Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan.

Vergelijkbare documenten
Watervrij/buikdrijven Van niets naar geel. De kinderen moeten de volgende dingen kunnen om naar het volgende groepje te gaan.

Eisen zwemvaardigheidsdiploma 1. Gekleed zwemmen:

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

EISEN ZWEMVAARDIGHEIDSDIPLOMA I. Gekleed zwemmen: zwembad DE JOFFER Voerendaal

1. Vrij zwemmen maandagavond

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

11. De Lessen: Zwemmen Zwemvaardigheid Accommodatie & materiaal Lestijd & groepsgrootte

A diploma Zwemsurvival

Lesplan zwemlessen sportcentrum de Trits.

4.7.1 Wedstrijd 1&2&3 bij 5 wedstrijden (wedstrijd 1&2 bij 4 wedstrijden): E-groep D-groep C-groep B-groep A - groep Masters

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen

Circus les 6. Doelen:

Naam lesgever << Zelf in te vullen >> Datum les << Zelf in te vullen >> Duur van de les << Zelf in te vullen >>

Les 3. GROEP: 3 t/m 8 Doelspelen, springen, balanceren

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN:

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

Watergewenningsoefeningen ter voorbereiding op de zwemles Februari 2017

Hoera, kleurtje blauw

OLA WaterSpelen. WILDCARDS Halve Finale OLA WaterSpelen. BELANGRIJK: stem de dag waarop u de spelletjes gaat organiseren ruimschoots op

OVERZICHTSLIJST VAN DE OEFENINGEN

Geraardsbergsestraat 31, 9660 Brakel

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

14.5. Impressie / Plattegrond

ZWEMEISEN PER NIVEAU,STICKERVERDELING EN DIPLOMA EISEN

Gymlessen (onderbouw) Zomerspelen

Zed en Sop Sticker 1. Zed en Sop sticker 2 Dolfijn. Zed en Sop sticker 3 Springen en duik vormen. Voortraject. Verdragen van spetters

OCHTEND BOVENBOUW. Atletiek. 1 Sprint. 2 Balwerpen. 3 Verspringen. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Speerwerpen

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN:

Volleybal binnen het basisonderwijs

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging

basis leergang startduik

De nieuwe leerlijn zwemmen?

Lesplan elementair Zwemmen / Zwem ABC

Doelstellingen van Zwem-ABC (basiselementen)

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

Leer zwemmen met Fred Brevet

1 Vanaf een verhoging voor de balk opstappen tot schredestand op de balk

Kracht- en Coördinatiecircuit

Reddingsbrigade Nederland IJmuiden, september Examenprotocol Junior Redder

Oefeningen voor beenspieren

Methode Mini Volleyball

Plattegrond pietengym zaal 3

Standaard examenprogramma Nationaal Zwemdiploma A

Blok 4 les 2 Groep 7,8

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

Leer zwemmen. met Fred Brevet. Sportdienst Kuurne

Algemene informatie over het Nationaal Platform Zwembaden/de Nationale Raad Zwemdiploma s

De stippelspelen.

SCOREFORMULIER SCOREFORMULIER. Oef. Score 1 Score 2 Letter Oplossing

Voorbeeld Lesvoorbereidingsformulier

Voorbeeld 1 Lesvoorbereidingsformulier

Lees en bekijk de activiteitkaarten bij de activiteiten. Hierop. staat de uitleg van de activiteit. met tekst en plaatjes.

werkblad Basisopstelling 2 Vak 1 Glijden en klimmen Vak 2 Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal

Op vakantie les 2. Doelen:

Aanpassingen in het bewegingsonderwijs voor kinderen met overgewicht

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten)

Voorbeeldspelen / -oefeningen

Bal in de hoepel gooien

LES 20. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Zwaaien

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig?

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

1 Namen leerspel. Alle typen

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Doelstellingen Activiteit Organisatie Materiaal/opmerkingen Opwarming: cardio-vasculaire prikkeling

Afzem- en kledingeisen Nationale Raad Zwemveiligheid diploma ABC

Prinsen en prinsessen les 3. Doelen:

CMV 6-7. Inhoudsopgave

2 Zet de pilon op 2 vingers en houd deze 5 tellen in balans. Daarna op 1 vinger.

Wijzigingen Examenregeling Nationale Zwemdiploma s t.o.v. BREZ 2.0

Joy of moving Beweegparcours. 13 september Sportieve opening van het Schooljaar

Rood 60 min Maximaal tempo Minimum 1,5-2,5 dagen 1 l water 1 yoghurt (of ander

Voorbeeldspelen / -oefeningen

9. De Lessen: Gymnastiek

Uitwerking vrije lessen

Circus les 5. Doelen:

ENVOZ DIPLOMA A-B-C. Bijzonderheden: 1. Minimaal 50% van de af te leggen afstand moet in voor de kandidaat diep water afgelegd worden.

EISEN ZWEMDIPLOMA A (per 1 september 2010) Gekleed zwemmen: In badkleding:

Geen diploma: doelgroepen bad 1 zweminstructeur 1 of meerdere diploma s: diepe bad 2 zweminstructeurs

Aangesloten bij de Nederlandse Culturele Sportbond Erkend door de Nationale Raad Zwemdiploma s Opgericht: 19 april Mw. S.

idem als C+ Salto + koprol + keerpunt borstcrawl

Naam: Naam: Vereniging: Vereniging: Na start- en/of keerpunt meer dan één arm-doortrekbeweging onder water gemaakt.

Mozarthof school voor ZML Leerlijn Bewegingsonderwijs dd /14

Op vakantie les 8. Doelen: punt. vindt.

Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen

Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. Speler bij Warming-up

LES 2 GROEP: 3 t/m 8 ATLETIEK DOELSTELLINGEN:

Lesbrief 5 VEILIG LEREN VALLEN VOOR LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS

Versie: 1.1 Februari 2015

Transcriptie:

Leerlijn Balanceren Klimmen op een drijvende mat. Vervolgens gaan staan op de drijvende mat. Dan eraf springen. Houd indien nodig één hand van de kinderen vast. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan. + Laat de kinderen één voor één tegen de mat duwen, kan diegene op de mat blijven staan? Per 5 kinderen een mat Leg de mat ver genoeg van de kant af. Maak groepen en geef elke groep een flexibeam. De kinderen gebruiken de flexibeam als paardje en moeten zo een stuk zwemmen, tikken de volgende aan, etc. Welk team is het snelst? Flexibeams Groepjes niet groter dan 4 kinderen. Laat kinderen een handstand maken waarbij ze zo lang mogelijk proberen te blijven staan. + Synchroon een handstand maken met een tweetal, drietal, etc. + In handstand door het water wandelen, of met de voeten tegen elkaar. Er staat één kind op de mat, er klimt nog een kind op de mat. Kan het eerste kind blijven staan? Kan er een derde kind bij? En een vierde? Ondiep: zorg dat de kinderen ver genoeg uit elkaar staan. leg de mat niet te dicht bij de kant neer. Laat kinderen op een plankje of op een bal liggen. Kunnen ze het voorwerp verschuiven onder het lichaam, zonder balans te verliezen? Voor alle kinderen een bal of plankje Zorg dat de kinderen voldoende afstand van elkaar houden. Laat de kinderen tegenover elkaar liggen, met ieder een bal onder de buik. Vervolgens elkaar uit balans brengen, wie houdt de bal het langste onder het lichaam? Ballen

Leerlijn Klimmen Klein circuit maken met een mat en hoepel bij de kant van het bad. Kinderen klimmen over de mat heen, duiken door de (drijf)hoepel en klimmen vervolgens weer op de kant. + Tijd bijhouden, kun je sneller? + Er kan een hoepel op de bodem gelegd worden., hoepels Maak meerdere circuitjes om wachten te voorkomen. Hoe vaak kun je in 1 minuut in het water springen, eruit klimmen, weer in het water springen, etc.? + Laat de kinderen tussendoor steeds de bodem raken. Hoe vaak kun je in 1 minuut in het water springen, eruit klimmen, weer in het water springen, etc.? + Vorm tweetallen, één kind ligt in het water met een flexibeam, de ander moet hier steeds overheen springen voordat er op de kant geklommen mag worden. 1 flexibeam per 2 kinderen Let erop dat de kinderen met de flexibeam goed aan de zijkant liggen. Touwtrekken, maak groepen (even aantal) en laat ze allemaal een touw vastpakken. Zet 2 pylonnen op de kant waar ze voorbij moeten trekken. Eventueel een flexibeam gebruiken in plaats van een touw. Touwen of flexibeams, pylonnen (2x) Maak groepen. Laat de kinderen op de kant klimmen, weer in het water springen, een stukje lopen en de volgende aantikken. + Voeg een mat toe om overheen te klimmen. Maak groepen. Bind een touw aan het startblok of de duikplank vast en laat de kinderen omhoog klimmen. Vanaf de kant het water in springen, een stukje zwemmen en de volgende aantikken. Er mag een vriendje op de kant staan om te helpen met klimmen. stukken touw Leg een loopmat over het water. Kinderen klauteren er in de lengte overheen. Wie is het snelst? + Laat de kinderen in de breedte over de mat gaan. Bijvoorbeeld 5 x (zigzag) over de hele lengte. Wie is het snelst? Loopmatten

Leerlijn Over de kop gaan Leg een mat half op de kant. Laat de kinderen op de mat een koprol maken, zodat ze doorrollen het water in. Leg een mat half op de kant. Laat de kinderen op de mat een koprol maken, zodat ze doorrollen het water in. + Wanneer dit makkelijk gaat, kan de koprol zonder mat gemaakt worden. Leg de mat na elke koprol weer goed neer. Leg een mat half op de kant, half in het water. Rol op je zij van de mat af het water in. Probeer nog zoveel mogelijk zijwaartse rollen te maken in het water. Leg de mat na elke koprol weer goed neer. Leg meerdere flexibeams achter elkaar en laat de kinderen één voor één dolfijnen over de flexibeams. De oefening kan ook zonder flexibeam uitgevoerd worden. Laat een hoepel onder water zweven (bijvoorbeeld aan een touw met iets zwaars op de bodem). De kinderen zwemmen onder de hoepel door, draaien zich om en zwemmen door de hoepel weer terug. + Laat de hoepel dieper in het water zweven. Ondiep: flexibeams hoepels Hoeveel koprollen kun je voorwaarts maken in het water? En hoeveel achterwaarts? Let op een veilige afstand tussen de kinderen. Laat de kinderen in supermanhouding van de kant afzetten en vervolgens een draai om de lengteas maken. + Doe hetzelfde, alleen dan met de rug op het water in plaats van de buik. + Maak van een halve draai een hele draai, dan anderhalve draai, etc. Kinderen hebben beide handen aan de kant vast (of een startblok) en zetten hun voeten steeds hoger tegen de kant op. Vervolgens maken ze een achterwaartse koprol. + Laat de kinderen de oefening na elkaar uitvoeren, zodat er een wave ontstaat.

Leerlijn Springen Verspringen vanaf de kant. Laat de kinderen een paar keer oefenen om zo ver mogelijk te springen. Vervolgens krijgen ze 3 sprongen; bij elke sprong leggen ze een ring op de bodem om aan te geven hoe ver ze gekomen zijn. Komen ze de volgende keer verder, dan verplaatsen ze de ring. Hoe ver komen ze? Ringen in verschillende kleuren Laat de kinderen over een flexibeam springen wanneer dit meer houvast geeft. Alle kinderen proberen zo hoog mogelijk te springen. Na een paar keer springen, maken ze tijdens de sprong een draai. Begin met een halve draai en werk toe naar een hele draai. Geef de kinderen verschillende opdrachten om van de kant te springen: schroeven, spreidsprongen. Hoe meer hoogte, hoe beter de sprong uitgevoerd kan worden. + Wanneer de groep het toelaat, kan er ook een salto gemaakt worden. Zorg dat er genoeg ruimte tussen de kinderen is en dat ze ver genoeg van de kant af springen. Vanaf de rand van het bassin springen de kinderen het water in. Ze mogen allerlei sprongen maken: bommetje, recht op, hurksprong, etc. Maak er een spelletje van, bijvoorbeeld: wie maakt de meeste/minste spetters? Kunnen ze allemaal tegelijk springen? Knoop 5 hoepels aan elkaar, deze vormen de Olympische ringen. Leg deze in het water en laat kinderen in de hoepels springen. Wie redt ze allemaal? Hoepels (5 x) in verschillende kleuren Eventueel gebruik van flexibeams die in een rondje gelegd worden. Laat de kinderen verspringen terwijl ze in het water staan. Hoe ver komen ze? Als er lijnen op de bodem staan, zijn die te gebruiken en anders kan er zinkmateriaal op de grond worden gelegd. Oefen 3 sprongen met een tweetal vanaf de kant het water in. Na het oefenen laat elk duo de sprongen zien. De zwemonderwijzer loopt langs en geeft per duo een cijfer. Zorg dat er genoeg ruimte tussen de kinderen is.

Leerlijn Doelspelen Maak 2 vakken en verdeel de groep in tweeën. In elk vak liggen ballen, voorwerpen, etc. Gooi zo snel mogelijk je eigen vak leeg. Ballen en andere voorwerpen die blijven drijven Aanpassen door verkleinen/vergroten van het vak of meer/minder spullen. Verdeel de groep in tweeën en speel een partijtje waterpolo. Gebruik hiervoor caps. Waterpolocaps en een bal Leg kort eenvoudige spelregels uit. Maak teams. Elk team probeert 5x over te spelen, dat is één punt. Tegelijkertijd probeert het andere team de bal af te pakken. + Laat de teams 10x overspelen voordat er een punt gescoord wordt. De kinderen proberen om de beurt met de bal een aantal pylonnen, die op de kant staan, om te gooien. Ballen Pylonnen en ballen Maak meerdere groepjes. Maak 5 hoepels met verschillende kleuren aan elkaar vast. Zet deze rechtop in het zwembad of op de kant. Vervolgens mogen de kinderen een bal gooien en verdienen ze per ring punten. Elke ring heeft een ander puntenaantal. Hoepels en ballen