Vraag Versie BB Versie SB Punten



Vergelijkbare documenten
Deel A Vraag Versie BB Versie SB Punten 1 D A 2 Zie Kaart 1, symbool IQ130.4

2 C A (g in sourcediagram) 3 B A 2 Zie de titel van de kaart. 4 D C 2 Een S-cardinaal (kaart 1 symbool Q 130.3)

Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013

1 A 1 De Mercator-kaart heet ook wel een wassende kaart : de staande randdelen worden groter ( wassen ) met toenemende breedte.

Deel A. 7 4 Tijdstip = 04:15 uur, is HW HvH (= 04:42) ½ uur. Verval = 2.1 m, dus Springtij (zie grafiek) Stroom = 265 / 2.9 kn.

Bij vragen waar geen verklaring is gegeven, is de verklaring te vinden in de gebruikelijke studiematerialen.

Vr. punt BB Verklaring SB. 1 2 A Krt 1 Q C. 2 2 D Krt 1 Q C. 3 2 C Krt 1 Q 5 A

2 D D 1 De punten van de kegels wijzen naar elkaar toe; zie Kaart 1 Q

B Boorput (Well), waarvan de diepte onbekend is, maar waarvan een veilige diepte als aangegeven verondersteld mag worden; zie Kaart 1 K 30.

Examen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

Koers- en plaatsbepaling (1)

Examen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Toetsmatrijs Navigatie 2

Voorwoord bij de Afbakening examens Klein Vaarbewijs als samengesteld door de Examencommissie van de Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX)

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013

Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2) versie 1 juni 2016

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

Examen versie: NWG :00VBA Handmatig pagina 1 ( ) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN

Vraag Versie BB Versie SB Punten

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Toetsmatrijs Navigatie 2

Toetsmatrijs Navigatie 2

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs Aanvullend (VBA).

Navigatiereader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober Versie: Definitief

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 2.

Kaart: Newhaven Calais. P. 2: Herhalingsoefeningen P. 31: Koppelkoersen. P. 36: Layline. P. 41: Opkruisen. P. 50: Peiling met verzeiling

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

Navigatiereader Race of the Classics

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Navigatie. Ivar ONRUST

Broach Vaarbewijscursus KLEIN VAARBEWIJS II

Lijst van voorkomende begrippen in Klein Vaarbewijs 2 examens

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST

Cursus Klein Vaarbewijs deel 2 (KVB2)

Examen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

Navigatie, Logboek en Marifoonreader

EXAMENREGLEMENT & -EISEN THEORETISCHE KUSTNAVIGATIE

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

NAVIGATIEREADER. 28 e Studenteneditie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

Schema s AZVK. voor aan boord

wadkanovaren.nl pdf versie

Navigeren met smartphone, tablet of laptop. Van basis mogelijkheden tot zeer uitgebreid Low budget of een beetje meer Eenvoudig in gebruik

Examen Beperkt stuurbrevet

Beknopt verslag van de stormperiode 25 tot 29 januari 2002

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

Overgang van GLLWS naar LAT

Navigatiereader 11e editie 12 oktober tot en met 16 oktober 2016

Examen Juni Wat betekent het volgende verkeersteken (de arcering is rood) (CEVNI)?

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

Navigatie in een kano op het Wad. wadkanovaren.nl

HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten

Voorbeeldexamen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

Aanvulling lesmateriaal brandweerduiker A2 en B1

Voorbeeldexamen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014

Navigatie op het Wad

Beknopt Stormrapport 17 juli 2004

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008

Reisvoorbereiding, routering en planning (RR&P)

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET

vaarbewtjs KrErN r tf tl4lllo,9tr r

GPS voor kajakkers. Bernard Budde Groningen, oktober 2011 versie Creative Commons BY-SA 2011.

Beknopt stormverslag 4-5/11/1996

Synoptische situatie

2015 Noordzeetocht, Oostende, Ramsgate, Blankenberge 24 juni 28juni

Examen CWO kielboot I

Erratum Stuurbrevet 6 e druk

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

De Waddenzee. Lezing Door leden voor leden. Cees Spaanderman

1.2 Grootcirkels en loxodromen

Beknopt stormverslag 25/11/2006

GEBRUIKSAANWIJZING PLASTIMO KOMPASSEN

GPS repeater. Inleiding

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT

Werkblad:weersverwachtingen

Beknopt stormverslag 25/01/1990

Beknopt stormverslag 23-24/12/2013

Beknopt stormverslag van de periode februari 2005

Tentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

Beknopt stormverslag 24-25/02/1997

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Hieronder vind je een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

Praktische kennis voor zeekajakvaren in Nederland

10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS

Beknopt stormverslag van 25 juli 2015

Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

Ten noorden van de evenaar ligt het noordelijk halfrond. Ten zuiden daarvan het zuidelijk halfrond.

Beknopt stormverslag van 29, 30 en 31 maart 2015

Transcriptie:

Koninklijk Nederlands Watersport Verbond Overkoepelende organisatie ten dienste van de watersport Examen Theoretische Kust Navigatie 2014-2, 29 november 2014 Beknopte verklaring van de antwoorden Bij vragen waar geen verklaring is gegeven, is de verklaring te vinden in de gebruikelijke studiematerialen. (N.B.: De Examencommissie behoudt zich, tot de uitslag van het examen is vastgesteld, het recht voor desgewenst aanvullingen c.q. wijzigingen aan te brengen aan de inhoud van dit document) Vraag Versie BB Versie SB Punten Deel A 1. A D 2 De Mercatorprojectie wordt zodanig geconstrueerd dat de kaart hoekgetrouw (conform) is en de loxodroom een rechte lijn. Een direct gevolg van deze constructie is dat de staande randdelen groter worden met toenemende breedte. 2. B A 2 Zeekaarten moeten worden bijgewerkt aan de hand van de Berichten aan Zeevarenden. Berichten aan de Scheepvaart bevatten nautische berichtgeving voor de binnenwateren (wijzigingen in bedieningstijden van bruggen en sluizen, stremmingen, werkzaamheden, wijzigingen van betonningen en dergelijke). 3. C D 2 Het is van belang te weten dat óók elektronische kaarten bijgewerkt dienen te worden. U dient er daarom voor te zorgen dat u de updates van de elektronische kaarten installeert op de betreffende hardware (plotter, laptop, tablet). 4. B C 2 Een vectorkaart bestaat in feite uit een database met een grote hoeveelheid gegevens die in 'lagen' kunnen worden weergegeven, afhankelijk van het zoomniveau. Dit in tegenstelling tot een rasterkaart die een exacte kopie van de papieren kaart is. 5. C B 2 Uit het source diagram op kaart 1631 blijkt, dat de laatste survey in dit gebied tussen 2001-2003 heeft plaatsgevonden. 6. B A 2 Dit deel van de kaart valt in de Engelse sector en daar geldt ongeveer LAT als reductievlak. 7a. 097 106 2 De variatie bedroeg 11 30' W in 2011. Rekening houdend met de jaarlijkse verandering bedraagt de variatie in 2014 11 06' W, afgerond 11 W. De deviatie (opzoeken in stuurtafel) bedraagt +4. WK - var - dev = KK. 090 - -11-4 = 090 + 11-4 = 097. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2014-2 BB en SB 1

De variatie bedroeg 11 30' W in 2011. Rekening houdend met de jaarlijkse verandering bedraagt de variatie in 2014 11 06' W, afgerond 11 W. De deviatie (opzoeken in stuurtafel) bedraagt -5. WK - var - dev = KK. 090 - -11 - -5 = 090 + 11 + 5 = 106. 7b. 11:54 uur 11:54 uur 3 Afstand afpassen: 72 M (marge: 71,5-72,5 M). Berekening ETA: 72 M gedeeld door 5 kn = 14,4 uur = 14 uur 24 minuten. De genoemde positie wordt om 21:30 uur BT gepasseerd. De ETA wordt dan 21:30 uur + 14:24 uur = maandagmiddag 3 november 11:54 uur. (marge 11:48-12:00 uur). 8. 010 / 1,5 kn 010 / 1,5 kn 4 De vier stroomvectoren uitzetten, leidt tot een resulterende stroomrichting van 010 (marge 009-011 ). Totale afstand in die vier uren is 6 M, hetgeen neerkomt op een stroomsnelheid van 1,5 kn (marge 1,4 kn - 1,6 kn). 9. (SB 10) B A 2 De 9 flikkeringen geven aan dat dit een west-cardinale boei is. Het gevaar bevindt zich ten oosten van deze boei. Aangezien u de boei vanuit het westen nadert, met een oostelijke koers, bevindt het gevaar zich van u uit gezien achter de boei. 10. (SB 11) 0,6 m 0,6 m 2 Volgens de tabel in de kaart is het gemiddelde verval bij doodtij 0,8 m - 0,2 m = 0,6 m. Zondag 2 november is 1 dag na doodtij; dit resulteert in een gemiddeld verval op 2 november van ongeveer 0,6 m. 11. (SB 12) 206 / 2,4 kn 205 / 2,7 kn 3 05:00 uur is ongeveer 6 uur na HW HvH. De stroomrichting bedraagt 206 (geen marge). Berekening stroomsterkte: Het verschil in stroomsterkte tussen spring- en doodtij bedraagt 3,3 kn - 2,0 kn = 1,3 kn. Gedeeld door 7 komt dit neer op bijna 0,2 kn per dag. Maandag 3 november is 2 dagen na doodtij, dus de stroomsterkte is ongeveer 2,0 + 2 x 0,2 = 2,4 kn (marge 2,3-2,4 kn). 05:30 uur is ongeveer 6 uur voor HW HvH. De stroomrichting bedraagt 205 (geen marge). Berekening stroomsterkte: Het verschil in stroomsterkte tussen spring- en doodtij bedraagt 3,3 kn - 2,5 kn = 0,8 kn. Gedeeld door 7 komt dit neer op iets meer dan 0,1 kn per dag. Maandag 3 november is 2 dagen na doodtij, dus de stroomsterkte is ongeveer 2,5 + 2 x 0,1 = 2,7 kn (marge 2,7-2,8 kn). 12. (SB 13) B D 1 De 1/7e regel is gebaseerd op het feit dat er 7 dagen zitten tussen springtij en doodtij, en deze regel kan worden gebruikt om zowel verval als stroomsterkte tussen spring- en doodtij in te berekenen. 13. (SB 14) A B 2 Zie kaart 1, symbool T1.4 (pagina 77). 14. (SB 15) B A 2 Een verticaal rood-wit gestreepte boei is een veilig vaarwaterboei (ook wel midvaarwaterboei genoemd). Zie kaart 1, symbool Q130.5. Het licht is even lang aan als uit (Iso) en de totale periode van één cyclus bedraagt 4 seconden. Het licht is dus 2 seconden aan en 2 seconden uit. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2014-2 BB en SB 2

15. (SB 16) 52 25',6 N 004 11,3' E 52 25,6' N 004 11',3 E 5 KK + var + dev = WK. Variatie voor 2014 uitrekenen aan de hand van de kompasroos (12 W), deviatie opzoeken in stuurtafel aan de hand van de voorliggende kompaskoers (+5 ). De WK bedraagt 135 + -12 + 5 = 128. BWK = WK + drift = 128 + 5 = 133. BWK uitzetten met snelheid van 5,5 kn. Corrigeren voor stroom 203 / 1,2 kn. GrK = 145, GrV = 6,1 kn. MWS = 52 25',6 N 004 11',3 E (marge: 52 25',5-52 25',7 N, 004 11',1-004 11',5 E). Zie bijgaande figuur voor constructie. KK + var + dev = WK. Variatie voor 2014 uitrekenen aan de hand van de kompasroos (12 W), deviatie opzoeken in stuurtafel aan de hand van de voorliggende kompaskoers (-4 ). De WK bedraagt 139 + -12 + -4 = 123. BWK = WK + drift = 123 + 10 = 133. BWK uitzetten met snelheid van 5,5 kn. Corrigeren voor stroom 203 / 1,2 kn. GrK = 145, GrV = 6,1 kn. MWS = 52 25',6 N 004 11',3 E (marge: 52 25',5-52 25',7 N, 004 11',1-004 11',5 E). Zie bijgaande figuur voor constructie. 16. (SB 17) D B 2 Zie kaart 1, symbool N43. 17. (SB 18) 17,5 M 18,7 m 2 Opzoeken in tabel geografische dracht, met behulp van ooghoogte (2 m) en hoogte vuurtoren (53 m). Tussenliggende waarde interpoleren. Opzoeken in tabel geografische dracht, met behulp van ooghoogte (4 m) en hoogte vuurtoren (53 m). Tussenliggende waarde interpoleren. 18. (SB 19) A D 2 Zie kaart 1, symbool K27. 19. (SB 20) 52 25',7 N 004 30',2 E 52 25',7 N 004 30',2 E 5 KP + var + dev = WP. Variatie: (onafhankelijk van welke kompasroos gebruikt wordt, die van 12 20' W ten noorden van IJmuiden, of die van 12 15' W ten zuiden van IJmuiden): in 2014 bedraagt de variatie 12 W. Deviatie opzoeken in stuurtafel (+1 ) WP Parnassia: 118 + -12 + 1 = 107 Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2014-2 BB en SB 3

WP vuurtoren: 067 + -12 + 1 = 056 WP kop van de pier: = 038 + -12 + 1 = 027 MWS construeren aan de hand van deze ware peilingen. MWS = 52 25',7 N, 004 30',2 E (marge: 52 25',6-52 25',8 N, 004 30',0-004 30',4 E) KP + var + dev = WP. Variatie: (onafhankelijk van welke kompasroos gebruikt wordt, die van 12 20' W ten noorden van IJmuiden, of die van 12 15' W ten zuiden van IJmuiden): in 2014 bedraagt de variatie 12 W. Deviatie opzoeken in stuurtafel (-3 ) WP Parnassia: 122 + -12 + -3 = 107 WP vuurtoren: 071 + -12 + -3 = 056 WP kop van de pier: = 042 + -12 + -3 = 027 MWS construeren aan de hand van deze ware peilingen. MWS = 52 25',7 N, 004 30',2 E (marge: 52 25',6-52 25',8 N, 004 30',0-004 30',4 E) 20. (SB 21) A C 2 Als u precies in de lichtenlijn vaart, ziet u de lichten onder elkaar in één lijn. Nu u het hoge licht links van het lage licht ziet, moet u naar stuurboord om weer terug in de lichtenlijn te komen. Aangezien de lichtenlijn de richting 100,5 heeft, betekent dit dat u zich ten noorden van de lichtenlijn bevindt. 21. (SB 22) C B 3 Het 'ombouwen' van de formule WK - var - dev = KK resulteert in WK - KK - var = dev. 100,5-108 - -12 = 100,5-108 + 12 = + 4,5. 100,5-117 - -12 = 100,5-117 + 12 = - 4,5. 22. (SB 23) 19,2 m 19,2 m 3 Kaartdiepte = 19,4 m. HW IJmuiden 12:19 uur / 1,8 m. LW IJmuiden 20:25 uur / 0,4 m. Het verval = 1,4 m. Het tijdstip van binnenvaren (13:30 uur) is ongeveer 1:10 uur na HW IJmuiden. Maandag 3 november is 2 dagen na doodtij (zie getijtafel IJmuiden). Deze gegevens uitzetten in de getijkromme (zie hieronder, rode en groene lijn). Bij de groene lijn moet men interpoleren tussen de doorgetrokken lijn voor springtij en de stippellijn voor doodtij. Dit resulteert in een waterstand boven het reductievlak van 1,7 m. De totale waterstand wordt daarmee 19,4 m + 1,7 m = 21,1 m. De dieptemeter geeft de waterdiepte onder de kiel aan: 21,1 m - 1,9 m = 19,2 m. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2014-2 BB en SB 4

23. (SB 24) 22 uur / 5 kn 23 uur / 5 kn 3 Aankomst 13:30 uur BT = 12:30 uur UTC. Vertrek was om 14:30 uur UTC op de dag ervóór. Dus de tocht heeft 22 uur geduurd. De totale afstand over de grond was 110 M, dus de VMG bedraagt 5 kn. Aankomst 13:30 uur BT = 12:30 uur UTC. Vertrek was om 13:30 uur UTC op de dag ervóór. Dus de tocht heeft 23 uur geduurd. De totale afstand over de grond was 115 M, dus de VMG bedraagt 5 kn. Deel B 24. (SB 25) D C 2 BVA, voorschrift 25a en b. 25. (SB 26) D C 2 Voorschrift 10 van de BVA is van toepassing op de als zodanig aangemerkte verkeersscheidingsstelsels. Een diepwaterroute is géén verkeersscheidingsstelsel; er gelden geen voorschriften voor de hoek waaronder u deze dient over te steken. Zie ook kaart 1, onderdeel M, pagina 48 voor het verschil tussen een verkeersscheidingsstelsel en een diepwaterroute. 26. (SB 27) B A 2 Volgens voorschrift 18 lid a van de BVA dient een werktuiglijk voortbewogen schip dat varende is uit te wijken voor een zeilschip. Het feit dat het andere schip in de DW-route vaart of van stuurboord nadert, doet hier in principe niet ter zake. 27. (SB 28) C B 2 BVA, voorschrift 35 lid a. 28. (SB 29) C D 1 BVA, voorschrift 27 lid b. 29. (SB 30) A C 2 Kennisvraag. 30. (SB 31) C A 1 Het magnetische noorden bevindt zich niet in dezelfde richting als het ware noorden. De variatie is de hoek tussen ware noorden en magnetische noorden. 31. (SB 32) D C 2 De stuurtafel dient om de deviatie te bepalen. De deviatie is de hoek tussen het magnetische noorden en het kompasnoorden. Deze afwijking wordt veroorzaakt door het scheepsmagnetisme. 32. (SB 33) B D 2 Het compenseren van een magnetisch kompas heeft uiteraard geen enkele invloed op de variatie, waarmee immers de hoek tussen het ware noorden en het magnetische noorden wordt aangegeven. Ook verandert het compenseren van een magnetisch kompas niets aan het aardmagnetisme of de hellingfout. Doel van het compenseren van een magnetisch kompas is om de deviaties gemiddeld zo klein mogelijk te maken. Dit wordt bereikt door de richtkracht zo groot mogelijk te maken. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2014-2 BB en SB 5

33. (SB 34) A B 1 Het schoepenwieltje bevindt zich onder water aan de romp van het schip en meet de snelheid door het water. 34. (SB 35) B C 2 U rekent de kompaskoers om naar een ware koers. De drift is het verschil tussen de ware koers en de koers over de grond volgens de GPS. 35. (SB 36) C D 2 De GPS geeft altijd de koers (en vaart) over de grond aan. 36. (SB 37) A B 2 Een GPS berekent de SOG aan de hand van de gemeten snelheid ten opzichte van de grond van de afgelopen tijd. Een verandering van de snelheid van de boot op een zeker moment ijlt daardoor na in de SOG. De ETA wordt berekend op basis van de momentele SOG; een verandering in de SOG leidt tot een gewijzigde ETA. 37. (SB 38) C A 2 Een verkeerd ingevoerd waypoint kan ertoe leiden dat men de verkeerde koers vaart, maar het beïnvloedt niet de juistheid van de positie van de GPS. De andere drie genoemde factoren leiden wél tot een verkeerde GPS-positie. 38. (SB 39) D B 2 De XTE is de Cross Track Error: de afstand dwars op de koerslijn naar het volgende waypoint. 39. (SB 40) C A 1 Veering and decreasing betekent ruimen en afnemen. Backing betekent krimpen en increasing betekent toenemen. 40. (SB 41) B D 2 Het beschreven weertype (regen die overgaat in motregen, ruimende wind, stijgende temperatuur) hoort bij de passage van een warmtefront. 41. (SB 42) B C 2 Elke 'halve veer' staat voor 5 kn wind. De omcirkelde pijl heeft anderhalve veer, dus 15 kn wind, hetgeen neerkomt op ongeveer windkracht 4 Bft. De wind waait vanuit de veren in de richting van de pijl, dus vanuit het zuidwesten. 42. (SB 43) A B 2 De wet van Buys Ballot bepaalt dat, als je met je gezicht naar de wind staat, het centrum van de lage druk zich schuin rechts achter je bevindt (op het noordelijk halfrond). In dit geval bevindt het lagedrukgebied zich dus ten zuidwesten van je. 43. (SB 44) D B 2 Bij koude massa weer is de luchtlaag kouder dan het eronder liggende aardoppervlak. Omdat de temperatuur aan de grond dus hoger is, ontstaan thermiekbellen die opstijgen. Deze onstabiele opbouw van de onderste luchtlaag resulteert in onweerswolken en onbestendig weer, met vlagerige wind en mogelijk harde windstoten. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2014-2 BB en SB 6

44. (SB 45) D C 2 Een trog is een uitloper van een lagedrukgebied. De afstand tussen de isobaren is het kleinst langs de as van de trog en daarom worden hier de grootste windsnelheden van de depressie waargenomen. 45. (SB 46) A D 2 Een snelle en forse daling van de barometerstand duidt erop dat de wind flink zal gaan aantrekken. Puntentelling Volledig examen Deel A van het volledige examen bestaat uit een aantal vragen, waarvoor 60 punten te behalen zijn. Om voor dit deel een voldoende te behalen, moet de kandidaat tenminste 33 punten hebben. Deel B bestaat uit een aantal vragen, waarvoor 40 punten behaald kunnen worden. Om voor dit deel een voldoende te behalen, moet de kandidaat tenminste 22 punten hebben. Een kandidaat aan het volledige examen TKN is geslaagd als voor deel A en voor deel B een voldoende aantal punten is behaald. De kandidaat is gezakt als voor beide delen onvoldoende punten zijn behaald. Een kandidaat krijgt de mogelijkheid voor een herexamen, als op één van de twee delen onvoldoende punten zijn behaald, maar in totaal tenminste 50 punten zijn gescoord. Verkort examen Een kandidaat aan het verkorte examen TKN is geslaagd als van de te behalen 50 punten minimaal 28 punten zijn behaald. In alle andere gevallen is de kandidaat gezakt. Er is geen mogelijkheid voor een herexamen. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2014-2 BB en SB 7