Dr. Aspha Bijnaar Pranasi Waardevolle sfeertekeningen vanuit de plantages in Suriname

Vergelijkbare documenten
Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Spreekpunten mw Bijleveld Nationale herdenking Slavernijverleden 1 juli

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Ruth 1. Ruth en Noömi

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

WANNEER EEN SPECIAAL IEMAND ALS HEEFT

Pijlen van vriendschap Sabbat

Wie is Jezus, deel 2. les 5b FOLLOW

Tommie, Dik en Esmeralda

lesmateriaal Taalkrant

De gebroeders Leeuwenhart

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

LES 8. Toen Jezus dorst kreeg. Sabbat

Openingsgebeden INHOUD

NATIONALE HERDENKING NATIONALE VIERING

VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

23 Spurgeons eerste gemeente Volmaakte mensen Hebben engelen zakken? Bidden en werken Een zacht antwoord Mevrouw

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

De steen die verhalen vertelt.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Geloof met me mee! Adventsproject Sketches bij de projectverbeelding

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 3 Op weg met Jezus. H. Theobaldusparochie, Overloon

Les 13: Geboorte van Jezus.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

1 Sam. 13 preek NGKO 12 juli 2015

1 Sam. 13 preek NGKE 4 sept. 2016

Opdracht Geschiedenis Aurelius augustinus

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Handelingen 16,25-34 Vertel het door

Verkondiging God ervaren bij Johannes 3: 1-21 zondag 27 mei 2018, zondag van de drie-eenheid Ds. Dick Snijders

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

Een buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen. En zei: vandaag word mevr. Catharina. 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

Galaten 1. Begin van de brief

Handelingen 16, Vertel het door

Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM

Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking.

En dan Nog.. Even Dit

Exodus God zal er zijn

Exodus 3-4 God zal er zijn

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

Toespraak Gerdi Verbeet. Oranjecongres Nieuw-Vennep, 8 oktober Vrijheid en verbinding. Dames en heren,

Lesbrief SPRIETSELS Improvisatietheater

Johannes 20,24-29 Gelukkig als je niet ziet en toch gelooft!

Wij herdenken het verleden met het oog op de toekomst

interview met alice hoffman

Speech tijdens opening tentoonstelling Oorlog! Van Indië tot Indonesië , Bronbeek.

Beertje Bruin zegt: We spelen piraatje en ik ben de hoofdman, want ik heb het bedacht.

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

Boekverslag Nederlands De foto in mijn hoofd door Yennik Meert

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Hoe ontwikkel ik. Lezing van Ineke Strouken op 19 maart in Nieuwegein. Geachte dames en heren, Volkscultuur

In de huizen aan de overkant wonen Marokkanen. Het zijn precies negen huizen. Van nummer 29 op de ene hoek tot nummer 45 op de andere hoek.

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

De kostbare parel. Foto s van het materiaal

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

De barmhartige Samaritaan

ONDER DE PARAMARIBOOM

Hé, man Goedemorgen. Ja, goedemorgen. Ik hoorde jullie praten, met al dat broeder en zuster gedoe. Hou op,

Lucas 2:15-20 Hij is het echt!

Geschapen om te dienen

Extra materiaal nummer 8.1 Groep 5&6

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

6,8. Werkstuk door een scholier 1479 woorden 24 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoudsopgave:

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

LES 6. De Tempel opbouwen

Zo werkt het BIDDEN. Bidden Dezelfde gebedsopdrachten komen telkens weer terug, fijn vertrouwd. Het helpt kinderen vaak om gericht te bidden.

JESAJA ZIET IN DE TOEKOMST

De handen vol; geen tijd om het feest van de Heer te vieren. We gaan niet En wat ze toen wel deden, dat heet in de bijbel: moord.

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

Eerste week vd advent

KINDEREN VAN HET LICHT

L Voor aanvang van de dienst : Keruchma zingt voor ons: Heer, U bent

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951.

Job 42 Job krijgt gelijk

Boekverslag Nederlands Blauwe plekken door Anke de Vries

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Bijbelstudie Door het geloof I

Verhaal: Jozef en Maria

Eerste druk, september Tiny Rutten

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Ze verschijnen ook op de Oase website.

Ik ben Mirjam Krieg. Ik ben in 1933 geboren in Amsterdam. Eerder dat jaar waren mijn ouders met mijn zus Duitsland

De exodus. Foto s van het materiaal

10. Gebarentaal [1/3]

Een therapeutisch voorleesverhaal voor jonge kinderen van gescheiden ouders. Via-Art. Door Shantella de Visser, Via-Art.nl

Toespraak Gerdi Verbeet bij de Indiëherdenking 15 augustus 2014 in Den Haag

1 Maar er is iemand ziek geweest: Lazarus, uit Betanië, uit het dorp van Maria en haar zuster Marta.

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

EEN MAN DOOR GOD GESTUURD

De viering kan geopend worden met het aansteken van een kaars en een gezamenlijk gebed:

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Transcriptie:

Bijeenkomst Nationaal Archief Teruggave Surinaamse Archieven 19 januari 2017 Dr. Aspha Bijnaar Pranasi Waardevolle sfeertekeningen vanuit de plantages in Suriname Vandaag zijn we hier in verband met de teruggave van Surinaamse Archieven. Stukken die ons veel informatie verschaffen over vroeger met name over koloniaal Suriname. Onderzoekers en geinteresseerden kunnen er hun voordeel mee doen. Inmiddels zijn we ons er voldoende van bewust dat deze bronnen slechts een kant van het verhaal vertellen, want opgesteld door witte (voornamelijk mannelijke) koloniale autoriteiten die de bronnen samenstelden, slechts voor administratieve, politieke of economische doeleinden. Als gevolg hiervan geven zulke bronnen ons weinig inzicht in de persoonlijkheid, karakter van de slaafgemaakte, wat hij of zij deed, wat hij of zij dacht, kortom hun stemmen zijn in de bronnen gering te horen. Voor onderzoekers die meer willen, is het een uitdaging om op zoek te gaan naar die stem, die een stilte kan doorbreken: ik ben daar altijd naar op zoek, in al de projecten die ik heb ginitieerd en nog ontwikkel zoals: - Het tentoonstellingsproject Kind aan de ketting. Opgroeien in slavernij, toen en nu. - Stripboek: Jaquelina. Slavin van plantage Driesveld (1 e stripboek Nederlands slavernijverleden) - De theatervoorstelling Rebelse Vrouwen. Een voorstelling over verzet van vrouwen in slavernij, 1

- educatieve website www.slavernijenjij.nl. In al deze projecten heb ik geprobeerd om de werkelijkheid te belichten vanuit het perspectief van de slaafgemaakte, vanuit het zwarte perspectief. Een manier om een zwart perspectief bloot te leggen is om aandacht te besteden aan verhalen die mondeling zijn overgeleverd. Die verhalen waren er, zijn er, maar we besteden er weinig aandacht aan waardoor ze, naarmate de tijd verstrijkt, ons nog meer dreigen te ontglippen. Want anders dan bij ons in Suriname of elders in het Caraibisch Gebied hebben onderzoekers in de VS in de jaren 30 een groot oral history project uitgevoerd, de WPA Slave Narrative Collection, waarbij meer dan 2000 interviews zijn afgenomen van personen die nog in slavernij hadden geleefd. Deze getuigenissen zijn audio opgenomen en kunnen vandaag de dag worden beluisterd in de bibliotheken aldaar. Zulke informatie uit de eerste hand hebben we niet, want dergelijk onderzoek is niet verricht in Suriname. Toch wil ik een lans breken om nu, vandaag de dag, de waarde van mondelinge overlevering niet te verwaarlozen. En om iedereen op te roepen om, nu het nog kan, getuigenissen, bij voorkeur audio, op te nemen. Om mensen nu nog te laten vertellen hoe zij het leven vroeger ervaarden. Uiteraard zijn er genoeg historische gebeurtenissen waarvan zij rechtsstreeks kunnen getuigenen: de Tweede Wereldoorlog, Onafhankelijkheid 1975, militaire overnames, economische crises, binnenlandse oorlogen enzomeer. Weliswaar kunnen we via zo een aanpak van oral history niet meer inzoomen op slavernij, maar we kunnen nog wel inzoomen op de erfenis van slavernij, of op andere maatschappelijke gebeurtenissen die reeds uitvoerig zijn neergepend in onze geschiedenisboeken. Kortom de verhalen van onze ouderen zijn ontzettend belangrijk, opdat we niet vergeten hoe het vroeger was, opdat we daaruit leren. 2

Dus, nu het nog kan, luister en teken het verhaal op van je grootouder, groottante, opa s etc. De Surinaamse cultuur kent net als vele andere Afrikaanse en Caribische culturen een sterke orale traditie, waarin onder meer verhalen generatie op generatie worden overgedragen. Deze verhalen staan niet op zichzelf maar omvatten een geheel aan waarden, normen, overtuigingen en ideeën die steeds worden overgedragen en zo een eigen dynamische betekenis krijgen. Getriggerd door Loesjes Slavernij, pas twee bejaarden geleden, heb ik een poos terug het plan gevat om zodra het even kan een oude van dagen in Suriname of Nederland te interviewen om te achterhalen of en wat zij ons over het slavernijverleden zouden kunnen vertellen. Daar begon ik mee in 2007. Vooraf merkte ik wel dat je ouderen niet kunt benaderen met de aankondiging dat je ze wil interviewen over slavernij. Als je dat doet, hoor je vaak: ik kan daar niets over vertellen, want ik heb het niet meegemaakt. Anderen die wel gemakkelijk willen praten, getuigden soms van persoonlijke verhalen, waarvan ik dacht waar heb ik dat eerder gehoord. Mijn indruk is dat door alle maatschappelijke aandacht die het onderwerp slavernij heeft, velen dezelfde verhalen vertellen, alsof het het eigen persoonlijke verhaal is. Dat lijkt me funest voor de originaliteit van zo een interview Daarom moest ik kiezen voor een andere invalshoek, en kwam ik op het idee om in te zoomen op hun levens vroeger op de oude familieplantage in Suriname, daarover wilde ik praten met onze ouden van dagen. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 hebben voormalig slaafgemaakte zich eerst gevestigd op plantages. Ze zijn dus niet massaal verhuisd naar de hoofdstad Paramaribo uit afkeer van slavernij: dit is een misverstand in de beeldvorming. Sommige voormalige slagen kochten of 3

pachten een stuk grond, waarop ze landbouw, bosbouw of houtkap beoefenden. Hun activiteiten dienden deels de markt, waren deels zelfvoorzienend. Daar zijn de voormalige slaafgemaakten blijven wonen totdat latere generaties vooral vanaf de jaren 40 van de vorige eeuw steeds meer naar de hoofdstad trokken: de landbouw ging immers achteruit, kinderen moesten verder naar school, ouderen gingen werk zoeken in stad. Over het vroege leven op plantages is echter nauwelijks onderzoek gedaan. Onderzoek hiernaar is interessant, omdat het aannemelijk is dat het dagelijkse reilen en zeilen tot zekere hoogte een voortzetting is van een manier van leven op de plantages in slaventijd. Enfin, door het Nederlandse slavernijverleden in de interviews juist niet expliciet te maken of centraal te stellen, wilden ik weten op welke manier het slavenleven doorwerkte in de alledaagse sleur van het plantageleven ofwel of er in de plantageverhalen een onderlaag van slavernij te bespeuren is. Echter, degenen die nog iets hierover kunnen vertellen zijn dus alleen zij die (een deel van hun leven, van hun jeugd) op de plantage hebben gewoond. Dus gezocht en gevonden mannen en vrouwen ouder dan 80+jaar die een deel van hun leven/jeugd op de plantages hebben doorgebracht, terugrekenend toen was dat de periode tussen jaren 30 en 40 van de vorige eeuw. Deze leeftijdsgroep neemt gestaag in aantal af, een paar geinterviewden zijn reeds overleden. Hun kennis hierover is echter uniek en moet gauw worden vastgelegd. De vraag die ik wilde bespreken was: hoe zag het dagelijkse leven op de plantages eruit in de eerste helft van de vorige eeuw? Daarbij kwamen vragen aan de orde als: wie woonden er op de plantages; hoe brachten deze mensen de 4

dag door; wat waren de bronnen van inkomsten; wie woonden er nog meer op de plantages; hoe zag het huis eruit waarin ze woonden; wat gebeurde er bij geboorte, begrafenissen, jaardagen, menstruatie, ontmaagding en huwelijk; hoe werd het christelijk geloof, het wintigeloof beleden; welk voorval op de plantage heeft het meeste indruk op ze gemaakt; waarop werd er gedanst; wat werd er gezongen. Doe eens voor? Dit was de beste manier om hun te laten praten. Het zijn niet de mensen bij wie je moet aankomen met vragen als: hoe was slavernij, wat heeft u erover gehoord, wat is er van over gebleven, welke gevolgen, kun je het nog merken en hoe? Met de vragen hierboven over het leven op de plantages is de connectie met het Nederlandse slavernijverleden geenszins verdwenen: want gaandeweg het gesprek, kan er veel meer los komen, dan gedacht. Wat hebben de verhalen opgeleverd? Twee lagen: 1. Informatie over het dagelijkse reilen en zeilen op de plantage 2. onderlaag slavernij, waardoor Loesjes kreet: Slavernij. Pas twee bejaarden geleden... echt tot leven komt, portretten van ex-slaven Ik ga op deze plek in op de onderlaag over slavernij. Een paar voorbeelden van de expliciete en impliciete aanwezigheid van het slavernijverleden op de Surinaamse plantages. De meeste geinterviewden vertelden dat de volwassenen, ouderen op de plantages nauwelijks spraken over slavernij. Zelfs bij de herdenkingsviering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli werd er onder de plantagebewoners niet veel over gesproken. Op de plantages begon de 1 juli viering steevast met een 5

kerkdienst waarin wel de slavernij werd gememoreerd. Vervolgens werden er op de plantages één tot acht dagen lang feest gevierd, waarin zang en dans centraal stonden. Enkele ouderen vertelden aan elkaar soms over de verschrikkingen die hun voorouders in slaventijd hadden meegemaakt. Dergelijke vertellingen overheersten echter niet de 1 juli vieringen, zoals meneer Bertus (geboren 1925) uitlegt: Dan was het de hele dag eten, drinken, de muziek speelt. Tafeltjes met allerlei dingen om te koken. Hoofdzakelijk, er was kerk. Men sprak die dag niet echt over slavernij. Maar natuurlijk wel de dominee in zijn preek, toch? Dan komt hij op dat gebied, op dat stukje, hij haalt dan aan hoe het was toen. Of het is de districtscommissaris die een uiteenzetting geeft, over waarom we deze dag herinneren, weet je. Op die manier kwam het ter sprake. Buiten 1 juli om hoorden we niet over slavernij. Zelden of nooit. Nee, want wij hebben slavernij toch niet meegemaakt, nee toch? De ouderen spraken daar ook niet over. Je hoorde alleen: er was slavernij, er was slavernij, slaven liepen weg naar het bos. Alleen tot daar weten we. Wat ze beleefd hebben, weten zij alleen, weet je. Wij weten het niet. Hoewel er op 1 juli tijdens de viering niet veel werd gesproken over slavernij, speelden tijdens de feestelijkheden muziek-, zang- en dans uit die periode uiteraard een grote rol: dan denken we aan de laku, susa of banja zijn de muziek- en dansstijlen waarop slaven ook al plezier maakten. Ook de teksten van sommige liedjes die op 1 juli werden gezongen refereren expliciet naar slavernij, zoals dit liedje dat mevrouw Delia (geboren 1919), een van de geinterviewden, spontaan voorzingt: katibonengre pondo kon, nyannyan no kon, katibonengre pondo kon. Slavenboot is aangekomen, Geen eten meegekomen, 6

Slavenboot is aangekomen. Het slavernijverleden is ook expliciet te horen in de herinneringen aan voorouders. Dat zijn de ouderen die daadwerkelijk in de slaventijd hebben geleefd. Mevrouw Delia weet nog dat wat mijn overgrootouders mij hebben verteld is dat die mensen het niet prettig hadden. Dat hoorde ik van mijn grootouders. Ze hebben me een paar mooie dingen verteld. Ik hoorde dat zodra je 14 jaar was, dan moest je al gaan werken op het veld. Mijn oma vertelde me ook dat als ze je riepen, dat je dan zeker kon rekenen op slaag. En wanneer ze je sloegen, zelfs kinderen, zelfs zwangere vrouwen. Het kon hun niets schelen, die vrouw bevalt ter plekke. En me overgrootmoeder had me verteld, want zij had de slaventijd nog meegemaakt. Maar 1 jaar meegemaakt, met 14 jaar moest ze gaan werken. Maar toen ze 15 was werd de slavernij afgeschaft. Ze zei: ik heb de slavernij niet lang gediend, ik heb geen littekens aan mijn lichaam. God heeft me behoed, want ik moest koffie oogsten. Ze zei één jaar maar. Ze had geluk, maar mijn opa daarentegen, hij heeft me op zijn rug laten zie waar de mannen hem hadden geranseld. Eén lange streep had hij, omdat hij een beetje licht van kleur was kon je het duidelijk zien. Toch is hij heel oud geworden. Hij stierf met 103 jaar. Op zijn 100 ste ging hij nog elke dag naar de grond. Hij liep met een stok. Het was een stevige grote man, het was hij die striemen op zijn rug had. Wat hij had misdaan, vroegen we hem? Hij zei door gekonkel. De een verklikt de ander. Hij zei dat we niet in eenheid leefden. Een bijzondere getuigenis die slavernij wel heel dicht bij brengt. Het vraagt tijd om te willen luisteren naar uitwijdingen, uitstapjes en je moet niet haastig ter zake willen komen. 7

Want ook in de uitstapjes zit veel waardevols verborgen. Op welke manier die iets uitstapjes iets zeggen over slavernij, laten we over aan de verbeelding van de toehoorder in ( het vertoog van de vrijverklaarde vrouw?) Aan het woord is de 83-jarige mevrouw Joosje die herinneringen ophaalt aan haar oma die de slavernij nog heeft meegemaakt. Interessant zijn vooral de momenten waarop ze haar oma] zelf aan het woord laat. Ik vraag me af of we daarin lezen het vertoog van vrijverklaarde vrouw? Mijn vader zijn moeder, mijn oma. Die had haar tot op haar bil. Zij is in de slaventijd geboren. En als ik je nu vertel, ze wees ons hoe groot ze was di free kon [toen de vrijheid kwam]. Ze verstond geen Nederlands, je moest [diep] Surinaams met haar praten fu ing kan begrijp [zodat ze kon begrijpen]. Ze was ongeveer meisje van 17 jaar di free kon [toen de vrijheid kwam]. En verleden ben ik komen uitmaken want wi e aksi [ want we stelden vragen ]. Toen hadden we het idee niet om te vragen hoe ze heette, wat haar voornaam was [ ]. Maar ik ben zo trots dat ik haar toch nog ben komen kennen. En ze verstond geen woord Nederlands. Ze verstond echt geen woord. Ma was een slanke vrouw, donker, Indiaantype een Tapumoengo ingi [een Indiaan van Boven Moengo]. Ik was klein dus het kwam niet in je op om met haar te praten over de slaventijd. Die ideeën had je niet, dat je later al deze dingen nodig zou hebben. Dus we kennen haar als Ma en zij noemde ons niet bij naam. Ze noemde ons boi, [jongen] bijvoorbeeld boi Wiesje dan weet je dat ze bedoelt die jongen van Hillouise. Alle kinderen in slaventijd werden boi genoemd. Maar we hebben veel van haar gegeten. Ze kookte en ik vond het prettig om bij haar te zijn. Ik had een tante Nelly die even oud was als ik. Dan gingen we samen bij Ma spelen achterin, want Ma had een aparte kamer en een zolder boven. Dan gingen we naar Ma, dan keek ze naar ons en lachte ze en vroeg ons wat we wilden, want er 8

was immers bij ons ook gekookt. Dan vroegen we haar of háár soep af was. Ze antwoordde ons dat niemand haar aan het werk had gezet om te koken want mi na wan free misi fu mi srefi [want ik ben een vrije vrouw van mijzelf]. Maar wij bleven zeuren. We gingen ook broodbeschuit bij haar zoeken. Dan gingen we bij haar liggen en speelde ze met onze hoofden. Maar ze was heel lief. Als je haar over straat zou zien en je zou haar vragen Ma, waar ga je naar toe dan?, maar dan wel beleefd tegenover haar, dan vroeg ze je weer mi e waka nanga yu futu? A ben asranti. [ loop ik dan met jouw voeten? Ze was brutaal]. Die vrouw is overleden toen ik ongeveer 16 jaar was. Ik ben haar goed komen kennen. Ik kon goed met haar babbelen. Ze was niet gierig. Dus geld, ze had altijd een zakje. Ze naaide een zakje om haar geld in te zetten. En kleingeld zette ze altijd in een luciferdoos. Maar ander geld zette ze in een zakje met een schuif. Weet je hoe ze geld telde? Ze had een klein kussentje, dan zette ze het op de vloer, dan telde ze het. Je kon zo niet horen dat ze geld telde. Zie je die slimheid? Dus die mensen, die slaven van vroeger hadden hun slimheid. Ze sprak soms over slavernij als we iets vroegen. Mi Misi luku mi bun, a ben taki. A ben ferteri dati later die den kon bigi [Mijn meesteres was goed voor mij, zei ze dan. Ze vertelde dat later toen ze groter werd], dat ze toen niet meer met haar moeder leefde, dat haar Misi haar toen genomen heeft. Zij hoefde ook niet zo hard te werken. Zij had het een beetje getroffen, zei ze. Maar ik weet niet op welke plantage ze heeft gewerkt. En nu zeg ik mijn kinderen dat het me zo spijt. Want ik had het in handen, maar je kwam niet op het idee. Ik weet niet hoe ze voluit heet, maar in een boek hebben we het gevonden en verder uitgeplozen, want we riepen haar Ma of Ma Ingi (Moeder Indiaan). Dus Ma heeft ons niet veel verteld, wij hadden ook niet het idee dat te vragen, alleen dat ze het niet zwaar had en dingen moest dragen op haar hoofd voor haar Misi. Maar a no ben de so furu [maar het was niet zoveel], zei ze. Ze moest ook op kinderen passen. Hoe haar karakter was? Ze was rustig en hield van vertellen. Ze vertelde ja, mi ben go na kerki, dan mi ben weri mi moi krosi. [ja, ik ging naar de kerk, 9

dan droeg ik mijn mooie kleren]. Ze was echt een vrolijk mens. Ik zei haar altijd dat als ze op straat zou lopen, ze dan wel aan de kant moest blijven. Dan zei ze, maar na nanga mi futu mi e waka? Mi sabi fa mi e waka! [maar ik loop toch met mijn eigen benen? Ik weet hoe ik loop!]. Je zult je afvragen wat je vervolgens met dit materiaal kunt doen. Op scholen verzorg ik met mijn stichting Educatie Studio al een paar jaar minicolleges over slavernij en hedendaags burgerschap, waarin ik ook deze verhalen aan scholieren vertel. Daarnaast zijn er plannen om samen te gaan werken met een organisatie die zich bezighoudt met het verzamelen en overdragen van persoonlijke getuigenissen over WO2, www.oorloginmijnbuurt.nl van Minka Bos. Deze stichting leidt scholieren op, traint ze, om ouderen te interviewen over hun oorlogsherinneringen. De verhalen die hieruit voortkomen worden door de zelfde scholieren tijdens een schoolbijeenkomst doorverteld/gepresenteerd aan hun medescholieren, vanuit de gedachte: erfgoed, vrijheid, geschiedenis geef je door! Deze manier van overdracht peer-to-peer heeft een sterk effect, want leeftijdgenoten nemen gemakkelijker iets aan van elkaar. De ouderen, de geinterviewden, zijn altijd aanwezig bij deze bijeenkomsten. Ik zie hier een gouden kans om het verleden over slavernij levend te houden. Toen spraken onze ouderen nauwelijks over slavernij, maar nu, vandaag de dag praten wij wel over slavernij. Want geschiedenis geef je door! ------------------------------- 10

11