DOCUMENTBESCHRIJVING. Titel NO 2 -meetcampagne met passieve samplers in steden in 2010

Vergelijkbare documenten
Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen?

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

Life+ ATMOSYS: NO 2 -stedencampagne

Luchtkwaliteit in Vlaanderen

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.)

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

Samenvatting van de belangrijkste wetenschappelijke inzichten

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Meetresultaten verzuring 1 HET MEETNET VERZURING

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Meetresultaten verzuring en vermesting

De richtlijn 80/779/EG bepaalde als grenswaarde voor de dagwaarden:

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

De NH 3 -uitstoot speelt, via de vorming van ammoniumzouten (secundair aërosol), ook een zeer belangrijke rol bij de problematiek van fijn stof.

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL. GreenAir Workshop, 12 juni 2018

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP

Tabel 1. Huidige concentratieschalen voor de berekening van de luchtkwaliteitsindex. NO 2. (uurgemiddelde)

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Luchtkwaliteit in (West-)Vlaanderen

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij IRCEL. Hoorzitting MINA raad, 14 maart 2018

Tabel IV.49: DAGWAARDEN NH 3 PERCENTIEL P98. JAARPERIODE : JANUARI - DECEMBER [ Concentratie in µg/m 3 ]

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Luchtkwaliteit in Menen. 9 februari 2017

Meetcampagne in de woonwijk Noeveren in Boom van 20 juni 2013 tot 30 september 2014

Dalende NOx emissies - stagnerende NO2 concentraties in stedelijke omgeving : wat is er aan de hand?

Oorspronkelijk werd bij de analyse de deeltjesconcentratie van 8 verschillende componenten bepaald :

MIRA 2012 Verspreiding van POP s

Smog in zomer van 5

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

PM-problematiek, invloed van diffuus

Luchtkwaliteit in Laakdal en Geel

Aantal dagen met goede luchtkwaliteit.

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Discussieavond luchtkwaliteit. 20 december 2017, Cultuurcentrum, Mechelen Marina De Bie, Arne Daneels, Wim Dewit, Stijn Vranckx, Uta Wehn

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Luchtkwaliteit in Menen. 24 mei 2016

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

MIRA 2011 VERSPREIDING VAN ZWARE METALEN. Emissie van zware metalen naar lucht.

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen

Onderzoek Luchtkwaliteit

PERSBERICHT. Departement Stafdiensten Dienst Voorlichting

9 OVERSCHRIJDINGEN van de DREMPELWAARDEN voor OZON volgens de Richtlijn 2002/3/EG

Meetcampagne stikstofdioxide op 50 locaties in Gent (2016) Eindrapport

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen


Meti ti l ngen uchtkwalit it e MINA raad 4 f ebruari februari 2011

Onderzoek Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

TRANSITION = Lokaal luchtkwaliteitsbeleid Stad Gent

Samenvatting resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving

Actieplan voor vermindering van de uitstoot aan fijn stof en NOx in (de haven en de stad) Antwerpen

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving in Stuurgroep Genk-Zuid 14 februari 2019

DOCUMENTBESCHRIJVING. Titel Luchtkwaliteit in Mechelen in de periode Samenstellers Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie, VMM Dienst Lucht

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR ZIJN INTERPRETATIE

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Aantal dagen waarop de daggemiddelde PM 10 -concentratie groter is dan 50 µg/m³

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014

Luchtkwaliteit in Vlaanderen en in uw gemeente. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage Samenvatting Amsterdam

Bepalen van de luchtkwaliteit

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009

Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan. Rapportage 2016/2017

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

"Luchtkwaliteit in Maastricht; de theorie en de werkelijkheid. Door: Erwin Hartogsveld/Stichting Klaor Loch. Maastricht 23 maart 2016

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

INFODOCUMENT ERKENNINGSKALENDER CVK - RANGORDEBEPALING ZORGREGIO S

Luchtkwaliteit in Vlaanderen

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving in 2017 en Stuurgroep Genk-Zuid 21 juni 2018

Vlaams Gewest. Uitstelaanvraag voor de normen van NO 2. Ingediend in uitvoering van artikel 22 van de richtlijn 2008/50/EG

16 OZON op WEEKEND- en FEESTDAGEN

Roetmemo Roetkaart december 2014

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving in 2015 en Stuurgroep Genk-Zuid 19 januari 2017

Chemkar PM 10 De samenstelling van fijn stof in Vlaanderen onder de loep

luchtkwaliteit in Gent

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving in 2016 en Stuurgroep Genk-Zuid 22 juni 2017

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

HET BURGERMEETPROJECT; EEN UPDATE

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Luchtkwaliteitsonderzoek (NIMB-toets) Postweide in Woudrichem

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Transcriptie:

NO 2 -meetcampagne met passieve samplers in steden in 2010

DOCUMENTBESCHRIJVING Titel NO 2 -meetcampagne met passieve samplers in steden in 2010 Samenstellers Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie, VMM Dienst Lucht, Team Beheer Telemetrische Meetnetten Lucht Inhoud Dit rapport beschrijft de resultaten van de NO 2 -meetcampagne die de VMM in 2010 in dertien Vlaamse steden uitvoerde. In elke stad werden op drie locaties gedurende een jaar de NO 2 - concentraties gemeten met passieve samplers. Wijze van refereren VMM (2011), NO 2 -meetcampagne met passieve samplers in steden in 2010 Verantwoordelijke uitgever Philippe D Hondt, Afdelingshoofd Lucht, Milieu en Communicatie Vlaamse Milieumaatschappij Vragen in verband met dit rapport VMM-Infoloket A.Van de Maelestraat 96 9320 Erembodegem Tel: 053 72 64 45 Fax: 053 71 10 78 info@vmm.be Depotnummer D/2011/6871/011 2

Samenvatting Eind 2010 beheerde de VMM 56 telemetrische meetstations voor NO x -metingen. De meetresultaten hiervan tonen aan dat de Europese jaargrenswaarde voor stikstofdioxide (NO 2 ) van 40 µg/m³ (richtlijn 2008/50/EG) binnen de telemetrische meetnetten overschreden wordt in de zones Antwerpse agglomeratie en Antwerpse haven. Uit een VMM-studie uitgevoerd in 2004 met passieve samplers in zes steden (Aalst, Antwerpen, Gent, Hasselt, Leuven en Oostende) en een studie in 2005 in Mortsel bleek echter dat ook in meerdere steden op verkeersintensieve plaatsen de jaargrenswaarde voor NO 2 overschreden werd. Naar aanleiding van het in werking treden in 2010 van de nieuwe jaargrenswaarde voor NO 2 van 40 µg/m³, voerde de VMM in 2010 een vervolgstudie uit in 13 steden met als doel informatie te verkrijgen over de jaargemiddelde NO 2 -concentraties in steden en op verkeersdrukke plaatsen. Die 13 steden zijn: Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Mortsel, Oostende, Roeselare en Sint-Niklaas. Met uitzondering van Mortsel zijn dit alle Vlaamse steden met meer dan 50 000 inwoners. Mortsel werd opgenomen in deze studie om de evolutie in deze stad ten opzichte van vroegere meetcampagnes te evalueren. In elke stad selecteerde de VMM drie locaties, elk van een verschillend type: langs een gewestweg; langs een binnenstedelijke weg; op een stedelijke achtergrondlocatie. De NO 2 -concentratie werd tijdens deze studie bepaald met passieve samplers van het merk IVL. De studie startte op 8 januari 2010 en liep tot 7 januari 2011. De gemiddelden gemeten met de passieve samplers zijn goed vergelijkbaar met de referentiemethode. Op jaarbasis liggen de jaargemiddelden met passieve samplers 1 tot 3 µg/m³ lager dan deze bekomen op dezelfde locatie met de automatische monitoren. In elke stad meten we op de stedelijke achtergrondlocaties de laagste NO 2 -jaargemiddelden in vergelijking met de locaties langs binnenstedelijke wegen of gewestwegen. De concentraties op de verschillende types locaties variëren als volgt: op achtergrondlocaties tussen 22 en 40 µg/m³; langs binnenstedelijke wegen tussen 27 en 49 µg/m³; langs de gewestwegen tussen 28 en 59 µg/m³. In 8 steden liggen de concentraties langs de gewestweg hoger dan deze op de overige 2 types locaties. Bij onderlinge vergelijking van de binnenstedelijke locaties merken we de hoogste NO 2 - concentraties langs de wegen met de hoogste verkeersintensiteit. Op alle meetplaatsen zien we een seizoenseffect: de NO 2 -concentraties liggen gemiddeld 13,5 µg/m³ hoger tijdens de herfst-winter dan tijdens de lente-zomer. De meer gunstige verspreidingsomstandigheden en de verminderde uitstoot door gebouwenverwarming tijdens de warmere maanden zijn hiervoor verantwoordelijk. Op sommige locaties voerde de VMM ook in 2004 en september-oktober 2005 metingen uit. Bij een vergelijking van de bekomen gemiddelden zien we in 2010 lagere NO 2 -concentraties dan in 2004 of september-oktober 2005. Dit is een algemene tendens in Vlaanderen. Immers, ook de automatische monitoren in overige meetplaatsen tonen dat de NO 2 -concentraties de laatste jaren stabiel tot licht dalend zijn. Toetsing met de jaargrenswaarde geeft aan dat op 13 van de 39 meetplaatsen en in 10 van de 13 steden de jaargrenswaarde voor NO 2 van 40 µg/m³ wordt overschreden in 2010. Op alle stedelijke achtergrondlocaties wordt de grenswaarde gerespecteerd. Een vergelijking tussen de verschillende steden is moeilijk omdat de VMM in de verschillende steden niet specifiek op zoek is gegaan naar de drukste gewest- of binnenstedelijke weg. Anderzijds kunnen er in een bepaalde stad ook verkeersluwere locaties bestaan dan de stedelijke achtergrondlocatie geselecteerd in deze studie. Tijdens deze studie stellen we geen overschrijdingen van de jaargrenswaarde vast in de steden Oostende, Roeselare en Sint-Niklaas. Omdat tijdens deze studie Samenvatting 3

steekproefsgewijze metingen van NO 2 werden uitgevoerd en er bijgevolg geen volledig beeld van de NO 2 -concentraties in een bepaalde stad werd bekomen, valt het niet uit te sluiten dat er in deze steden toch locaties zijn waar deze grenswaarde wel wordt overschreden. Deze studie toont aan dat op verkeersdrukke plaatsen in meerdere steden het behalen van de NO 2 - NO 2 -jaargrenswaarde een probleem vormt. De automatische NO 2 -metingen van de VMM tonen een overschrijding van de jaargrenswaarde in de zones Antwerpse agglomeratie en Antwerpse haven, maar uit deze studie blijkt dat het probleem grootschaliger is. In alle steden opgenomen in deze studie kunnen er straten met NO 2 -concentraties boven de jaargrenswaarde voorkomen. Beleidsmaatregelen dienen zich dus niet enkel te focussen op de bovenstaande twee Antwerpse zones. 4 Samenvatting

INHOUDSTAFEL Samenvatting... 3 1 Inleiding... 9 2 Stikstofdioxide...10 2.1 De polluent... 10 2.2 Wetgeving... 10 2.3 Bronnen van NO x... 11 2.4 Resultaten van de automatische meetnetten in 2010... 12 3 Beschrijving van de studie...14 3.1 Meetplaatsen... 14 3.2 Meetperiodes... 17 3.3 Meetmethodiek... 18 3.3.1 Bemonstering en analyse... 18 3.3.2 Veldblanco s... 19 3.3.3 Verdere gegevensverwerking... 19 3.3.4 Vergelijking tussen passieve samplers en monitoren... 20 4 Resultaten...23 4.1 Jaargemiddelden en toetsing aan de jaargrenswaarde... 23 4.2 Seizoensinvloed... 26 4.3 Verband met verkeersintensiteit... 28 4.4 Vergelijking met eerdere studies... 29 5 Besluit...31 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties...33 Bijlage 2: Grafieken per stad...60 Bijlage 3: Tabellen per stad...73 5

FIGUREN Figuur 1: Procentueel aandeel van de verschillende sectoren aan de NO x (NO 2 )-uitstoot in 2009... 11 Figuur 2: Overzicht van de NO x -meetplaatsen met automatische monitoren eind 2010... 12 Figuur 3: Trend van de NO 2 -jaargemiddelden voor de verschillende typen meetstations ten opzichte van de grenswaarde (GW), 1987-2010... 13 Figuur 4: Overzicht van de steden die deelnamen aan deze studie... 15 Figuur 5: Badge NO 2 -sampler van het merk IVL... 18 Figuur 6: Afbeelding van een meetopstelling NO 2 -sampler... 19 Figuur 7: Vergelijking tussen passieve sampler en monitor per meetperiode in Gent-Baudelo... 21 Figuur 8: Vergelijking tussen passieve sampler en monitor per meetperiode in Borgerhout... 21 Figuur 9: Vergelijking tussen passieve sampler en monitor per meetperiode in Gent-Mariakerke... 22 Figuur 10: Overzicht van de jaargemiddelden en toetsing aan de jaargrenswaarde... 25 Figuur 11: Variatie per seizoen in de NO 2 -concentraties... 27 Figuur 12: Vergelijking NO 2 -jaargemiddelden langs binnenstedelijke wegen met de verkeersintensiteit... 28 Figuur 13: Meetpost 99AA04- Leo De Béthunelaan... 34 Figuur 14: Meetpost 99AA05- Dirk Martensstraat... 34 Figuur 15: Meetpost 99AA06- Houtmarkt... 34 Figuur 16: Ligging van de meetlocaties in AALST... 35 Figuur 17: Meetpost 99AT20 - Amerikalei... 36 Figuur 18: Meetpost 99AT22 - Park Spoor Noord... 36 Figuur 19: Meetpost 99AT21 - Lange Leemstraat... 36 Figuur 20: Meetpost 42R801 - Plantin en Moretuslei (Borgerhout)... 36 Figuur 21: Ligging van de meetlocaties in ANTWERPEN... 37 Figuur 22: Meetpost 99BB22 - Hoefijzerlaan... 38 Figuur 23: Meetpost 99BB24 - Kruisvest... 38 Figuur 24: Meetpost 99BB23 - Katelijnestraat... 38 Figuur 25: Ligging van de meetlocaties in BRUGGE... 39 Figuur 26: Meetpost 99GK23 - Europalaan... 40 Figuur 27: Meetpost 99GK24 - Vennestraat... 40 Figuur 28: Meetpost 99GK25 - Molenstraat... 40 Figuur 29: Ligging van de meetlocaties in GENK... 41 Figuur 30: Meetpost 99GN25 - Sint-Lievenslaan... 42 Figuur 31: Meetpost 47E716 - Driepikkelstraat (Mariakerke)... 42 Figuur 32: Meetpost 99GN26 - Nederkouter... 42 Figuur 33: Meetpost 99R701 - Baudelopark... 42 Figuur 34: Ligging van de meetlocaties in GENT... 43 Figuur 35: Meetpost 99HS05 - Sint-Truidersteenweg... 44 Figuur 36: Meetpost 99HS06 - Plankeweidelaan... 44 Figuur 37: Meetpost 99HS04 - Thonissenlaan... 44 Figuur 38: Ligging van de meetlocaties in HASSELT... 45 Figuur 39: Meetpost 99KO08 - Minister Liebaertlaan... 46 Figuur 40: Meetpost 99KO10 - Doorniksesteenweg, park... 46 Figuur 41: Meetpost 99KO09 - Rijselsestraat... 46 Figuur 42: Ligging van de meetlocaties in KORTRIJK... 47 Figuur 43: Meetpost 99LU07 - Tiensestraat... 48 Figuur 44: Meetpost 99LU08 - Dirk Boutslaan... 48 Figuur 45: Meetpost 99LU06 - Diestsevest... 48 Figuur 46: Ligging van de meetlocaties in LEUVEN... 49 6

Figuur 47: Meetpost 99ML05 - Koningin Astridlaan... 50 Figuur 48: Meetpost 99ML07 - Kruidtuin... 50 Figuur 49: Meetpost 99ML06 - Sint-Katelijnestraat... 50 Figuur 50: Ligging van de meetlocaties in MECHELEN... 51 Figuur 51: Meetpost 99MT04 - Guido Gezellelaan... 52 Figuur 52: Meetpost 99MT03 - Antwerpsestraat... 52 Figuur 53: Meetpost 99MT05 - Lindenlei... 52 Figuur 54: Ligging van de meetlocaties in MORTSEL... 53 Figuur 55: Meetpost 99OS05 - Nieuwpoortsesteenweg... 54 Figuur 56: Meetpost 99OS06 - Oude Molenstraat... 54 Figuur 57: Meetpost 99OS07 - Leopoldpark... 54 Figuur 58: Ligging van de meetlocaties in OOSTENDE... 55 Figuur 59: Meetpost 99RL09 - Meensesteenweg... 56 Figuur 60: Meetpost 99RL10 - Manestraat... 56 Figuur 61: Meetpost 99RL11 - Zwarte-Leeuwstraat... 56 Figuur 62: Ligging van de meetlocaties in ROESELARE... 57 Figuur 63: Meetpost 99SK05 - Guido Gezellelaan... 58 Figuur 64: Meetpost 99SK06 - Ankerstraat... 58 Figuur 65: Meetpost 99SK07 - Regentieplein... 58 Figuur 66: Ligging van de meetlocaties in SINT-NIKLAAS... 59 Figuur 67: Overzicht van de metingen in AALST... 60 Figuur 68: Overzicht van de metingen in ANTWERPEN... 61 Figuur 69: Overzicht van de metingen in BRUGGE... 62 Figuur 70: Overzicht van de metingen in GENK... 63 Figuur 71: Overzicht van de metingen in GENT... 64 Figuur 72: Overzicht van de metingen in HASSELT... 65 Figuur 73: Overzicht van de metingen in KORTRIJK... 66 Figuur 74: Overzicht van de metingen in LEUVEN... 67 Figuur 75: Overzicht van de metingen in MECHELEN... 68 Figuur 76: Overzicht van de metingen in MORTSEL... 69 Figuur 77: Overzicht van de metingen in OOSTENDE... 70 Figuur 78: Overzicht van de metingen in ROESELARE... 71 Figuur 79: Overzicht van de metingen in SINT-NIKLAAS... 72 7

TABELLEN Tabel 1: Grenswaarden en alarmdrempel voor NO 2 en kritiek niveau voor de bescherming van de vegetatie voor NO x (2008/50/EG)... 10 Tabel 2: Aantal inwoners per deelnemende stad op 1 januari 2010... 14 Tabel 3: Overzicht van alle meetlocaties... 16 Tabel 4: Overzicht van alle meetperiodes... 17 Tabel 5: Vergelijking van jaargemiddelden met passieve samplers en monitoren in 2010*... 20 Tabel 6: Vergelijking van passieve samplers en monitoren in 2007-2010... 20 Tabel 7: Overzicht van de jaargemiddelden en toetsing aan de jaargrenswaarde... 24 Tabel 8: Verkeersintensiteiten op de binnenstedelijke wegen... 28 Tabel 9: Vergelijking NO 2 -jaargemiddelden van 2004 met 2010... 29 Tabel 10: Vergelijking in Mortsel van het NO 2 -jaargemiddelde in 2010 met het gemiddelde in sep-okt 2005... 29 Tabel 10bis: Vergelijking NO 2 -gemiddelden in Mortsel en andere plaatsen in september/oktober 2005 met september/oktober 2010 30 Tabel 11: Meetposten in AALST... 34 Tabel 12: Meetposten in ANTWERPEN... 36 Tabel 13: Meetposten in BRUGGE... 38 Tabel 14: Meetposten in GENK... 40 Tabel 15: Meetposten in GENT... 42 Tabel 16: Meetposten in HASSELT... 44 Tabel 17: Meetposten in KORTRIJK... 46 Tabel 18: Meetposten in LEUVEN... 48 Tabel 19: Meetposten in MECHELEN... 50 Tabel 20: Meetposten in MORTSEL... 52 Tabel 21: Meetposten in OOSTENDE... 54 Tabel 22: Meetposten in ROESELARE... 56 Tabel 23: Meetposten in SINT-NIKLAAS... 58 Tabel 24: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in AALST... 73 Tabel 25: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in ANTWERPEN... 74 Tabel 26: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in BRUGGE... 75 Tabel 27: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in GENK... 76 Tabel 28: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in GENT... 77 Tabel 29: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in HASSELT... 78 Tabel 30: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in KORTRIJK... 79 Tabel 31: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in LEUVEN... 80 Tabel 32: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in MECHELEN... 81 Tabel 33: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in MORTSEL... 82 Tabel 34: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in OOSTENDE... 83 Tabel 35: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in ROESELARE... 84 Tabel 36: Overzicht van de meetresultaten (µg/m³) in SINT-NIKLAAS... 85 8

1 Inleiding Eind 2010 beheerde de VMM 56 automatische meetstations voor NO x -metingen. De meetresultaten hiervan tonen aan dat de Europese jaargrenswaarde voor stikstofdioxide (NO 2 ) van 40 µg/m³ (richtlijn 2008/50/EG) binnen de telemetrische meetnetten overschreden wordt in de zones Antwerpse agglomeratie en Antwerpse haven. Uit een VMM-studie uitgevoerd in 2004 1 met passieve samplers in zes steden (Aalst, Antwerpen, Gent, Hasselt, Leuven en Oostende) en een studie in 2005 in Mortsel 2 bleek echter dat in meerdere steden op verkeersintensieve plaatsen de jaargrenswaarde voor NO 2 overschreden werd. Naar aanleiding van het in werking treden in 2010 van de nieuwe jaargrenswaarde voor NO 2 van 40 µg/m³, voerde de VMM in 2010 een vervolgstudie uit in 13 steden met als doel informatie te verkrijgen over de jaargemiddelde NO 2 -concentraties in steden en op verkeersdrukke plaatsen. Die 13 steden zijn: Aalst; Antwerpen; Brugge; Genk; Gent; Hasselt; Kortrijk; Leuven; Mechelen; Mortsel; Oostende; Roeselare; Sint-Niklaas. 1 VMM (2005). NO 2 verkeersmetingen met passieve samplers 2004 (depotnummer: D/2005/6871/015) 2 VMM(2006). Immissiemetingen te Mortsel, periode 2003-2005 (depotnummer D/2006/6871/011) Inleiding 9

2 Stikstofdioxide 2.1 De polluent Stikstofoxiden (NO x ) bestaan uit een mengsel van stikstofdioxide (NO 2 ) en stikstofmonoxide (NO). NO is een kleur-, reuk- en smaakloos gas dat op zich weinig toxisch is. Het meer toxische NO 2, is een bruinrood gekleurd gas dat slecht ruikt en irriteert. Bij verbrandingsprocessen ontstaat in eerste instantie vooral NO. NO heeft een korte levensduur in de atmosfeer. NO zet om tot NO 2 door reacties met zuurstof en ozon. NO 2 heeft een langere levensduur in de atmosfeer. Nadelige effecten bij mens en ecosystemen van vooral NO 2 treden op bij kortdurende blootstelling aan hoge niveaus en bij chronische blootstelling aan lage niveaus. Verder spelen NO x een belangrijke rol in de milieuverzuring en de fotochemische smogvorming. Zoals SO 2 kunnen NO x over grote afstanden getransporteerd worden en kunnen zij dus ook effecten veroorzaken in afgelegen gebieden. 2.2 Wetgeving De Europese richtlijn 2008/50/EG legt grenswaarden en een alarmdrempel vast voor NO 2. De grenswaarden dienen op 1 januari 2010 gerespecteerd te worden. De alarmdrempel voor NO 2 dient reeds vanaf 19 juli 2001 gerespecteerd te worden. In de richtlijn 2008/50/EG is eveneens voor NO x een kritiek niveau voor de bescherming van de vegetatie opgenomen. Dit kritiek niveau dient reeds vanaf 19 juli 2001 gerespecteerd te worden. Tabel 1: Grenswaarden en alarmdrempel voor NO 2 en kritiek niveau voor de bescherming van de vegetatie voor NO x (2008/50/EG) Polluent Onderwerp Middelingstijd Doelstelling Grenswaarde voor de bescherming van de menselijke gezondheid 1 uur 200 µg/m³ mag niet meer dan 18 keer per jaar worden overschreden NO 2 Grenswaarde voor de bescherming van de menselijke gezondheid 1 jaar 40 µg/m³ Alarmdrempel Gedurende 3 opeenvolgende uren 400 µg/m³ NO x Kritiek niveau voor de bescherming van de vegetatie 1 jaar 30 µg/m³ 10 Stikstofdioxide

2.3 Bronnen van NO x Uitstoot van stikstofoxiden (NO x ) naar de omgevingslucht vindt vooral plaats bij verbrandingsprocessen op hoge temperaturen. Uit het jaarrapport Lozingen in de lucht van de VMM 3 blijkt dat het verkeer - vooral wegverkeer en zeescheepvaart - de belangrijkste bijdrage levert tot de NO x -uitstoot: 61% in 2009. Daarnaast levert ook de industrie een belangrijke bijdrage tot de NO x -uitstoot: 14% in 2009. 0.8% 2.1% 3.0% 4.0% 6.5% 8.5% WKK-industrie off-road raffinaderijen land- en tuinbouw 61.4% 13.7% elektriciteitscentrales gebouwenverwarming industrie verkeer Figuur 1: Procentueel aandeel van de verschillende sectoren aan de NO x (NO 2 )-uitstoot in 2009 De totale NO x -uitstoot is in 2009 met 40% gedaald ten opzichte van 1990, vooral door een daling in de uitstoot door: de sector wegverkeer: meer wagens met katalysator en de vervanging van oudere voertuigen door wagens van een meer recente euro-klasse; de sector elektriciteitscentrales: overschakeling van steenkool naar aardgas voor de elektriciteitsproductie, de toepassing van verbeterde verbrandingstechnologieën en rookgasreiniging. 3 VMM (2010) Jaarrapport Lozingen in de lucht 1990-2009; http://www.vmm.be/pub/jaarverslag-lozingen-in-de-lucht-1990-2009/ Stikstofdioxide 11

2.4 Resultaten van de automatische meetnetten in 2010 Eind 2010 beheert de VMM 56 automatische meetstations voor NO x -metingen. Figuur 2: Overzicht van de NO x -meetplaatsen met automatische monitoren eind 2010 In 2010 liggen de NO 2 -jaargemiddelden op de meetstations in Vlaanderen tussen 16 en 44 µg/m³. De VMM meet het laagste jaargemiddelde in het landelijk meetstation in Houtem (44N029) en het hoogste jaargemiddelde in Borgerhout (42R801) en in Antwerpen-Luchtbal (42M802). Met een jaargemiddelde van 44 µg/m³ overschrijden deze twee meetstations de jaargrenswaarde van 40 µg/m³. Het meetstation Antwerpen-Luchtbal (42M802) ligt aan de rand van de haven in verstedelijkt gebied. Het meetstation in Borgerhout (42R801) ligt in een stedelijke woonomgeving op 30 m van de straatkant. In 2010 is er in Borgerhout een vergelijking gebeurd tussen NO 2 -metingen met passieve samplers aan de straatkant en op 30 m van de straatkant. Aan de straatkant werd 8 µg/m³ méér NO 2 gemeten. Figuur 3 geeft het verloop van de NO 2 -jaargemiddelden weer sinds 1987 voor de landelijke, voorstedelijke, stedelijke of industriële meetstations. De jaargemiddelde concentraties kenden een dalende tendens tot in 1994. In de periode 1995-1997 werden alle virtuele meetstations gekenmerkt door een stijgende tendens. Vanaf 1998 tot en met 2010 zijn de concentraties stabiel tot licht dalend. 12 Stikstofdioxide

60 50 40 grenswaarde µg/m³ 30 20 10 0 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 industrieel stedelijk voorstedelijk landelijk Figuur 3: Trend van de NO 2 -jaargemiddelden voor de verschillende typen meetstations ten opzichte van de grenswaarde (GW), 1987-2010 De daling van de NO x -emissies in Vlaanderen wordt weerspiegeld in een daling van de NO x - concentraties in stedelijk gebied. Echter de NO 2 -concentraties zijn de laatste 10 jaar vrij stabiel. Dit resulteert in een stijgende NO 2 /NO x -verhouding. Deze stijgende NO 2 /NO x -verhouding is het sterkst in stedelijk gebied, maar geldt ook in andere gebieden. Dit stijgend aandeel van NO 2 is te wijten aan enerzijds de verdieselijking van het wagenpark. Naast hogere NO x -emissies van dieselwagens is ook de NO 2 /NO x -verhouding bij dieselwagens gevoelig hoger. Anderzijds zorgt de invoering van de oxidatiekatalysator bij dieselpersonenwagens vanaf de EURO3-norm en de invoering van CDPFroetfilters ( Catalytic Diesel Particulate Filter ) bij vrachtwagens en bussen voor een hogere directe uitstoot van NO 2 4. 4 Dalende NO x emissies stagnerende NO 2 concentraties in stedelijke omgeving: wat is er aan de hand?, Frans Fierens, IRCEL-VMM, april 2008 Stikstofdioxide 13

3 Beschrijving van de studie 3.1 Meetplaatsen De VMM selecteerde voor deze studie alle 12 Vlaamse steden met meer dan 50 000 inwoners. Dit zijn de steden Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare en Sint-Niklaas. Daarnaast werd eveneens Mortsel opgenomen binnen deze studie, om de evolutie in deze stad ten opzichte van de vroegere meetcampagnes 5 met passieve samplers te evalueren. Tabel 2: Aantal inwoners per deelnemende stad op 1 januari 2010 Stad Aantal inwoners 2010 Aalst 80.043 Antwerpen 483.505 Brugge 116.741 Genk 64.757 Gent 243.366 Hasselt 73.067 Kortrijk 74.911 Leuven 95.463 Mechelen 80.940 Mortsel 24.737 Oostende 69.064 Roeselare 57.432 Sint-Niklaas 71.806 Bron: www.lokalestatistieken.be In elke stad selecteerde de VMM drie locaties van elk een verschillend type: langs een gewestweg. langs een binnenstedelijke weg. Met deze resultaten heeft de VMM het CAR-VlaanderenIImodel gevalideerd 6 ; op een stedelijke achtergrondlocatie. Bij de keuze van de locaties werd rekening gehouden met de criteria uit de Europese richtlijn 2008/50/EG, bijlage III : verkeersgerichte bemonsteringspunten moeten representatief zijn voor de luchtkwaliteit van een straatsegment met een lengte van minimaal 100 m; verkeersgerichte bemonsteringspunten moeten ten minste 25 m van de rand van grote kruispunten en niet meer dan 10 m van de wegrand verwijderd zijn. Voor de binnenstedelijke locaties werd waar mogelijk een streetcanyon 7 geselecteerd. Voor stedelijke achtergrondlocaties werd meestal een meer open ruimte zoals een plein of een park gekozen, zodat er voldoende verspreiding van de pollutie mogelijk is. Bovendien is er meestal minder verkeer vlakbij. Enigszins een uitzondering hierop vormt de stedelijke achtergrondlocatie in Sint- Niklaas: deze locatie bevond zich aan de buitenkant van een rotonde met op het plein middenin bomen en was nogal ingesloten door bebouwing. 5 VMM (2006). Immissiemetingen te Mortsel, periode 2003-2005 (depotnummer D/2006/6871/011) 6 VMM (2011). Validatie CAR-VlaanderenII (depotnummer D/2011/6871/024) 7 Streetcanyon: smalle straat met aan weerszijden hoge bebouwing. In dergelijke straat is er minder goede verspreiding van de luchtverontreiniging en stapelt de luchtverontreiniging zich op. Volgens definitie in CAR-VlaanderenII: aan beide zijden van de weg bebouwing, de afstand wegas-gevel is kleiner dan 1,5 maal de hoogte van de bebouwing 14 Beschrijving van de studie

Daarnaast bepaalde een aantal praktische zaken zoals bereikbaarheid met de auto voor de monsternemer, bevestigingsmogelijkheid van de passieve sampler, geen geplande wegenwerken, weinig risico op vandalisme,. de keuze van de locaties. In Hasselt werden 2 gewestwegen geselecteerd. Figuur 4 toont de ligging van de betrokken 13 steden in Vlaanderen. Figuur 4: Overzicht van de steden die deelnamen aan deze studie Een oplijsting van de 39 meetplaatsen vindt u in Tabel 3. Meer uitgebreide informatie over de ligging van de meetplaatsen vindt u per stad terug in bijlage 1. Beschrijving van de studie 15

Tabel 3: Overzicht van alle meetlocaties Stad Straat Code Type locatie Aalst Antwerpen Brugge Genk Gent Hasselt Kortrijk Leuven Mechelen Mortsel Oostende Roeselare Sint-Niklaas Leo De Béthunelaan 99AA04 gewestweg Dirk Martensstraat 99AA05 binnenstedelijk Houtmarkt 99AA06 stedelijke achtergrond Amerikalei 99AT20 gewestweg Lange Leemstraat 99AT21 binnenstedelijk Park Spoor Noord 99AT22 stedelijke achtergrond Hoefijzerlaan 99BB22 gewestweg Katelijnestraat 99BB23 binnenstedelijk Kruisvest 99BB24 stedelijke achtergrond Europalaan 99GK23 gewestweg Vennestraat 99GK24 binnenstedelijk Molenstraat 99GK25 stedelijke achtergrond Sint-Lievenslaan 99GN25 gewestweg Nederkouter 99GN26 binnenstedelijk Baudelopark 99R701 stedelijke achtergrond Thonissenlaan 99HS04 gewestweg Sint-Truidersteenweg 99HS05 gewestweg Plankeweidelaan 99HS06 stedelijke achtergrond Minister Liebaertlaan 99KO08 gewestweg Rijselsestraat 99KO09 binnenstedelijk Doorniksesteenweg-park 99KO10 stedelijke achtergrond Diestsevest 99LU06 gewestweg Tiensestraat 99LU07 binnenstedelijk Dirk Boutslaan 99LU08 stedelijke achtergrond Koningin Astridlaan 99ML05 gewestweg Sint-Katelijnestraat 99ML06 binnenstedelijk Kruidtuin 99ML07 stedelijke achtergrond Antwerpsestraat 99MT03 gewestweg Guido Gezellelaan 99MT04 binnenstedelijk Lindenlei 99MT05 stedelijke achtergrond Nieuwpoortsesteenweg 99OS05 gewestweg Oude Molenstraat 99OS06 binnenstedelijk Leopoldpark 99OS07 stedelijke achtergrond Meensesteenweg 99RL09 gewestweg Manestraat 99RL10 binnenstedelijk Zwarte-Leeuwstraat 99RL11 stedelijke achtergrond Guido Gezellelaan 99SK05 gewestweg Ankerstraat 99SK06 binnenstedelijk Regentieplein 99SK07 stedelijke achtergrond 16 Beschrijving van de studie

3.2 Meetperiodes De passieve samplers werden om de 14 dagen opgehaald. Om te kunnen toetsen aan de jaargrenswaarde werd er gedurende 26 opeenvolgende meetperioden (= 52 weken) bemonsterd. Omwille van praktische redenen kon de studie niet opstarten op 1 januari, maar er werd getracht om het kalenderjaar 2010 zo dicht mogelijk te benaderen. De studie startte op 8 januari 2010 en liep tot 7 januari 2011. Tabel 4: Overzicht van alle meetperiodes Meetperiode Startdatum Einddatum MP1 08/01/2010 22/01/2010 MP2 22/01/2010 05/02/2010 MP3 05/02/2010 19/02/2010 MP4 19/02/2010 05/03/2010 MP5 05/03/2010 19/03/2010 MP6 19/03/2010 02/04/2010 MP7 02/04/2010 16/04/2010 MP8 16/04/2010 30/04/2010 MP9 30/04/2010 14/05/2010 MP10 14/05/2010 28/05/2010 MP11 28/05/2010 11/06/2010 MP12 11/06/2010 25/06/2010 MP13 25/06/2010 09/07/2010 MP14 09/07/2010 23/07/2010 MP15 23/07/2010 06/08/2010 MP16 06/08/2010 20/08/2010 MP17 20/08/2010 03/09/2010 MP18 03/09/2010 17/09/2010 MP19 17/09/2010 01/10/2010 MP20 01/10/2010 15/10/2010 MP21 15/10/2010 29/10/2010 MP22 29/10/2010 12/11/2010 MP23 12/11/2010 26/11/2010 MP24 26/11/2010 10/12/2010 MP25 10/12/2010 24/12/2010 MP26 24/12/2010 07/01/2011 Uitzonderingen: voor de meetplaatsen in Brugge, Kortrijk, Oostende en Roeselare liep meetperiode 15 van 23/07-05/08 (in plaats van 06/08) en meetperiode 16 van 05/08-20/08, omwille van organisatorische redenen. voor de meetplaats in Gent-Baudelo (99R701) liep meetperiode 14 van 09/07-21/07 (in plaats van 23/07). De overige meetplaatsen in Gent en meetperiode 15 op locatie Gent-Baudelo waren wel volgens normale planning. Beschrijving van de studie 17

3.3 Meetmethodiek 3.3.1 Bemonstering en analyse De automatische monitoren in de VMM-meetstations werken volgens de Europese referentiemethode van chemiluminescentie 8. Aangezien deze monitoren een behuizing en elektriciteit vereisen zijn ze minder goed inzetbaar om bijvoorbeeld concentraties op het voetpad te meten. Passieve samplers zijn hiervoor wel uitermate geschikt, aangezien ze geen elektriciteit vereisen en weinig plaats nodig hebben. Een bijkomend voordeel is dat passieve samplers - in verhouding tot automatische monitoren veel goedkoper zijn. Hierdoor is het dus financieel beter haalbaar om op verschillende plaatsen in de stad metingen uit te voeren. Een nadeel van passieve samplers ten opzichte van automatische monitoren is dat ze geen variatie gedurende de dag of week weergeven en dat ze een voldoende lange bemonsteringsduur vereisen. Eveneens is de meetonzekerheid van passieve samplers ook groter, maar dit werd in deze studie ondervangen door op elke locatie in triplo te meten. De gebruikte passieve samplers zijn van het merk IVL 9. Ditzelfde merk wordt reeds een aantal jaren binnen het meetnet verzuring van de VMM gebruikt voor het meten van NO 2 - en SO 2 -concentraties. Vergelijkende studies in het verleden hebben aangetoond dat deze sampler momenteel de meest betrouwbare marktbeschikbare sampler is voor de metingen van NO 2 in omgevingslucht. Figuur 5: Badge NO 2 -sampler van het merk IVL Na ophaling bewaarde de VMM de blootgestelde samplers nog tijdelijk in een koelkamer om ze tweemaandelijks op te sturen naar de fabrikant IVL in Zweden. IVL bepaalde hoeveel NO 2 er werd geabsorbeerd op de samplers. Rekening houdend met onder andere de blootstellingduur en gemiddelde omgevingstemperatuur tijdens de meetperiode, werden de NO 2 -concentraties (µg/m³) berekend. 8 EN14211: Ambient air quality - Standard method for the measurement of the concentration of nitrogen dioxide and nitrogen monoxide by chemiluminescence 9 http://www.diffusivesampling.ivl.se/ 18 Beschrijving van de studie

Figuur 6: Afbeelding van een meetopstelling NO 2 -sampler 3.3.2 Veldblanco s Om na te gaan of er geen opname van NO 2 tijdens het transport of tijdens de stockage gebeurt, werd tijdens elke monsternemingstoer een veldblanco genomen. Van de 78 genomen veldblanco s liggen er slechts 4 boven de detectielimiet van 0,2 µg/m³: waarde van 0,3 µg/m³: 2 keer; waarde van 0,4 µg/m³: 1 keer; waarde van 0,6 µg/m³: 1 keer. Omwille van de lage waarden kan men bij volgende studies overwegen om geen veldblanco s meer uit te voeren bij dit type samplers. 3.3.3 Verdere gegevensverwerking Voor elke meetplaats beschikken we voor elke meetperiode over drie concentraties, aangezien er overal in triplo werd gemeten. Deze drie concentraties worden onderling vergeleken om de herhaalbaarheid te bepalen. Als de herhaalbaarheid niet goed is, kunnen één of alle metingen afgekeurd worden. De vergelijking bij triplo-metingen gebeurt in de eerste plaats op basis van de variatiecoëfficiënt (VC). VC = STDEV van metingen 1, 2 en 3 gemiddelde van metingen 1, 2 en 3 Als VC < 0,30 worden alle metingen goedgekeurd; Als VC > 0,30 dan worden de metingen in detail bekeken en wordt er 2-per-2 de VC berekend. Afhankelijk van de waarden van deze VC s, worden 1 of 3 meting(en) afgekeurd. Naast bovenstaande geautomatiseerde validatie, voerde de VMM ook nog een manuele validatie uit op de resultaten, op basis van de opmerkingen van de monsternemers tijdens hun rondes. Op die manier bekomen we voor elke meetplaats 1 gemiddelde per meetperiode. Voor 5 metingen was het niet mogelijk om een gemiddelde te berekenen: meetlocatie Oostende-Leopoldpark: MP11, MP13, MP15: sampleropstelling verwijderd door vandalen; Beschrijving van de studie 19

meetlocatie Gent-Sint-Lievenslaan: MP5: sampleropstelling verwijderd door vandalen; meetlocatie Hasselt-Plankeweidelaan: MP3: sampleropstelling bleek bij ophalen door monsternemer op de grond te liggen en de samplers waren nat geworden. Aangezien de blootstellingduur van elke meetperiode niet exact even lang is, berekenen we uit de 26 periodegemiddelden een gewogen jaargemiddelde. 3.3.4 Vergelijking tussen passieve samplers en monitoren Op de meetplaats Gent-Baudelo (R701) hingen de passieve samplers tijdens de studie naast een NO x -monitor van het telemetrisch meetnet. Daarnaast meet het meetnet verzuring van de VMM reeds jaren NO 2 met passieve samplers, waarbij op twee locaties ook resultaten van automatische monitoren beschikbaar zijn, namelijk in Borgerhout (R801) en Gent-Mariakerke (E716). Deze automatische monitoren meten volgens de referentiemethode, zie ook paragraaf 3.3.1. Figuren 7, 8 en 9 geven per meetlocatie een grafische weergave van de vergelijking tussen passieve samplers en monitoren per meetperiode. Tabel 5 toont de vergelijking van de jaargemiddelden tussen passieve samplers en monitoren. Tabel 5: Vergelijking van jaargemiddelden met passieve samplers en monitoren in 2010* NO 2 -jaargemiddelde (µg/m³) sampler (1) monitor (2) Gent-Baudelo (R701) 31 34 Borgerhout (R801) 41 44 Gent-Mariakerke (GN06/E716) 24 25 *: voor R701: periode 08/01/2010-07/01/2011; voor R801 en E716: periode 06/01/2010-05/01/2011 (1) : gewogen jaargemiddelde op basis van 26 14-daagse concentraties; (2) : jaargemiddelde op basis van halfuurswaarden Uit deze figuren en tabel blijkt dat de gemiddelden bekomen met de passieve samplers goed vergelijkbaar zijn met de referentiemethode. Op jaarbasis liggen de jaargemiddelden met passieve samplers 1 tot 3 µg/m³ lager dan deze bekomen op dezelfde locatie met de automatische referentiemethode. Dit betekent dus dat bij gebruik van de referentiemethode de jaargemiddelden, bekomen in deze studie, wellicht nog een paar µg/m³ hoger zouden liggen. Zoals reeds eerder vermeld gebeurt de vergelijking tussen passieve samplers en monitoren reeds langer op de twee locaties Gent-Mariakerke (E716) en Borgerhout (R801). Tabel 6 toont de vergelijking voor de periode 2007-2010, waaruit blijkt dat ook in voorgaande jaren de jaargemiddelden bekomen met de passieve samplers tot 3 µg/m³ lager waren dan met de Europese referentiemethode. Tabel 6: Vergelijking van passieve samplers en monitoren in 2007-2010 Gent-Mariakerke (GN06/E716) Borgerhout (R801) sampler (1) monitor (2) sampler (1) monitor (2) 2007 25 25 42 45 2008 23 24 45 46 2009 22 23 42 45 2010 24 25 41 44 (1) : gewogen jaargemiddelde op basis van 26 14-daagse concentraties (2) : jaargemiddelde op basis van halfuurswaarden 20 Beschrijving van de studie

concentratie (µg/m³) 70 60 50 40 30 20 10 0 08/01-22/01/2010 22/01-05/02/2010 05/02-19/02/2010 19/02-05/03/2010 05/03-19/03/2010 19/03-02/04/2010 02/04-16/04/2010 16/04-30/04/2010 30/04-14/05/2010 14/05-28/05/2010 28/05-11/06/2010 11/06-25/06/2010 25/06-09/07/2010 09/07-21/07/2010 23/07-06/08/2010 06/08-20/08/2010 20/08-03/09/2010 03/09-17/09/2010 17/09-01/10/2010 01/10-15/10/2010 15/10-29/10/2010 29/10-12/11/2010 12/11-26/11/2010 26/11-10/12/2010 10/12-24/12/2010 24/12-07/01/2011 meetperiode MONITOR_Baudelo SAMPLER_Baudelo Figuur 7: Vergelijking tussen passieve sampler en monitor per meetperiode in Gent-Baudelo concentratie (µg/m³) 70 60 50 40 30 20 10 0 06/01-20/01/2010 20/01-03/02/2010 03/02-17/02/2010 17/02-03/03/2010 03/03-17/03/2010 17/03-31/03/2010 31/03-14/04/2010 14/04-28/04/2010 28/04-12/05/2010 12/05-26/05/2010 26/05-09/06/2010 09/06-23/06/2010 23/06-07/07/2010 07/07-21/07/2010 21/07-04/08/2010 04/08-18/08/2010 18/08-01/09/2010 01/09-15/09/2010 15/09-29/09/2010 29/09-13/10/2010 13/10-27/10/2010 27/10-10/11/2010 10/11-24/11/2010 24/11-08/12/2010 08/12-22/12/2010 22/12-05/01/2011 meetperiode MONITOR_Borgerhout SAMPLER_Borgerhout Figuur 8: Vergelijking tussen passieve sampler en monitor per meetperiode in Borgerhout Beschrijving van de studie 21

concentratie (µg/m³) 70 60 50 40 30 20 10 0 06/01-20/01/2010 20/01-03/02/2010 03/02-17/02/2010 17/02-03/03/2010 03/03-17/03/2010 17/03-31/03/2010 31/03-14/04/2010 14/04-28/04/2010 28/04-12/05/2010 12/05-26/05/2010 26/05-09/06/2010 09/06-23/06/2010 23/06-07/07/2010 07/07-21/07/2010 21/07-04/08/2010 04/08-18/08/2010 18/08-01/09/2010 01/09-15/09/2010 15/09-29/09/2010 29/09-13/10/2010 13/10-27/10/2010 27/10-10/11/2010 10/11-24/11/2010 24/11-08/12/2010 08/12-22/12/2010 22/12-05/01/2011 meetperiode MONITOR_Mariakerke SAMPLER_Mariakerke Figuur 9: Vergelijking tussen passieve sampler en monitor per meetperiode in Gent-Mariakerke 22 Beschrijving van de studie

4 Resultaten De resultaten per meetperiode en per meetlocatie worden per stad grafisch weergegeven in bijlage 2 en in tabelvorm in bijlage 3. 4.1 Jaargemiddelden en toetsing aan de jaargrenswaarde Tabel 7 en Figuur 10 geven een overzicht van de jaargemiddelden voor de periode 08/01/2010-07/01/2011 voor alle meetlocaties. In elke stad meten we op de stedelijke achtergrondlocaties de laagste NO 2 -jaargemiddelden in vergelijking met de locaties langs binnenstedelijke wegen of gewestwegen. De concentraties op de verschillende types locaties variëren als volgt: op achtergrondlocaties tussen 22 en 40 µg/m³; langs binnenstedelijke wegen tussen 27 en 49 µg/m³; langs de gewestwegen tussen 28 en 59 µg/m³. In 8 steden liggen de concentraties langs de gewestweg hoger dan deze op de overige 2 types locaties. Naast de overal aanwezige achtergrondconcentratie NO 2, is het surplus aan NO 2 op verkeersdrukke plaatsen te wijten aan de rechtstreekse uitstoot van NO 2 door het verkeer en aan de oxidatie van het door het verkeer uitgestoten NO tot NO 2 in aanwezigheid van ozon. Tabel 7 en Figuur 10 geven verder aan dat op 13 van de 39 meetplaatsen en in 10 van de 13 steden de jaargrenswaarde wordt overschreden in 2010. Op geen enkele stedelijke achtergrondlocatie wordt deze grenswaarde overschreden, maar in Park Spoor Noord in Antwerpen wordt wel 40 µg/m³ gemeten. Hierbij verwijzen we nogmaals naar de vergelijking tussen passieve samplers en automatische monitoren die in paragraaf 3.3.4 gebeurde en waaruit bleek dat passieve samplers 1 tot 3 µg/m³ lager meten dan de referentiemonitoren. Dit betekent dus dat bij gebruik van de referentiemethode de jaargrenswaarde wellicht op nog enkele plaatsen meer overschreden zou zijn. Een vergelijking tussen de verschillende steden onderling is moeilijk omdat de VMM in de verschillende steden niet specifiek op zoek is gegaan naar de drukste gewestweg of binnenstedelijke weg. In een bepaalde stad kunnen er ook verkeersluwere locaties bestaan dan de stedelijke achtergrondlocatie geselecteerd in deze studie. Tijdens deze studie stellen we geen overschrijdingen van de jaargrenswaarde vast in de steden Oostende, Roeselare en Sint-Niklaas. Omdat tijdens deze studie steekproefsgewijze metingen van NO 2 werden uitgevoerd en er bijgevolg geen volledig beeld van de NO 2 -concentraties in een bepaalde stad werd bekomen, valt het niet uit te sluiten dat er in deze steden evenwel locaties zijn waar deze grenswaarde wel wordt overschreden. Resultaten 23

Tabel 7: Overzicht van de jaargemiddelden en toetsing aan de jaargrenswaarde Stad Straat Code Type locatie Jaargemiddelde Aalst Antwerpen Brugge Genk Gent Hasselt Kortrijk Leuven Mechelen Mortsel Oostende Roeselare Sint-Niklaas Leo De Béthunelaan 99AA04 gewestweg 38 Dirk Martensstraat 99AA05 binnenstedelijk 46 Houtmarkt 99AA06 stedelijk achtergrond 32 Amerikalei 99AT20 gewestweg 52 Lange Leemstraat 99AT21 binnenstedelijk 49 Park Spoor Noord 99AT22 stedelijk achtergrond 40 Hoefijzerlaan 99BB22 gewestweg 44 Katelijnestraat 99BB23 binnenstedelijk 34 Kruisvest 99BB24 stedelijk achtergrond 26 Europalaan 99GK23 gewestweg 49 Vennestraat 99GK24 binnenstedelijk 36 Molenstraat 99GK25 stedelijk achtergrond 25 Sint-Lievenslaan 99GN25 gewestweg 51 Nederkouter 99GN26 binnenstedelijk 47 Baudelopark 99R701 stedelijk achtergrond 31 Thonissenlaan 99HS04 gewestweg 52 Sint-Truidersteenweg 99HS05 gewestweg 41 Plankeweidelaan 99HS06 stedelijk achtergrond 24 Minister Liebaertlaan 99KO08 gewestweg 38 Rijselsestraat 99KO09 binnenstedelijk 44 Doorniksesteenweg-park 99KO10 stedelijk achtergrond 28 Diestsevest 99LU06 gewestweg 40 Tiensestraat 99LU07 binnenstedelijk 43 Dirk Boutslaan 99LU08 stedelijk achtergrond 33 Koningin Astridlaan 99ML05 gewestweg 43 Sint-Katelijnestraat 99ML06 binnenstedelijk 40 Kruidtuin 99ML07 stedelijk achtergrond 30 Antwerpsestraat 99MT03 gewestweg 59 Guido Gezellelaan 99MT04 binnenstedelijk 39 Lindenlei 99MT05 stedelijk achtergrond 33 Nieuwpoortsesteenweg 99OS05 gewestweg 39 Oude Molenstraat 99OS06 binnenstedelijk 27 Leopoldpark 99OS07 stedelijk achtergrond 25 Meensesteenweg 99RL09 gewestweg 28 Manenstraat 99RL10 binnenstedelijk 40 Zwarte-Leeuwstraat 99RL11 stedelijk achtergrond 22 Guido Gezellelaan 99SK05 gewestweg 38 Ankerstraat 99SK06 binnenstedelijk 40 Regentieplein 99SK07 stedelijk achtergrond 36 24 Resultaten

NO2-meetcampagne met passieve samplers in steden in 2010 concentratie (µg/m³) 70 60 gewestweg binnenstedelijke weg achtergrondlocatie grenswaarde 40µg/m³ 50 40 30 20 10 0 Leo de Béthunelaan Dirk Martensstraat Houtmarkt Amerikalei Lange Leemstraat Park Spoor Noord Hoefijzerlaan Katelijnestraat Kruisvest Europalaan Vennestraat Molenstraat St. Lievenslaan Nederkouter Baudelopark Thonissenlaan St. Truidersteenweg Plankeweidelaan Minister Liebaertlaan Rijselsestraat Doorniksesteenweg-park Diestsevest Tiensestraat Dirk Boutslaan Koningin Astridlaan St. Katelijnestraat Kruidtuin Antwerpsestraat Guido Gezellelaan Lindenlei Nieuwpoortsesteenweg Oude Molenstraat Leopoldpark Meensesteenweg Manenstraat Zwarte-Leeuwstraat Guido Gezellelaan Ankerstraat Regentieplein AALST ANTWERPEN BRUGGE GENK GENT HASSELT KORTRIJK LEUVEN MECHELEN MORTSEL OOSTENDE ROESELARE ST. NIKLAAS Figuur 10: Overzicht van de jaargemiddelden en toetsing aan de jaargrenswaarde Resultaten 25

4.2 Seizoensinvloed Bij het bekijken van de figuren in bijlage 2 valt duidelijk een seizoenseffect in de concentraties op. Figuur 11 toont het gemiddelde voor de verschillende meetlocaties tijdens de lente, zomer, winter en herfst. De NO 2 -concentraties liggen gemiddeld 13,5 µg/m³ (44%) hoger tijdens de herfst-winter dan tijdens de lente-zomer. Dit seizoenseffect is grotendeels te verklaren doordat : het gevormde NO 2 verdunt door gunstigere verspreidingsomstandigheden tijdens de lente en zomer. Tijdens de koudere maanden komen er bijvoorbeeld meer temperatuursinversies voor, die zorgen voor een ophoping van de luchtverontreiniging; tijdens de warmere maanden er minder NO x uitstoot is van bijvoorbeeld gebouwenverwarming. Verkeer zorgt voor een belangrijke uitstoot van NO die in de aanwezigheid van ozon vrij snel oxideert tot NO 2. In de zomer leidt dit lokaal tot hogere NO 2 waarden in de namiddag op verkeersdrukke plaatsen. Dit fenomeen is door de lange bemonsteringstijd van de passieve samplers van 14 dagen moeilijk vast te stellen tijdens deze studie. 26 Resultaten

NO2-meetcampagne met passieve samplers in steden in 2010 70 60 50 40 30 20 10 0 Leo de Béthunelaan Dirk Martensstraat Houtmarkt Amerikalei Lange Leemstraat Park Spoor Noord Hoefijzerlaan Katelijnestraat Kruisvest Europalaan Vennestraat Molenstraat St. Lievenslaan Nederkouter Baudelopark Thonissenlaan St. Truidersteenweg Plankeweidelaan Minister Liebaertlaan Rijselsestraat Doorniksesteenwegpark Diestsevest Tiensestraat Dirk Boutslaan Koningin Astridlaan St. Katelijnestraat Kruidtuin Antwerpsestraat Guido Gezellelaan Lindenlei Nieuwpoortsesteenweg Oude Molenstraat Leopoldpark Meensesteenweg Manenstraat Zwarte Leeuwstraat Guido Gezellelaan Ankerstraat Regentieplein concentratie (µg/m³) AALST ANTWERPEN BRUGGE GENK GENT HASSELT KORTRIJK LEUVEN MECHELEN MORTSEL OOSTENDE ROESELARE ST. NIKLAAS winter lente zomer herfst Figuur 11: Variatie in de NO2-concentraties per seizoen Resultaten 27

4.3 Verband met verkeersintensiteit Voor de validatie van het CAR-VlaanderenII-model liet de VMM verkeerstellingen uitvoeren op de binnenstedelijke wegen gedurende drie weken. In Antwerpen en Gent was het niet mogelijk om verkeerstellingen met een telslang uit te voeren op de binnenstedelijke wegen wegens het tramspoor. De telresultaten aan de meetlocatie in Leuven waren niet bruikbaar wegens te grote onzekerheid op de tellingen. Tabel 8 toont het resultaat van de overige 9 tellingen. Tabel 8: Verkeersintensiteiten op de binnenstedelijke wegen Stad Straat Code Verkeersintensiteit: # motorvoertuigen per dag Aalst Dirk Martensstraat 99AA05 6.934 Brugge Katelijnestraat 99BB23 3.490 Genk Vennestraat 99GK24 *4.399 Kortrijk Rijselsestraat 99KO09 6.718 Mechelen St. Katelijnestraat 99ML06 5.699 Mortsel G. Gezellelaan 99MT04 *5.373 Oostende Oude Molenstraat 99OS06 374 Roeselare Manestraat 99RL10 6.214 Sint-Niklaas Ankerstraat 99SK06 4.075 * verkeerstellingen van 2 rijvakken. Bij de overige locaties was er maar 1 rijvak. In de Oude Molenstraat in Oostende zien we weinig verkeer ten opzichte van de overige locaties, maar deze locatie werd gekozen omdat de smalle straat een typische streetcanyon is. Zoals verwacht toont onderstaande Figuur 12 aan dat er langs de binnenstedelijke wegen een verband bestaat tussen het aantal voertuigen en de gemeten NO 2 -concentraties: de hoogste concentraties worden gemeten langs de wegen met de hoogste verkeersintensiteit. 50 7000 concentratie µg/m³ 45 40 35 30 25 20 15 6000 5000 4000 3000 2000 aantal voertuigen/dag 10 5 1000 0 99AA05 99BB23 99GK24 99KO09 99ML06 99MT04 99OS06 99RL10 99SK06 0 NO2-jaargemiddelde verkeersintensiteit Figuur 12: Vergelijking NO 2 -jaargemiddelden langs binnenstedelijke wegen met de verkeersintensiteit 28 Resultaten

4.4 Vergelijking met eerdere studies In sommige steden voerde de VMM in 2004 op dezelfde locaties metingen uit met passieve samplers. Tabel 9 toont een vergelijking van de jaargemiddelden bekomen tijdens de huidige studie in 2010 ten opzichte van de gemiddelden van de vroegere studie. Ter vergelijking zijn ook de resultaten van de automatische monitor in het meetstation van Borgerhout opgenomen. In 2010 zien we in het algemeen lagere concentraties dan in 2004. Ook in Borgerhout zien we in 2010 lagere waarden. Zoals besproken onder paragraaf 2.4 zijn de NO 2 -concentraties in Vlaanderen de laatste jaren stabiel tot licht dalend. Tabel 9: Vergelijking NO 2 -jaargemiddelden van 2004 met 2010 Meet- NO Stad Straat 2 -jaargemiddelde NO 2 -jaargemiddelde methode 2004 2010 Aalst Leo De Béthunelaan 41 38 Gent St. Lievenslaan 59 51 Sampler Gent Baudelopark 31 31 Hasselt Thonissenlaan 62 52 Leuven Dirk Boutslaan 36 33 Monitor Borgerhout Plantin en Moretuslei 47 44 In Mortsel voerde de VMM in 2003 en 2005 ook reeds meetcampagnes met passieve samplers uit voor en na belangrijke wijzigingen aan de verkeersinfrastructuur in deze stad. We vergelijken de resultaten van de meetcampagne 2005 (meetresultaten van 1 maand) met de jaargemiddelden van 2010 in tabel 10. Tabel 10: Vergelijking in Mortsel van het NO 2 -jaargemiddelde in 2010 met het gemiddelde in sep-okt 2005 NO Meet- 2 -gemiddelde NO Stad Straat september/oktober 2 -jaargemiddelde methode 2005 1 2010 Antwerpsestraat 73 59 Sampler Mortsel Lindenlei 37 33 Monitor Borgerhout Plantin en Moretuslei 53 44 1 : metingen van 19/9-17/10/2005 Zoals te zien in tabel 10, werden ook hier in 2005 hogere concentraties gemeten. Er dient evenwel voorzichtig te worden omgesprongen met deze bevinding, daar een vergelijking van jaargemiddelde waarden met deze van metingen gedurende 4 weken niet zomaar opgaat. De campagne in 2005 liep slechts gedurende 1 maand (half september tot half oktober) en wellicht speelt hier de seizoensinvloed een belangrijke rol. Immers -zoals besproken in paragraaf 4.2- liggen de NO 2 - concentraties in de herfst en winter hoger. Om het effect van deze seizoensinvloed te omzeilen, toont onderstaande tabel 10bis een vergelijking tussen september/oktober 2005 met september/oktober 2010. Hoewel het verschil tussen de concentraties al kleiner is als in tabel 10, toont ook tabel 10bis dat de concentraties in 2005 hoger lagen. Dit is een algemene tendens in Vlaanderen die de VMM ook in andere meetstations optekent. Deze lagere waarden in 2010 zijn enerzijds een gevolg van de dalende NOx-uitstoot en anderzijds was 2010 een gunstig jaar voor de luchtkwaliteit dankzij gunstige weersomstandigheden. Deze daling van 2005 naar 2010 is dus niet te wijten aan lokale verkeersmaatregelen. Resultaten 29

Tabel 10bis: Vergelijking NO 2 -gemiddelden in Mortsel en andere plaatsen in september/oktober 2005 met september/oktober 2010 NO Meet- 2 -gemiddelde NO 2 -gemiddelde Stad Straat september/oktober september/oktober methode 2005 1 2010 2 Sampler Mortsel Antwerpsestraat 73 66 Lindenlei 37 33 Monitor Borgerhout Plantin en Moretuslei 53 46 Antwerpen Havanastraat 46 44 Dessel Nieuwedijk sluis4 29 23 St.-Stev.-Woluwe Europalaan 41 31 Vilvoorde Mechelsesteenweg 44 36 1 : metingen van 19/9-17/10/2005 : metingen van 17/9-15/10/2010 30 Resultaten

5 Besluit Meetmethode De gemiddelden gemeten met de passieve samplers zijn goed vergelijkbaar met de referentiemethode. Op jaarbasis liggen de jaargemiddelden met passieve samplers 1 tot 3 µg/m³ lager dan deze gemeten op dezelfde locatie met de automatische referentiemethode. Jaargemiddelden In elke stad meten we op de stedelijke achtergrondlocaties de laagste NO 2 -jaargemiddelden in vergelijking met de locaties langs binnenstedelijke wegen of gewestwegen. De concentraties op de verschillende types locaties variëren als volgt: op achtergrondlocaties tussen 22 en 40 µg/m³; langs binnenstedelijke wegen tussen 27 en 49 µg/m³; langs de gewestwegen tussen 28 en 59 µg/m³. In 8 steden liggen de concentraties langs de gewestweg hoger dan deze op de overige 2 types locaties. Bij onderlinge vergelijking van de binnenstedelijke locaties merken we de hoogste NO 2 - concentraties langs de wegen met de hoogste verkeersintensiteit. Variatie per seizoen Op alle meetplaatsen zien we een seizoenseffect: de NO 2 -concentraties liggen gemiddeld 13,5 µg/m³ hoger tijdens de herfst-winter dan tijdens de lente-zomer. De meer gunstige verspreidingsomstandigheden en de verminderde uitstoot door gebouwenverwarming tijdens de warmere maanden zijn hiervoor verantwoordelijk. Vergelijking met eerdere studies Op sommige locaties voerde de VMM ook in 2004 en september-oktober 2005 metingen uit. Bij een vergelijking van de bekomen gemiddelden zien we in 2010 lagere NO 2 -concentraties dan in 2004 of september-oktober 2005. Dit is een algemene tendens in Vlaanderen. Immers, ook de automatische monitoren in overige meetplaatsen tonen dat de NO 2 -concentraties de laatste jaren stabiel tot licht dalend zijn. Toetsing aan de jaargrenswaarde Op 13 van de 39 meetplaatsen en in 10 van de 13 steden wordt de jaargrenswaarde overschreden in 2010. Op alle stedelijke achtergrondlocaties wordt deze grenswaarde gerespecteerd. Een vergelijking tussen de verschillende steden onderling is moeilijk omdat de VMM in de verschillende steden niet specifiek op zoek is gegaan naar de drukste gewestweg of binnenstedelijke weg. Anderzijds kunnen er in een bepaalde stad ook verkeersluwere locaties bestaan dan de stedelijke achtergrondlocatie geselecteerd in deze studie. Tijdens deze studie stellen we geen overschrijdingen van de jaargrenswaarde vast in de steden Oostende, Roeselare en Sint-Niklaas. Omdat tijdens deze studie steekproefsgewijze metingen van NO 2 werden uitgevoerd en er bijgevolg geen volledig beeld van de NO 2 -concentraties in een bepaalde stad werd bekomen, valt niet uit te sluiten dat er in deze steden toch locaties zijn waar deze grenswaarde wel wordt overschreden. Deze studie toont aan dat op verkeersdrukke plaatsen in meerdere steden het behalen van de NO 2 - jaargrenswaarde een probleem vormt. De automatische NO 2 -metingen van de VMM tonen een overschrijding van de jaargrenswaarde in de zones Antwerpse agglomeratie en Antwerpse haven, maar uit deze studie blijkt dat het probleem grootschaliger is. In alle steden opgenomen in deze studie kunnen er straten met NO 2 -concentraties boven de jaargrenswaarde voorkomen. Beleidsmaatregelen dienen zich dus niet enkel te focussen op de bovenstaande twee Antwerpse zones. Besluit 31

Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 33

AALST Tabel 11: Meetposten in AALST Meetpost Straat Nummer 99AA04 Leo De Béthunelaan (gewestweg) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 25-27, lantaarnpaal 126403 179876 99AA05 Dirk Martensstraat (binnensted. weg) 54, net voorbij kruising St Jozefstr, achter hoog verkeersbord blauwe pijl 126362 181317 99AA06 Houtmarkt (stedel. achtergrond) 34, lantaarnpaal vlakbij standbeeld 127151 180560 Figuur 13: Meetpost 99AA04- Leo De Béthunelaan Figuur 14: Meetpost 99AA05- Dirk Martensstraat Figuur 15: Meetpost 99AA06- Houtmarkt 34 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 16: Ligging van de meetlocaties in AALST Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 35

ANTWERPEN Tabel 12: Meetposten in ANTWERPEN Meetpost Straat Nummer 99AT20 99AT21 99AT22 42R801 Amerikalei (gewestweg) Lange Leemstraat (binnensted. weg) Park Spoor Noord (stedel. achtergrond) Plantin en Moretuslei (vergelijking monitor) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 59, aan lantaarnpaal 152153 210852 176, aan trampaal 153378 210676 aan verlichtingspaal, vlakbij rode pomp/ Viaduct Dam 10 153674 213357 163, VMM-meetstation 154407 211080 Figuur 17: Meetpost 99AT20 - Amerikalei Figuur 18: Meetpost 99AT22 - Park Spoor Noord Figuur 19: Meetpost 99AT21 - Lange Leemstraat Figuur 20: Meetpost 42R801 - Plantin en Moretuslei (Borgerhout) 36 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 21: Ligging van de meetlocaties in ANTWERPEN Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 37

BRUGGE Tabel 13: Meetposten in BRUGGE Meetpost Straat Nummer 99BB22 Hoefijzerlaan (gewestweg) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 36-38; lantaarnpaal 69452 211478 99BB23 Katelijnestraat (binnensted. weg) 91, achter verkeersbord blauwe pijl ter hoogte van kerk 70220 210790 99BB24 Kruisvest (stedel. achtergrond) thv kruising met Rolweg: daar het jaagpad langs de StJanshuismolen oprijden; 1e lantaarnpaal langs water 71034 212291 Figuur 22: Meetpost 99BB22 - Hoefijzerlaan Figuur 23: Meetpost 99BB24 - Kruisvest Figuur 24: Meetpost 99BB23 - Katelijnestraat 38 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 25: Ligging van de meetlocaties in BRUGGE Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 39

GENK Tabel 14: Meetposten in GENK Meetpost Straat Nummer 99GK23 Europalaan (gewestweg) 89-91, lantaarnpaal tussen hoofdbaan en zijrijbaan Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 229498 184604 99GK24 99GK25 Vennestraat (binnensted. weg) Molenstraat (stedel. achtergrond) 88; lantaarnpaal 228826 186094 72; lantaarnpaal; tegenover vijver 230078 184409 Figuur 26: Meetpost 99GK23 - Europalaan Figuur 27: Meetpost 99GK24 - Vennestraat Figuur 28: Meetpost 99GK25 - Molenstraat 40 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 29: Ligging van de meetlocaties in GENK Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 41

GENT Tabel 15: Meetposten in GENT Meetpost Straat Nummer 99GN25 Sint-Lievenslaan (gewestweg) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 39, lantaarnpaal 105470 192227 99GN26 44R701 Nederkouter (binnensted. weg) Baudelostraat (stedel. achtergrond) 28, regenpijp 104613 193284 park, bovenop VMM-meetstation 105169 194435 47E716 Driepikkelstraat (vergelijk monitor) monitor, sampler op meetplaats verzuring (GN06) 101919 195427 Figuur 30: Meetpost 99GN25 - Sint-Lievenslaan Figuur 31: Meetpost 47E716 - Driepikkelstraat (Mariakerke) Figuur 32: Meetpost 99GN26 - Nederkouter Figuur 33: Meetpost 99R701 - Baudelopark 42 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 34: Ligging van de meetlocaties in GENT Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 43

HASSELT Tabel 16: Meetposten in HASSELT Meetpost Straat Nummer 99HS04 99HS05 99HS06 Thonissenlaan (gewestweg) Sint-Truidersteenweg (gewestweg) Plankeweidelaan (stedel. achterrgond) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 20; lantaarnpaal 217800 180587 168; lantaarnpaal 217628 179452 op grasveld; lantaarnpaal 218649 179838 Figuur 35: Meetpost 99HS05 - Sint-Truidersteenweg Figuur 36: Meetpost 99HS06 - Plankeweidelaan Figuur 37: Meetpost 99HS04 - Thonissenlaan 44 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 38: Ligging van de meetlocaties in HASSELT Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 45

KORTRIJK Tabel 17: Meetposten in KORTRIJK Meetpost Straat Nummer 99KO08 Minister Liebaertlaan (gewestweg) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 43-45; lantaarnpaal 72761 169754 99KO09 99KO10 Rijselsestraat (binnensted. weg) Doorniksesteenweg (stedel. achtergrond) 7a, aan vlaggepaal 72180 169169 Park de Blauwe Poorte, via U-vormige parking aan Blauwe Hoef het park in wandelen, 1 e verlichtingspaal links 72675 167870 Figuur 39: Meetpost 99KO08 - Minister Liebaertlaan Figuur 40: Meetpost 99KO10 - Doorniksesteenweg, park Figuur 41: Meetpost 99KO09 - Rijselsestraat 46 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 42: Ligging van de meetlocaties in KORTRIJK Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 47

LEUVEN Tabel 18: Meetposten in LEUVEN Meetpost Straat Nummer 99LU06 Diestsevest (gewestweg) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 117; lantaarnpaal 174027 175071 99LU07 99LU08 Tiensestraat (binnensted. weg) Dirk Boutslaan (stedel. achtergrond) 214, aan regenpijp 174134 173838 60, lantaarnpaal voor pleintje academie 173128 174606 Figuur 43: Meetpost 99LU07 - Tiensestraat Figuur 44: Meetpost 99LU08 - Dirk Boutslaan Figuur 45: Meetpost 99LU06 - Diestsevest 48 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 46: Ligging van de meetlocaties in LEUVEN Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 49

MECHELEN Tabel 19: Meetposten in MECHELEN Meetpost Straat Nummer 99ML05 Koningin Astridlaan (gewestweg) 147, lantaarnpaal tussen hoofdbaan en zijrijbaan Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 157207 190413 99ML06 Sint-Katelijnestraat (binnensted. weg) 67-69, aan regenpijp 157503 191225 99ML07 Kruidtuin (stedel. achtergrond) via Zandpoortvest park ingaan, achter molen 158242 190311 Figuur 47: Meetpost 99ML05 - Koningin Astridlaan Figuur 48: Meetpost 99ML07 - Kruidtuin Figuur 49: Meetpost 99ML06 - Sint-Katelijnestraat 50 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 50: Ligging van de meetlocaties in MECHELEN Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 51

MORTSEL Tabel 20: Meetposten in MORTSEL Meetpost Straat Nummer 99MT03 99MT04 99MT05 Antwerpsestraat (gewestweg) Guido Gezellelaan (binnensted. weg) Lindenlei (stedel. achtergrond) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 31, regenpijp 155509 206840 32, lantaarpaal 155395 207134 11, lantaarnpaal 155943 206769 Figuur 52: Meetpost 99MT03 - Antwerpsestraat Figuur 51: Meetpost 99MT04 - Guido Gezellelaan Figuur 53: Meetpost 99MT05 - Lindenlei 52 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 54: Ligging van de meetlocaties in MORTSEL Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 53

OOSTENDE Tabel 21: Meetposten in OOSTENDE Meetpost Straat Nummer 99OS05 Nieuwpoortsesteenweg (gewestweg) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 160-162; lantaarnpaal 46622 212785 99OS06 99OS07 Oude Molenstraat (binnensted. weg) Leopoldpark (stedel. achtergrond) 12; kleine verlichtingspaal 48039 213472 Park langs kruising E. Beernaertstraat met Ieperstraat ingaan en dan 1e verlichtingspaal links 48403 214067 Figuur 56: Meetpost 99OS06 - Oude Molenstraat Figuur 55: Meetpost 99OS05 - Nieuwpoortsesteenweg Figuur 57: Meetpost 99OS07 - Leopoldpark 54 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 58: Ligging van de meetlocaties in OOSTENDE Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 55

ROESELARE Tabel 22: Meetposten in ROESELARE Meetpost Straat Nummer 99RL09 Meensesteenweg (gewestweg) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 156, lantaarnpaal 62313 181498 99RL10 Manestraat (binnensted. weg) 16, lantaarnpaal 62439 182359 99RL11 Zwarte-Leeuwstraat (stedel. achtergrond) jaagpad langs het Grote Bassin/ Stadspark, 1 e lantaarnpaal links 61778 183177 Figuur 59: Meetpost 99RL09 - Meensesteenweg Figuur 60: Meetpost 99RL10 - Manestraat Figuur 61: Meetpost 99RL11 - Zwarte-Leeuwstraat 56 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties

Figuur 62: Ligging van de meetlocaties in ROESELARE Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties 57

SINT-NIKLAAS Tabel 23: Meetposten in SINT-NIKLAAS Meetpost Straat Nummer 99SK05 99SK06 99SK07 Guido Gezellelaan (gewestweg) Ankerstraat (binnensted. weg) Regentieplein (stedel. achtergrond) Lambertcoördinaten X (m) Y (m) 3, lantaarnpaal 133440 206404 37, zwartgele oversteekpaal 134331 206202 55, lantaarnpaal 134335 206478 Figuur 63: Meetpost 99SK05 - Guido Gezellelaan Figuur 64: Meetpost 99SK06 - Ankerstraat Figuur 65: Meetpost 99SK07 - Regentieplein 58 Bijlage 1: Overzicht van de meetlocaties