BIJEN 2 HONINGBIJEN GROEP

Vergelijkbare documenten
DE BIJENLES 2 GROEP 4 5-6

DE BIJENLES 2 GROEP 4 5-6

LEERLINGENBLAD 7 NECTAR EN STUIFMEEL vlag 2

Opdrachtkaart Zwart: Hoe ziet de bij eruit?

I NSECTEN 2. Kleine Beestjessafari

Bijen project boekje. Groep 4 - juni 2006

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

KNABBELENDE KNAGERS lesprogramma voor groep 1/2 (3)

Dierenwelzijnslessen voor basisscholen. Honingbijen

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

INSECTEN. werkboekje

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 1-2

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 1-2

Een verhaal over vliesvleugeligen

Auditieve oefeningen bij het thema: bijen

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg

Bloemen en hun bezoekers

Binnen de kast heeft elke bij haar eigen taken en verantwoordelijkheden: de koningin legt de eitjes, de darren vrijen met de koningin en de werksters

HET INSECTENPAD 2 GROEP 5-6

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

De kleine beestjesclub

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

de bij en de imker De relatie tussen de mens en de bij is heel oud.

Opdrachten behorende bij les 2. Anatomie van de honingbij

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Angeldragers Honingbij Solitairebij Hommel Wesp

HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT BIJ DE LESKIST:

bijenpad

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Inhoud Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel van de lescyclus...

BELANGRIJKE ALGEMENE INFORMATIE

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep 7-8

In deze bijlage zijn een aantal lessuggesties m.b.t. het onderwerp bijen bijeengebracht. Er is een verdeling gemaakt in onderbouw en bovenbouw.

5.1 Zes poten en vier vleugels

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Docentenhandleiding Bijenkar. Mobiel les over bijen voor groep 3 en 4. Milieu-eduatie gemeente Den Haag

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

Werkstuk Biologie Bijen

Werkboekje Boerderijles Groep 5/6. Naam..

Van eitje tot vlinder

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

( Uitgave van de Imkersvereniging Regio Venray )

Leskist THEMA-handleiding Bezige Bijen Groep 5 en 6

Zie jij een bij? Docentenhandleiding Groep 1/2. TIJD: 45 min (exclusief knutselen)

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep 5-6

De honingbij. (Latijnse naam is Apis mellifera = zij die honing maakt).

Thema: bijen Groep 2 en 3 Taal/Gespreksactiviteiten

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Groep 4 t/m 8. De regio zit vol energie! Informatieblad + Docentenhandleiding. Bijen.

ZWERMEN IN LEWENBORG

Werkboekje bijen. Groep 7 en 8 Basisonderwijs

Nieuwsbrief» Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. nummer 2 april Metselbijen

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

NME-leerroute Kleine inwoners van de stad 8

Vogelproject Maak een poster over één van de vogels van BdL junior!

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

GOED GEDAAN ZOEKBIJ!

Gastles imker in de klas. Groep 1 t/m 8. Door Mar en Klif en Bijenhoudersvereniging NBV Súdwest Fryslân

Over de bloesems en de bijtjes. Lespakket voor de tweede graad basisonderwijs: werkboekje voor de leerlingen

Bijen en hommels. Tijdstip: mei, juni, juli, augustus wanneer er veel bloemen in bloei staan

Nationale Bijentelling. Onderzoeksactiviteit 1

Groep: Schrijf achter elk dier waar je denkt dat het woont. a) De mensen in het clipje laten aan andere mensen zien dat het hun huis en tuin is.

Leskist. Bezige Bijen

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag Beste natuurliefhebber/-ster,

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

Bijen. Inleiding. Nectar en stuifmeel

Workshop. Bijenhotel

natuurboekje van zomer 2017

Voortplanting. Lesbrief. Werkgroep Schoolactiviteiten. I.V.N. afd.hengelo. Tel. O

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Lesbrief groep 7 8. Inhoudsopgave. Insecten. Soorten. Knipblad. Vlinders lokken. Leefgebied van de vlinder. Stripverhaal

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Auditieve oefeningen bij het thema: Kriebelbeestjes

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Inhoudstafel Werkbundel:

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen Groep 5-6

Hommel Bouw Levenscyclus Weetjes Bestuivers

Stripverhaal.. De vlinder.. De vleugels van een vlinder... De levenscyclus.. Vlinderlied en dans. Verstopte vlinders.. Opvallen of niet..

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen Groep 7-8

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

BELANGRIJKE ALGEMENE INFORMATIE

L I EDBIJLAGE. Liedbijlage Insecten

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen Groep 3-4

Transcriptie:

GROEP 4-5 - 6 BIJEN 2 HONINGBIJEN ' k Zou best een bijtje willen zijn, een heel gewoon bruin bijtje. Natuurlijk niet mijn leven lang, maar toch wel voor een tijdje. Ik woonde in een bijenkorf en als de dag begon, zocht ik een tuin vol bloemen op en zoemde in de zon. (Bron onbekend)

Bereikbaarheid en ligging Natuurtuin: ovale aanduiding op de kaart Colofon Deze lesbrief is een uitgave van de Stichting Educatieve Natuurtuin Goffert (SENG) te Nijmegen, 2016 4e oplage. Post- en bezoekadres: Educatieve Natuurtuin Goffert Goffertweg 19 6532 AA Nijmegen (zie plattegrond). educatie@natuurtuingoffert.nl www.natuurtuingoffert.nl De Natuurtuin is telefonisch bereikbaar: 024-3541729 Voor Nijmeegse scholen worden de kosten gedragen door het Gemeentelijk Declaratiefonds. Scholen buiten Nijmegen ontvangen een rekening. Ontwerp en tekst: Marjon van der Steen, Helma Groenen, Louis van der Heijden en educatiemedewerkers van de Natuurtuin. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een gegevensbestand en/ of openbaar gemaakt door midel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de SENG

BIJENLES 2 GROEP 4-5 -6 INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT Deze lesbrief bestaat uit 4 onderdelen: A. Een voorbereidingsles B. De les in de tuin C. Een verwerkingsles D. Evaluatie De werkbladen zijn als extra document toegevoegd. Deze kunt u printen en gebruiken in de les. Heeft u vragen over het bezoek aan de Natuurtuin of over de voorbereiding daarvan, stuur deze naar: educatie@natuurtuingoffert.nl We zullen zo snel mogelijk antwoord geven. A. DE VOORBEREIDINGSLES Het doel van deze les is de kinderen kennis te laten maken met het bijenvolk. Aan bod komen: - hoe ziet een bij eruit, wat zijn haar lichaamsdelen - hoe is een bijenvolk samengesteld - hoe is de taakverdeling van het bijenvolk - wat zijn de verschillen tussen een bij, een hommel en een wesp - uit welke bloemen halen bijen en hommels nectar en stuifmeel - hoe de bijen en hommel de bloemen vinden - hoe en wat zien bijen en hommels In de voorbereidingsles kunnen de werkbladen 1 t/m 3 gebruikt worden om de les in de natuurtuin klassikaal voor te bereiden. B. DE LES IN DE TUIN Deel voordat u naar de tuin komt de klas alvast in 4 groepen in. Laat ze in de tuin als groepje bij elkaar gaan zitten. Bij deze bijenles zijn de begeleiders (ouder) als ondersteuners van de groepjes welkom. Inclusief ontvangst en afsluiting duurt het tuinbezoek ongeveer één uur. Alle benodigde materialen voor het tuinbezoek zijn in de Natuurtuin aanwezig. C. DE VERWERKINGSLES In de verwerkingsles kunnen de werkbladen 4 t/m 9 gebruikt worden om het klassikaal na te bespreken. Na afloop weten de kinderen dan: - welke materialen de imker gebruikt. - hoe een bijenkast er van binnen uitziet. - wat de taken van het bijenvolk zijn. - op welke bloemvormen en kleuren de bijen afkomen en waarom. - wat de speciale manieren van zien zijn voor bijen en hommels. D.EVALUATIE Laat ons weten wat u goed vond aan de les: de TOPS Laat ons weten wat u voor verbetering vatbaar vindt: de TIPS Stuur deze naar: educatie@natuurtuingoffert.nl A. DE VOORBEREIDINGSLES IN DE KLAS 2

1. Voorleesverhaal Betsie de bij. Zzzzzoemmmmm...Zzzzzoemmmmm... Goedemorgen allemaal. Ik ben Betsie de bij. Ik woon met een heleboel andere bijen in een bijenkorf. Weet je wat ik eigenlijk ben? Ik ben een werkster! s'morgens heel vroeg ga ik al aan het werk. Eerst ga ik altijd even buiten kijken. Als het regent blijf ik binnen hoor. Maar als het mooi weer is dan vlieg ik fijn naar de bloemen. Vandaag blijf ik in de korf. Er is zovééél werk te doen. Eerst ga ik bij de ingang van de korf heel hard met mijn vleugels waaieren. Dan komt er heerlijk frisse lucht in de korf. Dan ga ik eten rondbrengen bij alle baby-bijen. Zij liggen allemaal in hele mooie kamertjes. Dat zijn de broedcellen. Als ze allemaal te eten hebben gehad, dan ga ik de korf netjes schoon maken. Want wij bijen houden niet van rommel. Als dat gebeurd is, dan ga ik bouwen... En weet je wat ik bouw??? Ik maak met nog een heleboel andere bijen honingraten. In die raten bewaren we stuifmeel en honing, dat is ons eten. Die hebben we uit de bloemen gehaald. Weet je waar wij die mooie raten van maken? Uit klieren aan de onderkant van ons achterlijf komt was. Daar worden kleine klompjes van gemaakt. Hiermee bouwen we zeshoekige kamertjes. Dit noemen we cellen. In een heleboel cellen worden allemaal eitjes gelegd. Dat doet onze koningin. Zij is de grootste bij van de hele korf. Maar dat komt omdat zij zoveel eitjes moet leggen. Ze woont in het midden van de korf. Om zoveel eitjes te leggen moet de koningin goed eten. Dat krijgt ze van werksters, die voor haar moeten zorgen. Zij maken een hele lekkere pap. Dat heet met een moeilijk woord KONINGINNEGELEI. Als de koningin dat op heeft kan ze weer een heleboel eitjes leggen. De hele dag wandelt de koningin door de korf en legt in lege cellen een eitje. Niet in álle cellen hoor, want anders kunnen we nergens honing bewaren. Nu stop ik met mijn verhaaltje. Als je goed rondkijkt zie je me misschien wel eens vliegen! Daaaaaaaaaaaag, kinderen 3

2. Introductie Na dit verhaal kunt u aan de kinderen vragen wat hun eigen ervaringen zijn met bijen. Weten ze hoe een bij er uit ziet? Vinden ze honing lekker? Vertel de leerlingen het volgende: Mensen houden bijen omdat ze honing maken. Iemand die bijen houdt noemen we imker. Bijen zijn ook heel nuttige insecten omdat ze bloemen bestuiven waardoor er bijvoorbeeld appels kunnen groeien. Bijen steken alleen als ze in gevaar zijn en verliezen daarbij hun angel. Daardoor gaan ze zelf dood. Is er wel eens iemand gestoken door een bij? Kijk ook eens op: www.wikikids.nl/bijen www.schooltv.nl/video/bijen-het-verhaal-van-de-honingmakers 3. WERKBLAD 1 Deze opdracht gaat over het uiterlijk van de bij. Bijen horen tot de groep van de insecten. De belangrijkste kenmerken van insecten zijn: 1. Altijd 6 poten (3 paar) 2. Driedelig lichaam: kop / borststuk / achterlijf Om dit te verduidelijken: - knip de onderdelen van de bij van het knipblad bij werkblad 1 - kleur de onderdelen zoals aangegeven op werkblad 1 - plak de onderdelen op werkblad 1 in de vorm van een bij 4. WERKBLAD 2 Deze opdracht gaat over de samenstelling van een bijenvolk. Uit de volgende verhaaltjes kunnen de kinderen opmaken welk plaatje van het knipblad bij welke naam past: Een bijenvolk bestaat uit één koningin, enkele tienduizenden werksters en een paar honderd mannetjes die darren heten. De koningin: Er is maar één koningin per volk. Zij is het grootst van allemaal. De koningin is de enige die de eitjes kan leggen. Ze wordt helemaal verzorgd en gevoerd door de werksters. Een koningin kan ongeveer vier jaar oud worden. 4

Werksters: De werksters zijn kleiner dan de koningin. De werksters kunnen geen eitjes leggen. Een werksters leeft ongeveer zes weken. In deze zes weken moet ze hard werken. Darren: Darren zijn de mannetjesbijen. Ze zijn groter dan de werksters. Ze hebben twee grote, dicht bij elkaarstaande ogen. Ze worden gevoerd door de werksters. Hun belangrijkste taak is vrijen met de koningin. Samengevat: a) de grootste bij is de koningin b) de kleinste bij is de werkster c) de dikste bij met de grootste ogen is de dar Om dit inzichtelijk te maken kan van het knipblad werkblad 2 de verschillende bijen uit geknipt worden en op de juiste plaats op werkblad 2 geplakt worden. 5. WERKBLAD 3 Deze opdracht gaat over het verschil tussen een bij, een hommel en een wesp. Hiervoor opdracht moeten vragen beantwoord worden en de plaatjes van bij, hommel en wesp gekleurd worden. Laat ze voorbeelden op internet zoeken. a) Het dikste middel heeft de hommel. b) Het smalste middel heeft de wesp (de wespentaille). c) De felste kleuren heeft de wesp. Daar kan hij goed aan herkend worden. 5

WERKBLAD 1: DE BIJ Knip, kleur en plak de onderdelen van de bij van het knipblad. Kleur van de onderdelen: - de kop: oranje - het borst-stuk: rood - het achter-lijf: groen - de poten: blauw - de antennen: bruin - de vleugels : geel 6

KNIPBLAD BIJ WERKBLAD 1 7

WERKBLAD 2: HET BIJENVOLK Knip de drie plaatjes van het knipblad en plak ze bij de goede naam. koningin werkster dar 8

KNIPBLAD BIJ WERKBLAD 2 9

WERKBLAD 3 Wat is het verschil tussen een bij, een hommel en een wesp? (kijk plaatjes op internet) Geef de bij, hommel en wesp de goede kleuren. a) Wie heeft het dikste achterlijf?......................... b) Wie heeft het smalste middel?.......................... c) Wie heeft de felste kleuren?........................... Bij Hommel Wesp 10

B. DE BIJENLES IN DE NATUURTUIN DE ORGANISATIE De educatiemedewerkers ontvangen u op de afgesproken tijd bij de ingang van de tuin. Daarna wordt op een centrale plaats een korte inleiding gegeven. Alle benodigdheden voor de bijenles zijn in de Natuurtuin aanwezig. WERKWIJZE In de tuin staan op verschillende plaatsen genummerde vlaggen, waar de groepjes onder begeleiding opdrachten uitvoeren. De 4 groepjes die op school al zijn ingedeeld worden in de Natuurtuin als volgt opgedeeld. Groep 1 en 2 gaan onder leiding van de imker de bijenstal bekijken en krijgen uitleg over het werk van de imker en het leven van de bij, dit gebeurt bij vlag 1 Groep 3 gaat met een van de begeleiders in de tuin de opdrachten maken bij vlag 2 en daarna 3. Groep 4 gaat met een van de begeleiders in de tuin de opdrachten maken bij vlag 3 en daarna 2. Na 30 minuten wordt er gewisseld. Groep 3 en 4 gaan naar de imker. Groep 1 gaat met een van de begeleiders in de tuin de opdrachten maken bij vlag 2 en daarna 3. Groep 2 gaat met een van de begeleiders in de tuin de opdrachten maken bij vlag 3 en daarna 2. De taak van de begeleiders is het ondersteunen van de leerlingen bij het uitvoeren van de opdrachten. Het bezoek aan de Natuurtuin duurt ongeveer een uur en wordt op een centrale plaats gezamenlijk afrond. C. VERWERKINGSLES Suggesties: Laat de leerling een werkstuk maken naar aanleiding van de opdrachten die ze gemaakt hebben in de Natuurtuin. Laat de groepjes zoals ze voor het bezoek aan de Natuurtuin waren ingedeeld de verschillende werkbladen verwerken. De werkbladen 4 tot en met 9 zijn voor de verwerkingsles op school. U vindt hieronder een korte beschrijving die betrekking heeft op de verschillende werkbladen. Bij sommige werkbladen zitten de voorbeelden die gebruikt zijn bij de opdacht erbij om de nabespreking makkelijker te maken. Werkblad 4: bij de imker Werkblad 5: bij de bijenstal Werkblad 6: taken van het bijenvolk Werkblad 7: nectar en stuifmeel Werkblad 8: superogen en ultraviolet licht Werkblad 9: kleurenblind en zoemen 11

1.Toelichting en antwoorden bij de werkbladen. WERKBLAD 4 Imkerpak, rookapparaat, bijenkorf, bijenraat, ontzegelvork, potten honing. De plant heet smalle weegbree Hoe de plant te gebruiken? Kauw een blaadje fijn en smeer dat op de plek, dan verdwijnt de meeste pijn gauw. In de cellen kun je honing, stuifmeel, eitjes of larven vinden. 12

WERKBLAD 4 BIJ DE IMKER Kruis juiste naam aan:. 0 carnavalspak 0 imkerpak 0 anti-bijen kostuum 0 rookapparaat 0 blaasbalg 0 bijen verjager 0 rieten mandje 0 imkerhoed 0 bijenkorf.. 0 bijenraat 0 ontzegelvork 0 honingpotjes 0 honingschraper 0 ratelaar 0 luizenkam 0 nectar in potten 0 potten jam 0 potten honing AUW, gestoken! wat nu? zie je de angel nog zitten? schuif met je nagel de angel eruit. Wat kun je doen als je gestoken bent? (Weet je de naam van de plant die afgebeeld staat?). Hoe gebruik je deze plant als je gestoken bent?. Wat kan er allemaal in de cellen van de honingraat zitten?.... 13

WERKBLAD 5 1. Meestal zien de kinderen vooral werksters en soms darren. 2. Van links naar rechts: werkster, dar en koningin. 3. Het eerste plaatje is juist, met zeshoekige cellen. 14

Werkblad 5 bij de bijenstal 1. Welke bijen heb je in de Natuurtuin gezien? Zet de goede naam bij het juiste plaatje en kruis aan welke je gezien hebt. 2. Heb je de bijenkast goed bekeken in de Natuurtuin? Teken de vliegopening in de kast. Heb je bijen met stuifmeelklompjes binnen zien vliegen? Kleur de stuifmeelklompjes geel. 15

WERKBLAD 6 Een werksters poetst cellen, bouwt raten, voert de koningin en de larven, verzamelt stuifmeel en honing en houdt de wacht bij het vlieggat. De koningin legt eieren en de dar vrijt met de koningin. 16

WERKBLAD 6 TAKEN VAN HET BIJENVOLK Trek een lijn van de koningin, werksters of dar naar de taak die erbij hoort. Wie doet het meeste? eitjes leggen larven eten geven bewaking dar voedsel halen koningin. werkster raten bouwen poetsen vrijen met de koningin uit rusten 17

WERKBLAD 7 Bijen herkennen de bloemen aan hun geur en hun uiterlijk. De kleuren die ze kunnen zien zijn wit (is blauwgroen voor bijen), blauw, paars, ultraviolet en geel. Rood en groen zien ze niet, ze zien dan alleen grijstinten. De vorm van de bloem: ze moeten op of in de bloem kunnen zitten en hebben een landingsplaats nodig. De tong van de bij is 5 millimeter tot 8 millimeter lang, dus de nectar mag niet te diep in de bloem zitten. Ze komen ook voor het stuifmeel op de bloemen af. Ook hommels herkennen de bloemen aan geur en uiterlijk. Ze zien alle bloemkleuren. Hommels hebben een lange zuigtong (tot 20 millimeter) en ze zijn sterk en behaard. Ze kunnen bij bloemen naar binnen die voor andere insecten moeilijk te openen zijn. Sommige hommels zijn zo slim dat ze in plaats van in de grote bloem te kruipen aan de bodem van de bloem een gaatje boren en de nectar er zo uitzuigen. Bij de bloemvormen: Welke bloemen zijn voor bijen geschikt? Nummers: 1, 2,7, 8 en 9 Welke bloemen zijn voor hommels geschikt? Nummers: alle De leerlingen hebben de nummers van een kaart met gekleurde bloemen erop. De zwart-wit kaart laat nog eens op een andere manier zien waar de nectar en stuifmeel zit. 18

Werkblad 7 nectar en stuifmeel Lees de informatie : wat weten bijen en hommels over bloemen? Wat trekt de bijen aan, de kleur van bloemen of de geur van nectar? Nectar Daarom is het belangrijk om te weten waar de nectar zit. Waar vind je het stuifmeel en waar de nectar? Welke bloemen op de bloemenkaarten zijn geschikt voor bijen? Welke bloemen op de bloemenkaarten zijn geschikt voor hommels? Zoek naar bloemen die geschikt zijn voor bijen. (3 minuten) Zoek daarna naar bloemen die geschikt zijn voor hommels. (3 minuten) Kijk ook of je bijen en hommels ziet eten. Probeer de bij of hommel te volgen, hoe hij van de ene naar de andere bloem vliegt. Hoor je de bijen en hommels ook zoemen? 19

Werkblad 7: de verschillende bloemvormen Rode pijl: Zwarte pijl: plaats waar de nectar zit. plaats waar het stuifmeel zit. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 20

Werkblad 7: Bloemvormen Getekende bloemvormen laten ook zien waar de nectar en stuifmeel zitten. Enkele pijl: stuifmeel Dubbele pijl: nectar 21

WERKBLAD 8 Bijen hebben superogen. Hun ogen bevatten veel lenzen, die samen een beeld vormen voor de bij. Hierdoor kunnen ze goed rondkijken en supergoed zien als er iets beweegt. Mensen hebben maar 1 lens. Groot verschil! Als mensen veel lenzen zouden hebben zouden ze alles heel vaak zien. Wat is ultraviolet licht en waarom moeten ze dat in deze les weten? Bloemen weerkaatsen ultraviolet licht. Bijen en hommels zien ultraviolet licht en ze weten dat bij ultraviolet licht in bloemen stuifmeel en nectar te vinden is. Zo lokken bloemen bijen en hommels naar zich toe en regelen hun bestuiving. Daarom hebben ze elkaar nodig. Mensen kunnen geen ultraviolet licht zien. Aan de hand van voorbeelden met foto`s hebben de leerling zich een beeld kunnen vormen over het verschil is tussen wat wij zien en wat je ziet als je ultraviolet licht kunt zien. 22

Werkblad 8 Bijen hebben bijzondere ogen. superogen en ultraviolet licht KIJK OP DE KAART SUPEROGEN Kijk door de superogen die op het tafeltje liggen, zo zou jij zien als je net zoveel lenzen had als een bij. Gelukkig ziet de bij niet alles dubbel. Al die lenzen samen vormen 1 beeld voor de bij. De bij kan met zijn ogen goed rondkijken en supergoed zien als er iets beweegt. Bijen kunnen kleuren zien die mensen niet kunnen zien. ULTRAVIOLET (UV) Kijk naar de kaarten voor uitleg over ultraviolet licht en infrarood licht. Bloemen gebruiken vaak ultraviolet om aan te geven waar de nectar te vinden is. Je ziet afbeeldingen van bloemen op de tafel liggen. 1: Er liggen bloemen zoals mensen ze zien 2: Er liggen bloemen zoals bijen ze zien 3: Zoek de bloemen zoals mensen ze zien en zoals bijen ze zien bij elkaar 23

Hier plaatjes facetogen en ultraviolet licht 24

WERKBLAD 9 In de Natuurtuin hebben de leerlingen ontdekt hoe bijen en hommels zien. De kleuren die bijen kunnen zien zijn wit (blauwgroen voor bijen), blauw, paars, violet en geel. Rood en groen zien ze niet, ze zien dan alleen grijstinten. Hommels zien alle kleuren. Ze zien de wereld vijf keer sneller dan mensen. De hommel ziet het snelst kleuren van alle dieren. De hommel ziet zoals je door de groene bril kijkt. Je ziet dan verschil tussen rood en groen De bij ziet zoals je door de rode bril kijkt. Alles heeft dezelfde rode kleur. Het rood moet je in gedachten veranderen in grijstinten. Wat is het nut van zoemen van bijen en hommels? Door hard en zacht te zoemen trilt het stuifmeel van de bloemen los en dat blijft aan de haren van de bij of hommel hangen. Stuifmeel is voedsel voor de larven van bijen en hommels. Weten de kinderen hoe bijen en hommels het stuifmeel vervoeren? 25

Werkblad 9 kleurenblind en zoemen KLEURENBLIND Bijen kunnen de volgende kleuren goed van elkaar onderscheiden: wit, (is blauwgroen voor bijen), geel, blauw en ultraviolet. Bijen zijn kleurenblind voor rood en groen. Ze zien dan alles in grijstinten!!! Hommels zien de wereld vijf keer sneller dan mensen. De hommel ziet het snelst kleuren van alle dieren. Hommels zijn niet kleurenblind. Zoek een stel klaprozen bij elkaar om het volgende onderzoekje te kunnen doen. klaprozen klaproos Kijk door de rode bril, valt dan de klaproos op? Zien bijen of hommels zo de klaproos? Waarom? Kijk door de groene bril, valt dan de klaproos op? Zien bijen of hommels zo de klaproos? Waarom? ZOEMEN Hoor je bijen of hommels zoemen? Weet je ook waarom ze zoemen? 26