de hele woningvoorraad op label B in 2040 voldoende om de doelstellingen te halen. WP4 D4.2 Labor market analysis 8

4.3. Opzet en doelstelling van het analysemodel. Om een globale impressie te geven van de energetische renovatie-opgave is de innovatiecurve van Rogers geplot op de markt Verduurzaming bestaande woningbouw. Hierbij is gerekend op basis van de in 2016 bekende energielabels. Doelstelling van de analyse is om op hoofdlijnen inzicht te geven in de idealiter verwachte tempo s en het effect van deze tempo s op de arbeidsmarkt. We gaan ervanuit dat tekorten van goed bijgeschoolde vakmensen een remmend effect zullen hebben op het tempo van verduurzaming. Op basis van de analyse resultaten en de regionale verdeling kan strategisch, voordat de marktvraag er daadwerkelijk is worden ingezet op gerichte bijscholing. Figuur 3: Labelverdeling Energielabels In de door ECN gevalideerde versie zijn deze gegevens verrijkt met onderscheid tussen Sociale huurwoningen, Particuliere huurwoningen, Koopwoningen. Ook zijn meer recente gegevens over de Energielabels toegepast. Als laatste is de calculatie van de prijs in s per labelstap aangescherpt en verdeeld in een bouw gerelateerd deel en een installaties gerelateerd deel, dit inclusief de gemiddelde prijsontwikkeling. Dit op basis van de bij ECN beschikbare modellen Variatietool ECN (woningen) en SAWEC model ECN (woningen). WP4 D4.2 Labor market analysis 9

4.3.1. Scenario 1 100% NOM/BENG/nZEB in 2050 Originele analyse Uitgangspunten Aantal woningen 7.000.000 1% marktaandeel 70.000 Huidige tempo (aantal labelstappen bij woningen per jaar) 300.000 Omzet bij huidige tempo 1.800.000.000,00 Gemiddelde investering per labelstap 6.000 Omzet I-sector 2014 13.000.000.000,00 Aantal medewerkers I-sector 120.000 omzet per medewerker I-sector 108.333,33 1% omzet I-sector 130.000.000,00 Aantal werkbare dagen 220 Aantal woningen per fabriek 8.000 Gemiddeld aantal benodigde labelstappen 4,47 Gemiddelde investering 26.796,00 Aantal jaren 33 In onderstaande tabel staan op basis van bovenstaande uitgangspunten de volumes in elk label-segment & de daarbij behorende verwachte omzetten voor de bouw- en installatiesector. Om tot een inschatting van de verdeling traditioneel - industrieel one-step te komen is een splitsing gemaakt in het volume waar de geraamde investering minimaal 36.000 bedraagt. E-labels 1-1-2016 Aantal woningen Labelstappen Aantal labelstappen Upgrade Investering Totale omzet A+++ naar E-neutraal A++ BENG / NOM A - A+ 8,6 602.000 2 1.204.000 12.000 7.224.000.000,00 B 16,2 1.134.000 3 3.402.000 18.000 20.412.000.000,00 C 30,6 2.142.000 4 8.568.000 24.000 51.408.000.000,00 D 22,5 1.575.000 5 7.875.000 30.000 47.250.000.000,00 E 12,1 847.000 6 5.082.000 36.000 30.492.000.000,00 F 6,7 469.000 7 3.283.000 42.000 19.698.000.000,00 G 3,3 231.000 8 1.848.000 48.000 11.088.000.000,00 100 7.000.000 4,47 Gemiddelde L-stappen 26.796 187.572.000.000,00 Max geïndustrialiseerd 1.547.000 213,09 per werkdag Omzet 61.278.000.000,00 5,9 Fabrieken Bovenstaande geeft het totaal volume van het aantal benodigde labelstappen, echter het is niet realistisch te verwachten dat het volume in elk jaar even hoog ligt. Waarschijnlijk vind er een opbouw van de realisatiecapaciteit in de markt plaats. Om realistische inschattingen te doen is in de volgende tabellen de innovatiecurve van Rogers gebruikt, met een overloopperiode tot 2055. De groei is afgezet tegen de omzet van de installatiesector in 2014. WP4 D4.2 Labor market analysis 10

Jaar Marktaandeel Innovatiefase % Aantal woningen Totaal aantal nzeb Omzet per jaar Maatregelen 100% los per % van huidig Extra omzet In FTE In FTE werkelijk 2015 0 Innovators 0,00 0 0-0 0-2016 1,1 Innovators 1,1 77.000 77.000 2.063.292.000,00 343.882 16 263.292.000 2.430 2017 2,3 Innovators 1,2 84.000 161.000 2.250.864.000,00 375.144 17 450.864.000 4.162 2018 3,6 Innovators 1,3 91.000 252.000 2.438.436.000,00 406.406 19 638.436.000 5.893 1.731 2019 5 Early Adopters 1,4 98.000 350.000 2.626.008.000,00 437.668 20 826.008.000 7.625 1.731 2020 6,5 Early Adopters 1,5 105.000 455.000 2.813.580.000,00 468.930 22 1.013.580.000 9.356 1.731 2021 8,1 Early Adopters 1,6 112.000 567.000 3.001.152.000,00 500.192 23 1.201.152.000 11.088 1.731 2022 9,8 Early Adopters 1,7 119.000 686.000 3.188.724.000,00 531.454 25 1.388.724.000 12.819 1.731 2023 11,65 Early Adopters 1,85 129.500 815.500 3.470.082.000,00 578.347 27 1.670.082.000 15.416 2.597 2024 13,7 Early Adopters 2,05 143.500 959.000 3.845.226.000,00 640.871 30 2.045.226.000 18.879 3.463 2025 16 Early Adopters 2,3 161.000 1.120.000 4.314.156.000,00 719.026 33 2.514.156.000 23.208 4.329 2026 18,5 Early Adopters 2,5 175.000 1.295.000 4.689.300.000,00 781.550 36 2.889.300.000 26.670 3.463 2027 21,2 Early Majority 2,7 189.000 1.484.000 5.064.444.000,00 844.074 39 3.264.444.000 30.133 3.463 2028 24,15 Early Majority 2,95 206.500 1.690.500 5.533.374.000,00 922.229 43 3.733.374.000 34.462 4.329 2029 27,35 Early Majority 3,2 224.000 1.914.500 6.002.304.000,00 1.000.384 46 4.202.304.000 38.790 4.329 2030 30,75 Early Majority 3,4 238.000 2.152.500 6.377.448.000,00 1.062.908 49 4.577.448.000 42.253 3.463 2031 34,35 Early Majority 3,6 252.000 2.404.500 6.752.592.000,00 1.125.432 52 4.952.592.000 45.716 3.463 2032 38,05 Early Majority 3,7 259.000 2.663.500 6.940.164.000,00 1.156.694 53 5.140.164.000 47.448 1.731 2033 41,9 Early Majority 3,85 269.500 2.933.000 7.221.522.000,00 1.203.587 56 5.421.522.000 50.045 2.597 2034 45,9 Early Majority 4 280.000 3.213.000 7.502.880.000,00 1.250.480 58 5.702.880.000 52.642 2.597 2035 50 Late Majority 4,1 287.000 3.500.000 7.690.452.000,00 1.281.742 59 5.890.452.000 54.373 1.731 2036 54,1 Late Majority 4,1 287.000 3.787.000 7.690.452.000,00 1.281.742 59 5.890.452.000 54.373-2037 58,1 Late Majority 4 280.000 4.067.000 7.502.880.000,00 1.250.480 58 5.702.880.000 52.642-1.731 2038 61,95 Late Majority 3,85 269.500 4.336.500 7.221.522.000,00 1.203.587 56 5.421.522.000 50.045-2.597 2039 65,65 Late Majority 3,7 259.000 4.595.500 6.940.164.000,00 1.156.694 53 5.140.164.000 47.448-2.597 2040 69,25 Late Majority 3,6 252.000 4.847.500 6.752.592.000,00 1.125.432 52 4.952.592.000 45.716-1.731 2041 72,65 Late Majority 3,4 238.000 5.085.500 6.377.448.000,00 1.062.908 49 4.577.448.000 42.253-3.463 2042 75,85 Late Majority 3,2 224.000 5.309.500 6.002.304.000,00 1.000.384 46 4.202.304.000 38.790-3.463 2043 78,8 Late Majority 2,95 206.500 5.516.000 5.533.374.000,00 922.229 43 3.733.374.000 34.462-4.329 2044 81,5 Late Majority 2,7 189.000 5.705.000 5.064.444.000,00 844.074 39 3.264.444.000 30.133-4.329 2045 84 Late Majority 2,5 175.000 5.880.000 4.689.300.000,00 781.550 36 2.889.300.000 26.670-3.463 2046 86,3 Laggards 2,3 161.000 6.041.000 4.314.156.000,00 719.026 33 2.514.156.000 23.208-3.463 2047 88,35 Laggards 2,05 143.500 6.184.500 3.845.226.000,00 640.871 30 2.045.226.000 18.879-4.329 2048 90,2 Laggards 1,85 129.500 6.314.000 3.470.082.000,00 578.347 27 1.670.082.000 15.416-3.463 2049 91,9 Laggards 1,7 119.000 6.433.000 3.188.724.000,00 531.454 25 1.388.724.000 12.819-2.597 2050 93,5 Laggards 1,6 112.000 6.545.000 3.001.152.000,00 500.192 23 1.201.152.000 11.088-1.731 2051 95 Laggards 1,5 105.000 6.650.000 2.813.580.000,00 468.930 22 1.013.580.000 9.356-1.731 2052 96,4 Laggards 1,4 98.000 6.748.000 2.626.008.000,00 437.668 20 826.008.000 7.625-1.731 2053 97,7 Laggards 1,3 91.000 6.839.000 2.438.436.000,00 406.406 19 638.436.000 5.893-1.731 2054 98,9 Laggards 1,2 84.000 6.923.000 2.250.864.000,00 375.144 17 450.864.000 4.162-1.731 2055 100 Laggards 1,1 77.000 7.000.000 2.063.292.000,00 343.882 16-100,00 7.000.000 Totale investering over 34 jaar 187.572.000.000 Gemiddeld aantal nieuwe FTE per jaar in de groeifase: 2.790 WP4 D4.2 Labor market analysis 11

4.3.2. Scenario 1 100% NOM/BENG/nZEB in 2050 Gevalideerde analyse Uitgangspunten Label Labelverdeling Labelstappen Investering per woning huidig jaar naar label A++ totaal installatie bouwkundig A+++ 0% A++ 0% 0 A+ 0% 1 4.689 0 4.681 A 5% 2 8.209 0 8.209 B 19% 3 14.349 5.495 8.854 C 25% 4 18.148 7.281 10.867 D 17% 5 22.052 7.788 14.263 E 15% 6 26.257 7.920 18.337 F 12% 7 30.808 8.547 22.261 G 8% 8 38.700 10.140 28.559 Gemiddeld: 100% 4,83 21.820 7.108 14.712 Investering per labelstap: 4.534 1.310 3.223 Startjaar: 2019 Doel bereikt in: 2050 Label doel: A++ 50% marktaandeel bereikt in: 2035 Sector: Alle woningen Aantal medewerkers I-sector 120.000 Aantal werkbare dagen 220 Woningen/gebouwen per fabriek 8.000 Omzet: Marktaandeel installatiebranche 1% Omzet I-sector 2014 (mln. ) 13.000 Huidige labelstappen per jaar 300.000 Omzet bij huidige tempo (mln. /jr) 1.360 Omzet per medewerker I-sector in 108.333 Omzet volgens scenario (mln. /jr) 5.152 WP4 D4.2 Labor market analysis 12

Resultaten Jaar Extra FTE bouwbreed Extra FTE installatiedeel Omzet volgens scenario (mln. /jr) 4.534 waarvan: installatiewerkzaamheden 1.477 bouwwerkzaamheden 3.057 Deel van omzet woningen geïndustrialiseerd: vanaf: 20.000 Aantal 3.720.807 Aantal maatregelen 17.965.931 Omzet 52.937 Woningen/Gebouwen per werkdag 483 Aantal fabrieken 13,3 per jaar per jaar 2015 2016 1.458 421 2017 1.951 564 2018 2.544 735 2019 3.234 935 2020 4.002 1.157 2021 4.798 1.387 2022 5.608 1.621 2023 6.361 1.839 2024 6.991 2.021 2025 7.425 2.146 2026 7.622 2.203 2027 7.479 2.162 2028 6.978 2.017 2029 6.108 1.765 2030 4.891 1.414 2031 3.455 999 2032 1.740 503 Groei in FTE per jaar in de groeifase WP4 D4.2 Labor market analysis 13

De extra FTE verdeeld over de OTIB regio s. Extra FTE installatiedeel Verdeeld over OTIB regio's Jaar FTE per J G-O M-N N-H N-N Z-H Z-N 2016 421 91 47 49 38 89 108 2017 564 121 63 65 51 119 145 2018 735 158 82 85 66 155 189 2019 935 201 104 109 84 197 240 2020 1157 249 129 134 104 244 297 2021 1387 298 154 161 124 293 356 2022 1621 348 180 188 145 342 417 2023 1839 395 204 214 165 388 473 2024 2021 434 225 235 181 427 519 2025 2146 461 238 249 192 453 552 2026 2203 473 245 256 198 465 566 2027 2162 464 240 251 194 457 556 2028 2017 433 224 234 181 426 518 2029 1765 379 196 205 158 373 454 2030 1414 304 157 164 127 299 363 2031 999 215 111 116 90 211 257 2032 503 108 56 58 45 106 129 WP4 D4.2 Labor market analysis 14

4.3.3. Scenario 2 Bestaande woningen naar label A 2030 originele analyse Aantal woningen 7.000.000 1% marktaandeel 70.000 Huidige tempo (aantal labelstappen bij woningen per jaar) 300.000 Omzet bij huidige tempo 1.800.000.000,00 Gemiddelde investering per labelstap 6.000 Omzet I-sector 2014 13.000.000.000,00 Aantal medewerkers I-sector 120.000 omzet per medewerker I-sector 108.333,33 1% omzet I-sector 130.000.000,00 Aantal werkbare dagen 220 Aantal woningen per fabriek 8.000 Gemiddeld aantal benodigde labelstappen 2,47 Gemiddelde investering 14.796,00 Aantal jaren 13 In onderstaande tabel staan op basis van bovenstaande uitgangspunten de volumes in elk label-segement & de daarbij behorende verwachte omzetten voor de bouw- en installatiesector. Om tot een inschatting van de verdeling traditioneel - industrieel one-step te komen is een splitsing gemaakt in het volume waar de geraamde investering minimaal 36.000 bedraagt. E-labels 1-1-2016 Aantal woningen Labelstappen Aantal labelstappen Upgrade Investering Totale omzet A+++ naar E-neutraal A++ BENG / NOM A - A+ 8,6 602.000 0-0 - B 16,2 1.134.000 1 1.134.000 6.000 6.804.000.000,00 C 30,6 2.142.000 2 4.284.000 12.000 25.704.000.000,00 D 22,5 1.575.000 3 4.725.000 18.000 28.350.000.000,00 E 12,1 847.000 4 3.388.000 24.000 20.328.000.000,00 F 6,7 469.000 5 2.345.000 30.000 14.070.000.000,00 G 3,3 231.000 6 1.386.000 36.000 8.316.000.000,00 100 7.000.000 2,47 Gemiddelde L-stappen 14.796 103.572.000.000,00 Max geïndustrialiseerd 231.000 80,77 per werkdag Omzet 8.316.000.000,00 2,2 Fabrieken Bovenstaande geeft het totaal volume van het aantal benodigde labelstappen, echter het is niet realistisch te verwachten dat het volume in elk jaar even hoog ligt. Waarschijnlijk vind er een opbouw van de realisatiecapaciteit in de markt plaats. Om realistische inschattingen te doen is in de volgende tabellen de innovatiecurve van Rogers gebruikt, met een overloopperiode tot 2035. De groei is afgezet tegen de omzet van de installatiesector in 2014. WP4 D4.2 Labor market analysis 15

Jaar Marktaandeel Innovatiefase % Aantal woningen Totaal aantal nzeb Omzet per jaar Maatregelen 100% los per % van huidige Extra omzet In FTE In FTE werkelijk 2015 0 Innovators 0,00 0 0-0 0-2016 2,2 Innovators 2,2 154.000 154.000 2.278.584.000,00 379.764 18 478.584.000 4.418 2017 4,7 Innovators 2,5 175.000 329.000 2.589.300.000,00 431.550 20 789.300.000 7.286 2018 7,7 Innovators 3 210.000 539.000 3.107.160.000,00 517.860 24 1.307.160.000 12.066 4.780 2019 11,4 Early Adopters 3,7 259.000 798.000 3.832.164.000,00 638.694 29 2.032.164.000 18.758 6.692 2020 16 Early Adopters 4,6 322.000 1.120.000 4.764.312.000,00 794.052 37 2.964.312.000 27.363 8.604 2021 21,5 Early Adopters 5,5 385.000 1.505.000 5.696.460.000,00 949.410 44 3.896.460.000 35.967 8.604 2022 27,9 Early Adopters 6,4 448.000 1.953.000 6.628.608.000,00 1.104.768 51 4.828.608.000 44.572 8.604 2023 34,9 Early Adopters 7 490.000 2.443.000 7.250.040.000,00 1.208.340 56 5.450.040.000 50.308 5.736 2024 42,3 Early Adopters 7,4 518.000 2.961.000 7.664.328.000,00 1.277.388 59 5.864.328.000 54.132 3.824 2025 50 Early Adopters 7,7 539.000 3.500.000 7.975.044.000,00 1.329.174 61 6.175.044.000 57.000 2.868 2026 57,7 Early Adopters 7,7 539.000 4.039.000 7.975.044.000,00 1.329.174 61 6.175.044.000 57.000-2027 65,1 Early Majority 7,4 518.000 4.557.000 7.664.328.000,00 1.277.388 59 5.864.328.000 54.132-2.868 2028 72,1 Early Majority 7 490.000 5.047.000 7.250.040.000,00 1.208.340 56 5.450.040.000 50.308-3.824 2029 78,5 Early Majority 6,4 448.000 5.495.000 6.628.608.000,00 1.104.768 51 4.828.608.000 44.572-5.736 2030 84 Early Majority 5,5 385.000 5.880.000 5.696.460.000,00 949.410 44 3.896.460.000 35.967-8.604 2031 88,6 Early Majority 4,6 322.000 6.202.000 4.764.312.000,00 794.052 37 2.964.312.000 27.363-8.604 2032 92,3 Early Majority 3,7 259.000 6.461.000 3.832.164.000,00 638.694 29 2.032.164.000 18.758-8.604 2033 95,3 Early Majority 3 210.000 6.671.000 3.107.160.000,00 517.860 24 1.307.160.000 12.066-6.692 2034 97,8 Early Majority 2,5 175.000 6.846.000 2.589.300.000,00 431.550 20 789.300.000 7.286-4.780 2035 100 Late Majority 2,2 154.000 7.000.000 2.278.584.000,00 379.764 18 478.584.000 4.418-2.868 2036 100 Late Majority 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-21.033 100,00 7.000.000 Totale investering over 20 jaar 103.572.000.000 Gemiddeld aantal nieuwe FTE per jaar in de groeifase: 6.214 Na 2030 volgt een verdere inspanning naar A+++ of Energieneutraal in 2050. Onderstaande grafiek illustreert hoe in de warmtepomptechniek hierbij diverse typen warmtepompen elkaar opvolgen. Bron: Routekaart Hybride warmtepomp, Berenschot, 2017 WP4 D4.2 Labor market analysis 16

De druk op de sector kan in voor deze doelstelling worden gespreid door te kiezen voor een scenario geleidelijke groei. Hierbij wordt de benodigde capaciteit geleidelijk opgebouwd. Wel is het zaak om het volume na 2030 door aanvullende verduurzamingsmaatregelen (naar Energieneutraal) een tijd stabiel te houden. Jaar Marktaandeel Innovatiefase % Aantal woningen Totaal aantal nzeb Omzet per jaar Maatregelen 100% los per jaar % van huidige Extra omzet In FTE In FTE werkelijk 2015 0 Innovators 0,00 0 0-0 0-2016 2,2 Innovators 2,2 154.000 154.000 2.278.584.000,00 379.764 18 478.584.000 4.418 2017 4,6 Innovators 2,4 168.000 322.000 2.485.728.000,00 414.288 19 685.728.000 6.330 2018 7,2 Innovators 2,6 182.000 504.000 2.692.872.000,00 448.812 21 892.872.000 8.242 1.912 2019 10 Early Adopters 2,8 196.000 700.000 2.900.016.000,00 483.336 22 1.100.016.000 10.154 1.912 2020 13 Early Adopters 3 210.000 910.000 3.107.160.000,00 517.860 24 1.307.160.000 12.066 1.912 2021 16,2 Early Adopters 3,2 224.000 1.134.000 3.314.304.000,00 552.384 25 1.514.304.000 13.978 1.912 2022 19,6 Early Adopters 3,4 238.000 1.372.000 3.521.448.000,00 586.908 27 1.721.448.000 15.890 1.912 2023 23,3 Early Adopters 3,7 259.000 1.631.000 3.832.164.000,00 638.694 29 2.032.164.000 18.758 2.868 2024 27,4 Early Adopters 4,1 287.000 1.918.000 4.246.452.000,00 707.742 33 2.446.452.000 22.583 3.824 2025 32 Early Adopters 4,6 322.000 2.240.000 4.764.312.000,00 794.052 37 2.964.312.000 27.363 4.780 2026 37 Early Adopters 5 350.000 2.590.000 5.178.600.000,00 863.100 40 3.378.600.000 31.187 3.824 2027 42,4 Early Majority 5,4 378.000 2.968.000 5.592.888.000,00 932.148 43 3.792.888.000 35.011 3.824 2028 48,3 Early Majority 5,9 413.000 3.381.000 6.110.748.000,00 1.018.458 47 4.310.748.000 39.792 4.780 2029 54,7 Early Majority 6,4 448.000 3.829.000 6.628.608.000,00 1.104.768 51 4.828.608.000 44.572 4.780 2030 61,5 Early Majority 6,8 476.000 4.305.000 7.042.896.000,00 1.173.816 54 5.242.896.000 48.396 3.824 2031 68,7 Early Majority 7,2 504.000 4.809.000 7.457.184.000,00 1.242.864 57 5.657.184.000 52.220 3.824 2032 76,1 Early Majority 7,4 518.000 5.327.000 7.664.328.000,00 1.277.388 59 5.864.328.000 54.132 1.912 2033 83,8 Early Majority 7,7 539.000 5.866.000 7.975.044.000,00 1.329.174 61 6.175.044.000 57.000 2.868 2034 91,8 Early Majority 8 560.000 6.426.000 8.285.760.000,00 1.380.960 64 6.485.760.000 59.869 2.868 2035 100 Late Majority 8,2 574.000 7.000.000 8.492.904.000,00 1.415.484 65 6.692.904.000 61.781 1.912 2036 100 Late Majority 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-78.396 100,00 7.000.000 Totale investering over 20 jaar 103.572.000.000 Gemiddeld aantal nieuwe FTE per jaar in de groeifase: 3.081 WP4 D4.2 Labor market analysis 17

4.3.4. Scenario 2 Bestaande woningen naar label A 2030 Gevalideerde analyse Uitgangspunten Label Labelverdeling Labelstappen Investering per woning huidig jaar naar label A totaal installatie bouwkundig A+++ 0% A++ 0% A+ 0% A 5% 0 B 19% 1 6.852 5.921 931 C 25% 2 10.484 7.626 2.858 D 17% 3 14.128 8.052 6.076 E 15% 4 17.943 8.192 9.751 F 12% 5 21.851 8.797 13.054 G 8% 6 28.952 10.333 18.619 Gemiddeld: 100% 2,83 13.712 7.403 6.310 % omzet 48,82 51,2 Investering per labelstap: 4.772 2.330 2.442 Startjaar: 2015 Doel bereikt in: 2030 Label doel: A 50% marktaandeel bereikt in: 2023 Sector: Alle woningen Aantal medewerkers I-sector 120.000 Aantal werkbare dagen 220 Woningen/gebouwen per fabriek 8.000 Omzet: Rekensleutel 1% 1% Omzet I-sector 2014 (mln. ) 13.000 Huidige labelstappen per jaar 300.000 Omzet bij huidige tempo (mln. /jr) 1.432 Omzet per medewerker I-sector in 108.333 WP4 D4.2 Labor market analysis 18

Resultaten Omzet per medewerker I-sector in 108.333 Omzet volgens scenario (mln. /jr) 6.666 waarvan: installatiewerkzaamheden 3.599 bouwwerkzaamheden 3.068 Deel van omzet woningen geïndustrialiseerd: vanaf: 20.000 Aantal 1.427.303 Aantal maatregelen 4.038.837 Omzet 6.784 Woningen/Gebouwen per werkdag 433 Aantal fabrieken 11,9 Jaar 2015 Extra FTE bouwbreed per jaar Groei in FTE per jaar in de groeifase Extra FTE installatiedeel per jaar 2016 6.045 2.951 2017 10.967 5.354 2018 17.232 8.412 2019 23.149 11.301 2020 25.962 12.674 2021 22.923 11.191 2022 13.464 6.573 De extra FTE verdeeld over de OTIB regio s Extra FTE installatiedeel Verdeeld over OTIB regio's Jaar FTE per J G-O M-N N-H N-N Z-H Z-N 2016 2951 634 328 343 265 623 758 2017 5354 1150 595 622 480 1131 1376 2018 8412 1807 935 977 755 1777 2162 2019 11301 2428 1256 1313 1014 2387 2904 2020 12674 2723 1408 1472 1137 2677 3257 2021 11191 2404 1243 1300 1004 2363 2876 2022 6573 1412 730 763 590 1388 1689 WP4 D4.2 Labor market analysis 19

2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 Aantal renovaties per jaar NL 4.3.5. Scenario 3 Bestaande woningen naar label A in 2030 en vervolgens NOM in 2050 Met de door ECN gevalideerde model is het sinds juni 2018 ook mogelijk om tussenstappen te maken. In dit scenario gaan we uit van Label A in 2030 en vervolgens een verdere verduurzaming naar NOM of BENG in 2050. 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 Installatiedeel verdeeld over regio's Jaar FTE per J G-O M-N N-H N-N Z-H Z-N 2020 2910 625 323 338 261 615 748 2021 6057 1301 673 703 543 1279 1557 2022 9549 2052 1061 1109 856 2017 2454 2023 10802 2321 1200 1255 969 2281 2776 2024 7379 1585 820 857 662 1558 1896 2025-89 -19-10 -10-8 -19-23 2026-7490 -1609-832 -870-672 -1582-1925 2027-10815 -2324-1202 -1256-970 -2284-2780 2028-9490 -2039-1054 -1102-851 -2004-2439 2029-5985 -1286-665 -695-537 -1264-1538 2030-6792 -1459-755 -789-609 -1434-1746 2031 235 50 26 27 21 50 60 2032 1773 381 197 206 159 375 456 WP4 D4.2 Labor market analysis 20

2033 3023 649 336 351 271 638 777 2034 4217 906 469 490 378 891 1084 2035 5286 1136 587 614 474 1116 1359 2036 5987 1286 665 695 537 1264 1539 2037 6035 1297 671 701 541 1275 1551 2038 5229 1124 581 607 469 1104 1344 2039 3557 764 395 413 319 751 914 2040 1238 266 138 144 111 261 318 2041-1316 -283-146 -153-118 -278-338 Bouwdeel verdeeld over regio's Jaar FTE per J G-O M-N N-H N-N Z-H Z-N 2020 3818 814 399 481 309 889 926 2021 7945 1694 831 1000 643 1850 1927 2022 12527 2671 1310 1577 1014 2917 3038 2023 14171 3021 1482 1784 1147 3300 3437 2024 9680 2064 1013 1219 784 2254 2348 2025-117 -25-12 -15-9 -27-28 2026-9826 -2095-1028 -1237-795 -2288-2383 2027-14188 -3025-1484 -1787-1148 -3304-3441 2028-12450 -2654-1302 -1568-1008 -2899-3019 2029-7852 -1674-821 -989-636 -1828-1904 2030-8911 -1900-932 -1122-721 -2075-2161 2031 308 66 32 39 25 72 75 2032 2326 496 243 293 188 542 564 2033 3965 845 415 499 321 923 962 2034 5532 1179 579 697 448 1288 1341 2035 6935 1478 725 873 561 1615 1682 2036 7855 1675 822 989 636 1829 1905 2037 7917 1688 828 997 641 1844 1920 2038 6860 1462 718 864 555 1597 1664 2039 4666 995 488 588 378 1086 1132 2040 1624 346 170 204 131 378 394 2041-1726 -368-181 -217-140 -402-419 WP4 D4.2 Labor market analysis 21

4.3.6. Scenario 4 Bestaande woningen naar label B 2040 originele analyse Aantal woningen 7.000.000 1% marktaandeel 70.000 Huidige tempo (aantal labelstappen bij woningen per jaar) 300.000 Omzet bij huidige tempo 1.800.000.000,00 Gemiddelde investering per labelstap 6.000 Omzet I-sector 2014 13.000.000.000,00 Aantal medewerkers I-sector 120.000 omzet per medewerker I-sector 108.333,33 1% omzet I-sector 130.000.000,00 Aantal werkbare dagen 220 Aantal woningen per fabriek 8.000 Gemiddeld aantal benodigde labelstappen 1,55 Gemiddelde investering 9.312,00 Aantal jaren 23 In onderstaande tabel staan op basis van bovenstaande uitgangspunten de volumes in elk label-segment & de daarbij behorende verwachte omzetten voor de bouw- en installatiesector. Om tot een inschatting van de verdeling traditioneel - industrieel one-step te komen is een splitsing gemaakt in het volume waar de geraamde investering minimaal 36.000 bedraagt. E-labels 1-1-2016 Aantal woningen Labelstappen Aantal labelstappen Upgrade Investering Totale omzet A+++ naar E-neutraal A++ BENG / NOM A - A+ 8,6 602.000 0-0 - B 16,2 1.134.000 0-0 - C 30,6 2.142.000 1 2.142.000 6.000 12.852.000.000,00 D 22,5 1.575.000 2 3.150.000 12.000 18.900.000.000,00 E 12,1 847.000 3 2.541.000 18.000 15.246.000.000,00 F 6,7 469.000 4 1.876.000 24.000 11.256.000.000,00 G 3,3 231.000 5 1.155.000 30.000 6.930.000.000,00 100 7.000.000 1,55 Gemiddelde L-stappen 9.312 65.184.000.000,00 Max geïndustrialiseerd 231.000 45,65 per werkdag Omzet 6.930.000.000,00 1,3 Fabrieken Bovenstaande geeft het totaal volume van het aantal benodigde labelstappen, echter het is niet realistisch te verwachten dat het volume in elk jaar even hoog ligt. Waarschijnlijk vind er een opbouw van de realisatiecapaciteit in de markt plaats. Om realistische inschattingen te doen is in de volgende tabellen de innovatiecurve van Rogers gebruikt, met een overloopperiode tot 2045. De groei is afgezet tegen de omzet van de installatiesector in 2014. WP4 D4.2 Labor market analysis 22

Jaar Marktaandeel Innovatiefase % Aantal woningen Totaal aantal nzeb Omzet per jaar Maatregelen 100% los per % van huidige Extra omzet In FTE In FTE werkelijk 2015 0 Innovators 0,00 0 0-0 0 - - 2016 1,2 Innovators 1,2 84.000 84.000 782.208.000,00 130.368 6-1.017.792.000-9.395-9.395 2017 2,6 Innovators 1,4 98.000 182.000 912.576.000,00 152.096 7-887.424.000-8.192 1.203 2018 4,4 Innovators 1,8 126.000 308.000 1.173.312.000,00 195.552 9-626.688.000-5.785 2.407 2019 6,7 Early Adopters 2,3 161.000 469.000 1.499.232.000,00 249.872 12-300.768.000-2.776 3.008 2020 9,3 Early Adopters 2,6 182.000 651.000 1.694.784.000,00 282.464 13-105.216.000-971 1.805 2021 12,05 Early Adopters 2,75 192.500 843.500 1.792.560.000,00 298.760 14-7.440.000-69 903 2022 14,95 Early Adopters 2,9 203.000 1.046.500 1.890.336.000,00 315.056 15 90.336.000 834 903 2023 18,15 Early Adopters 3,2 224.000 1.270.500 2.085.888.000,00 347.648 16 285.888.000 2.639 1.805 2024 21,85 Early Adopters 3,7 259.000 1.529.500 2.411.808.000,00 401.968 19 611.808.000 5.647 3.008 2025 26,05 Early Adopters 4,2 294.000 1.823.500 2.737.728.000,00 456.288 21 937.728.000 8.656 3.008 2026 30,75 Early Adopters 4,7 329.000 2.152.500 3.063.648.000,00 510.608 24 1.263.648.000 11.664 3.008 2027 35,85 Early Majority 5,1 357.000 2.509.500 3.324.384.000,00 554.064 26 1.524.384.000 14.071 2.407 2028 41,15 Early Majority 5,3 371.000 2.880.500 3.454.752.000,00 575.792 27 1.654.752.000 15.275 1.203 2029 46,65 Early Majority 5,5 385.000 3.265.500 3.585.120.000,00 597.520 28 1.785.120.000 16.478 1.203 2030 52,15 Early Majority 5,50 385.000 3.650.500 3.585.120.000,00 597.520 28 1.785.120.000 16.478-2031 57,65 Early Majority 5,5 385.000 4.035.500 3.585.120.000,00 597.520 28 1.785.120.000 16.478-2032 62,95 Early Majority 5,3 371.000 4.406.500 3.454.752.000,00 575.792 27 1.654.752.000 15.275-1.203 2033 68,05 Early Majority 5,1 357.000 4.763.500 3.324.384.000,00 554.064 26 1.524.384.000 14.071-1.203 2034 72,75 Early Majority 4,7 329.000 5.092.500 3.063.648.000,00 510.608 24 1.263.648.000 11.664-2.407 2035 76,95 Late Majority 4,2 294.000 5.386.500 2.737.728.000,00 456.288 21 937.728.000 8.656-3.008 2036 80,65 Late Majority 3,7 259.000 5.645.500 2.411.808.000,00 401.968 19 611.808.000 5.647-3.008 2037 83,85 Late Majority 3,2 224.000 5.869.500 2.085.888.000,00 347.648 16 285.888.000 2.639-3.008 2038 86,75 Late Majority 2,9 203.000 6.072.500 1.890.336.000,00 315.056 15 90.336.000 834-1.805 2039 89,5 Late Majority 2,75 192.500 6.265.000 1.792.560.000,00 298.760 14-7.440.000-69 -903 2040 92,1 Late Majority 2,6 182.000 6.447.000 1.694.784.000,00 282.464 13-105.216.000-971 -903 2041 94,4 Late Majority 2,3 161.000 6.608.000 1.499.232.000,00 249.872 12-300.768.000-2.776-1.805 2042 96,2 Late Majority 1,8 126.000 6.734.000 1.173.312.000,00 195.552 9-626.688.000-5.785-3.008 2043 97,6 Late Majority 1,4 98.000 6.832.000 912.576.000,00 152.096 7-887.424.000-8.192-2.407 2044 98,8 Late Majority 1,2 84.000 6.916.000 782.208.000,00 130.368 6-1.017.792.000-9.395-1.203 2045 100 Late Majority 1,20 84.000 7.000.000 782.208.000,00 130.368 6-1.017.792.000-9.395-2046 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-7.220 2047 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2048 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2049 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2050 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2051 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2052 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2053 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2054 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-1.800.000.000-16.615-2055 100 Laggards 0 7.000.000-0 0-100,00 7.000.000 Totale investering over 20 jaar 65.184.000.000 Gemiddeld aantal nieuwe FTE per jaar in de groeifase: 1.177 WP4 D4.2 Labor market analysis 23

4.3.7. Scenario 4 Bestaande woningen naar label B 2040 gevalideerde analyse Uitgangspunten Label Labelverdeling Labelstappen Investering per woning huidig jaar naar label B totaal installatie bouwkundig A+++ 0% A++ 0% A+ 0% A 5% B 19% 0 C 25% 1 3.763 2.001 1.761 D 17% 2 7.137 3.646 3.490 E 15% 3 10.420 4.258 6.162 F 12% 4 14.317 4.909 9.408 G 8% 5 21.254 5.601 15.653 Gemiddeld: 100% 1,88 6.991 2.753 4.238 % omzet 35,89 64,1 Investering per labelstap: 3.793 1.361 2.432 Startjaar: 2015 Doel bereikt in: 2040 Label doel: B 50% marktaandeel bereikt in: 2028 Sector: Alle woningen Aantal medewerkers I-sector 120.000 Aantal werkbare dagen 220 Woningen/gebouwen per fabriek 8.000 Omzet: Rekensleutel 1% 1% Omzet I-sector 2014 (mln. ) 13.000 Huidige labelstappen per jaar 300.000 Omzet bij huidige tempo (mln. /jr) 1.138 Omzet per medewerker I-sector in 108.333 WP4 D4.2 Labor market analysis 24

Resultaten Jaar Extra FTE bouwbreed Extra FTE installatiedeel Omzet volgens scenario (mln. /jr) 2.094 waarvan: installatiewerkzaamheden 825 bouwwerkzaamheden 1.270 Deel van omzet woningen geïndustrialiseerd: vanaf: 20.000 Aantal 559.341 Aantal maatregelen 1.053.243 Omzet 907 Woningen/Gebouwen per werkdag 102 Aantal fabrieken 2,8 per jaar per jaar 2015 2016 994 357 2017 1.473 529 2018 2.075 745 2019 2.776 996 2020 3.516 1.262 2021 4.187 1.503 2022 4.695 1.685 2023 4.905 1.760 2024 4.713 1.691 2025 4.064 1.458 2026 2.992 1.074 2027 1.554 558 Aantal FTE per jaar in groeifase WP4 D4.2 Labor market analysis 25

De extra FTE verdeeld over de OTIB regio s Extra FTE installatiedeel Verdeeld over OTIB regio's Jaar FTE per J G-O M-N N-H N-N Z-H Z-N 2016 357 77 40 41 32 75 92 2017 529 114 59 61 47 112 136 2018 745 160 83 86 67 157 191 2019 996 214 111 116 89 210 256 2020 1262 271 140 147 113 266 324 2021 1503 323 167 175 135 317 386 2022 1685 362 187 196 151 356 433 2023 1760 378 196 204 158 372 452 2024 1691 363 188 196 152 357 435 2025 1458 313 162 169 131 308 375 2026 1074 231 119 125 96 227 276 2027 558 120 62 65 50 118 143 WP4 D4.2 Labor market analysis 26

5. Regionale arbeidsmarkt bouw- en installatiesector In dit hoofdstuk onderbouwen we de uitgevoerde analysen voor woningbouw regio specifiek voor de installatiesector. Dit op basis van de bij OTIB in mei 2018 bekende arbeidsmarktgegevens & gehanteerde regioindeling. In Juni 2018 is dit hoofdstuk verder aangevuld met gegevens uit de bouwsector. Deze zijn voor scenario 3 voor het eerst toegepast. Regio indeling OTIB Regio Aantal medewerkers Landelijk 125.847 Gelderland Overijssel 27.039 Midden Nederland 13.983 Noord Holland 14.616 Noord Nederland 11.288 Zuid Holland 26.578 Zuid Nederland 32.343 WP4 D4.2 Labor market analysis 27