Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg

Vergelijkbare documenten
Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen in de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor GGZ in de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor preventie in de huisartsenzorg

11 april Pagina 1 van 5

Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen in de huisartsenzorg

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen in de huisartsenzorg

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie juni 2016

Overzicht en definitie van indicatoren voor cardiovasculair risicomanagement bij patiënten met bekende hart- en vaatziekten in de huisartsenzorg

Versie september Pagina 1 van 29

Versie 1.2.b. 12 oktober Pagina 1 van 30

Versie november Pagina 1 van 26

Overzicht en definitie van indicatoren voor cardiovasculair risicomanagement bij patiënten met bekende hart- en vaatziekten in de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor cardiovasculair risicomanagement bij patiënten met bekende hart- en vaatziekten in de huisartsenzorg

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie mei 2016

Overzicht en definitie van indicatoren voor cardiovasculair risicomanagement bij patiënten met bekende hart- en vaatziekten in de huisartsenzorg

Overzicht en definitie van indicatoren voor cardiovasculair risicomanagement bij patiënten met bekende hart- en vaatziekten in de huisartsenzorg

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie 2.4 augustus 2019

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen) Versie juni 2016

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Overzicht en definitie van indicatoren voor cardiovasculair risicomanagement bij patiënten met bekende hart- en vaatziekten in de huisartsenzorg

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (kinderen) Versie juni 2016

Generieke uitspoel specificatie tbv indicatoren Versie 3

Versie december Pagina 1 van 33

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (kinderen) Versie februari 2018

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Overzicht en definitie van diabetesindicatoren huisartsenzorg

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Overzicht en definitie van diabetesindicatoren huisartsenzorg

Benchmark COPD 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland

Overzicht en definitie van diabetesindicatoren huisartsenzorg

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie maart 2017

Overzicht en definitie van diabetesindicatoren huisartsenzorg

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR)

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR)

Overzicht meetwaarden COPD

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR)

Overzicht en definitie van indicatoren voor cardiovasculair risicomanagement bij patiënten met bekende hart- en vaatziekten in de huisartsenzorg

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten Versie mei 2016

dinsdag 12 februari 2008 Pagina 1 van 34

Zorgroep Kennemer lucht

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR)

Overzicht en definitie van diabetesindicatoren huisartsenzorg

Bijsluiter gebruik astma-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie februari 2018

Opleverdocument Analytics augustus 2019

Bijsluiter gebruik COPD-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Bijsluiter gebruik astma (kinderen) indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma s Ketenzorg over 2016 Geachte heer, mevrouw,

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten Versie mei 2016

gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma s Ketenzorg over 2015 Geachte heer, mevrouw,

Contactpersonen van de zorggroepen en gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma's. Ketenzorg over Geachte heer/mevrouw,

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR)

Instructie registratie kwaliteitsindicatoren Diabetes Mellitus 2 en COPD in Promedico VDF

Rapportage zorgprogramma COPD over 2012 Zorggroep Midden Brabant

Aanmaken van meetwaardenscherm COPD in Promedico asp zoals minimaal gewenst door ZEL.

gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma s Ketenzorg over 2018 Geachte heer/mevrouw,

Diabetes. D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9. D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8. D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6

AANSCHERPING SPECIFICATIES INDICATOREN LANDELIJKE BENCHMARK 2016

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR) Versie mei 2016

21 september Pagina 1 van 7

datum 16 maart 2016 onderwerp benchmark ketenzorg bijlage

CEL Indicatorenset DM

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.11 augustus 2019

COPD zorgprogramma: deelname, formatie, financiën, diensten, communicatie

Promedico VDF 10 - bestand maken om in te lezen in VIP-Calculus Ketenzorg

Publieke indicatoren diabeteszorg: hoever gaan we? Dr. Margriet Bouma, huisarts, senior wetenschappelijk medewerker NHG

INDICATORENTOETS SPECIFICATIES DIABETES

Uitspoelformaat Diabetes Indicatoren HW, EB, RO, TvA, 30 november 2007/26 februari 2009

AANSCHERPING SPECIFICATIES INDICATOREN LANDELIJKE BENCHMARK 2017

INDICATORENTOETS SPECIFICATIES HVZ

SPECIFICATIE REGISTRATIETOETS LANDELIJKE BENCHMARK 2014

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019

Indeling presentatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

Promedico VDF 9 bestand maken om in te lezen in VIP-Calculus Ketenzorg

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

Promedico-VDF. Handleiding. Projecten

gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma s Ketenzorg over 2017 Geachte heer/mevrouw,

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Transcriptie:

Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg Versie 1.2 28 juli 2011 Pagina 1 van 21

Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg Versie 1.2 TR. van Althuis, M. Bouma, EHC. Bastiaanssen NHG Pagina 2 van 21

Inhoudsopgave Wijzigingen in versie 1.1... 4 Wijzigingen in versie 1.2... 4 Inleiding... 5 Leeswijzer... 5 Achtergrond... 6 Werkwijze... 6 Indicatoren, waarde en beperkingen... 7 Beheer... 8 Beschrijving van indicatoren COPD... 9 Literatuur... 11 Bijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicator... 12 Bijlage 2, Rapportages... 14 Bijlage 3, bespreking per indicator (volgt)... 15 Bijlage 4, Registratie aanwijzing voor de huisarts... 16 Bijlage 5, Specificaties voor export gegevens mbt indicatoren... 18 Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1... 18 Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2... 19 Pagina 3 van 21

Wijzigingen in versie 1.1 Bijlage 4: registratie instructie toegevoegd Bijlage 5: uitspoelformaat, verwijst naar generieke tekst Wijzigingen in versie 1.2 Unieke identificatie nummers toegevoegd uit tabel diagnostische bepalingen Indicator 4, % patiënten waarvan rookgedrag bekend is, kende twee varianten in de specificaties voor de berekening. Dit is nu beperkt tot één uniforme berekening. Indicator 4: in de formule en vervangen door of Bepaalde tekst en opmerkingen verwijderd die niet meer relevant of actueel waren. Pagina 4 van 21

Inleiding Dit document beschrijft de indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg zoals vastgesteld door de besturen van het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Landelijke Huisartsen Vereniging op 29 mei 2008. NHG en LHV zijn van mening dat deze indicatoren geschikt zijn voor het in beeld brengen van de zorg voor patiënten met COPD voor intern gebruik en ook geschikt zijn voor rapportage aan derden over de zorg in de huisartsenpraktijk. Leeswijzer Achtereenvolgens komen kort aan de orde de achtergrond voor het samenstellen van deze indicatorenset en de gevolgde werkwijze. Vervolgens wordt ingegaan op de waarde en beperkingen van indicatoren. Hierna wordt het verdere beheer van de set indicatoren aangestipt. Het document besluit met het overzicht van de indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg. Het overzicht geeft een beschrijving van de indicatoren, geeft het type indicator aan en duidt per indicator aan uit welke bron deze indicator afkomstig is dan wel overeenkomt met indicatoren zoals voorkomen in deze bronnen. In een aantal bijlagen vindt u de volgende informatie. Bijlage 1 Beschrijving van benodigde data per indicator Bijlage 2 Rapportages Bijlage 3 bespreking per indicator (volgt) Bijlage 4 registratie aanwijzing voor de huisarts Bijlage 5 specificatie Uitspoelformaat Pagina 5 van 21

Achtergrond Deze set van indicatoren is een uitwerking van het Project Uniforme Rapportage. In dit project worden indicatoren die door verschillende partijen zijn ontwikkeld geharmoniseerd en nader geoperationaliseerd. Het gaat hierbij alleen om díe indicatoren waarvoor de gegevens om deze indicatoren samen te stellen afkomstig zijn uit het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) zoals de huisarts dat bijhoudt en beheert in een huisartsinformatiesysteem (HIS). De indicatoren waarvoor gegevens uit het EPD worden gebruikt hebben veelal betrekking op het medisch handelen of de kwaliteit daarvan. Naast deze indicatoren zijn er echter ook andere indicatoren die kwaliteiten beschrijven van de (huisartsen)zorg, zoals bij voorbeeld patiënttevredenheid en allerlei aspecten van de praktijkvoering. Deze indicatoren worden echter niet nader beschouwd in het kader van het project Uniforme Rapportage. Het project Uniforme Rapportage is een uitwerking van het Convenant Dataverzameling Huisartsen, getekend in december 2005 door NHG, LHV, VWS en IGZ. Eén van de doelen van het Convenant is om te komen tot één landelijke set van indicatoren huisartsenzorg. Dit is met name van belang voor indicatoren waarvan de benodigde gegevens afkomstig zijn uit het EPD, aangezien er een reeks van afhankelijkheden is, voordat een huisarts dergelijke indicatoren kan samenstellen en rapporteren. Werkwijze Uit de volgende bronnen is door de NHG werkgroep Uniforme Rapportage een overzicht samengesteld van indicatoren die betrekking hebben op het medisch handelen bij COPD: - IGZ, Indicator Monitor Huisartsenzorg (IMH), april 2006 - Nivel, Prestaties huisartsenzorg, advies voor een basisset van indicatoren voor VWS, april 2004 - Indicatoren ontwikkeld door de WOK in opdracht van het NHG op basis van de NHG Standaard COPD, juli 2007 In een tweetal bijeenkomsten (november-december 2007) zijn de voorstellen doorgenomen met vertegenwoordigers van Gebruikersverenigingen en de CaHAG, leidend tot overeenstemming over de set van noodzakelijke indicatoren en hun precieze omschrijving. Waar noodzakelijk zijn de betreffende NHG Standaard als ook de bijbehorende NHG Praktijkwijzer geraadpleegd. Vervolgens is de lijst van indicatoren ter commentaar verstuurd naar diverse belanghebbende of geïnteresseerde partijen, waaronder CaHAG, Gebruikersverenigingen, VWS, IGZ, LHV, Nivel, WOK, ZN, NPCF en LVG. Binnengekomen commentaar is beoordeeld en waar mogelijk en relevant verwerkt. Tenslotte is de lijst van indicatoren ter definitieve vaststelling aangeboden aan het NHG management team. Pagina 6 van 21

Indicatoren, waarde en beperkingen Indicatoren zijn bedoeld als signalering om een toestand of verandering in beeld te brengen. Veelal wordt een beperkte selectie gemaakt uit alle denkbare en mogelijke meetbare aspecten van het proces of de situatie waarover men geïnformeerd wil zijn. Wanneer de uitslag van een indicator daar aanleiding toe geeft zal altijd nader onderzoek nodig zijn om onderliggende oorzaken van afwijkingen van het gemiddelde of van de norm te verhelderen. Kwaliteit van zorg is een abstract begrip. Men probeert daar grip op te krijgen door meetbare aspecten te benoemen die naar men aanneemt iets zeggen over kwaliteit en over zorg. Het gaat hierbij deels om procesindicatoren: wat is er gebeurd; en deels om zogenaamde uitkomstindicatoren: wat is het effect. Met name voor de uitkomstindicatoren gelden bij de interpretatie beperkingen. Ten eerste zal het bij bepaalde uitkomstindicatoren gaan om percentages die zijn berekend op kleine aantallen. Dat betekent dat de betrouwbaarheid van zo n percentage betrekkelijk laag is 1. Ten tweede zijn er verschillen tussen de patiëntenpopulaties van praktijken die niet in de definitie van de indicatoren zijn verdisconteerd, de zogenaamde case mix. Het kan hierbij gaan om aspecten als de leeftijdsopbouw of de sociale samenstelling van de praktijkpopulatie. Om deze twee redenen valt het aan te bevelen om alle indicatoren te interpreteren met een zekere marge. Wat die marge precies moet zijn kan proefondervindelijk vastgesteld worden wanneer meer gegevens beschikbaar komen. Ten derde wil het NHG opmerken dat er geen rechtstreeks causaal verband kan zijn tussen de uitkomst van een specifieke uitkomstindicator en het handelen van een huisarts of de kwaliteit van de huisartsenzorg in een huisartsenpraktijk. De uitkomst op een specifieke indicator is vrijwel altijd multifactorieel bepaald. Het is dus altijd zaak om per indicator of combinatie van indicatoren te bezien wat er aan de hand is en te bepalen of en hoe de huisarts of de huisartsenpraktijk een bijdrage kan leveren om verbetering te realiseren. Een vierde factor die van belang is bij de interpretatie van indicatoren heeft betrekking op registratieartefacten. Om deze indicatoren te kunnen samenstellen dienen eerst een aantal stappen doorlopen te worden: 1. softwareleveranciers dienen faciliteiten te bieden aan praktijkmedewerkers om de onderliggende gegevens op een redelijk eenvoudige wijze te kunnen vastleggen; 2. praktijkmedewerkers dienen deze faciliteiten te gaan gebruiken (scholing en monitoring) 3. softwareleveranciers dienen faciliteiten te bieden om uit het totaal aan patiëntengegevens de indicatoren samenstellen en te rapporteren, alsmede instrumenten om te controleren of de resultaten ook kloppen en waar nodig te corrigeren. Het valt te verwachten dat het enige tijd zal duren voordat een huisartsenpraktijk een hele cyclus van registratie en rapportage heeft kunnen doorlopen, waarin kinderziektes in systemen kunnen worden gecorrigeerd en medewerkers en systeem op elkaar ingespeeld raken. 1 Bij een noemer met 60 patiënten varieert, afhankelijk van de uitslag van de indicator, het 95% betrouwbaarheidsinterval van ruim 2 tot ruim 6 procentpunt. Pagina 7 van 21

Beheer Het NHG zal deze set van indicatoren beheren als uitwerking van het Convenant Dataverzameling Huisartsen van december 2005. Verzoeken tot verduidelijking, wijziging of aanvulling kunt u richten aan het NHG. Pagina 8 van 21

Beschrijving van indicatoren COPD Definities COPD: de diagnose COPD wordt gesteld bij patiënten ouder dan 40 jaar met klachten van dyspnoe en/of hoesten, al of niet met slijm opgeven, in combinatie met een relevante rookhistorie (> 20 jaar roken of > 15 pakjaren), én een FEV1/FVC-ratio na bronchusverwijding van < 0,7. Bij onderstaande indicatoren (1-3) wordt in de teller het aantal patiënten gevraagd dat aan een bepaalde voorwaarde voldoet. De noemer bestaat uit de omvang van de (praktijk)populatie aan het einde van de rapportageperiode. Indicator 2 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend met COPD onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie. Indicator 3 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend COPD onder behandeling in de eerstelijn (huisarts is hoofdbehandelaar) dat 12 maanden of langer is ingeschreven. Dit is de deelpopulatie waarover in de daaropvolgende indicatoren wordt gerapporteerd. Indicatoren over de gehele patiëntenpopulatie nr Omschrijving type bron Opmerking 1 % patiënten bekend met COPD (eerste en tweede lijn) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode 2 % patiënten bekend met COPD die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode 3 % patiënten bekend met COPD die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode structuur NPA VWS IGZ structuur NPA structuur Pagina 9 van 21

Bij indicatoren 4 t/m 12 is de noemer van de indicator gelijk aan alle patiënten bekend COPD van wie de huisarts hoofdbehandelaar is en die 12 maanden of meer zijn ingeschreven, tenzij anders aangegeven (specifieke subgroep). De teller is gelijk aan het aantal patiënten dat voldoet aan één of meer criteria en verder vallende binnen de criteria van de noemer. nr Omschrijving type bron Opmerking Roken 4 % patiënten waarvan het rookgedrag bekend is proces NPA IGZ 5 % patiënten die roken in de groep patiënten waarvan het rookgedrag bekend is uitkomst NPA noemer voor volgende indicator 6 % patiënten met een advies om te stoppen met roken in de afgelopen 12 maanden in de groep patiënten die roken BMI 7 % patiënten bij wie de Body Mass Index berekend is in de afgelopen 12 maanden Behandeling en monitoring 8 % patiënten waarbij inhalatietechniek is gecontroleerd in de afgelopen 12 maanden 9 % patiënten waarbij een spirometrie (FEV1/FVC ratio post BD) gedaan is in de afgelopen 12 maanden 10 % patiënten die vaccinatie tegen influenza hebben gehad de voorafgaande 12 maanden 11 % patiënten waarbij het functioneren van de patiënt volgens een gestructureerde methode is vastgelegd de afgelopen 12 maanden (volgens CCQ of RIQ-MON10 of MRC) 12 % patiënten waarbij de mate van beweging is gecontroleerd in de voorafgaande 12 maanden proces NPA subgroep proces proces NPA proces proces proces proces NPA IGZ NHGstandaard NHGstandaard Pagina 10 van 21

Literatuur NHG Standaard COPD, juli 2007 NHG, Praktijkwijzer Astma en COPD, mei 2008 Nivel, Prestaties huisartsenzorg, advies voor een basisset van indicatoren voor VWS, april 2004 IGZ, Indicator Monitor Huisartsenzorg (IMH), april 2006 KPMG, Praktijkplan Eerstelijnszorg, maart 2005 Inview, Adapter ontwikkeling voor Huisarts Informatie Systemen (HIS), december 2006 WHO, Health Programme Evaluation, Guiding Principles, Geneva, 1981 WHO, Development of Indicators for Monitoring Progress, Geneva, 1981 Pagina 11 van 21

Bijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicator nr Omschrijving Classificatie Code Toelichting 1 % patiënten bekend met COPD (eerste en tweede lijn) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode 2 % patiënten bekend met COPD die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode 3 % patiënten bekend met COPD die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode ICPC R95 laatste waarde ooit ICPC diagn. bep. ICPC diagn. bep. R95 en 2407, COHB RZ R95 en 2407, COHB RZ Bij volgende indicatoren wordt de selectie uit 3 gebruikt, aangevuld met de gespecificeerde criteria Roken 4 % patiënten waarvan het rookgedrag bekend is NB. Alleen voor ex-rokers en rokers moet jaarlijks de rookstatus worden geactualiseerd 5 % patiënten die roken in de groep patiënten waarvan het rookgedrag bekend is 6 % patiënten met een advies om te stoppen met roken in de afgelopen 12 maanden in de groep patiënten die roken BMI 7 % patiënten bij wie de Body Mass Index berekend is in de afgelopen 12 maanden 2407, COHB RZ = 48, huisarts, laatste waarde ooit 2407, COHB RZ = 48, huisarts, laatste waarde ooit inschrijfdatum < (rapportagedatum 1 jaar) diagn. bep. 1739, ROOK AQ 3, nooit, laatste bepaling ooit of (4, voorheen of 1, ja, laatste waarde in afgelopen 12 maanden) diagn. bep. 1739, ROOK AQ 1, ja ; laatste meting in afgelopen 12 maanden NB: subgroep diagn. bep. 1739, ROOK AQ en 1814, ADMI AQ 1814, ADMI AQ, 1, ja, laatste meting in afgelopen 12 maanden NB: subgroep diagn. bep. 1272, QUET AO laatste meting in afgelopen 12 maanden Pagina 12 van 21

nr Omschrijving Classificatie Code Toelichting Behandeling en monitoring 8 % patiënten waarbij inhalatietechniek is gecontroleerd in de afgelopen 12 maanden 9 % patiënten waarbij een spirometrie (FEV1/FVC ratio post BD) gedaan is in de afgelopen 12 maanden 10 % patiënten die vaccinatie tegen influenza hebben gehad in de voorafgaande 12 maanden 11 % patiënten waarbij de het functioneren van de patiënt volgens een gestructureerde methode is vastgelegd de afgelopen 12 maanden (volgens CCQ of RIQ-MON10 of MRC) 12 % patiënten waarbij de mate van beweging is gecontroleerd de voorafgaande 12 maanden diagn. bep. 1608, ASIT RQ laatste meting in afgelopen 12 maanden diagn. bep. 1866, FRNB RL MI laatste meting in afgelopen 12 maanden ICPC R44 laatste meting in afgelopen 12 maanden diagn. bep. 2402, CCQT RQ of 1606, ASHS RQ of 2210, MRCD RQ laatste meting in afgelopen 12 maanden diagn. bep. 1705, LIBW AQ laatste meting in afgelopen 12 maanden Pagina 13 van 21

Bijlage 2, Rapportages 1. Als overzicht van indicatoren met teller, noemer en percentage, op beeldscherm en als afdruk. Voorbeeld indicator teller noemer percentage % patiënten bekend met COPD 35 2450 1,4 % % patiënten bekend met COPD onder behandeling bij huisarts 25 2450 1.0 % % patiënten bekend met COPD, onder behandeling bij huisarts en > 12 maanden ingeschreven 22 2450 0,9 % 2. Als exportbestand: Voor geautomatiseerde export wordt gebruik gemaakt van het UitspoelFormaat (csv format), Ten behoeve van andere verslaglegging is het ook mogelijk de gegevens in een Excel bestand (xls) uit te voeren, met en zonder opmaak. 3. Voor de huisarts: Als lijst met patiëntnummer, patiëntnaam (achternaam), relevante ICPC codes en relevante diagn. bepalingen (ook ontbrekende gegevens) (evt. meerdere lijsten met 1 of meer relevante bepalingen of ontbrekende bepalingen) en bv. te sorteren; op beeldscherm en als afdruk. Voorbeeld patiënt rookgedrag BMI inhalatietechniek spiro < 12 m A - - datum - B - - datum uitslag, datum C nooit uitslag, datum - uitslag, datum D ja uitslag, datum - - Pagina 14 van 21

Bijlage 3, bespreking per indicator (volgt) Pagina 15 van 21

Bijlage 4, Registratie aanwijzing voor de huisarts De rapportage faciliteit rond COPD levert getalsmatige informatie aan die door de zorggroep kan worden verwerkt tot statistische gegevens en benchmarking. Om de juiste resultaten te verkrijgen is het belangrijk dat informatie correct is ingevoerd en dat de huisarts inzicht heeft in hóe deze rapportagemodule telt. De gemakkelijkste manier van invoeren is gebruik te maken van voorzieningen in het HIS zoals een protocollaire invoerhulp of gestandaardiseerd formulier. COPD patiënt Bij systemen met Episode Gewijze Registratie (EGR) maakt u een episodetitel aan met de ICPC-code R95 (Ongeacht of de patiënt in de eerste of in de tweede lijn wordt begeleid). Het al of niet toekennen van de probleemstatus aan de episode maakt voor de tellingen niet uit. Bij systemen met Probleem georiënteerde Registratie (POR) maakt u een probleem aan met de ICPC-code R95 (Ongeacht of de patiënt in de eerste of in de tweede lijn wordt begeleid). Gebruik deze code nog niet als u slechts de diagnose overweegt of bij chronisch hoesten zonder aangetoonde luchtwegobstructie. Zie voor diagnostische criteria de NHG Standaard COPD. M26 2 e herziening (juli 2007). Wie is hoofdbehandelaar Vastleggen met diagnostische code (COHB RZ). Belangrijk gegeven; dit moet bij elke COPD patiënt ingevuld zijn. Devolgende gegevens worden bepaald in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de rapportage en dienen derhalve elkjaar (opnieuw) bepaald en vastgelegdte worden. Behalve als de patiënt nooit gerookt heeft, dan kunt u volstaan met het éénmalig vastleggen van de rookstatus. Ook het stop met roken advies dient, indien de patiënt rookt, elkjaar weer gegeven en geregistreerd te worden. Rookgedrag, stopadvies: Vastleggen met diagnostische code (resp ROOK QA en ADMI AQ) met datum. BMI/Quetelet index: Vastleggen met diagnostische code (QUET AO) Spirometrie: De waarde waarop gestest wordt is de FEV1/FVC ratio post BD. Vastleggen met diagnostische code (FRNB RL MI). Deze dient dus geregistreerd te worden als onderdeel van de complete set spirometrie uitslagen. controle inhalatie techniek: Vastleggen met ASIT RQ [1]voldoende... 17 [2]onvoldoende... 18 [3]onduidelijk... 8 Laatste kolom geeft het unieke antwoordnummer dat moet worden vastgelegd U kunt de inhalatietechniek controleren aan de hand van een checklist inhalatorgebruik. Deze worden o.a. uitgegeven door het Nederlands Astma Fonds Pagina 16 van 21

Controle van de mate van beweging: Vastleggen met LIBW AQ [1] volgens norm gezond bewegen... 229 [2] meer dan ADL maar minder dan de norm... 16 [3] ADL... 15 [4] minder dan ADL... 14 [5] onduidelijk... 8 Laatste kolom geeft het unieke antwoordnummer dat moet worden vastgelegd Toelichting: ADL: algemene dagelijkse levensverrichtingen; in de revalidatie en huisartsgeneeskunde gebruikte term voor functies als zichzelf wassen, kleden, naar toilet gaan, eten, zitten, lopen, etc. Het antwoord meer dan ADL betekent meer dan ADL maar minder dan de norm gezond bewegen. De Nederlandse norm voor gezond bewegen houdt in voor volwassenen ten minste 30 minuten en voor kinderen en adolescenten ten minste een uur matig intensief bewegen, bij voorkeur iedere dag maar ten minste op 5 dagen per week. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt met fietsen, stevig wandelen, tuinieren, etc. Influenzavaccinatie: Het is raadzaam om de influenza vaccinatie te coderen met ICPC code (datum) R44 of via de HIS-eigen registratie voorziening. Vragenlijsten: Het funtioneren van de patiënt wordt bij voorkeur gestructureerd vastgelegd. De mogelijkheden hiervoor zijn de vragenlijsten CCQ of RIQ-MON10 of MRC. De diagnostische bepalingen waarop getest wordt zijn CCQT RQ, ASHS RQ, MRCD RQ. Medicatie: Gegevens over geneesmiddelengebruik zijn voor deze indicatorset niet van belang. Pagina 17 van 21

Bijlage 5, Specificaties voor export gegevens mbt indicatoren Voor de exportspecificaties wordt verwezen naar het document Generiek Uitspoelspecificaties voor indicatorsets. Deze bijlage beschrijft de technische uitwerking van het aanmaken van de vereiste exportbestanden ten behoeve van de COPD Indicatoren en welke specifieke aandachtspunten en afspraken er zijn rond de te verzamelen gegevens. Selecties De selectie van wélke patiënten er gegevens worden aangeleverd blijkt in de praktijk niet zodanig te definiëren dat deze in alle HIS'en en bij alle huisartsen altijd correcte resultaten oplevert. Dit wordt veroorzaakt door verschillen in registratiewijze (bijv. al dan niet vermelden op probleemlijst), in mogelijkheden van de huidige HIS en (wel of niet episode georiënteerd werken) en in hoe de huisarts omgaat met het registreren van het vermoeden van COPD. Daarom is gekozen voor een selectieproces in drie stappen: 1. Een geautomatiseerd selectiemechanisme zoekt (breed) naar patiënten met COPD 2. Handmatige controle: de huisarts controleert de lijst en bepaalt of alle patiënten die in stap 1 gevonden zijn daadwerkelijk COPD patiënten zijn. In deze fase zijn bepaalde patiënten alsnog uit te sluiten. 3. De ingesloten patiënten worden voorzien van een episode / probleem COPD met ICPC codering Opmerkingen 1. Bij het aanmaken van de bestanden moet begin- en einddatum van de gewenste periode kunnen worden opgegeven. Omdat in deze set van indicatoren alle indicatoren direkt of indirekt zijn afgeleid van een periode van 12 maanden is het niet zinvol om een periode in te voeren die korter of langer is dan 12 maanden. (Dit in afwijking van andere indicatorsets waar dit wel voor sommige indicatoren zinvolle monitoringsinformatie kan opleveren). Voor het aanleveren van vergelijkbare gegevens tussen praktijken is het echter noodzakelijk om altijd een periode van 12 maanden te beschouwen. 2. Wanneer in het betreffende HIS het geven van een griepvaccinatie routinematig op een andere wijze is vastgelegd dan middels de hier gekozen ICPC R44, dan is het toegestaan om op basis van deze lokale werkwijze dit gegeven toch als ICPC R44 te exporteren. Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1 Tabel 1 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 Tabel 2 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 Pagina 18 van 21

Tabel 3A Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 De selectie bestaat uit patiënten met de ICPC code R95 op episode- of probleemlijst. Tabel 3B Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 De selectie bestaat uit patiënten met de hierboven genoemde ICPC-codes én het criterium dat zij langer dan 12 maanden zijn ingeschreven in de huisartsenpraktijk én het criterium dat de huisarts hoofdbehandelaar is (2407, COHB RZ = 48) Tabel 4 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ICPC codes uitspoelen: R44 voor griepvaccinatie. Tabel 5 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante diagnostische bepalingen uitspoelen. Tabel 6 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 Niet van toepassing Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2 Tabel 1 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2 Veldnaam Omschrijving 1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk 2 DatSpoel Datum aanmaken van de exportbestanden - eejjmmdd 3 StartDat Datum begin van de rapportage periode - eejjmmdd 4 EndDat Datum einde van de rapportage periode - eejjmmdd 5 Onderwerp COPD 6A VersieIndicatorMajor 1 6B VersieIndicatorMinor hetgeen van toepassing is. Momenteel 0, 1 of 2 7 VersieFormaat hetgeen van toepassing is. Momenteel 2 (in versie 1 van het uitspoelformaat ontbreekt dit veld) Pagina 19 van 21

Tabel 2 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2 Veldnaam Omschrijving 1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk 2 HuisartsNo AGB nummer van de huisarts waarbij patiënt is ingeschreven 2 PatNum HIS patiëntnummer 3 GebJaar Geboortejaar in 4 cijfers 4 Geslacht M of V Tabel 3A Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1 De selectie bestaat uit patiënten met de ICPC codes R95 op episode- of probleemlijst. Veldnaam Omschrijving 1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk 2 PatNum HIS-Patientnummer 3 DiagnType ICPC code (op episode- of probleemlijst) 4 Behandelaar resultaat van code 2407, COHB RZ uit tabel diagnotische bepalingen Tabel 3B Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2 De selectie bestaat uit patiënten met de hierboven genoemde ICPC-codes én het criterium dat zij langer dan 12 maanden zijn ingeschreven in de huisartsenpraktijk én het criterium dat de huisarts hoofdbehandelaar is (2407, COHB RZ = 48) Veldnaam Omschrijving 1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk 2 PatNum HIS-Patientnummer 3 DiagnType ICPC code (episode of probleemlijst) 4 Behandelaar resultaat van code 2407, COHB RZ uit tabel diagnotische bepalingen = 48 Tabel 4 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2. Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ICPC codes uitspoelen: R44 voor griepvaccinatie. Tabel 5 Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2 Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante diagnostische bepalingen uitspoelen. Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1 Pagina 20 van 21

Tabel 6 Niet van toepassing. Pagina 21 van 21