Jaarverslag 2009 Commissie bezwaarschriften van gemeente Liesveld Februari/maart 2010 Zaaknummer : LSV - 1008081/ INTERN-03595
-2- INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk I Inleiding 3 BLZ. Hoofdstuk II Taak, werkwijze en samenstelling 4 Hoofdstuk III Overzicht van ingediende en behandelde zaken 6 Hoofdstuk IV Gerechtelijke procedures 9 Hoofdstuk V Aanbevelingen 10
-3- Hoofdstuk I Inleiding Hierbij treft u het jaarverslag van de commissie bezwaarschriften van de gemeente Liesveld. Dit verslag heeft betrekking op alle bezwaarschriften die zijn behandeld in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Het nu voorliggende verslag kan een hulpmiddel vormen bij de verbetering van de gemeentelijke besluitvorming door de signaalfunctie en de leerfunctie die de bezwaarschriftenprocedure eigen is. In 2009 werden er in totaal 20 bezwaarschriften ingediend. Uit 2008 resteerde een voorraad van 8 bezwaarschriften. In 17 zaken werd een uitspraak in de vorm van een afgerond advies aan het betreffende bestuursorgaan uitgebracht. Het totaal aantal ingetrokken/ambtshalve herziene zaken bedroeg 7. Op 31 december 2009 waren nog 4 bezwaarschriften in behandeling. In het verslag wordt eerst in hoofdstuk II een beschrijving gegeven van de samenstelling, taak en werkwijze van de commissie. Vervolgens wordt in hoofdstuk III een beeld geschetst van de werkzaamheden van de commissie. Aangegeven is hoeveel zaken ter advisering zijn voorgelegd aan de commissie, verdeeld naar onderwerp, en binnen welke termijn de bezwaarschriften zijn afgehandeld. In hoofdstuk IV wordt een overzicht gegeven van het aantal zaken waarin (hoger) beroep is ingesteld. Aan het einde van dit evaluatieverslag (hoofdstuk V) zijn enkele aanbevelingen opgenomen met betrekking tot de besluitvorming door de bestuursorganen van de gemeente Liesveld, het terugbrengen van de afhandelingtermijnen en de ontwikkelingen in de regelgeving die betrekking hebben op de behandeling van de bezwaarschriften.
-4- Hoofdstuk II Taak, werkwijze en samenstelling Taak De bezwaarschriftencommissie van de gemeente Liesveld heeft gedurende 2009 zitting gehouden in ongewijzigde samenstelling. De commissie adviseert de gemeenteraad, het college en de burgemeester van de gemeente Liesveld op alle beleidsterreinen, met uitzondering van de bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van: een wettelijk voorschrift inzake belastingen; de Wet waardering onroerende zaken, of; een rechtpositionele aangelegenheid met betrekking tot het gemeentepersoneel. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat in dit jaarverslag niet wordt ingegaan op bezwaarschriften ten aanzien waarvan de commissie op grond van het voorgaande niet bevoegd is. Werkwijze In de Verordening commissie bezwaarschriften van de gemeente Liesveld wordt de algemene gang van zaken met betrekking tot de commissie bezwaarschriften geregeld. Deze verordening werd vastgesteld in de raadsvergadering van 25 juni 2002. De centrale taak van de commissie is het uitbrengen van adviezen over de te nemen beslissingen op de bezwaarschriften die zijn ingediend tegen gemeentelijke besluiten. Voordat advies wordt uitgebracht, stelt de commissie bezwaarde, het desbetreffende bestuursorgaan en eventuele derdebelanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord. Na het hoor en wederhoor van de partijen vinden binnen de commissie, in beslotenheid, de beraadslagingen plaats. Tijdens de beraadslagingen wordt bepaald welk advies aan het bestuursorgaan wordt gegeven. Het gemotiveerde schriftelijke advies van de commissie en het verslag van de hoorzitting wordt vervolgens aan het gemeentelijk bestuursorgaan gezonden. Het desbetreffende gemeentelijk bestuursorgaan neemt vervolgens het besluit op bezwaar. De secretaris draagt zorg voor het agenderen van de hoorzittingen. Tevens zorgt zij dat de adviezen van de commissie op de juiste wijze worden afgedaan. Hoorzittingen De commissie houdt in principe (afhankelijk van het aantal bezwaarschriften dat de commissie ontvangt) elke eerste dinsdagmiddag van de maand hoorzitting in de raadszaal van het gemeentehuis in Groot-Ammers. In 2009 hebben er negen hoorzittingen plaatsgevonden. Samenstelling De commissie bestaat uit een voorzitter, twee vaste leden, waarvan er een tevens plaatvervangend voorzitter is en twee plaatsvervangende leden. De commissie is een externe commissie zoals bedoeld in artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Dit houdt in dat zij geen deel uit maken van en niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Liesveld. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd op grond van specifieke juridische, bestuurlijke en/of maatschappelijke ervaring en deskundigheid. De zittingsduur van de commissie is gelijk aan de zittingsduur van de raadsleden. In 2009 hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de samenstelling van de commissie.
-5- Ambtelijke ondersteuning De commissie is in 2009 bijgestaan door een drietal ambtenaren. Tot de samenvoeging van de ambtelijke organisatie De Waard, werden de secretariële werkzaamheden verricht door medewerkers van de gemeente Nieuw-Lekkerland. Vanaf 1 september wordt de commissie ondersteund vanuit Bleskensgraaf door medewerkers van werkorganisatie De Waard. De samenstelling van de commissie was gedurende verslagperiode als volgt: Voorzitter: Leden: mevrouw mr. A.M.R. van Nierop-van t Grunewold de heer D. Groenendijk (tevens plaatvervangend voorzitter) mevrouw mr. M.J.E. Boudesteijn Plaatsvervangende leden: mevrouw mr. F.G. van Dam de heer A.E. Versluis Secretaris: mevrouw mr. J.C.N. Streefkerk (m.i.v. 1 september 2009) de heer J.W. Deelen (tot en met 31 augustus 2009) Notulist: mevrouw M.P. Verheij
-6- Hoofdstuk III Overzicht van ingediende en behandelde zaken Het hierna opgenomen schematisch overzicht geeft een beeld van het aantal zaken dat de commissie sinds 1 januari 2009 heeft behandeld. Verderop in dit hoofdstuk is een aantal zaken in een meer gedetailleerd overzicht opgenomen, verdeeld naar onderwerp en wijze van afdoening; dit om een beter inzicht te geven in het soort zaken dat de commissie in 2009 heeft behandeld. Tot slot wordt aandacht besteed aan de afhandelingstermijn van bezwaarschriften. Aantal bezwaarschriften: Bezwaren uit 2008 Ingekomen in 2009 Advies uitgebracht Ingetrokken/ ambtshalve herzien Voorraad 31-12 2009 8 20 17 7 4 De commissie heeft in 2009 over de volgende onderwerpen advies uitgebracht. Onderwerp 1. Niet- Ontvanke -lijk Ruimtelijke ordening 2. Ongegrond 3. Gegrond Totaal aantal adviezen 1 6 7 4 APV 1 1 2 Bestuursrechtelijke handhaving Drank - en horecawet 1 3 1 5 1 1 1 GPK 1 WMO 1 Subsidie 1 1 Planschade 1 1 4. Ingetrokken/ ambtshalve herzien Eindtotalen: 3 11 3 17 7
-7-6 5 4 3 2 1 0 1. 2. 3. 4. RO APV Bestuursr. Handhaving Drank- en Horeca GPK WMO Subsidie Planschade 1. Niet ontvankelijk 2. Ongegrond 3. gegrond 4. ingetrokken / ambtshalve herzien De afhandelingtermijn In de Algemene wet bestuursrecht is een termijn van orde van 6 weken gesteld voor de behandeling van een bezwaarschrift. Deze termijn wordt met 4 weken verlengd zodra er, zoals in de gemeente Liesveld, een adviescommissie in de zin van artikel 7:13 Awb is ingesteld. De totale termijn komt hiermee op 10 weken. Deze termijn kan na verdaging nog met 4 weken worden verlengd. Verder uitstel is mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad of er mee instemmen. Deze in artikel 7:10 Awb vastgelegde termijnen zijn echter geen dwingende termijnen, maar termijnen van orde. Indien de termijn wordt overschreden, kan er slechts beroep tegen het uitblijven van die beslissing worden ingesteld bij de rechter. Voor bezwaarschriften ingediend na 1 oktober 2009 is dit gewijzigd door de invoering van de Wet dwangsom en beroep tegen het niet tijdig beslissen. Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Op 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in werking getreden. Deze wet heeft gevolgen voor de bezwaarschriftenprocedure en met name voor de behandeltermijnen van de bezwaarschriften.
-8- Wanneer het bestuursorgaan zich niet houdt aan gestelde termijnen, kan de burger de gemeente in gebreke stellen. Beslist de gemeente niet binnen twee weken dan dient zij alsnog een dwangsom te betalen. Tevens kan de burger naar de rechter stappen om een besluit af te dwingen. Tegelijk met de invoering van de Wet dwangsom en beroep heeft de wetgever de termijnen van de bezwaarschriftenprocedure (art 7.10 Awb) verruimd. De wijzigingen van artikel 7:10 Awb hebben betrekking op: de aanvang van de beslistermijn (lid 1): uniformering van de termijn rekening houdend met het geval waarin tegen een besluit meerdere bezwaarschriften worden ingediend. De termijn vangt aan op de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken; de verlenging van de beslistermijn indien een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb is ingesteld van 10 naar 12 weken (lid 1); de maximumtermijn voor de eerste verdaging van de beslissing op bezwaar wordt 6 weken in plaats van 4 weken (lid 3); de mogelijkheden tot verder uitstel van de beslissing op bezwaar worden verruimd. Behoudens het bepaalde in het bestaande lid 4 wordt uitstel mogelijk indien alle belanghebbenden instemmen. Voorts wordt verder uitstel ook mogelijk indien de naleving van wettelijke procedurevoorschriften daartoe noodzaakt. Doorlooptijd bezwaarschriften Alle bezwaarschrift waar de commissie een advies over heeft gegeven zijn binnengekomen voor 1 oktober 2009. Hiervoor gelden nog de oude termijnen. De doorlooptijd, die heeft gelegen tussen de datum van ontvangst van het bezwaarschrift en de datum waarop de commissie haar advies heeft uitgebracht in het verslagjaar liepen uiteen van 6 tot 21 weken (vorige verslagperiode 4 tot 25 weken). In vergelijking met de vorige periode is dit iets verbeterd. Met de invoering van de Wet dwangsom en beroep zullen de gemiddelde termijn toch naar beneden moeten en zal hier scherp op gelet moeten worden. Voor de overschrijdingen zijn een aantal redenen aan te geven: - naar aanleiding van een bezwaarschrift kan het voorkomen dat de vakafdeling contact opneemt met de bezwaarde of er door nader onderzoek gekomen kan komen tot een oplossing, zodat het bezwaarschrift niet behandeld hoeft te worden. Lukt dit niet dan neemt de commissie het bezwaarschrift alsnog in behandeling en dit kost extra tijd; - er is een second opinion door de vakafdeling opgevraagd; - op verzoek van bezwaarde is de behandeling van het bezwaarschrift doorgeschoven naar een later tijdstip; - de commissie werkt zowel voor Liesveld en Nieuw-Lekkerland. Zij vergadert in beginsel eenmaal per maand, waarbij de commissie niet meer dan vier bezwaarschriften kunnen behandelen in verband met de verplaatsing tussen de beide gemeentehuizen. Dit komt de doorlooptijden niet ten goede.
-9- Hoofdstuk IV Gerechtelijke procedures Van de zaken die door de commissie in 2009 zijn behandeld, is er in geen geval beroep of hoger beroep ingesteld. De lopende beroeps en hoger beroepszaken zijn allemaal lopende zaken uit 2008. Viermaal is een voorlopige voorziening gevraagd. Vanwege de doorlooptijd is nog niet in alle gevallen uitspraak gedaan. De gevallen waarin wel in 2009 uitspraak is gedaan zijn vermeld in onderstaand overzicht. Beroep en hoger beroep zaken 2009 Ongegrond Gegrond Ingetrokken Niet-ontvankelijk Nog in Totaal (hoger) behandeling beroep 4 4 1 1 2 12 Voorlopige voorzieningen in 2009 (zowel in bezwaar als in beroep) Afgewezen Toegewezen Ingetrokken Niet-ontvankelijk Nog in Totaal behandeling 4 0 0 0 0 4 Bij bovenstaande tabellen m.b.t. gerechtelijke procedures: Op dit moment vloeien alle lopende beroep en hoger beroepszaken voort uit zaken uit 2008. Op basis van bovenstaande gegevens kan daarom worden vastgesteld dat in 2009 een meerderheid van de besluiten waarin de commissie heeft geadviseerd de rechterlijke toets kon doorstaan. Aangezien de beslissingen op bezwaar doorgaans rechtstreeks gebaseerd worden op het advies van de commissie zegt dit iets over de kwaliteit van de adviezen. Dit geldt slechts gedeeltelijk voor verzoeken om voorlopige voorziening die immers ook ingesteld kunnen worden tegen primaire besluiten.
-10- Hoofdstuk V Aanbevelingen De commissie beveelt op basis van het hiervoor gepresenteerde jaarverslag en haar ervaringen het volgende aan: 1. Tijdig beslissen op bezwaar De commissie constateert dat in 2009 ongeveer de helft van de bezwaarschriften tijdig zijn afgehandeld, in de zin dat de beslissing op bezwaar binnen de wettelijke termijn is genomen. Met de invoering van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen per 1 oktober 2010 verdient het tijdig afhandelen van de bezwaarschriften extra aandacht. Zowel teneinde de bewoners van Liesveld binnen een redelijke termijn van een beslissing op bezwaar te voorzien, alsmede kosten voor de gemeente in verband met deze wet te voorkomen, is het nodig om de afhandelingstermijn te verkorten. De commissie adviseert het college om kritisch te kijken naar de bestaande processen binnen de gemeentelijke organisatie, met als doel de termijn te verkorten: Omdat blijkt dat na de advisering van de commissie de behandeling van de bezwaarschriften soms lang duurt wordt voorgesteld om de totale afhandelingstermijn te splitsen in de afhandelingstermijn van de commissie en de hierop volgende besluitvormingstermijn van het bestuursorgaan, zodat er een beter inzicht gekregen kan worden. De adviseringstermijn loopt dan van het tijdstip van het ontvangst van het bezwaarschrift tot het moment van het uitbrengen van het advies door de commissie. De besluitvormingstermijn begint aansluitend op de adviseringstermijn en loopt tot het moment van het verzenden van de beslissing op bezwaar. Actief verdagen. De commissie constateert dat in 2009 geen of weinig gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om te verdagen. Met het oog op de dwangsom bij niet tijdig beslissen adviseert de commissie dit middel waar nodig weer in te zetten. Overigens is de commissie van oordeel dat verdagen alleen niet voldoende is. Verdagen doet immers niets af aan het aantal weken waarop een reclamant moet wachten op een beslissing op bezwaar. 2. Motivering De commissie heeft enkele malen geconstateerd dat bij de voorbereiding van collegebesluiten niet alle heersende belangen zijn afgewogen, althans dat dit niet voldoende is gebleken uit de motivering van het besluit. De commissie adviseert hier meer aandacht aan te besteden. De commissie spreekt de hoop en verwachting uit dat met bovenstaande aanbevelingen de kwaliteit van de besluitvorming en de dienstverlening aan de burger verder verbeterd worden.