Lerarenopleiding Nederlands Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4



Vergelijkbare documenten
Taalkunde 1: Spelling en ontleden

Lerarenopleiding Nederlands Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Lerarenopleiding Engels Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Engels Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Lerarenopleiding Nederlands

Lerarenopleiding Duits Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

EN-NE-DRM1.A.12 3 netwerk Dramaproductie. EN-NE-LIT2Q.A.14 5 netwerk Jeugdliteratuur

Lerarenopleiding Frans Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Geschiedenis Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Duits Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Frans Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Kennisbasis Duits 8 juli Taalkundige kennis

Lerarenopleiding Duits

Lerarenopleiding Wiskunde Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Lerarenopleiding Nederlands

Verantwoording gebruik leerlijnen

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Lerarenopleiding Engels

Lerarenopleiding Engels

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Lerarenopleiding Aardrijkskunde Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Leerwerkstage 1. voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten. Project: informatievaardigheden (mediawijsheid)

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Lerarenopleiding Frans

reflectieopdrachten en door middel van het toepassen van het analysemodel in praktijkcases.

Competentievenster 2015

Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Lerarenopleiding Scheikunde Curriculumoverzicht (leerjaar 1 en 2)

kempelscan K1-fase Eerste semester

Opbouw van de educatieve minor

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

Beroepsstandaarden docent Nederlands

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19

Opbouw van de educatieve minor

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Lerarenopleiding Natuurkunde Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

TRAJECT WELZIJN_METHODIEK VAN BEGELEIDEN_ _INHOUD_KORT

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 252 SBU, 9 EC

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs

1 De kennisbasis Nederlandse taal

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

CKV Festival CKV festival 2012

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

kempelscan P2-fase Studentversie

Cohortoverzicht maatschappijleer cohort 2015 Deze studenten zijn in eerstejaars

De kunst van het lesgeven

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

Taal in beeld Spelling in beeld

Overzicht curriculum VU

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar havo/vwo

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

Doorlopende leerlijn in de kunst en cultuurvakken (PO - havo/vwo) 2010

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Beroepsstandaarden Talendocent

Modulekaart 2 Leraar Basisonderwijs

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

Ontwikkelingen in afstudeerrichtingen lerarenopleidingen HAN ILS. 13 april 2016

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

POP Martin van der Kevie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

2 jarig Verzorgende IG BOL

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Duits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Transcriptie:

Lerarenopleiding Nederlands Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4 (CROHO-nr. 35198) Variant dagopleiding Schematisch beeld van het opleidingsmodel: Curriculum Bachelor 2010 (BA2010) Kenmerken: 1. Programma vanaf cohort september 2010 (dagopleiding) 2. Indeling van het curriculum in: a. Een beroepsvoorbereidende leerlijn b. Een werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn c. Een opleidingsspecifieke leerlijn 3. Gebaseerd op de kennisbasis ( en opleidingsspecifiek) 4. Plaats van de minors in het programma (een opleidingsgebonden minor in het tweede leerjaar) 5. Introductie van leerwerktaken. 6. Onderwijseenheden te herkennen aan de plaats van het streepje op positie 3 in de code: EN- Dagopleiding 1

Aan deze beschrijvingen kunnen geen rechten worden ontleend. Kijk voor de vastgelegde tekst in Educator. Zie voor de literatuur de aparte literatuurlijst Dagopleiding 2

sopgave Propedeuse... 5 Beroepsvoorbereidende leerlijn... 5 Onderwijskunde 1... 5 Onderwijskunde 2... 7 Drama 1... 8 Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn... 9 Studieloopbaanbegeleiding 1A... 9 Studieloopbaanbegeleiding 1B... 10 Leerwerkstage 1... 11 Opleidingsspecifieke leerlijn... 12 Leerwerktaak: Digitale vertelling... 12 Leerwerktaak: Jeugdliteratuur... 13 Didactiek 1 - Nederlands... 14 Vakdidactiek Nederlands 1... 15 Vakdidactiek Nederlands 2... 16 Taalkunde 1: Spelling en ontleden... 17 Taalkunde 2: Inleiding taalwetenschap 1... 18 Taalbeheersing 1: Lees- en schrijfvaardigheid 1... 19 Taalbeheersing 2: Mondelinge taalvaardigheid 1... 20 Taalbeheersing 3: Voorlezen en vertellen... 21 1: Poëzie- en proza-analyse 1... 22 2: Jeugdliteratuur... 23 Dramaproductie... 24 Postpropedeuse... 25 Beroepsvoorbereidende leerlijn... 25 Onderwijskunde 3... 25 Onderwijskunde 4... 26 Onderwijskunde 5... 27 Drama 2... 28 Drama 3... 29 Levensbeschouwelijke oriëntatie 1... 30 Levensbeschouwelijke oriëntatie 2... 31 Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn... 32 Studieloopbaanbegeleiding 2... 32 Studieloopbaanbegeleiding 3... 33 Studieloopbaanbegeleiding 4... 34 Leerwerkstage 2A... 35 Leerwerkstage 2B... 37 Leerwerkstage 2 Onderzoek... 39 Leerwerkstage 2 Internationalisering... 40 Leerwerkstage 3... 41 Opleidingsspecifieke leerlijn... 43 Leerwerktaak: Leesvaardigheid... 43 Leerwerktaak: Spelling... 44 Leerwerktaak: en film in de klas... 45 Leerwerktaak: Mediawijsheid... 46 Leerwerktaak: Bewerking klassieke teksten... 47 Leerwerktaak: Ontleden... 48 Dagopleiding 3

Leerwerktaak: Woordenschat... 49 Leerwerktaak: Digitale didactiek... 50 Leerwerktaak: Debat en burgerschap... 51 Leerwerktaak: Taalbeleid... 52 Leerwerktaak: Reflectie literatuureducatie... 53 Didactiek 2 Nederlands... 54 Taalkunde 3: Inleiding taalwetenschap 2... 55 Taalkunde 4: Inleiding Nederlands als tweede taal (NT2)... 56 Taalkunde 5: Dyslexie en taalleerproblemen... 57 Taalkunde 6: Taalgebruiksgrammatica... 58 Taalkunde 7: Taalbeleid... 59 Taalkunde 8: Verdieping NT2... 60 Taalbeheersing 4: Lees- en schrijfvaardigheid 2... 61 Taalbeheersing 5: Taal en media... 63 Taalbeheersing 6: Argumenteren... 64 Taalbeheersing 7: Retorica... 66 3: Poëzie en proza-analyse 2... 68 4: Moderne letterkunde... 69 5: Historische letterkunde... 70 6: Grote verhalen... 71 7: wetenschap... 72 Theaterbeschouwing... 73 Vrije studiepunten Nederlands... 74 Afstudeerfase... 75 Meesterstuk... 75 Afstudeerstage... 76 Afstudeeronderzoek... 77 toets startbekwaamheid Nederlands... 78 Dagopleiding 4

Propedeuse Beroepsvoorbereidende leerlijn Onderwijskunde 1 Verkorte naam: EN-VO-ONWK1.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Onderwijskunde/pedagogiek 1 Na afronding van deze onderwijseenheid, heeft: de student kennis over het ontstaan van het Nederlands onderwijssysteem en hoe het onderwijssysteem tegenwoordig functioneert. de student zichzelf georiënteerd in de verschillende taken of rollen die een docent in het onderwijs heeft (mentor, vakdocent, management, ondersteunend e.d.). de student heeft een basisinzicht in de belangrijkste leertheorieën en kan deze op een eenvoudige manier toepassen. de student een missie en visie gemaakt voor een onderwijsorganisatie. Zie voor een specifieke uitwerking van de doelstellingen de toetsmatrijs OWK1 in de elektronische leeromgeving. Dit is de eerste beroepsondersteunende onderwijseenheid die studenten krijgen binnen de opleiding tot docent. Juist bij aanvang van een opleiding tot leraar is het van groot belang dat de student zich bewust wordt van wat de rol van docent (precies) inhoudt. De student leert de schoolorganisatie kennen, het Nederlandse onderwijssysteem en leert enkele basisbegrippen rondom het 'leren leren' van de leerlingen. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Opdracht 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Dagopleiding 5

1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren (GEN_1.3) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 7. Nederlands onderwijssysteem (GEN_7) 7.1 Nederlands onderwijsstelsel (GEN_7.1) 7.2 Onderwijsconcepten (GEN_7.2) 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur (GEN_7.3) vak Dagopleiding 6

Onderwijskunde 2 Verkorte naam: EN-VO-ONWK2.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Onderwijskunde 2 Na afronding van deze onderwijseenheid: weten de studenten welke vijf rollen succesvolle docenten laten zien en kunnen ze deze rollen toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. hebben de studenten inzicht en vaardigheden in klassenmanagement. hebben de studenten kennis van en inzicht in groepsdynamica en interactieprocessen. hebben de studenten een basisinzicht in de ontwikkelingspsychologische grondbeginselen. De doelen en de e kennisbasis zijn nader uitgewerkt in de toetsmatrijs ONWK2. Deze onderwijseenheid heeft als thema orde houden en klassenmanagement. Er wordt er ingegaan op het effectief docentgedrag en hoe de wisselwerking is met leerlinggedrag. Hierbij wordt ingegaan op groepsdynamische processen en interactiepatronen in de klas. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier 67 Hoger of gelijk aan 5.5 Opdracht 33 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 4. Ontwikkeling van de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek (GEN_8.2) vak Dagopleiding 7

Drama 1 Verkorte naam: EN-VO-DRA1.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Drama 1 Studenten: zijn zich bewust van de signalen, die zij met hun non-verbale communicatie uitzenden; kunnen non-verbale signalen van anderen herkennen en interpreteren en kunnen hun eigen non-verbale communicatie doelbewust inzetten; leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal; kunnen via spel variëren in gedragingen; weten welke factoren van gedrag horen bij leiding nemen; weten dat een krachtige (dramatische) vorm de inhoud van de boodschap versterkt en kunnen dat ook toepassen. Studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. Interactie gericht op het nemen en houden van leiding staat hier centraal. Vragen als: Hoe zorg ik dat ik aandacht krijg en houd? Kom ik zo over als ik wil overkomen? Hoe kan ik dit beïnvloeden? komen aan de orde. De nadruk ligt op: stemgebruik, houding, non-verbale communicatie, contact maken, zelfvertrouwen, expressie, een samenhangend verhaal boeiend kunnen brengen. Studenten verdiepen zich dus in aspecten van performance in en voor de klas, en werken aan hun handelingsbekwaamheid. Door middel van gerichte opdrachten in de les (en daarbuiten) vergroten zij de effectiviteit van hun communicatie voor en in de klas. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. N.v.t. De docent verzorgt de colleges, geeft feedback op de uitgevoerde tussenopdrachten en beoordeelt de eindopdracht. Geen Basis Dossier: Drama 1 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: Solo 1 Hoger of gelijk aan 5.5 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak Dagopleiding 8

Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn Studieloopbaanbegeleiding 1A Verkorte naam: EN-VO-SLB1A.V.01 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Studieloopbaanbegeleiding 1A LVO Zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student concrete, meetbare doelen stellen in een POP; heeft de student een beeld van de inhoud en instrumenten van SLB gekregen; kan de student een reflectie schrijven aan de hand van een reflectiemodel. Bij deze onderwijseenheid krijgt de student informatie over studieloopbaanbegeleiding en de beroepstaken in het kader van zelfsturing op studie en loopbaan. Ook leert de student meer over zichzelf door te reflecteren en daarbij dingen bewust te maken die hij onbewust aan het doen is. Hij leert concrete, meetbare doelen te stellen en daarbij een stappenplan te maken om die doelen ook te halen: het eerste persoonlijk ontwikkelingsplan. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. n.v.t. door SLB'er bij bijeenkomsten en begeleidingsgesprekken. geen Basis Niet voldaan t/m Voldaan Portfolio 1 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak Dagopleiding 9

Studieloopbaanbegeleiding 1B Verkorte naam: EN-VO-SLB1B.V.13 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Studieloopbaanbegeleiding 1B LVO Zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan Na afronding van deze onderwijseenheid: ontwikkelt de student de competentie zelfsturing op studie en loopbaan en zet hierbij de beroepstaken van SLB op een juiste wijze in; oriënteert de student zich op de referentiepunten van het eerste jaar op het gebied van persoonlijk professionele ontwikkeling in relatie tot het opleidings- en beroepsprofiel; kan de student reflectie-instrumenten inzetten om tot een zelfsturing te komen. Bij deze onderwijseenheid vult de student de inhoud van de drie deelgebieden: persoonlijke ontwikkeling, opleidingsniveau en beroepsidentiteit vanuit aangeboden thema's en eigen loopbaanvragen. Centraal staan het beeld van de kwaliteiten en motieven, de studievaardigheden en het beeld van het beroep van de student. Daarnaast werkt de student aan het op peil brengen van zijn reflectieniveau. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden op het instituut en themabijeenkomsten op de stageschool. n.v.t. door SLB'er bij bijeenkomsten en begeleidingsgesprekken op het instituut, begeleiding door schoolopleider bij de leerwerkstage. Voor het kunnen volgen van deze onderwijseenheid dien je de onderwijseenheid SLB 1A met goed gevolg te hebben afgerond. Basis Niet voldaan t/m Voldaan Portfolio 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taaltoets 0 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak Dagopleiding 10

Leerwerkstage 1 Verkorte naam: EN-VO-LWS1.V.02 Studiepunten: 6 ec Doelgroep: Voltijd Leerwerkstage jaar 1 Competent in reflectie en ontwikkeling Interpersoonlijk competent Organisatorisch competent Vakinhoudelijke en didactisch competent Pedagogisch competent Je werkt in de beroepspraktijk aan de SBL competenties. Je beheerst de competenties op niveau A van het compentievenster. Je kunt na afronding van de onderwijseenheid motiveren of je docent wilt worden en of het beroep bij je past. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het vormgeven van een goede activerende leeromgeving voor leerlingen. Je bereidt onderwijsactiviteiten voor en kiest daarbij voor een didactische aanpak die activerend is voor leerlingen en die past binnen de context van de school. Je gaat de geplande onderwijsactiviteiten uitvoeren met leerlingen. Je kunt daarbij denken aan vaklessen, maar (afhankelijk van de stageschool) ook aan andere vormen van onderwijs, zoals het maken en begeleiden van onderwijsactiviteiten binnen leergebieden of binnen het competentiegericht leren op het MBO. Ook ga je de uitgevoerde onderwijsactiviteiten bespreken en evalueren. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het omgaan met leerlingen. Je geeft leiding aan gesprekken en activiteiten met groepen leerlingen. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het leiding geven tijdens een docentgestuurde lessituatie of aan een project waar leerlingen samen aan werken. De context waarin je leiding geeft is afhankelijk van de mogelijkheden binnen je stageschool. Leerwerkstage n.v.t. door vakcoach, opleider in de school en leerwerkbegeleider in de vorm van lesbezoek, intervisie, gesprekken en themabijeenkomsten. Geen Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Dossier: Leerwerkstage 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 6.2 Praktijk onderzoek (GEN_6.2) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.1 Pedagogische driehoek (GEN_8.1) vak Dagopleiding 11

Opleidingsspecifieke leerlijn Leerwerktaak: Digitale vertelling Verkorte naam: EN-NE-SDIG.V.01 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Digitale vertelling Na afronding van deze onderwijseenheid: weet de student globaal welke digitale middelen worden ingezet op school; kan de student leerlingen de kenmerkende eigenschappen van een digitale vertelling duidelijk maken; kan de student leerlingen laten werken met Powerpoint, Photostory, Moviemaker of een ander beeldbewerkingsprogramma; kan de student een serie lessen ontwikkelen en uitvoeren waarin leerlingen een digitale vertelling maken; kan de student leerlingen elkaar effectief feedback laten geven; kan de student ontwikkelde producten plaatsen in een afgeschermde internetomgeving; kan de student een adequate beoordelingsmatrix opstellen en gebruiken. Bij deze leerwerktaak ga je aan de slag met het ontwikkelen van een lessenserie over de digitale vertelling Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden Software: Moviemaker, Photostory of vergelijkbaar door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten Geen Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) vak 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.4 Presentatietechnieken (NE_5.4) Dagopleiding 12

Leerwerktaak: Jeugdliteratuur Verkorte naam: EN-NE-SJLT.V.01 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Jeugdliteratuur Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student een beeld geven van het curriculum van het fictieonderwijs op de school; kan de student een relatie leggen tussen de kerndoelen van het fictieonderwijs en het curriculum op school; heeft de student inzicht in leesgewoontes en leesgedrag van zijn leerlingen; heeft de student inzicht in de mentale processen die het gevolg zijn van kennismaking met fictie op eigen niveau en op het niveau van de leerling; weet de student hoe hij via bepaalde didactieken en werkvormen de leerlingen bewust kan maken van wat fictie met hen persoonlijk kan doen en hoe fictie kan bijdragen tot meer zicht op de omringende werkelijkheid. Je doet een onderzoek naar de opvattingen over fictieonderwijs op de school en vergelijkt die met de kerndoelen. Ook onderzoek je het leesgedrag van leerlingen in de onderbouw, de visie van de school op fictieonderwijs en aansluitend de rol die fictieonderwijs kan spelen op het vlak van persoonlijkheidsontwikkeling en burgerschapsontwikkeling van diezelfde leerlingen. Je verbindt de theorie over fictie met de praktijk van het onderwijs en omgekeerd geef je vanuit de praktijk inkleuring aan de theorie. Je verzorgt (delen van) lessen over fictieonderwijs. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid 1 bekend verondersteld. Basis Dossier: Leerwerktaak jeugdliteratuur 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 4. Ontwikkeling van de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent (GEN_4.2) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.2 Praktijk onderzoek (GEN_6.2) vak 9. Fictie: literaire/fictionele teksten (NE_9) 9.1 Literaire genres, literaire/fictionele teksten en tekstkenmerken (NE_9.1) 9.2 geschiedenis (NE_9.2) 10. Fictie: lezen van literaire/ fictionele teksten (NE_10) 10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek (NE_10.1) 10.2 Stimuleren van leesontwikkeling (NE_10.2) 10.3 didactiek (NE_10.3) Dagopleiding 13

Didactiek 1 - Nederlands Verkorte naam: EN-NE-DID1.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Didactiek 1 Nederlands Na afronding van deze onderwijseenheid kan de student: een lesplan opstellen aan de hand van het Model van Directe Instructie; de inhoud van de SBL-competenties uitleggen en gedragsindicatoren. hiervan toepassen in het evalueren van een eigen les en die van een medestudent; De vijf dimensies van Marzano uitleggen en toepassen in het evalueren van eigen en andermans lessen; video- en audiomateriaal digitaal maken en bewerken. Studenten maken kennis met het didactische model directe instructie en met de didactische inzichten van Marzano. Ze bereiden lesactiviteiten voor waarbij ze een didactische analyse maken. Ze voeren een leeractiviteit uit en maken daarvan een opname die ze analyseren, monteren en presenteren. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Niet van toepassing door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier Didactiek Nederlands 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak 1. Vakdidactiek: het schoolvak Nederlands (NE_1) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) Dagopleiding 14

Vakdidactiek Nederlands 1 Verkorte naam: EN-NE-VDN1.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Vakdidactiek Nederlands 1 Na afronding van deze onderwijseenheid: is de student op de hoogte van de inhouden, kerndoelen en eindtermen van het vak Nederlands in onderbouw havo/vwo en in vmbo; kent de student verschillende lesmethodes en internetsites met lesmaterialen Nederlands en wordt zich bewust van verschillen in didactische aanpak en werkvormen; kan de student doelgericht lessen Nederlands observeren; kan de student een minilesje geven aan klasgenoten. en, kerndoelen en eindtermen van het vak Nederlands in de onderbouw van vmbo en havo/vwo komen aan de orde. Je maakt kennis met verschillende lesmethodes en internetsites met lesmaterialen Nederlands en je wordt je bewust van verschillen in didactische aanpak en werkvormen. Ook observeer en ontwerp je lessen Nederlands. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier: Vakdidactiek Nederlands 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 1. Vakdidactiek: het schoolvak Nederlands (NE_1) 1.1 Onderwijsdoelen en leerlijnen (NE_1.1) 1.2 Beginsituatie en aansluiting (NE_1.2) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) 1.4 Toetsing en evaluatie (NE_1.4) 3. Taalvaardigheid: leesvaardigheid (NE_3) 3.3 Leesvaardigheidsdidactiek (NE_3.3) 4. Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.3 Luister- en kijkvaardigheidsdidactiek (NE_4.3) 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.3 Gespreks- en spreekvaardigheidsdidactiek (NE_5.3) 6. Taalvaardigheid: schrijfvaardigheid (NE_6) 6.3 Schrijfvaardigheidsdidactiek (NE_6.3) 8. Taalbeschouwing: taalverwerving, taalgebruik en taalvariatie (NE_8) 8.4 Taalbeschouwingsdidactiek (NE_8.4) 10. Fictie: lezen van literaire/ fictionele teksten (NE_10) 10.3 didactiek (NE_10.3) Dagopleiding 15

Vakdidactiek Nederlands 2 Verkorte naam: EN-NE-VDN2.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Vakdidactiek Nederlands 2 Na afronding van deze onderwijseenheid: heeft de student kennis van inhoud, opbouw en praktijk van en opvattingen binnen (een van de) domeinen van het schoolvak Nederlands. kent de student het verschil tussen inductieve en deductieve didactiek kent de student sleutelbegrippen en eenvoudige toepassingen van samenwerkend leren kan de student samenwerkend leren toepassen in een les Nederlands kent en gebruikt de student een aantal vaktijdschriften en databanken kan de student een eenvoudige toets construeren. Studenten onderzoeken samen en individueel leerdoelen, referentieniveaus, stofopbouw, didactische opvattingen en praktijken van de vakdomeinen, waarbij ieder specifiek inzoomt op een van de domeinen. Ze onderzoeken vakliteratuur, methodes en onderwijspraktijk op de stagescholen, en leggen daar verbanden tussen. Onderzoeken worden aan elkaar gepresenteerd. Individueel ontwerpen studenten een les binnen het onderzochte domein en een les waarin een eenvoudige vorm van samenwerkend leren wordt toegepast. Ook ontwikkelen ze een toets. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Niet van toepassing door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden en-ne-vdn1 en en-ne-did1 bekend verondersteld. Basis Dossier: Vakdidactiek Nederlands 2 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) vak 1. Vakdidactiek: het schoolvak Nederlands (NE_1) 1.1 Onderwijsdoelen en leerlijnen (NE_1.1) 1.2 Beginsituatie en aansluiting (NE_1.2) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) 1.4 Toetsing en evaluatie (NE_1.4) Dagopleiding 16

Taalkunde 1: Spelling en ontleden Verkorte naam: EN-NE-TLK1.V.01 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Taalkunde 1 Spelling en ontleden Na afloop van deze onderwijseenheid: ken je de basisprincipes van de Nederlandse spelling en de principes van de werkwoordspelling en kun je de regels van de spelling toepassen; ken je het onderscheid tussen veranderlijk en onveranderlijk gespelde woorden; ben je vertrouwd met spellingstrategieën kun je de basisbegrippen van de grammatica hanteren; kun je enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus analyseren en zinsdelen en woordsoorten benoemen; kun je de aanpak van spelling en grammatica in een aantal gangbare methodes voor het schoolvak Nederlands analyseren en beoordelen. Analyse van enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus; Zinsdelen, woordsoorten en constituenten; Woordvolgorde in hoofd- en bijzin; Beginselen van de Nederlandse spelling: standaarduitspraak, gelijkvormigheid, analogie en etymologie; Niet-alfabetische tekens, spellingtekens en interpunctie; Onderscheid tussen veranderlijk en onveranderlijk gespelde woorden; Principes van de werkwoordspelling: tijd, persoon en getal, schema's voor de werkwoordsvervoeging, ook van werkwoorden van Engelse herkomst; Instructieprincipes en behandeling van werkwoordspelling: regels, analogie, algoritmen, hulpstrategie; Diagnostiek bij spellingprobelemen. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Niet van toepassing door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. geen Basis Schriftelijke toets: Taalkunde 1 (Spelling en ontleden) 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 7. Taalbeschouwing: taalstructuren en welgevormdheid (NE_7) 7.2 Grammatica (NE_7.2) 7.3 Spelling (NE_7.3) 7.4 Spellingdidactiek (NE_7.4) Dagopleiding 17

Taalkunde 2: Inleiding taalwetenschap 1 Verkorte naam: EN-NE-TLK2.V.01 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Taalkunde 2 (Inleiding Taalwetenschap) De student: kan onderscheid maken tussen taal en taalvermogen; kent theorieën over taalverwerving, het verloop van het taalverwervingsproces en de principes van eerste- en tweedetaalverwerving; kent de rol van het aangeboren taalvermogen en het taalaanbod bij de taalverwerving; kent de belangrijkste begrippen uit de pragmatiek: taalhandelingstheorie, conversationele implicatuur, coöperatieprincipe, locutie/illocutie/perlocutie, conversatieanalyse; kan enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus analyseren; kan constituenten, zinsdelen en woordsoorten benoemen; kent de principes van functioneel spellingonderwijs; kent de basisbegrippen van de semantiek, het onderscheid tussen lexicale en grammaticale woorden, soorten betekenisrelaties en het mentale lexicon. Als leraar Nederlands houd je je bezig met de taalvaardigheid van je leerlingen. Een model van de taalgebruiker is een hulpmiddel om ontwikkeling van taalvaardigheid te kunnen beoordelen. Je leert belangrijke basisbegrippen van taal kennen, zoals het onderscheid tussen taalvermogen en taalgedrag. Je leert hoe het proces van taalverwerving verloopt. Je leert op welke manieren taalgebruikers samenhang creëren in interactie met elkaar en de belangrijkste eigenschappen van taalhandelingen. Je leert op een professionele manier taal te beschouwen en daarbij basisbegrippen te hanteren op het gebied van constituenten en woordsoorten, enkelvoudige en samengestelde zinnen, woordvolgorde en zinsbetekenis. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Niet van toepassing door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. geen Basis Schriftelijke toets: Taalkunde 2 (Inleiding taalwetenschap) 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren (GEN_1.3) vak 7. Taalbeschouwing: taalstructuren en welgevormdheid (NE_7) 7.1 Fonetiek, fonologie, morfologie, semantiek, lexicologie (NE_7.1) 7.2 Grammatica (NE_7.2) 8. Taalbeschouwing: taalverwerving, taalgebruik en taalvariatie (NE_8) 8.1 Taalverwerving (NE_8.1) 8.3 Pragmatiek (NE_8.3) Dagopleiding 18

Taalbeheersing 1: Lees- en schrijfvaardigheid 1 Verkorte naam: EN-NE-TLB1.V.01 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Taalbeheersing 1 (Lees- en schrijfvaardigheid 1) Na afronding van deze onderwijseenheid: heb je inzicht in het leesproces en kun je verschillende leesstrategieën toepassen; ken je relevante theorieën over basisconcepten van en methodieken voor het analyseren, interpreteren en beoordelen van zakelijke teksten; kun je de inhoud van gecompliceerde teksten schematisch weergeven; ken je strategieën om woorden te herkennen en begrijpen; heb je inzicht in het schrijfproces en kun je verschillende schrijfstrategieën toepassen; kun je doelgericht en publiekgericht schrijven, rekening houdend met tekstconventies; ken je diverse wijzen om de kwaliteit van teksten te onderzoeken. Je kunt op grond daarvan effectieve feedback geven op andermans schrijfproducten en reflecteren op je eigen schrijfprestaties en je teksten herschrijven. Je onderzoekt kenmerken van diverse tekstsoorten (fictie en non-fictie) en je schrijft zelf een aantal teksten. Je onderzoekt elkaars teksten en verkent kwaliteitscriteria. Je leert correct formuleren en vergroot je woordenschat. Je verdiept je in leesstrategieën en lesmethodes. Bij deze onderwijseenheid worden hoor -en werkcolleges aangeboden geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten geen Basis Dossier: Taalbeheersing 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taalbeheersing 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 2. Vakdidactiek: differentiatie naar doelgroepen (NE_2) 2.7 Woordenschatdidactiek (NE_2.7) 3. Taalvaardigheid: leesvaardigheid (NE_3) 3.3 Leesvaardigheidsdidactiek (NE_3.3) 6. Taalvaardigheid: schrijfvaardigheid (NE_6) 6.3 Schrijfvaardigheidsdidactiek (NE_6.3) Dagopleiding 19

Taalbeheersing 2: Mondelinge taalvaardigheid 1 Verkorte naam: EN-NE-TLB2.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Taalbeheersing 2 (Mondelinge taalvaardigheid 1) Na afronding van deze onderwijseenheid: kent de student de theorie van mondelinge communicatie en kan deze toepassen in monoloog en dialoog situaties; past de student de spelling en formuleringsregels juist toe. Deze onderwijseenheid heeft betrekking op de theorie en de praktijk van het mondeling presenteren, interviewen en mentorgespreksvoering. De studenten bestuderen en beoordelen een lesmethode m.b.t. spreek- en luistervaardigheidsonderwijs. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier: Taalbeheersing 2 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taalbeheersing 2 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) vak 4. Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.1 Luister- en kijkvormen en -kenmerken (NE_4.1) 4.4 Verbale en non-verbale communicatie (NE_4.4) 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.4 Presentatietechnieken (NE_5.4) 6. Taalvaardigheid: schrijfvaardigheid (NE_6) 6.1 Tekstsoorten en -kenmerken (NE_6.1) 6.2 Schrijfproces en schrijfstrategieën (NE_6.2) Dagopleiding 20

Taalbeheersing 3: Voorlezen en vertellen Verkorte naam: EN-NE-TLB3.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Taalbeheersing 3 (Voorlezen en vertellen) Na afronding van deze onderwijseenheid ken je de effecten van lichaamstaal, voorlees-, voordracht- en verteltechnieken, ken je verschillende verhaaltypen, kun je prozafragmenten en gedichten effectief voorlezen en je kunt een persoonlijke anekdote vertellen, bestaande verhalen bewerken en navertellen en een digitale vertelling ontwerpen. De onderwijseenheid heeft betrekking op voorlezen, voordragen en vertellen in het voortgezet onderwijs. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten Geen Basis Dossier: Taalbeheersing 3 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) vak 4. Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.4 Verbale en non-verbale communicatie (NE_4.4) 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.4 Presentatietechnieken (NE_5.4) Dagopleiding 21

1: Poëzie- en proza-analyse 1 Verkorte naam: EN-NE-LIT1.V.01 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd 1 Je ontwikkelt en vergroot je literaire competentie; dit doe je door de volgende subdoelen te realiseren: Je leert hoe je verhalen en gedichten kunt analyseren en interpreteren met aandacht voor compositorische, stilistische procedés en literaire conventies. Je leert fictionele procedés kennen en herkennen. Je leert hoe je de in teksten aanwezige mens- en maatschappijbeelden alsook normen en waarden kunt herkennen en hoe je hierop kunt reflecteren. Je leert oog te krijgen voor het belang van identificatie en empathie bij het lezen en beleven van teksten. Je leert hoe je een (beargumenteerd) literair waardeoordeel ontwikkelt. Je leert een onderzoekende houding aan t.o.v. het fenomeen fictie. Je ontwikkelt belezenheid op het terrein van de Nederlandse letterkunde van na 1945. Verhalen en gedichten kunnen analyseren en interpreteren met aandacht voor compositorische, stilistische procedés en literaire conventies. Het kennen en herkennen van fictionele procedés. De in teksten aanwezige mensen maatschappijbeelden alsmede normen en waarden kunnen herkennen en hierop kunnen reflecteren. Oog krijgen voor het belang van identificatie en empathie bij het lezen en beleven van teksten. Ontwikkelen van (beargumenteerd) literair waardeoordeel. Het ontwikkelen van een onderzoekende houding t.o.v. het fenomeen fictie. Ontwikkelen van belezenheid op het terrein van de Nederlandse letterkunde van na 1945. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Niet van toepassing door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Schriftelijke toets: 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 4. Ontwikkeling van de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) vak 9. Fictie: literaire/fictionele teksten (NE_9) 9.1 Literaire genres, literaire/fictionele teksten en tekstkenmerken (NE_9.1) 10. Fictie: lezen van literaire/ fictionele teksten (NE_10) 10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek (NE_10.1) 10.2 Stimuleren van leesontwikkeling (NE_10.2) Dagopleiding 22

2: Jeugdliteratuur Verkorte naam: EN-NE-LIT2.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd jeugdliteratuur Je verwerft brede belezenheid op het terrein van de jeugdliteratuur (20 werken). Je kunt de in jeugdliteratuur aanwezige pedagogische visies en visie op mens en maatschappij herkennen en hierop reflecteren. Je kunt literaire werken voor kinderen en jongeren plaatsen in hun literairhistorische context en binnen verschillende genres in de jeugdliteratuur. Je kunt boeken voor kinderen en jongeren beoordelen op literaire kwaliteit en geschiktheid voor het onderwijs. Je weet hoe je bij leerlingen in het vo een (beargumenteerd) literair waardeoordeel ontwikkelt. Je krijgt zicht op en bedrevenheid in het hanteren van litertuurdidactieken. Tijdens deze cursus worden de verschillende genres van de jeugdliteratuur en de daarbij behorende literatuurdidactiek aan de orde gesteld. Je leest 20 werken uit de jeugdliteratuur. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid 1 bekend verondersteld. Basis Schriftelijke toets: jeugdliteratuur 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) vak 9. Fictie: literaire/fictionele teksten (NE_9) 9.1 Literaire genres, literaire/fictionele teksten en tekstkenmerken (NE_9.1) 9.2 geschiedenis (NE_9.2) 10. Fictie: lezen van literaire/ fictionele teksten (NE_10) 10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek (NE_10.1) 10.2 Stimuleren van leesontwikkeling (NE_10.2) 10.3 didactiek (NE_10.3) Dagopleiding 23

Dramaproductie Verkorte naam: EN-NE-DRM1.V.13 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Dramaproductie Studenten: hebben kennis van verschillende verbeeldingsmiddelen; kunnen een toneeltekst verbeelden in een dramatische setting en kunnen daarbij verschillende verbeeldingsmiddelen inzetten. Studenten kiezen aan het begin van de cursus fragmenten die zij willen spelen. Zij werken in groepjes aan het dramatiseren van de gekozen fragmenten. Zij onderzoeken alle dramatische middelen (spel, speelstijl, vormgeving, opbouw etc.), maken keuzes hierin, en maken de scenes herhaalbaar. Aan het einde van de cursus laten zij de scènes aan publiek zien. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werk colleges aangeboden. geen De docent begeleidt de studenten in de lessen (en daarbuiten) Geen Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Dossier: script 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: Voorstelling 1 Hoger of gelijk aan 5.5 vak 4. Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.4 Verbale en non-verbale communicatie (NE_4.4) 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.1 Gespreks- en spreekvormen (NE_5.1) 5.4 Presentatietechnieken (NE_5.4) Dagopleiding 24

Postpropedeuse Beroepsvoorbereidende leerlijn Onderwijskunde 3 Verkorte naam: EN-VO-ONWK3.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Onderwijskunde/pedagogiek 3 Na afronding van deze onderwijseenheid: heeft de student kennis van en inzicht in de adolescentiepsychologie. heeft de student kennis van een aantal veelvoorkomende ontwikkelingsproblemen en kan de student een hierbij passende interventie uit zijn of haar handelingsrepertoire inzetten in de onderwijspraktijk. weet de student op welke wijzen scholen en externe instanties aan passende interventies kunnen bijdragen. Kijk voor de verdere uitwerking van de doelstellingen in de toetsmatrijs ONWK3. In deze onderwijseenheid focussen we ons op leerlingen. Hoe ontwikkelen leerlingen zich? Wat kenmerkt de leerling/ student in het voortgezet onderwijs en mbo? Hoe kun je leerlingen ondersteunen als de ontwikkeling niet vanzelfsprekend gaat? Wat betekent dit voor jou als docent? Wat kan je als school hieraan doen? Hoe kan je onderwijs bieden aan alle leerlingen? Passend Onderwijs is een van de speerpunten van deze onderwijseenheid. bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Dossier 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 4. Ontwikkeling van de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent (GEN_4.2) 4.3 Adolescent en seksualiteit (GEN_4.3) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 5.3 Leerproblemen (GEN_5.3) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.2 Praktijk onderzoek (GEN_6.2) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.1 Onderwijskansen (GEN_9.1) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) vak Dagopleiding 25

Onderwijskunde 4 Verkorte naam: EN-VO-ONWK4.V.13 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Onderwijskunde 4 Tijdens deze onderwijseenheid wordt aan de volgende hoofddoelstellingen gewerkt: Studenten verwerven exemplarische kennis en vaardigheden van ICT leermiddelen in het onderwijsleerproces en ontwerpen hierbij een leerarrangement. Studenten hebben kennis van de functies van toetsing in het onderwijssysteem en kunnen daarbij een kwalitatief goede toets ontwikkelen, afnemen en analyseren. Bij onderwijskunde 4 werken de studenten aan de kennisbasis ICT. Zie voor de exacte uitwerking van de leerdoelen de toetsmatrijs behorend bij deze onderwijseenheid. In deze onderwijseenheid staan een tweetal thema s centraal. Het eerste thema is ICT in het onderwijs. Het is belangrijk dat je als toekomstig docent weet hoe je ICT kunt gebruiken in je lessen. Je wilt dat leerlingen bepaalde dingen leren en dan is het zinvol dat je weet hoe ICT kan worden ingezet als (didactisch) middel om dat doel te bereiken. Het tweede thema is Toetsing, als docent is het belangrijk om te weten waar een goede toets aan moet voldoen. Je moet niet alleen een goede toets kunnen herkennen, maar ook zelf een goede toets kunnen ontwikkelen. Als je leerlingen wat wilt leren, is het goed om te kunnen meten in hoeverre ze de leerstof eigen hebben gemaakt. Werk- en hoorcolleges Digitale leeromgeving n.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) vak Dagopleiding 26

Onderwijskunde 5 Verkorte naam: EN-VO-ONWK5.V.13 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Onderwijskunde 5 Na afronding van deze onderwijseenheid: heeft de student inzicht in de taken en rollen en het functioneren als mentor/coach in een onderwijsorganisatie; heeft de student kennis van en inzicht in de groepsdynamische processen in de klas; kent de student wegen om studenten te begeleiden ten aanzien van het leren leren, het leren kiezen en het leren leven en kan rekening houdend met de specifieke context een gefundeerde keuze maken voor een bepaalde werkwijze; kent de student verschillende gesprekstechnieken die kunnen worden toegepast bij gesprekken met leerlingen/ deelnemers, ouders, collega s en andere betrokkenen en kan rekening houdend met de specifieke context een gefundeerde keuze maken voor een bepaalde werkwijze; weet de student welke rol ouders hebben in de school en welk belang daaraan wordt toegekend; kan de student verband leggen tussen de identiteit van de school, ouders (thuissituatie), leerling en de leerlingbegeleiding. De In deze doelstellingen onderwijseenheid worden verder richten gespecificeerd we ons op begeleiding in de toetsmatrijs van leerlingen van OWK5 en/of in deelnemers de elektronische in het leeromgeving. onderwijsleerproces. De volgende vier thema s worden hierin onderscheiden: mentoraat en groepsdynamica; studievaardigheden; gespreksvaardigheden; ouders, identiteit en thuissituatie. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. Geen door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Presentatie 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek (GEN_8.2) 8.4 Pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs (GEN_8.4) vak Dagopleiding 27

Drama 2 Verkorte naam: EN-VO-DRA2.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Drama 2 Creativiteit en complexiteit en handelen Methodisch en reflectief denken en handelen Wetenschappelijke toepassing en onderzoek De student: krijgt inzicht in verschillende communicatiestijlen en leert ook welke sterke en zwakke kanten bij de eigen communicatiestijl horen; verkrijgt meer bewustzijn met betrekking tot non-verbale communicatie zowel van zichzelf als van anderen; krijgt inzicht in gesprekstechnieken en leert deze op een juiste wijze toe te passen; krijgt inzicht het ontstaan van conflicten, het voorkomen en het oplossen daarvan; krijgt inzicht in interviewtechnieken en kan deze technieken professioneel toepassen en achteraf analyseren; Deze kan onderwijseenheid de theorie en de gaat vaardigheden over communicatie uit bovenstaande en interactie punten van zichtbaar de student en voelbaar zelf, en is maken een verdieping in een op de module dramatische Drama1 scène. Hier ben ik. Als aankomend docent is communiceren de rode draad binnen je vak: met collega s, leidinggevenden, leerlingen, ouders, etc. Welke effecten heeft jouw gedrag op een ander? Welk effect heeft het gedrag van een ander op jou? Hoe kun je dit beïnvloeden? Aan de hand van theorie en opdrachten leren en ervaren studenten hun eigen handelen. Op die manier werken ze verder aan hun handelingsbekwaamheid. In deze onderwijseenheid leren studenten een scene te maken (te dramatiseren), waarin zij duidelijk maken wat zij geleerd hebben op het gebied van communicatie in tweegesprekken. In dit onderdeel zijn studenten gericht op hun eigen handelen in relatie tot de ander; tweezijdige communicatie is hier het uitgangspunt. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. n.v.t. De docent verzorgt de colleges, geeft feedback op tussentijdse opdrachten en beoordeelt het eindresultaat. Geen Dossier: Drama 2 0 Hoger of gelijk aan 5.5 presentatie: dialoog 1 Hoger of gelijk aan 5.5 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) vak Dagopleiding 28

Drama 3 Verkorte naam: EN-VO-DRA3.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd En nu even anders! Creativiteit geeft kracht Studenten: kunnen drama inzetten als didactisch middel, dus drama als middel om een thema uit hun vakgebied te verduidelijken; kunnen thema's uit hun vakgebied koppelen aan thema's van burgerschap, zodanig dat de doelgroep tegelijkertijd leert over het vakgebied en over burgerschap; kunnen vormen kiezen en uitwerken die geschikt en boeiend zijn voor de doelgroep (onderbouw); kunnen uit een grote hoeveelheid informatie keuzes maken en deze zodanig structureren dat er een boeiend geheel voor de doelgroep ontstaat; vergroten hun expressieve presentatievaardigheden (non-verbale communicatie, verbale communicatie en stemgebruik) in het kader van het beroep leraar; kunnen ideeën omzetten in spel; leren hun creativiteit in te zetten. Studenten kiezen een of meerdere onderwerp uit hun eigen vakgebied. Dit onderwerp koppelen zij aan een thema dat met burgerschap te maken heeft. Via verder onderzoek verdiepen ze zich in dit vakonderwerp, gekoppeld aan burgerschap. Deze kennis gaan studenten dramatiseren in die zin dat zij Drama als didactisch middel in zetten. Met andere woorden: studenten leren om het vak Drama in te zetten om thema s uit hun eigen vak, gekoppeld aan burgerschap, op een andere manier over te brengen. Hierbij leren ze een beroep te doen op hun creativiteit, en deze creativiteit structuur en vorm te geven voor de doelgroep waar zij les aan (gaan) geven. Bij deze onderwijseenheid worden werkcolleges aangeboden. N.v.t. De docent verzorgt de lessen, begeleidt het maken en het uitvoeren van een klokhuisaflevering Geen Dossier: Drama 3 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: Klokhuisvoorstelling 1 Hoger of gelijk aan 5.5 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.2 Burgerschapsvorming (GEN_9.2) vak Dagopleiding 29

Levensbeschouwelijke oriëntatie 1 Verkorte naam: EN-VO-LEV1.V.01 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Levensbeschouwelijke oriëntatie Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student de bronnen van diverse levensbeschouwelijke tradities benoemen; kan de student bij een ethisch dilemma uit de eigen onderwijspraktijk een ethisch standpunt innemen aan de hand van een ethische redenering; kan de student verschillende modellen van morele en levensbeschouwelijke vorming beschrijven. In deze module maken de studenten kennis met verschillende levensbeschouwelijke tradities. Daarnaast komt de eigen levensbeschouwelijke visie aan bod. De studenten leren verschillende modellen van morele en levensbeschouwelijke vorming kennen. Er wordt behandeld wat ethiek inhoudt en de studenten leren aan de hand van een ethisch dilemma uit de stage een ethische redenering op te bouwen. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. N.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen. Basis Opdracht 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 2,1 Hoger of gelijk aan 5.5 4. Ontwikkeling van de adolescent (GEN_4) 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent (GEN_4.2) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) vak Dagopleiding 30

Levensbeschouwelijke oriëntatie 2 Verkorte naam: EN-VO-LEV2.V.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Levensbeschouwelijke vorming: jij en de ander Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student zijn visie op de relatie tussen onderwijs en de persoonsvorming van de leerlingen beargumenteren; kan de student expliciteren op welke wijze hij/zij aandacht wilt besteden aan burgerschapsvorming in het onderwijs; kan de student de eigen waarden en overtuigingen relateren aan het eigen pedagogisch handelen en zijn/haar beroepshouding In deze module staat de relatie tussen identiteit en de onderwijspraktijk centraal. Het gaat hier om het verkrijgen van inzicht in de persoonsvorming van de leerlingen, de rol die jij als docent hierin kan hebben en het ontwikkelen van vaardigheden om aan deze vorming een bijdrage te kunnen leveren. Hierbij besteden we ook aandacht aan de verschillende modellen van burgerschapsvorming. Gedurende de module krijg je via werkvormen zicht op de eigen waarden, waar vanuit jij de eigen onderwijspraktijk vorm wilt geven. Dit draagt bij aan jouw normatieve professionaliteit als docent. Bij deze onderwijseenheid worden hoor- en werkcolleges aangeboden. N.v.t. door vakdocent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid Levensbeschouwelijke oriëntatie (LEV1) bekend verondersteld. Dossier 2 Hoger of gelijk aan 5.5 Opdracht 1 Hoger of gelijk aan 5.5 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.1 Pedagogische driehoek (GEN_8.1) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.2 Burgerschapsvorming (GEN_9.2) 9.3 Omgaan met diversiteit (GEN_9.3) vak Dagopleiding 31