107973 - Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES inzake de klacht van: [klagers], wonende te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers tegen de directeur van obs [school] te [vestigingsplaats], verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van 8 november 2017 hebben klagers op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerder ingediend met de volgende inhoud: [Klagers] klagen erover dat hun zoon naar aanleiding van een incident te zwaar en dubbel is gestraft door de directeur van de school. Daarnaast klagen [klagers] erover dat de afspraken die naar aanleiding van het incident zijn gemaakt, niet worden nagekomen. Voorts klagen zij erover dat in de melding naar het schoolbestuur andere informatie is opgenomen dan in de brief die [klagers] van de directeur hebben ontvangen. Een en ander zoals toegelicht in het klaagschrift. Het secretariaat van de Commissie heeft telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. Verweerder heeft een op 20 december 2017 gedagtekend verweerschrift ingediend dat op 2 januari 2018 door de Commissie is ontvangen. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 31 januari 2018 te Utrecht. Klagers zijn verschenen. Ook verweerder was aanwezig. Zij was vergezeld van de bestuurder ad interim, informant. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Wat in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. 107973/ advies d.d. 13 maart 2018 pagina 1 van 5
2. DE FEITEN Landelijke [leerling] zit in het schooljaar 2017-2018 in groep 7 van [school] (hierna: de school). Op 2 november 2017 heeft er na de gymles een incident in de kleedkamer bij de gymzaal plaatsgevonden tussen [leerling] en [leerling2]. [leerling] heeft [leerling2] daarbij een hoge trap tegen zijn borst gegeven en [leerling2] heeft teruggeschopt. Naar aanleiding van dit incident hebben klagers en verweerder dezelfde dag afspraken gemaakt. Die afspraken gingen over het apart horen van de betrokken leerlingen, het apart zetten van [leerling] de volgende dag zodat verweerder onderzoek kon doen naar het incident. Ook moest [leerling] na de eerstvolgende gymles wachten op de gymleraar om de kleedkamer in te gaan. Bij e-mailbericht van 3 november 2017 heeft de directeur haar bevindingen over het voorval tussen de twee jongens aan klagers toegestuurd. Verweerder heeft [leerling] bij brief van 6 november 2017 een officiële waarschuwing gegeven. Daarin stond opgenomen dat, als het nog een keer gebeurt, [leerling] zal worden geschorst. Verweerder heeft twee versies van de brief van 6 november 2017 verstuurd. Een daarvan was gericht aan klagers en de andere, afwijkende brief aan het schoolbestuur. Klagers hebben bij brief van 24 november 2017 aan verweerder gevraagd om die waarschuwing in te trekken. 3. VISIE PARTIJEN Visie klagers [leerling] wordt regelmatig door zijn medeleerlingen gepest op school omdat hij een gehoorapparaat heeft. De school doet daar niets aan en daardoor is het nu uit de hand gelopen. [leerling2] is begonnen met schelden naar [leerling]. Beide jongens hebben elkaar daarna geslagen en geschopt. Niemand heeft gezien wat er precies is gebeurd, omdat er geen toezicht wordt gehouden in de kleedkamer. De directeur neemt klagers niet serieus en zij houdt zich niet aan de gemaakte afspraken. De directeur zou alle betrokken jongens apart horen om hun verhaal te doen. Dat is niet gebeurd. Klagers vinden dat [leerling] onterecht te zwaar en (drie)dubbel is gestraft. [leerling] is in de ochtend een paar uur in de kleuterklas is geplaatst. [leerling] heeft dat als straf en als vernederend ervaren. Hij heeft verder de eerste gymles na het incident op de gymleraar moeten wachten voor hij de kleedkamer in mocht. En hij heeft een officiële waarschuwing gekregen. [leerling2] heeft geen officiële waarschuwing gekregen, terwijl hij de ruzie is begonnen. Ter zitting hebben klagers nog verklaard dat zij het betreuren dat een eenvoudige ruzie tussen twee kinderen zo uit de hand is gelopen. Verweerder heeft in deze kwestie niet professioneel gehandeld. Visie verweerder Verweerder heeft de dag na het incident in de kleedkamer [leerling] en [leerling2] apart van elkaar gehoord. Ook de drie andere jongens die aanwezig zijn geweest bij het voorval zijn 107973/ advies d.d. 13 maart 2018 pagina 2 van 5
gehoord. Het klopt dat er is gezegd dat de jongens apart van elkaar zouden worden gehoord. Verweerder had echter niet de bedoeling om alle jongens apart van elkaar te horen, maar alleen [leerling] en [leerling2]. Dat is ook gebeurd. [leerling] en [leerling2] hebben allebei bevestigd dat het voorval, zoals de directeur dat heeft beschreven, ongeveer klopt. [leerling] is niet (drie)dubbel, en ook niet onterecht gestraft. Verweerder heeft [leerling] de ochtend na het voorval tijdelijk in een andere klas gezet, om de jongens van elkaar te scheiden en om uit te zoeken wat er precies was gebeurd. Omdat er op dat moment door omstandigheden geen andere geschikte plek was (onder andere een verjaardagviering in een groep), is [leerling] bij de kleuters gezet. Het was geen strafmaatregel. De afspraak dat [leerling] na de eerstvolgende gymles moest wachten op de leraar om de kleedkamer in te gaan, is gemaakt om ervoor te zorgen dat er toezicht was in de kleedkamer. Ter zitting heeft verweerder verklaard dat ook [leerling2] op de gymleraar moest wachten. Dit was een ordemaatregel, geen straf. Verweerder heeft [leerling] een officiële waarschuwing gegeven, omdat de trap die hij [leerling2] heeft gegeven, ontoelaatbaar was. Het ging om een krachtige hoge trap, die in potentie gevaarlijk was. [leerling] zit op karate. [leerling2] heeft uit verweer teruggeschopt. De trap die [leerling2] heeft gegeven, was voor verweerder minder ernstig dan de trap die [leerling] heeft gegeven. Verweerder heeft [leerling2] ook op zijn gedrag aangesproken, maar er was geen aanleiding om ook [leerling2] een officiële waarschuwing te geven. Ter zitting heeft verweerder desgevraagd uitgelegd dat in dit geval een time-out voor [leerling] wel is overwogen, maar dat zou hebben betekend dat ouders hem die dag direct moesten komen ophalen van school. Dat vond verweerder op dat moment niet passend, omdat beide ouders werken. Een andere straf of maatregel, buiten de officiële waarschuwing, is niet overwogen. Verweerder erkent dat er verschillende versies van de brief van 6 november 2017 zijn verzonden. Verweerster had oorspronkelijk een extra passage in de door haar opgestelde brief staan. Uiteindelijk heeft zij besloten die toch weg te laten. Ze heeft hem geschrapt uit de brief aan klagers, maar per abuis laten staan in de versie die ze aan het bestuur heeft gestuurd. Zij heeft klagers ook een afschrift van die brief aan het schoolbestuur gestuurd. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Bij het opleggen van straffen en maatregelen heeft een school veel beleidsvrijheid. De Commissie stelt zich daarom terughoudend op. De vraag die hier dient te worden beantwoord is of verweerder zich, gegeven de context waarin een en ander heeft plaatsgevonden, procedureel juist heeft opgesteld. Maar ook of de opgelegde maatregel in een redelijke verhouding staat tot het gedrag van [leerling]. Vast staat dat een incident heeft plaatsgevonden waarbij [leerling] en [leerling2] betrokken zijn geweest. [leerling] heeft als eerste [leerling2] een trap gegeven. Die trap is door verweerder omschreven als een gevaarlijke en krachtige (karate)trap. Verweerder heeft de 107973/ advies d.d. 13 maart 2018 pagina 3 van 5
trap van [leerling] als ernstig beoordeeld. De Commissie kan begrijpen dat verweerder een signaal wilde afgeven dat het geven van een dergelijke trap niet mag. Het Beleid toelating en verwijdering leerlingen van X Basisonderwijs, waarvan de school deel uitmaakt, kent buiten verwijdering twee maatregelen: de time-out en de schorsing. Ter zitting heeft verweerder verklaard dat een time-out is overwogen, maar dat verweerder dat op dat moment geen passende maatregel vond. Verweerder heeft daarom gekozen voor het geven van een officiële waarschuwing. De Commissie constateert dat het beleid van de school die maatregel/straf niet kent. Mogelijk heeft de school deze officiële waarschuwing bedoeld als een voorwaardelijke schorsing, in welk geval de Commissie evenwel eveneens moet constateren dat deze sanctie niet in het relevante beleidsdocument van de school is te vinden. De Commissie is van oordeel dat een waarschuwing dat bij een volgend incident wel een straf wordt opgelegd, op zichzelf geen maatregel of straf is. Door de waarschuwing op schrift te zetten en in de brief te schrijven: "Dit schrijven wordt beschouwd als een officiële maatregel." met de mededeling Bij een volgende keer zal hij geschorst worden. heeft verweerder de waarschuwing een extra zware lading gegeven. Verweerder heeft hiermee de indruk gewekt dat er wel sprake is van een maatregel. Verweerder had daarom in dit geval, analoog aan het eigen beleid bij het opleggen van maatregelen, ouders dienen uit te nodigen voor een gesprek om het incident te bespreken en over de gevolgen te overleggen. Dat heeft verweerder niet gedaan. In zoverre is de klacht over de zware en dubbele bestraffing gegrond. Hoewel de Commissie begrijpt dat [leerling] de tijdelijke plaatsing in de kleuterklas als straf heeft ervaren, is dat naar het oordeel van de Commissie niet het geval. Gebleken is dat die tijdelijke plaatsing uitsluitend tot doel had verweerder in de gelegenheid te stellen onderzoek te doen naar het incident. Daarnaast heeft het slechts een aantal uren in de ochtend geduurd. Verder is gebleken dat de maatregel dat [leerling] moest wachten op de leraar na de gymles voor zowel [leerling] als [leerling2] gold. Verweerder wilde daarmee waarborgen dat er na de gymles niet een nieuw incident in de kleedkamer zou plaatsvinden. Ook dit is eerder aan te merken als een ordemaatregel dan als een strafmaatregel. Daarom oordeelt de Commissie de klacht dat [leerling] dubbel is gestraft ongegrond. Over de afspraken die er naar aanleiding van dit incident zijn gemaakt verschillen partijen van mening. Vast staat dat verweerder heeft gezegd dat zij de jongens apart over het incident zou gaan horen. Gebleken is dat [leerling] en [leerling2] apart zijn gehoord. De andere drie jongens die aanwezig waren tijdens het incident zijn gezamenlijk gehoord. Verweerder had echter de bedoeling alleen [leerling2] en [leerling] apart van elkaar te horen. Verweerder heeft erkend dat zij dit wellicht beter en scherper richting klagers had kunnen formuleren. Dat maakt echter niet dat geconcludeerd kan worden dat verweerder de afspraken niet is nagekomen. De Commissie acht dit deel van de klacht daarom ongegrond. Over het klachtonderdeel over de twee verschillende versies van de waarschuwingsbrief overweegt de Commissie het volgende. Het is feitelijk juist dat verweerder twee verschillende versies van haar brief heeft gestuurd. Volgens verweerder is dat per ongeluk gebeurd en heeft het bestuur een verkeerde, niet aangepaste versie van haar brief ontvangen. De Commissie acht dit aannemelijk. Als er opzet in het spel was geweest had verweerder het afschrift met de 107973/ advies d.d. 13 maart 2018 pagina 4 van 5
gewraakte passage niet aan klagers verstuurd. Verweerder heeft weliswaar onzorgvuldig gehandeld, maar dit is niet dermate ernstig dat dat tot gegrondheid van de klacht kan leiden. 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat het klachtonderdeel over het te zwaar straffen gegrond is. De klachtonderdelen over het dubbel straffen en het niet nakomen van afspraken zijn ongegrond. Aldus gedaan te Utrecht op 13 maart 2018 door mr. E.J.M. Hofhuis, voorzitter, F.M. Beers, en mr. drs. G.W. van der Brugge MA, leden, in aanwezigheid van A. Gordon, secretaris. mr. E.J.M. Hofhuis voorzitter A. Gordon secretaris 107973/ advies d.d. 13 maart 2018 pagina 5 van 5