Bijlage 1: Actieplan Bio-economie 2018-2019 SD1: Het ontwikkelen van een coherent Vlaams beleid dat een duurzame bio -economie ondersteunt en faciliteert SD2: aan de top brengen voor onderwijs en vorming en onderzoek en innovatie in toekomstgerichte bio-economie clusters SD3: Biomassa wordt optimaal en duurzaam geproduceerd en gebruikt over de hele waardeketen. SD4: Versterken van markten en concurrentievermogen van de bio -economische sectoren in SD5: is een belangrijke speler binnen Europese en internationale samenwerkingsverbanden Nr. Trekker Beknopte beschrijving van de actie Betrokkenen A1.1 Kerngroep De werking en bevoegdheden van de Leden IWG-Bioeconomie interdepartementale (brede werkgroep bio-economie groep) als overlegorgaan formaliseren en inbedden in beleidsmatige processen die invloed hebben op de ontwikkeling van een bioeconomie. A1.2 Kerngroep De stakeholders worden betrokken voor overleg en Aanpak 2018-2019 Dit is een continue actie. Voor 2018 worden de volgende stappen voorzien: 1. Verdere samenwerking met Circulair 2. Opvolgen van het gerelateerd onderzoek van Steunpunt SUMMA+ 3. Overleg tussen de beleidsdomeinen voor beleidsinstrumenten in het kader van de Bijdrage tot het Regeerakkoord. Dit is een continue actie. Voor 2018 worden volgende acties voorzien: Link met andere acties 1
Leden IWG-Bioeconomie (brede groep) consultatie via het overlegforum voor de bioeconomie Bevraging van de economische stakeholders in over de wenselijkheid, en de eventuele functies van een Platform voor Bio-economie in. Deze bevraging combineert gedetailleerde survey met verschillende workshops. A1.3 EWI KB (deel 1), OVAM (deel 2), SUMMaplus (deel 3) Analyseren van belemmerende regelgeving en deze wegwerken, inclusief het opvolgen van de regelluwe zones en de Innovation Deals rond circulaire economie en de opportuniteiten daarin voor de bio-economie A1.4 VEA Flankerende maatregelen en subsidie voor IWG-leden (brede kleinschalige biomassainstallaties. groep) A1.5 DepOMG Visievorming en opmaak van een actieplan IWG-leden (brede houtverbranding in groep) individuele kachels A2.1 VLAIO Opvolging van de verschillende clusters en hun projecten die Opvolging van de ontwikkelingen i.v.m. regelluwe zones/experimenteerregelgeving. De European Innovation Deals moeten regelgevende belemmeringen wegwerken die innovatie in de weg kunnen staan. Eerder dan te kiezen voor een lang proces van regelgevende aanpassingen, wordt gekozen voor een pragmatische aanpak waarbij de Commissie zal samenzitten met actoren in het veld en nationale, regionale en lokale overheden om te kijken hoe regelgeving anders/beter kan worden geïnterpreteerd zodat bepaalde huidige belemmeringen worden uit de weg geruimd. De eerste innovation deals zullen worden uitgewerkt in de context van de circulaire economie. Verschillende Belgische projecten zijn bij een eerste call voor de circulaire economie ingediend om in aanmerking te komen om een innovation deal rond uit te werken. Daarbij zijn er onder meer ook enkele in de bio-economie (het Steelanol-project van Arcelor mittal en ReMaP rond recyclage van nutriënten uit mest). De innovation deals die gelinkt kunnen worden aan de bioeconomie worden ten volle ondersteund vanuit de IWG en hiervoor wordt samengewerkt met de transitie circulaire economie. Uitwerken van een voorstel voor financiële ondersteuning van biomassa-installaties met een thermisch vermogen groter dan 300 kwth, in combinatie met flankerende maatregelen. Daarbij zijn de impact op luchtemissies en duurzaamheid in het algemeen belangrijke aandachtspunten. Goedkeuring en implementatie van de Green Deal Huishoudelijke Houtverwarming samen met al de deelnemende actoren en relevante belanghebbenden. Dit omvat ook de visievorming rond de positie van brandhout, met name de rol in de levenscyclus en de waardeketen van hout in, rekening houdend met de impact op de luchtkwaliteit en gezondheid. In het kader van het clusterbeleid worden innovatieve bedrijfsnetwerken en speerpuntclusters ondersteund die inzetten op de valorisatie van innovatie in strategische domeinen waarmee wordt ingespeeld op maatschappelijke uitdagingen. Circulair OD 14 gunstige randvoorwaarde n Bio-economie A4.4 Green Deals Bio-economie A4.4 Green Deals Circulair OD 10 Roadmap 2
gerelateerd zijn aan de bio-economie, en faciliterend optreden voor initiatieven in de bioeconomie Deze actie bestaat voornamelijk uit opvolging van de verschillende clusters en hun projecten, en faciliterend optreden voor deze initiatieven. Het initiatief zelf, het trekken van de acties en projecten, zal voornamelijk door de clusters worden gedaan (voornamelijk de speerpuntcluster CATALISTI en Flanders Food). Jaarlijks kan een overzicht worden gemaakt door het VLAIO van wat er binnen de clusterorganisaties allemaal gebeurt aan projecten in de bio-economie. circulair ondernemen en OD 13 toeleiden naar financiering en ondersteuning A2.2 EWI Faciliteren en promoten van participatie in Europese bioeconomieprojecten voor zowel onderzoekscentra als voor grote en kleine ondernemingen. Hiernaast worden ook vanuit de reguliere steunkanalen van VLAIO projecten met een link met bioeconomie ondersteund. Voorbeelden zijn de subsidies voor kmo innovatieprojecten en Onderzoeks&Ontwikkellings projecten. Jaarlijks zal ook een overzicht gemaakt worden van projecten inzake bio-economie die ondersteund worden vanuit de reguliere steunkanalen. Deze actie bestaat uit verschillende delen: 1. Opvolgen van de BBI-JU vanuit het departement EWI 2. Voorzien van programmacomité-delegates en national contact points i.k.v. Horizon 2020 De reguliere Horizon 2020-werking is verdeeld tussen enerzijds het departement EWI voor de programmacomités en VLAIO voor de national contact points. Actoren uit de bio-economie kunnen bij zowel de PC-delegates als de NCP s terecht die hen zo goed mogelijk zullen helpen de thema s die voor hen belangrijk zijn op de agenda te krijgen (PC-werking) of praktisch te helpen met het indienen op calls (NCP). 3. Ad hoc onder de aandacht brengen van bepaalde calls of steuninstrumenten 4. Opvolgen van het Vanguard initiative & Smart specialisation platform Deze initiatieven moeten op termijn leiden tot co-investeringen in genetwerkte demonstratoren. Eén van de pilootprojecten richt zich op bio-economie. Opvolgen van de pilootprojecten en evalueren en omzetten van de beleidsaanbevelingen. 5. Opvolgen van het Interreg-project SmartPilots waar dep EWI partner is Dit project brengt alle belangrijk pilootfabrieken van Europa samen die werken rond 3
industriële biotech en bio-economie om van elkaar te leren welke steunmechanismen bestaan voor pilootfabrieken in de verschillende regio s en zo van elkaar te leren. Doel is om het instrumentarium te verbeteren voor pilootfabrieken, een soort actor in het innovatielandschap die vandaag vaak uit de boot valt. Dit project loopt 4 jaar, van 2016 tot 2020. A2.3 Dep. O&V Bio-economie een plaats Actie 2.3 a) Opvolging project Grenzeloos Biobased Onderwijs (2016-2019) geven in Onderwijs en De biogebaseerde economie zorgt voor een dynamiek op de arbeidsmarkt wat betreft de inhoud Circulair OD16 AHOVOKS, Vorming van beroepen en de verwachte competenties ervoor. Het Vlaams-Nederlandse project Grenzeloos Kennisdeling en Departementen Biobased Onderwijs probeert de verwachte competenties voor jobs in de biogebaseerde economie opleiding over EWI, WSE/VDAB waarop onderwijs kan voorbereiden in kaart te brengen. We zullen bekijken in welke mate deze circulair competenties op termijn mogelijks geïntegreerd kunnen worden in beroeps- en ondernemen onderwijskwalificaties binnen de Vlaamse kwalificatiestructuur. (Dept OV, AHOVOKS) Actie 2.3 b) Uitvoering van het STEM-actieplan, zo mogelijk i.s.m. andere beleidsdomeinen Jongeren worden gestimuleerd om meer te kiezen voor STEM-gerelateerde opleidingen ((Science Technology Engineering Mathematics). Door het promoten van STEM-onderwijs, worden jongeren gesensibiliseerd rond de maatschappelijke relevantie en toekomstperspectieven van technische (STEM-) opleidingen. Ook de STEM-oproepen en -projecten die worden opgezet (bv.rond Klimaat) focussen op de maatschappelijke relevantie. De bio-economie kan een belangrijke rol spelen bij de uitrol van deze oproepen, waarbij de scholen uiteraard de trekkende rol opnemen, o.a. bij de keuze van sectoren waarmee ze willen samenwerken. (Dept OV, Dept WSE, Dept EWI) Actie 2.3 c) Het nastreven van de vakoverschrijdende eindtermen (VOETen) m.b.t. omgeving en duurzame ontwikkeling (context 4) in het secundair onderwijs Binnen educatie voor duurzame ontwikkeling kunnen de mogelijkheden bekeken worden om ook inhoudelijk te werken rond bio-economie en circulaire economie. (Dept OV, Dept OMG, Dept EWI) 4
A3.1 VEA Vaststellen van duurzaamheidscriteria voor de in geproduceerde en gebruikte biomassa A3.2 OVAM Regelmatige actualisatie overlegplatform van de huidige en organischbiologisch toekomstige vraag en afval aanbod van bio-economie biomassa(rest)stromen (OVAM, Ldb., VEA, voor de bio-economie in OMG, VVSG-. Interafval, VVP, Vlaco, Febem, Fevia, Cobelpa, Fedustria, VCM, Bemefa, Comeos, Vito,...), leden IWG BE,... A3.3 Kerngroep Bevorderen van meer duurzame, lokale VLM ANB EWI biomassaproductie door ILVO ILVO - LV de landbouw, bosbouw, aquacultuur, visserij en het landschap. - Uitwerken en implementeren van een Ministerieel besluit voor de uitvoering van het BVR. - Deze actie spoort samen met de uitwerking van duurzaamheidscriteria voor vaste en gasvormige biomassa in het kader van de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie (RED). Deze actie is lopende. Via de tweejaarlijkse actualisatie van de Inventaris Biomassa behouden we een overzicht van de praktijk/marktsituatie, wat van belang is voor o.m. een opvolging en evaluatie van het beleidsplan Biomassareststromen. Met de volgende updates beogen we optimalisaties zowel op het vlak van o.m. methodiek, inhoud en informatieweergave, bruikbaarheid van de data, marktanalyse,... De werkzaamheden voor een nieuwe update zullen ten vroegste medio 2018 starten Om effectief meer duurzame, lokale biomassaproductie door de landbouw, bosbouw, aquacultuur, visserij en het landschap te bevorderen, zullen de lopende onderzoeken worden verdergezet, en worden een aantal nieuwe projecten en acties opgestart: FACCE-JPI Cichopt: Valorisatie van nevenstromen in witloof, cichorei, andijvie en raddichio (4-2018 tot 3-2021) BIO-Accu: Bioraffinage van witloofwortels naar voedingsapplicatie (3/2018-2/2022) SUSFOOD: IMPROVE : valorisatie van reststromen van de fruitwerkende industrie. (2018-2021) SUSFOOD: INPROVE : valorisatie van groentenreststromen (2018-2021) 5
A3.4 OVAM Opvolgen van de verhoging van de stikstofefficiëntie in de Vlaamse landbouw en de voortgang van de VCMwerkgroep Transitie Mestverwerking NARA-S rapport (2018): Verkenning van de impact van mogelijke toekomstscenario s op ecosystemen en hun diensten (inclusief hout- en biomassaproductie) - INBO Green Deal Huishoudelijke Houtverwarming: trekker van de actie Betere cascadering van diverse houtstromen (2018-2022). VLM en ANB richten begin 2018 het platform oogstbare landschappen op. Dit was een aanbeveling in het advies Oogstbare landschappen vanuit het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg. In het najaar van 2018 zal een tweede activiteit georganiseerd worden. ANB werkt verder aan de volgende lopende projecten : Interreg project Natuurlijk groen als grondstof: graskracht : valorisatie van de grazige resten van natuurbeheer als bodemverbeteraar, veevoer, biocompost of vezels (2016-2019). Interreg project eco2eco : focus op het optimaliseren van houtproductie met inbegrip van de ecologische aspecten en op het stimuleren van lokale en regionale houtverwerkende bedrijven (2016-2019). Bermstroom: valorisatie van maaisel langs (water)wegen tot papier. Pas goedgekeurd PIO-project getrokken door De Vlaamse Waterweg (en 11 andere partners). Samenwerking tussen terreinbeheerders en (papier)industrie. Grasgoed: industriële valorisatie van natuurmaaisel. Interregproject - Nederland 2016-2019.Lead partner is natuurpunt nog 11 andere partners. Inventarisatie, cursussen, studiedagen, demonstraties. Onderzoek naar conversie, marketing, businesscases, ketenontwikkeling. In de eindfase focus op isolatiematten, papier, potgrond en veevoeder (eiwitten) Het Vlaams Klimaatakkoord (Engagementen VR, punt 8.9.) voorziet in een verhoging van de stikstofefficiëntie van de Vlaamse landbouwsector van 14% naar 28% tegen 2030. Het actieplan Biomassa(rest)stromen voorziet in een transitie van de mestverwerkingssector vanaf 2020, zij het zonder doelstelling. De werkzaamheden voor deze transitie werden opgepikt door het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) dat in overleg met de stakeholders een nota Transitie Mestverwerking heeft opgesteld in 2017. In 2018 zal gestart worden met een actieplan dat Vlaamse Klimaatakkoord, Actieplan Duurzaam beheer van 6
uitvoering moet geven aan deze transitie. Eén van de eerste acties zal bestaan uit een addendum Biomassa(rest)str van de BBT mestverwerking van 2007 (als prioritair aangeduid door de BBT stuurgroep voor het omen BBT programma 2019)De voortgang van deze werkgroep zal vanuit de IWG Bio-economie worden opgevolgd. A4.1 EWI Biogebaseerd aanbesteden Deze actie wordt op 2 manieren aangepakt: aanmoedigen ifv de - Biogebaseerd aanbesteden naar voren schuiven als een mogelijkheid voor het Circulair OD1 en OVAM, facilitair beleidsprocessen rond beleidsproces rond innovatief en duurzaam aanbesteden binnen de Vlaamse Overheid OD2 Roadmap en bedrijf, Kanselarij duurzaam en innovatief - Biogebaseerd aanbesteden naar voren schuiven als een mogelijkheid voor de plannen Green Deal en Bestuur, aanbesteden rond circulair aanbesteden binnen de transitie circulaire economie circulair departement Om hier effectief te kunnen op inzetten, is meer informatie nodig over de markt: welke aankopen OMG stromen/producten zijn beschikbaar, en hebben een groot potentieel voor invulling van aankoopbehoeften van overheidsaankopers. A4.2 MOW EWI In kaart brengen van en In kaart brengen van sterkten en zwakten van het logistieke-industriële weefsel en definiëren van inspelen op knelpunten en adviezen (2017-2019) VND, VITO, dep. sterktes in de logistieke 1. Op basis van de beschikbare studies en business cases worden de logistieke aspecten van MOW Beleid, keten van de bio-economie bio-economie in kaart gebracht. dep. OMG, ILVO, en zoeken van synergiën 2. Knelpunten en sterktes worden toegelicht. OVAM, ANB, EWI m.b.t. bio-economie tussen 3. Er worden op basis van deze analyses adviezen en waar mogelijk incentives geformuleerd. de Vlaamse havens Er wordt, met het oog op een benchmark, ook naar het beleid in de omliggende regio s onderling en binnen de gekeken. Vlaams-Nederlandse Delta. 4. Uit een selectie van de adviezen worden actiepunten voor de volgende jaren gedefinieerd. Versterken van de synergie tussen de havens met het oog op verdere verankering van de bioeconomie (2018-2019) 1. Er wordt in kaart gebracht waar er synergiën (mogelijk) zijn tussen de Vlaamse havens en de havens in de Vlaams-Nederlands Delta. 2. Daarnaast wordt er bekeken welke drempels een samenwerking tegengaan. 7
A4.3 OVAM Werk maken van bewustmaking van consumenten (burgers, bedrijven, overheden) rond biogebaseerde producten en de bio-economie in het algemeen. Deze actie wordt opgenomen door aandacht voor bio-gebaseerde producten in de plannen van Circulair m.b.t. bewustmaking van concumenten (burgers, bedrijven, overheden) Daarnaast is een gezamenlijke actie van de IWG Bioeconomie en Circulair het visualiseren van een toekomstige bio-economie in een fictieve circulaire stad Reburg in de toekomst (2050). Het is een manier om abstracte tekstuele visies, theorieën en ideeën concreet en aantrekkelijk te maken. Circulair OD 8 tastbare publiekscommuni catie en OD 6 Reburg visualisatietool De kern van de zaak is dat we trends, ideeën, toepassingen, onderzoek, bedrijven... die vandaag al kiemen van de toekomst bevatten, extrapoleren en met wat fantasie omzetten in tastbare eyecatchers: verrassende gebouwen, bedrijven of functies in de stad van de toekomst. Vervolgens geven we dat materiaal aan een grafisch bureau, dat het omzet in mooie (bewegende) beelden. Die beelden vormen samen 'Reburg': science non-fiction die tot de verbeelding spreekt. Non-fiction omdat de eyecatchers onderbouwd zijn door praktijken vandaag. A4.4 OMG Inzetten van Green Deals De Green Deal kent zijn oorsprong in de beleidsnota en -brief Omgeving. De bedoeling is om voor de bio-economie bedrijven, ngo s, kennisinstellingen en andere (sector)organisaties te ondersteunen bij hun milieu- Circulair OD 2 OVAM, IWG-leden, initiatieven ter vergroening van de economie. Partijen die obstakels ervaren (individueel of in Green Deal bedrijven groep) wordt de mogelijkheid geboden om een overeenkomst aan te gaan met de overheid, waarin circulair afspraken worden gemaakt om deze obstakels samen aan te pakken. aankopen Er wordt daarbij bewust gebruik gemaakt van de dynamiek, de creativiteit en de kennis die in de samenleving aanwezig is om deze maatschappelijke (milieu-)uitdagingen aan te gaan. Zowel bedrijven en organisaties als de overheid kunnen voorstellen voor een deal aanbrengen. Bio-economie Het idee is geënt op de Nederlandse Green Deal en werd vertaald naar de Vlaamse context. De A1.3 mogelijkheid van het afsluiten van overeenkomsten met sectoren en bedrijven wordt onder andere vormen reeds geruime tijd toegepast in. De wenselijkheid om dit instrument breder en voor andere thema s (circulaire economie, biodiversiteit, water, mobiliteit, energie&klimaat, voedsel, ruimte, industrie (bouw,biobased economy, ) in te zetten, lijkt groot. 8
A5.1 EWI werkt ten volle mee aan Europese beleidsprocessen rond bioeconomie en profileert zich ook als bio-economische regio in Europa. werkt daarbij samen met alle mogelijke partners, zowel lidstaten als andere regio s. Nederland en NoordRijn- Westfalen zijn wel specifiek geprioriteerde partners. Met Wallonië wordt de samenwerking aangescherpt. Het instrument van de Green Deals biedt ook opportuniteiten voor (actoren in) de bio-economie. In het kader van een Green Deal kan ook onderzocht worden om experimenteerruimte of een regelluwe zone te creëren. (link met A1.3) De IWG-Bioeconomie kan een begeleidende rol spelen voor het vormgeven van Green Deals in de bio-economie. Daarnaast is er een rol weggelegd voor leden van de IWG BE als projectfacilitator. Per Green Deal wordt er immers vanuit de meest betrokken overheid een personeelslid aangesteld als projectfacilitator. In dit geval kan dat iemand uit de IWG BE zijn. Deze projectfacilitator start de onderhandelingen op en is, zowel tijdens de onderhandelingen als tijdens de looptijd van de Green Deal de contactpersoon binnen de overheid voor deze Green Deal. De nuttige inbreng vanuit de IWG zal afhangen van de vragen die vanuit de bio-economie-actoren opduiken. Meewerken en wegen op Europese beleidsprocessen: Een belangrijk adviesorgaan m.b.t. de Europese bio-economie is het EU Bioeconomy Stakeholder panel. Het panel zal zich in werkgroepen organiseren met specifieke opdrachten. Een van de eerste opdrachten betreft het finaliseren van het Manifest. Een andere belangrijke entiteit is het Europese Bio-economie Observatorium (JRC-IPTS) dat de methodiek ontwikkeld heeft om de vooruitgang en de impact te meten van de bio-economie. Verder spelen de verschillende leden van de Programma comité s en de NCP s een belangrijke rol in de opvolging. Een andere belangrijk forum is de SCAR BSW (Bioeconomy Strategic Working Group) waarin verschillende lidstaten vertegenwoordigd zijn en waar wordt afgestemd tussen lidstaten, SCAR en EC. De werkgroep neemt het op zich om het overzicht te houden en de verschillende fora te verbinden. Naast deze officiële fora zijn er ook een aantal andere kanalen waarlangs (via leden van de IWG) het Europees bio-economie beleid tracht te beïnvloeden. - Informele Europese groep bio-economie - Input van IWG-leden via de reguliere Vlaamse kanalen (bv. CCIM) om standpunten te bepalen (zoals bij het CE-pakket is gebeurd). 9
- Vanguard Initiative (voor zover het daarbij om beleidsaspecten gaat) - Ad hoc rond specifieke projecten (bv. rond de specifieke kwestie van valorisatie van afvalgassen) A5.2 VITO FIT, EWI, CINBIOS, FISCH Opzetten van internationale samenwerking en bijdragen aan de valorisatie van de Vlaamse bio-economie (op vlak van kennis, technologie en producten) op de internationale markt. Bijdrage tot regionale clustervorming en RIS3 A5.3 FIT Communicatie om als bio- Strategisch samenwerken met lidstaten en regio s rond beleid De transitie naar een biogebaseerde economie staat hoog op de politieke agenda van, Nederland en Noordrhijn Westfalen. Samen beslaan ze een economisch sterk gebied met de belangrijkste Europese havens, toponderzoek en een sterk ontwikkeld industrieel weefsel met vooraan de chemie. Er zijn ook concrete samenwerkingen in het kader van BIG-C en het pilootproject bio-economie van het Vanguard Initiative. Door samen verder te trekken aan de ontwikkeling van de bio-economie zullen de drie landen/regio s elkaar versterken en dit gebied laten uitgroeien tot de belangrijkste groene chemie cluster van Europa (ook genoemd de ARRR :Antwerp Rotterdam Rhine Ruhr area). Sinds kort werkt ook Wallonië aan een nieuwe strategie voor de bio-economie. Dit biedt belangrijke perspectieven om ook met Wallonië de banden aan te halen. VITO blijft betrokken in tal van netwerken zoals Vlaams-Nederlandse Delta, Biobase Delta, Biorizon en Green Chemistry Campus, Trilaterale grensoverschrijdende cluster biobased materials BIG-C (Vl, Nl, MRW samenwerking), Vanguard Initative, Europese clustering en Smart Specialistation, ppp- BBI, ppp-spire, Strategische onderzoeksagenda biobased economy EU-India, EU-Latijns-Amerika en Caraïben, etc. Andere recent opgestarte initiatieven zijn Biobase Delta to de 3Bi, Europese Bioeconomy Intercluster (Biobase Delta, Biovale, Bioeconomy Sachsen Anhalt en IAR). Ook met Canada is een samenwerking opgestart via Bioindustrial Innovation Canada Verspreiding en update brochure 10
BBEPP, Essenscia /Fisch, Flanders Biobased Valley, Food Pilot, Ilvo, Vito, Port of Ghent, Flanders Bio en EWI. economie regio te promoten De brochure: Flanders Bio Based Economy, Reap the rewards of a growing business werd geactualiseerd in Sep17, en wordt courant gebruikt. Vlaamse stand bij beursdeelnames met aanwezigheid van actoren uit de Vlaamse Bio-economie FIT brengt momenteel de buitenlandse events in kaart waaraan in 2018 een gezamenlijke deelname door de Vlaamse partners wordt overwogen. We bekijken dit met alle Vlaamse betrokken partners (BBEPP, FBBV, Catalisti/Essenscia, Vito, ILvo/Food Pilot, Haven Gent, Flanders Bio). In Oct17 werd er o.m. een gezamenlijke Vlaamse groepsstand georganiseerd met 10 partners op de European Forum for Industrial Biotechnology (EFIB) in Brussel. Dit initiatief wordt, weliswaar in een kleinere constellatie, herhaald in Oct18. Daarnaast namen er verschillende Vlaamse partners deel aan World Bio Markets in Amsterdam in Mar18 met een gezamenlijke stand. Aandacht voor bio-economie in de internationaliseringsstrategie versnelt (ook gelinkt aan transitie Circulaire Economie) Dit betreft een meerjarige internationaliseringsstrategie voor de Vlaamse economie van 2017-2021, die in cocreatie met meer dan 150 Vlaamse bedrijven, middenveldpartners, kennisinstellingen en overheidsactoren tot stand kwam. In de komende jaren zal FIT samen met verschillende partners deze strategie (VR 2016 2511 MED.0460/1) uitvoeren. Op 18 november 2016 keurde de Vlaamse Regering het Besluit goed tot regeling van de structurele financiering van partnerschappen van ondernemersorganisaties, gemengde kamers van koophandel en samenwerkingsverbanden met het FIT met het oog op de verdere internationalisering van de Vlaamse economie. Binnen dit kader werden vijf domeinen geïdentificeerd, waaronder het domein: Sustainable resources, materials and chemistry (VR 2016 2511 MED.0460/1, p. 9-10). De volgende acties zijn nog steeds lopende: - Uitwerken internationale brandingstrategie voor de expertise en het potentieel van de volledige waardeketen - Meer kennisdeling en afstemmen van de internationale agenda van alle actoren 11