27 september 2018 Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers A. Situering Investeren in opvoedingsondersteuning is belangrijk om kinderen en de gezinnen waartoe ze behoren zoveel mogelijk toekomstkansen te bieden. Deze investering dient vorm te krijgen vanuit een proportioneel universeel kader, met name aandacht voor alle gezinnen, maar met extra aandacht voor gezinnen en kinderen die zich in een maatschappelijk kwetsbare positie bevinden. De Huizen van het Kind zijn anno 2018 volop aan de slag om via een gemeentelijke of intergemeentelijke samenwerking het ondersteunen van gezinnen via dit proportioneel universeel kader in de praktijk om te zetten. De kansarmoede-index voor het Vlaamse Gewest bedraagt in 2017 13,76%. Dit cijfer ligt 0,94 procentpunt hoger dan de kansarmoede-index van 2016, we zien dus dat het aantal gezinnen in kansarmoede (KA) blijft stijgen. In Vlaanderen wordt de index berekend als de verhouding tussen het aantal kinderen in KA en het totale aantal kinderen. In de groot- en centrumsteden vinden we KA geconcentreerd terug, de index is er dan ook beduidend hoger dan in kleinere gemeenten. In 2017 leefde 50,9% van de kinderen in KA in 13 steden (de 2 grootsteden en de 11 andere centrumsteden). De index van deze steden in respectievelijke volgorde van hoger naar lager: Oostende (34,0%), Antwerpen (29,6%), Genk (29,5%), Turnhout (27,3%), Gent (22,8%), Sint-Niklaas (22,0%), Leuven (20,0%), Kortrijk (18,6%), Roeselare (15,2%), Hasselt (14,4%), Mechelen (13,8%), Brugge (11,5%) en Aalst (10,1%). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de KA-index anders berekend dan in Vlaanderen, stad Brussel is hierboven dan ook niet mee opgenomen. In Brussel wordt de index berekend als de verhouding tussen het aantal kinderen in KA en het aantal cliënten bij Kind en Gezin (kinderen die minstens één huisbezoek of consult kregen). In 2017 bedraagt de KA-index voor stad Brussel 32,2%, dit is 5,2% hoger dan in 2016. Via voorliggende oproep kan subsidie worden aangevraagd voor een laagdrempelig, mobiel aanbod preventieve gezinsondersteuning door vrijwilligers, waardoor gezinnen met jonge kinderen in een maatschappelijk kwetsbare positie extra ondersteuning kunnen krijgen aan huis, via de inzet van een vrijwilliger. Deze ondersteuning kan al aanvangen in de prenatale fase. Een vaste vrijwilliger biedt als vertrouwenspersoon van het gezin langdurige integrale steun aan een kwetsbaar gezin met als uiteindelijke doel het verruimen van de leefwereld, het versterken van de draagkracht en vaardigheden van het gezin en zo ook het versterken van de ontwikkelings- en toekomstkansen van deze kinderen. Het uitgangspunt is steeds de thuissituatie van het gezin en de noden, behoeften en krachten die daar aanwezig zijn. De ondersteuning is altijd vrijwillig. De regelgeving bepaalt dat, om een subsidie te kunnen krijgen voor de uitvoering van een aanbodsvorm, de organisator over een erkenning van die aanbodsvorm moet beschikken. Daarnaast dient de 1
toekenning van een subsidie te gebeuren op basis van een oproep met een vergelijkende procedure. Hier wordt er geopteerd om zowel de procedure voor erkenning als deze voor subsidiëring te laten verlopen op basis van hetzelfde hieronder terug te vinden aanvraagformulier. Indien een organisator reeds over een erkenning beschikt (zonder subsidie) dient dit aanvraagformulier ook volledig ingevuld te worden om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie. Er kan ingetekend worden voor subsidiëring van een nieuw initiatief of van een reeds bestaand al dan niet reeds erkend initiatief. De aanvragende organisatie: - biedt zijn dienstverlening aan in een van de volgende Vlaamse centrumsteden: Genk, Turnhout, Gent, Sint-Niklaas; of in Brussel; Omwille van de aanzienlijk hogere KA-cijfers in de groot- en centrumsteden richt deze oproep zich exclusief naar de steden en diens Huizen van het Kind waar de index 20% of hoger bedraagt. Een mobiel aanbod door vrijwilligers richt zich specifiek tot gezinnen in KA, men kan dus stellen dat de nood aan deze aanbodsvorm daar het hoogst is. Gezien er reeds een gesubsidieerd mobiel aanbod door vrijwilligers is in de steden Oostende, Antwerpen en Leuven (KA 20%), beperkt de oproep zich uitsluitend tot de 4 overige hoogst scorende centrumsteden en Brussel, op voorwaarde dat er in de desbetreffende steden een voldoende groot engagement bestaat om een (nieuw) mobiel aanbod door vrijwilligers (verder) uit te bouwen. - heeft expertise in het aanbieden van laagdrempelige opvoedingsondersteuning; - heeft expertise in het werken met vrijwilligers; - biedt continuïteit aan via ondersteuning aan huis, door middel van de inzet van een vrijwilliger (langdurige ondersteuning (> 1 jaar) moet mogelijk zijn, indien het gezin hier nood aan heeft); - werkt methodisch onderbouwd en kan de gehanteerde methodiek toelichten; - richt zich op (aanstaande) gezinnen met kinderen in een maatschappelijk kwetsbare positie die zich vrijwillig laten ondersteunen; - dient zich aan te sluiten of dient aangesloten te zijn bij één of meerdere Huizen van het Kind die werkzaam zijn in het werkingsgebied. B. Beschikbaar budget Er kan 25.000 euro per mobiel aanbod worden aangevraagd. In totaal is er 75.000 op jaarbasis ter beschikking. Er komen 5 steden in aanmerking voor deze oproep. Bij voldoende aanvragen kunnen er dus in principe 3 gehonoreerd worden. Het budget is ter beschikking vanaf 2019 en wordt toegekend voor onbepaalde duur. Zoals vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering moet de subsidie worden aangewend om de opdrachten uit te voeren en de doelstellingen na te streven die eigen zijn aan de aanbodsvorm (zie F. Aanwending van de middelen). De subsidie geldt als een algemene werkingssubsidie die toegekend wordt ter ondersteuning van personeels- en werkingskosten. C. Aanvraag De subsidie voor mobiel aanbod door vrijwilligers wordt aangevraagd via het formulier dat daarvoor ter beschikking wordt gesteld vanuit Kind en Gezin. Er kan slechts één aanvraag per stad worden ingediend. De aanvraag wordt ingediend door de organisator van het mobiel aanbod zelf, maar er wordt verwacht 2
dat er op lokaal niveau, in afstemming met het Huis van het Kind, bekeken en beslist wordt welke organisator dit zal zijn voor zijn stad. Het aanvraagformulier bestaat uit de volgende 7 delen: 1. Identificatie- en contactgegevens van de aanvrager 2. Werkingsgebied 3. Aanbod 4. Kwaliteit: startvoorwaarden 5. Engagementsverbintenis 6. Indicatieve begroting voor 1 jaar 7. Ondertekening van de aanvraag Kind en Gezin is aangesteld om op basis van de aanvraag een beslissing te nemen over de subsidiëring. Het ingevulde aanvraagformulier dien je, uiterlijk op 9 november 2018, aangetekend te versturen naar onderstaand adres: Kind en Gezin Afdeling Preventieve gezinsondersteuning T.a.v. dossierbeheer Huizen van het Kind Hallepoortlaan 27 1060 Brussel De postdatum geldt als bewijs. D. Beslissingskader Fase A: Onderzoek ontvankelijkheid Zo snel mogelijk en binnen de 30 dagen na datum van aangetekende zending zal je bericht ontvangen van Kind en Gezin over het al dan niet ontvankelijk zijn van de aanvraag. Om ontvankelijk te zijn, dient de aanvraag: - aangetekend te worden verstuurd; - volledig te zijn ingevuld; - voorzien te zijn van de noodzakelijke handtekeningen; - tijdig te worden ingediend, uiterlijk op 9 november 2018; - te vallen binnen volgend werkingsgebied: Brussel, Genk, Turnhout, Gent of Sint-Niklaas. Enkel ontvankelijke aanvragen worden verder inhoudelijk behandeld. Fase B: Onderzoek erkennings- en subsidievoorwaarden Hiertoe dient: - het identificatieluik naar waarheid te zijn ingevuld; - een werkingsgebied gespecificeerd te zijn; - de aanvrager aan te tonen dat het minimaal noodzakelijke aanbod zal worden voorzien; - de aanvrager aan te tonen dat er zal voldaan worden aan de startvoorwaarden inzake kwaliteit; - de aanvrager aan te geven dat men zich engageert tot verdere realisaties maximaal één jaar na toekenning van de erkenning; 3
- een indicatieve begroting opgesteld te zijn die realistisch is en waarvan de kosten aansluiten bij de activiteiten die de aanvrager wil vervullen; - een korte motivatie of toelichting voorzien te worden, daar waar ernaar gevraagd wordt. Bij de inhoudelijke verwerking van het ingediend dossier kan Kind en Gezin op elk moment bijkomende informatie opvragen. Deze bijkomende informatie dient in dat geval zo snel mogelijk aan Kind en Gezin te worden bezorgd. Fase C: Beoordelen van de aanvragen Een jury beoordeelt en scoort iedere aanvraag die voldoet aan de erkennings- en subsidievoorwaarden. Volgende scoreverdeling is verwerkt m.b.t. de kwaliteit van de aanvraag: - vragen met betrekking tot het aanbod (deel 3 van de aanvraag): 36 punten (8 vragen vraag 1, 3 en 4 staan op 6 punten; vraag 2, 5, 6 en 7 op 2 punten; vraag 8 op 10 punten); - vragen met betrekking tot de startvoorwaarden kwaliteit (deel 4): 14 punten (5 vragen vraag 1 t.e.m. 4 staan op 2 punten; vraag 5 op 6 punten). In totaal staat de kwaliteit van de aanvraag op 50 punten. Minimaal de helft van de punten moet worden behaald (met name 25/50) om een subsidie toegekend te kunnen krijgen. De jury voorziet een argumentatie voor de score per deel. Fase D: Sortering van de aanvragen Alleen de aanvragen die minstens de helft van de punten behaald hebben, worden gesorteerd. Op basis van de kwaliteitsscores worden de aanvragen ingedeeld in één van de drie volgende categorieën: - zeer goed: 45-50 - goed: 35-44 - voldoende: 25-34 Indien er zich binnen één categorie meerdere aanvragen bevinden (die dus elk als zeer goed, goed of voldoende beoordeeld werden), worden deze aanvragen binnenin de categorie gerangschikt volgens de hoogte van het KA-cijfer van de stad waarin ze werkzaam (zullen) zijn. Er wordt in dit geval prioriteit gegeven aan de aanvraag uit de stad met het hoogste KA-cijfer. Op die manier komen we tot een sortering van de aanvragen, gaande van zeer goed tot voldoende. De 3 hoogst gesorteerde aanvragen krijgen de subsidie toegekend. Fase E: Beslissing door de Administrateur-Generaal van Kind en Gezin Ten laatste 3 maanden na afsluiten van de oproep, zal er vanuit Kind en Gezin een aangetekend schrijven verstuurd worden met de beslissing over de aanvraag tot subsidie als mobiel aanbod door vrijwilligers. 4
E. Aanwending van de middelen Indien de subsidiëring wordt toegekend, vindt het mobiel aanbod haar regelgevende basis via onderstaande besluiten: - Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning (zie http://www.huizenvanhetkind.be/hk/regelgeving/definitievegoedkeuringbvr/). - Het ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van mobiel aanbod door vrijwilligers (zie bijlage 1). Het mobiel aanbod dient dan ook aan de bepalingen in deze besluiten te voldoen. De regelgeving bepaalt onder meer dat een laagdrempelig mobiel aanbod preventieve gezinsondersteuning door vrijwilligers zich richt op aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen die zich in een maatschappelijk kwetsbare positie bevinden. De ondersteuning wordt hoofdzakelijk aangeboden in de thuiscontext, of vertrekt vanuit de thuiscontext. De organisator maakt volgende opdrachten waar ten aanzien van gezinnen: (1) laagdrempelige, integrale en mobiele ondersteuning bieden; (2) ondersteuning bieden in het gebruik maken van andere ondersteuningsbronnen; alsook volgende opdrachten ten aanzien van actoren: (3) sensibiliseren inzake de drempels die maatschappelijke kwetsbaarheid in stand houden of verhogen; (4) structurele knelpunten of tekorten signaleren waardoor gezinnen beknot worden in hun ontplooiingsmogelijkheden en -kansen; (5) expertise uitwisselen met andere actoren in een Huis van het Kind. De organisator streeft daarbij volgende doelstellingen na: (1) de ontwikkelingskansen van kinderen versterken; (2) de vaardigheden en de draagkracht van de opvoedingsverantwoordelijken versterken; (3) de spanningen, moeilijkheden en draaglast van de opvoedingsverantwoordelijken zo veel mogelijk verminderen; (4) het sociale netwerk van gezinnen versterken; (5) bijdragen tot de ontwikkeling van structurele oplossingen op het vlak van armoedebestrijding, en die ontwikkeling positief beïnvloeden. Op het moment dat de subsidie wordt toegekend, betekent dit dat vanaf dat moment: - Het mobiel aanbod onder de toezichts- en handhavingsbepalingen valt die in het besluit van de Vlaamse Regering zijn opgenomen (zie artikel 73 t.e.m. 80 van het besluit van de Vlaamse Regering). - Het mobiel aanbod jaarlijks ten aanzien van Kind en Gezin dient te rapporteren over: 1 de soort, de frequentie en de spreiding van elke activiteit; 2 het bereik per activiteit, zowel kwantitatief als kwalitatief. - Het mobiel aanbod jaarlijks en uiterlijk zeven maanden na het afsluiten van het boekjaar aan Kind en Gezin een financieel verslag dient te bezorgen over het voorgaande werkingsjaar, dat minimaal volgende gegevens bevat: 1 de goedgekeurde jaarrekening van de ontvanger van de subsidie; 2 een overzicht van alle kosten en opbrengsten met betrekking tot de aanbodsvorm. 5
- Het mobiel aanbod jaarlijks en uiterlijk eind januari aan Kind en Gezin een lijst dient te bezorgen met alle personeelsleden van de gesubsidieerde aanbodsvorm, met van elk personeelslid de voor- en achternaam, het aantal jaar geldelijke anciënniteit, de datum van indiensttreding, tegen welk percentage voltijds equivalent het personeelslid werkt in de aanbodsvorm, volgens de situatie op 1 oktober van het voorgaande jaar. - De werking van het mobiel aanbod minstens om de 5 jaar geëvalueerd wordt, met het oog op de controle van de naleving van de subsidievoorwaarden. F. Vragen? Voor meer informatie over het mobiel aanbod door vrijwilligers of voor vragen en verdere info met betrekking tot de oproep kan je via mail huizenvanhetkind@kindengezin.be of telefonisch 02/533.14.92 terecht bij Kind en Gezin. 6