van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;



Vergelijkbare documenten
van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 5 december 2005;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Financiën (hierna de FOD Finanaciën) ontvangen op 17/11/2008;

BERAADSLAGING FO NR 004 / 2006 VAN 20 DECEMBER 2006

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

BERAADSLAGING FO NR 06 / 2006 VAN 29 NOVEMBER 2006

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera ontvangen op 23/02/2012;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 06 / 2007 van 11 april 2007

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité");

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 8 maart 2006;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de auditoraatsrapporten van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 8 maart 2006 en 20 september 2007;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

1/7. persoonlijke. du Crédit 22/07/2015; Gelet op de. van Société. aanvraag

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna privacywet), inzonderheid de artikelen 31bis en

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 17/12/2015;

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 13/08/2012;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 21 augustus 2006; A. JURIDISCHE CONTEXT EN ONDERWERP VAN DE AANVRAAG

Gelet op de aanvraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging ontvangen op 19/10/2010;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 20 maart 2007;

Gelet op de aanvraag van de Directeur-generaal van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 05/12/2012;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 12 juli 2007;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van het Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid, ontvangen op 02/10/2014;

BERAADSLAGING FO NR 07 / 2006 VAN 29 NOVEMBER 2006

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de CFI, ontvangen op 07/02/2018; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 09/03/2018;

Sectoraal comité van het Rijksregister

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 02/09/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Verklaring op erewoord (verhoogde verzekeringstegemoetkoming - ZIV-hoedanigheid + inkomens) - (bijdrage ingezetene) (DV0481)

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 6 april 2006;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Bernard Buyse, Voorzitter Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders ontvangen op 15/04/2010;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Betreft: Advies inzake het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 10/02/2010;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

SCSZ/04/26. Gelet op de aanvraag van het Vlaams Zorgfonds van 4 februari 2004;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/03/2012;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

Gelet op de aanvraag van Mevr. A. Versonnen, Directeur-generaal a.i. ADSEI ontvangen op 17/12/2009;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de contvangen op 29/09/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 29, 30/10, 13 en 16/11/2015;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, afdeling Inspectie Economie, ontvangen op 13/07/2009;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van de gemeente Sint-Agatha-Berchem ontvangen op 20/05/2014;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Transcriptie:

1/13 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr. 01/2008 van 14 februari 2008 Betreft: aanvraag van het RIZIV om toegang te krijgen tot persoonsgegevens van de FOD Financiën in het kader van de toepassing van het OMNIO-statuut (AF/MA/2007/011) Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het RIZIV, ontvangen op 17/12/2007; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 14/01/2008; Gelet op het technisch en juridisch advies, ontvangen op 12/02/2008; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 14/02/2008, na beraadslaging, als volgt:

Ber FO 01/2008-2/13 I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG I.1. Omnio-statuut 1. Er werden een aantal maatregelen genomen die erop gericht zijn de financiële toegankelijkheid van de geneeskundige verzorging te vergroten. Zo kunnen de rechthebbenden van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten van een voorkeurregeling voor de terugbetaling van de geneeskundige verstrekkingen. 2. De verhoogde tegemoetkoming werd toegekend aan rechthebbenden op bepaalde sociale voordelen die uitdrukkelijk worden opgesomd (zoals het leefloon, de inkomensgarantie voor ouderen, de tegemoetkomingen voor personen met een handicap,...) en aan sociaal verzekerden die bij hun ziekenfonds in een reglementair voorziene hoedanigheid zijn ingeschreven (waaronder de hoedanigheden van weduwnaar, weduwe, invalide, gepensioneerde of wees) en aan bepaalde inkomensvoorwaarden voldoen. 3. Men stelde evenwel meer en meer vast dat gezinnen zich in een moeilijke financiële situatie bevinden zonder dat ze van de verhoogde tegemoetkoming kunnen genieten. Om aan deze situatie te verhelpen, werd de verhoogde verzekeringstegemoetkoming uitgebreid tot alle gezinnen waarvan de inkomens zich onder een bepaald grensbedrag bevinden. 4. Deze uitbreiding, die de naam Omnio-statuut draagt, werd ingevoerd in 2007 (artikel 198 van de programmawet van 27 december 2006 voegde een nieuw lid in die zin in artikel 37 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994). Het uitvoeringsbesluit, namelijk het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het Omnio-statuut, hierna "het besluit", bepaalt onder meer de voorwaarden om dit statuut te verkrijgen en te behouden, en hoe de controle gebeurdt. I.2. Toekennen van het Omnio-statuut 5. Gezinnen waarvan het jaarlijks belastbaar bruto-inkomen lager ligt dat 11.763,02 euro (geïndexeerd) komen in aanmerking om van het Omnio-statuut te genieten (artikelen 38 en 39 van het besluit).

Ber FO 01/2008-3/13 6. De aanvraag daartoe wordt ingediend bij de verzekeringsinstelling via een verklaring op erewoord waarin alle gezinsleden hun inkomsten aangeven. Bij die verklaring op erewoord wordt het recentste aanslagbiljet gevoegd of andere nuttige stavingstukken (artikelen 44 en 45 van het besluit). 7. Naderhand gebeurt er een controle (zie artikelen 50-54 van het besluit). Er wordt nagegaan of het Omnio-statuut terecht werd verleend en bijgevolg eveneens of het voordeel van dit statuut wordt behouden. Krachtens voornoemde bepalingen impliceert dit een systematische controle van de inkomsten door de verzekeringsinstellingen in samenwerking met de Dienst voor administratieve controle van het RIZIV, hierna de aanvrager, en de FOD Financiën. I.3. Gewenste actie 8. Teneinde dit werk efficiënt te laten verlopen, wenst de aanvrager een toegang te verkrijgen tot de gegevensbank betreffende inkomensgegevens van natuurlijke personen van de FOD Financiën teneinde een aantal inkomensgegevens op te vragen, namelijk deze die de aanvrager moeten toelaten de in artikel 24 van het besluit bedoelde bruto-belastbare inkomens het bedrag van de inkomens zoals ze zijn vastgesteld inzake inkomstenbelasting voor elke aftrek - te bepalen. Dit artikel specificeert welke groepen van inkomsten geviseerd worden. Zij worden nader gedetailleerd in de richtlijnen van het RIZIV I.B. 2007/3, blz. 460 490. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID VAN DE AANVRAAG 9. Krachtens artikel 36bis van de wet van 8 december 1992, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 10. Het is de taak van dit comité om na te gaan of deze mededeling enerzijds nodig is voor de implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft. (Parl.Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004). 11. De aanvrager wenst toegang te bekomen tot persoonsgegevens die bij de FOD Financiën zijn opgeslagen. Het Comité is derhalve bevoegd.

Ber FO 01/2008-4/13 B. TEN GRONDE 1. Opdracht van de aanvrager 12. Artikel 5, eerste lid, c) en e), WVP bepaalt dat persoonsgegevens mogen verwerkt worden: wanneer de verwerking noodzakelijk is om een verplichting na te komen waaraan de verantwoordelijke voor de verwerking is onderworpen door of krachtens een wet, decreet of een ordonnantie ; wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking of aan de derde aan wie de gegevens worden verstrekt. 13. Ingevolge artikel 159 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, werd in de schoot van het RIZIV een Dienst voor administratieve controle ingesteld (de aanvrager). Deze laatste is belast met de controle op de prestaties van de verzekering voor geneeskundige verzorging, van de uitkeringsverzekering en van de moederschapverzekering, alsmede de administratieve controle op het inachtnemen van de bepalingen van deze gecoördineerde wet en haar uitvoeringsbesluiten. 14. De rol die de aanvrager speelt in het kader van de controle van het Omnio-statuut, wordt uitgetekend in de artikelen 50 54 van het besluit: hij bezorgt aan de FOD Financiën een lijst, opgesteld aan de hand van de door de verzekeringsinstellingen verstrekte gegevens, van personen aan wie het Omnio-statuut werd toegekend; voor de personen die belastingplichtig zijn deelt de FOD Financiën het bedrag van het gezinsinkomen mee aan de aanvrager; de aanvrager bezorgt deze informatie aan de betrokken verzekeringsinstellingen die vervolgens onderzoeken of de betrokkene al dan niet recht had op het Omnio-statuut; de verzekeringsinstellingen delen het resultaat van deze operatie mee aan de aanvrager. 15. De beoogde verwerking moet de aanvrager toelaten de hem reglementair opgedragen controletaken in zo optimaal mogelijke omstandigheden te vervullen evenals de verzekeringsinstellingen in staat te stellen hun beslissingen te toetsen. De aanvrager zal voor deze operatie een beroep doen op een onderaannemer.

Ber FO 01/2008-5/13 2. Voorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking 2.1. FINALITEITSBEGINSEL 16. Artikel 4, 1, 1, WVP stelt dat iedere verwerking van persoonsgegevens eerlijk en rechtmatig dient te zijn. Bovendien laat artikel 4, 1, 2, WVP de verwerking slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. 17. De door de aanvrager vooropgestelde verwerking stelt op dit vlak geen probleem. Zoals reeds werd aangestipt, is het verlenen van het Omnio-statuut een gunstregeling, afhankelijk van het inkomen van de aanvrager, die daartoe een verklaring op erewoord voorlegt, vergezeld van stavingstukken. De bijgevoegde stavingstukken laten de verzekeringsinstellingen en de aanvrager niet altijd toe om zoals bepaald in artikel 24 van het besluit het bruto-inkomen samen te stellen. 18. In het licht van de mogelijkheden die geboden worden door de beschikbaarheid van elektronische gegevensbanken ligt het voor de hand dat de aanvrager en de verzekeringsinstellingen de beslissingen in verband met het Omnio-statuut wensen te controleren aan de hand van officieel geverifieerde inkomensgegevens. 19. De verwerking van een indirecte inzameling bij de FOD Financiën, die door de aanvrager wordt beoogd, impliceert een latere verwerking van gegevens die oorspronkelijk werden verwerkt door de FOD Financiën. Deze latere verwerking is slechts aanvaardbaar voor zover ze verenigbaar is met de oorspronkelijke verwerking. De verenigbaarheid wordt beoordeeld in functie van de redelijke verwachtingen van de betrokkene en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen (artikel 4, 1, 2, WVP). 20. Artikel 51 van het koninklijk besluit van 1 april 2007 verplicht de aanvrager met het oog op controledoeleinden een beroep te doen op de FOD Financiën. De burger weet dus dat op het ogenblik dat hij verzoekt om van het Omnio-statuut te kunnen genieten, de FOD Financiën zal ingeschakeld worden teneinde na te gaan of de informatie die hij aan de verzekeringsinstellingen verstrekte aangaande de inkomsten van het gezin correct is. 21. Het Comité is dan ook van oordeel dat de geviseerde verwerking verenigbaar is.

Ber FO 01/2008-6/13 2.2. PROPORTIONALITEIT 2.2.1. Ten overstaan van de gegevens 22. De WVP stelt eveneens kwaliteitsvereisten met betrekking tot de persoonsgegevens die worden verwerkt. Artikel 4, 1, 3, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, terzake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. 23. Het Comité merkt op dat de inzameling erop gericht is om de aanvrager en de verzekeringsinstellingen toe te laten om het bruto-inkomen vast te stellen, zoals bepaald in artikel 24 van het besluit. In bijlage 1 somt de aanvrager de gegevens op die hij daartoe vanwege de FOD Financiën wenst te ontvangen. 24. Het Comité stelt na analyse vast dat de gegevens tot dewelke de aanvrager toegang wenst, vereist zijn om de het bruto-jaarinkomen van de betrokkenen zo nauwkeurig mogelijk te bepalen. Elk gegeven heeft betrekking op een inkomstenelement dat gelinkt kan worden, hetzij aan een welbepaalde code op het aangifte formulier zoals dat door de betrokkene werd ingediend, hetzij aan een berekening die de fiscus deed op basis van informatie verstrekt op het aangifteformulier (bijvoorbeeld de betrokkene vult de kadastrale inkomens in, het is de fiscus die zorgt voor de indexering teneinde de actuele waarde van dat inkomen te bepalen). 25. In het licht hiervan besluit het Comité dat de gegevens tot dewelke toegang gewenst wordt, conform zijn aan artikel 4, 1, 3, WVP. 26. De informatie die opgevraagd wordt heeft betrekking op de inkomsten van 2 jaar voorafgaand aan het jaar van de opvraging (in 2009 zullen de inkomsten van 2007 opgevraagd worden). Dit wordt ingegeven door het feit dat: het refertejaar voor de opening van het recht, het jaar ervoor is; het refertejaar voor het behoud van dit recht, het jaar zelf is. 27. Het Comité stelt vast dat, rekening houdend met het feit dat: het Omnio-systeem in 2007 werd ingevoerd; er een zekere tijd verstrijkt vooraleer de gegevens beschikbaar zijn in de gegevensbank van de FOD Financiën;

Ber FO 01/2008-7/13 deze controleoperatie jaarlijks herhaald wordt; de verstrekking van de inkomsten van "jaar 2" aan de aanvrager en de verzekeringsinstellingen toelaat om de reglementair voorgeschreven controle correct te verrichten. 2.2.2. Ten overstaan van de bewaringstermijn van de gegevens 28. De aanvrager stelt dat hij de verkregen gegevens gedurende 5 jaar zal bewaren. Het zijn de verzekeringsinstellingen die initieel beslissen over de al dan niet toekenning van het Omnio-statuut. Zij zijn het ook die de controle verrichten op basis van de gegevens van de FOD Financiën. De aanvrager doet naderhand steekproefsgewijs controle op deze beslissingen. 29. Artikel 174 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 bepaalt dat de vorderingen tot terugbetaling in het kader van deze wet normaal verjaren na 2 jaar. Deze termijn wordt echter opgetrokken tot 5 jaar als de ten onrechte verstrekte prestaties/voordelen het gevolg zijn van bedrieglijke handelingen. 30. In het licht hiervan is het Comité van oordeel dat de voorgestelde bewaringstermijn conform is aan artikel 4, 1, 5, WVP. 2.2.3.Ten opzichte van de frequentie van de toegang en de duur van de machtiging 31. De verzekeringsinstellingen bezorgen de aanvrager jaarlijks - uiterlijk voor 31 maart een lijst van de Rijksregistergezinnen die op 1 januari van dat jaar van het Omnio-statuut genieten. De aanvrager splitst deze gezinnen op per INSZ nummer en stuurt deze door aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid met oog op integratie in haar verwijzingsrepertoria (waarborg dat er geen informatie wordt opgevraagd van personen die niet als verzekerde gekend zijn). De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid verzendt de lijst vervolgens aan de FOD Financiën, die per persoon de vereiste gegevens langs dezelfde weg terugstuurt. 32. Het is de bedoeling om deze operatie een keer per jaar te doen, dit wil zeggen dat, met het oog op de controle zoals in deze beraadslaging omschreven, de FOD Financiën jaarlijks de inkomstengegevens van "jaar 2" van een persoon aan de aanvrager verstrekt. Het is mogelijk dat de aanvrager zich daartoe meerdere malen tot de FOD Financiën zal moeten te richten. Voor een aantal personen zal de FOD Financiën naar aanleiding van de eerste opvraging noodgedwongen moeten melden aan de aanvrager dat de vereiste gegevens nog niet beschikbaar zijn. In dat geval

Ber FO 01/2008-8/13 zal de aanvrager voor die personen later op het jaar de FOD Financiën opnieuw moeten ondervragen. 33. In het licht hiervan is het Comité van oordeel dat het niet aangewezen is om een periodiciteit inzake de toegang te bepalen. 34. De toegang wordt voor onbepaalde duur gevraagd. Het recht om van het Omnio-statuut te kunnen genieten werd niet in de tijd afgebakend. Dit geldt ipso facto voor het eraan gekoppelde controlesysteem waarvan de aanvrager de draaischijf is. 35. Het Comité constateert dat, met het oog op het vervullen van de opgegeven doeleinden, een machtiging voor onbepaalde duur gepast is (artikel 4, 1, 3 WVP). 2.2.4. Intern gebruik en/ of mededeling aan derden 36. De aanvrager zal de gegevens die hij ontvangt vanwege de FOD Financiën ontvangt intern gebruiken met het oog het vervullen van de controletaken die hem werden opgedragen. 37. Hij zal deze gegevens ook meedelen aan de verzekeringsinstelling. Een verzekeringsinstelling ontvangt vanzelfsprekend alleen de informatie m.b.t. haar aangeslotenen. Het Comité stelt vast dat dergelijke mededeling in het licht van het opgegeven doeleinde en de reglementaire bepalingen terzake, aanvaardbaar is. 2.3. TRANSPARANTIEBEGINSEL (artikelen 4, 1, 1, en 9 tot 15bis, WVP) 38. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. Inzake informeert het besluit de betrokkenen ondubbelzinnig omtrent de beoogde verwerking. Daarenboven voorzien de modellen van verklaring op erewoord (bijlagen van het koninklijk besluit van 1 april 2007) aan de hand waarvan de aanvraag gebeurt, uitdrukkelijk dat de betrokkene toestemming verleent om de bruto inkomens te verifiëren bij de FOD Financiën. Zij weten dus dat de nodige inkomstengegevens bij de fiscus zullen opgevraagd worden teneinde zowel de opening als het behoud van het recht te controleren. 39. Dit neemt niet weg dat wanneer een verzekeringsinstelling of de aanvrager tengevolge van de controle beslissen om het recht te beëindigen, zij de betrokkene moeten inlichten over de oorsprong van de gegevens die gebruikt werden alsook over de logica die aangewend werd voor het nemen van de beslissing.

Ber FO 01/2008-9/13 2.4. BEVEILIGING 40. De aanvrager behoort tot het netwerk van de Sociale Zekerheid en is bijgevolg onderworpen aan het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. Dit betekent dat hij beschikt over: a. een consulent inzake informatieveiligheid waarvan de aanstelling voorgelegd werd aan het Sectoraal comité van de sociale zekerheid; b. een veiligheidsplan met aanduiding van alle noodzakelijke middelen voor de uitvoering ervan. 41. De door de aanvrager genomen veiligheidsmaatregelen kunnen als passend worden gekwalificeerd. 42. In dit opzicht vestigt het Comité de aandacht van de aanvrager op het feit dat elke beveiligde flux van gegevens vereist dat aan beide zijden veiligheidsmaatregelen worden genomen, dus ook door de FOD Financiën. Het Comité verwijst in dit verband naar de referentiemaatregelen voor de beveiliging die beschikbaar zijn op de website van de Commissie. OM DEZE REDENEN, het Comité machtigt het RIZIV, Dienst voor administratieve controle, om, onder de voorwaarden omschreven in deze beraadslaging, voor onbepaalde duur toegang te hebben tot de gegevens van de FOD Financiën, meer in het bijzonder tot deze vermeld in de lijst die als bijlage 1 aan deze beraadslaging is toegevoegd en die er integraal deel van uitmaakt, teneinde jaarlijks voor het "jaar -2" kennis te kunnen nemen van de vereiste inkomstenelementen van de personen die van het Omnio-statuut genieten. De Administrateur, De Voorzitter, (get.) Jo Baret (get.) Willem Debeuckelaere

10/13 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr. 01/2008 van 14 februari 2008 OMNIO AANSLAGJAAR 2007 - INKOMSTENJAAR 2006 IPCAL A IPCALB CODE GEGEVEN Aangifte gezinshoofd Aangifte partner Vak aangifte OMS_NED A2120 B2120 2120 1212 2212 1c Achterstallen A2240 B2240 2240 1224 2224 2b Achterstallen A2510 B2510 2510 1251 2251 Vak 4 A 6 Vervroegd vakantiegeld A2520 B2520 2520 1252 2252 Vak 4 A 7 Achterstallen A2540 B2540 2540 1254 2254 Vak 4 A 10a Terugbetaling woon-werk. totaal bedrag A2610 B2610 2610 1261 2261 Vak 4 B 1b Achterstallen A2630 B2630 2630 1263 2263 Vak 4 B 2b Achterstallen A2650 B2650 2650 1265 2265 Vak 4 B 3b Achterstallen A2680 B2680 2680 1268 2268 Vak 4 C 2 Achterstallen A2720 B2720 2720 1272 2272 Vak 4 D 4 Achterstallen A2930 B2930 2930 1293 2293 Vak 4 D 1 a A2950 B2950 2950 1295 2295 Vak 4 D 1 b A1930 B1930 1930 1193 2193 Vak 6 2 Achterstallige uitkeringen (gerechtelijke beslissing) A4040 B4040 4040 1404 2404 Vak 16 4 a Aandelenopties van het jaar A4140 B4140 4140 1414 2414 Vak 16 4 b Aandelenopties van vorige jaren A7059 B7059 7059 Vorige werkzaamheid verschil (positief / negatief) A1001 B1001 1001 Idem 1000 geïndexeerd (x 1,4276). A1011 B1011 1011 Idem 1010 geïndexeerd (x 1,4276)

Ber FO 01/2008-11/13 A1061 B1061 1061 A1071 B1071 1071 A1081 B1081 1081 Geïndexeerd K.I. gebracht tot 140% van gebouwen niet verhuurd of verhuurd aan natuurlijke personen die ze niet voor hun beroep gebruiken, of aan rechtspersonen die geen vennootschappen zijn. Geïndexeerd K.I. van gebouwen niet verhuurd of verhuurd aan natuurlijke personen die ze niet voor hun beroep gebruiken. Geïndexeerd K.I. van onroerende goederen verhuurd overeenkomstig de pachtwetgeving voor land- of tuinbouwdoeleinden. A1091 B1091 1091 Geïndexeerd K.I. van gebouwen, materieel en outillering verhuurd aan personen die ze gebruiken voor beroepsdoeleinden of aan rechtspersonen, vennootschappen, verenigingen of groeperingen zonder rechtspersoonlijkheid. A1101 B1101 1101 Belastbaar gedeelte van de huur met betrekking op grondbezittingen opgenomen in 1091. A1111 B1111 1111 Gedeelte van het geïndexeerd K.I. reeds begrepen in het gegeven 1091. Geïndexeerd K.I. van gronden verhuurd aan personen die ze gebruiken voor A1121 B1121 1121 beroepsdoeleinden of aan rechtspersonen, vennootschappen, verenigingen of groeperingen zonder rechtspersoonlijkheid. A1131 B1131 1131 Belastbaar gedeelte van de huur met betrekking op grondbezittingen opgenomen in 1121. A1140 B1140 1140 1114 2114 Vak 3 A 7 Op vaste termijnen te betalen bedragen van erfpacht of opstal. A1151 B1151 1151 Geïndexeerd KI materieel en outillering A1161 B1161 1161 Materieel en outillage : aanvullende huuropbrengst A1251 B1251 1251 Totaal van buitenlandse inkomsten van grondbezittingen belastbaar tegen verlaagd tarief (netto bedrag). A1331 B1331 1331 Totaal van de vrijgestelde buitenlandse inkomsten van grondbezittingen A1695 B1695 1695 Roerende inkomsten afzonderlijk belastbaar tegen 25 %. A1697 B1697 1697 Roerende inkomsten afzonderlijk belastbaar tegen 15 %. A1705 B1705 1705 Netto roerende inkomsten gezamenlijk belastbaar. A1710 B1710 1710 1171 2171 Vak15 B 4a Netto bedrag van de meerwaarden verwezenlijkt naar aanleiding van een overdracht van een op een in België gelegen gebouw of zakelijk recht op deze goederen. A1740 B1740 1740 1174 2174 Vak15 B 5 Netto bedrag van de meerwaarden verwezenlijkt naar aanleiding van een volledige of gedeeltelijke overdracht aan buitenlandse vennootschappen. A1892 B1892 1892 Diverse inkomsten met roerend karakter gezamenlijk belastbaar. A1895 B1895 1895 Diverse inkomsten met roerend karakter afzonderlijk belastbaar aan 25%. A1897 B1897 1897 Diverse inkomsten met roerend karakter afzonderlijk belastbaar aan 15%. A1920 B1920 1920 1192 2192 Vak 6 1 Niet gekapitaliseerde onderhoudsuitkeringen aan 100 %. A1940 B1940 1940 1194 2194 Vak 6 3 Gekapitaliseerde onderhoudsuitkeringen aan 100 %.

Ber FO 01/2008-12/13 A2020 B2020 2020 1202 2202 Vak15 B 1c Nog niet afgetrokken verliezen van de vorige 5 jaren. A2022 B2022 2022 Netto winsten of baten voortvloeiend uit prestaties, verrichtingen, speculaties of toevallige of onvoorziene diensten, na aftrek van het gegeven 2020. A2030 B2030 2030 1203 2203 Vak15 B 2a Netto bedrag van prijzen, subsidies, renten of pensioenen aan geleerden, schrijvers en kunstenaars. A2050 B2050 2050 1205 2205 Vak15 B 3a Meerwaarden op overdracht van in België gelegen ongebouwde onroerende goederen belastbaar tegen 33 % (netto bedrag). A2060 B2060 2060 1206 2206 Vak15 B 3b Meerwaarden op overdracht van in België gelegen ongebouwde onroerende goederen belastbaar tegen 16,5 % (netto bedrag). A2110 B2110 2110 1211 2211 1b Pensioenen (met uitsluiting van brugpensioenen). A2130 B2130 2130 1213 2213 1d1 Kapitalen en afkoopwaarden die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 33 %. A2140 B2140 2140 1214 2214 1d2 Kapitalen en afkoopwaarden die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 16,5%. A2150 B2150 2150 1215 2215 1d3 Kapitalen en afkoopwaarden die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 10 %. A2160 B2160 2160 1216 2216 1e1 Omzettingsrenten betaald of toegekend in 2006. A2180 B2180 2180 1218 2218 1e2 Omzettingsrenten betaald of toegekend tijdens de jaren 1994 tot 2005 A2190 B2190 2190 1219 2219 3a Pensioenen en renten voortvloeiend uit pensioensparen gezamenlijk belastbaar. A2200 B2200 2200 1220 2220 3b1 Spaartegoeden, enz. voortvloeiend uit pensioensparen belastbaar tegen 33 %. A2210 B2210 2210 1221 2221 3b2 Spaartegoeden, enz. voortvloeiend uit pensioensparen belastbaar tegen 16,5 %. A2220 B2220 2220 1222 2222 3b3 Spaartegoeden, enz. voortvloeiend uit pensioensparen belastbaar tegen 10 %. A2170 B2170 2170 1217 2217 2a Arbeidsongevallen en beroepsziekten : uitkeringen, toelagen en renten. Arbeidsongevallen en beroepsziekten : omzettingsrenten van kapitalen betaald of toegekend A2260 B2260 2260 1226 2226 2c1 in 2006 Arbeidsongevallen en beroepsziekten : omzettingsrenten van kapitalen betaald of toegekend A2270 B2270 2270 1227 2227 2c2 tijdens de jaren 1994 tot 2005. A2450 B2450 2450 1245 2245 Vak 4 A 9 Inschakelingsvergoedingen A2480 B2480 2480 1248 2248 Vak 4 A 5b Aandelenopties toegekend tijdens de jaren 1999 tot 2005 : belastbaar bedrag in 2006. A2490 B2490 2490 1249 2249 Vak 4 A 5a Aandelenopties toegekend in 2006

Ber FO 01/2008-13/13 A2500 B2500 2500 1250 2250 Vak 4 A 4 Wedden en lonen. A2530 B2530 2530 1253 2253 Vak 4 A 8 Opzeggingsvergoedingen. A2590 B2590 2590 1259 2259 Adm. 9 Inkomsten (verhoging) volgens indiciën. A2600 B2600 2600 1260 2260 Vak 4 B 1a Wettelijke en aanvullende werkloosheidsuitkeringen zonder anciënniteitstoeslag. A2620 B2620 2620 1262 2262 Vak 4 B 2a Wettelijke werkloosheidsuitkeringen met anciënniteitstoeslag A2640 B2640 2640 1264 2264 Vak 4 B 3a Andere uitkeringen met anciënniteitstoeslag A2660 B2660 2660 1266 2266 Vak 4 C 1 Wettelijke verzekeringsuitkeringen bij ziekte of invaliditeit. A2690 B2690 2690 1269 2269 Vak 4 D 1 Aanvullende ziekte- of invaliditeitsuitkeringen. A2700 B2700 2700 1270 2270 Vak 4 D 2 Uitkeringen bij beroepsziekte of arbeidsongeval (wettelijke en aanvullende). A2710 B2710 2710 1271 2271 Vak 4 D 3 Andere uitkeringen A2810 B2810 2810 1281 2281 Vak 4 E 2 Wettelijke en aanvullende brugpensioenen.. A2820 B2820 2820 1282 2282 Vak 4 E 3 Achterstallen andere brugpensioenen A2890 B2890 2890 1289 2289 Adm. 9 Inkomsten van onbepaalde oorsprong (indiciën). A2910 B2910 2910 1291 2291 Vak 4 A 9 Regionale premie bij werkhervatting. A2920 B2920 2920 1292 2292 Vak 4 D 1 a Vervangingsinkomsten gewone vergoeding zonder clausule A2940 B2940 2940 1294 2294 Vak 4 D 1 b Vervangingsinkomsten gewone vergoeding met clausule A4000 B4000 4000 1400 2400 Vak 16 3 Bezoldigingen van bedrijfsleiders. A4010 B4010 4010 1401 2401 Vak 16 5 Als bezoldigingen aan te merken huurinkomsten A4020 B4020 4020 1402 2402 Vak 16 6 Vervroegd vakantiegeld. A4030 B4030 4030 1403 2403 Vak 16 7 Opzeggingsvergoedingen. A4110 B4110 4110 1411 2411 Vak 16 15 Bezoldiging bedrijfsleider in dienstverband. A4130 B4130 4130 1413 2413 Bezoldiging bedrijfsleider inschakelingsvergoeding. A4170 B4170 4170 1417 2417 Vak 16 17 Bezoldiging bedrijfsleider na ontslag. A4100 B4100 4100 1410 2410 Adm. 9 Inkomsten (verhoging) volgens indiciën. A6085 B6085 6085 Netto winst. A6605 B6605 6605 Netto baten. A7494 B7494 7494 Achterstallige erelonen.