U gelieve als bijlage de tekst van de commentaar op art. 219, WIB 92, te willen vinden, die de huidige commentaar vervangt.

Vergelijkbare documenten
And3 Accountants en Belastingconsulenten * Niet-verantwoorde / overdreven beroepskosten

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/

Het tariefverschil

I. INLEIDING.

Berekening van de belasting

Circulaire 2017/C/20 betreffende de grensbedragen inzake aanvullende pensioenen

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006

1De draagwijdte van de bijzondere aanslag - Een stukje geschied

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Adv Renier. a) 23 pct. van de eerste schijf van EUR (basisbedrag EUR);

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd

Hoofdstuk 4 De afzonderlijke aanslag op geheime commissielonen, omkoopsommen en meerwinsten

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?


FOD Financiën /06/2015

Kosten eigen aan de werkgever

Aftrek voor risicokapitaal

Uiteenzetting van de winst

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

Restaurantkosten. Wanneer overdreven?

Merk op dat het kostenforfait voor de genieters van baten niet langer hetzelfde zal zijn.

Instelling. Onderwerp. Datum

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

De fiches en bedrijfsvoorheffing doorgelicht in het kader van de aangekondigde boetes



DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN:

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Aftrek voor innovatie-inkomsten Ontwerpadvies van 13 september 2017

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Circulaire nr. Ci.RH.241/ (AOIF Nr. 23/2010) dd

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Circulaire 2017/C/14 betreffende de aangifteverplichting van betalingen verricht aan

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd

Instelling. Onderwerp. Datum

Landbouwer. Premie. Subsidie. Aangifte. Belastingstelsel.

PROBLEMEN I.V.M. DE NIEUWE AANSLAG GEHEIME COMMISSIELONEN 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2015

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. Onderwerp

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

BEDRIJVENPARK KORTRIJK-NOORD VZW MARKTPLEIN KUURNE RPR Kortrijk Ondernemingsnummer: BALANS PER 31 DECEMBER 2012

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2014

Hof van Cassatie van België

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken

Stopzettingsmeerwaarde daalt naar 10% vanaf 60 jaar en geldt ook voor voorraden en handelsvorderingen

Cassatie ontzegt Administratie toegang tot werkingssfeer van aanslag geheime commissielonen

Afdeling 24. Kosten eigen aan de werkgever

Aftrek voor risicokapitaal

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart

Ontbinding en vereffening

Hof van Cassatie van België

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Circulaire 2018/C/103 over over de terugbetaling van maatschappelijk kapitaal

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

SLEUTELFORMULE. a) de website Administraties, Administratie van Fiscale Zaken, Publicaties, van de Fiscale Zaken ;

Inhoudstafel. Voorwoord... 1 Inleiding... 3 Algemene bepalingen INKOMSTENBELASTING

Derde Bewerking : Aftrek van vrijgestelde verdragswinsten Aftrek van niet-belastbare bestanddelen

Verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling

Rolnummer Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

De inkomsten uit de deeleconomie

Hof van Cassatie van België

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?

BEDRIJVENPARK KORTRIJK-NOORD VZW MARKTPLEIN KUURNE RPR Kortrijk Ondernemingsnummer: BALANS PER 31 DECEMBER 2013

De wijzigingen aan de regelgeving

oplossing ingevulde aangifte aj Reserves Belastbare gereserveerde winst 2/11

Hoofdstuk 6 Diverse aanslagen

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009

Instelling. Onderwerp. Datum

WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming. Inlichtingen omtrent de betreffende boekjaren. Naam. Ondernemingsnummer en rechtsvorm

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Circulaire 2019/C/14 - Addendum bij de circulaire. aanvullende rapporteringsverplichtingen inzake verrekenprijzen. Verwante documenten.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden.

Federale Overheidsdienst

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/01 Aftrek voor innovatie-inkomsten. Advies van 21 maart

Afz. Boekjaar van...tot... a b. a b 279 dd... bijlage.../ E dd... bijlage.../... 5 A/G... A/G... G...

Hof van Cassatie van België

Het fiscaal stelsel van de intercommunales Na de Programmawetten van 19 december 2014 & 10 augustus 2015 ALGEMENE ADMINISTRATIE VAN DE FISCALITEIT

Transcriptie:

Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/1 Circulaire nr. Ci.RH.421/605.074 (AOIF Nr. 71/2010) dd 01.12.2010 Vennootschapsbelasting Berekening van de belasting Afzonderlijke aanslag Ven.B Voordeel van alle aard Bijwerking van de commentaar op art. 219, WIB 92. Aan alle ambtenaren van de niveaus A, B en C. U gelieve als bijlage de tekst van de commentaar op art. 219, WIB 92, te willen vinden, die de huidige commentaar vervangt. NAMENS DE MINISTER: Voor de Administrateur-generaal van de fiscaliteit d.d.: D. DELVAUX M. DE KEYSER Eerste Attaché van financiën Eerste Attaché van financiën

Bijwerking Com.IB 92 TITEL III: VENNOOTSCHAPSBELASTING HOOFDSTUK III: Berekening van de belasting Afdeling II: Afzonderlijke aanslag Art. 219, WIB 92 I. WETTEKST 219/0 II. GRONDSLAG VAN DE AFZONDERLIJKE AANSLAG 219/1-9 A. Kosten zoals bedoeld in art. 57, WIB 92 en onder de vorm van voordelen van alle aard verkregen bezoldigingen 219/1-4 B. Verdoken meerwinsten 219/5 C. Financiële voordelen of voordelen van alle aard zoals bedoeld in art. 53, 24, WIB 92 219/6 D. Bedragen die niet in de grondslag begrepen zijn 219/7-9 III. WETTELIJKE AFWIJKING 219/10 IV. ADMINISTRATIEVE SOEPELHEID 219/11-13 V. PROCEDURE M.B.T. DE VASTSTELLING VAN DE BELASTBARE GRONDSLAG 219/14 VI. BEREKENING EN TARIEF VAN DE AFZONDERLIJKE AANSLAG 219/15-17 VII. AFTREKBAARHEID 219/18 VIII. AANSLAGJAAR 219/19

Afdeling II Afzonderlijke aanslag Art. 219, WIB 92 I. WETTEKST 219/0 Art. 219. Een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op kosten als bedoeld in artikel 57 en op voordelen van alle aard als bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, 2, en 32, tweede lid, 2, die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave alsmede op de verdoken meerwinsten die niet onder de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden en op de in artikel 53, 24, bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard. Die aanslag is gelijk aan 300 pct. van die kosten, voordelen van alle aard en verdoken meerwinsten. Als verdoken meerwinsten worden niet aangemerkt, de reserves als bedoeld in artikel 24, eerste lid, 2 tot 4. Deze aanslag is niet van toepassing indien de belastingplichtige aantoont dat het bedrag van de kosten, vermeld in artikel 57, of van de voordelen van alle aard als bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, 2, en 32, tweede lid, 2, begrepen is in een door de genieter overeenkomstig artikel 305 ingediende aangifte. II. GRONDSLAG VAN DE AFZONDERLIJKE AANSLAG A. KOSTEN ZOALS BEDOELD IN ART. 57, WIB 92 EN ONDER DE VORM VAN VOORDELEN VAN ALLE AARD VERKREGEN BEZOLDIGINGEN 219/1 De afzonderlijke aanslag in de Ven.B is van toepassing op de kosten die niet op de in art. 57, WIB 92, gestelde wijze zijn verantwoord; die kosten kunnen bestaan uit: 1 commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard die voor de verkrijgers al dan niet in België belastbare beroepsinkomsten zijn, behoudens de bezoldiging van meewerkende echtgenoten; 2 bezoldigingen, pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen, betaald aan personeelsleden, aan bedrijfsleiders en aan gewezen personeelsleden en bedrijfsleiders evenals aan hun rechtverkrijgenden, met uitzondering van de sociale voordelen die ten name van de verkrijgers zijn vrijgesteld; 3 vaste vergoedingen toegekend aan de leden van het personeel als terugbetaling van werkelijke eigen kosten van de werkgever. 219/2 Alhoewel de in 219/1, 2 bedoelde bezoldigingen, die zijn voorzien in de bepalingen van de art. 30, 1 en 2, 31 en 32, WIB 92, de door personeelsleden en bedrijfsleiders verkregen voordelen van alle aard omvatten, heeft de wetgever bij de Programmawet van 27.12.2006 het evenwel nuttig geacht een expliciete verwijzing naar deze voordelen op te nemen in art. 219, 1 e en 4 e lid, WIB 92. De in de art. 31, 2 e lid, 2 en 32, 2 e lid, 2, WIB 92, bedoelde voordelen van alle aard die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave moeten worden onderworpen aan de afzonderlijke aanslag. 219/3 Terzake worden bij gebrek aan naleving van de voorwaarden van art. 57, WIB 92, als niet verantwoorde bezoldigingen beschouwd: 1 een voordeel van alle aard ingevolge een renteloze lening die is toegestaan door een vennootschap

aan een personeelslid, zelfs indien hiervan niets in de kostenrekeningen van de vennootschap wordt teruggevonden (zie PV nr. 249 van 2.3.2000, gesteld door dhr. Stef GORIS, QRVA 50 034 van 13.6.2000, blz. 3949); 2 het gedeelte van de huurprijs en de huurvoordelen dat ten name van de bedrijfsleider als bezoldigingen wordt geherkwalificeerd (zie PV nr. 315 van 28.4.2000, gesteld door mevr. Trees PIETERS QRVA 50 153 van 27.1.2003, blz. 19593). 219/4 De in 219/1 gegeven opsomming belet niet dat ook met niet verantwoorde kosten moeten worden gelijkgesteld (zie ook commentaar op de art. 57 en 195, WIB 92): 1 de liberaliteiten waarvoor de naam en het adres van de verkrijgers zomede de reden van de betaling niet worden bekendgemaakt; het kan inderdaad voorkomen dat vergoedingen ter beloning van diensten onder de benaming "liberaliteiten" bij de beroepskosten worden opgenomen met de bedoeling de desbetreffende inkomsten ten name van de verkrijgers aan de PB te onttrekken (zie Cass., 28.5.1963, NV "Ets. Holvoet-Lecomte", Bulle. 413, blz. 2250); 2 de verworpen verteerkosten (andere dan die bedoeld in art. 53, 8 en 8 bis, WIB 92) in een NV ingeval de verkrijgers niet worden geïdentificeerd (Gent, 24.6.1964, NV "Brouwerij Bosteels", Bull. 413, blz. 2301). 3 de drinkgelden en andere gratificaties vanaf een bepaald bedrag (zie 219/8) die door begrafenisondernemingen zijn betaald aan bepaalde niet-geïdentificeerde personen die zouden kunnen bijdragen tot een goed verloop van begrafenissen (zie PV nr. 971 van 16.4.2002, gesteld door dhr. Eric VAN WEDDINGEN, QRVA 50 157 van 24.2.2003, blz. 20239). B. VERDOKEN MEERWINSTEN 219/5 De verdoken meerwinsten die niet onder de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden werden voorheen als gevolg van een vaste rechtspraak gelijkgesteld met niet verantwoorde kosten waarop de afzonderlijke aanslag van toepassing was. Onder verdoken meerwinst moet inzonderheid worden verstaan de door de administratie vastgestelde winsten die niet begrepen zijn in het boekhoudkundige resultaat van de vennootschap en derhalve evenmin onder de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden. Inzonderheid betreft het de omzet die een onderneming in het zwart heeft gerealiseerd (zie PV nr. 15 van 1.9.1999, gesteld door mevr. Annemie VAN DE CASTEELE, QRVA 50 016 van 31.1.2000, blz. 1772). Ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie van 26.5.1994 (Hof van Cassatie, arrest C 94/3, SA I., FJF 94/213) kwam het de administratie toe het bewijs te leveren dat dergelijke meerwinsten het vermogen van de vennootschap hadden verlaten en dat ze hadden gediend voor kosten zoals bedoeld in art. 57, WIB 92. Teneinde te vermijden dat dit bewijs niet zou kunnen worden geïnterpreteerd als een cascade van vermoedens en om terzake alle twijfels weg te nemen, is in art. 219, 1 e lid, WIB 92, expliciet voorzien dat een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op verdoken meerwinsten die niet onder de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden (zie art. 21, W 4.5.1999 houdende diverse fiscale bepalingen, BS 12.6.1999). Hierdoor moet de administratie niet langer aantonen dat deze meerwinsten de onderneming hebben verlaten op een wijze zoals vermeld in art. 57, WIB 92 (zie voormelde W 4.5.1999, Parl. St. 1949/1-98/99, blz. 11 en 12). Dienaangaande worden verdoken meerwinsten geacht deel uit te maken van het vermogen van de vennootschap, wanneer deze bijdragen tot een werkelijke verrijking van de vennootschap. De aanwezigheid van verdoken meerwinsten in het vermogen van de vennootschap zal moeten blijken uit het geheel van de feiten die eigen zijn aan elk geval afzonderlijk waaronder inzonderheid de verrichte boekingen. Deze boekingen moeten een werkelijke verrijking van de vennootschap uitdrukken naar aanleiding van de verwezenlijkte verdoken verrichtingen. De boekingen die eveneens het ontstaan van een schuld ten aanzien van derden uitdrukken zijn in principe niet representatief om een verhoging van het vermogen van de vennootschap uit te maken. De winsten zoals bedoeld in art. 24, 1 e lid, 2 tot 4, WIB 92, waaronder de verdoken reserves die overeenstemmen met onderwaarderingen van activa en overwaarderingen van passiva,

worden overeenkomstig art. 219, 3 e lid, WIB 92, niet aangemerkt als verdoken meerwinsten. De afzonderlijke aanslag is bovendien niet van toepassing op vreemde firma's die in België werkzaam zijn en ook niet op de belastbare minima zoals bedoeld in art. 342, 2 en 3, WIB 92 (zie mondelinge PV nr. 11754 van 23.5.2006, gesteld door dhr. Dirk VAN DER MAELEN, Kamer, CRIV 51 Com. 971, blz. 10 en 11). C. FINANCIELE VOORDELEN OF VOORDELEN VAN ALLE AARD ZOALS BEDOELD IN ART. 53, 24, WIB 92 219/6 De afzonderlijke aanslag is van toepassing op financiële voordelen of voordelen van alle aard als bedoeld in art. 53, 24, WIB 92. De W 11.5.2007 tot aanpassing van de wetgeving inzake de bestrijding van omkoping (BS 8.6.2007) heeft niet alleen art. 58, WIB 92, opgeheven dat in een afwijkende regeling voorzag indien het toekennen van geheime commissielonen tot de dagelijkse praktijk behoorde, maar heeft ook een nieuw art. 53, 24 in het WIB 92 ingevoegd dat de niet-aftrekbaarheid als beroepskost oplegt van inzonderheid de voordelen van alle aard die rechtstreeks of onrechtstreeks worden verleend in verband met elementen van openbare omkoping van een buitenlandse ambtenaar. Voortaan zijn de voordelen waarvan hiervoor sprake is verplicht en zonder mogelijkheid om daarvan af te wijken onderworpen aan een afzonderlijke aanslag (zie art. 12 van voormelde W 11.5.2007). D. BEDRAGEN DIE NIET IN DE GRONDSLAG BEGREPEN ZIJN 219/7 Mogen niet als door art. 219, WIB 92, beoogde kosten worden behandeld, degene waarvan, zelfs wanneer ze bij gebrek aan verantwoording onder de verworpen uitgaven zouden moeten worden opgenomen, als vaststaand kan worden beschouwd dat ze ten name van de verkrijgers geen in art. 57, WIB 92, bedoelde inkomsten zijn en inzonderheid dat ze niet de aard hebben van verdoken meerwinsten (zoals, b.v. de interesten van bij derden die geen bedrijfsleiders zijn, geleende kapitalen, RSZ-bijdragen, enz.). 219/8 De afzonderlijke aanslag is bovendien niet van toepassing op: 1 de sociale voordelen die ten name van de verkrijgers zijn vrijgesteld; 2 de in art. 53, 9, WIB 92, bedoelde kosten met betwistbaar beroepskarakter (jacht, visvangst, enz.) wanneer het niet mogelijk is de werkelijke verkrijgers van die kosten te identificeren (zie commentaar op art. 195, WIB 92); 3 de geringe giften, bestaande uit fooien, geschenken, enz., verleend aan personen die geen deel uitmaken van het personeel van de vennootschap; 4 de kosten waarvan de echtheid en het bedrag verantwoord (zie commentaar op art. 49, WIB 92) zijn, maar die, bijvoorbeeld wegens hun overdreven karakter, in een bepaalde mate niet als beroepskost worden aanvaard en evenmin aanleiding geven tot het belasten van een voordeel van alle aard ten name van de verkrijgers (zie 219/9). 219/9 De onder 219/8, 4, beoogde gevallen worden geïllustreerd door het volgende voorbeeld. Een vennootschap heeft als publiciteitskosten een bedrag geboekt van 12.500,00 EUR dat volledig door bewijsstukken is verantwoord. Uit het onderzoek blijkt dat 6.000,00 EUR als beroepskost kan worden aanvaard, terwijl een voordeel van alle aard aan de bedrijfsleiders ten bedrage van 800,00 EUR in aanmerking moet worden genomen. De afzonderlijke aanslag is slechts van toepassing op het bedrag van 800,00 EUR voordelen van alle aard, voor zover de vennootschap niet aantoont dat dit bedrag wordt belast ten name van de verkrijgende bedrijfsleiders (zie nr. 219/10). Het resterende bedrag dat niet als beroepskost kan worden aanvaard (5.700,00 EUR), moet enkel als verworpen uitgaven onder de fiscale winst van de vennoot-

schap worden opgenomen. III. WETTELIJKE AFWIJKING 219/10 Art. 219, 1 e lid, WIB 92, voorziet in de toepassing van de afzonderlijke aanslag op kosten zoals bedoeld in art. 57, WIB 92, en op voordelen van alle aard zoals bedoeld in de art. 31, 2 e lid, 2 en 32, 2 e lid, 2, WIB 92, indien zij niet worden verantwoord door individuele fiches en samenvattende opgaven die worden overlegd in de vorm en binnen de termijn die de Koning bepaalt (zie de art. 30 tot 33 en 92 tot 94, KB/WIB 92). Deze aanslag is overeenkomstig art. 219, 4 e lid, WIB 92, evenwel niet van toepassing indien de belastingplichtige het bewijs levert dat het bedrag van deze kosten en voordelen van alle aard opgenomen is in een door de genieter van dit bedrag overeenkomstig art. 305, WIB 92, ingediende fiscale aangifte. Indien de belastingplichtige te goeder trouw is, wordt de administratie verzocht haar medewerking te verlenen om de aangifte van de betrokken genieter terug te vinden, en dit inzonderheid wanneer de relaties tussen de vennootschap en de genieter zijn verstoord. Voor zover als nodig wordt opgemerkt dat deze afwijking niet geldt wanneer financiële voordelen of voordelen van alle aard worden verstrekt zoals bedoeld in art. 53, 24, WIB 92. IV. ADMINISTRATIEVE SOEPELHEID 219/11 Uiteraard zal de administratie bereid zijn een zekere soepelheid aan de dag te leggen ingeval van laattijdige indiening van de voormelde fiches en samenvattende opgaven en dit enkel in de gevallen wanneer de belastingplichtige, om redenen onafhankelijk van zijn wil, niet bij machte was de opgelegde termijnen te respecteren (zie 219/10). Deze soepelheid mag in geen geval een afzwakking vormen van het ontradend karakter van de desbetreffende wettelijke bepaling. Dienaangaande zal een korte vertraging voor het indienen van de documenten worden aanvaard en geen aanleiding geven tot de toepassing van de afzonderlijke aanslag, voor zover deze vertraging: - geen systematisch of vrijwillig karakter heeft; - niet voortvloeit uit een intentie om zich aan belastbare materie te onttrekken; - de administratie niet verhindert om, binnen de context van de inzonderheid technische voorschriften, tot de taxatie van deze inkomsten ten name van de verkrijgers over te gaan (het moet mogelijk zijn om deze inkomsten nog binnen de wettelijke termijnen te belasten); - of deze taxatie niet ingewikkelder maakt zonder dat bijzondere omstandigheden dit op feitelijk vlak rechtvaardigen. 219/12 Voor verdoken meerwinsten zal worden toegestaan dat de afzonderlijke aanslag niet moet worden toegepast in het geval dat deze meerwinsten in het vermogen van de vennootschap worden terug opgenomen door een aanpassing van de jaarrekening voor het boekjaar tijdens hetwelk ze door de vennootschap werden verwezenlijkt, indien het boekhoudrecht dit toelaat. Deze aanpassing moet, voor de inkomsten van het betrokken boekjaar, uiteraard plaatsvinden binnen de wettelijke fiscale termijnen (zie PV nr. 20 van 14.1.2009, gesteld door Mevr. Ingrid CLAES, QRVA 52 047 van 2.2.2009, blz. 9). 219/13 Er kan geen administratieve soepelheid worden toegestaan aan een belastingplichtige die financiële voordelen of voordelen van alle aard zoals bedoeld in art. 53, 24, WIB 92 toekent (zie 219/6). V. PROCEDURE M.B.T. DE VASTSTELLING VAN DE BELASTBARE GRONDSLAG 219/14 Zie de art. 346 en 351, WIB 92.

VI. BEREKENING EN TARIEF VAN DE AFZONDERLIJKE AANSLAG 219/15 De afzonderlijke aanslag wordt geheven tegen het tarief van 300% op het bedrag van de niet verantwoorde kosten. Het hoge tarief van de bijzondere aanslag moet ertoe leiden dat de belastingplichtigen er praktisch geen voordeel meer kunnen bij hebben de vereiste verantwoording niet over te leggen (1). Deze aanslag heeft immers als doel het verlies te compenseren van de belasting die niet van de verkrijgers van de kosten kan worden gevorderd. (1) Zie eveneens het arrest nr. 28/2003 van het Grondwettelijk Hof van 19.2.2003. Vanaf het aj. 1994 moet een aanvullende crisisbijdrage (ACB) van 3 opcentiemen worden gevestigd op de afzonderlijke aanslag verschuldigd tegen het tarief van 300% (zie commentaar op art. 463bis, WIB 92). 219/16 De aandacht wordt gevestigd op het volgende: 1 overeenkomstig art. 207, WIB 92, kunnen de in de art. 199 tot 206, WIB 92, bedoelde aftrekken niet worden verricht op de grondslag van de afzonderlijke aanslag; 2 de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan is niet van toepassing op de afzonderlijke aanslag; 3 op de afzonderlijke aanslag mag geen verrekening van voorheffingen gebeuren (art. 292, 2 e lid, WIB 92). Voorbeeld 219/17 Een NV kent tijdens het boekjaar 2008 (aj. 2009) 50.000,00 EUR toe aan nietgeïdentificeerde personen. Afzonderlijke aanslag: - basisbelasting: 50.000,00 EUR x 300% = 150.000,00 EUR - ACB van 3% = 4.500,00 EUR ------------------ - totaal = 154.500,00 EUR (ongeacht of de grondslag in de gewone aanslag een belastbaar resultaat, dan wel een compenseerbaar verlies oplevert). VII. AFTREKBAARHEID 219/18 De niet verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten die aan de afzonderlijke aanslag zijn onderworpen, moeten niet in aanmerking worden genomen voor de gewone aanslag in de Ven.B en zijn dus in feite als aftrekbare beroepskosten aan te merken (zie art. 197, WIB 92). De afzonderlijke aanslag (met inbegrip van de 3 opcentiemen ACB) is eveneens aftrekbaar als beroepskosten (art. 198, 1 e lid, 1, WIB 92). Wanneer de vennootschap overeenkomstig de boekhoudwetgeving, een kostenrubriek heeft gedebiteerd met de verschuldigde, gestorte of geraamde belastingen met inbegrip van de afzonderlijke aanslag, moet in een bijlage bij de aangifte de splitsing worden gemaakt tussen: - het gedeelte dat betrekking heeft op niet als beroepskosten aftrekbare belastingen en dat derhalve onder de verworpen uitgaven moet worden opgenomen;

- en het gedeelte dat betrekking heeft op als beroepskosten aftrekbare belastingen. VIII. AANSLAGJAAR 219/19 De afzonderlijke aanslag wordt verbonden aan het aanslagjaar betreffende het belastbare tijdperk in de loop waarvan de omstandigheid waarin gezegde aanslag zijn grond vindt, zich heeft voorgedaan (zie art. 206, KB/WIB 92).