VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL"

Transcriptie

1 VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 4 februari 2004 Aanvang uur. Voorzitter: de heer Jansen, commissaris der Koningin. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig zijn de leden Antuma (CDA), Antuma-Duisterwinkel (CDA), Beckmann (CDA), Been (VVD), Beldsnijder (SP), Van der Bent-van den Hout (CU), Beugelink (CDA), Broeze-van der Kolk (CDA), De Bruin (GroenLinks), Bussink (VVD), Van Dalfsen (PvdA), Dalhuisen (PvdA), D. van Dijk (SGP), G. van Dijk (D66), Dijkhuis (LPF), Engbers (CDA), Evering (CDA), De Greef-Moes (D66), Haan (VVD), Harmelink (PvdA), Van Harsselaar-Timmer (VVD), Hollemans (CDA), Husselman-Oosterom (CDA), Jaegers (PvdA), Kerkdijk (CDA), Koggel-Alferink (CDA), Kok (VVD), Koopman (CDA), Leusink-Jonker (PvdA), Van der Lied-Homeijer (PvdA), Lulofs (PvdA), Mercanoglu (PvdA), Morskate (CDA), Netjes (CDA), Nieuwenhuis (CU), Nijhof-Sander (CDA), Oldenburger (CU), Van Olphen (GroenLinks), Van Ommen (SP), Oostra (CU), Pot (PvdA), Relker (PvdA), Ter Schegget (PvdA), Schipper (VVD), Schulten (CDA), Sijbom (VVD), Slagman (SGP), Slijkhuis (CDA), Tunc (PvdA), Visscher (VVD), Visser-Hendriks (CDA), Voortman (PvdA), Van Voorst tot Voorst (CDA), Vruggink (GroenLinks), Weegenaar-Bosch (CDA), Weijnen (PvdA), Welten (CDA), Wichers Schreur (CDA), Yildirim (SP) en Zwart (PvdA). Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA). De voorzitter: Ik open de vergadering en wijs uw staten erop dat de geluidsinstallatie mede op uw verzoek is aangepast. Ik verzoek u gebruik te maken van de aangepaste installatie. Ik ga ervan uit dat u zich voor interrupties vervoegt bij een van de interruptiemicrofoons. Wij hopen met de aangepaste installatie elkaars argumenten beter te kunnen verstaan. Ik deel mede dat zich twee insprekers hebben aangemeld en stel voor, hen direct voorafgaand aan de behandeling van het onderwerp waarover zij willen inspreken daartoe de gelegenheid te bieden. Naar mij blijkt, stemmen de staten hiermee in. Vaststellen van de agenda De voorzitter: De fractie van de PvdA heeft verzocht een interpellatie te mogen houden over uitgeprocedeerde asielzoekers en de fractie van GroenLinks over Vredestein. Ik stel de aanvragers in de gelegenheid om kort en bondig inhoud en spoedeisendheid aan te geven. De heer Ter Schegget (PvdA): Voorzitter. Je kunt geen krant opslaan of een televisiezender aanzetten of je wordt geconfronteerd met het onderwerp uitgeprocedeerde asielzoekers. Het spoedeisende karakter is gelegen in het feit dat volgende week maandag onze collega's in de Tweede Kamer met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een debat voeren over deze problematiek. De voorzitter: Ik stel voor, deze interpellatie toe te staan. Naar mij blijkt, stemmen de staten daarmee in. De heer Vruggink (GL): De actualiteit van het onderwerp Vredestein lijkt mij duidelijk. Recentelijk is er door VROM een rapport uitgebracht over de situatie rondom Vredestein. Er staat een aantal schokkende

2 Staten, 4 feb dingen in waarover wij vragen hebben gesteld. Daarop hebben wij nog geen antwoord. In het VROMrapport staat dat er momenteel sprake is van een gedoogsituatie bij Vredestein die niet voldoet aan de milieueisen. Dat zou kunnen inhouden dat als het morgen weer misgaat bij Vredestein het Twentekanaal opnieuw vervuild raakt. Daarnaast hebben, naar mag worden afgeleid uit de constatering van VROM, ook andere bedrijven niet voldaan aan de milieuvergunning. Daarover willen wij een debat voeren om inzichtelijk te krijgen of dit het geval is en, zo ja, wat wij er dan zo snel mogelijk aan kunnen doen. De heer Welten (CDA): Voorzitter. Ik heb behoefte aan het afleggen van een stemverklaring. Het instrument interpellatie is een zwaar instrument. Het is een instrument dat wordt gebruikt als andere instrumenten onvoldoende effect blijken te hebben. Als je dit instrument wilt inzetten, moet je gegrond motiveren waarom je dat wilt. Dit betekent ook dat je het moet motiveren als je een dergelijk verzoek niet wilt honoreren. Ik wil daarom melden waarom wij niet instemmen met het honoreren van dit verzoek. Er zijn enkele weken geleden vragen over dit onderwerp gesteld. De schriftelijke toelichting op dit interpellatieverzoek bevat dezelfde vragen. Wij hebben geen nieuwe argumenten gehoord. Wij vinden dat als je een procedure inzet, je die moet afronden alvorens aan een andere te beginnen. De informatie die van GS tot ons zal komen, moeten wij eerst afwachten. Op basis daarvan zullen wij kunnen beoordelen of er een vervolg aan moet worden gegeven en, zo ja, op welke wijze. De heer Kok (VVD): Voorzitter. Ik ben wethouder geweest van de gemeente Enschede en was onder andere verantwoordelijk voor het dossier Vredestein. Er zijn door de heer Windmulder aantijgingen geuit en in de krant verwoord. Om ook maar iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen zal ik niet deelnemen aan de beraadslaging over dit onderwerp in deze vergadering noch aan de besluitvorming. De heer Oldenburger (CU): Voorzitter. Ik heb uit de aanvraag begrepen dat het niet zozeer gaat om een interpellatie over het VROM-rapport als wel over een bepaald accent dat ernstig kan zijn: de milieuproblematiek die zich elk moment zal kunnen voordoen, wat wij met ons allen niet hopen. In die zin is mijn fractie ervoor, het interpellatieverzoek toe te staan. De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter. De fractie van de Partij van de Arbeid sluit zich aan bij de gedachtegang die zojuist is uiteengezet door de heer Welten van het CDA. Wij onderschrijven wel de noodzaak om een debat te voeren over deze kwestie, maar wij zien niet direct de urgentie op dit moment, en dat is ook een voorwaarde voor een interpellatie. Wij wachten graag de informatie af die ongetwijfeld door het college zal worden verstrekt onder andere naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld door de fractie van GroenLinks. Wij zullen ons dan erop beraden hoe het in procedurele zin verder moet met deze kwestie. De heer Sijbom (VVD): Voorzitter. Ook de fractie van de VVD is van mening dat het college de ruimte moet krijgen om de vragen die zijn gesteld te beantwoorden. Naar ons idee is de spoedeisendheid ook niet voldoende aangetoond. Wij hebben dus geen behoefte aan deze interpellatie. De heer Yildirim (SP): Voorzitter. Wij zullen dit voorstel zowel vanuit de procedurele als vanuit de inhoudelijke invalshoek steunen. Procedureel, omdat eenieder volgens de verordening een interpellatie kan aanvragen. Inhoudelijk vinden wij het onderwerp zodanig urgent dat het hier aan de orde dient te komen. Het interpellatieverzoek van de heer Vruggink wordt bij zitten en opstaan afgewezen. De voorzitter: De interpellatie over uitgeprocedeerde asielzoekers zal worden gehouden na het vragenuur en de afhandeling van de ingekomen stukken. De agenda wordt voor het overige vastgesteld overeenkomstig het concept. Vragenuur De heer Kok (VVD): Mijnheer de voorzitter. Onze vraag betreft een schrijven van de gemeente Steenwijkerland over Steenwijk-Havelte, dat zich sterk maakt voor de overloop van manschappen van de Nederlandse basis in het Duitse Seedorf die wordt gesloten. De VVD-fractie is met Steenwijk en VNO- NCW van mening dat het een versterking zou betekenen van de sociale en economische structuur als de manschappen naar de Johannes Postkazerne zouden worden overgeplaatst. Onze vraag is: welke actie heeft het college van GS tot nu toe ondernomen of gaat het ondernemen ter ondersteuning van Steenwijk?

3 Staten, 4 feb Voorzitter: mevrouw Husselman-Oosterom Commissaris der Koningin Jansen: Dames en heren. Het zal u niet zijn ontgaan dat de sluiting van de vliegbasis Twenthe de afgelopen periode veel aandacht heeft gehad. Minder aandacht is uitgegaan naar Steenwijk-Havelte, omdat daar op zich geen sprake was van sluiting en er berichten waren van de gemeente en de burgemeester dat er wellicht een aantal arbeidsplaatsen bij zou komen vanwege de verplaatsing van eenheden vanuit Seedorf naar Steenwijk-Havelte. Ik weet dat dit voor een klein deel is gebeurd. Ik ben graag bereid om op korte termijn overleg te voeren met de burgemeester van de gemeente Steenwijkerland over de stand van zaken op dit moment. Ik hoop u hierover op een iets later moment te mogen berichten. Voorzitter: de heer Jansen, commissaris der Koningin. Ingekomen stukken De voorzitter: De Tussenrapportage pilotproject allochtonenbeleid (ingekomen stuk nr. 11) en de nota Internationalisering (ingekomen stuk nr. 12) zijn ter advisering aan de orde geweest in de commissie Economie en bestuur. Ik geef de voorzitter van de commissie, de heer Dalhuisen, het woord om hierover verslag te doen. De heer Dalhuisen: Voorzitter. De commissie Economie en bestuur heeft kennisgenomen van de voortgang van het pilotproject allochtonenbeleid en adviseert provinciale staten om de tussenrapportage voor kennisgeving aan te nemen. Ik teken hierbij aan, dat de fractie van de Partij van de Arbeid heeft verzocht, de staten ook in de toekomst op de hoogte te houden van de voortgang. Bij de bespreking van de nota Internationalisering in een vorige vergadering van de commissie Economie en bestuur bleek behoefte te bestaan aan een memo over de richting van het beleid. GS hadden daaraan ook behoefte. Hedenmiddag is die notitie in de commissie behandeld. Wij hebben op dit beleidsterrein elkaars nieren geproefd. Het college van GS heeft aangegeven hiermee verder te kunnen. De nota Internationalisering zal binnenkort opnieuw door de commissie worden behandeld en daarna door de staten. Op dit moment adviseert de commissie, het stuk voor kennisgeving aan te nemen. De voorzitter: Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 28 over moties en amendementen deel ik mede dat het presidium heeft besloten hierover een voorstel te doen voor de volgende vergadering. Ik geef nu het woord aan de voorzitter van de commissie Zorg en cultuur, de heer Antuma, om mededeling te doen over het advies van de commissie over het voorontwerp Strategische visie Netwerkstad Twente, deel II. De heer Antuma: Voorzitter. Vanmorgen heeft de commissie Zorg en cultuur als gasten ontvangen de voorzitter, de heer Kerkhaert, en de secretaris-directeur, de heer Schouten, van de stuurgroep Netwerkstad Twente. Zij hebben een presentatie gegeven van het voorontwerp Strategische visie Twente omtrent ambitie, profielen en het proces dat voorligt. Gedeputeerde Kristen heeft ter aanvulling een toelichting gegeven op de relatie met het grotestedenbeleid dat door gedeputeerde staten wordt voorbereid. Dit heeft geleid tot een constructieve bespreking met reacties van alle fracties, waarbij de CDA-fractie een voorbehoud heeft gemaakt omtrent het definitieve fractiestandpunt, omdat dit onderwerp niet in de fractie besproken had kunnen worden. Met instemming van de stuurgroep Netwerkstad Twente is de volgende procesafspraak gemaakt. Het goedgekeurde verslag van de commissievergadering wordt voor 16 februari naar de stuurgroep gestuurd. De stuurgroep betrekt het bij het verdere proces. De definitieve besluitvorming zal voor mei geprogrammeerd worden en dan zal het ook in deze staten aan de orde komen. De voorzitter: Dan geef ik nu mevrouw Beldsnijder de gelegenheid om een korte verklaring af te leggen over ingekomen stuk nr. 3 (tariefaanpassingen regiotaxi). Mevrouw Beldsnijder (SP): Wij hebben er in de commissie over gesproken. Daar werd duidelijk dat het een bevoegdheid van GS is om te besluiten over (eventuele) verhoging van de tarieven van de regiotaxi. De SP-fractie heeft uitgesproken dat zij daar uiterst ongelukkig mee is en dat zij, indien zij wel iets over de tariefsverhogingen had kunnen zeggen, zich er absoluut tegen zou hebben verklaard. Wij vinden deze verhoging behoorlijk fors, en dat in een tijd waarin door het kabinet-balkenende 2 veel mensen er 1% tot 8% op achteruitgaan. Wij vinden dan ook dat er sprake is van een onverantwoord besluit op dit moment. Over de ingekomen stukken wordt besloten overeenkomstig de op de agenda gedane voorstellen, met

4 Staten, 4 feb inachtneming van de zo-even gemaakte opmerkingen. Interpellatie De heer Ter Schegget (PvdA): Voorzitter. In het verzoek tot het houden van een interpellatie heeft de Partij van de Arbeid-fractie al aangegeven dat zij zich met velen in Overijssel zorgen maakt over de voornemens die de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft kenbaar gemaakt over de wijze waarop zij wil omgaan met uitgeprocedeerde asielzoekers. De onrust daarover kwam ook naar voren op een conferentie, mede door SMO georganiseerd, in dit provinciehuis op 15 januari jl. Op deze conferentie heeft gedeputeerde Kristen ook een aantal uitspraken gedaan. Overijssels Overzicht 02 meldt de uitspraak van gedeputeerde Kristen: Vreemdelingenbeleid moet humaan. Dat was ook de teneur van die conferentie. Daarop waren ruim 120 zeer betrokken mensen bijeen die hun zorgen hebben geuit. Mijnheer de voorzitter. Het past natuurlijk niet dat wij hier een debat met ons college aangaan over de exacte invulling van het beleid van Den Haag. Ik heb het al eerder gezegd: dat debat zal aanstaande maandag in Den Haag plaatsvinden. Toch moet mij, net als vele anderen, van het hart dat de minister wel heel, heel zuinig is omgegaan met het begrip "schrijnende gevallen". Ik maakte mij kwaad toen ik de minister gisteravond hoorde zeggen: gezinnen worden niet uit elkaar gehaald. Niets is minder waar. Er zijn, zoals in de pers heeft gestaan, ook in Overijssel situaties waarin gezinnen uit elkaar zijn gehaald, bijvoorbeeld in Zwolle. De man verblijft nu in China en de vrouw en kinderen in Zwolle. Die man was geen crimineel. Ik zeg dit, omdat de minister heeft gesteld: Als gezinnen al uit elkaar worden gehaald, zal er wel sprake zijn van iets anders. Ik vind het op z'n zachtst gezegd heel onzorgvuldig van onze minister. Maar goed, dat zal maandag uitgebreid aan de orde komen in Den Haag. Waar gaat het wat ons betreft ook om? Niet om dat getal van gevallen. Het gaat wat ons betreft om de oude gevallen die onder de oude Vreemdelingenwet vallen, dus gevallen van voor 1 juli Wij praten dan over 6000 tot 7000 gevallen. Waarom doen wij nogmaals een beroep op de minister? Om ervoor te zorgen dat zij met een schone lei kan beginnen. Het is een welgemeend advies. Zij zou dan af zijn van de oude "gevallen". Zij zou schoon schip maken. Een ander element van het nieuwe vreemdelingenbeleid dat ook op de conferentie aan de orde is geweest, is de toenemende illegaliteit. Ik ben bang dat als dit beleid in deze omvang wordt ingezet, wij ook in Overijssel zullen worden geconfronteerd met een toenemend aantal illegalen, en dat is nog slechter. Want je ogen sluiten voor problemen die alleen maar groter worden, leidt niet tot een oplossing. Oplossingen zullen moeten worden gevonden in de zin van schoon schip maken en mensen een perspectief bieden. De Partij van de Arbeid blijft natuurlijk ook van mening dat diegenen die hier onterecht aanwezig zijn en die zijn er ook moeten worden uitgezet, maar wel op een humane manier. De heer Dijkhuis (LPF): Mijnheer de voorzitter. Vandaag zijn wij even ver als een jaar geleden, toen toenmalig minister Nawijn kwam met een voorstel tot een pardonregeling om een grote groep asielzoekers alsnog een permanente verblijfsvergunning te geven, en wel asielzoekers die langer dan vijf jaar in Nederland verbleven, van wie de eerste asielaanvraag nog in behandeling was, die het Nederlands goed beheersten en die van onbesproken gedrag waren. De LPF-Tweede-Kamerfractie bleek toen een voorstander van een pardon voor ongeveer 2300 asielzoekers. Het voorstel werd door Nawijn voorgelegd aan de ministerraad. Hij werd evenwel teruggefloten door premier Balkenende. Hij mocht slechts gebruikmaken van zijn zogenaamde discretionaire bevoegdheid om schrijnende gevallen een permanente verblijfsvergunning te geven. De PvdA-Tweede-Kamerfractie eiste zelfs bij monde van Klaas de Vries het aftreden van Nawijn. Ook andere linkse fracties overwogen om in een spoeddebat Nawijns vertrek te vragen. Mijnheer de voorzitter. Wij zijn vandaag zelfs minder ver dan een jaar geleden. Het wordt nu tijd en dat ben ik roerend eens met de nieuwste Pim Fortuyn-aanhanger Jozias van Aartsen om niet langer de kop in het zand te steken. Wij moeten nu probleemoplossend te werk gaan in plaats van probleem vooruitschuivend. Nawijn beloofde destijds ruimhartig te zullen omgaan met schrijnende gevallen. In de plannen van Verdonk gaat het bij schrijnende gevallen om een aantal van slechts ongeveer 220. Dat is een aantal dat in de ogen van de LPF aan de lage kant is, mede gezien het aantal brieven dat minister Nawijn destijds kreeg na zijn voorstellen. De LPF is van mening dat door de minister een ruimhartige beoordeling moet plaatsvinden van schrijnende gevallen. De LPF-fractie zal dan ook stemmen voor de motie die de CDA-fractie gaat indienen. De heer Nieuwenhuis (CU): Voorzitter. Door beide voorgaande sprekers is al gememoreerd dat de op 15 januari 2004 door het steunpunt Minderheden Overijssel georganiseerde conferentie met als titel "Geen pardon: laveren tussen rijksbeleid en zorgplicht" veel heeft losgemaakt in de Overijsselse samenleving. En terecht, want zoals minister Verdonk nu wil omgaan met de uitgeprocedeerde asielzoekers, dat kan echt niet. De vertegenwoordigers van de gemeenten Deventer, Hengelo, Enschede

5 Staten, 4 feb en Dalfsen gaven tijdens de conferentie heel duidelijk aan dat de problemen van het rijk op het bordje van de gemeenten worden gelegd, terwijl de rijksoverheid verantwoordelijk is voor het vreemdelingenbeleid. Op de conferentie bleek verder heel duidelijk de onrust die er leeft onder kerkelijke en maatschappelijke organisaties. Deze onrust is alleen maar toegenomen door de rigide plannen van minister Verdonk, inhoudende dat uitgeprocedeerden binnen drie jaar het land uit moeten. Waar gaat het nu precies om? Het door de minister genoemde aantal van omvat alle asielzoekers die onder de oude Vreemdelingenwet zijn ingestroomd tot 1 april Niet al deze asielzoekers zijn al uitgeprocedeerd. Zij hebben wel allemaal een eerste negatieve beschikking gekregen. Het getal van 6000 à 7000 asielzoekers dat uiteraard ook weer rondzingt sommigen reppen van 9000 asielzoekers, een getal dat een tijd geleden rondzong komt overeen met het aantal asielzoekers dat al langer in Nederland is en geen crimineel verleden heeft. Daaronder vallen uitgeprocedeerde asielzoekers en asielzoekers die nog in procedure zitten. De 2200 asielzoekers die onder het beperkte pardon vallen, maken deel uit van deze laatste groep; 9800 vreemdelingen hebben de minister om clementie gevraagd wegens de schrijnendheid van hun situatie. De minister heeft 220 verzoeken gehonoreerd. De groep van 1800 mensen valt voor een groot deel samen met de groep uitgeprocedeerden die al langer dan vijf jaar in Nederland zijn, maar er zijn ook mensen bij die korter dan vijf jaar in Nederland zijn. Het is bezien vanuit het gezichtspunt van politiek en media natuurlijk wel handig dat de minister nu ineens met het getal komt. Daardoor lijkt het probleem ineens veel groter qua aantal. Onze fractie wil er bij de minister op aandringen, haar beperkte pardon aanzienlijk te verruimen. De mensen die nu een pardon krijgen, zijn nog niet uitgeprocedeerd. Eigenlijk is er dus geen sprake van een pardon. De mensen om wie zoveel maatschappelijke commotie is ontstaan, zijn wel uitgeprocedeerd, maar wonen desondanks al jaren in Nederland, zijn ingeburgerd en hebben hun kinderen op school. In sommige gevallen kunnen zij niet terug, omdat zij hun papieren niet op orde krijgen, maar ook wanneer mensen hun papieren wel op orde hebben, is het hard en inhumaan om hen na zoveel jaar in Nederland ineens de grens over te zetten. De ChristenUnie, die haar eigen christelijke normen en waarden serieus neemt, kan en mag dit beleid niet steunen. Het laat geen ruimte om op humanitaire gronden een afweging te maken. De ChristenUnie is inmiddels landelijk op haar eigen internetsite een actie gestart tegen de plannen van minister Verdonk. Directe aanleiding vormt de situatie van een Afghaanse familie waarvan de vader wordt teruggestuurd naar zijn land, terwijl zijn vrouw en kinderen mogen blijven. Dit voorbeeld is met meerdere voorbeelden aan te vullen, zoals het zo-even genoemde voorbeeld van de Chinese man hier in Zwolle. Over dit voorbeeld heb ik overigens zelf ook een uitvoerige mail gekregen die de schrijnendheid aangeeft. Diverse deskundigen en bestuurders zijn van mening dat de nota van minister Verdonk te optimistisch en te rooskleurig is. Mijnheer de voorzitter. Ik ga afronden. Bij deze problematiek hoort de vraag wat de provincie concreet kan doen. Uit de aanbevelingen van de workshop van de zojuist genoemde conferentie komt als rode draad naar voren dat het belangrijkste wat wij als maatschappelijke en kerkelijke organisaties kunnen doen, is het uitoefenen van politieke druk op de minister om te komen tot verruiming en versoepeling van de regeling. Daarnaast kwam naar voren dat wij de gemeenten moeten steunen die uitgeprocedeerde mensen niet op straat willen zetten. Concrete noodopvang ziet de ChristenUnie niet als een taak van de provincie. De provincie zorgt daar ook niet voor dak- en thuislozen voor. Wel kunnen wij als provincie de instanties die hiermee bezig zijn financieel en moreel steunen. Er liggen twee moties klaar die wij beide kunnen ondersteunen. Mevrouw De Greef-Moes (D66): Mijnheer de voorzitter, collega's. Gevoelens, onrust onder de bevolking, de neiging tot burgerlijke ongehoorzaamheid, allemaal emoties waarover ik het nu niet wil hebben. Waarom niet? Omdat ik uit eigen ervaring weet dat zaken dan gigantisch kunnen worden opgeblazen en verkeerd kunnen worden opgevat. Dat houdt overigens niet in dat ik geen emoties voel bij deze kwestie. Elke vogel die bij mij in de tuin uit de lucht komt vallen en dat zijn er in het voorjaar heel veel wordt bij ons liefdevol opgevangen en weer opgekalefaterd. Ik moet er dan ook niet aan denken dat er bij ons thuis een groep asielzoekers "uit de lucht zou komen vallen". U kunt wel nagaan wat er dan gebeurt. Binnen de kortste keren zit ons huis vol en zitten wij met een heleboel problemen. Juist om ons, al die burgers en de samenleving daartegen te beschermen, moeten wij volgens mij niet vanuit emoties reageren. Waarom trekken wij als politiek niet het boetekleed aan en durven wij eindelijk eens te bekennen dat wij fouten hebben gemaakt in de wet- en regelgeving waardoor wij mensen jarenlang de hoop hebben gegeven dat zij hier kunnen blijven? De verantwoordelijken in Den Haag hebben het al min of meer bekend. Immers, er is een nieuwe Vreemdelingenwet. Wees dan ook niet te benauwd om te zeggen: wij doen de volgende stap; wij maken niet alleen een nieuwe Vreemdelingenwet, maar wij zorgen ook dat al die mensen die nog onder de oude wetgeving vallen ook goed terechtkomen. En dat is, hier een plekje krijgen in Nederland. Dat zeggen wij als wij de motie van de CDA-fractie

6 Staten, 4 feb ondersteunen. Mevrouw Van Harsselaar-Timmer (VVD): Geachte aanwezigen, ik geef u een opsomming van de overwegingen op basis waarvan wij als VVD-fractie ons standpunt hebben bepaald. Wij zijn het eens met het huidige asielbeleid en wij vinden het een goede zaak dat er eindelijk een uitzettingsbeleid is geformuleerd waar in de volle breedte van de samenleving sinds jaren om werd gevraagd. Wij zijn ervan overtuigd, dat het ministerie van Justitie, de IND, de Vreemdelingendienst en vervolgens ook de minister zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan om tot het huidige beleid en de daarbij behorende aantallen te komen. Het asielbeleid begint gezicht te krijgen en de maatschappelijke gevolgen beginnen zichtbaar te worden. Wij gaan ervan uit dat het aantal van 2097 personen inderdaad de groep is die door toedoen van de overheid na al die jaren nog geen verblijfsvergunning heeft, en dat personen niet door toedoen van de overheid niet voor een vergunning in aanmerking komen. Wij kunnen ons geheel vinden in de brief van 23 januari jl. van de minister aan de Tweede Kamer met het plan van aanpak voor de uitzetting. De VVD-fractie zal geen moties steunen die suggereren dat er door eerdergenoemde instanties en personen niet zorgvuldig is gewerkt. Wij doen ook niet mee aan de discussie over wat wel of niet ruimhartig is. Wij constateren dat her en der op dossierniveau wordt gesproken, terwijl wij daarvan geen kennis hebben. Wij vragen ons af hoe je als politiek de onafhankelijke rechter wilt overvleugelen. Dat doet afbreuk aan de rechtsstaat en dus aan de Tweede Kamer, want je spreekt in wezen een soort motie van wantrouwen uit. Het geeft wat ons betreft geen pas, ons met rijksbeleid te bemoeien. De moties ondermijnen het beleid. Ook zullen wij geen steun geven aan gemeenten die zich niet aan het rijksbeleid wensen te houden. Wij geven die steun niet, onder andere omdat het een precedent schept, maar vooral omdat het onterecht hoop zou bieden. Tot slot, je hebt geen motie nodig om je eigen partijgenoten in de Tweede Kamer aan te spreken. De heer Beugelink (CDA): Mijnheer de voorzitter, collega-statenleden. De problematiek die wij in dit interpellatiedebat bespreken, is allereerst een landelijke en gemeentelijke aangelegenheid. De CDAfractie wil dan ook geen moment op de stoel van de minister gaan zitten. Het beleid wordt landelijk vastgesteld en de CDA-fractie vindt het van groot belang dat het beleid ten aanzien van uitzetcentra slaagt. De goede luisteraar heeft begrepen dat wij hetzelfde uitgangspunt kiezen als ik net heb gehoord van de VVD-fractie, maar wij komen tot een andere conclusie en dat wil ik graag toelichten. Omdat de gevolgen van het landelijk beleid regionaal, maar bovenal gemeentelijk zichtbaar zullen worden, zijn wij gelegitimeerd om ons in de discussie te mengen. Wij willen niet fungeren als doorgeefluik, maar vanuit een beleefde humaniteit en een eigen gevoel van rechtvaardigheid een bijdrage leveren aan deze discussie. Kern van de motie, die ik straks zal indienen mede namens de fractie van de Partij van de Arbeid en met steun van D66 en de ChristenUnie, is dat wij willen opkomen voor de onmondigen, de weerlozen, kinderen die geen stem hebben, die als vreemdeling aan onze poort hebben geklopt. Daarom nodigen wij de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van harte uit, ruimhartiger te zijn in de toepassing van de haar ter beschikking staande bevoegdheden voor schrijnende gevallen, met name voor gezinnen die zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving en voor gezinnen die bij uitzetting worden gescheiden. Wij constateren, mijnheer de voorzitter, dat in kerkelijke en maatschappelijke organisaties en ook in gemeentelijke overheden grote onrust is ontstaan over de gevolgen van dit uitzettingsbeleid. Wij zijn met hen bevreesd dat velen in de illegaliteit zullen gaan verdwijnen en dat genoemde instanties dan weer voor grote humanitaire problemen zullen worden geplaatst. Wij pleiten voor maatwerk in specifieke situaties, zoals de genoemde schrijnende gevallen en de technisch niet-verwijderbare asielzoekers. Daardoor zal het draagvlak van het beleid worden vergroot. Wij denken dat een commissie van advies van oud-kamerleden en CdK's goede diensten aan de minister kan bewijzen bij de toepassing van de haar ter beschikking staande middelen. Wij hopen dat deze motie op statenbrede steun kan rekenen en dat de minister gehoor wil geven aan wat bij mensen leeft, want wie goed wil besturen, moet ook dicht bij mensen kunnen staan. Mijnheer de voorzitter. Ik wil u nu graag de motie overhandigen en daarbij aangeven dat wij daarin gedeputeerde staten verzoeken: er bij de minister sterk op aan te dringen, over te gaan tot een ruimhartiger toepassing van de haar ter beschikking staande middelen bij de beslissing tot uitzetting van schrijnende gevallen en technisch nietverwijderbare asielzoekers; de minister te verzoeken de eerdergenoemde commissie van advies in te schakelen; deze motie ter kennis te brengen van de Overijsselse gemeenten, de Tweede Kamer en (uiteraard) de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. De voorzitter: De motie zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

7 Staten, 4 feb Mevrouw Van Olphen (GL): Na de twee vorige betogen krijg ik haast de neiging om te proberen met elkaar in gesprek te gaan, maar dit is daarvoor nu de tijd noch de plaats. Voor ons ligt een motie van de PvdA- en de CDA-fractie die wij heel positief vinden. Om woorden uit de commissie Zorg en cultuur te gebruiken: ik vind de motie bijzonder charmant. Vandaar dat wij de motie zullen steunen. Naar aanleiding van wat er door de VVD-fractie zojuist te berde is gebracht, wijs ik erop dat wij op eerdere momenten in deze staten wel eens hebben gesproken over de vraag, waar wij ons mee bezig moeten houden. Toen is onder anderen door de commissaris der Koningin aangegeven dat je je als provinciaal bestuurder niet alleen verantwoordelijk moet voelen voor datgene waarvoor je op papier verantwoordelijk bent, maar ook voor datgene wat voor de inwoners van Overijssel van belang kan zijn. Dit is zo'n item waarvan ik zeg: daarmee mogen wij ons dus bemoeien. Het statenverkiezingsprogramma van GroenLinks had de titel meegekregen: Denk breed en doe concreet. In dit geval houdt dat in dat zo dadelijk de SP-fractie mede namens ons een motie zal indienen om te komen tot een noodfonds. Naast het uitspreken van onze zorg over en het aandacht vragen voor deze problematiek in de al ingediende motie willen en kunnen wij ook iets doen. Wij spreken in de motie uit dat wij willen uittrekken om instellingen en stichtingen te ondersteunen die werkelijk noodhulp verlenen. Wij willen een financiële handreiking bieden, zodat via deze mensen andere mensen kunnen worden geholpen. De heer Van Dijk (SGP): Voorzitter. Een vraag die gehoord alle opvattingen bij mij opkwam, was: hoe zou het eigenlijk zijn met kleermaker Gümüs en wie zou er in Nederland nog één minuut over wakker hebben gelegen sinds die man met zijn gezin werd uitgewezen om zijn kleermakersvak elders uit te oefenen? Ik wil daarmee deze discussie niet afdoen als een hype die enorm wordt opgezweept, want het gaat om mensen, en geen gering aantal, en ieder mens is een uniek wezen. De materie is dermate moeilijk en ingewikkeld dat wij in de verste verte niet de pretentie hebben om ook maar een begin van een oplossing te weten. Het gaat hier om de balans tussen enerzijds rechtvaardigheid en anderzijds de vraag in hoeverre in individuele gevallen de barmhartigheid moet prevaleren, zonder anderen te kort te doen die langs dezelfde maatlat zijn beoordeeld. Nogmaals, ik heb daar geen oplossing voor. Je kunt zeggen: het is rijksbeleid en men doet niet anders dan het regeerakkoord uitvoeren, dus laat het maar in Den Haag besloten worden. Dat standpunt wil ik ook niet innemen. Ik heb anderzijds het gevoel dat ook als je het aantal terugbrengt tot , of , het nog arbitrair blijft en er in de groep mensen die wel zullen worden uitgewezen grensgevallen zullen blijven. Ik ga er niet verder op in. Ook ons als SGP-fractie zijn voorbeelden bekend waarin uitzetting onrechtvaardig is en tegen ons menselijk gevoel indruist. Vandaar dat wij de motie die is ingediend door de CDA- en de PvdA-fractie zullen steunen, in die zin dat in onze interpretatie met de motie niet anders wordt beoogd dan de minister te vragen om ruimer met haar bevoegdheid om te gaan. Dat pleidooi willen wij ondersteunen, ook uitgaande van de gedachte dat wij liever zouden zien dat er 50 mensen blijven die uitgewezen zouden moeten worden dan dat er 5 mensen onterecht worden uitgewezen. Kortom, wij ondersteunen het pleidooi aan de minister om niet te enghartig om te gaan met de bevoegdheid die zij heeft. Mevrouw Van Ommen (SP): Voorzitter. Binnen drie jaar moeten uitgeprocedeerde asielzoekers het land verlaten, vrijwillig of onvrijwillig. In het laatste geval worden zij maximaal acht weken geplaatst in een uitzetcentrum, pardon een vertrekcentrum. Daarna wacht het leven op straat. Het gaat daarbij, zoals al is gezegd, vaak om mensen die al heel erg lang in ons land verblijven. Het gaat ook vaak om kinderen die hier zijn opgegroeid en ingeburgerd, die hier hun hele leven hebben doorgebracht. Er gaat ook een groep van mensen bij betrokken worden die volhouden dat zij in hun land niet veilig zijn bij terugkeer. Gelukkig zijn er heel veel organisaties die een helpende hand willen bieden. Er is net al verwezen naar het SMO-congres. Daar werd gezegd dat vluchtelingenorganisaties melden dat ze een probleem hebben met het financieren van noodhulp. Ze willen graag noodhulp geven, maar geld is een probleem. Het kost nu eenmaal geld om iemand op te vangen, te huisvesten en te voeden. Provinciale staten van Groningen hebben een motie aangenomen voor het instellen van een hulpfonds. Wij willen samen met de fractie van GroenLinks een motie indienen met hetzelfde doel. Wij gaan er daarbij van uit dat onze provincie iets wil doen aan de problematiek van de schrijnende gevallen en technisch niet-verwijderbare asielzoekers. Ik zei al dat het vaak gaat om gezinnen die al volledig zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Diverse gemeenten in onze provincie hebben al te kennen gegeven eigenlijk helemaal niet te willen meewerken aan uitzetting. Er zijn hier ook een heleboel organisaties die hebben gemeld noodhulp te willen verstrekken. Wij verzoeken GS daarom in de motie om "een bedrag van euro te reserveren voor een noodfonds waarop instellingen en stichtingen die noodhulp verlenen een beroep kunnen doen". Wij stellen voor, dit bedrag te putten uit het overschot op de jaarrekening van Ik mag u nu de motie overhandigen, voorzitter.

8 Staten, 4 feb De voorzitter: De motie zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. Gedeputeerde Kristen: Voorzitter. Hoewel dit debat in de eerste plaats een debat is tussen de verschillende politieke geledingen in deze staten, stelt het college er prijs op zijn mening te geven over wat de problematiek van het pardon is geworden. Het moge helder zijn dat er onrust is ontstaan in de samenleving. De motie die is ingediend door de fracties van CDA en PvdA, gesteund door andere fracties, getuigt daarvan. Die onrust kan niet worden afgedaan als iets wat gemakkelijk voorbijgaat. Daar staan de organisaties die getuigenis afleggen van de onrust borg voor. Dat zijn kerkelijke en maatschappelijke organisaties en de vakbonden. Kortom, iedereen die zich maatschappelijk betrokken weet, praat erover en heeft er een mening over. Dat geldt ook voor de provinciale politiek. Ik vind het heel legitiem dat die, met de voeten in de samenleving en dicht bij de mensen staand, zich daarover een oordeel vormt. Wij hebben inderdaad een aantal weken geleden hier in huis een conferentie gehad die met name was voorbereid door het SMO en waarop duidelijk is gebleken dat bij de lokale overheid mensen echt in gewetensnood zijn. Ik ben laatst op landelijk niveau burgemeesters tegengekomen van zeer grote gemeenten en van diverse politieke pluimage die ook verhalen hadden over wat "schrijnende gevallen" is gaan heten. Ik hoop dat wij het niet beperken tot jargontaal; je zult maar een schrijnend geval zijn. Ik begrijp de achterliggende gevoelens van... Vult u maar in. In de genoemde motie wordt om redenen van humaniteit gepleit voor een ruimhartiger pardon. Ik denk dat dit de boodschap is die vandaag in deze staten is gehoord, een uitzondering daargelaten. Wat mij erg aanspreekt, is dat de door mij niet benijde uitvoerende lokale politici angst hebben dat mensen die worden uitgezet de illegaliteit ingaan, want dan betreft het ons allemaal. Immers, dan gaat het om de inrichting van onze maatschappij en dan gaat het ik heb er geen ander woord voor om morele aftakeling. Naarmate er naar wij weten meer illegalen in de maatschappij zijn die hun eigen culturen hebben, zal ons maatschappelijk gebeuren onder druk komen te staan, want daarin hoort evenwicht te bestaan en hoort iedereen een kans te hebben. Ik maak mij daar zorgen over. Zonder al te diep op allerlei benaderingen in te gaan, kan ik zeggen dat het college zich heel wel kan vinden in de motie die is ingediend door de fracties van CDA en Partij van de Arbeid. Tijdens de conferentie heb ik, misschien een tikje scherp, gezegd dat het probleem eigenlijk moet worden opgelost daar waar het is ontstaan. Ik vind dat de gemeenten een taak krijgen opgelegd die onder deze omstandigheden schier onuitvoerbaar is. Ik hoop dat, voorzover dat kan, de problemen op rijksniveau worden opgelost of althans in elk geval zo beheersbaar worden gemaakt dat gemeentebesturen ermee uit de voeten kunnen. Ik vind dus dat wij niet veel meer kunnen doen dan daarin positie innemen. Ik vind dan ook dat de tweede motie, hoe sympathiek ook bedoeld, in feite niet onze taak betreft, want het inrichten van allerlei hulpstructuren, zo dat al mogelijk is, is een zaak van de uitvoerende gemeenten en niet van de provincie. Je kunt wel bedragen noemen, maar daarmee lever je in feite geen werkelijke oplossing van het probleem. Maar mijn eerste stelling in dit verband moet goed worden gehoord: ik vind het principieel niet juist dat wij treden in de verhoudingen van uitvoering in onze politiek-maatschappelijk bestel. Vandaar het ondersteunen van de eerste motie en het ontraden van aanvaarding van de tweede motie, de motie ingediend door de fracties van GroenLinks en de SP. Mevrouw De Bruin (GL): Voorzitter. Ik vind het een buitengewoon merkwaardig argument dat de gedeputeerde hanteert. Alsof deze provincie alleen maar zaken financiert die zij zelf uitvoert! Het tegendeel is waar. Een belangrijk deel van de provinciale begroting en de taken die wij als provincie uitvoeren behoort daadwerkelijk tot het uitvoeringsdomein van de provincie, maar de provincie financiert ook veel zaken die door andere overheden worden uitgevoerd. Waarom zou dat in dit geval niet kunnen? De provincies Friesland en Groningen zijn ons al voorgegaan op dit dossier en die zijn heel gemakkelijk heengestapt over het bezwaar dat de gedeputeerde noemt en hebben besloten concreet iets te doen. Ik snap niet waarom de gedeputeerde vindt dat je wel je afkeuring kunt uitspreken over rijksbeleid, want als je het argument hanteert dat het rijksbeleid is, dan vind ik het standpunt van de VVD-fractie veel zuiverder. Je moet dan in al die zuiverheid zeggen: ik bemoei mij er helemaal niet mee; ik spreek mijn afkeuring niet uit en doe concreet niks. Je afkeuring uitspreken en vervolgens niks doen, vind ik een beetje halfbakken. Gedeputeerde Kristen: Voorzitter. Mevrouw De Bruin legt nu een maat van zuiverheid aan die naar ik meen ook is ingegeven door subjectieve uitgangspunten. Ik vind dat je het probleem helder moet houden: bij het rijk is een probleem ontstaan waarmee gemeentes zijn opgezadeld. Wij ondersteunen als college graag de eerste motie. Wij dringen er dus bij het rijk op aan om die problematiek beheersbaar te maken. Verder is het aan de verschillende geledingen in het politieke bestel volgens het Huis van Thorbecke om de zaken daar uit te voeren waar dat moet gebeuren. Zo goed als ik vind dat wij niet op de stoel van de minister respectievelijk de beleidsvormers in Den Haag mogen gaan zitten, zo goed vind ik ook dat wij

9 Staten, 4 feb ons op dit punt niet moeten bemoeien met de uitvoering. Bovendien is het de vraag wat je doet met het bedrag dat in de tweede motie wordt genoemd, maar dat is een ondergeschikt punt in dit debat waarin humaniteit groot is geschreven. Mevrouw De Bruin (GL): Voorzitter. Ik geloof mijn oren niet. Ik had daarnet een lange interruptie, maar ik vind dat deze gedeputeerde al veel te lang aan het woord is. Hij begint over zuiverheid. Wat heeft zuiverheid in vredesnaam met deze discussie te maken? Wat die betreft, wij hebben gewoon gekeken naar wat de provincie Groningen beschikbaar heeft gesteld en naar wat enkele gemeenten in deze provincie doen. Ik vind een maatstaf wat er in deze provincie al gebeurt en wat je als provincie Overijssel zou kunnen doen. Ik ben erg benieuwd wat andere fracties in tweede termijn van onze motie vinden. De heer Nieuwenhuis (CU): Voorzitter. Ik ben het volledig eens met de stellingname van mevrouw De Bruin. Om eerlijk te zijn, is het te gek voor woorden wat de gedeputeerde zegt, want wij subsidiëren van alles en nog wat. Op de conferentie hebben wij heel duidelijk kunnen proeven dat bepaalde organisaties noodhulp willen geven, maar dat de financiën daarbij een probleem zijn. Ik vind een concrete daad in dit dossier niet meer dan normaal. De heer Ter Schegget (PvdA): Voorzitter. Ik heb geen behoefte aan een tweede termijn, maar wel aan een korte schorsing zodat wij ons kunnen beraden op de motie van de fracties van de SP en GroenLinks. De vergadering wordt voor enkele minuten geschorst. De heer Ter Schegget (PvdA): Voorzitter. Wij hebben ons intensief beraden op de motie van de fracties van GroenLinks en de SP. Mij moet van het hart dat de vergelijking met Groningen niet opgaat. In Groningen is sprake van een andere situatie, bovendien in een ander kader gesteld. Al eerder heeft de provincie Groningen samen met de gemeente Groningen noodvoorzieningen in het leven geroepen. Die vraag is ons nooit gesteld, dus dat is hier niet aan de orde. Het intensieve beraad heeft tot de conclusie geleid dat er enige reden is om een reserve te maken voor het geval dat organisaties zich voor financiële problemen zien geplaatst. Wij realiseren ons vervolgens dat als de uitwerking aan het college wordt overgelaten, het zeer lastig zal zijn om er criteria aan te hangen. Je kunt dan nog wel een boom opzetten. Wij zullen de motie steunen. De heer Van Dijk (SGP): Voorzitter. Wat onze fractie betreft, is er een principieel verschil tussen de eerste motie en de tweede. Met de eerste motie wordt niets anders beoogd dan de bevoegdheid te laten waar die ligt: op rijksniveau. Er is alleen sprake van een dringend appèl aan de minister in de geest van: als u er volgende week over gaat praten en ziet wat uw beleid inmiddels in de samenleving teweeg heeft gebracht en tot welke reacties het heeft geleid, dan hopen wij van harte dat u er niet aan wilt vasthouden. Het is een dringend pleidooi om gebruik te maken van haar bevoegdheid om ruimer met de schrijnende gevallen om te gaan. Indien de minister, de regering, gesteund door een meerderheid in de Kamer dat pleidooi vervolgens niet honoreert en het besluit en het beleid handhaaft, dan ontstaat voor ons een wezenlijk andere situatie. Wij zeggen dan: het is een beslissing, genomen door de wettige overheid, een beslissing die op een legale manier tot stand is gekomen. Wie zijn gemeenten en provincies om vervolgens dat beleid te ondergraven? Wij vinden dat dan de bijl wordt gelegd aan de wortel van de rechtsstaat. Het is moeilijk om een balans te vinden tussen barmhartigheid en rechtvaardigheid, maar het gaat op dat moment heel formeel gesproken wel over asielzoekers die zijn uitgeprocedeerd; er is dus sprake geweest van een rechtsgang. Hoe lang die ook heeft geduurd, er is uiteindelijk een uitspraak gedaan door de rechterlijke macht. Wij doen er als SGP niet aan mee om ongehoorzaamheid in dat opzicht aan te moedigen door dat beleid te ondergraven. De tweede motie zullen wij dan ook niet steunen. Wij kunnen wel van harte achter de eerste motie staan. De heer Oldenburger (CU): Ik wil hier kort op reageren. In de eerste motie staat inderdaad een oproep aan de minister om haar beleid te wijzigen. Ook daarmee geven wij heel nadrukkelijk een opdracht mee. Als de Kamer besluit het beleid te wijzigen en de minister die opdracht uitvoert, dan is de tweede motie niet nodig. De angst die hier leeft, is dat dit niet gebeurt. Daarom voeren wij dit debat. Dan ontstaat dat inhumane probleem en in dat geval zou je een oplossing moeten bieden aan organisaties. Wij gaan niet zelf noodhulp geven. Dat gaan organisaties doen als de minister niet de wens van velen in dit land volgt. In dat geval vinden wij dat als je A zegt, je ook B moet zeggen en hulp moet bieden. De heer Van Dijk (SGP): Gegeven de opvattingen die ook in uw kring leven over het overheidsgezag

10 Staten, 4 feb ik refereer aan Romeinen 13 verbaasde ik mij over het standpunt van de heer Nieuwenhuis, sprekend namens de fractie van de ChristenUnie. Ik hoop van harte dat de motie en allerlei andere dingen in het land het gewenste effect hebben; zo niet, dan is er vanuit het christelijk motief principieel niets anders aan de orde dan je daaraan te onderwerpen, met hoeveel pijn in het hart ook. Als je dat niet doet, leg je de bijl aan de wortel van de rechtsstaat. De heer Oldenburger (CU): Ik vind dit toch een beetje het vergelijken van appels met peren. Het gaat erom dat als de minister geen gehoor geeft aan dit pleidooi, er in dit land een probleem ontstaat. Je kunt nog steeds erkennen dat er in dit land besluiten zijn genomen, maar je kunt vervolgens constateren dat er een geweldig probleem ontstaat waar je niet met droge ogen naar kunt kijken. De heer Van Dijk (SGP): Dat doe ik ook niet, maar ik vind dat je als medeoverheid en lagere overheid principieel je positie moet weten. Kerken hebben het asielrecht en dat soort dingen. Die zouden, ook al ben ik het daarmee ook niet eens, nog een andere afweging kunnen maken en toch hulp kunnen bieden. Maar een overheid die een stukje medebewind heeft, kan dat niet, in mijn ogen. De heer Beugelink (CDA): Voorzitter. In onze eerste bijdrage hebben wij het accent gelegd op het politieke karakter van het probleem op dit moment. Wij denken dat de eerste motie door de wijze waarop wij het daarin samen met de fractie van de Partij van de Arbeid hebben verwoord het meest krachtige signaal behelst dat wij op dit moment kunnen afgeven in het perspectief van de discussie die volgende week in de Tweede Kamer zal worden gehouden. Financiële prikkels daarbij zijn onzes inziens op dit moment een verkeerd signaal. Van onze lokale bestuurders hebben wij begrepen dat in eerste instantie niet de financiën het probleem zijn, maar dat zij dringend behoefte hebben aan onze maximale steun voor de zorg die zij hebben wanneer zij, als dit beleid niet slaagt, worden geconfronteerd met inhumane problemen en daarvoor oplossingen moeten zien te vinden. Wij blijven met hen in contact en wij willen graag blijven openstaan voor de signalen die wij de komende tijd van hen zullen blijven ontvangen. Wij zullen die plaatsen binnen de kaders, die naar wij hopen na volgende week heel helder zullen zijn. Met onze bijdrage hebben wij het beleid juist willen versterken. Mevrouw De Bruin (GL): Mijnheer Beugelink, u hebt het over signalen die u hebt ontvangen. Tijdens de SMO-conferentie heb ik mogen deelnemen aan een workshop van maatschappelijke organisaties en kerken. Vanuit uw fractie was daarbij mevrouw Koggel aanwezig en vanuit de ChristenUnie-fractie de heer Nieuwenhuis. Aan die workshop hebben zo'n 30 à 35 mensen deelgenomen. Toen wij hen vroegen wat een provincie kan betekenen, zeiden zij klip en klaar: belangrijk is dat jullie een politiek signaal afgeven. In tweede instantie zeiden zij: belangrijk is dat wij financiële hulp krijgen, zodat wij voor iemand die wordt uitgezet en die wij proberen op te vangen een woning kunnen inrichten. Dat is aangeven door allerlei organisaties, zoals Samen op Weg-kerken, Inlia en lokale vluchtelingenwerkorganisaties. Hoe kan het dat wij zulke andere signalen ontvangen dan u? De heer Beugelink (CDA): Uit de aard der zaak zijn deze signalen ons niet onbekend, maar wij gaan terug naar de kern van de problematiek. Ik ben het volstrekt eens met de heer Kristen dat het probleem landelijk is gedefinieerd en lokaal moet worden aangepakt. Ik denk dat het verstandig is dat wij de zaak zich eerst op landelijk niveau laten uitkristalliseren. Wij moeten het beleid op dit moment en dat was de essentie van onze eerste bijdrage niet belasten met schrijnende gevallen, met niet-uitzetbare mensen. Als je die ook in die centra zet, weet je op voorhand dat het beleid mislukt. Wij willen juist dat er een fair beleid totstandkomt. Wij hebben vertrouwen in onze rechtsstaat. Daar gaat het in principe om. Nogmaals, wij denken dat op dit moment met het beschikbaar stellen van geld het verkeerde signaal wordt afgegeven. Derhalve zullen wij de tweede motie niet steunen. De voorzitter: Ik meen dat het dictum van de tweede motie technisch gezien niet klopt. Het college wordt namelijk verzocht te reserveren. Dat lijkt mij evenwel een expliciete bevoegdheid van provinciale staten, aangezien geld reserveren te maken heeft met bet begrotingsrecht. Mocht de motie worden aangenomen, dan dienen uw staten zich te realiseren dat de motie nog goed moet worden bekeken op de juridische houdbaarheid en dat het financiële aspect eigenlijk slechts kan inhouden dat GS met een voorstel in die geest bij provinciale staten moeten komen. Immers, de huidige begroting geeft geen ruimte aan GS om zomaar voor een nieuw fonds middelen te reserveren. Ik stel de indieners voor, ermee in te stemmen dat het dictum moet worden gelezen als een verzoek aan GS om binnen de juridische en financiële mogelijkheden die er zijn een voorstel te ontwerpen om een en ander mogelijk te maken. Mevrouw Van Ommen (SP): Wij gaan akkoord met uw voorstel.

11 Staten, 4 feb In stemming komt de gewijzigde SP/GroenLinks-motie. De voorzitter: Ik constateer dat de aldus gewijzigde motie bij zitten en opstaan is verworpen, met 27 stemmen voor. In stemming komt de CDA/PvdA-motie. Mevrouw Van Harsselaar-Timmer (VVD): Voorzitter. Mijn fractie verzoekt om de aantekening dat zij geacht wenst te worden tegen deze motie te hebben gestemd op grond van wat ik in eerste termijn heb gezegd. De voorzitter: Ik constateer dat deze motie is aangenomen, met inachtneming van de door de VVD gevraagde aantekening. Startnotities Nr Voorstel van gedeputeerde staten van 25 november 2003, kenmerk RWB/2003/3471, betreffende startnotitie Wonen. De voorzitter: Ik geef allereerst het woord aan de heer Van Duinen, die heeft verzocht bij deze startnotitie te mogen inspreken. De heer Van Duinen: Voorzitter. Mijn naam is Bram van Duinen. Ik ben werkzaam als adviseur bij het steunpunt Minderheden Overijssel. Als zodanig ben ik verantwoordelijk voor werkzaamheden die onze stichting verricht voor de doelgroep woonwagenbewoners op het gebied van huisvesting. De nieuwe inspraakprocedure geeft ons de gelegenheid om op de valreep nog enige kanttekeningen te plaatsen bij de startnotitie Wonen. Aanleiding voor onze reactie is de wijze waarop in de startnotitie de link wordt gelegd met de niet meer actuele provinciale Woonvisie van december Gesteld wordt, dat wordt omgeschakeld van sturen op kwantiteit naar sturen op kwaliteit. Op blz. 2 van de startnotitie staat: "Met de omslag van sturen op woningbouwcontingenten naar sturen op kwaliteit is de provinciale woonvisie (...) op belangrijke onderdelen niet meer actueel. Deze woonvisie brengen wij daarom niet verder in procedure. De blijvend relevante onderdelen ervan nemen wij op in de uitwerking van ons voorgenomen woonbeleid." De notitie vervolgt met een beschrijving van de nieuwe wijze van provinciale aansturing van het volkshuisvestingsbeleid waarbij een grote nadruk komt te liggen op de gemeentelijke woonplannen en woonprogramma's en het nog te ontwikkelen beoordelingskader. Wat ons als SMO zorgen baart, is dat noch de doelgroep woonwagenbewoners noch de woonvorm woonwagen in de notitie wordt vermeld. Op blz. 4 worden als doelgroepen genoemd: starters, ouderen, zorgbehoevenden, studenten, dak- en thuislozen, statushouders. Misschien vallen woonwagenbewoners dan onder het volgende "enz." Wij vinden dat opmerkelijk, daar uw bestuur altijd een grote betrokkenheid heeft getoond met de huisvestingssituatie van woonwagenbewoners in deze provincie. Een betrokkenheid, die niet alleen was terug te voeren op de wettelijke verplichting om woonwagenplannen vast te stellen, maar die mede voortkwam uit een bewogen zijn van uw bestuur met de zowel kwantitatief als kwalitatief ontoereikende woonsituatie van deze doelgroep; een woonsituatie die mede een belangrijke remmende factor was, is en opnieuw wordt bij de onderwijs- en werkgelegenheidsontwikkeling en die tevens blokkerend werkte ten aanzien van het integratieproces. Wij lezen in uw startnotitie, naast het niet benoemen van de doelgroep, dat alleen de blijvend relevante onderdelen van de woonvisie worden opgenomen in de uitwerking van het voorgenomen woonbeleid. Kunt u zich voorstellen dat wij ons afvragen of huisvesting van woonwagenbewoners tot de blijvend relevante onderdelen zal worden gerekend? Is het niet denkbaar, dat als er geen duidelijk provinciaal standpunt is geformuleerd over de wenselijkheid en noodzaak om voldoende woonwagenlocaties in gemeenten aan te leggen, gemeenten opnieuw zullen worden geconfronteerd met overvolle en brandgevaarlijke woonsituaties? Uit onze recente monitor Woonwagenstandplaatsen blijkt dat er op dit moment een stagnatie optreedt in de realisering van standplaatsen in Overijssel. Als er al wordt gebouwd, betreft het voornamelijk vervanging van standplaatsen die eind jaren zeventig, begin jaren tachtig in het kader van de provinciale planning zijn aangelegd. De leegstand die in Overijssel het hoogste was van heel Nederland is inmiddels teruggelopen naar 2%. Met name de landelijk gelegen gemeenten hebben sinds 1998 alweer 49 standplaatsen opgeheven. Bij een bevolkingsgroep met een leeftijdsopbouw met relatief veel jongeren betekent dit dat er op dit moment, zeker bij de grote steden, veel jonge gezinnen bij gebrek aan standplaatsen boventallig op de bestaande woonwagenlocaties komen te staan. Het gaat hier niet om een specifiek Overijssels fenomeen. Het is een landelijk voorkomend probleem dat inmiddels op een

12 Staten, 4 feb aantal centra tot wrijvingen heeft geleid die opnieuw via de aanleg van tijdelijke standplaatsen worden opgelost. Als voorbeelden noem ik Kampen, Apeldoorn, Den Bosch, Den Haag. Juist deze tijdelijkheid, waarvan de recente aanleg van negen tijdelijke standplaatsen voor jongeren bij de Wielstraat in Kampen een voorbeeld is, staat haaks op het streven in deze startnotitie naar duurzame oplossingen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat na de decentralisatie door het rijk en de door uw college voorgestelde sturing op kwaliteit op basis van gemeentelijke woonplannen de huisvestingssituatie van woonwagenbewoners de komende jaren opnieuw in de knel komt. Dat is, nu de woonwagen plus standplaats een volwaardige plek heeft gekregen in de Woningwet, het Bouwbesluit en aanverwante regelingen, een gemiste kans om deze woonvorm beter te ontwikkelen. Wij stellen voor dat uw staten in de startnotitie alsnog plaats inruimen voor de doelgroep woonwagenbewoners en hun woonvorm op een wijze die zowel rechtdoet aan uw streven om gemeenten zelf invulling te laten geven aan uw woonbeleid als aan het recht van woonwagenbewoners om in de toekomst op definitieve woonlocaties in een duurzame en betaalbare woonvorm te wonen. Uiteraard zijn wij als SMO bereid onze expertise in te zetten bij het formuleren en uitvoeren van zo'n beleid. Mevrouw Tunc (PvdA): Voorzitter. Wij hebben in Overijssel een huisvestingsprobleem. Er is een groot tekort aan woningen en iedereen ondervindt hier last van. Sommige doelgroepen hebben hier meer last van dan andere. Ik denk aan studenten, ouderen, dak- en thuislozen, statushouders, maar ook woonwagenbewoners en alle andere doelgroepen met een zeer laag inkomen die vallen onder het "enz." Daarom is de fractie van de PvdA erg blij dat de startnotitie Wonen vandaag hier ter tafel ligt. In grote lijnen zijn wij tevreden over de inhoud van de notitie. Het loslaten van de contingenten en het sturen op kwaliteit zijn essentieel, helemaal nu de vraag zo groot is. Juist nu moet er niet zomaar worden gebouwd. Er dient te worden gebouwd met visie, met een helder plan dat goed is afgestemd met de buren en met andere gemeentes en waarbij de doelgroepen een plek krijgen. Kortom, er moet gedifferentieerd worden gebouwd, en het liefst vanaf morgen. Voorzitter. Ik zei al dat wij in grote lijnen tevreden zijn met de startnotitie Wonen, maar wij maken ons zorgen over het uitgangspunt dat de landelijke gemeenten mogen bouwen en groeien in overeenstemming met de eigen behoeften. Dit uitgangspunt leidt ertoe dat bijzondere doelgroepen, zoals studenten, dak- en thuislozen, statushouders, woonwagenbewoners en ieder ander met een zeer laag inkomen, zich moeten vestigen in betaalbare woningen in de grote steden. Hierdoor creëren wij een concentratie van de sociaal-maatschappelijke problemen in de grote steden. De beoogde sociale integratie raakt met dit uitgangspunt in de knel. Liever gezegd, de sociale integratie wordt niet bereikt. De fractie van de PvdA dient daarom samen met de fracties van het CDA en de VVD een motie in, waarin wordt uitgesproken dat de startnotitie Wonen op dit punt nuancering behoeft in die zin, dat wordt gestreefd naar een woonbeleid waarin ook plattelandsgemeenten een fair deel van de sociaalmaatschappelijke woonproblematiek voor hun rekening nemen. Met betrekking tot de aanvulling op de startnotitie Wonen in verband met het verzoek van de regio Twente merk ik op, dat wij erg benieuwd zijn waarom bijvoorbeeld de netwerkstad Zwolle-Kampen niet wordt genoemd. Wij willen hierop graag een toelichting van de gedeputeerde. Voorzitter. Ik mag u nu de motie overhandigen. De voorzitter: Deze zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. De heer Kok (VVD): Voorzitter. De VVD-fractie kan kort zijn, en eigenlijk is dat niet terecht, want wonen is een van de kerntaken van deze provincie. Het is een belangrijk onderwerp. Wij proberen een aantal zaken langs de lijn van sturen op ruimtelijke ordening anders te regelen. Wij gaan van kwantiteit naar kwaliteit. Ik zeg er meteen bij dat het woord kwaliteit in wezen een containerbegrip is. In de verdere uitwerking van de plannen moet de kwaliteit nog worden bewezen. Wat ons betreft, mag de gedeputeerde verder gaan met de uitwerking van de plannen. De startnotitie ziet er goed uit. Er zijn geen problemen wat ons betreft. De gedeputeerde gaat voor de uitwerking nog in conclaaf met allerlei marktpartijen. Dat lijkt ons goed. Wij zullen het als commissie ook met grote belangstelling blijven volgen. Wat mij betreft, spelen twee dingen hier een prominente rol: het terugdringen van regels, waartoe de gedeputeerde al initiatieven heeft genomen, en alles wat te maken heeft met bodemsanering, ook een probleem. Daar zit wel een knelpunt als wij gaan inbreiden, met name in stedelijk gebied en dan niet alleen in de vijf grote steden, maar in alle gemeenten. Wij kunnen niet alleen maar uitbreiden. Wij dienen ook de kwaliteit in onze steden te vergroten. Afsluitend een punt dat ik al eerder heb aangeroerd in de commissievergadering, namelijk dat er een goede afstemming moet zijn tussen de verschillende plannen die wij hebben. Ik denk aan milieu, water, de "rood voor rood"-regeling, alles wat met de reconstructie te maken heeft. Die afstemming wordt wel verwoord in de startnotitie en dient heel erg goed te zijn. Er dient goed naar te worden gekeken. Voorts dient er een goede afstemming te zijn met de regio's, met name het WGR-plus-gebied en de

13 Staten, 4 feb kaderwetgebieden. Er is een aanvulling op het voorstel gekomen. Hoe wij daarmee omgaan, hoor ik straks wel van de voorzitter. In ieder geval ondersteunen wij van harte het tekstblok waarin wordt aangegeven dat uw college in ieder geval met de regio Twente de woonplannen goed op elkaar afstemt. Dat lijkt mij meer dan noodzakelijk, want het is allemaal de provincie Overijssel. Je kunt niet zeggen dat wij andere verantwoordelijkheden hebben. Mevrouw Van der Bent-van den Hout (CU): Voorzitter, collega's. Ik heb mijn bijdrage een motto meegegeven: gemeentelijke autonomie moet leiden tot provinciale kwaliteit. Dat is in één zin de reactie van de ChristenUnie-fractie op de startnotitie Wonen. Ik zal het u uitleggen. Wij zien de omschakeling van kwantiteit naar kwaliteit. Het is een bijna historisch, een bijna revolutionair besluit om de wooncontingenten af te schaffen. Sinds jaar en dag bepalen die de omvang van de gemeentelijke bouwplannen. Het ging om kwantiteit: zoveel mocht er per jaar worden gebouwd en dan was het op. Gemeenten ervoeren die contingenten al dan niet terecht als knellend. Als staten konden wij alleen achteraf vaststellen of het contingent volledig was benut. Nu wil de provincie meer sturen vooraf op kwaliteit. Het gemeentelijk woonplan wordt daarin het centrale instrumentarium bij uitstek. Het moet een stevig plan worden waarin per doelgroep niet alleen de vraag onderbouwd wordt hoeveel woningen er gebouwd worden, maar ook de vraag welke woningen en waar. Dat leidt tot prestatieafspraken die de gemeenten moeten gaan uitvoeren. Het is een taak die de ChristenUnie-fractie met vertrouwen in de handen van de gemeenten legt. Van de heringedeelde sterke gemeenten mag nu voldoende enthousiasme en bestuurskracht worden verwacht om dit voortvarend op te pakken. Het zwaartepunt ligt wat ons betreft bij de gemeentelijke autonomie. Maar er is veel meer. Gedeputeerde Rietkerk heeft met ambitie en voortvarendheid plannen ontwikkeld om de achterstand op het gebied van woningbouw aan te pakken evenals de belemmeringen die daarbij een rol spelen. De beslissing van de staatssecretaris om aan Overijssel een pilotstatus te verlenen, is daarom een felicitatie waard. Onze fractie is zeer benieuwd wat hieruit gaat voortvloeien. Ondertussen moet er tempo worden gemaakt: niet maar een tandje erbij, maar de turbo aan. Gemeenten mogen in een kwartiertje hun knelpunten naar voren brengen en dan, hup een oplossing; snel, sneller, snelst. Van wie leerde ik ook alweer: eerst duidelijk, dan snel? Volgens mij heb ik zo vroeger leren schrijven. Laten wij eens kijken naar de doelstelling van het provinciaal woonbeleid. Op blz. 3 van de startnotitie staat: "Er zijn voor iedereen voldoende woningen in de juiste woontypen. Ze staan in gedifferentieerde, duurzame woonmilieus en in een aantrekkelijke en veilige woonomgeving, waarin mensen zich thuis voelen." Dat is een prachtige doelstelling, die welhaast geldt voor elk zichzelf respecterend overheidsorgaan van welke politieke kleur dan ook. Maar hoe kunnen wij dat als staten meten? Welke garantie krijgt onze fractie dat die 25, 26 gemeentelijke woonplannen een wezenlijke bijdrage leveren aan de woonkwaliteit in Overijssel? Wie heeft het totaaloverzicht en wie houdt de voortgang bij? Wanneer vindt rapportage aan de staten plaats? Graag krijg ik hierop een reactie van de gedeputeerde. Al met al had ik, toen wij zo bezig waren met deze woonvisie, het idee: het is een prachtig stuk, maar... Ik kon voor mijzelf geen volledige duidelijkheid krijgen over dat "maar" totdat ik een beetje aan het surfen was op de site van het ministerie van VROM. Daar vond ik iets waarvan ik zei: ja, dat moest ik hebben en dat is wat wij onder provinciale kwaliteit verstaan. Het gaat de ChristenUnie-fractie erom, op dit moment ook provinciale kwaliteitsaccenten te geven. In het dossier Wonen, zorg en welzijn van het ministerie van VROM staat heel duidelijk dat er tot 2015 landelijk nultredenwoningen, dus woningen op de begane grond, extra bij moeten komen, waarvan voor mensen met een zwaardere zorgbehoefte. Als ik dat omreken voor Overijssel kom ik op zo'n woningen extra in 10 jaar. En dat had ik ergens in de startnotitie vermeld willen zien, niet uitgebreid, maar als feitelijke opgave waarvoor wij in Overijssel staan, want vanuit onze bijbelse principes hechten wij bijzonder aan goede huisvesting voor ouderen en gehandicapten. Al met al willen wij deze zaken duidelijk hebben. Er zijn hier al meer doelgroepen genoemd. Misschien zijn er meer opgaven. Die zou ik graag gebundeld op een A4-tje voor mij krijgen. Dan hebben wij niet alleen een idee van de sturing, maar ook een beetje van de weg die wij willen gaan. Als wegwijzer heb ik een motie opgesteld waarin mijn betoog is verwoord en die uitmondt in het verzoek aan GS om een beknopt overzicht van de provinciale woningbouwopgave voor de komende vijf jaar samen te stellen waarin in ieder geval de landelijke opgave op het gebied van wonen, zorg en welzijn voor Overijssel is verwerkt, en dit uiterlijk 7 april op het symposium Bouwen en wonen te presenteren, zodat wij weten waaraan wij toe zijn. Ik mag u nu de motie overhandigen, voorzitter. De voorzitter: De motie zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. De heer Slagman (SGP): Voorzitter. Stimulerend en enthousiast waren de woorden die gedeputeerde Rietkerk sprak op de nieuwjaarsbijeenkomst onder het thema bouwen. De SGP-fractie zal hem in zijn enthousiasme niet tegenwerken. Immers, er is nogal wat achterstand in de woningproductie in

14 Staten, 4 feb Overijssel. Onthutsend waren de cijfers die ons in Zutphen tijdens een bijeenkomst van BouwNed Oost werden voorgeschoteld. Van de 9000 woningen waarnaar Overijssel in 2002 vraag had, waren er slechts 3800 gebouwd. Het is niet moeilijk te raden wat dit betekent voor de werkgelegenheid. Dit is dan ook duidelijk merkbaar in onze provincie. Met het voorliggende voorstel denkt men dit probleem aan te pakken. Contingenten verdwijnen. Kwaliteit is nu de leus; korte lijnen en de mouwen opgestroopt. Hierin kunnen wij ons prima vinden. Het gaat om het voorzien in de woonbehoefte en om het stimuleren van de economie en de werkgelegenheid. In de achtergrondinformatie van december 2003 die behoort bij de startnotitie vonden wij in de bijlagen 2A en B de aantallen in de provincie te bouwen woningen. Die hebben ons eigenlijk een beetje bevreemd. In de periode loopt het aantal sterk terug. Wij nemen dan ook aan dat deze aantallen niet meer gelden, vooral ook daar wij ons gaan richten op kwaliteit en niet op kwantiteit. Van groot belang vindt de SGP-fractie dat de ouderen en de jongeren, indien zij dat wensen, in de plattelandsgemeenten en de kleine kernen kunnen blijven wonen. De SGP-fractie hecht er grote waarde aan dat de vergrijzing en de verdere ontvolking van het platteland en de kleine kernen worden tegengegaan. Dit wil niet zeggen, dat wij voor ongebreidelde bouwactiviteiten op het platteland zijn. Integendeel. Op dit moment duren de procedures om te komen tot het bouwen van een woning vele malen langer dan de bouwtijd. Het is goed dat de gedeputeerde voornemens is hieraan iets te doen. Hoe hij dat denkt te doen, willen wij graag concreet van hem vernemen. Paragraaf 5.1 heeft betrekking op de afstemming met andere beleidsterreinen en beleidsontwikkelingen. Er wordt een twaalftal items genoemd. Naar onze mening zal er nog heel wat water door de Vecht moeten stromen voordat dit vereenvoudigd is. Wij hopen van harte dat het de gedeputeerde lukt. Mevrouw Beldsnijder (SP): Voorzitter. De SP-fractie ziet ook dat er zowel in steden als in plattelandsgemeenten behoefte is aan meer woningen. De startnotitie belooft ons een slagvaardige aanpak in samenwerking met de gemeenten, maar de SP-fractie heeft een aantal punten van zorg. Hoe verhoudt zich het bouwen in plattelandsgemeenten tot natuur en milieu? Wat voor type woningbouw komt er? Om met onze eerste zorg te beginnen, de SP is er geen voorstander van dat het platteland verstedelijkt. De fractie pleit daarom vooral voor inbreiden en in de hoogte bouwen om natuur en milieu zoveel mogelijk te kunnen sparen. Ons tweede punt van zorg is het type woningbouw. Wij zijn van mening dat er gedifferentieerd moet worden gebouwd. In de notitie worden als doelgroepen genoemd ouderen en starters op de woningmarkt. Starters trekken nu veelal noodgedwongen naar de steden, omdat er geen betaalbare woningen in hun eigen gemeente voorhanden zijn. Woningbouw in plattelandsgemeenten mag alleen voor eigen behoefte. De betaalbaarheid van woningen is een voorwaarde om ook daadwerkelijk deze doelgroepen te kunnen voorzien van kwalitatief goede woningen. Beide in de notitie genoemde doelgroepen en ook de andere zijn, uitzonderingen daargelaten, niet kapitaalkrachtig. Om de doelstellingen die in de notitie worden genoemd te kunnen halen, vragen wij de gedeputeerde nogmaals om gemeenten te verplichten minimaal 30% van de te bouwen woningen te laten bestaan uit sociale woningbouw. Wij verzoeken de provincie dan ook stringent toe te zien op de uitvoering daarvan, omdat ik van de gedeputeerde tijdens de commissievergadering heb vernomen dat er nogal eens verschillend mee wordt omgegaan. De SP-fractie dient dan ook een motie in met als doel het realiseren van minimaal 30% sociale woningbouw. De voorzitter: De motie zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. De heer Vruggink (GL): Voorzitter. Ik begin met het thema waarom het nu al continu draait: in plaats van op kwantiteit gaan wij nu sturen en bouwen op basis van kwaliteit. Deze notitie lezend krijg ik het gevoel dat wij juist andersom gaan sturen: in plaats van op kwaliteit op kwantiteit. Oftewel, bouwen wat je kunt om de achterstand van huizen in te halen. Dat is dus puur kwantiteit. Waarom zeg ik "puur kwantiteit"? Omdat kwaliteit juist was gewaarborgd in het huidige streekplan. Er was inderdaad contingentering, maar op het moment dat een gemeente kon aantonen dat ze tekorten had op het gebied van de woningbouw, waarbij dan altijd met name starters en ouderen werden genoemd, kreeg ze de mogelijkheid om meer te bouwen. Oftewel, je toont aan wat je kwalitatieve probleem is en je kunt op dat moment daarvoor bouwen. Er wordt geconstateerd dat wij fors achterlopen en woningen tekortkomen in Overijssel. Niet wordt vermeld hoe dat is gekomen. Er wordt verondersteld dat dit is gekomen door de contingentering. Ik betwijfel dat. Er is ook al aangetoond dat het met name aan gemeenten ligt die organisatorische en logistieke problemen hebben om de productie op te schroeven. Ik ben ervan overtuigd dat als je er nu de rem afgooit (bouw maar raak op basis van je eigen behoefte) die

15 Staten, 4 feb woningen in eerste instantie absoluut niet zullen worden gehaald, puur omdat de logistiek een lastige zaak zal blijken te zijn. Ik praat nu met name over het grondbeleid binnen de gemeenten. Kortom, onze fractie blijft van mening dat juist het huidige beleid kwalitatief beter is verankerd dan het beleid dat nu wordt voorgestaan, omdat daarbij een heleboel zaken worden losgelaten en aan de gemeenten worden overgelaten. Gevolg daarvan is dat er een concurrentie dreigt tussen grote steden en platteland. Mensen die voldoende geld hebben, zullen de kwalitatief lager beleefde steden gaan verlaten om op het platteland een woning te kopen. Ik denk dat er op een gegeven moment leegloop van de steden ontstaat en dat daar de sociaal zwakkeren achterblijven waardoor het probleem bij het grotestedenbeleid nog groter wordt. Plattelandsgemeenten krijgen te veel ruimte. Ondanks het contingenteringsbeleid is mijn ervaring van de afgelopen tien jaar dat kleinere dorpen en daar hoort mijn dorp Olst ook bij nog behoorlijk hebben kunnen bouwen. Mijn constatering is ook dat de huidige bouwplannen onder het regime van het vigerende streekplan niet gemakkelijk vol te krijgen zijn, omdat de woningnood vooral een kwalitatief probleem is. Oftewel, ook starters stellen behoorlijke eisen aan hun woning en stappen niet zomaar in een betaalbare woning die niet helemaal voldoet aan hun eisen. Het probleem is dus meer kwalitatief dan kwantitatief van aard. De fractie van GroenLinks blijft dus van mening dat moet worden vastgehouden aan het huidige stringente streekplanbeleid, waarbinnen voldoende mogelijkheden zijn om een aangetoond probleem op te lossen, in plaats van over te stappen op het ongeremde groei-idee dat nu wordt voorgesteld. Vermoedelijk zal de toekomst leren dat het platteland nog veel sneller dichtslibt dan in de afgelopen decennia al is gebeurd. Iedereen zal dat kunnen beamen bij vergelijking van de topografische kaarten van 1950, 1970 en 1990 en in de toekomst van Ondanks de contingentering is het duidelijk dat er ontzaglijk veel bij is gebouwd. Wij moeten er absoluut de rem op blijven houden. Ik wacht het antwoord van de gedeputeerde af, maar verwacht daar gegeven de commissiebehandeling niet veel nieuwe inzichten van. Zoals het er nu voorstaat, zullen wij niet instemmen met het voorliggende voorstel. De heer Slijkhuis (CDA): Mijnheer de voorzitter. Een nieuwe kijk op wonen heeft een prominente plaats in ons verkiezingsprogramma, maar ook in het onderhandelingsakkoord met de naam Ruimte voor actie. Daarin staat dat wij willen bereiken dat er over vier jaar voldoende woningen voor ouderen en starters zijn in de plattelandsgemeenten en dat de uitvoering van stedelijke woningbouwprogramma's is versneld. In de startnotitie Wonen wordt een omslag gemaakt van sturen op kwantiteit, zijnde woningbouwcontingenten, naar sturen op kwaliteit via de woonplannen. Daarnaast en daarmee zet de provincie tevens in op het stimuleren van de woningbouwproductie die te veel bij de programmering is achtergebleven. De CDA-fractie is het eens met de kaders die op hoofdlijnen in deze startnotitie zijn verwoord: integrale woonkwaliteit, de geschetste omslag en de verschuiving van toetsing achteraf naar sturing aan de voorkant. De provincie, zo staat in de startnotitie, is bereid om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van de woonplannen en bij de bovenlokale afstemming. Deze houding spreekt ons aan. Ook de toezegging van minister Dekker aan Overijssel voor een versnelling van de procedures past bij deze aanpak. Juist nu versnellen, is ook positief voor de werkgelegenheid. De omschrijving van de doelgroepen behoeft naar onze mening enige nuancering, maar daarover is door de PvdA-fractie reeds het nodige gezegd. Monitoren is een belangrijk proces dat wij op een nieuwe manier gaan doen. Wij willen graag via een efficiënt monitoringsysteem op de hoogte blijven van de voortgang. Wij nodigen het college uit, daarvoor zorg te dragen. Wij gaan ervan uit dat gemeenten in hun woonplan aandacht gaan besteden aan de doelgroep woonwagenbewoners. Is onze veronderstelling terecht? Voorzitter. Op 21 januari hebben wij een korte vergadering gehad van de statencommissie voorafgaande aan ons werkbezoek aan de gemeente Hardenberg. Onderwerp was het voornemen van GS om af te wijken van het streekplan ten behoeve van de bouw van een woning in plaats van een autosloperij. Wij hebben allen daarmee ingestemd. Tevens deed gedeputeerde Rietkerk de aankondiging dat er nog een aantal van dergelijke streekplanwijzigingen komt. Uitvoering van het onderwerp waarover wij het vandaag hebben, de startnotitie Wonen, vergt een streekplanherziening. Bij deze herziening moet volgens ons ook een aantal kaders worden geformuleerd waarbinnen dergelijke incidentele streekplanwijzigingen moeten passen. De heer Van Dijk (D66): Mijnheer de voorzitter. Ik wil niet verbergen dat van de kant van de D66-fractie wat ambivalent tegen deze startnotitie wordt aangekeken. Aan de ene kant: Overijssel staat bekend als een provincie met een goed beleid op het terrein van wonen en dat moet natuurlijk zo blijven. Van deze startnotitie kun je zeggen dat ze een breed kader laat zien, inhoudelijk hier en daar sterk geformuleerd is en dat de doorvertaling goed is aangegeven behalve dan dat ik de afrekenbare doelstellingen in de relatie tussen provincie en gemeentelijke woonplannen nog niet aangekondigd zie. Ik neem aan dat de heer

16 Staten, 4 feb Rietkerk daarover straks nog iets zegt. Aan de andere kant ziet de D66-fractie nog niet de analyse, het waarom, van de omslag van kwantiteit naar kwaliteit. Waarom was de woonvisie van amper een jaar geleden plotseling niet meer actueel? Ik heb nog steeds warme gevoelens over de aanloop naar die visie. Van de huiskamerbijeenkomsten met alle betrokkenen uit het veld kun je zeggen dat die een hoog communicatief planningsniveau hadden. Ik mocht er enkele voorzitten en bijwonen. En er werden nogal eens verrassende analyses gegeven. Waar zijn die gebleven en doen wij er wat mee? Wat mij is bijgebleven van die bijeenkomsten is dat in de volle breedte van de deelnemers, dus ook projectontwikkelaars en woningbouwverenigingen, werd geconstateerd dat de woningbouw in hoge mate niet vraaggestuurd, maar aanbodgestuurd is. En dat de overheid in die omslag naar vraaggestuurd een belangrijke speler is, zo niet de belangrijkste. Het grote probleem is volgens mijn fractie het woningtekort of zoals u wilt het kwalitatieve woningtekort. Iedereen woont in Nederland, maar vraag niet altijd hoe. Als er ergens een gelijkenis is tussen het voormalige Oostblok en Nederland, is dat op het gebied van woningbouw: wij bouwen wat wij niet nodig hebben en wat wij nodig hebben, bouwen wij niet. In de startnotitie wordt zeer uitvoerig en gedegen ingegaan op woonkwaliteit, ruimtelijke en sociale kwaliteit en proceskwaliteit. Ik had uw college daar al de complimenten voor gegeven. Maar in mijn opinie ontbreekt er iets fundamenteels. En dat is de kwaliteit van de vraag. Natuurlijk zult u zeggen dat uit de woonplannen van de gemeenten moet blijken wat de kwalitatieve vraag is. Maar dat is niet het goede antwoord, bleek uit de huiskamerbijeenkomsten. Elke speler in het veld kan of wil alleen maar zijn eigen kwalitatieve vraag zien. Projectontwikkelaars die willen bouwen voor bijvoorbeeld ouderen in het groen, de Rabobank die ouderen deelgenoot wil maken in de hypotheek van starters, woningbouwverenigingen die plotseling aan projectontwikkeling gaan doen en gemeenten in de landelijke gebieden die in witte schimmel meer input zien voor het gemeentelijk grondbedrijf dan in bouwen voor starters en AOW-ers. Voorzitter. Dit is geen limitatieve opsomming. Het zijn slechts voorbeelden. Maar de belangrijkste conclusie uit die bijeenkomsten was dat de overheid, gezien haar ordenende macht, veel meer de leiding moet nemen en wat de provincie betreft de gezaghebbende regisseur moet zijn. Met andere woorden, de provincie moet veel pregnanter de kaders van de woonplannen van de gemeenten aangeven. Anders wordt het weer te veel een spel van belangen, waar woningzoekers de dupe van kunnen worden. Voorzitter. Ik ga geen ideologische discussie aan, maar constateer slechts de feiten bij de start van Wat is er, en niet alleen volgens de D66-fractie, aan de hand in volkshuisvestingsland? Het zijn maar enkele analyses, maar ik wil ze uw staten niet onthouden. Wist u dat VROM slechts 4% uitmaakt van het landelijke budget, maar wel 13% van de bezuinigingen heeft opgehoest en dat die vooral zit in de huursubsidie en dat de enorme snelheid in de afbouw van de hypotheekaftrek zich alleen maar zal voortzetten, gezien ook de ontwikkelingen binnen Europa? Wist u dat de andere woonlasten als energiekosten en vooral gemeentelijke kosten aanmerkelijk sneller stijgen dan de inflatiecorrectie? En dan heb ik het nog niet gehad over de exceptionele stijging van de vierkantemeterprijs van bouwgrond. Ik kom daar straks en dat zal u niet verbazen bij de "rood voor rood"-regeling nog even op terug. De gevolgen voor de kwalitatieve woningzoeker zijn evident. De voorbeelden kennen wij allemaal. Zeker in een groot aantal wijken van de grote steden, maar niet alleen daar. Starters komen niet meer aan de bak. Van doorstroming is nauwelijks meer sprake. En omdat sommigen van u vinden dat ik in mijn verhalen een familielid moet betrekken: Mijn twee kinderen wonen gehuurd, hebben, vind ik, goede salarissen en doen daarom geen beroep op huursubsidie. Zij zouden dus klassieke doorstromers moeten zijn. Maar naar wat? Ja, zult u zeggen, dan moeten ze maar een hypotheek bij de Rabobank nemen. Ik kijk wel uit. Ik vind dat ik in een stadium van mijn leven ben aangeland waarin zij meer voor mij moeten zorgen dan ik voor hen. Maar dat allemaal terzijde. Voorzitter. Het zal u duidelijk zijn, de zogenaamde woonquote in Nederland is te hoog geworden. Verder verlangen wij van mensen dat zij meedoen aan het "leven", en dat willen zij zelf ook in toenemende mate. Zeker jongeren, maar ook de babyboomgeneratie. Dus moeten er steeds vaker keuzes worden gemaakt en wordt wonen in toenemende mate de dupe. Kijk alleen maar naar de omzetcijfers van woninginrichtingzaken. En het besluit van jongeren en ouderen is steeds vaker: blijf zitten waar je zit. En dan heb ik het nog niet over de renteontwikkelingen. Het aantal woninguitzettingen en schuldsaneringen, en niet alleen aan de onderkant van het woongebouw, neemt toe. Hoewel wonen een eerste behoefte is uit de piramide van Maslov, zie je ook significant vermijdingsgedrag. Velen zijn gaan wonen in een recreatiewoning, een woonwagen, een woonschip of zoals mijn kennis in Steenwijk die als hij in Nederland is in zijn niet bepaald riante woning boven zijn winkeltje woont en de rest van de tijd in zijn flat in Malaga, omdat de prijs van reizen en wonen daar minder is dan die van een simpele huurwoning in Nederland. Hij reist simpelweg heen en weer, met Ryanair, maar dat zal hem opbreken, heb ik begrepen. Wonen is dus, en misschien overdrijf ik wat, voorzitter, gewoon een artikel uit de super geworden. Wonen moet in toenemende mate concurreren op prijs. De burger ruikt het altijd, zei mijn vader, die zoals u misschien nog weet uit de handel kwam. Met andere woorden: de kwalitatieve

17 Staten, 4 feb woningzoeker selecteert steeds meer op prijs/kwaliteit-verhouding en als die niet goed is in zijn of haar ogen, dan blijft hij of zij zitten. Voorzitter. Als u mij mijn gang liet gaan, zou ik minstens een uur en misschien wel drie uur over dit onderwerp kunnen spreken. Sommigen in de staten weten dat ik al ongeveer 30 jaar particulier verhuurder ben van een aantal woningen, box 3 dus. Ik ondervind de woonbewegingen, de woonwensen bijna wekelijks aan den lijve. Als wij er als politiek, als gezamenlijke overheden niet in slagen de woonquote wat omlaag te brengen, dan en ik overdrijf natuurlijk wat is het vaststellen van deze startnotitie een zinloos politiek besluit. Dit is het kader dat de D66-fractie wil meegeven aan de gedeputeerde voor de woonplannen. De vergadering wordt voor een kwartier geschorst. Gedeputeerde Rietkerk: Voorzitter. Allereerst dank ik namens het college de staten voor de grote steun voor het woonbeleid. Uiteraard kan een enkele fractie er niet in meegaan. Ik kom daar nog op terug. Er is inderdaad een revolutionaire wijziging van kwantiteit (aantallen) naar kwaliteit. Ik mag als collegelid van harte het akkoord uitvoeren dat is gesloten en waarin dat expliciet als opdracht staat. Het komt dus niet uit de lucht vallen. Wie de huiskamerbijeenkomsten over de ontwerpwoonvisie heeft meegemaakt, heeft gezien dat in dat dossier een aantal analyses en onderzoeksrapporten zat. Wij hebben het nu over een startnotitie, niet over een dikke visie met allemaal analyses. Het huidige streekplan wordt in den lande geroemd en Overijssel mag daar best trots op zijn vanwege het zuinig ruimtegebruik en vanwege de kwaliteit in Overijssel. Dat streekplan is ook niet uit de lucht komen vallen. Uw staten hebben daarin een goede zet gedaan door naast aandacht voor wonen en bedrijvigheid ook aandacht te hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving. De vervanging van het streekplan op het onderdeel wonen komt later. Ik ben het absoluut niet eens met de heer Vruggink van GroenLinks, die bang is dat de rem los is en dergelijke. Wij hebben dat al in de commissie gewisseld. Ik heb toen proberen uit te leggen dat het nieuwe streekplan straks komt, dat uw staten daarover zelf de baas zijn en dat wij het daarin hebben over waar wij heengaan: rode lijnen, groene lijnen en dergelijke. Ik snap die angst dus niet, maar gelukkig is de fractie van GroenLinks de enige die de startnotitie niet steunt. In het akkoord staat in een zinnetje dat er een verandering komt van sturen op kwantiteit naar sturen op kwaliteit, maar dat is lastiger dan het lijkt voor wie bezig is met woningen: ontwikkelaars, corporaties, gemeenten en de provincie. Er is namelijk een hele cultuuromslag nodig. Het is gemakkelijk om weg te duiken achter cijfertjes, want die zijn tastbaar. Vervolgens kun je er ambtenaren op zetten. Die kunnen met potloden aan de gang en als cijfertjes niet kloppen, ga je heel lang praten totdat je uiteindelijk toch maar weer door de bocht gaat als men een goed verhaal heeft. Dat is het beeld dat de heer Vruggink schetst. Van belang is dat wij kwaliteit willen in het bouwen, zowel in de steden waar de gemeentebesturen primair de verantwoordelijkheid hebben, alsook in de dorpen en kernen, waar wij samen met corporaties, gemeenten en Het Oversticht een antwoord zoeken op de kwaliteitsvraag. Wij hebben in deze startnotitie nadrukkelijk de directe sturing inzake de woonkwaliteit opgenomen en die komt in het streekplan terug. Dat zal moeilijk zijn, maar u als staten zult de kaders moeten stellen. Wij voeren uit. U mag die handschoen oppakken om aan de hand van de startnotitie straks de woonkwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit in het nieuwe streekplan handen en voeten te geven, zodat wij aan het werk kunnen. Daarnaast is er de indirecte kwaliteit in de vorm van stimuleren: proceskwaliteit, sociale kwaliteit et cetera. Bij een aantal fracties leefde toch de onderliggende vraag waarom wij de kwantiteit loslaten. Allereerst is er Ruimte voor actie. Bij actie horen niet allemaal cijfertjes en dikke plannen. Uw staten vragen ons college, en mij als portefeuillehouder in het bijzonder, om te versnellen voor starters en ouderen. Juist die vraagsturing is nodig. Dat betekent dat je niet moet millimeteren op aantallen. Dat de gemeenten een grotere verantwoordelijkheid krijgen, ben ik met mevrouw Van der Bent en andere fractiewoordvoerders eens. Ik meen dat de fracties van VVD, CDA en PvdA er ook op doelden, zeker in de commissievergadering. Die grotere verantwoordelijkheid past ook bij de zeker na de herindeling krachtige gemeenten. Dat betekent, mijnheer Van Dijk, dat wij naar vraagsturing gaan met kwaliteit. Dat zijn twee sleutelwoorden in het nieuwe beleid van uw staten en van het college. De aanbodsturing uit het verleden met cijfertjes van bovenaf werkte niet. Dat tekort van woningen is niet door mij bedacht. Dat aantal is gebaseerd op cijfers naar aanleiding van de ontwerpwoonvisie. Daarom zullen wij versnellen. Uw staten vragen dat ook aan het college. Wij doen dat ambitieus als team, want in de grote steden loop ik regelmatig samen met Jan Kristen en de betrokken wethouders te drukken om wijkgericht de zaken te organiseren en te regelen. Met de andere gedeputeerden proberen wij het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven aantrekkelijk te maken. Kijk naar de situatie in Holten. Mensen willen inderdaad wonen, maar niet iedereen heeft een woning, mijnheer Van Dijk. Dat is helaas nog niet het geval. Daaraan zullen wij moeten werken voor de doelgroepen. Wij pakken samen met het rijk het stimuleren en dereguleren op. Er komen aanjaagteams. Wij hebben het concept gezien van de brief van minister Dekker waarin zij landelijk naast

18 Staten, 4 feb Rotterdam de totale provincie Overijssel als aanjaaglocatie ziet. Dus Rotterdam en Overijssel staan bij minister Dekker op de kaart als aanjaaglocatie. Zij zal, daarom gevraagd door de steden, met aanjaagteams proberen binnenstedelijk voldoende woningen te krijgen, dus niet met lappen in het open gebied. Juist binnenstedelijk zijn er problemen, ook in de sfeer van bodemsanering. Wij zijn blij dat staatssecretaris Van Geel op 16 april de delegatie van ons college die bij hem op bezoek was toezegde dat hij wil voorfinancieren als Overijssel kan aantonen dat daardoor de kwalitatieve vraagsturing in de woningbouw in de grote steden handen en voeten krijgt. Wij zullen op 7 april na al die mooie inspraakbijeenkomsten en de hulp van al die meedenkers een projectenlijst indienen bij het ministerie. Staatssecretaris Van Geel heeft gezegd dat hij daar welwillend tegenover staat: ondanks bezuinigingen versnellen in Overijssel! Mevrouw Tunc van de PvdA-fractie sprak erover dat landelijke gemeenten voor eigen behoefte mogen bouwen. Zij heeft net als in de commissie aandacht gevraagd voor de doelgroepen, die ik niet allemaal noem. Zij stelde dat de landelijke gemeenten ook voor die doelgroepen moeten bouwen. Dat heeft ook mevrouw Beldsnijder van de SP-fractie gezegd. Sociale bouw is nodig, ook in landelijke gemeenten. De gemeente Haaksbergen heeft 42% sociale bouw gepland in het eerste plan dat wij hebben goedgekeurd en dat is afgestemd met de omliggende gemeenten. Ik heb Enschede uitgedaagd om ook eens te bouwen voor de dikkere portemonnee. Het probleem zit niet alleen in de landelijke gemeenten. Alsof de steden daardoor leeggezogen worden. Nee, de steden hebben het de afgelopen tien jaar vertikt om voor de duurdere sector te bouwen. Dat is ook een groot probleem en dat zien de steden nu. Enschede heeft het opgepakt en komt met een plan Enschede-Zuid. Hengelo komt met een plan Hengelo-Noord, met die rode lus. Als die plannen worden uitgevoerd, kunnen ook kapitaalkrachtiger mensen in die steden gaan wonen. Waarom Zwolle, Kampen en Deventer niet? Dat zijn geen kaderwetgebieden. De heer Kok van de VVD heeft gelijk dat de kwaliteit nog moet worden bewezen. Dat betekent dat wij met professionals aan de gang moeten, want kwaliteit lijkt gemakkelijk, maar is in de praktijk een hele opgaaf, zoals een aantal sprekers al heeft opgemerkt. In de provinciale organisatie zal het aantal professionals dan ook moeten toenemen, willen wij dit goed kunnen doen en willen wij onze regierol bij het thema wonen goed kunnen vervullen. En dat willen wij, en wij niet alleen. Partners verwachten van de staten dat zij kaders stellen, maar daarvoor zijn wel professionals nodig: in de staten en als adviseur. De heer Kok gaf aan de afstemming met de regio Twente en de Netwerkstad prima te vinden. Dat vind ik ook. Let wel, wij proberen nu in overleg met de gemeenten in Twente en dat zijn er nogal wat met de regio Twente, de vertegenwoordiger van al die gemeenten, met de vier Netwerkstadsteden (Almelo, Hengelo, Borne en Enschede) en met het rijk af te stemmen wie wat doet op het gebied van wonen. Dat valt niet mee, maar wij proberen het wel. Wij hebben elkaar erop gevonden dat wij gaan afstemmen, want aan dubbel werk hebben wij niets. Mevrouw Van der Bent zei: gemeentelijke autonomie moet leiden tot provinciale kwaliteit. Dat vind ik een hele mooie. Zij vraagt die kwaliteit te meten. In de commissie heb ik namens het college al de toezegging gedaan dat uw staten een jaarrapportage krijgen die aangeeft hoe het zit met de afspraken. Wij zullen wel eerst over de gemeentelijke visies moeten beschikken, want vraagsturing betekent dat je vanuit de doelgroepen, vanuit de gemeenten, corporaties en projectontwikkelaars gaat kijken hoe de zaken, bovenlokaal afstemmend, passend te maken zijn bij het totaalbeeld dat wij als provincie hebben. In het streekplan staan de aantallen indicatief vermeld. Wij gaan prestatieafspraken aan met de gemeenten én met minister Dekker. Wij moeten ook nog even wachten op haar nota Ruimte. Mevrouw Van der Bent-van den Hout (CU): Zoals u het nu zegt, begrijp ik dat u de gemeentelijke woonplannen als het ware wilt monitoren. Daar ben ik ook wel voor, maar ik heb eigenlijk graag een overzicht van datgene waar wij als Overijssel op dit moment voor staan. Ik noemde de getallen van de site van het ministerie van VROM. Ik zou het als statenlid op prijs stellen als ik dat overzicht voor mij had. Ik las de afgelopen weken in de Knipselkrant over 103 woningen voor statushouders. Dan denk ik: moet ik dat kleine artikeltje uitknippen of kan ik dat cijfer ergens terugvinden? Ik hoor u zeggen dat de achterstand woningen bedraagt. Al die getallen wil ik bij elkaar op papier hebben, zodat wij en de gemeenten weten waar het om gaat. Ik zeg niet dat al die gemeenten moeten uitrekenen of zij aan die aantallen voldoen. Ik wil gewoon weten waar het op dit moment in Overijssel om gaat. Gedeputeerde Rietkerk: In de bijlage bij de ontwerpwoonvisie en de bijlage bij het streekplan staan indicatieve aantallen vermeld. Wij hebben ook een doorrekening voor uw staten gemaakt voor de periode Als dat niet voldoende is, hoor ik dat graag. Dat hoeft niet nu, want u hebt die bijlagen waarschijnlijk niet bij u. Ik waarschuw tegen de gedachte dat wij nog voordat de nota Ruimte er is, al op 7 april met cijfers moeten komen. Waarom? Uw staten hebben ons de opdracht gegeven niet meer op kwantiteit te sturen, maar op kwaliteit en vraag. Dat betekent dat de vraag veel scherper in beeld moet komen. Een aantal gemeenten worstelt met het in beeld brengen van die vraag. Het is o zo gemakkelijk

19 Staten, 4 feb als de provincie iets oplegt, maar nu zullen de gemeenten zelf met de cijfers moeten komen. Zij moeten zelf een heel goed beeld hebben van hoeveel woonzorgcombinaties er nodig zijn, hoeveel woningen voor statushouders enzovoort. Die cijfers hebben wij de gemeenten gegeven en die kan ik uw staten ook gewoon presenteren, omdat er een wettelijk regime is met een boete, maar dat geldt niet voor dak- en thuislozen en niet voor woonwagenbewoners. Er zijn wel indicatieve cijfers, maar de gemeente zal het allereerst zelf in beeld moeten brengen. Wij leggen die beelden naast elkaar. Wij willen het provinciaal monitoren in Twente en in West-Overijssel en zullen dat via jaarrapportages doen. Wij willen dus niet al die gemeentelijke plannen monitoren. Dat doen die gemeenten zelf maar op grond van hun autonomie. VROM kan gemakkelijk op de site zetten: er komen woonzorgcombinaties. Wij doen dat niet. VROM heeft het dan wel gedaan, maar u zult het niet terugvinden in de nota Ruimte, want VROM heeft inmiddels ook door dat je dat wel vanaf de tekentafel in Den Haag kunt bepalen, maar dat het wat anders is als je met vraagsturing in een gebied werkt. Misschien kan er in Overijssel wel meer worden gerealiseerd aan ouderenhuisvesting en woonzorgcombinaties dan VROM bedenkt. Uw staten pleiten daar ook steeds voor, en terecht. Laten wij ervoor zorgen dat wij zelf ons werk voor elkaar hebben. Dan zullen wij VROM melden hoeveel wij nodig hebben. Dat lijkt mij een goede volgorde. De heer Slagman sprak over korte lijnen en het belang van het versnellen van de bouw voor de werkgelegenheid. Hij noemde de aantallen in de bijlagen 2A en B. Dat zijn de indicatieve getallen waarnaar mevrouw Van der Bent op zoek is. Als hij die aan haar geeft, is dat punt ook opgelost. Mevrouw Beldsnijder sprak ook over bouwen in plattelandsgemeenten. Ik heb er al genoeg over gezegd in de zin van: dat is niet een wildwest. Het streekplan is nu het ruimtelijk kader en het juridisch kader. Wij gaan het wel met de staten aanpassen. De grote achterstand bestaat niet in Deventer, waar wij gisteren waren. Daar is men op koers. Maar Enschede, Almelo, Hengelo en Zwolle lopen duizenden woningen achter. Daar moet worden gebouwd. Als dat daar niet gebeurt, ontstaat de druk op het landelijk gebied. Wij proberen met de steden en de aanjaagteams van minister Dekker te bereiken dat er compact wordt gebouwd en dat men daarbij de lucht ingaat. Ik ben heel blij dat Zwolle straks de hoogste toren heeft in Overijssel: 114 meter hoog! De heer Vruggink en ik verschillen gewoon van mening. Ik ga dan ook de discussie die wij in de commissie hebben gevoerd niet herhalen. Bij het streekplanbeleid zal duidelijk worden dat de remmen niet losgelaten zijn. Misschien moeten wij het in dat kader nog maar eens bediscussiëren. De heer Slijkhuis is het eens met de startnotitie en vindt het goed dat wij de gemeenten ondersteunen. Hoewel de gemeenten nu sterk zijn, moeten ze duidelijk nog een slag slaan als het om de kwaliteit gaat. Dat zei de heer Van Dijk ook. Er zit een groot probleem in een aantal gemeenten bij de kwaliteit van de vraagsturing en het organisatievermogen om kwalitatief te sturen. Wij eisen soms landschappelijke inpassing met een kwaliteitsvraag die mede door Het Oversticht is ontwikkeld. Gemeenten vinden dat niet altijd even fijn, maar wij bouwen voor onze kinderen en kleinkinderen. Aan hen moeten wij verantwoording kunnen afleggen over die bouw. De heer Slijkhuis gaf enige nuancering aan de doelgroepen. Ik kom straks op de motie die de fracties van CDA, PvdA en VVD op dat punt hebben ingediend. Ook hij sprak over monitoren. Ik heb mevrouw Van der Bent al geantwoord dat wij een toezegging hebben gedaan in de commissie Ruimte en groen. De heer Slijkhuis heeft gelijk dat de doelgroep woonwagenbewoners een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Toch wil ik ook recht doen aan de inspreker, de heer Van Duinen, die goed heeft neergezet dat het een gemeentelijke taak is. Ik zou dan eigenlijk kunnen stoppen, maar dat doe ik niet. De gemeenten zullen in hun woonvisie hun taak moeten verwoorden. Wij zullen net als bij de dak- en thuislozen en de statushouders bij de beoordeling van de woonplannen bekijken hoe men met de doelgroep woonwagenbewoners omgaat. Ik heb begrepen dat ik vrijdag 13 februari bij het SMO op bezoek mag komen en dat de heer Van Duinen en ik dan, misschien wel met de woonwagenbewoners, de problematiek gaan bespreken waarmee hij zit. Dat kan worden gezien als een interactief proces in het kader van het streekplan, want daarin gaan wij juridisch regelen hoe met deze zaak wordt omgegaan. Ik hoop hiermee recht te hebben gedaan aan de inspraakreactie van de heer Van Duinen en tevens indirect de vraag van de heer Slijkhuis te hebben beantwoord. De heer Slijkhuis heeft ook gesproken over de streekplanafwijking rondom Wierden waarmee de staten van harte hebben ingestemd. Ik heb toen inderdaad aangegeven dat er nog een aantal afwijkingen in de pijplijn zit. Het lijkt mij goed om in het verband van de streekplanherziening over wonen na te gaan of wij een ordentelijke beleidsmatige regeling kunnen maken voor dit soort aanpassingen, zodat wij niet iedere keer met een streekplanafwijking bij uw staten behoeven komen. Het lijkt mij heel leuk een keer in een huiskamer in debat te gaan met de heer Van Dijk van D66, want hij heeft er duidelijk verstand van door praktijkervaring. Dat bleek soms uit het jargon dat hij gebruikte. Hij zei dat zijn fractie een beetje ambivalent tegenover de startnotitie stond. Ik hoop dat dit minder het geval is na de eerste termijn van het college. In de commissie was de heer Karssen namens de D66-fractie scherp, zoals ik hem ken, maar ook enthousiast, al had hij ook wat vragen. Misschien noemt de heer Van Dijk dat ambivalent. Ik hoop dat ik hem kan overtuigen. De heer Karssen en hij maken een punt van de doorvertaling in prestatieafspraken. Hun vraag was wat dit is en of zij er houvast

20 Staten, 4 feb aan hadden. Zij mogen ervan uitgaan dat er eind dit jaar afrekenbare prestatieovereenkomsten met de gemeenten en het rijk worden gesloten. Die prestaties gaan wij via jaarrapportages aan uw staten voorleggen. Dat kan ik nu nog niet doen, omdat uw staten hebben gekozen voor de vraagsturing. Aantallen woningen, aantallen statushouders kun je tellen. Het zal dus allemaal vrij concreet zijn. Uw staten zullen dan ook het college jaarlijks beoordelen op basis van de doorkijk. De heer Van Dijk miste de kwaliteit van de vraag; een terechte conclusie van een analyse die ook in de ontwerpwoonvisie staat. Wij proberen nu juist op de bijeenkomsten die in dat boekwerkje van ons staan de projectontwikkelaars, corporaties en gemeenten tot 7 april te voeden met ideeën. Landelijke sleutelfiguren zullen daarbij behulpzaam zijn. Het klopt dat de doorstroming niet altijd goed is, maar dat heeft ook te maken met de opgave die de steden laten liggen. Ik ben heel blij dat niet alleen de corporaties in de steden de handschoen oppakken (Enschede, Zwolle), maar dat ook huurkoopmodules en het maatschappelijk gebonden eigendom constructies tussen huur en koop in, juist voor de wat lagere inkomens meer in beeld komen. Ik ben blij dat corporaties eindelijk hun taak oppakken, want corporaties zijn er primair voor de sociale bouw en hebben zich de afgelopen jaren wellicht te veel als projectontwikkelaars op de grote markt begeven. Ze moeten juist sociale bouw realiseren. Er zijn drie moties ingediend. Ik kan mij redelijk vinden in de constateringen en overwegingen van de motie van de SP-fractie. In het dictum wordt het college gevraagd aan de gemeenten als harde voorwaarde te stellen dat in het kader van de woonvisies minimaal 30% sociale woningbouw wordt gerealiseerd. Mij is niet duidelijk of het daarbij gaat om koop of huur. Ik denk dat bij het beleid van vraagsturing geen harde voorwaarden mogen gelden die van bovenaf zijn opgelegd. Ik ontraad om die reden deze motie. Dan de motie van de ChristenUnie-fractie. Ik heb in mijn bijdrage al aangegeven dat wij de cijfers op orde hebben en die best willen bundelen als daaraan behoefte is, omdat het te lang geleden is dat dit is gebeurd. Dat overzicht past bij de jaarrapportage. Wij kunnen uw staten dan eerst een nulmeting meegeven met cijfers die wij nu wellicht hebben. Eind dit jaar, begin volgend jaar wordt het uitgewerkt, zoals ik heb toegezegd. Wij kunnen die cijfers niet op 7 april presenteren, omdat de suggestie dan is dat wij weer aanbodgestuurd te werk gaan, terwijl wij vraaggestuurd te werk willen gaan. Voor het overige kan ik prima leven met de constateringen, de overwegingen en het dictum, maar dus niet met het gestelde achter het tweede bolletje in het dictum. Wellicht kan mevrouw Van der Bent er in tweede termijn op ingaan, zodat het college er daarna een definitief oordeel over kan geven. Dus, sympathiek, maar 7 april redden wij niet. Ten slotte is er de motie, ingediend door de PvdA-fractie en medeondertekend namens de CDAen de VVD-fracties. De motie is ingediend door Attiya Tunc die ik namens het college mag feliciteren met haar 32ste verjaardag vandaag (applaus). Dit feit heeft geen invloed op mijn oordeel over de motie. Wij vinden de overwegingen en de constatering prima. De conclusie is volgens ons juist. Wij kunnen instemmen met het dictum, dat behelst dat de startnotitie Wonen nuancering behoeft in die zin dat gestreefd wordt naar een woonbeleid waarin ook de plattelandsgemeenten een fair deel van de sociaalmaatschappelijke problematiek voor hun rekening nemen. Mevrouw Van der Bent-van den Hout (CU): Voorzitter. Wij zijn zeer tevreden over het antwoord van de heer Rietkerk. Wij begrijpen dat als wij de tekst over 7 april uit het dictum schrappen, er sprake is van inhoudelijke overeenstemming over de motie en dat het college de motie zal uitvoeren. Gegeven dit feit trekken wij de motie in. De voorzitter: Aangezien de motie (nr. 2) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp meer uit van de beraadslaging. De heer Van Dijk (D66): Voorzitter. Ik denk dat de heer Rietkerk en ik wel door één deur kunnen, want wij streven hetzelfde doel na. Daarover zijn wij het dus in ieder geval eens. Ik hoop niet dat ik de indruk heb gewekt dat ik het vanuit mijn ambivalente opstelling niet met deze startnotitie eens ben. Ik ben begonnen met het maken van gigantische complimenten voor de startnotitie en meende die echt. Ik heb alleen gezegd: ik mis een fundamenteel element. Ik doelde op die kwaliteit van de vraag daar waar het gaat om prijsontwikkelingen van wonen, van onroerend goed. Ik heb daarbij betrokken de gemeentelijke belastingen en eigenlijk het hele scala van wat er bij de woonquote hoort. De woonquote is te hoog. Daar heb ik naast gezet de, laten wij het maar noemen, sociologische ontwikkelingen op de woonmarkt: vermijdingsgedrag, mensen die in een recreatiewoning of een woonwagen gaan wonen, omdat zij met hun motor door Europa willen toeren en niet veel geld aan wonen willen uitgeven. Ik zou graag zien dat de gedeputeerde die sociologische aspecten meenam. Hij heeft erkend dat de prijs-kwaliteitverhouding bij wonen een probleem is, maar meer dan dat zei hij er niet over. Ik wil graag van hem horen dat hij dit soort aspecten en dat die moeilijk zijn, daarover zijn wij het eens in zijn beschouwingen betrekt en bespreekt met alle betrokkenen in het veld. Wij weten dat woningbouwverenigingen er kennelijk financieel belang bij hebben om aan

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 7 mei 2003 Aanvang 19.00 uur. Voorzitter: de heer Jansen. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig bij de

Nadere informatie

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen Voorzitter: Van Miltenburg Mededelingen Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Inleiding In het presidium van 31 maart 2016 is afgesproken dat de voorstellen m.b.t.: Reglement

Nadere informatie

Tweede Kamer, 57e vergadering, donderdag 23 februari 2017

Tweede Kamer, 57e vergadering, donderdag 23 februari 2017 Tweede Kamer, 57e vergadering, donderdag 23 februari 2017 Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria o Termijn inbreng o Termijn antwoord o stemmingen Aan de

Nadere informatie

Op 18 december 2018 is door de raad de motie aangenomen om aan de leden van de Tweede Kamer aandacht te vragen voor het kinderpardon.

Op 18 december 2018 is door de raad de motie aangenomen om aan de leden van de Tweede Kamer aandacht te vragen voor het kinderpardon. Maatschappelijke ontwikkeling Raadhuisstraat 1 Postbus 500, 5800 AM Venray Telefoon (0478) 52 33 33 Telefax (0478) 52 32 22 E-mail gemeente@venray.nl Internet www.venray.nl KvK-nummer 14132389 IBAN NL20

Nadere informatie

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht Memorie van antwoord Aan : de leden van de gemeenteraad Van : het college van burgemeester en wethouders en de griffier Datum : 26 januari 2015 Onderwerp : memorie van antwoord bij Nota geheimhouding,

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen. Tweede Kamer, 54e vergadering, Donderdag 14 februari 2008 Algemeen Concurrentievermogen Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Nadere informatie

Polderen voor beginners

Polderen voor beginners Jongerenkamer Polderen voor beginners Voorwoord De Tweede Kamer is het hart van de Nederlandse democratie. De 150 gekozen Kamerleden gaan met elkaar en de regering in debat over de toekomst van Nederland.

Nadere informatie

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD Datum vergadering: woensdag 17 januari 2018 Locatie vergadering: Tijdstip: Voorzitter: Secretaris: Raadzaal, Stadhuis Vianen 19.30 uur A.F. Bonthuis, wnd. burgemeester

Nadere informatie

Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017

Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017 BESLUITENLIJST Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017 U kunt de Statenvoorstellen en ingezonden brieven via het Staten Informatie Systeem inzien op de website van de provincie

Nadere informatie

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Notitie raadsvragen in soorten en maten Notitie raadsvragen in soorten en maten Aanleiding Het komt regelmatig voor dat raadsleden een vraag willen stellen aan het college. Over een voorstel dat het college aan de raad doet. Over een artikel

Nadere informatie

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen Den Haag, 3 mei 2017 Hierbij nodig ik u uit voor een vergadering van uw commissie op woensdag 10 mei 2017 van 09.30 uur tot uiterlijk 10.15 uur in de Aletta Jacobszaal met de volgende agenda Openbaar gedeelte

Nadere informatie

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend

Nadere informatie

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) 18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) Bijdrage 1 e termijn Voorzitter, Hoe staat de DOP tegenover het project dierenpark / centrum / theater? Wij zouden er

Nadere informatie

Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel. Woensdag 27 juni 2007

Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel. Woensdag 27 juni 2007 Versie 4 Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel Woensdag 27 juni 2007 PROVINCIALS STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. Dat. ontv.: 0 4 JUL 2007 a.d. Routing Bijl.: WOENSDAG 27 juni 2007 aanvang:

Nadere informatie

De agenda wordt gewijzigd vastgesteld: het als agendapunt 13 geagendeerde voorstel PS/2016/763 HMO wordt omgezet naar hamerstuk.

De agenda wordt gewijzigd vastgesteld: het als agendapunt 13 geagendeerde voorstel PS/2016/763 HMO wordt omgezet naar hamerstuk. BESLUITENLIJST Vergadering van Provinciale Staten van Overijssel Woensdag 28 september U kunt de Statenvoorstellen en ingezonden brieven via het Staten Informatie Systeem inzien op de website van de provincie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt; Passend onderwijs Aan de orde is het VAO Passend onderwijs (AO d.d. 18/12). Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Voorzitter. Wij hebben een interessante gedachtewisseling gehad in het algemeen

Nadere informatie

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota.

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota. Interne memo Aan : Presidium Van : Lenneke van der van der Meer Afdeling : Griffie Datum : Maart 2013 Onderwerp : Behandeling jaarrekening / scenario's voor de toekomst / perspectiefnota en begroting 1.

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 27 maart 2007 Nummer voorstel: 2007/31

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 27 maart 2007 Nummer voorstel: 2007/31 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 27 maart 2007 Nummer voorstel: 2007/31 Voor raadsvergadering d.d.: 10-04-2007 Agendapunt: 20 Onderwerp:

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2003/434

Raadsvoorstel 2003/434 Raadsvoorstel 2003/434 Onderwerp Portefeuillehouder H. Tuning Commissie Samenleving en Welzijn Datum 4 november 2003 Raadsvergadering 11 december 2003 Samenvatting Op 25 september jl. nam de Raad een motie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Ingekomen stuk D7. Aantal bijlagen 2

Ingekomen stuk D7. Aantal bijlagen 2 Directie Inwoners Ingekomen stuk D7 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 65 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 8 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 905

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2003 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2003 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. POLITIEK 1p 1 Welk orgaan behoort niet tot de overheid? A de Provinciale Staten B de vakcentrale FNV C het college van burgemeester

Nadere informatie

* IJsselstein. Besluitenijst

* IJsselstein. Besluitenijst Besluitenijst ^ Gemeente * IJsselstein Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op donderdag 24 september 2015, om 20.00 uur in de raadzaal van het stadhuis

Nadere informatie

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het debat over de visie op de krijgsmacht van de lijst af te voeren.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het debat over de visie op de krijgsmacht van de lijst af te voeren. Mededelingen Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn. Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan

Nadere informatie

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen. Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april in het gemeentehuis te Uithuizen. Aanwezig: Voorzitter Griffier mevrouw M. van Beek mevrouw H. Hoekstra

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

A. Door fracties en Gedeputeerde Staten (GS) aangedragen bespreekpunten

A. Door fracties en Gedeputeerde Staten (GS) aangedragen bespreekpunten Agenda woordvoerdersoverleg thema 23 juni 2017 1. Opening en mededelingen 2. Bespreekpunten A. Door fracties en Gedeputeerde Staten (GS) aangedragen bespreekpunten Aanvrager(s) Korte motivatie / achtergrond

Nadere informatie

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda. Notulen van de besluitvormende raadsvergadering van de gemeenteraad van Noord-Beveland, gehouden op donderdag 5 juli 2018 in het gemeentehuis van Noord-Beveland. Aanvang: 19.30 uur Aanwezig: Mevr. J.H.J.B.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

ONBEKENDE BESTEMMING IS VERTROKKEN?

ONBEKENDE BESTEMMING IS VERTROKKEN? Tekst van de toespraak van Jan de Wit (SP-Tweede Kamerlid)over het Royaal Gebaar in het Verzetsmuseum te Amsterdam tijdens de Vluchtelingendag op 20 juni 2005. Het Verzetsmuseum was een toepasselijke locatie,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077 Rapport Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077 2 Klacht Op 14 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Assen, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Ad Jongenelen, Carola van t Schip en Frank Reiber

Ad Jongenelen, Carola van t Schip en Frank Reiber Spelregels Jongerengemeenteraad 19 februari 2015 Er zijn 2 onderwerpen (agendapunten): - Veiligheid - Openings- en sluitingstijden van de horeca Regels van de vergadering - Ieder onderwerp/ agendapunt

Nadere informatie

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum november 2012 Hoofdstuk 4 Het landsbestuur (regering en parlement) Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 Onderwerp: Voorzitter: Aanwezig zijn de leden: Griffie: Portefeuillehouders: Financieel meerjarenbeleid

Nadere informatie

Programma van de vergadering, lijst met onderwerpen die op de vergadering worden behandeld.

Programma van de vergadering, lijst met onderwerpen die op de vergadering worden behandeld. Begrippenlijst gemeenteraad Absolute meerderheid Manier van besluiten waarbij een voorstel is aangenomen als meer dan de helft van alle uitgebrachte stemmen vóór is. Agenda Programma van de vergadering,

Nadere informatie

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16).

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16). Vaste boekenprijs Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16). De beraadslaging wordt geopend. Voorzitter. Op 20 december 2011

Nadere informatie

De heer Öztürk (PvdA): Voorzitter. Bij de stemmingen onder punt 3, over de begroting van Economische Zaken, houd ik onze motie op stuk nr. 27 aan.

De heer Öztürk (PvdA): Voorzitter. Bij de stemmingen onder punt 3, over de begroting van Economische Zaken, houd ik onze motie op stuk nr. 27 aan. Mededelingen stemmingen Ik verzoek de leden, hun plaatsen in te nemen. Voor wij gaan stemmen, geef ik als eerste het woord aan de heer Öztürk van de Partij van de Arbeid, die een wijziging wil doorgeven

Nadere informatie

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur Aanpassingen vergaderstructuur Voorstel 1. kennis nemen van de concept jaaragenda 2. vaststellen thematische indeling commissies 3. toevoegen beeldvormend deel, voorafgaand aan de reguliere commissievergadering

Nadere informatie

Ons kenmerk : l/jwoo Behandeld door : J. Klijn Bijlagen -

Ons kenmerk : l/jwoo Behandeld door : J. Klijn Bijlagen - Stichting Herindeling NEE Burgercomité Goedereede Postbus 224 3253 ZK Ouddorp Aan Provincie Zuid Holland T.a.v. mevrouw I. van Mulligen Commissiegriffier Bestuur en Middelen Postbus 90602 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Voorzitter: M.A.P. Michels Griffier: J. van der Meer Aanwezig: Gemeentebelangen: G. Kersaan,

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

de heer P.H. Roos (GroenLinks), de heer F.J.W. Saelman (VVD), de heer H.A. Stuurman (PvdA) de heer P.C. Tange, burgemeester

de heer P.H. Roos (GroenLinks), de heer F.J.W. Saelman (VVD), de heer H.A. Stuurman (PvdA) de heer P.C. Tange, burgemeester Verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wormerland, gehouden op 3 juli 07 in het gemeentehuis aan de Koetserstraat 3 te Wormer, aanvang 22. uur AANWEZIG de leden: de wethouders: de

Nadere informatie

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 33750-VI Nr. Evaluatie Wet controle op rechtspersonen Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen ter beantwoording voorgelegd

Nadere informatie

REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE

REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE REGLEMENT VAN ORDE 2 HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN... 2 artikel 1: Toepassing van dit reglement 2 artikel 2: Definitiebepalingen 2 artikel 3: Handhaving van de orde 2 artikel 4: Amendementen

Nadere informatie

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur 1red18248 29-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, 22.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER HET ONDERZOEK NAAR EVENTUELE VERLENGING VAN DE MISSIE IN

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008. Dossiernummer 80-2008 OORDEEL Verzoeker De heer en mevrouw B. te Almelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID C284 BIN30 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 10 juli 2003 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID Vraag om uitleg van de heer Bart

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 Rapport Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hem in de beschikking van 25 februari 2004 op zijn bezwaarschrift

Nadere informatie

VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. gehouden op woensdag 17 september 2003

VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. gehouden op woensdag 17 september 2003 VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 17 september 2003 Aanvang 18.00 uur. Voorzitter: de heer Jansen. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda BESLUITENLIJST Vergadering van Provinciale Staten van Overijssel Woensdag 17 februari 2016 U kunt de Statenvoorstellen en ingezonden brieven via het Staten Informatie Systeem inzien op de website van de

Nadere informatie

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 17 september 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 17 september 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen. Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 17 september 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen. Aanwezig: Voorzitter Griffier mevrouw M. van Beek mevrouw

Nadere informatie

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave Boekverslag door B. 1102 woorden 2 juni 2003 5.4 32 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave - Inleiding - Samenvatting verkiezingsstrijd - Artikelen - Bronvermelding Inleiding Verkiezingen We

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

De voorzitter: Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Er zijn vijf deelnemers aan dit debat, van wie er twee gaan spreken.

De voorzitter: Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Er zijn vijf deelnemers aan dit debat, van wie er twee gaan spreken. Bedrijfslevenbeleid Aan de orde is het VAO Bedrijfslevenbeleid (AO d.d. 19/11). Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Er zijn vijf deelnemers aan dit debat, van wie er twee gaan spreken. Mevrouw

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

De motie is met een begeleidende brief aangeboden aan de heer M. Harbers, staatssecretaris van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

De motie is met een begeleidende brief aangeboden aan de heer M. Harbers, staatssecretaris van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Aan de Nederlandse Gemeenten Bezoekadres Ganzenmarkt 1 Postadres Postbus 354 7570 AJ Oldenzaal Telefoon (0541) 58 81 11 E-mail info@oldenzaal.nl Internet www.oldenzaal.nl Datum 7 maart 2018 Uw brief van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319 Rapport Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND): - niet tijdig heeft gereageerd op haar brief van 22 oktober

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09).

Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09). Arbeidsomstandigheden in Bangladesh Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09). Aangezien de minister nog niet aanwezig is, schors

Nadere informatie

Geacht college, Met vriendelijke groet, mr. D.C. van Eeten Gemeentesecretaris gemeente Heumen

Geacht college, Met vriendelijke groet, mr. D.C. van Eeten Gemeentesecretaris gemeente Heumen From: Secretariaat Gemeentesecretaris Heumen Sent: dinsdag 6 november 2018 16:55:13 To: Secretariaat Gemeentesecretaris Heumen Cc: Secretariaat Burgemeester

Nadere informatie

Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA).

Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA). VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 13 september 2006 Aanvang 18.00 uur Voorzitter: de heer Jansen. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 2195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Toelichting op het voorstel

Toelichting op het voorstel Besluit De huidige DATO-regeling (Dakloze Asielzoekers; Tijdelijke Opvang) uit te breiden voor de duur van maximaal 2 jaar met als doel tijdelijke opvang te bieden aan: - Zwolse asielzoekers die geen recht

Nadere informatie

11 Natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen

11 Natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen 11 Aan de orde is het VAO Nederlandse inzet met betrekking tot natuurlijke hulpbronnen en (AO d.d. 22/04). Zeven woordvoerders nemen deel aan dit debat. De eerste die het woord zal voeren, is mevrouw Thieme

Nadere informatie

PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008

PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008 PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008 Aan deze openbare besluitenlijst kunnen geen rechten worden ontleend. Alleen de tekst van het door provinciale staten vastgestelde verslag bevat de formele besluitvorming

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 mei 2006 Rapportnummer: 2006/182

Rapport. Datum: 17 mei 2006 Rapportnummer: 2006/182 Rapport Datum: 17 mei 2006 Rapportnummer: 2006/182 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister-president zijn brief van 14 november 2004 over diens optreden na de moord op cineast Theo van Gogh op

Nadere informatie

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in. Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen over de door de staatsecretaris van Justitie gevolgde intrekkingsprocedure van de aan hen verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd. Met name klagen

Nadere informatie

Rapport. Verzoeker De X. te Almelo, verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer Y.

Rapport. Verzoeker De X. te Almelo, verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer Y. Dossiernummer 2015 014 Rapport Verzoeker De X. te Almelo, verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer Y. Datum verzoekschrift Op 27 januari 2015 heeft de Overijsselse

Nadere informatie

PROVINCSALESTATEN VAM OVERIJSSEL. Regnr FS»bfc\ftl i* U 1. 0 D nt : 2 T OKT 2010. Routing

PROVINCSALESTATEN VAM OVERIJSSEL. Regnr FS»bfc\ftl i* U 1. 0 D nt : 2 T OKT 2010. Routing Griffie Provincie Overijssel PROVINCSALESTATEN VAM OVERIJSSEL Regnr FS»bfc\ftl i* U 1 0 D nt : 2 T OKT 2010 Routing a.d. Bijl.: Geachteheer/mevrouw, Hierbij ingesloten trefl u twee brieven. Een is er gericht

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid Praktische-opdracht door een scholier 2035 woorden 28 januari 2002 7,1 133 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Analyse-schema Asielbeleid Wat is het probleem?

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den

Nadere informatie

Besluitenlijst Provinciale Staten

Besluitenlijst Provinciale Staten Besluitenlijst Provinciale Staten Middelburg 26 mei 2015 Nummer: 15007743 Besluitenlijst van de openbare vergadering van de provinciale staten van Zeeland, gehouden op 26 mei 2015 van 09.40 tot 18.43 uur,

Nadere informatie

Solidariteit: hét middel op weg naar een duurzaam sociaal Wageningen Behandeling verordeningen drie decentralisatie Maandag 27 oktober 2014

Solidariteit: hét middel op weg naar een duurzaam sociaal Wageningen Behandeling verordeningen drie decentralisatie Maandag 27 oktober 2014 Solidariteit: hét middel op weg naar een duurzaam sociaal Wageningen Behandeling verordeningen drie decentralisatie Maandag 27 oktober 2014 Voorzitter, Uit de nota Samen Redzaam sprak ambitie. Ambitie

Nadere informatie

Politieke Avond Gooise Meren Handleiding / Algemene beschrijving.

Politieke Avond Gooise Meren Handleiding / Algemene beschrijving. Politieke Avond Gooise Meren Handleiding / Algemene beschrijving. 1. Inleiding In deze handleiding/beschrijving wordt aangegeven wat het doel c.q. karakter is (van de verschillende onderdelen) van de Politieke

Nadere informatie

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016 1 Nr. 5.16 Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016 Aanwezig: De heer J.B. Wassink, voorzitter raad Mevrouw J. Hofman, griffier Mevrouw C. Oosterbaan, PvdA De heer

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo. Relaties HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.org Relaties kunnen een belangrijke rol spelen bij het omgaan

Nadere informatie

Onderwerp: Raadsmededeling over: Aanbesteding gemeentelijke publicaties en afhandeling motie - Besluitvormend

Onderwerp: Raadsmededeling over: Aanbesteding gemeentelijke publicaties en afhandeling motie - Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 31 maart 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00258 Onderwerp: Raadsmededeling over: Aanbesteding gemeentelijke publicaties en afhandeling motie - Besluitvormend Beknopte samenvatting:

Nadere informatie

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune. Pensioenonderwerpen Aan de orde is het VAO Pensioenonderwerpen (AO d.d. 06/11). Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

Nadere informatie

Stemmingen moties begroting Veiligheid en Justitie. Stemmingen Begroting Veiligheid en Justitie. De heer Voordewind (ChristenUnie)

Stemmingen moties begroting Veiligheid en Justitie. Stemmingen Begroting Veiligheid en Justitie. De heer Voordewind (ChristenUnie) Tweede Kamer, 30e vergadering, donderdag 27 november 2014 Stemmingen o o o Stemmingen moties Veiligheid en Justitie Stemmingen moties begroting Veiligheid en Justitie Stemmingen Begroting Veiligheid en

Nadere informatie

Aan het college van Gedeputeerde Staten i.a.a. de leden van Provinciale Staten Postbus 6001 4330 LA Middelburg. onderwerp: resultaat overleg BJZ

Aan het college van Gedeputeerde Staten i.a.a. de leden van Provinciale Staten Postbus 6001 4330 LA Middelburg. onderwerp: resultaat overleg BJZ Aan het college van Gedeputeerde Staten i.a.a. de leden van Provinciale Staten Postbus 6001 4330 LA Middelburg onderwerp: resultaat overleg BJZ Middelburg, 10 november 2011 Geacht college, Het spijt mij

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 47 25 DP Den Haag Postbus 2030 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Zondag 19 januari 2014. Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Zondag 19 januari 2014. Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof Zondag 19 januari 2014 Viering in de Week van Gebed voor de eenheid van de christenen Paulusgemeenschap en Protestantse Gemeente de Eshof Hoevelaken Thema: Is Christus dan verdeeld? (1 Kor. 1,13) 1 / 7

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 10 februari 2015 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 10 februari 2015 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 10 februari 2015 in de raadzaal Voorzitter: M.A.P. Michels Griffier: G.A. Stavenga-Joling Aanwezig: Gemeentebelangen: G.

Nadere informatie

Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond 2011 toe! Ik vind het geweldig om jullie als provinciecollega s te ontmoeten.

Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond 2011 toe! Ik vind het geweldig om jullie als provinciecollega s te ontmoeten. Toespraak CdK Ank Bijleveld voor de interne nieuwjaarsbijeenkomst van de provincie Overijssel op maandag 3 januari 2011. Beste collega s, Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Besluitvorming rondom studiefinanciering Bij deze opgave horen de teksten 1 en 2 en figuur 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Tijdens de regeringstermijn van kabinet-rutte 1 (oktober 2010 tot

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Onderwerp Gemeentelij ke zorgtaak voor uitgeprocedeeerde asielzoekers, vaststelling subsidie 2004

Onderwerp Gemeentelij ke zorgtaak voor uitgeprocedeeerde asielzoekers, vaststelling subsidie 2004 Advies: Openbaar Onderwerp Gemeentelij ke zorgtaak voor uitgeprocedeeerde asielzoekers, vaststelling subsidie 2004 Programma / Programmanummer Multiculturele samenleving & emancipatie / 3110 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Het is goed om het grote belang van die rol hier te midden van u, de gemeenteraadsleden, nog maar eens te onderstrepen.

Het is goed om het grote belang van die rol hier te midden van u, de gemeenteraadsleden, nog maar eens te onderstrepen. Toespraak van Commissaris van de Koning Ank Bijleveld-Schouten bij de eedaflegging en installatie van mevrouw Ellen Nauta-van Moorsel als burgemeester van Hof van Twente op woensdag 15 mei 2013 Burgemeester

Nadere informatie

Verslag participatiedebat deel 2. Het werknemersperspectief

Verslag participatiedebat deel 2. Het werknemersperspectief Verslag participatiedebat deel 2. Het werknemersperspectief Datum: Plaats: Gespreksleiding: Gastsprekers: Participanten: Bezoekers: Thema: vrijdag 17 oktober 2014, 15:00-17:00 uur De Gouden Zaal van DROOMvilla

Nadere informatie