Bevorderingsreglement Onderbouw Schooljaar 2014-2015 Aan de leerlingen in de leerjaren 1 t/m 3, Om je succesvol naar je diploma te begeleiden, krijg je niet alleen uitleg en begeleiding, maar wordt er ook regelmatig getoetst. Op basis van jouw cijfers wordt jaarlijks bepaald of je binnen hetzelfde niveau door kunt gaan met je opleiding. Er kan ook besloten worden dat je verder gaat op een ander niveau of een jaar doubleert. In dit Bevorderingsreglement Onderbouw wordt beschreven hoe dit verloopt: aan welke eisen je rapportcijfers moeten voldoen om bevorderd te worden en welke procedures en regels hiervoor gelden. Dit reglement geldt uitsluitend voor de eerste drie leerjaren van onze school. Het bevorderingsreglement voor de hogere leerjaren staat beschreven in de Studiegids. Dit reglement bestaat uit twee onderdelen: een algemeen deel, dat voor iedereen geldt, en een gedeelte waarin per leerjaar en afdeling de specifieke bevorderingsregels staan. Wij wensen je een succesvol en plezierig schooljaar toe. Afdelingsleiders en directie van het Pallas Athene College 1
A. Algemeen deel In het Bevorderingsreglement Onderbouw worden verschillende begrippen gebruikt. Hieronder staan ze op een rijtje met de bijbehorende afspraken. Cijfers en beoordelingen Elk vak in de onderbouw wordt beoordeeld met een cijfer op een schaal van 1 tot 10, waarbij de cijfers 6-10 voldoende zijn. Uitzonderingen hierop zijn de Accenturen en de Studie-uren. Toetsen en werkstukken kunnen worden beoordeeld door een cijfer met één decimaal. Cijfers op een rapport hebben ook één decimaal. Op het eindejaarsrapport komen alleen hele cijfers voor. Afronding van cijfers vindt plaats op grond van gebruikelijke afrondingsregels met 0 t/m 4 naar beneden en 5 t/m 9 naar boven. Projecten, die niet specifiek voor een vak gelden, kunnen worden beoordeeld met een kwalificatie onvoldoende (o), voldoende (v) of goed (g). Rapporten Vier keer per jaar worden rapporten meegegeven. De cijfers op een rapport zijn het gewogen voortschrijdende gemiddelde van de beoordelingen. Het cijfer van een toets die zwaarder weegt, komt meer dan één keer op jouw cijferoverzicht te staan. Na het 1 e en het 3 e rapport worden jouw ouders uitgenodigd om (eventueel samen met jou) de resultaten met jouw docenten te bespreken. Toets gemist Als je een toets gemist hebt, moet je deze inhalen, tenzij je docent anders beslist. Je moet hiervoor, vanaf het moment dat je weer op school bent, binnen één week een afspraak met jouw docent maken voor het inhalen van deze toets. Als je de toets ongeoorloofd hebt gemist, krijg je het cijfer 1,0 voor deze toets. Docentenvergadering Jouw docenten en afdelingsleider vormen de docentenvergadering. De docentenvergadering bepaalt de overgang naar een andere klas en/of een andere school op grond van het eindejaarsrapport en het beoordelingsreglement. Als jouw cijfers voldoen aan de bevorderingsnorm word je bevorderd binnen hetzelfde niveau. Als jouw cijfers net niet aan de bevorderingsnorm voldoen, word je een bespreekgeval. De docentenvergadering kan dan besluiten je toch te bevorderen, je verder te laten gaan op een ander niveau of je te laten doubleren. Minpunten In de bevorderingsnormen wordt gesproken over minpunten. Deze worden als volgt bepaald: het cijfer 5 telt als één minpunt, het cijfer 4 als twee minpunten, het cijfer 3 telt als drie minpunten, het cijfer 2 telt als vier minpunten en het cijfer 1 als vijf minpunten. Doubleren De uitkomst van de docentenvergadering kan zijn dat je doubleert. Doubleren betekent het schooljaar overdoen in hetzelfde leerjaar. Je mag niet twee keer in hetzelfde leerjaar of in twee opeenvolgende leerjaren doubleren (ook niet als dit twee verschillende afdelingen betreft). Als de docentenvergadering er geen vertrouwen in heeft dat je een diploma binnen jouw afdeling behaalt, kan deze zelfs besluiten je te laten doubleren op een lager niveau. Revisie Als jouw cijfers er niet goed voor staan, zal je mentor contact met jouw ouders opnemen om de situatie te bespreken. Jij of je ouders kunnen natuurlijk ook zelf contact opnemen. 2
Er kan dan ook besproken worden, wat verstandig voor jou is als je mogelijk niet bevorderd wordt. Als je uiteindelijk niet bevorderd wordt, maar het niet eens bent met de beslissing van de docentenvergadering, kunnen je ouders/verzorgers of jij revisie aanvragen. Hiervoor gelden enkele regels: - Je ouders of jij hebben relevante nieuwe informatie die van belang is voor de docenten bij het nemen van de beslissing, maar nog niet bij hen bekend was. - Het verzoek voor revisie wordt op tijd ingediend. Het uiterlijke moment hiervoor wordt aan het einde van het schooljaar via de jaaragenda bekend gemaakt. Je kunt het ook aan de mentor vragen op het moment dat deze vertelt dat je niet bevorderd bent. Als je bepaalde opdrachten van school (toetsen, werkstukken, enz.) niet tijdig hebt ingeleverd, kun je niet bevorderd worden. De docentenvergadering kan echter besluiten je tot aan de revisievergadering de gelegenheid te geven de achterstand weg te werken, zodat je op de revisievergadering als nog bevorderd kunt worden. Tenslotte Wij willen op onze school vertrouwelijk met jouw gegevens omgaan. Daarom zal uitsluitend je mentor, afdelingsleider of iemand van de directie met je ouders/verzorgers communiceren over de bevorderingsbesprekingen. In alle gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist de directie, zo mogelijk na raadpleging van de docentenvergadering. 3
B. Bevorderingsnormen Begrippen: m = mavo, h = havo, v = vwo, kbl = kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo (extern). Bevordering vanuit de eerste klassen De leerling van een m/h of h/v brugklas wordt bevorderd als het eindejaarsrapport maximaal drie minpunten heeft. De leerling van het vwo wordt bevorderd als het eindejaarsrapport maximaal twee minpunten heeft. Een leerling die één minpunt meer heeft dan volgens de regeling is toegestaan, wordt een bespreekgeval. Bevordering vanuit een dakpanklas 1m/h naar 2h/v of 1h/v naar 2vwo, kan alleen met minimaal 53 punten. Deze punten worden berekend door de afgeronde cijfers van het eindejaarsrapport voor de vakken Nederlands, Engels, Frans, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Wiskunde en Biologie bij elkaar op te tellen. Doubleren op hetzelfde niveau is niet mogelijk. Bij onvoldoende punten voor bevordering gaat de leerling naar het volgend leerjaar van een lager niveau, waarbij 2kbl extern is. In het uitzonderlijke geval van doubleren kan een leerling daarna aan het eind van het schooljaar alleen worden bevorderd binnen hetzelfde niveau. Bevordering vanuit de tweede klassen De leerling van een dakpanklas 2m/h wordt bevorderd naar 3mavo als het eindejaarsrapport maximaal drie minpunten heeft en de projecten met een voldoende of goed zijn beoordeeld. De leerling van een dakpanklas 2h/v wordt bevorderd naar 3havo als het eindejaarsrapport maximaal drie minpunten heeft en de projecten met een voldoende of goed zijn beoordeeld. De leerling van 2vwo wordt bevorderd naar 3vwo als het eindejaarsrapport maximaal twee minpunten heeft en de projecten met een voldoende of goed zijn beoordeeld. Een leerling, die één minpunt meer heeft dan volgens de regeling is toegestaan wordt een bespreekgeval. Bevordering vanuit een dakpanklas 2m/h naar 3havo of vanuit een dakpanklas 2h/v naar 3vwo kan alleen met minimaal 68 punten. Deze punten worden berekend door de afgeronde cijfers van het eindejaarsrapport voor de vakken Nederlands, Frans, Duits, Engels, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Wiskunde, Natuurscheikunde en Biologie bij elkaar op te tellen. Bevordering vanuit 2vwo naar 3havo, of 2h/v naar 3mavo, of 2m/h naar 3kbl (extern) kan een alternatief zijn voor doubleren. In het uitzonderlijke geval van doubleren kan een leerling daarna aan het eind van het schooljaar alleen worden bevorderd binnen hetzelfde niveau. 4
Bevordering vanuit de derde klassen Mavo Zie Studiegids voor het examen 2014-2015. Havo Een leerling van 3havo wordt bevorderd naar 4havo als de afgeronde rapportcijfers voldoen aan alle van de volgende drie voorwaarden: 1. het eindejaarsrapport heeft maximaal 1 minpunt voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde; 2. het eindejaarsrapport heeft maximaal drie minpunten; 3. het gemiddelde van de eindejaarscijfers van het gekozen vakkenpakket van het profiel in de Tweede fase is bij meer dan één minpunt tenminste 6,0. De vakken die bij de bepaling van het gemiddelde een rol spelen zijn: Nederlands, Engels, Duits, Frans, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Economie, Geschiedenis, Aardrijkskunde. Een leerling die bij de derde voorwaarde één compensatiepunt te kort komt om aan de voorwaarde voor het gemiddelde van een 6,0 te voldoen wordt een bespreekgeval. Een leerling van 3havo kan bevorderd worden naar 4mavo als het eindejaarsrapport meer dan drie en maximaal zeven minpunten heeft, er een positieve relatie is tussen de te kiezen examenvakken en de cijfers voor die vakken op het rapport en de docentenvergadering positief is over deze bevordering. Vwo Een leerling van 3vwo wordt bevorderd naar 4vwo als de afgeronde rapportcijfers voldoen aan de volgende drie voorwaarden: 1. het eindejaarsrapport heeft maximaal 1 minpunt voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde; 2. het eindejaarsrapport heeft maximaal drie minpunten; 3. het gemiddelde van de eindejaarscijfers van het gekozen vakkenpakket van het profiel in de Tweede fase is bij meer dan één minpunt tenminste 6,0. De vakken die bij de bepaling van het gemiddelde een rol spelen zijn: Nederlands, Engels, Duits, Frans, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Economie, Geschiedenis, Aardrijkskunde. Een leerling die bij de derde voorwaarde één compensatiepunt te kort komt om aan de voorwaarde voor het gemiddelde van een 6,0 te voldoen wordt een bespreekgeval. Een leerling van 3vwo kan bevorderd worden naar 4-havo als het eindejaarsrapport meer dan drie en maximaal zeven minpunten heeft en de docentenvergadering positief is over deze bevordering. Voor een leerling die bijvoorbeeld vanwege dyslexie- in de bovenbouw vwo vrijstelling krijgt voor een tweede moderne vreemde taal, wordt bij de derde voorwaarde deze moderne vreemde taal niet meegenomen in het berekenen van het gemiddelde van de eindejaarscijfers. 5
Sprint Onderbouw (lichting gestart in 2013) Van 1vws kan bevorderd worden naar: 2 vws 2 vwo 2 havo/vwo De leerling van 1vws wordt bevorderd naar 2vws, als aan de onderstaande voorwaarden is voldaan: er zijn maximaal twee minpunten en het resultaat van de Sprint-projecten (voortschrijdend gemiddelde) is voldoende. Een leerling die één minpunt meer heeft dan volgens de bovenstaande regeling is toegestaan, wordt besproken in de docentenvergadering. De docentenvergadering kan afwijken van de bestaande regels waarbij het belang van de leerling voorop staat. Voor bevordering vanuit 1vws naar 2vwo of 2havo/vwo bestaan geen vaste normen. Als een leerling niet bevorderd wordt naar 2vws, worden mogelijkheden besproken met de ouders. Uiteindelijk beslist de docentenrapportvergadering of de leerling bevorderd kan worden naar 2vwo of 2havo/vwo of mag doubleren. Bevordering van 2vws naar 3vws. Een leerling van 2vws wordt bevorderd naar 3vws als de afgeronde rapportcijfers voldoen aan de volgende vier voorwaarden: het eindejaarsrapport heeft maximaal een minpunten voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde; het eindejaarsrapport heeft maximaal twee minpunten; er is minimaal een 5,5 behaald voor het Sprint-cijfer (voortschrijdend gemiddelde); het gekozen vakkenpakket van het profiel in de Tweede fase bevat maximaal 1 minpunt. In alle andere situaties krijg je een persoonlijk en bindend advies over het vervolgtraject. 6
Sprint Onderbouw (lichting gestart in 2014) In de onderbouw is de Sprintopleiding een plek voor leerlingen die een extra uitdaging nodig hebben en waar een beroep wordt gedaan op samenwerking, zelfredzaamheid en een kritische houding op het eigen leerproces. Om van 1vws naar 2vws te kunnen worden bevorderd, heb je voldaan aan de volgende eisen: je hebt voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde een voldoende behaald, je hebt maximaal twee minpunten voor de overige vakken en het resultaat van de Sprintprojecten is voldoende. Daarnaast moet je aan het profiel voldoen van een sprintleerling: Je bent gemotiveerd om het beste uit jezelf en uit je studie te halen. Je hebt een kritische en nieuwsgierige houding. Je houdt er van je verbeelding te gebruiken om nieuwe, originele dingen te bedenken. Je beschikt over een gezonde dosis doorzettingsvermogen. Je houdt van samenwerken met andere leerlingen. Je bent organisatorisch competent. Je bent in staat om proactief op te treden en assertief te zijn. Je vindt het van belang om jouw talenten, kennis en vaardigheden in te zetten om anderen te ondersteunen op school. Je hebt tijdens de onderbouwopleiding meegedaan aan buitenschoolse activiteiten. Bij het overgangsrapport wordt door de docentenvergadering bepaald of je voldaan hebt aan het gestelde profiel. Indien je resultaten niet voldoende zijn voor een bevordering naar 2vws, krijg je een persoonlijk en bindend advies over het vervolgtraject. Toelichting: De cijfermatige resultaten zijn bepalend voor een bevordering naar 2vws. Met behulp van een matrix wordt beschreven of de leerling aan het sprintprofiel voldoet. Om van 2vws naar 3vws te worden bevorderd heb je voldaan aan de volgende eisen: 7 je hebt voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde een voldoende behaald, je hebt maximaal twee minpunten voor de overige vakken, het resultaat van de Sprintprojecten is voldoende is en je hebt geen minpunten hebt voor de vakken die je kiest in het profiel in de Tweede fase. Daarnaast moet je aan het profiel voldoen van een sprintleerling: Je bent gemotiveerd om het beste uit jezelf en uit je studie te halen. Je hebt een kritische en nieuwsgierige houding. Je houdt er van je verbeelding te gebruiken om nieuwe, originele dingen te bedenken. Je beschikt over een gezonde dosis doorzettingsvermogen.
Je houdt van samenwerken met andere leerlingen. Je bent organisatorisch competent Je bent in staat om proactief op te treden en assertief te zijn. Je vindt het van belang om jouw talenten, kennis en vaardigheden in te zetten om anderen te ondersteunen op school. Je hebt tijdens de onderbouwopleiding meegedaan aan buitenschoolse activiteiten. Bij het overgangsrapport wordt door de docentenvergadering bepaald of je voldaan hebt aan het gestelde profiel. Om te laten zien dat je aan het sprintprofiel voldoet en dat je graag de opleiding Sprint bovenbouw wilt volgen, maak je in de onderbouw een portfolio en voer je aan het einde van 2vws een evaluatiegesprek met je mentor. Indien je resultaten niet voldoende zijn voor een bevordering naar 3vws, krijg je een persoonlijk en bindend advies over het vervolgtraject. Toelichting: De cijfermatige resultaten zijn bepalend voor een bevordering naar 3vws. Met behulp van een matrix wordt beschreven of de leerling aan het sprintprofiel voldoet. 8