Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling
Inhoudsopgave Inleiding 2 Toetsing 3 Aanbieden 4 Gebaren Algemeen 5 Familie 16 Eten en drinken 20 Binnen en buiten spelen 33 Verzorging en kleding 44 Het weer 53 Dieren 58 Voertuigen 69 Emoties 73 1
Inleiding Deze aanvulling hoort bij het basiswerkboek gebaren 0 t/m 3 jaar en is bedoeld ter ondersteuning om de gebarenschat uit te breiden. De gebaren die in dit werkboek zijn opgenomen worden getoetst voor het praktijkcertificaat. Er zijn 7 thema s: Algemeen, Familie, Eten en drinken, Verzorging, Dieren, Voertuigen en Emoties. In dit werkboek wordt kort uitgelegd hoe en wanneer je deze gebaren aan kunt bieden. Ook zijn de gebaren tekeningen in het werkboek opgenomen. De tekeningen kun je gebruiken voor het gebaar van de week. Als je aan de slag gaat met deze gebaren let er dan op dat je niet te veel gebaren tegelijk wilt leren. Neem steeds max 5 gebaren en kies de volgende 5 pas als je de gebaren onder de knie hebt. Veel plezier en succes met oefenen! Lisette de Jongh Onderwijs Met gebaren 2
Toetsing Voor het behalen van het praktijkcertificaat OMG Babygebaren worden de gebaren getoetst die in deze aanvulling op het basiswerkboek staan. Het zijn iets minder gebaren dan in het Basiswerkboek staan. Tijdens de toetsing worden niet alle gebaren getoetst. Steekproefsgewijs zal er per thema een aantal gebaren worden gevraagd te laten zien. Hierbij let ik op of het gebaar juist wordt gemaakt. (handvorm, plaats, beweging, mimiek) Na de toetsing hoor je meteen of je voldoende hebt gescoord. Mocht dit niet het geval zijn dan maken we een afspraak voor de herkansing. 3
Aanbieden Het is soms lastig om nieuwe gebaren aan te bieden want wanneer doe je dat dan? Het kost wat tijd en oefening om de gebarenmomenten te zien en te benutten. Sommige situaties lenen zich makkelijk voor een gebarenmoment. Zoals de volgende momenten: Het tafelmoment. Je kunt dan het eten benoemen, vragen of de kinderen het lekker vinden en afsluiten met een liedje. Maar in plaats van af te sluiten met een leid kun je ook een boek lezen/laten zien. Bijvoorbeeld over dieren of voertuigen. VB: Je maakt dan het gebaar dat bij het plaatje hoort, wijst het plaatje aan en maakt nogmaals het gebaar. Maak er een geluid bij en gebaar etc. Laat ook het dier/voertuig zien (een stuk speelgoed) en maak nogmaals het gebaar. Maak gebruik van spelmomenten. Zijn de kinderen vrij aan het spelen? Maak hier gebruik van en neem een paar minuten de tijd om met 1 of meerdere kinderen te spelen en dit te ondersteunen met de gebaren die je kent. Bijvoorbeeld door te spelen met de boerderijdieren of de auto s. De dieren en voertuigen waarvan je het gebaar weet die ondersteun je dan dus ook met een gebaar. Je kunt vervolgens ook een verstopspelletje spelen en te vragen en te gebaren waar de auto, trein, koe etc is. Benoem familieleden. Wie brengt/haalt het kind? Mama, papa, opa of oma? Telkens als je de persoon benoemt maak je het gebaar: Kijk daar is mama. Of is je broer vandaag ook mee? Etc. Verzorgingsmoment: Beperk je bij de verzorging niet alleen tot het aanbieden van het gebaar voor luier en slapen maar maak gebruik van deze situatie om ook de gebaren voor schoon, vies, aankleden, uitkleden, broek, trui, sokken en schoenen aan te bieden. Bv: Heb je lekker geslapen? Je krijgt een schone luier en dan gaan we aankleden. Kijk eerst je broek aan en nu je trui. Buiten spelen: Voor het naar buiten gaan kun je aangeven met gebaren dat het tijd is om buiten te spelen. Ondersteun het aantrekken van de schoenen en de jas met gebaren. Tijdens het buiten spelen kun je even ingaan op wat de kinderen aan het doen zijn en dit ondersteunen met een gebaar. Vb: wil je van de glijbaan? Ben je met de bal aan het spelen? Wil je in de zandbak spelen? Kijk hier heb je een emmer en een schep. Ho pas op! Niet met zand gooien! Etc. Zo zijn er nog tal van kleine momentjes te bedenken waarop je een gebaar kunt aanbieden. Het is echt niet nodig om er steeds heel lang mee bezig te zijn. Een paar minuten is vaak al genoeg. En je hoeft ook echt niet steeds met de hele groep te gebaren. Maak juist gebruik van die 1 op 1 momentjes die zich gedurende de dag voordoen. Dus: Beter vaak kort gebaren dan af en toe heel lang! 4
Algemeen Alsjeblieft (verzoek) Dankjewel 5
Dag Knuffelen 6
Kusje Goed 7
Mogen (ik/jij mag) Mag niet 8
Mooi Kijken 9
Klaar Knap 10
Kom maar Waar 11
Zitten Duwen 12
Staan Vallen 13
Wachten Werken 14
Helpen Stop/stoppen 15
Familie Baby Broer 16
Zus Mama 17
Papa Oma 18
Opa 19
Eten en Drinken Beker Fles 20
Drinken Eten 21
Eet smakelijk Hapje 22
Lekker Melk 23
Nog meer/nog een keer Op 24
Slab Water 25
Aardbei Appel 26
Banaan Druif 27
Kiwi Mandarijn 28
Meloen Peer 29
Perzik Sinaasappel 30
Komkommer Paprika 31
Tomaat Wortel 32
Binnen en buiten spelen Binnen/naar binnen gaan Buiten 33
Spelen Bal 34
Blokje Boek 35
Bouwen Gooien 36
Kleien Kleuren 37
Knutselen Opruimen 38
Plakken Pop 39
Puzzelen Verven 40
Emmer Glijbaan 41
Klimmen Schepje 42
Schommel Zandbak 43
Verzorging en kleding Bed Knuffel(beer) 44
Moe Slapen 45
Slaap lekker/welterusten Speen 46
Wakker Aankleden 47
Uitkleden Broek 48
Trui Sokken 49
Schoenen Luier 50
Plassen Poep 51
Schoon Wassen 52
Het weer Het weer Koud 53
Regen Regenboog 54
Sneeuw/sneeuwen Storm 55
Wind/waaien Warm 56
Wolken Zon 57
Dieren Beer Eend 58
Geit Giraffe 59
Hond Kikker 60
Kip Koe 61
Konijn Leeuw 62
Muis Olifant 63
Paard Poes 64
Schaap Varken 65
Vis Vlinder 66
Vogel Spin 67
Aap 68
Voertuigen Auto Boot 69
Fiets Helikopter 70
Vliegtuig Bus 71
Trein 72
Emoties Blij Boos 73
Fijn Huilen (Verdrietig is hetzelfde gebaar maar dan met 1 hand) 74
Lief Sorry 75