Biodiversiteit naam: - twee bakken - tuinschop of spade - loeppotjes of vergrootglazen - zoekkaart Bodemdiertjes of site dierenzoeker.nl of de app dierenzoeker In de klas Er leven in Nederland meer dan 10000 verschillende soorten dieren in en op de bodem. Al die verschillende planten en dieren bij elkaar noem je biodiversiteit. Hoe divers is de bodem onder jouw schoolplein en daar in de buurt? Wat leeft onder een tegel en wat onder een struik of plantsoen? Je gaat onderzoek doen naar bodemdieren. Van je leraar hoor je waar je mag graven. Vul eerst in wat je denkt dat je gaat vinden: Schoolpleintegel Plantsoen/struik Hoeveelheid verschillende dieren Totaal aantal dieren Buiten Neem de schep en de bakken mee naar buiten. Vul de eerste bak met een schep zand van onder een schoolpleintegel. In de andere bak komt het zand uit het plantsoen of bij een struik. Maak de kuilen weer dicht met ander zand en leg de tegel terug. Neem de bakken mee de klas in. blad 1
In de klas Zoek uit welke dieren er in elke bak voorkomen. Gebruik de zoekkaart of de app dierenzoeker. Welke dieren heb je gevonden in elke bak? En hoeveel? Tel ze of maak een schatting. Vul het schema in. Naam dier Schoolplein (aantal) Plantsoen/struik (aantal) Heb je een dier waarvan je de naam niet weet? Bedenk een toepasselijke naam. Bedenk hoe je de resultaten straks - kort en krachtig - kunt presenteren. Verdeel de rollen in je groepje. Oefen de presentatie. Laat zien wat je gedaan hebt, waarom je het zo gedaan hebt, hoe je het gedaan hebt en of je het doel van de opdracht behaald hebt. Na afloop: breng het zand weer terug. Klaaropdracht: Wat is belangrijker voor de diversiteit, het aantal dieren of hoeveel verschillende soorten dieren? Of beide? blad 2
Groen in de omgeving naam: - kaart van je omgeving - kaart van het centrum van Amsterdam Je gaat beide kaarten vergelijken. Kijk eerst naar het geheel. Wat valt je op als je let op de hoeveelheid groen? Kies ieder een kaart. Kies ieder een vakje uit en vergelijk die met elkaar. Schrijf de overeenkomsten en verschillen op. Overeenkomsten Verschillen blad 1
Bedenk hoe jullie het centrum van Amsterdam duurzamer kunnen maken, kunt vergroenen. Je mag niets slopen, wel iets veranderen of toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan: ruimte voor de natuur, voor planten en dieren; recreatie; verkeer; minder steen, meer groen; afwatering. Bedenk hoe je de resultaten straks - kort en krachtig - kunt presenteren. Verdeel de rollen in je groepje. Oefen je presentatie. Laat zien wat je gedaan hebt, waarom je het zo gedaan hebt, hoe je het gedaan hebt en of je het doel van de opdracht behaald hebt. Klaaropdracht: Bekijk hoe groen jouw eigen omgeving is. Neem van de kaart van jouw omgeving een deel van 3 bij 3 vakjes. Zorg dat je school of huis in het midden ligt. Vergelijk dat met het groen van een inwoner van het centrum van Amsterdam. Tips: Wat is groen, alles behalve de wegen en de bebouwing? Welk deel van de 9 hokjes is groen? Uitrekenen is niet mogelijk, wel schatten. blad 2
3D-printer naam: - computer - 3D-printer - opdrachtkaart - 3D-printer Je kent de 3D-printer wellicht als een apparaat waarmee je op de computer ontworpen voorwerpen in plastic kunt printen. Maar 3D-printers kunnen meer: een vaas van klei maken, van metaal een brug over een Amsterdamse gracht puntlassen, een nieuwe knie van kunststof maken. Het zijn maar een paar voorbeelden van wat mogelijk is. Vraag 1 Wat hoort bij elkaar? D staat voor dimensionaal. a = 1D 1 = diepte b = 2D 2 = lijn c = 3D 3 = plat vlak a hoort bij b hoort bij c hoort bij Vraag 2 Waar heb je allemaal 3D-printers voor? plastic papier chocola zand keramiek hout zout glas pasta brood metaal Vraag 3 Daan zegt: Als een apparaat kapot gaat, hoef je niet een nieuwe te kopen. Je vervangt het kapotte deel met wat je met de 3D-printer maakt. Esra zegt: Je hoeft nooit meer iets te kopen. Als je iets wilt hebben, print je het gewoon uit. Met wie ben je het eens? Daan Esra allebei ze hebben allebei ongelijk blad 1
Vraag 4 Hoe duurzaam is de 3D-printer? Kortom hoe goed is de 3D-printer voor het milieu? Denk hier bijvoorbeeld aan energiegebruik, vervoer van producten, voor- en nadelen. Vraag 5 Hoe ziet de wereld met 3D-printers er straks volgens jou uit? Opdracht Ontwerp voor de 3D-printer een pizza. Bedenk wat er op de pizza zit; welke kleuren geef je hem? Volg de stappen van de opdrachtkaart - 3D-printer: Maak het ontwerp op papier. Maak van je ontwerp een tekening in het computerprogramma. Print je 3D-pizza. Bedenk hoe je jullie verhaal straks - kort en krachtig - aan de rest van de klas kunt presenteren. Verdeel de rollen in je groepje. Oefen je presentatie. Laat zien wat je gedaan hebt, waarom je het zo gedaan hebt, hoe je het gedaan hebt en of je het doel van de opdracht behaald. blad 2