Kruisingen oversteken of op kruisingen afslaan: Minirotondes : Verkeerslichten : Rijstrook wisselen : Volgafstand :

Vergelijkbare documenten
Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Bijzondere verrichtingen

Rijschool Amstelland

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B

Speciale verrichtingen bij het CBR

Recht achteruit rijden

Bijzondere weggedeelten

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART GR STEENBERGEN

Tip: oefen het examen op beschikbaar vanaf 7 maart

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer

BEDENK DAT VOOR ELKE OEFENING GELDT:

Kijktechniek wegrijden / stoppen:

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

Bijzondere manoeuvre: File parkeren

Kijktechniek wegrijden / stoppen:

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat?

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg

Oefenboek. rijbewijs B

Kruispunten met de borden

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

7 Manoeuvres en bewegingen

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG

6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN

Kijktechniek wegrijden / stoppen:

Praktisch Verkeersexamen Schagen

FIETSPROEF BERLAAR (nieuw parcours - gezien wegenwerken in het dorp)

Invoegen / uitvoegen - plaats van handeling. Situatie 1 - invoegen GOED FOUT. Copyright 2007 Rijexamendoejezo.nl

Praktijk examen tips

Beoordelingsfiches VERO Deerlijk

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN

-Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden)

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Module. Module Rotonde Rotonde

Rijexamen: Clusteropdracht Omkeeropdracht Zelfreflectie en meer

Module 3 Handelingsanalyses Bijzondere manoeuvres

Bijzondere verrichtingen. Keren. Bijz. verr. keren dmv 3x steken op een niet te brede rijbaan

Module 2 Handelingsanalyses Verkeersdeelname

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen

Oefenboek. rijbewijs A

Hoofdstuk 1. In het dorp

Kijkgedrag, Gebruik je ogen goed, het kost niets

OEFENFICHE KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN FIETS EXAMEN HET GROTE 1. INTRO 2. VOORAF 3. VERKENNEN. Onderstaande vragen kunnen daarbij helpen:

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Tips voor je rij-examen

GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2

GROTE VERKEERSTOETS 2017

Praktisch Verkeersexamen Schagen

De Grote Verkeerstoets /08/ Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

Kruispunt - opstellen. Situatie 1 FOUT GOED. Copyright 2007 Rijexamendoejezo.nl

Bijzondere Verrichtingen CBR

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.

Beoordelingsfiches VERO Harelbeke

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN


Naderingssnelheid gelijkwaardig kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling Naderingssnelheid gevaarlijk kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer?

STILSTAAN EN PARKEREN LES 5

Kustwerk Katwijk: vrachtverkeer en de dode hoek

Deze lesbrief gaat in op waar leerlingen in het verkeer op moeten letten bij vrachtverkeer en bespreekt de dode hoek.

Kies het goede verkeersbord

Oefenboek. rijbewijs B

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen.

Bijzondere manoeuvre: Hellingproef

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad

Oefening voor het Praktisch VERKEERSEXAMEN 2017

Algemene informatie. Na het kijken Na het bekijken van de aflevering kunt u gebruik maken van de volgende lessuggesties.

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Fiets wijzer. examen. Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout FIETSWIJZER / FIETSEXAMEN

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

VOORWOORD... 6 HOE IS DEZE PRAKTIJKBEGELEIDING HET BEST TE GEBRUIKEN? ZÓ LEER JE KIJKEN... 8

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs BE

Een stilstaand voertuig voorbijrijden

Kies het goede verkeersbord

Rijopleiding Stap voor Stap

Veilig je draai vinden...

Het Fietsexamen. Voorwoord:

Einde Autosnelweg. Woonerf

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum

Verkeersbordenspeurtocht

Inhoudsopgave. Inleiding. Colofon: Hoe slaag ik in 1 keer

Fietsproef Nijlen (2016)

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

Oefening voor het PRAKTISCH VERKEERSEXAMEN

Hallo zesdeklasser, afspraken fiets tiptop in orde Helm en fluohesje rechts afslaat links afslaat Wees steeds alert

Verkeerseducatie KBS- De Werft, Breda

Handelingsanalyse. volgens rijprocedure. Categorie

4e leerjaar. Stap 11. Fiets(st)er, ken jouw plaats. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven

VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE

Praktische verkeersproef. Maasbracht

Verkeersbegrippen. Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Fietspad/tweerichtingenfietspad. Bestuurder. Voetganger.

VERKEERSBEGRIPPEN. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg. verkeersbegrip uitleg

Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout

Cluster 1. Achteruit parkeren

Transcriptie:

Kruisingen oversteken of op kruisingen afslaan: Kijk je met de rem of met je ogen? Als je steeds probeert de auto rollend te houden, ga je veel verder voor je uit kijken en ga je ook automatisch veel eerder een verkeerssituatie beoordelen. Omdat je veel eerder je voorbereidt op wat er gaat komen, heb je ook alle tijd 20 meter vóór de kruising of rotonde klaar te zijn en niet met ingetrapte koppeling de kruising of rotonde op te rijden. Herkennen : Hoe eerder je een kruising opmerkt hoe beter. Beoordelen : Hoe is het zicht en de drukte? Scannen : Voor, binnen- en buitenspiegels. Wat zit er achter je? Degene achter moet wennen aan de door jou aan te nemen snelheid. Snelheid : Aanpassen aan het zicht en drukte op de kruising. Kijken : Naar voren, naar links, naar voren, naar rechts. Herhalen, herhalen en nog eens herhalen. Naderen : Je bent 20 meter vóór de kruising klaar met eventueel schakelen. Dat is vaak van 4 naar 2. Eerst remmen tot je 1.200 toeren hebt bereikt. Dan terug naar 2. Koppeling langzaam laten opkomen en je hebt je rechtervoet nog steeds op de rem. Voorrang verlenen: Kun je door, verplaats je de rechter voet naar het gas. Kun je niet, koppeling in en doorremmen. Nacontrole : Altijd en altijd. Hoe vaak heb je ná de kruising een wegversmalling en word je op het korte strookje naast je nog ingehaald? Tegmoetkomend verkeer krijgt de stuipen en jij ook, behalve als je de nacontrole hebt uitgevoerd. Jij kunt nog tijdig remmen om de fout van de inhaler op te vangen. Heb je ná de kruising een obstakel, moet je wel naar de weghelft van tegemoetkomers.zonder nacontrole en over de schouder is dat levensgevaarlijk. Nacontrole is 4 seconde tijd verdienen. Immers met de nacontrole weet je al wie er achter je zit, waardoor je alleen maar je dode hoek hoeft te controleren als je een zijdelingse verplaatsing moet maken. Minirotondes : Niet het eerste voertuig, die zie je, maar het voertuig achter de eerste vormt het grootste gevaar. Dat 2e voertuig heb je wel op 100 meter afstand in beeld. Je ziet hem op de rotonde even niet, maar je weet dat die er is. Op de rotondes heb je de voertuigen links in de gaten. Echter fietsers kunnen ook van rechts opdoemen.de procedure is dezelfde als bij kruisingen. Hier is het altijd in de 2e versnelling als je kunt doorrijden. Van jouw bumper tot op de rotonde: VOP, al dan niet een dubbel fietspad endan de rotonde. Moet je verkeer op de rotonde voorrang verlenen, is jouw plek niet op het fietspad en niet op de VOP. Voor je heb je eerst de VOP en dan het fietspad. Verkeerslichten : Vaak heb je pijlen tot de stopstreep. Rij je met de maximaal toegestane snelheid en wordt het licht oranje, kun je nog stoppen als de 2e pijl onder de auto verdwijnt.heb je de 2e pijl geheel onder de auto, dan niet meer. Ook bij geregelde kruisingen moet je de kruisingen inkijken. Als er iemand door rood gaat, moet jij erop zijn voorbereid. Ook nu nacontrole. Als jij denkt: Ik blijf op mijn strook. Mij kan niets gebeuren, denk je fout. Degene links achter je heeft misschien wel de behoefte van rijstrook te wisselen en kijkt niet in zijn/ haar spiegels. Rijstrook wisselen : De snelheid op de strook naast je is bijna altijd anders. Bij voldoende afstand tot je voorganger kun je jouw snelheid aanpassen aan die van de naastgelegen strook.dat geldt ook voor inhalen en invoegen. Volgafstand : De volgafstand is niet alleen om tijdig tot stilstand te kunnen komen, maar ook voor je broodnodige uitzicht. Zit je met je gezichtje achter een vrachtauto, zie je toch niks.

Rollend vermogen van de auto benutten. Het is toch rood. Vaak op voldoende afstand achteropkomend verkeer. Gas los en vaak gebeurt het dat je weer groen licht hebt voordat je bij de kruising bent. Je hebt de tijd de kruising te beoordelen. Het kruisend verkeer rijdt of gaat stilstaan. Dan kun jij voorspellen welke kleur jouw verkeerslicht wordt tegen de tijd als jij de kruising nadert. Rijstrookkeuze 1: Langs de weg staan borden met de strookaanduiding. Ik wil naar Valkenswaard. Wij komen tegen: 1e bord pijl naar rechts = Den Bosch Tilburg. 2e bord: 2 pijlen rechtdoor = centrum Eindhoven. Blijft over 1 of 2 pijlen links. Dus gaan we na het bord centrum Eindhoven aanstalten maken om op de linkerstrook te komen. Rijstrook keuze 2: Vaak heb je 2 stroken voor linksaf en 2 stroken voor rechtsaf. Neem in de regel de rechtsgelegen strook voor linksaf of rechtsaf. Ná het afslaan moet het verkeer op de linksgelegen strook meestal van rijstrook wisselen. Als het druk is of je hebt er een voor je die aan het teuten is, kun jij niet van rijstrook wisselen. Zit je al op de rechterstook, heb je er geen last van. Zit je op de linkerstrook en kun je niet naar de rechter strook, doe het dan ook niet. Heb je op de rechterstrook een vrachtauto voor de stopstreep, kun je overwegen de linkerstrook te nemen, omdat je veel gemakkelijker vaart kunt maken en vóór de vrachtauto van rijstrook kunt wisselen. Heb jij de vrachtauto in de binnenspiegel, kun je naar rechts. Invoegen: Herkennen: autosnelweg of autoweg. Beoordelen: Snelheid op de doorgaande rijbaan inschatten. Op een autosnelweg gaat het doorgaande verkeer in de regel harder. Dus moet je op de invoegstrook dan meer vaart maken. Waar zit je gat waar je tussen kunt kruipen en dat beoordeel je al nog voordat je op de invoegstrook zit. Snelheid maken. Niet in de 5e versnelling op de invoegstrook. Gas erop. Scannen: Naar voren, binnespiegel, buitenspiegel, over de schouder, niks? knipperen, naar voren kijken en opschuiven. Op de doorgaande rijbaan je ruimtekussen eventueel aanpassen. Voor een vrachtauto invoegen is gemakkelijker dan voor een dikke snelle BMW. Heb je op de invoegstrook voor je een slome, vergroot de afstand tot die voorganger, anders kun je nooit de behoefde snelheid maken. Spiegelen: Jij behoort altijd te weten wat er achter jou gebeurt. Neem aan: Er zit een motorrijder achter jou. Jij bent van plan te gaan inhalen. Ineens is die motorrijder uit beeld. Dat kan maar 1 ding betekenen: Die motorrijder zit in jouw dode hoek. Kijk elke 7 seconde in je spiegels. Ingehaald worden: Je wordt nooit verrast als het spiegelen je 2e natuur wordt. Waarnemen: Je neemt de informatie op als je 1 seconde ergens naar kijkt. Kijk je minder dan 1 seconde, neem je de informatie niet op. Kijk je in een flits over je linker schouder, word je alsnog verrast door iemand in je dode hoek. Vanuit een ooghoek denken de dode hoek wel te hebben gecontroleerd. Met 2 ogen door de zijruit kijken. Een hele grote klassieke fout bij het waarnemen: Onthouden wat je hebt gezien er er dan maar vanuit gaan dat de situatie niet is veranderd. Kijken, knipperen, kijken, voordat je iets van plan bent. Besluiten: Een eenmaal genomen beslissing maak je af. Bestuurders achter jou rekenen erop dat als je richting hebt aangegeven naar rechts, dat je dan ook naar rechts gaat. Ja maar ik moet eigenlijk naar links. Jammer dan. Je gaat naar rechts, omdat je naar rechts gaan met je omgeving hebt gecommuniceerd. Hou het veilig. Een vergissing de verkeerde afslag te hebben genomen, word je niet op afgerekend. Terugkomen op een eenmaal genomen besluit = gezakt en bekijk ook maar eens de link. http://www.rijbewijsnederland.nu/10-meest-gemaakte-fouten-tijdens-hetpraktijkexamen

Omkeeropdracht: In een willekeurige straat wordt aan jou gevraagd de auto te keren. Deze opdracht voer je zelfstandig uit. Je hebt 3 keuzes: 1. Bocht achteruit. 2. Keren d.m.v. steken. 3. Halve draai. Jij bepaalt voor welke van de 3 mogelijkheden je kiest. We gaan ervan uit dat je ze alle 3 even goed beheerst. Je keuze hangt af welke van de 3 opties de beste is. Om daar snel achter te komen, stel je aan jezelf de volgende vragen: Kan het? In een hele smalle straat met links en rechts obstakels ga je niet keren d.m.v. steken. Mag het? Ja, behalve als je in dezelfde straat de kruising oversteekt. Ná de kruising zou het een eenrichtingsweg kunnen zijn. Je neemt de beslissing ruim vóór een kruising. Is het veilig? Het is niet veilig nabij een kruising te keren d.m.v. steken. Een voertuig dat van links of van rechts komt, merk je bijna altijd te laat op. Het is niet veilig als je de manoeuvre in een bocht uitvoert. Je zicht wordt belemmerd,omdat je niet voorbij de bocht kunt kijken. Het is niet veilig op een kruising een halve draai te maken als op de kruisende weg de toegestane snelheid verschilt met de straat waarin jij je bevindt. Het is niet veilig als je uitzicht wordt belemmerd door hagen, gebouwen, schuttingen etc. bij de bocht achteruit. Wat is verstandig? Die methode kiezen waarbij de manoeuvre het snelst uitgevoerd kan worden. Waarom? Zie je een parkeervak links van je, niet rechts, mag je er gebruik van maken. Waarom niet rechts? Ga je zo'n parkeervak in, a.u.b. niet naast een bus, want dan zie je niets als je achteruit rijdt. Wanneer is de halve draai verstandig? Eigenlijk alleen in een grote inham, links of rechts van de weg. In alle andere gevallen roep je nodeloos discussie op. Merk je tijdig die inham op, is dit de beste en veiligste oplossing. Waarom?

Artikel 54 RVV 1994. Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals wegrijden, achteruitrijden, uit een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden, keren, van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen, moeten het overige verkeer voor laten gaan. Welke keuze je ook maakt, je bent met een bijzondere manoeuvre bezig. Voordat je aan "keren"begint, ga je rechts van de weg stilstaan. De procedure: Voor, binnen, buitenspiegel en over de schouder, richting naar rechts aangeven, stoppen. Geef richting aan in de richting die je gaat. Bij achteruit rijden geen richting aangeven. Bij voortduring kijken: Je mag niemand hinderen. Voer de handeling langzaam uit, zo langzaam dat je steeds tijd hebt om het verkeer om je in de gaten te kunnen houden. Geen gas en met slippende koppeling. Dreig je te snel te gaan: koppeling in en snelheid doseren met rem. Stopopdracht: Je zet de auto achter een geparkeerd voertuig. De wielen in vooruitstand. Jouw voertuig staat zodanig dat je nog net de banden van het voertuig voor je kunt zien. Jij bepaalt zelf achter welk voertuig jij de auto tot stilstand brengt. Je hebt tenminste, evenals bij het vooruit in file parkeren, tenminste 2 vrije parkeerplaatsen nodig. Als je rechts van de weg gaat stoppen: Werkwijze: Scannen: Binnenspiegel, voor, rechter buitenspiegel, over de rechter schouder door beide zijruiten kijken. Richting aangeven: Hinder je niemand, dan pas richting aangeven. Stoppen: Vooral als de ruimte slechts 2 vakken is in de eerste versnelling met slippende koppeling en zonder gas jouw auto achter de voorganger zetten. Wegrijden: Scannen: Voor, binnenspiegel, linker buitenspiegel, over de linkerschouder. Richting aangeven: Hinder je niemand, dan pas richting aangeven. Wegrijden: Beheerst in de eerste versnelling, zonder gas met slippende koppeling. Eenmaal op je weghelft, richtingaaanwijzer uit en snelheid aanpassen aan het verkeer. Parkeeropdracht: In een willekeurige straat wordt aan jou gevraagd de auto te parkeren. Deze opdracht voer je zelfstandig uit. Je hebt 4 keuzes: 1. Vooruit in file 2. Achteruit in file 3. Vooruit in parkeervak 4. Achteruit in parkeervak. Jij bepaalt voor welke van de 4 mogelijkheden je kiest. We gaan ervan uit dat je ze alle 4 even goed beheerst. Je keuze hangt af welke van de 4 opties de beste is. Om daar snel achter te komen, stel je aan jezelf de volgende vragen: Kan het? Mag het? Is het verstandig? Is het veilig? Kan het? Vooruit in file: tenminste 2 parkeervakken nodig. Achteruit in file: tenminste 1 parkeervak nodig. Mag het? Niet bij een parkeerverbod. Niet op een gehandicaptenparkeerplaats of parkeerplaats voor vergunninghouders. Niet binnen 5 meter van een VOP. Is het verstandig? Niet achter een vrachtauto of bus. Als dat voertuig achteruit moet, word jij over het hoofd gezien. Niet bij een glasbak. Niet vooruit in een vak naast een bus. Is het veilig? Niet nabij een kruising. Je maakt het jezelf onnodig moeilijk, omdat je ook nog eens met afslaand verkeer rekening moet houden. Niet in de buurt van een bocht. Je ziet niet wat eraan komt. Bij alle bijzondere verrichtingen: Bij voortduring overtuigd zijn van dat je niemand hindert. Om je heen blijven kijken. Voer de handeling langzaam uit. Zo langzaam dat je tijd hebt het verkeer steeds in de gaten te houden.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee Jullie hebben de neiging de bijzondere verrichting te snel uit te voeren. Bij het achteruit file parkeren heb je altijd de discussie van te vroeg of te laat insturen of terugsturen, omdat je veel te snel achteruit rijdt. De referentiepunten: Boven de achterbank zie je de achterkant van het voertuig waar jij jouw auto achter zet = insturen. Ga je te snel, ben je te vroeg of te laat met insturen. Dat moment kun je dan niet bepaald krijgen. Bij het terugsturen: Jouw rechter buitenspiegel in lijn met de achterkant van de auto voor je. Ga je te snel stuur je altijd te laat terug of je gokt en dan stuur je te vroeg terug. De snelheid waarmee je stuurt kun je zo fijn bepalen als je echt langzaam achteruit rijdt. Bij het keren d.m.v. steken. Die weg is altijd rond. Als het niet zo zou zijn, stond de straat bij het eerste beste regenbuitje blank. Dus als je er bijna bent gaat die auto vanzelf sneller. Wees dat moment voor. Koppeling in en met de rem doseren. Als de banden dan de stoeprand raken is het niet meer dan een kusje en dat mag. Vooruit of achteruit in een vak. Die parkeerplaatsen zijn nooit horizontaal. Om niet door te schieten: Koppeling in en de snelheid met de rem doseren. Rij langzaam, zodat je voelt welke neiging die auto heeft. Een auto gedraagt zich altijd als een knikker op een hellend vlak. Als de examinator de opdracht geeft: In deze straat gaan we parkeren. Als je 30 blijft rijden, mis je de mooiste kansen. Rust, rust, rust. Ik snap het wel. Je ziet minder, omdat je een beetje nerveus bent. Geloof me: Met rust verdwijnen de zenuwen.