Tabellenboek vangnetters achttien maanden na ziekmelding Apostolos Tsiachristas (Ape) Petra Molenaar (AStri) Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Instituut GAK Den Haag/Leiden, 16 maart 2009
Inhoudsopgave Ziekteperiode 1 Gezondheid 3 Werkgever 5 Werkhervatting 7 Zoeken naar werk 13 Begeleiding bij werkhervatting 17 Eigen betrokkenheid en inbreng 23 Algemene vragen 27 Bijlage 1A veldwerkverslag tweede meting 29 Bijlage 1B veldwerkverslag tweede meting reparatiecohort vangnetters 33 Bijlage 2 Vragenlijst tweede meting 37
VOORWOORD Het project "De weg naar de WIA"; tabellenboek vangnetters, tweede meting Dit rapport bevat de uitkomsten van de tweede meting bij een cohort vangnetters. Dit cohort is onderdeel van het omvangrijke onderzoek "De weg naar de WIA". In dit onderzoek worden ruim 4.000 werknemers en ruim 2.400 "vangnetters" die (circa) negen maanden waren ziekgemeld, anderhalf jaar gevolgd. Dat gebeurt door het enquêteren van deze werknemers/vangnetters omstreeks 9, 18 en 27 maanden na de aanvankelijke ziekmelding. De tweede meting betreft dus de peiling 18 maanden na ziekmelding. Het voorliggende rapport bevat alle tabellen die betrekking hebben op de vangnetters 18 maanden na ziekmelding. Vangnetters zijn binnen dit project degenen die voor ziekmelding werkgeverloos waren (WW ers), bij ziekmelding werkgeverloos worden (uitzendkrachten, oproep en invalkrachten) of tijdens hun verzuimperiode werkgeverloos worden omdat hun tijdelijke arbeidscontract afloopt ( eindedienstverbanders ). De uitkomsten voor de overeenkomstige groep werknemers is neergelegd in een afzonderlijk tabellenboek, dat dezelfde opzet heeft als dit vangnettersrapport 1. Voor deze tweede peiling zijn alle 2.408 vangnetters aangeschreven die aan de eerste ronde hebben deelgenomen. Daarvan hebben er 1.374 (57%) ook aan de tweede peiling meegedaan Aard van deze rapportage: beknopte beschrijving in tabelvorm In deze rapportage kruisen we de rechte tellingen van de vragen die bij de tweede peiling gesteld zijn tegen de werkstatus 18 maanden na ziekmelding. Deze is afgeleid uit drie afzonderlijke vragen en staat daarom afzonderlijk, als eerste tabel, vermeld. Aan deze rapportage zijn twee bijlagen toegevoegd. Bijlage I bevat de veldwerkverslagen van de twee fasen waarin de vangnetters 18 maanden na ziekmelding zijn bevraagd. Door een fout in de steekproeftrekking, moet bij iedere peiling de dataverzameling bij de vangnetters in twee fasen plaatsvinden. Bijlage 1 bevat daarom twee verslagen. In Bijlage II is de vragenlijst opgenomen, zodat de lezer kan nagaan op welke exacte vraagformuleringen de uitkomsten zijn gebaseerd; ook is deze vragenlijst daarmee beschikbaar voor toekomstig publiek gebruik. Dankwoord De eerste peiling bij negen maanden ziekte leverde boven verwachting grote respons (van 40%). Daarmee was een stevig fundament gelegd voor de rest van het onderzoek. De tweede peiling onder de respondenten van de eerste peiling was met 57% ook geslaagd. Wij willen graag allen die bij de voorbereidingen betrokken waren, dank zeggen voor hun bijdrage aan dit succes. In het bijzonder danken wij UWV, en de personen binnen UWV, die bij de uitwerking van het design en bij de selectie en aanschrijving van de cohorten betrokken waren. 1 Schrijvershof, C., De weg naar de WIA. Tabellenboek werknemers achttien maanden na ziekmelding, Den Haag: APE, november 2008. i
Tevens danken wij de Stichting Instituut GAK voor het verstrekken van de subsidie waardoor dit project mogelijk is gemaakt. ii
Werkstatus werkstatus (n=1.338) 82 12 6 100 Deze variabele is samengesteld uit de vragen 13, 18 en 31. Ziekteperiode Vraag 1 Status ziekmelding (n=1.320) ik ben nog ziek gemeld 86 32 0 74 ik ben nog ziek gemeld 3 39 1 8 ik ben beter gemeld 10 29 99 18 100 100 100 100 Vraag 2 betreft de maand van hersteld melden; hier is geen kruistabel van gemaakt. Vraag 3 Loondoorbetaling door werkgever (n=1.085) ja, mijn werkgever betaalt mijn loon door (100%) 1 10 33 2 ja, mijn werkgever betaalt mijn loon door, maar 2 16 0 3 ja, mijn werkgever betaalt mijn loon door, maar ik weet 2 8 0 3 nee, mijn werkgever betaalt mijn loon door 13 22 33 14 van toepassing, ik heb geen werkgever 82 43 33 78 100 100 100 100 1
Gezondheid Vraag 4 Gezondheidsperceptie (n=1.332) goed 6 28 49 11 gaat wel / matig 53 60 47 54 slecht 41 11 4 35 100 100 100 100 Vraag 5 Verandering gezondheidsperceptie (n=1.333) beter 20 48 55 26 hetzelfde 43 40 34 42 slechter 37 12 11 32 100 100 100 100 Vraag 6 Verwachting gezondheidsklachten in de toekomst (n=1.336) geen klachten meer 1 8 18 3 minder klachten 12 22 19 13 dezelfde klachten 31 33 36 31 ergere klachten 14 6 8 13 weet 43 31 19 40 100 100 100 100 3
Vraag 7 Aard van de klachten (n=1.330) Rugklachten 26 16 15 24 RSI 1 2 0 1 Andere fysieke klachten 37 30 36 36 Overspannen 15 12 12 14 Burn out 11 17 14 12 Andere psychische klachten 34 35 27 34 Klachten in verband met zwangerschap of bevalling 1 0 1 1 Hart- en vaatziekten 15 12 9 14 Anders 3 6 2 3 Kankers 7 6 6 7 Hersenen/neurologisch 3 6 6 4 Organen/ingewanden 10 9 9 10 Diabetes 2 1 0 2 Zintuigen 2 1 0 2 Vermoeidheid 1 0 0 1 Vraag 8 Wachttijden in het curatieve circuit (n=1.297) ja, voor opname 12 6 6 11 ja, voor behandeling/therapie 16 15 13 16 ik wacht nog steeds 7 3 2 6 nee 71 83 81 73 Vraag 9 Omstandigheden in privé situatie die rol spelen bij het voortduren van de gezondheidsklachten (n=1.322) ja 34 30 26 33 nee 65 59 58 64 van toepassing, ik ben beter 1 10 15 3 100 100 100 100 4
Werkgever Vraag 10 Het hebben van een arbeidscontract (n=1.262) ja 5 23 28 9 nee, mijn dienstverband is beëindigd 42 49 54 44 van toepassing 53 28 18 47 100 100 100 100 Vraag 11 (alleen voor respondenten waarvan het dienstverband is beëindigd) Reden ontbreken arbeidscontract (n=715) ik ben ontslagen 22 15 15 20 het arbeidscontract liep af 30 30 38 31 ik heb zelf ontslag genomen 3 4 6 3 we zijn samen tot een beëindigingovereenkomst gekomen 12 9 2 11 faillissement / reorganisatie bij deze werkgever 33 42 43 35 ik heb een andere werkgever gevonden 0 6 9 1 anders 1 2 2 1 onduidelijk 4 2 0 4 vut/pensioen 0 0 0 0 Vraag 12 Inkomensbronnen (n=1.333) Ik heb werk 1 61 96 15 WW-uitkering 16 12 10 15 Ziektewetuitkering 79 61 1 72 (vervroegde) WIA-uitkering 9 3 4 8 Wajong-uitkering 2 1 0 1 Bijstandsuitkering 3 1 0 2 VUT, lijfrente of pensioen 2 0 1 2 Nabestaandenuitkering (ANW) 1 0 0 1 Anders, namelijk 3 7 2 3 Ik heb geen inkomsten meer 2 2 0 2 5
Werkhervatting Vraag 13 Werkhervattingpoging (n=1.317) ja 5 74 70 17 ja, periode vóór november 2007 1 16 28 4 nee 94 10 2 79 100 100 100 100 Vraag 14 betreft de maand van werkhervatting, hiervan is geen kruistabel gemaakt. Vraag 15 (alleen voor werknemers die het werk in of na november 2007 hebben hervat) Plaats werkhervatting (n=255) bij mijn oude werkgever 19 21 21 21 gedetacheerd bij een nieuwe werkgever 2 2 2 2 bij een nieuwe werkgever, in tijdelijke dienst 54 58 45 54 bij een nieuwe werkgever, in vaste dienst 5 10 15 10 via hetzelfde uitzendbureau, en bij hetzelfde bedrijf 0 2 5 2 via hetzelfde uitzendbureau, maar bij een ander bedrijf 6 0 3 2 via een uitzendbureau 16 7 12 11 als zelfstandige / freelancer 6 6 6 6 7
Vraag 16 (alleen voor werknemers die het werk in of na november 2007 hebben hervat) Omstandigheden werkhervatting (n=265) in het oude (soort) werk 9 5 32 13 op therapeutische basis 31 43 20 35 met minder uren 45 66 9 47 in een andere functie 44 38 48 42 met aangepaste taken 17 21 11 17 met aangepaste werkplek / speciale voorzieningen 5 5 2 4 Vraag 17 (alleen voor werkhervatters) Percentage dat het eens is met stellingen over periode werkhervatting na ziekmelding (n=303) ik heb/had plezier in mijn werk. 64 91 92 85 ik moet/moest in een hoog tempo werken. 30 26 34 29 ik kan/kon zelf het empo regelen. 53 70 64 64 ik doe/deed lichamelijk zwaar werk. 27 27 29 28 ik doe/deed psychisch zwaar werk. 37 24 26 28 ik heb/had de gelegenheid mij te ontplooien in mijn werk. 40 57 66 55 het werk sluit/sloot goed aan bij mijn opleiding en/of ervaring. 53 62 74 63 de promotiekansen zijn/waren goed. 16 22 33 24 de beloning is/was goed. 36 32 55 40 ik krijg/kreeg ondersteuning van leidinggevenden/collega's. 47 68 62 61 Uit vraag 18 is de werkstatus afgeleid, hier is geen aparte tabel van weergegeven. 8
Vraag 19 (alleen -werkenden) Mogelijkheden waarbij men wel had kunnen blijven werken met belemmeringen en beperkingen (n=1.106) als ik minder uren was gaan werken 7 als ik flexibele uren of ijden had kunnen krijgen 5 als ik met minder taken was gaan werken 4 als ik in een langzamer tempo was gaan werken 8 als ik een andere functie / andere taken zou hebben gekregen 9 met een aanpassing van de werkplek 6 als ik steun van mijn leidinggevende/collega's had gekregen 5 als ik een werkgever zou hebben om naar terug te keren 12 anders 7 nee, op geen enkele manier 65 n.v.t. 3 Vraag 20 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Belangrijkste redden dat men () (n=1.210) mijn gezondheid laat het toe 56 69 58 ik ben bang dat mijn gezondheid achteruit zou gaan 12 23 13 de arts heeft het me sterk afgeraden/verboden 12 20 13 ik moet wachten op een opname 4 2 4 mijn werkgever wil dat ik terugkom op het werk 2 1 2 ik wil zelf terug naar mijn werkgever 1 2 1 mijn werkgever zegt dat de functie aangepast kan worden 1 3 2 mijn werkgever zegt dat er geen werk voorhanden is dat ik kan gaan doen 2 2 2 aan de orde geweest 3 5 4 ik kan geen nieuwe werkgever vinden 11 6 11 vanwege mijn privé-situatie 6 7 6 anders 8 14 8 mijn dienstverband is beëindigd na de ziekmelding 16 15 16 ik had bij mijn ziekmelding al geen dienstverband (meer) 31 11 29 Vraag 21 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Perceptie t.a.v. terugkeer naar werk (n=1.203) ja, graag 17 31 19 misschien wel, misschien / hangt ervan af 10 21 11 nee, beslist 10 17 11 van toepassing, het dienstverband is beëindigd 33 22 32 van toepassing, ik had geen werk bij mijn ziekmelding 29 9 27 100 100 100 9
Vraag 22 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Perceptie werkgever t.a.v. terugkeer naar werk (n=436) mijn werkgever wil mij graag terug 5 24 8 mijn werkgever heeft liever dat ik een andere werkgever zoek 10 3 8 mijn werkgever vindt het beter dat ik t.z.t. een WIAuitkering 3 7 3 mijn werkgever wil mij alleen op therapeutische basis terug 1 1 1 anders 22 28 23 weet 61 38 57 100 100 100 Vraag 23 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Perceptie zorgverleners t.a.v. mogelijkheden werkhervatting (n=1.193) zij denken wel dat ik (weer) kan werken 8 20 9 zij twijfelen of ik (weer) kan werken 10 17 11 zij denken dat ik (weer) kan werken 32 33 32 hun meningen hierover verschillen 5 4 5 ik weet het 44 26 43 100 100 100 Vraag 24 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Denkt u dat uw gezondheid het toelaat om in de toekomst weer te werken? (n=1.205) ik verwacht het 37 33 36 ik verwacht het wel, zowel mijn oude werk als ander werk zou 9 20 10 ik verwacht het wel, maar dan alleen ander werk 21 22 21 ik weet het 34 26 33 100 100 100 Vraag 25 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Aanwezigheid van andere omstandigheden die werkhervatting belemmeren (n=1.188) zorg voor partner/kinderen/familie 12 7 11 relatieproblemen 5 3 5 rouwverwerking 6 5 6 leeftijd 33 20 31 weinig werkervaring/ritme 12 8 11 financiële gevolgen pakken onvoordelig uit 5 8 6 juridische procedure 2 2 2 anders 13 18 13 nee 43 52 44 10
Vraag 26 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Financiële voor- of achteruitgang bij werkhervatting (n=1.187) vooruit 50 50 50 zou financieel s uitmaken 12 24 13 achteruit 12 18 12 van toepassing, werk al (vrijwel) 0 2 0 van toepassing, kan werken 25 7 24 100 100 100 Vraag 27 (alleen werkenden en werkenden die nog beter zijn) Perceptie t.a.v. het verkrijgen van een WIA uitkering bij 2 jaar ziekte (n=1.199) ja 24 17 23 nee 6 11 7 ik weet het 66 66 66 van toepassing, ik ben al beter 4 5 4 100 100 100 Vraag 28 (alleen werkenden) Huidige werksituatie (n=231) bij mijn oude werkgever 23 22 6 via mijn oude uitzendbureau 2 4 3 via een (ander) uitzendbureau 9 9 9 bij een nieuwe werkgever 59 59 59 als zelfstandige 7 6 6 100 100 100 Vraag 29 (alleen werkenden) Huidig type dienstverband (n=225) een vast dienstverband (voor onbepaalde tijd) 21 29 24 een tijdelijk dienstverband 48 61 52 ik ben oproep- of invalkracht 13 6 11 anders 19 4 13 100 100 100 Vraag 30 (alleen werkenden) Aantal uren volgens arbeidscontract (n=235) uren per week (gemiddeld) 18 31 23 11
Vraag 31 (alleen werkenden) Huidige werkomstandigheden (n=250) in het oude (soort) werk 5 52 22 op therapeutische basis 34 0 22 met minder uren 66 0 41 in een andere functie 49 44 47 met aangepaste taken 19 7 14 met aangepaste werkplek / speciale voorzieningen 7 2 6 12
Zoeken naar werk Vraag 32 Instanties waar men is aangemeld of ingeschreven (n * =503) CWI (arbeidsbureau) 70 62 43 67 een uitzendbureau 36 35 57 37 een re-integratiebedrijf 45 54 25 45 gesubsidieerde arbeid 3 6 4 3 WSW (sociale werkvoorziening) of wachtlijst hiervoor 8 10 4 8 Vraag 33 Percentage dat het eens is met stellingen over werk (n=1.162) betaald werk is een belangrijk onderdeel van het dagelijkse leven het hebben van een baan is meestal een bron van tevredenheid in het leven 92 93 99 93 85 88 90 86 werk geeft het leven zin 80 81 78 80 als ik geld genoeg had voor de rest van mijn leven, zou ik toch blijven werken 71 78 71 72 ik vind het leuk om met anderen over werk te praten 76 83 83 78 een baan betekent voor mij persoonlijk meer dan alleen geld 83 89 90 85 ik hoef zo nodig te werken 15 15 13 15 Vraag 34 Percentage dat het eens is met stellingen over werk (n=872) ook passend werk waarmee ik iets minder zou verdienen zou ik aanpakken ik wil ook passend werk zoeken buiten de regio waar ik woon 67 67 30 30 ik ben van plan een baan beneden mijn niveau te accepteren 31 31 ik wil best, als ik geen vast dienstverband kan verwerven, een tijdelijke baan accepteren 70 70 ik wil best nog een opleiding volgen als ik daarmee weer aan het werk kom 77 77 ik accepteer alleen een leuke baan 48 48 13
Vraag 35 (alleen werkenden) Doel waar in kader van werkhervatting aan ge wordt (n=964) terugkeer naar mijn oude werkgever en naar mijn oude functie 3 terugkeer naar mijn oude werkgever, maar naar een andere fun 1 overstap naar een andere werkgever 16 werk vinden (ik had geen werkgever bij mijn ziekmelding) 38 ik heb geen duidelijk doel 41 100 Vraag 36 Zoeken naar een (andere) betaalde baan (n=1.305) ja 31 39 22 31 nee 69 61 78 69 100 100 100 100 Vraag 37 (alleen werkzoekenden) Voornaamste reden voor het zoeken naar een betaalde baan (n=877) ik ben tevreden met mijn huidige situatie 3 48 84 12 vanwege mijn gezondheid 80 30 9 70 vanwege andere persoonlijke omstandigheden 5 3 2 5 ik wil (meer) werken 1 2 0 1 er zijn geen (andere) geschikte banen voor mij 2 0 0 1 ik wacht het re-integratietraject af 7 9 4 7 ik wacht de uitslag van mijn bezwaar of beroep af 1 0 0 1 anders 1 3 2 1 ik ben bezig met een opleiding 1 2 0 1 start eigen bedrijf 1 2 0 1 100 100 100 100 Vraag 38 (alleen werkzoekenden) Verwachting om binnen een jaar een baan te vinden (n=418) ik weet zeker van wel 9 14 20 11 ik denk van wel 28 37 30 29 ik denk van 14 20 15 15 ik weet zeker van 5 2 10 5 ik weet het echt 43 28 25 40 100 100 100 100 14
Vraag 39 (alleen werkzoekenden die verwachten binnen een jaar een baan gevonden te hebben) Redenen waarom men verwacht binnen een jaar een baan te vinden (n=240) vanwege mijn gezondheid 81 63 57 79 vanwege mijn leeftijd 59 63 29 58 vanwege mijn opleidingsniveau 23 25 0 23 anders 7 8 43 8 Vraag 40 (alleen werkzoekenden) Acties in de laatste 4 maanden ten behoeve van werkhervatting (n=419) vacatures kijken in de krant 87 79 91 86 vacatures kijken op internet 81 81 83 81 vacatures kijken bij CWI (arbeidsbureau) 61 54 65 60 solliciteren op vacatures 62 68 91 65 bedrijven bellen of schrijven (open sollicitaties) 49 47 83 51 met bekenden praten over (ander) werk zoeken 85 85 91 85 contact opnemen met de oude werkgever over werk 11 22 48 15 15
Begeleiding bij werkhervatting Vraag 41 Instanties waarvan men sinds november 2007 begeleiding kreeg bij terugkeer naar werk (n=1.254) re-integratiebedrijf 29 33 27 29 verzuimmanagementbedrijf 0 0 0 0 centrum voor werk en inkomen 12 15 15 13 arbodienst 2 8 6 3 outplacementbureau 1 1 0 1 UWV 41 51 29 42 werkgever 4 13 7 6 andere instanties 3 8 9 4 geen begeleiding 41 19 37 38 van toepassing 1 5 20 3 Vraag 42 Interventies werkgever (n=1.213) ander werk aangeboden 1 5 6 2 minder taken aangeboden 1 4 6 1 minder uren aangeboden 1 11 9 3 aangeboden om op therapeutische basis te gaan werken 2 18 15 5 werkplekaanpassingen/hulpmiddelen aangeboden 1 5 3 1 anders 8 9 10 9 s 33 39 38 34 van toepassing 58 27 34 53 Vraag 43 (alleen respondenten waarvan de werkgever ander werk heeft aangeboden) Percentage dat het eens is met stellingen over type werkhervatting (n=11) Het werk sloot aan bij mijn opleidingsniveau en capaciteiten 80 100 100 91 Werk in een tijdelijke functie 60 67 33 55 Werk bij een andere werkgever 60 67 33 55 17
Vraag 44 Andere activiteiten voor werkhervatting (n=1.222) begeleiding / coaching 18 26 18 19 scholing / training 9 12 5 9 wachtlijstbemiddeling 1 3 0 1 therapie / behandeling 25 30 27 26 anders, namelijk: 3 4 6 4 nee 59 42 61 57 Vraag 45 Op wiens initiatief activiteiten in gang gezet? (n=519) mijzelf 59 72 85 63 re-integratiebedrijf 25 24 12 24 verzuimmanagementbedrijf 0 0 0 0 CWI 10 5 8 9 arbodienst 4 3 8 4 outplacementbureau 1 0 0 1 UWV 49 32 27 45 eigen werkgever/uitzendbureau 2 6 15 3 andere instantie(s) 13 23 8 14 Vraag 46 Heeft werkgever voldoende gedaan om u aan het werk te houden/krijgen? (n=1.203) ja 16 41 26 20 nee 24 33 45 26 van toepassing, ik was bij mijn ziekmelding werkloos 60 26 29 54 100 100 100 100 18
Vraag 47 (alleen respondenten die vinden dat hun werkgever voldoende heeft gedaan) Mogelijke acties die de werkgever had moeten ondernemen (n=354) minder taken aanbieden 6 9 7 6 minder uren aanbieden 8 26 14 11 aanbieden om op therapeutische basis te werken 19 17 29 19 ander werk aanbieden 19 33 25 22 werkplekaanpassingen / hulpmiddelen aanbieden 11 9 18 12 betere of meer begeleiding bieden 26 33 46 29 contact opnemen, interesse tonen 42 46 68 44 anders 36 24 25 33 Vraag 48 Aanwezigheid vast aanspreekpunt bij werkgever (n=545) ja 40 54 63 45 nee 60 46 37 55 100 100 100 100 Vraag 49 Rapportcijfer werkgever voor inspanningen m.b.t. terugkeer naar werk (n=499) rapportcijfer werkgever 4 6 5 5 Vraag 50 Contact met bedrijfsarts sinds november 2007 (n=563) ja, 45 53 40 46 nee 34 36 51 36 van toepassing, ik had geen werkgever 21 11 9 18 100 100 100 100 Vraag 51 (indien er contact is geweest met de bedrijfsarts) Laatste contact met de bedrijfsarts (n=273) minder dan een maand geleden 25 25 5 24 één tot twee maanden geleden 25 25 16 24 meer dan twee maanden geleden 50 50 79 52 100 100 100 100 19
Vraag 52 (indien er contact is geweest met de bedrijfsarts) Terugkeermogelijkheden met bedrijfsarts nagegaan? (n=319) mogelijkheid van terugkeer naar oude werk bij oude werkgever bekeken 11 26 55 17 mogelijkheid van terugkeer naar ander werk bij oude werkgever bekeken 5 15 9 7 mogelijkheid bij nieuwe werkgever bekeken 32 32 14 31 nee 59 44 36 54 Vraag 53 Heeft bedrijfsarts voldoende gedaan om u aan het werk te houden/krijgen? (n=247) ja 74 80 79 76 nee 26 20 21 24 100 100 100 100 Vraag 54 Aanwezigheid vaste bedrijfsarts (n=264) ja 64 67 79 66 nee 36 33 21 34 100 100 100 100 Vraag 55 Rapportcijfer bedrijfsarts voor inspanningen m.b.t. terugkeer naar werk (n=227) rapportcijfer bedrijfsarts 6 7 7 6 Vraag 56 Contact gehad met begeleider UWV? (n=1.203) ja, 81 78 76 80 nee 19 22 24 20 100 100 100 100 20
Vraag 57 (alleen respondenten die contact hebben gehad met een begeleider van UWV) Laatste keer contact UWV (n=996) minder dan een maand geleden 36 39 16 35 één tot twee maanden geleden 28 34 14 28 meer dan twee maanden geleden 36 27 71 37 100 100 100 100 Vraag 58 (alleen respondenten die contact hebben gehad met een begeleider van UWV) Terugkeer mogelijkheden met UWV nagegaan? (n=1.003) Gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar oude werk bij oude werkgever Gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar ander werk bij oude werkgever Gekeken naar mogelijkheid bij nieuwe werkgever 5 20 19 8 11 21 22 13 30 45 30 32 Nee 60 26 37 54 Vraag 59 (alleen respondenten die contact hebben gehad met een begeleider van UWV) Heeft UWV voldoende gedaan om u aan het werk te houden/krijgen? (n=923) ja 76 79 64 76 nee 24 21 36 24 100 100 100 100 Vraag 60 (alleen respondenten die contact hebben gehad met een begeleider van UWV) Aanwezigheid vaste begeleider UWV (n=975) ja 64 70 76 66 nee 36 30 24 34 100 100 100 100 Vraag 61 (alleen respondenten die contact hebben gehad met een begeleider van UWV) Rapportcijfer UWV (n=870) 6 7 7 7 21
Eigen betrokkenheid en inbreng Vraag 62 Mate van invloed op de voorstellen of acties die gedaan zijn voor werkhervatting (n=1.170) veel invloed 23 64 55 30 enigszins invloed 30 25 30 29 geen invloed 48 10 15 41 100 100 100 100 Vraag 63 Zelf voorgesteld om te blijven werken? (n=1.224) ja, dat heb ik voorgesteld aan de bedrijfsarts ja, dat heb ik voorgesteld aan mijn werkgever /uitzendbureau 11 30 34 15 5 20 15 7 ja, dat heb ik voorgesteld aan UWV 29 58 53 34 nee 66 21 24 58 Vraag 64 (alleen respondenten die zelf een voorstel hebben gedaan) Iets gedaan met voorstel? (n=507) ja 53 83 72 62 nog 22 6 4 17 nee 25 11 24 21 100 100 100 100 Vraag 65 Zelf medewerking verleend aan werkhervattingsvoorstellen (n=1.216) of nauwelijks 4 3 3 4 in redelijke mate 14 14 9 14 in sterke mate 22 50 42 26 van toepassing, zulke voorstellen zijn gedaan 60 34 45 56 100 100 100 100 23
Vraag 66 Eens met aanpak werkhervatting? (n=1.013) ja 73 85 80 75 nee, we waren het eens 27 15 20 25 100 100 100 100 Reden dat men het eens is met de aanpak van werkhervatting (n=202) gezondheid staat hervatting in de weg / tijdstip van betermelding 34 0 25 32 onenigheid over (opbouw) aantal te werken uren / ijden 5 20 38 7 wg is het eens met de beslissing/het advies van uwv 2 13 1 onenigheid over (nieuwe) functie/taken opbouw of het ontbreken van de mogelijkheid daartoe 5 20 25 6 nvt/geen antwoord 41 50 0 41 reisafstand vormde belemmering voor wn 1 0 0 0 er is geen plan van aanpak 11 0 0 10 wn ervaart geen/weinig begeleiding of onduidelijkheid over wie begeleid 2 10 0 2 100 100 100 100 Vraag 67 (alleen voor respondenten die het eens waren het werkhervattingvoorstel) Conflicten naar aanleiding van werkhervattingvoorste?l (n=314) ja 20 29 38 21 nee 80 71 62 79 100 100 100 100 Vraag 68 Aanvraag deskundigenoordeel? (n=1.190) ja, door mijzelf 4 9 11 5 ja, door mijn werkgever 1 2 5 1 nee 37 63 62 41 van toepassing, ik had geen werkgever op het moment van 58 26 23 52 100 100 100 100 24
Vraag 69 Heeft eerstejaarsevaluatie plaats gevonden? (n=591) nee, want ik was vóór het einde van het eerste ziektejaar al 2 5 14 4 nee, want ik had op dat moment geen werkgever meer 43 35 33 41 nee, zo'n gesprek is er geweest 22 28 24 23 ja, zo'n gesprek is er geweest 14 15 25 15 ik weet het 19 17 4 18 100 100 100 100 25
Algemene vragen Vraag 70 Verandering in persoonlijk inkomen? (n=1.318) beter 2 17 37 6 hetzelfde 57 38 35 53 slechter 41 44 28 41 100 100 100 100 Vraag 71 Situatie partner (n=1.313) betaalde baan 41 42 55 42 uitkering 11 8 7 10 betaalde baan én uitkering 1 1 0 1 geen baan en geen uitkering 11 5 7 10 van toepassing, ik heb geen partner 36 45 31 36 100 100 100 100 Vraag 72 (alleen respondenten met partner) Verandering totale huishoudinkomen? (n=844) beter 3 10 38 6 hetzelfde 49 42 28 46 slechter 48 48 34 48 100 100 100 100 27
BIJLAGE 1A VELDWERKVERSLAG TWEEDE METING Beoogde respondenten Uitgangspunt was dat alle vangnetters die hebben meege aan de eerste meting van het project De weg naar de WIA benaderd zouden worden voor deelname aan de tweede meting van dit project. Van twee personen was echter de UWV code (inlogcode/respondentnummer) bekend. Hierdoor kon UWV (dat de aanschrijving verzorgde, zie verder) van deze personen de adresgegevens achterhalen. De aangeschreven groep bestond uiteindelijk uit 1.554 personen 2. De verwachting vooraf was dat circa 60 procent van deze groep bereid zou zijn om opnieuw een vragenlijst in te vullen. Vragenlijst In het kader van dit project wordt ook een cohort langdurig zieke werknemers gevolgd 3. In tegenstelling tot de eerste meting werd er bij de tweede meting in de benadering van beoogde respondenten geen onderscheid gemaakt tussen werknemers en vangnetters. De reden hiervoor is dat vangnetters mogelijk inmiddels werknemers zijn geworden en dat werknemers mogelijk inmiddels hun baan kwijt zijn (en dus geen werknemer meer zijn). Allen werden daarom aangeschreven met dezelfde brief en ontvingen dezelfde vragenlijst (zie bijlage 2). Bij het opstellen van de aanschrijftekst en de vragenlijst is ervoor gezorgd dat deze geschikt waren voor zowel werknemers als vangnetters. Aanschrijving De aanschrijving verliep in drie fasen. 1. Alle vangnetters zijn op 27 juni 2008 aangeschreven door UWV. De aanschrijving bestond uit een brief van UWV, waarin informatie van AStri was ver. Gevraagd werd om opnieuw mee te werken aan het onderzoek door het invullen van een vragenlijst, naar keuze via het internet of op papier. Voor degenen die de vragenlijst via het internet wilden invullen bevatte de brief een persoonlijke inlogcode waarmee men op een speciale website de vragenlijst kon starten 4. De schriftelijke vragenlijst was in de eerste aanschrijfronde nog bijgevoegd. 2. Na de eerste aanschrijving werden eerst zo veel mogelijk personen die al hadden gereageerd (door de vragenlijst op het internet in te vullen) uit het adressenbestand verwijderd. Alle overige personen werden twee weken na de eerste aanschrijving, dus op 11 juli 2008, voor de tweede maal aangeschreven. De tweede aanschrijving bestond uit een brief van UWV, waarin informatie van AStri was opgenomen, en een vragenlijst op papier. Opnieuw werd verzocht 2 3 4 Het gaat hierbij om personen die zich rond 1 januari 2007 hebben ziek gemeld en (gemiddeld) minimaal 9 maanden ziek zijn geweest. Zie bijvoorbeeld Schrijvershof e.a. (2008), Tabellenboek werknemers 18 maanden na ziekmelding, Den Haag/Leiden, Ape/AStri. Omdat tijdens de eerste meting was gebleken dat de destijds gebruikte inlogcodes voor veel mensen onduidelijk waren, zijn er bij de tweede meting andere, duidelijkere, codes gebruikt. Deze nieuwe codes zijn gekoppeld aan de oude, zodat de gegevens van de eerste meting probleemloos aan de gegevens van de tweede meting gekoppeld kunnen worden. 29
om medewerking aan het onderzoek door het invullen van de vragenlijst (naar keuze op papier of via het internet de persoonlijke inlogcode was opnieuw opgenomen), als men dat tenminste nog gedaan had. 3. Na de tweede aanschrijving werden weer zo veel mogelijk personen die al hadden gereageerd (door de vragenlijst in te vullen) uit het adressenbestand verwijderd. Alle overgebleven personen werden twee weken na de tweede aanschrijving, dus op 25 juli 2008, voor de derde maal aangeschreven. Deze derde aanschrijving bestond uit een brief van UWV waarin informatie van AStri was opgenomen. Voor de laatste keer werd verzocht om medewerking aan het onderzoek door het invullen van de vragenlijst (naar keuze op papier of via het internet de persoonlijke inlogcode was opnieuw opgenomen), als men dat nog gedaan had. Respons Voor de tweede meting zijn 1.554 vangnetters aangeschreven. De responsinname van schriftelijke vragenlijsten is gesloten op 18 augustus 2008. Op dezelfde dag is de webenquête gesloten. De bruto respons omvatte, naast ingevulde enquêtes, ook lege enquêtes. Bovendien was er een aantal personen dat de vragenlijst zowel schriftelijk als via het internet invulde. Deze (dubbele) enquêtes zijn buiten beschouwing gelaten bij het berekenen van het responspercentage. Uiteindelijk is van 877 (857 compleet met code) vangnetters een ingevulde, bruikbare vragenlijst ontvangen. Op basis van eerder enquêteonderzoek onder langdurig zieke werknemers was de verwachte respons bij deze tweede meting circa 60%. De behaalde respons was bij de vangnetters 56,4%. We stellen vast dat het responspercentage bijna even hoog is als vooraf verwacht werd. Omdat de werknemers en vangnetters als één groep zijn aangeschreven, zijn zij pas na controle en schoning van het databestand uit elkaar gehaald en gesplitst in de groepen werknemers en vangnetters. Hierdoor is het mogelijk om gedetailleerde respons informatie te geven over de vangnetters afzonderlijk. De verdere responsverantwoording betreft dan ook de totale groep langdurig zieken, zowel werknemers als vangnetters. 30
Tabel 1 Respons tweede meting werknemers vangnetters uitgenodigd 3.978 (100%) 1.554 (100%) 5.532 (100%) bruto respons schriftelijk 2.140 (38,7%) AF: leeg 15 (0,3%) AF: dubbel 1 (<0,1%) netto respons schriftelijk 2.124 (38,4%) bruto respons web 1.188 (21,5%) AF: dubbel met schriftelijk 26 (0,5%) netto respons web 1.162 (21,0%) totale respons 2.409 (60,6%) 877 (56,4%) 3.286 (59,4%) compleet met UWV-code 2.369 (59,6%) 857 (55,1%) 3.226 (58,3%) De bruto respons omvatte in 3.328 reacties. Uit tabel 1 is af te leiden dat 42 reacties (0,8%) om verschillende redenen afvielen: 15 respondenten stuurden de vragenlijst leeg terug, 1 respondent vulde de schriftelijke vragenlijst twee maal in en 26 respondenten vulden zowel de schriftelijke als de digitale vragenlijst in. Omdat bij deze laatste groep de webenquête meestal ingevuld was (waarschijnlijk afgebroken ten gevolge van technische problemen met de website), is besloten om voor al deze personen de gegevens uit de schriftelijke vragenlijst te gebruiken. Verloop van de respons Om inzicht te bieden in het verloop van de respons in de tijd is in onderstaande figuur weergegeven hoeveel webenquêtes er sinds de start van de veldwerkperiode zijn ingevuld (deze gegevens zijn bekend voor de schriftelijke vragenlijst). Daarbij is ook aangegeven op welke momenten de rappelbrieven zijn verstuurd. Duidelijk zichtbaar is de opleving in de respons na elk rappel. 31
Figuur 1 Responsverloop webenquête WnW T2 aantal invullers 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 28-6-2008 30-6-2008 1e rappel 2-7-2008 4-7-2008 6-7-2008 8-7-2008 10-7-2008 12-7-2008 14-7-2008 16-7-2008 18-7-2008 20-7-2008 22-7-2008 24-7-2008 2e rappel datum 26-7-2008 28-7-2008 30-7-2008 1-8-2008 3-8-2008 5-8-2008 7-8-2008 9-8-2008 11-8-2008 13-8-2008 15-8-2008 17-8-2008 Aanvullende informatie over de webenquête In hebben 1.266 personen een bezoek gebracht aan de website waarop men de enquête kon starten. Vervolgens hebben 1.259 personen de enquête daadwerkelijk gestart. Van hen hebben 71 personen de vragen toch (allemaal) beantwoord, wat resulteerde in 1.188 ingevulde enquêtes (zie tabel 1). De eerste webenquête werd ingevuld op 28 juni 2008, de laatste op 17 augustus 2008. De gemiddelde tijd die nodig was voor het invullen van de webenquête was 17 minuten en 40 seconden. Telefoontjes en e-mails van (beoogde) respondenten AStri is circa 130 maal gebeld door (beoogde) respondenten. Het is bekend hoeveel van deze telefoontjes werden gepleegd door werknemers en hoeveel door vangnetters. Een klein deel belde om te melden dat men mee wilde werken aan het onderzoek. Meestal had men echter (inhoudelijke) vragen. Verder hebben 14 personen gemaild naar het speciale helpdesk e-mailadres. Men wilde meestal graag hulp bij problemen met de inlogcode/het vinden van de website, of melden dat men mee zou werken aan het onderzoek. 32
Bijlage 1B veldwerkverslag tweede meting reparatiecohort vangnetters In het kader van het project De weg naar de WIA zouden alle (werknemers en) vangnetters worden aangeschreven die (volgens de UWV-administratie, op basis van de 13-weeks melding) op 1 oktober 2007 gemiddeld 9 maanden ziek waren. Bij het trekken van de steekproef vangnetters is echter per abuis een deelgroep meegenomen. De opzet was dat alle vangnetters zonder werkgever zouden meedoen, te weten zieke WW-ers, uitzendkrachten en overige flexwerkers. (De vangnetgroepen met een werkgever, zoals gevallen van zwangerschapscomplicaties, art. 29b (no-risk polis) en orgaandonoren werden benaderd voor dit onderzoek.) De eerste selectie van de overige flexwerkers bevatte echter uitsluitend de oproepkrachten, en de einde dienstverbanders en de nawerkingsgevallen. Om dit gat te repareren wordt de vergeten groep vangnetters telkens circa 6 maanden na de reguliere metingen van het project afzonderlijk benaderd voor deelname aan het onderzoek. De reparatiesteekproef bevat derhalve uitsluitend de zgn. einde dienstverbanders en nawerkingsgevallen die op 1 april 2008 gemiddeld 9 maanden ziek waren. Beoogde respondenten Uitgangspunt was dat alle (883) overige flexwerkers die hebben meege aan de eerste reparatiemeting benaderd zouden worden voor deelname aan de tweede meting van dit project. Van 29 personen was echter de UWV code (inlogcode / respondentnummer) bekend. Hierdoor kon UWV (dat de aanschrijving verzorgde, zie verder) van deze personen de adresgegevens achterhalen. De aangeschreven groep bestond uiteindelijk dus uit 854 vangnetters. De verwachting vooraf was dat circa 60 procent van deze groep bereid zou zijn om opnieuw een vragenlijst in te vullen. Aanschrijving De aanschrijving verliep in drie fasen. 1. Alle vangnetters zijn op 9 januari 2009 aangeschreven door UWV. De aanschrijving bestond uit een brief van UWV, waarin informatie van AStri was ver. Gevraagd werd om opnieuw mee te werken aan het onderzoek door het invullen van een vragenlijst, naar keuze via het internet of op papier. Voor degenen die de vragenlijst via het internet wilden invullen bevatte de brief een persoonlijke inlogcode waarmee men op een speciale website de vragenlijst kon starten. De schriftelijke vragenlijst was in de eerste aanschrijfronde nog bijgevoegd. 2. Na de eerste aanschrijving werden eerst zo veel mogelijk personen die al hadden gereageerd (door de vragenlijst op het internet in te vullen) uit het adressenbestand verwijderd. Alle overige personen werden twee weken na de eerste aanschrijving, dus op 23 januari 2009, voor de tweede maal 33
aangeschreven. De tweede aanschrijving bestond uit een brief van UWV, waarin informatie van AStri was opgenomen, en een vragenlijst op papier. Opnieuw werd verzocht om medewerking aan het onderzoek door het invullen van de vragenlijst (naar keuze op papier of via het internet de persoonlijke inlogcode was opnieuw opgenomen), als men dat tenminste nog gedaan had. Na verzending van de tweede mailing bleek dat er iets fout was gegaan tijdens het drukken van de vragenlijsten, waardoor deze op sommige punten lastig in te vullen waren. In overleg met UWV is daarom besloten om de vragenlijsten opnieuw te drukken en te verzenden, vergezeld van een excuusbrief. Dat is gebeurd op 27 januari 2009. 3. Na de tweede aanschrijving werden weer zo veel mogelijk personen die al hadden gereageerd (door de vragenlijst in te vullen) uit het adressenbestand verwijderd. Alle overgebleven personen werden twee weken na de correcte tweede aanschrijving, dus op 10 februari 2009, voor de derde maal aangeschreven. Deze derde aanschrijving bestond uit een brief van UWV waarin informatie van AStri was opgenomen. Voor de laatste keer werd verzocht om medewerking aan het onderzoek door het invullen van de vragenlijst (naar keuze op papier of via het internet de persoonlijke inlogcode was opnieuw opgenomen), als men dat nog gedaan had. Respons Voor de tweede reparatiemeting zijn 854 vangnetters aangeschreven. De responsinname van schriftelijke vragenlijsten is gesloten op 26 februari 2009. Op dezelfde dag is de webenquête gesloten. De bruto respons omvatte, naast ingevulde enquêtes, ook enkele lege enquêtes. Een aantal respondenten heeft zowel de misdruk als de correcte schriftelijke vragenlijst ingevuld. Bovendien was er een aantal personen dat de vragenlijst zowel schriftelijk als via het internet invulde. Deze (dubbele) enquêtes zijn buiten beschouwing gelaten bij het berekenen van het responspercentage. Uiteindelijk is van 491 (489 compleet met code 5 ) vangnetters een ingevulde, bruikbare vragenlijst ontvangen. Op basis van eerder enquêteonderzoek onder langdurig zieke werknemers was de verwachte respons bij deze tweede meting circa 60%. De behaalde respons was in werkelijkheid 58%. We stellen vast dat het responspercentage bijna even hoog is als vooraf verwacht werd. 5 Het aantal vragenlijsten compleet met inlogcode is van belang. UWV beschikt over een bestand waarin deze codes zijn gekoppeld aan NAW-gegevens en achtergrondkenmerken van alle personen. Personen van wie deze code meer bekend is, kunnen worden benaderd voor deelname aan de derde meting. Ook kunnen de gegevens uit de tweede meting van deze personen worden gekoppeld aan die van de eerste meting. 34
Tabel 1 Respons 2 e meting reparatiecohort vangnetters aantal respons% bruto uitgenodigd 854 AF:postretour 7 netto uitgenodigd 847 100% bruto respons schriftelijk 357 42,1% AF: leeg 3 AF: dubbel ingevuld 6 netto respons schriftelijk 348 41,1% bruto respons web 149 17,6% AF: dubbel met schriftelijk 6 netto respons web 143 16,9% totale respons 491 58,0% compleet met UWV-code 489 57,7% De bruto respons omvatte in 506 personen. Uit tabel 1 is af te leiden dat 15 reacties (3%) om verschillende redenen afvielen: 3 respondenten stuurden de vragenlijst leeg terug, 6 respondenten vulden de schriftelijke vragenlijst twee maal in en eveneens 6 respondenten vulden zowel de schriftelijke als de digitale vragenlijst in. Omdat bij deze laatste groep de webenquête meestal ingevuld was (waarschijnlijk afgebroken ten gevolge van technische problemen met de website), is besloten om voor al deze personen de gegevens uit de schriftelijke vragenlijst te gebruiken. Verloop van de respons Om inzicht te bieden in het verloop van de respons in de tijd is in onderstaande figuur weergegeven hoeveel webenquêtes er sinds de start van de veldwerkperiode zijn ingevuld (deze gegevens zijn bekend voor de schriftelijke vragenlijst). Daarbij is ook aangegeven op welke momenten de rappelbrieven zijn verstuurd. Duidelijk zichtbaar is de opleving in de respons na elk rappel. 35
Figuur 1 Responsverloop webenquête WnW T2 aantal invullers 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 10-1-2009 12-1-2009 1e rappel 14-1-2009 16-1-2009 18-1-2009 20-1-2009 22-1-2009 24-1-2009 26-1-2009 28-1-2009 30-1-2009 1-2-2009 3-2-2009 5-2-2009 7-2-2009 datum 2e rappel 9-2-2009 11-2-2009 13-2-2009 15-2-2009 17-2-2009 19-2-2009 21-2-2009 23-2-2009 25-2-2009 27-2-2009 Aanvullende informatie over de webenquête In hebben 161 personen een bezoek gebracht aan de website waarop men de enquête kon starten. Vervolgens hebben 160 personen de enquête daadwerkelijk gestart. Van hen hebben 11 personen de vragen toch (allemaal) beantwoord, wat resulteerde in 149 ingevulde enquêtes (zie tabel 1). De eerste webenquête werd ingevuld op 10 januari 2009, de laatste op 22 februari 2009. De gemiddelde tijd die nodig was voor het invullen van de webenquête was 19 minuten en 54 seconden. Telefoontjes en e-mails van (beoogde) respondenten AStri is ongeveer 50 keer gebeld door (beoogde) respondenten. Een enkeling belde om te melden dat men mee wilde werken aan het onderzoek. Meestal had men echter (inhoudelijke) vragen. Verder heeft één persoon gemaild naar het speciale helpdesk e-mailadres, om te melden dat hij mee zou werken aan het onderzoek. 36
Bijlage 2 Vragenlijst tweede meting De hierna volgende vragenlijst betreft de enquête die tijdens de tweede meting is voorgelegd aan de cohorten WW ers en uitzendkrachten; zij zijn benaderd in juli 2008. Het cohort flexwerkers is aangeschreven in januari 2009. De vragenlijst die zij voorgelegd kregen was in principe letterlijk hetzelfde als die voor WW ers en uitzendkrachten, met uitzondering van passages waarin wordt verwezen naar de ziekteperiode en de periode waarin de vorige meting plaats vond. Waar bij WW ers en uitzendkrachten wordt verwezen naar november 2007, wordt bij flexwerkers bijvoorbeeld verwezen naar juni 2008. 37
< onderzoeksnummer > Nationale enquête Langdurig ziek en dan? tweede ronde juli 2008? @ Gebruik voor het invullen van de vragenlijst alstublieft een blauwe of zwarte pen! Wilt u de ingevulde vragenlijst binnen twee weken terug sturen in de bijgevoegde antwoordenvelop? Een postzegel plakken is nodig. Indien u de antwoordenvelop kwijt bent, kunt u de vragenlijst in een gewone envelop zonder postzegel opsturen naar: Bureau AStri, Antwoordnummer 10624, 2650 VB Nootdorp Hebt u vragen over deze enquête, neem dan contact op met bureau AStri. U kunt ons bellen of mailen. Wij zijn telefonisch bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur, op nummer 071-566 1290. Buiten deze uren kunt u een bericht inspreken op ons antwoordapparaat. Wij bellen u dan terug. Ons e-mail adres is: helpdesk@astri.nl
Toelichting bij het invullen van de vragenlijst Deze vragenlijst wordt geautomatiseerd ver. Daarom is het belangrijk dat u de vragenlijst kreukt en invult met een zwarte of blauwe pen. Wanneer u wordt gevraagd om een antwoord aan te kruisen, zet dan een duidelijk kruis in het antwoordvakje. Als u een verkeerd antwoord aankruist, laat dan het foutieve kruisje staan en maak het goede vakje helemaal zwart. Vul bij een getal één cijfer per vakje in. Het hele cijfer moet binnen het vakje komen. Geen streepjes zetten als u iets hoeft in te vullen. Het invullen van de vragenlijst wijst zich verder vanzelf. Als u toch twijfelt bij het invullen, dan kunt u onderstaande aanwijzingen opvolgen. Wilt u bij het invullen van deze vragenlijst telkens dat antwoord aankruisen dat het beste op uw situatie van toepassing is? Alleen als dit speciaal staat aangegeven kunt u meerdere antwoorden aankruisen. Als u een antwoord aankruist met daarachter een doorverwijzing (ga door naar vraag. ), kunt u direct doorgaan naar het opgegeven vraagnummer. De tussenliggende vragen kunt u overslaan. Soms staat er een kader achter een antwoordmogelijkheid (anders, namelijk..) of achter een vraag. Wij vragen u om hierin zelf het antwoord op te schrijven. Alvast hartelijk dank voor uw medewerking!
A Ziekteperiode 1. Wat is uw situatie op dit moment? ik ben nog ziek gemeld ga door naar vraag 3 ik ben nog ziek gemeld ga door naar vraag 3 ik ben beter gemeld 2. In welke maand bent u beter gemeld? maand 2 0 0 jaar ga door naar blok B 3. Betaalt uw werkgever uw loon door? ja, mijn werkgever betaalt mijn loon door (100%) ja, mijn werkgever betaalt mijn loon door, maar, namelijk: % ja, mijn werkgever betaalt mijn loon door, maar ik weet welk deel nee, mijn werkgever betaalt mijn loon door van toepassing, ik heb geen werkgever B Uw gezondheid 4. Hoe is nu over het algemeen uw gezondheidstoestand? goed gaat wel / matig slecht 5. Is uw gezondheidstoestand in het afgelopen jaar beter geworden, hetzelfde gebleven, of slechter geworden? beter hetzelfde slechter 6. Denkt u dat uw gezondheidsklachten in de loop van het komende half jaar minder worden, erger worden of hetzelfde zullen blijven? ik heb geen klachten meer klachten zullen minder worden klachten zullen hetzelfde blijven klachten zullen erger worden ik weet het 1
7. Wat waren de gezondheidsklachten waarmee u zich eind 2006 / begin 2007 ziek meldde? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. rugklachten RSI andere klachten van de ledematen of bewegingsapparaat overspannenheid burn-out andere psychische klachten (bijv. depressiviteit) klachten in verband met zwangerschap of bevalling hart- en vaatziekten (bijv. hart-infarct, beroerte, hoge bloeddruk) anders, namelijk: 8. Heeft u sinds november 2007 moeten wachten op een opname, behandeling of therapie? Indien ja, hoeveel maanden was dat dan? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. ja, voor opname wachttijd: maanden ja, voor behandeling / therapie wachttijd: maanden ik wacht nog steeds nee 9. Zijn er sinds november 2007 omstandigheden geweest in uw privé-situatie die een rol spelen bij het voortduren van uw gezondheidsklachten? ja nee van toepassing, ik ben beter C Uw werkgever 10. Heeft u nu nog steeds een arbeidscontract bij de werkgever waar u e op het moment van uw ziekmelding? Het gaat erom of u nog een dienstverband met deze werkgever hebt. Dit hoeft te betekenen dat u hier nu ook aan het werk bent. ja ga door naar vraag 12 nee, mijn dienstverband is beëindigd, per dag maand 2 0 0 jaar van toepassing, ik had toen geen werkgever ga door naar vraag 12 2
11. Waarom heeft u geen arbeidscontract meer met deze werkgever? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. ik ben ontslagen het arbeidscontract liep af ik heb zelf ontslag genomen we zijn samen tot een beëindigingsovereenkomst gekomen faillissement / reorganisatie bij deze werkgever ik heb een andere werkgever gevonden anders, namelijk: 12. Uit welke bron(nen) heeft u nu inkomsten? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. ik heb werk WW-uitkering ziektewetuitkering (vervroegde) WIA-uitkering Wajong-uitkering bijstandsuitkering VUT, lijfrente of pensioen nabestaandenuitkering (ANW) anders, namelijk: ik heb geen inkomsten meer D Werkhervatting 13. Bent u sinds november 2007 vanuit een situatie van e ziekte weer begonnen met werken? Onder werken verstaan we ook therapeutisch werken, in minder uren of met aangepaste taken werken, in een andere functie werken en/of bij een andere werkgever werken. Ook als u daarna weer bent gestopt met werken, vult u dan toch ja in. ja, één keer sinds november 2007 ja, meerdere keren sinds november 2007 nee, want ik ben al vóór november 2007 begonnen met werken ga door naar vraag 17 nee, ik ben begonnen met werken ga door naar vraag 19 14. In welke maand bent u (voor het eerst) weer aan het werk gegaan? maand 2 0 0 jaar 3
15. Toen u weer ging werken, was dat bij de werkgever waar u e toen u zich ziek meldde, of bij een nieuwe werkgever? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. bij mijn oude werkgever gedetacheerd bij een nieuwe werkgever (maar in dienst van mijn oude werkgever) bij een nieuwe werkgever, in tijdelijke dienst bij een nieuwe werkgever, in vaste dienst via hetzelfde uitzendbureau, en bij hetzelfde bedrijf via hetzelfde uitzendbureau, maar bij een ander bedrijf via een (ander) uitzendbureau als zelfstandige / freelancer 16. Onder welke omstandigheden ging u toen werken? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. in het oude (soort) werk (=dezelfde uren en taken als bij ziekmelding) op therapeutische basis met minder uren in een andere functie met aangepaste taken met aangepaste werkplek / speciale voorzieningen (bijv. spraakcomputer, aangepaste stoel) 17. U bent na uw ziekmelding weer aan het werk gegaan. Onderstaande stellingen gaan daar over, dus over de werkperiode ná uw ziekmelding. a. Ik heb/had plezier in mijn werk. b. Ik moet/moest in een hoog tempo werken. c. Ik kan/kon zelf het empo regelen. d. Ik doe/deed lichamelijk zwaar werk. e. Ik doe/deed psychisch zwaar werk. f. Ik heb/had de gelegenheid mij te ontplooien in mijn werk. g. Het werk sluit/sloot goed aan bij mijn opleiding en/of ervaring. h. De promotiekansen zijn/waren goed. i. De beloning is/was goed. j. Ik krijg/kreeg ondersteuning van leidinggevenden/collega s. 18. Werkt u op dit moment nog steeds, of bent u opnieuw uitgevallen? mee eens mee oneens ik werk nog steeds, maar ben nog beter gemeld ga naar vraag 20 ik werk nog steeds en ben beter gemeld ga door naar vraag 28 ik werk en ben nog beter gemeld ga door naar vraag 19 ik werk, maar ben wel beter gemeld ga door naar vraag 19 ik werk en ben weer ziek gemeld, per maand 2 0 0 ga door naar vraag 19 4
19. Had u met uw belemmeringen en beperkingen kunnen gaan of blijven werken bij de volgende mogelijkheden: Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. als ik minder uren was gaan werken als ik flexibele uren of ijden had kunnen krijgen als ik met minder taken was gaan werken als ik in een langzamer tempo was gaan werken als ik een andere functie / andere taken zou hebben gekregen met een aanpassing van de werkplek als ik steun van mijn leidinggevende/collega s had gekregen als ik een werkgever zou hebben om naar terug te keren anders nee, op geen enkele manier van toepassing, ik zou zonder problemen mijn oude werk weer kunnen oppakken 20. Wat zijn de belangrijkste redenen dat u op dit moment ()? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. mijn gezondheid laat het toe ik ben bang dat mijn gezondheid achteruit zou gaan de arts heeft het me sterk afgeraden/verboden ik moet wachten op een opname mijn werkgever wil dat ik terugkom op het werk ik wil zelf terug naar mijn werkgever mijn werkgever zegt dat de functie aangepast kan worden mijn werkgever zegt dat er geen werk voorhanden is dat ik kan gaan doen is aan de orde geweest ik kan geen nieuwe werkgever vinden vanwege mijn privé-situatie anders mijn dienstverband is beëindigd na de ziekmelding ik had bij mijn ziekmelding al geen dienstverband (meer) 21. Stel dat het wat uw gezondheid betreft zou kunnen, zou u dan zelf graag () terug willen naar uw oude werk? ja, graag misschien wel, misschien / hangt ervan af nee, beslist van toepassing, het dienstverband is beëindigd ga door naar vraag 23 van toepassing, ik had geen werk bij mijn ziekmelding ga door naar vraag 23 22. Hoe denkt uw werkgever nu over uw (e) terugkeer naar het werk? mijn werkgever wil mij graag terug mijn werkgever heeft liever dat ik een andere werkgever zoek mijn werkgever vindt het beter dat ik t.z.t. een WIA-uitkering aanvraag mijn werkgever wil mij alleen op therapeutische basis terug anders weet 5
23. Hoe denken uw bedrijfsarts, huisarts en andere zorgverleners (medisch specialist, therapeut) over uw mogelijkheden om binnen een jaar (uw oude werk weer) te hervatten? zij denken wel dat ik (weer) kan werken zij twijfelen of ik (weer) kan werken zij denken dat ik (weer) kan werken hun meningen hierover verschillen ik weet het 24. Denkt u dat uw gezondheid het toelaat om in de toekomst weer te werken? ik verwacht het ik verwacht het wel, zowel mijn oude werk als ander werk zou kunnen ik verwacht het wel, maar dan alleen ander werk ik weet het 25. Zijn er, naast (eventueel) uw gezondheid, andere persoonlijke omstandigheden of problemen die het voor u moeilijk maken om in de toekomst weer te werken? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. ja, zorg voor partner/kinderen/familie ja, relatieproblemen ja, rouwverwerking ja, ik ben te oud ja, ik heb weinig werkervaring/ritme ja, financiële gevolgen pakken onvoordelig uit ja, juridische procedure ja, anders nee 26. Als u weer of meer zou gaan werken, denkt u dan dat u er financieel op voor- of achteruit zult gaan? vooruit zou financieel s uitmaken achteruit van toepassing, werk al (vrijwel) van toepassing, kan werken 27. Iemand die twee jaar ziek is kan een WIA-uitkering aanvragen. Stel dat u twee jaar ziek blijft en dan een WIA-uitkering aanvraagt, denkt u dat u die uitkering dan ook krijgt? ja nee ik weet het van toepassing, ik ben al beter Indien u op dit moment geen werk heeft, kunt u doorgaan naar blok E. 28. Waar u nu? via mijn oude uitzendbureau via een (ander) uitzendbureau bij een nieuwe werkgever als zelfstandige ga door naar vraag 30 bij mijn oude werkgever (waar ik ook e ten tijde van mijn ziekmelding) 6