Naam: Functie: dr.ir. M. van Lieshout Onderzoeker-secretaris Rekenkamer Zaaknr: 273186 Betreft: Concept onderzoeksvoorstel Schuldhulpverlening juni 2018 1. Onderwerp Schuldhulpverlening 2. Aanleiding en afbakening Op 16 mei presenteerde de Rekenkamer Arnhem zich tijdens uw raadsvergadering aan u. De presentatie werd afgesloten met de vraag of u aan wilde geven welke onderzoeksonderwerpen uw voorkeur hebben. Schuldhulpverlening eindigde in de top 3. Sinds de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in 2012 is de gemeente verantwoordelijk voor een integrale aanpak als het gaat om schuldhulpverlening. De wet stelt dat de gemeente moet beschikken over een actueel door de raad vastgesteld plan voor integrale schuldhulpverlening dat de hoofdzaken bevat van het door de gemeente te voeren beleid betreffende de schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a) welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; b) welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd; c) het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot de onder a) genoemde periode, en d) hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven. 1 1 http://wetten.overheid.nl/bwbr0031331/2017-04-01 1
Arnhem heeft een relatief hoog percentage huishoudens met een inkomen onder de 110% van het sociaal wettelijk minimum ten opzichte van het landelijk gemiddelde. 2 Daarnaast vond een grote stijging van beschermingsbewindkosten plaats. De gemeente Arnhem heeft haar aanpak van de schulddienstverlening uitgewerkt in de Beleidsnota doorontwikkeling Armoedeagenda en Schulddienstverlening (van 22 maart 2016). Het uitgangspunt van de Arnhemse aanpak vormt "werken aan en naar financiële zelfredzaamheid." Een belangrijk instrument daarin is de schulddienstverleningsladder (zie figuur 2). Figuur 2: Arnhemse Schulddienstverleningsladder De gemeente Arnhem noemt haar aanpak: activerende schulddienstverlening. Zij heeft een beweging van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening in gang gezet, waarin zij geen verantwoordelijkheden overneemt, maar goede dienstverlening, maatwerk, handvatten en oplossingsrichtingen wil bieden. Bij deze schulddienstverlening is het schuldenvrij zijn van de cliënt niet altijd automatisch het doel. Het is idee is om pas als iemand stabiel is, dus geen nieuwe schulden meer maakt, richting een schuldregeling te gaan. Bijzonder in de Arnhemse aanpak is de specifieke aandacht voor ondernemers met financiële problemen, omdat deze doelgroep bij schulden volgens de wet niet in aanmerking komt voor de algemene schulddienstverlening. Eind 2014 is uw raad akkoord gegaan met het voorstel om de uitvoering van de schulddienstverlening aan externe partijen over te laten, waarbij een belangrijke rol weg is gelegd voor de sociale wijkteams. Deze zijn verantwoordelijk voor de NVVK-modules 2 Beleidsnota doorontwikkeling Armoedeagenda en Schulddienstverlening Gemeente Arnhem, 22 maart 2016. 2
aanmelding & intake, informatie & advies, crisisinterventie en nazorg. De wijkteams geven de beschikkingen af voor schuldhulpverlening: richting Rijnstad voor stabilisatie of rechtstreeks naar PLANgroep. Partner Rijnstad is dus verantwoordelijk voor stabilisatie (activering). Het financieel-technische deel wordt uitgevoerd door PLANgroep. PLANgroep is verantwoordelijk voor de schuldbemiddeling en regeling, budgetbeheer als onderdeel van de schuldregeling, Duurzame Financiële Dienstverlening (DFD) en de aanvragen Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen). De wijkcoach van het sociale wijkteam fungeert als centrale regisseur en aanspreekpunt voor de Arnhemmer. In Arnhem bestaan acht sociale wijkteams 3. Deze teams geven samen met wijkteams leefomgeving invulling aan de zorgtaken van de gemeente Arnhem. Vanaf 1 januari 2017 zijn de sociale wijkteams verzelfstandigd en overgegaan naar een (Coöperatieve) Stichting 4. De gemeente is als opdrachtgever en financier verantwoordelijk voor aansturing van de Stichting Sociale Wijkteams. Daarbij bepaalt de gemeente wat zij belangrijk vindt in de uitvoering van werkzaamheden en de wijkteams besluiten hoe zij daar invulling aan geven. In april 2016 heeft de gemeente Arnhem een Inwonerservaringsonderzoek 5 naar de sociale wijkteams gepubliceerd. 3. Doelstelling Op basis van de rondgang langs de fracties is besloten een onderzoek in het sociaal domein in het onderzoekprogramma op te nemen. Naar aanleiding van de top 3 afsluitend aan de presentatie van de rekenkamer aan u op 16 mei heeft de rekenkamer 3 Gemeente Arnhem, 2017. Perspectiefnota 2018-2021. 4 Businesscase Sociale Wijkteams Arnhem, 27 april, 2016. Met een coöperatieve stichting wordt bedoeld dat het coöperatieve gedachtengoed geborgd wordt in de juridische vorm van een stichting. Dit is uitsluitend een werktitel (maar geeft goed de gedachte achter de organisatie vorm weer, MvL). De keuze is gemaakt voor een stichting met een Algemeen Bestuur van teamleiders-bestuurders en een fulltime bestuurder. Daarbinnen wordt een Dagelijks Bestuur samengesteld. De gemeente is en blijft wettelijk verantwoordelijk voor het functioneren van het Arnhemse stelsel, in het kader van de Wmo2015 en Jeugdwet, en stuurt vanuit die rol op de coöperatieve stichting. 5 Gemeente Arnhem. De sociale wijkteams. Inwonerervaringsonderzoek. April 2016. In dit onderzoek is middels twintig interviews en een enquête onder 1033 inwoners de dienstverlening van de sociale wijkteams geëvalueerd. Aangezien de normen voor het behalen van de doelen nog niet waren vastgesteld, is niet getoetst in hoeverre de wijkteams de doelstellingen behalen. Het onderzoek concludeert dat: 'de dienstverlening over het algemeen aan de verwachtingen van Arnhemmers voldoet. Verwacht mag worden dat het door ontwikkelen van onderdelen van het werkproces en de informatievoorziening zal bijdragen aan nog meer tevredenheid.' Als successen worden toegang en bekendheid; persoonlijk contact, bereikbaarheid en vertrouwen; werking van het plan van aanpak; inzet van zorg; en de kennis van de wijkcoaches genoemd. Op het vlak van beleid en regie en informatievoorziening zijn 'doorontwikkelingen' geformuleerd. Met betrekking tot het door ontwikkelen van de versterking van de werkwijze en regierol van de coach geven de teams aan dat alhoewel 'inwoners graag zouden zien dat coaches sneller tot actie overgaan', het 'de vraag is of actie altijd bij de coaches moet liggen'. Ook wordt aangegeven dat 'eigen kracht inzetten van inwoners en netwerk versus de inzet door de coach zelf' een leerproces is dat tijd nodig heeft. Dit geldt ook voor de nieuwe regierol van de coaches. 3
besloten een onderzoek te starten naar de schuldhulpverlening 6 van de gemeente Arnhem. De doelstelling 7 van dit onderzoek is: Inzicht krijgen in de succes- en faalfactoren in de uitvoering van de schulddienstverlening, waarbij nadrukkelijk ook het perspectief van de klanten van schulddienstverlening betrokken wordt en bekeken wordt wat er van andere gemeenten te leren valt. Daarmee geeft dit onderzoek informatie over hoe de schulddienstverlening voor de doelgroepen functioneert en wat daarbij succes- en faalfactoren zijn voor een effectieve schulddienstverlening. Daaruit voortvloeiend kan de rekenkamer aanbevelingen doen ter verbetering. 4. Vraagstelling De centrale vraag die uit bovenstaande doelstelling voortkomt, is: Wat zijn de resultaten van de schulddienstverlening vertaald naar de hoofddoelstelling van het beleid: worden cliënten financieel zelfredzamer? Welke succes- en faalfactoren zijn er vanuit het beleid, vanuit het perspectief van de klanten van de schulddienstverlening (schuldenaren inclusief ondernemers en schuldeisers), en vanuit een vergelijking met andere gemeentes aan te wijzen voor een effectieve schulddienstverlening? 4.1 Deelvragen 1. Wat is het huidige beleid voor schulddienstverlening? 2. Hoe verloopt het proces van schulddienstverlening, inclusief de samenwerking en overdracht tussen de verschillende partners? 3. Worden de mensen die schulddienstverlening nodig hebben bereikt? 4. Wat zijn in het gemeentelijke uitvoeringsbeleid aan te wijzen succes- en faalfactoren voor een effectieve schulddienstverlening? 5. Wat zijn de resultaten van de gemeentelijke schulddienstverlening (prestaties in aantallen, mogelijke uitspraken over effecten, kosten per instrument, kosten per traject en dergelijke)? 6. Wat zijn de effecten van het hebben van verschillende schakels in het dienstverleningsproces? 7. Wat zijn ervaringen van klanten (schuldenaars inclusief ondernemers en schuldeisers) met (de verschillende instrumenten binnen) de 6 Vanaf nu gebruiken we schulddienstverlening, zoals door de gemeente Arnhem ook wordt gebruikt. 7 De doel- en vraagtelling kunnen nog aangepast resp. aangevuld worden door input vanuit het onderzoeksbureau, de raad en het college. 4
schulddienstverlening en wat ervaren zij als succes- en faalfactoren voor een effectieve schulddienstverlening? 8. Wat zijn de oorzaken van door klanten genoemde succes- en faalfactoren voor een effectieve schuldhulpverlening? 5. Opzet Het onderzoek wil de succes- en faalfactoren in de uitvoering van de schulddienstverlening in kaart brengen, en daarbij nadrukkelijk het perspectief van de klanten van schulddienstverlening betrekken. Het onderzoek naar schuldhulpverlening is een combinatie van een kwalitatief onderzoek naar klantervaringen en het inzichtelijk maken van feiten en cijfers over de uitvoering. De klantervaringen worden onderzocht met behulp van (narratieve) interviews en/of groepsgesprekken, waarin de klanten gevraagd wordt hun ervaring met het wijkteam/de wijkcoach en eventueel Rijnstad en PLANgroep en het geboden traject in hun eigen woorden aan de hand van concrete situaties te verwoorden. N.B. de Rekenkamer realiseert zich dat het voorstel nog niet af is. Wat de rekenkamer nog verder uit zal werken is o.a. representativiteit, gepaste methode, hoe integraal willen we dit onderwerp onderzoeken, voegt een benchmark wel/niet wat toe. 6. Concept normenkader Voor het eindverslag wordt het normenkader gebruikt om het beleid en uitvoering te toetsen. Het normenkader dient te worden opgesteld door het onderzoeksbureau dat het onderzoek gaat uitvoeren op basis van de definitieve onderzoeksvragen. 7. Planning Het onderzoek wordt voorbereid in juli-augustus 2018 en uitgevoerd in de periode julinovember 2018. De Rekenkamer koerst op aanbieding aan de gemeenteraad, via de Auditcommissie, op 14 januari 2019. 8. Interne organisatie De Rekenkamer Arnhem bespreekt als collectief de voortgang en inhoudelijke resultaten van het onderzoek. De onderzoeker-secretaris van de Rekenkamer is het eerste aanspreekpunt. Zij is te bereiken via telefoonnummer 026-3774846 en email Maartje.van.lieshout@arnhem.nl. Als onderzoeksleider fungeert één der leden van de Rekenkamer. 5