Lesmap bij de theatervoorstelling. ik zit hier!

Vergelijkbare documenten
Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

Lesideeën claves: onderbouw

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar

Tussendoortjes Boerderijklas Vierhoekhoeve

Lesbrief bij de voorstelling 'Hatsjoe'

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Bewegingstussendoortjes

De wakkere wekker. Benodigdheden: - Een luid tikkende wekker

Tussendoortjes boerderijklas

mei 2014 vanaf 7 jaar Sluipen als een kat tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte

Tussendoortjes. Oeps, wie telt er. Dirigentje. Juf Elien

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Hiervoor zet ik me in! in klas

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

Groepsverdeling. Naam student Sanne Fabri Leergroep OLO3F Naam mentor Ann Verstraete & Charlotte Seynaeve Klas 1 ste lj Aantal lln.

Adewiedewanseltje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

Van ik tot allemaal. Muziek. Mu1/2b. Mu1/2b.1. Algemene doelstellingen voor lessenreeks Van ik tot allemaal

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten:

Sportkamp Herentals Volksdans aan groep 3 Master LO

Bewegen, bewegen, blijven bewegen. Doelstellingen. De leerlingen beleven plezier aan beweging.

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

Voorbeeld les uit het boek: Bewegingsexpressie met kleuters. 1 Inleiding: Duur Didactische werkvormen Organisatie Materiaal

ALLEMAAL SPINNEN IK STAP OP MIJN GEMAK. Ik ben een spinnetje. Ik stap op mijn gemak van hier naar daar van daar naar hier op dit blad papier.

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Begeleid aanbod: Sherborne sessie 4

Vliegende Koe de Stilte (Nederland)

Uitgeverij Schoolsupport

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Hoor de trommel en de fluiten

Thema 1 Concentratie. Waarom? Wanneer? Hoe? Kringgesprek

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Het circus komt 3+ Clair de Lune Théâtre (België)

playbook SPRINGSAUTE TIKTOUCHE BEESTBETE DARTFLECHE

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

Spot 2+ La Baracca (Italië)

joepla 1 De hoogte van je stemming

Themaboekje ouders. Wij gaan bewegen. Kinderopvang en peuterspeelgroep Het

Ik ben een heel klein muisje

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

ALLES HEEFT EEN KLEUR

Eerste yoga les voor de kinderen. Dinsdag 10 juli Tijdsduur: 2x 30 minuten. Locatie: Hoppas, Woudrichem. Aantal kinderen: max: 4

Blocks 2+ Puppet Theatre Maribor (Slovenië)

Lesmap Hans & Grietje. De deurenkomedie

Lesbrief Sirkoes Boediman

Groep "Nog 100 nachtjes slapen" (prentenboek)

Cultuureducatie met Kwaliteit

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

A Mano 6+ El Patio Teatro (Spanje)

15 min NL Spelregels _ikleer_naar groep1_guide.indd :39

Elena gaat naar de dierentuin

Op zoek naar mooie geluiden. Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4

Het Dansende dierenbos

Kijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven?

In de Zweedse taal is 'HEN' een onzijdig voornaamwoord dat verwijst naar een persoon zonder het geslacht prijs te geven.

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

D O EN P R A T EN B E W EGEN

TOP-SAMENWERKINGSSPELEN

Polka. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

Shadow Games T42 (Zwitserland)

Lesbrief bij de voorstelling Broemmm. Broemmm. Voordat de kinderen de voorstelling gaan zien:

Materiaal: hoepels, banken, touw (dik en dun), klimrek, dikke mat, stapstenen

Energizers. (On)bewust in beweging, toolkit om bewegen en sport te stimuleren voor ROC s

Recht op spel Vandaag gaan we spelen!

- We bieden een gevarieerde didactische aanpak waardoor we tegemoet komen aan verschillende leerstijlen van onze leerlingen.

LESBRIEF. Muziek & tekst: Tjeerd P. Oosterhuis & Robert Dorn Choreografie en lesopzet: Lucia Marthas, Melaisa Illis

DEEL 1: LESSUGGESTIES

Kern 2: teen - een - neus - buik - oog. Spellen bij kern 2. In deze kern leert uw kind: Letters: t n b oo ee Woorden: teen - een - neus - buik - oog

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Weer n liedje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

basisoefeningen workshops Alphons Laudyschool, fase 1

Lichtbende TUTU projectietheater (Nederland)

HOOR! KLEUTERS. Vossenoren

- Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje.

Een kar vol muziek. Rotterdam, mijn stad. Een muziekproject voor kleuters

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

God gaf mij 2 handen

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Kennismakingsspelletjes

Spellen bij kern 2 Spel 1: Stickers plakken Spel 2: Wie maakt de meeste woorden? Spel 3: Woorden maken Spel 4: Zelf typen Spel 5: Letterboek maken

NoNiksie kijkt in de spiegel

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER SPECIALISATIESTAGE

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw

wwww.wijzeroverdebasisschool.nl

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode

Verplaatsingsspelletjes

WEES OP JE HOEDE. De beurt van de speler is voorbij wanneer hij;

Mondharmonica spelen in 7 lessen!

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Oefenprogramma revalidatie

nijntje stoelendans spelregels

Circustechnieken: jongleren met sjaaltjes

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

Transcriptie:

Lesmap bij de theatervoorstelling ik zit hier! 1

Inhoud Dag Juf, dag Meester 3 Activiteiten voor in de klas 4 1. Wat mag en wat mag niet spel 5 2. Kringgesprek voor de voorstelling 6 3. Kringgesprek na de voorstelling 7 4. Ra-ra-ra wat voor dier ben ik? 7 5. Dramatiseren zonder woorden 8 6. Beste koning 8 7. Gevoelens uitbeelden 9 8. Liedjes zonder klank (uitbeelden) 9 9. Bevries en lach niet! 10 10. Gooien zonder bal 10 11. Tijdsmachine 11 12. Houdingmemorie 11 13. Bewegingsprenten nabootsen (met of zonder dobbelsteen) 12 14. De omgekeerde wereld 12 15. Klapmachine 13 16. Lichaamsinstrumenten 13 17. Handenorkest 14 18. Hoofd, schouders, knie en teen 14 19. Kunst door beweging 15 - Gooien met eieren 15 - Schilderen met je voeten 16 - Zwierende kunst 17 - Rol en trap kunst 18 - Glijdende kunst 19 2

Bijlagen 20 Dag Juf, Dag Meester, Met kinderen naar een toneelvoorstelling gaan is een beleving. Het prikkelt de fantasie van de kinderen. Met dat uitgangspunt is ook de voorstelling ik zit hier! ontstaan. Vertrekkende vanuit bewegingen ontstaat een associatief spel tussen 2 spelers. Af en toe herken je als toeschouwer dagdagelijkse handelingen, wordt je ondergedompeld in repetitieve bewegingen, en wordt je fantasie gekieteld. Voor vele toeschouwertjes is dit de eerste ervaring met een theatervoorstelling. De afstand tussen spelers en toeschouwers is zo kort mogelijk gehouden. Iedereen zit mee op de scène rondom het speelvlak. Een aantal praktische regels worden best wel gerespecteerd: in de (theater)zaal ben je stil en praat je niet met elkaar tijdens de voorstelling aangezien de spanning bij kinderen al begint bij het binnenkomen van de (theater)zaal ga je best nooit lang op voorhand de zaal in, maar wacht je beter in een andere ruimte probeer een aantal volwassenen te mengen tussen de groep kinderen na een voorstelling moeten kinderen eerst stoom aflaten, pas daarna kunnen ze oprecht vragen beantwoorden als: Wat vonden jullie leuk? Wat vond je minder mooi? Wat was lekker spannend? Waar willen jullie nog meer over weten? Deze pedagogische map geeft je verschillende mogelijkheden om met de voorstelling ik zit hier! aan de slag te gaan. 3

Veel plezier ermee! Activiteiten voor in de klas Ik zit hier is een taalarme voorstelling, deze lijn wordt doorgetrokken in de lesmap. Zodoende zijn de meeste activiteiten zonder veel woorden. Ook wordt er in het kader van de voorstelling zo min mogelijk gebruik gemaakt van materiaal. 4

Wat mag en wat mag niet -spel Het is aan te raden dat je vooraf met de kleuters enkele afspraken bespreekt. Zo blijft de voorstelling leuk voor iedereen! Voor de toneelspelers, de juffen en meester en zeker voor al de andere kinderen in de zaal! Voor de voorstelling Doen we onze schoenen uit en zetten ze netjes naast elkaar zodat niemand erover kan vallen. Tijdens de voorstelling Zijn we stil. Zitten we naast elkaar op de grond en blijven zitten op onze plaats. Onze voeten en onze handen blijven van de mat. 5

Om het kringgesprek rond de afspraken wat actiever te maken voor de kleuters kan je het Wat mag en wat mag niet-spel terugvinden in de bijlage. De kleuters sorteren de pictogrammen op de juiste plaats. Laat de kleuters ook zelf verwoorden waarom ze denken dat iets niet mag of juist wel mag. Wat mag niet : rode kader met de duim naar beneden. Wat mag wel : groene kader met de duim naar omhoog Materiaal: - Wat mag en wat mag niet spel (Bijlage 1) - Losse pictogrammen wat mag en wat mag niet (Bijlage 1) Kringgesprek voor de voorstelling Nadat je samen met de kleuters de afspraken hebt overlopen en/of het spel hebt gespeeld, kan je een kort gesprek houden met de kleuters. Je kan samen met de kleuters filosoferen over de voorstelling. Het enige wat de kleuters mogen weten is de titel van de voorstelling. Dan kan het gesprek beginnen. Enkele hulpvraagjes: - Over wat zou de voorstelling gaan? - Wie zouden de hoofdpersonages zijn? - Waar speelt het verhaal zich af? - Wat zou de titel van het toneel betekenen? - Schrijf de ideeën van de kleuters kort op. Na de voorstelling heb je deze ideeënlijst opnieuw nodig. Materiaal: - Schrijfmateriaal - Papier 6

Kringgesprek na de voorstelling Na de voorstelling kun je opnieuw een kort kringgesprek houden met de kleuters. Laat hen eerst vertellen wat ze van de voorstelling vonden. - Wat vonden ze leuk? - Wat vonden ze minder leuk? - Over wat ging de voorstelling? - Wie waren de hoofdpersonages? - Neem nadien de ideeën van de kleuters (van voor de voorstelling) er opnieuw bij en bespreek de gelijkenissen en verschillen. Ra-ra-ra wat voor dier ben ik? De kleuters trekken om de beurt een kaartje. (Zie bijlage 2) Op deze kaartjes staan verschillende dieren afgebeeld. De kleuters moeten het dier nadoen, de anderen raden welk dier de kleuter is. Bij de eerste keer dat het spel gespeeld wordt mogen er dierengeluiden gemaakt worden. Wanneer je het spel met de kleuters opnieuw speelt mogen er geen geluiden meer gemaakt worden. De kleuters mogen dan enkel hun lichaam gebruiken om duidelijk te maken welk dier ze zijn. Materiaal: - Dierenkaartjes (Bijlage 2) 7

Dramatiseren zonder woorden De kleuterleid(st)er fluistert de opdracht in het oor van de kleuter. De kleuter probeert de opdracht zo goed mogelijk uit te beelden. Er mogen geen woorden, geluiden en klanken gebruikt worden. De anderen proberen de raden wat de kleuter uitbeeldt. De kleuter die het als 1 ste juist raadt mag als volgende aan de beurt. Mogelijke opdrachten: - Je bent boos op de kleuter die naast je zit - Je bent door water aan het lopen - Je neemt een foto - Je zit voor een bord met spruitjes en je vindt het helemaal niet lekker - Je bent iets heel zwaars aan het dragen - Je bent heel moe - Je verstopt je onder je bed - Materiaal: / Beste koning Eén van de kleuters is de koning, hij staat in midden van de ruimte. De andere kleuters staan op een lijn aan de ene kant van de ruimte. Samen spreken ze een plaats en een handeling (beweging) af, zonder dat de koning dit kan horen. Daarna zeggen ze: Dag beste koning De koning antwoordt: Dag brave onderdanen, waar zijn jullie gisteren geweest? De kleuters zeggen samen de plaats die ze hebben afgesproken. Bijvoorbeeld: de speeltuin, school, winkel, De koning vraagt dan: Wat hebben jullie daar gedaan? De kleuters beelden allemaal uit wat ze daar gedaan hebben. De koning benoemt de handeling. Als het juist is, dan lopen alle kleuters zo snel mogelijk tot aan de overkant van de ruimte. Ondertussen tikt de koning zoveel mogelijk kleuters. Wie getikt wordt zal een ridder worden van de koning en moet de volgende spelbeurt de kleuters helpen tikken. Als het fout is dan blijven de kleuters uitbeelden. Materiaal: / 8

Gevoelens uitbeelden De kleuters trekken een kaartje en beelden het gevoel uit dat op de prent staat. Ook bij deze opdracht mogen de kleuters geen woorden, geluiden of klanken gebruiken om het gevoel duidelijk te maken. De anderen proberen te raden welk gevoel de kleuter uitbeeldt. De kleuter die het als 1 ste juist raadt mag als volgende aan de beurt. (Zie bijlage 3) Variatie: De kleuters stappen rond in de klas of turnzaal. Elke kleuter krijgt een prent met daarop een gevoel. Ze beelden dit gevoel uit. Ondertussen staat er rustige muziek op. Op een afgesproken signaal (bijvoorbeeld: in de handen klappen) moeten de kleuters met dezelfde gevoelens elkaar proberen te vinden. Wanneer de muziek stopt kan men de prenten aan elkaar laten zien en kijken of de groepjes juist gevormd zijn. (Het aantal kaartjes die gebruikt worden zijn afhankelijk van de grootte van de klasgroep, dus ook het aantal keer dat een bepaald gevoel voorkomt) Materiaal: - Gevoelsprenten (bijlage 3) Liedjes zonder klank (uitbeelden) De kleuters krijgen per 2 of 3 een kaartje met daarop een symbool van een gekend liedje. (Bekende kinderliedjes of liedjes die ze dit jaar op school hebben geleerd) De kleuters beelden het liedje uit zonder woorden, geluiden of klanken. De andere kleuters proberen te raden welk liedje het is. Wanneer het liedje geraden is, kan het samen met heel de klas gezongen worden. Materiaal: - Kaartjes met symbolen of prenten van gekende liedjes (Nog zelf te maken) 9

Bevries en lach niet De kleuters stappen rond in de klas. Wanneer de wekker afgaat staan de kleuters stil als standbeelden. 1 kleuter probeert de standbeelden aan het lachen te brengen of te doen bewegen, zonder aan te raken. De standbeelden die lachen of bewegen helpen nu mee met de kleuter. De kleuter heeft maar 10 tellen de tijd om de andere te doen bewegen of aan het lachen te brengen. Na 10 tellen gaat de kleuter verder naar een ander standbeeld. De leerkracht geeft aan wanneer de 10 tellen voorbij zijn of gebruikt een kookwekker. Materiaal: - Kookwekker Gooien zonder bal Denkbeeldige balletjes gooien en opvangen. Naarmate de activiteit vordert kunnen er meerdere balletjes in het spel komen. De kleuters kunnen ook zelf ideeën aanreiken. Misschien weten ze nog enkele dingen die ze zelf gezien of gedaan hebben tijdens de voorstelling en het belevingsmoment. Mogelijke opdrachten: - Gooien en vangen met hetzelfde hand - Gooien met het ene hand en opvangen met het andere hand - Gooien en opvangen met je mond - Gooien en opvangen met je elleboog - De oefeningen herhalen met 2 balletjes - Jongleren - Materiaal: / 10

Tijdsmachine De leerkracht zet de tijdsmachine (kookwekker) aan. De tijdsmachine zorgt ervoor dat alle bewegingen heel traag (in slow motion) worden uitgevoerd. Mogelijke bewegingen: - Lopen - Springen - Hoofd, schouder, knie en teen - Op een stoel gaan zitten - Armen strekken - Variatie oudste kleuters: Wanneer de tijdsmachine stopt (de kookwekker gaat af) wordt de beweging op een normaal tempo uitgevoerd. Materiaal: - Kookwekker Houdingmemorie Het spel wordt gespeeld met 3 kleuters. 1 kleuter is de voorman. De 2 andere kleuters zitten naast elkaar over de voorman. Elke kleuter heeft zijn eigen set met prenten. De voorman heeft alle prenten. De prenten van alle kleuters liggen voor de kleuters omgedraaid op de grond. De voorman draait 1 prent om, hij bekijkt de prent en draait deze opnieuw om. Hij voert dan de beweging uit. De 2 andere kleuters kijken goed naar de beweging die de voorman uitvoert en draaien 1 van hun prenten om. Als de prent niet overeenkomt met de beweging die de voorman uitvoert wordt de prent terug omgedraaid en doet de voorman een nieuwe beweging. Als het juist is krijgt de kleuter de prent van de voorman. Als de 2 kleuters de juiste kaart omgedraaid hebben dan krijgen ze beiden de prent van de voorman. (Daarom zijn er reserve prenten voorzien). Wie het eerst al zijn houdingen gevonden heeft is gewonnen. De voorman zal dus meermaals dezelfde bewegingen uitvoeren. De prenten zijn voorzien voor een gekleurde stip. Elke kleuter heeft zijn eigen kleur. Op deze manier zijn de prenten snel verdeeld. Materiaal: - 6 verschillende bewegingsprenten, x 4 voorzien van een stip. (Bijlage 4) Bewegingsprenten nabootsen (met of zonder dobbelsteen) 11

De kleuters bootsten de verschillende bewegingsprenten (Zie bijlage 5) na. Om deze activiteit om te vormen tot een spel kan je ook kiezen voor deze optie: Stop de prenten in een dobbelsteen met doorzichtige vakjes (de bekende dobbelsteen onder leerkrachten van Banier bijvoorbeeld) en neem er een dobbelsteen met getalbeelden bij. De kleuters gooien eerst met de bewegingsdobbelsteen en gooien dan met de gewone dobbelsteen. Op deze manier weten ze hoeveel ze een bepaalde beweging moeten uitvoeren. Materialen: - Bewegingsprenten (bijlage 5) - Dobbelsteen met vakjes (optioneel) - Dobbelsteen met getalbeelden (optioneel) De omgekeerde wereld Tijdens het omgekeerde wereld-spel geeft de leerkracht enkele opdrachten aan de kleuters. Maar de opdrachten moeten omgekeerd uitgevoerd worden. De kleuters doen dus het tegenovergestelde van de gegeven opdracht. De kleuters staan recht in een kring. Enkele opdrachten: - Klap stil in de handen - Stamp zacht met je voeten - Stamp hard met je voeten - Stap heel zachtjes - Kijk omhoog - Kijk omlaag - Maak je zo groot mogelijk - Maak je zo klein mogelijk - Wanneer er een kleuter fout is gaat die voor 2 rondes op de grond zitten. De spelopdrachten kunnen ook gegeven worden door de kleuters. Materiaal: / De klapmachine 12

De kleuters zitten samen met de leerkracht in een kring. De leerkracht klapt een ritme. Er klapt telkens een extra kleuter mee totdat iedereen meeklapt. Eerst wordt de kring afgegaan. De klapmachine kan verschillende keren worden gespeeld met telkens een ander ritme. De volgorde van de klapmachine kan ook anders bepaald worden. Bijvoorbeeld: De leerkracht knipoogt naar de kleuter die bij de klapmachine moet aansluiten. Hierdoor wordt de concentratie van de kleuters verhoogt. Materiaal: / Lichaamsinstrumenten Muziek kunnen we ook maken met ons eigen lichaam. Laat de kleuters verschillende manieren bedenken om muziek te maken met ons eigen lichaam. De leerkracht kan ook enkele voorbeelden van lichaamsinstrumenten aangeven, bijvoorbeeld: - Klappen met de handen - Stampen met de voeten - Trommelen op je buik - Fluiten - Klakken met je tong - Tokkelen met je vingers - Armen tegen elkaar slaan - Ellebogen in je zij botsen - Met de lichaamsinstrumenten kunnen we niet alleen experimenteren, we kunnen ook liedjes maken. In de bijlage (6) kan je partituren terugvinden om liedjes te maken met je lichaam. De leerkracht duidt de verschillende prenten aan zodat de kleuters de partituur kunnen volgen. Materiaal: - Partituren (Bijlage 6) Handenorkest 13

Tijdens de vorige activiteit hebben de kleuters muziek kunnen maken met heel hun lichaam. Bij deze activiteit gebruiken we nog maar 1 lichaamsinstrument, namelijk onze handen. Laat de kleuters eerst experimenteren. Ze ontdekken welke verschillende geluiden ze allemaal kunnen maken met hun handen. Wanneer dit niet zo vlot verloopt kan de leerkracht altijd bijsturen. Enkele voorbeelden: - Klappen - Wrijven - Tikken met je vingers - Knippen met je vingers - Je nagels gebruiken om geluiden te maken - Alle verschillende ideeën worden uitgevoerd. Je kan nadien ook de verschillende handgeluiden gebruiken om ritmes te maken of om liedjes te begeleiden (i.p.v. alleen maar klappen in de handen) Hoofd, schouders, knie en teen Een populair liedje dat door de meeste kleuters gekend is en gesmaakt wordt. Ook in de voorstelling kwam het liedje regelmatig aan bod. Ook in de klas kan de leerkracht dit liedje met kleuters zingen en de opdrachten uitvoeren. Nadat de klassieke versie uitgevoerd is, kan je samen met de kleuters ook variaties bedenken op het liedje. Enkele voorbeelden: - Enkel de eerste klanken gebruiken - Het liedje omgekeerd zingen (teen, knie, schouders, hoofd) - Het liedje van snel naar traag zingen - Andere lichaamsdelen gebruiken - Laat de kleuters zeker zoeken naar nieuwe ideeën! Materiaal: - Liedje: Hoofd, schouders, knie en teen Kunst door beweging 14

Enkele leuke activiteiten om beeldend aan de slag te gaan door middel van bewegingen. Gooien met eieren Blaas enkele eieren uit en maak de gaatjes iets groter zodat je deze kan vullen met verf. Wanneer de eieren gevuld zijn maak je de gaatjes weer dicht met schilderstape. Zet het canvas buiten en zorg dat het ergens op kan steunen. Om de grond te beschermen gebruik je best wat krantenpapier of vuilniszakken. Laat de kleuters om de beurt een ei op het canvas gooien. Om het mooiste effect te krijgen gebruik je best verschillende kleuren. Voor deze activiteit kan je best een canvas gebruiken, omdat de eieren anders het papier kunnen stuk maken en dat zou jammer zijn voor de activiteit. Materiaal: - Schildersschorten - Canvas - Uitgeblazen eieren - Plakkaatverf - Schilderstape - Kranten of vuilniszakken Schilderen met je voeten 15

Zorg voor een grote rol papier (bijvoorbeeld behangpapier). Leg deze op de grond en verspreidt grote druppels verf over het ganse papier. Laat de kleuters met hun blote voeten op het papier experimenteren. Hoe kunnen we schilderen met onze voeten? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het witte papier helemaal gekleurd wordt? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de verschillende kleuren gemengd worden met elkaar? Enkele voorbeelden: - Springen - Schaatsen - Je tenen gebruiken - Stappen - Huppelen - Hinkelen - Variatie: Laat de kleuters heel hun lichaam gebruiken om te schilderen. Materiaal: - Een grote rol papier - Verschillende kleuren plakkaatverf Zwierende kunst 16

Neem een slazwierder en wat dikker knutselpapier. Knip uit het knutselpapier cirkels die in de slazwierder passen. Leg een cirkel in de slazwierder en laat de kleuters er verf in druppelen. Maak hen duidelijk dat ze niet te veel verf mogen gebruiken en dat ze deze ook moeten verspreiden. (Gebruik verschillende kleuren voor het mooiste effect) Plaats het deksel op de slazwierder en laat de kleuters draaien. Materiaal: - Knutselpapier (dik en stevig genoeg) - Verschillende kleuren plakkaatverf - Slazwierder - Schildersschorten Rol en trap kunst 17

Knikkerverven, maar dan in het groot! Deze activiteit kan op verschillende manieren worden aangebracht: Optie 1: Je legt een groot papier op de tafel en je maakt met karton een hoge kader rond de tafel. Zodat je een soort van doos maakt. Optie 2: Je gebruikt een grote doos en legt daarin het papier of je gebruikt de doos als canvas voor het kunstwerk. Optie 3: Je legt een groot stuk papier op de grond, zonder kader. Op bepaalde plaatsen van de doos, het papier of het karton druppel je verf. De kleuters rollen of trappen de bal naar elkaar zodat de verf verspreid wordt over het canvas. Wanneer je voor trappen kiest, moet je optie 3 nemen. Je kan ook meerdere ballen tegelijkertijd gebruiken. Door verschillende soorten ballen te gebruiken krijg je ook verschillende effecten. Materiaal: - Karton, grote rol papier of grote doos - Plakkaatverf - Verschillende soorten ballen (grote, kleine, verschillende vormen, met stekels aan,..) - Schildersschorten Glijdende kunst 18

Plaats een grote rol papier op de glijbaan. Maak het papier vast op de glijbaan. Zorg dat dit stevig genoeg is, zodat de kleuters er kunnen over glijden. Geef de kleuters 2 vetkrijtjes, één voor in elk hand. Wanneer ze van de glijbaan glijden plaatsen ze de vetkrijtjes tussen de benen en op het papier. De kleuters kunnen proberen om zo dicht mogelijk tegen de andere lijnen te tekenen of juist weer niet. Voor de oudste kleuters kan je ook proberen om op deze manier een regenboog te maken. Materiaal: - Glijbaan - Rol papier - Vetkrijtjes BIJLAGEN 19

Bijlage 1: Wat mag en wat mag niet-spel Betekenis van de pictogrammen: - Pictogram 1: Samen lachen - Pictogram 2: Mat aanraken - Pictogram 3: Rondlopen in de zaal - Pictogram 4: Schoenen uitdoen - Pictogram 5: Stil zijn - Pictogram 6: Praten - Pictogram 7: Naast elkaar zitten op de grond - Pictogram 8: Luisteren en kijken naar de voorstelling - Pictogram 9: Genieten van de voorstelling, plezier beleven - Pictogram 10: Roepen, gillen en geluiden maken 20

21

22

23

Bijlage 2: Dierenkaartjes - Aap - Beer - Bij - Dolfijn - Duif - Ezel - Haan - Hond - Kat - Kikker - Koe - Leeuw - Olifant - Paard - Papegaai - Schaap - Varken - Vis 24

25

26

Bijlage 3: Gevoelsprenten Gevoelsprenten set 1 - Verbaasd - Ongerust - Bang - Boos - Trots - Verlegen - Blij - Verdrietig - Heel blij Gevoelsprenten set 2 - Bang - Blij - Boos - Verdrietig - Heel bang - Ongeduldig - Trots - Verlegen - Verliefd 27

28

29

30

31

32

Bijlage 4: Houdingenmemorie Bewegingen: - Armen en benen gespreid - Armen gespreid, op 1 been staan - Kaarshouding (Liggen op je rug en benen recht in de lucht) - Je knieën vastnemen en hoofd op je knieën leggen - Steunen op handen en voeten - Liggen op je rug, knieën gebogen en handen geplaatst onder de knieën. 33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

Bijlage 5: Bewegingsprenten nabootsen Dit formaat past in de dobbelsteen met vakjes van de Banier. Bewegingen: - Op je rug liggen en fietsbewegingen maken - Springen op 1 been - Lopen - Springen - Ronddraaien - Achteruit stappen 46

47

48

49

Bijlage 6: Lichaamsinstrumenten - partituren Klappen in je handen Tokkelen met je vingers Trommelen op je buik Stampen met je voeten Klakken met je tong Neuriën, geluidjes maken Tikken met je vingers op elkaar 50