ENIGE SLEUTELBEGRIPPEN NADER VERKLAARD: BOURGEOISIE PROLETARIAAT KLEINE BURGERIJ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ENIGE SLEUTELBEGRIPPEN NADER VERKLAARD: BOURGEOISIE PROLETARIAAT KLEINE BURGERIJ"

Transcriptie

1 Teksten voor kaderscholing ENIGE SLEUTELBEGRIPPEN NADER VERKLAARD: BOURGEOISIE PROLETARIAAT KLEINE BURGERIJ

2 De walserij, Adolf von Menzel ( ). Menzel was een van de eerste schilders die de industriële revolutie als thema koos. Teksten voor kaderscholing Uitgegeven door autonome sociaalrevolutionairen Enige begrippen nader verklaard: Bourgeoisie, proletariaat en kleine burgerij Agitdruk 2013 sociaalrevolutionair.wordpress.com

3 I De bourgeoisie of kapitalistische klasse Men geeft de naam bourgeoisie (of kapitalistische klasse) aan de uitbuitersklasse van de kapitalistische productiewijze. Waar komt deze naam vandaan? Ze heet kapitalistisch omdat zij de baas over het kapitaal is. En wat is het kapitaal? Allereerst moet opgemerkt worden dat kapitaal nièt hetzelfde is als geld. Een vrek die zijn geld in een oude sok bewaard en het ook alleen maar bewaart, is geen kapitalist. Alleen dat geld gebruikt om productiemiddelen en arbeidskracht te kopen, om zo meer geld te krijgen dan erin geïnvesteerd is, d.w.z. om meerwaarde [1] te verkrijgen heet kapitaal. Daarom kan niet iedere machine beschouwd worden als kapitaal. De naaimachine van een huismoeder, die ze gebruikt om kleren voor haar gezin te maken, kan men géén kapitaal noemen. Ook kan men het geld dat besteed wordt om arbeidskracht te kopen om huishoudelijk werk te doen géén kapitaal noemen. In deze gevallen produceren noch de arbeidskracht, noch de machines winst (liever gezegd: meerwaarde); ze worden allebei gebruikt om bepaalde diensten te verrichten. De kapitalist, die bijvoorbeeld een fabriek wil bouwen, heeft niet altijd genoeg geld om dat te doen. Wat doet hij dan? Hij vraagt het te leen bij een bank, bij welke andere kapitalisten geld bijeen hebben gebracht. Hiermee zet hij een fabriek op en begint hij te produceren. Maar verkoopt hij meteen de zo verkregen producten? Over het algemeen niet, al moet hij snel het geld terugkrijgen om door te kunnen gaan met produceren. Als hij zou proberen door de verkoop van zijn producten het uitgegeven geld terug te krijgen, zou hij de fabriek een tijdje stil moeten leggen en dat zou hem nadeel berokkenen. Wat doet hij dan? Hij verkoopt zijn producten aan andere kapitalisten, opdat dezen ze op hun beurt aan de consumenten verkopen. Zo krijgen we drie soorten kapitalisten: de kapitalisten die eigenaar zijn van het geld, ofwel de bankiers de kapitalisten in de industrie, de eigenaren van de fabrieken de kapitalisten in de handel: de eigenaren van de distributie-bedrijven De meerwaarde, die het productieproces als zodanig oplevert, wordt tussen deze drie verdeeld. Om welke reden staat de industriële kapitalist een deel van de meerwaarde, die hij aan zijn arbeiders onttrekt, af aan zijn twee collega-kapitalisten? Omdat hij zo aardig is en zijn vriendjes wilt helpen? Nee! Hij doet het alleen maar, omdat het systeem hem dwingt van zijn twee collega's gebruik te maken om meer te verdienen. Wat hij verliest door de meerwaarde te delen, krijgt hij met winst terug doordat hij sneller met het productieproces door kan gaan. De industriële kapitalist eigent zich de meerwaarde toe. Maar omdat hij de samenwerking van de financiële en commerciële kapitalist nodig heeft om dit te 3

4 benutten, zegt Marx dat deze laatste twee de meerwaarde tot stand brengen, d.w.z. dat zij hem concreet mogelijk maken. De industriële kapitalist wint er niets bij, het product waarin de niet-betaalde arbeid of meerwaarde geconcretiseerd is, zelf te houden, als hij het niet voor elkaar krijgt dit product te verkopen. Dit is namelijk nodig om het beginkapitaal terug te krijgen plus het toegevoegde geld, dat vervolgens kapitaal wordt. Marx noemde deze interne verdeling binnen de kapitalistische klasse of bourgeoisie; een verdeling in klassefracties: de financiële bourgeoisie de commerciële bourgeoisie, en de industriële bourgeoisie Tussen deze verschillende fracties kunnen tegenstellingen bestaan; máár die zijn steeds ondergeschikt aan de belangrijkste tegenstelling: die tussen de gehele kapitalistische klasse en het proletariaat. Deze verdeling van de bourgeoisie in fracties bestaat vooral tijdens de vrije concurrentie periode van het kapitalisme. Later leidt namelijk de kapitalistische centralisatie tot de fusie van industrieel, commercieel en financieelkapitalisme. Dit is het stadium van het monopolie-kapitalisme, waarin de drie soorten kapitaal zich weer in dezelfde handen concentreren. Dan komen er nieuwe tegenstellingen naar voren in de kapitalistische klasse: tussen de monopolistische bourgeoisie en de rest: de niet-monopolistische middelgrote en kleine bourgeoisie, die op verschillende manieren te lijden hebben van de monopolistische uitbuiting. Tenslotte is het belangrijk erop te wijzen, dat de kapitalistische klasse gebruik maakt van de industriële, commerciële en financiële mechanismen om het hele kapitalistische productieproces te controleren en te leiden. We noemen daarom de bourgeoisie of kapitalistische klasse de klasse, die het kapitalistische productiesysteem controleert en leidt. Met bijeengegaard (geaccumuleerd) geld koopt zij productiemiddelen en arbeidskracht ten einde meer geld te krijgen dan zij geïnvesteerd had om het proces op gang te krijgen; geld dat zij verkrijgt uit niet-betaalde arbeid van arbeiders in de industriële sector. [2] 4

5 II Het begrip proletariaat of arbeidersklasse Het proletariaat (of de arbeidersklasse) is de klasse, die uitgebuit wordt door de kapitalistische productiewijze. Kunnen wij al die mensen die geen productiemiddelen bezitten en hun arbeidskracht moeten verkopen voor loon om te leven, als het proletariaat omschrijven? M.a.w. is proletariaat hetzelfde als de klasse van mensen in loondienst? Een zo brede definitie zou onder het begrip 'proletariaat' al die mensen verstaan die hun arbeidskracht verkopen; en ze zou géén onderscheid maken tussen het kopen van arbeidskracht om meerwaarde te verkrijgen en het kopen van arbeidskracht om bepaalde diensten te laten verrichten, hetzij privé (huishoudelijke hulp bijvoorbeeld), hetzij voor de gemeenschap (belastingsambtenaar bijvoorbeeld). Even zo goed als niet ieder mens die geld bezit kapitalist is, is niet iedereen die zijn arbeidskracht verkoopt een arbeider. De arbeidersklasse wordt allèèn gevormd door die mensen, die door hun arbeidskracht te verkopen, meerwaarde produceren of realiseren voor hen die arbeidskracht kopen; d.w.z. zij wordt gevormd door de arbeiders in de industrie, in de handel en bij de banken. Zoals we al eerder hebben gezien, zijn de commerciële en de financiële kapitalisten even kapitalistisch als de industriële, hoewel alleen op het niveau van de industriële productie meerwaarde wordt verkregen. Zo zijn de arbeiders, die in de handel of bij de banken werken even zo goed arbeiders als zij die in de industrie werken. Dat de bourgeoisie de arbeiders die in de handel en bij banken werken employé's noemt, is niets anders dan de zoveelste manier om de arbeidersklasse te verdelen. Zo hebben we drie sectoren van de arbeidersklasse te onderscheiden, die corresponderen met de drie fracties van de bourgeoisie: arbeiders in de industrieel arbeiders in de handel, en arbeiders bij de banken Door te stellen dat alléén mensen als arbeider beschouwd kunnen worden, die het aan de koper van hun arbeidskracht mogelijk maken meerwaarde te verkrijgen, beperken wij het begrip proletariaat of arbeidersklasse tot alleen dié mensen die direct verbonden zijn met het productieproces en de distributie van goederen. We sluiten dus in dit begrip nièt in dié arbeiders, die hun arbeidskracht voor een loon aan de staat verkopen: ambtenaren (leraren, militairen, rechters e.d.), of aan organisaties of personen waarvoor zij bepaalde diensten verrichten (kappersbedienden, dienstmeisjes, tuinlieden etc.). Nadat we dit eerste onderscheid hebben gemaakt, moeten we ons nog afvragen of we al die mensen, die hun arbeidskracht voor een loon binnen het productieproces en de goederendistributie verkopen, als arbeidersklasse of proletariaat kunnen beschouwen. Als we dit doen moeten we ook de fabrieksdirecteuren en hoge chefs in de fabrieken, de distributiebedrijven en de banken als 'arbeiders' beschouwen. Om dit te 5

6 verduidelijken zullen we eerst moeten bekijken, welke rol deze mensen in de moderne bedrijven spelen. In de moderne bedrijven, met hun ver doorgevoerde arbeidsspecialisatie, moet er een groep arbeiders zijn, die als belangrijkste functie heeft: Het coördineren van de verschillende gespecialiseerde soorten werk en het leiden van de gehele gang van zaken in het bedrijf. Dit coördinatie- en controlewerk betreft de verschillende secties of productie-eenheden van het bedrijf, tot op het hoogste niveau. Dit wordt beheerd door de directeur, de lagere niveaus door het middenkader. Deze arbeiders, die het werk op de verschillende niveaus controleren en coördineren, vervullen een technische functie. Deze is noodzakelijk voor de voortgang van het bedrijf, precies zoals de dirigent bij een orkest onmisbaar is om het spel van de verschillende musici te coördineren. Maar in het kapitalistische systeem hebben deze arbeiders niet alleen een technische functie, maar ook en vooraleen uitbuitingsfunctie, omdat zij de kapitalist vertegenwoordigen. In de kleine bedrijven zijn het de kapitalisten zelf die de productie leiden en coördineren; maar naarmate hun bedrijven groeien delegeren zij deze functies aan een speciaal soort arbeider. Precies zoals bij het militaire leger, vereist het arbeidersleger geplaatst onder bevel van de kapitalist een hele reeks generaals (directeuren en chefs) en officieren (inspecteurs, opzichters e.d.), die gedurende het arbeidsproces namens de kapitalist het bevel voeren. Deze 'arbeiders' zijn dus bemiddelaars tussen de arbeiders en de kapitalisten en vertegenwoordigen de belangen van het kapitaal tegenover de arbeiders. Terwijl zij een organisatorische functie in het productieproces vervullen, dienen zij als een verlengstuk van de kapitalistische uitbuiting. Dit is voor de arbeiders zó duidelijk, dat zij vaak een grotere haat koesteren tegen deze arbeiders, die de gehele dag op hun handen zitten te kijken, dan tegen de baas, die slechts sporadisch in de fabriek verschijnt. Deze verandering van functie moet gepaard gaan met een mentaliteitsverandering van de chefs e.d. tegenover de arbeiders, die onder hun leiding staan. Er moet een geest van wederzijdse samenwerking in het bedrijf bestaan; een geest van hulp aan de arbeiders bij hun nieuwe verantwoordelijkheden; nieuwe methoden van leidinggeven, waardoor de creatieve participatie van alle arbeiders gestimuleerd wordt. Het is belangrijk om in te zien, dat administratieve en organisatorische functies noodzakelijk zijn en dat daarom chefs en bedrijfsleiders onmisbaar zijn in elk bedrijf. Ook is het niet makkelijk voor de arbeiders om deze functies, van de ene dag op de andere, zelf te vervullen, omdat ze een voorbereiding vereisen die over het algemeen jaren duurt. Kortom: Nièt alle arbeiders, die hun arbeidskracht verkopen tegen een loon, maken deel uit van het proletariaat of de arbeidersklasse. Sommigen niet, omdat zij hun arbeidskracht verkopen om diensten te verlenen op het niveau van de bovenbouw of van de onderbouw, en nièt om meerwaarde te produceren of te realiseren; anderen 6

7 niet, omdat ze hoewel ze ertoe bijdragen, dat er meerwaarde geproduceerd wordt als belangrijkste functie het uitbuiten van de aan hen ondergeschikte arbeiders hebben, zodat deze zoveel mogelijk meerwaarde voor de kapitalist produceren. Wij noemen proletariaat of arbeidersklasse dan ook dié klasse, die door het kapitalistische productiesysteem uitgebuit wordt en die gevormd wordt door arbeiders, die direct verbonden zijn met de goederenproductie en distributie, die hun arbeidskracht voor loon verkopen om meerwaarde te produceren of te realiseren door deel-arbeid te verrichten, en die onder bevel van hun superieuren staan, die het proces op verschillende niveaus controleren. 7

8 III Het begrip kleine bourgeoisie (kleine burgerij) Tot nu toe hebben we de twee grote klassen van de kapitalistische maatschappij bestudeerd: Het proletariaat en de bourgeoisie, die voortkomen uit de kapitalistische productieverhoudingen. Toch bestaan er in elke maatschappij ook nog andere, historisch bepaalde, productieverhoudingen, voor een deel uit de tijd van vóór het kapitalisme. Deze productieverhoudingen, zoals ze bestonden in de slaven- en de feodalemaatschappij of in de primitieve gemeenschap, kunnen lange tijd naast de kapitalistische verhoudingen blijven voortbestaan. Dit is het geval geweest met enkele inheemse gemeenschappen in bepaalde Latijns- Amerikaanse gebieden. En het was ook zo in de slavenmaatschappij in het Zuiden van de Verenigde Staten terwijl zich in het Noorden een kapitalistische industrie ontwikkelde. Naarmate echter de overheersende verhoudingen hechter worden, verdwijnen langzamerhand de ondergeschikte, voor-kapitalistische verhoudingen, om op hun beurt in kapitalistische te veranderen. Door het verdwijnen van deze verhoudingen ontstaat er een specifieke productieverhouding: Die van de kleine onafhankelijke producenten die hun producten op de kapitalistische markt verkopen. Door hen 'kleine onafhankelijke producenten' te noemen geven wij aan, dat het arbeiders zijn, die eigenaar zijn van hun productiemiddelen en die géén arbeid van anderen uitbuiten. Zij leven van hun eigen arbeid en die van hun familie en de opbrengst hiervan is over het algemeen net genoeg om in leven te blijven. Dit is het geval met de kleine boer, die een klein stukje grond bezit, dat door hemzelf en door zijn familie wordt bewerkt; en met de naaister, die thuis kleren maakt en de traditionele ambachtsman, die in zijn eigen werkplaats werkt. Maar deze kleine producenten moeten, om hun producten op de markt te verkopen, concurreren met de grote kapitalisten, die veel goedkoper kunnen produceren. De wetten van de kapitalistische concurrentie doen hen verdwijnen en voeren het grootste deel van hen tot het proletariaat (proletarisering). Slechts enkelen van hen slagen erin, dankzij heel speciale omstandigheden om, kapitalist te worden. Uit het bovenstaande blijkt, dat deze groep als een sociale klasse mag worden beschouwd, die verschilt van het proletariaat en de bourgeoisie in de kapitalistische maatschappij. Deze klasse noemen we: kleine bourgeoisie (of ook wel kleine burgerij). We onderscheiden een kleine bourgeoisie die zich richt op de productie: Ambachtslieden, kleine boeren; en een kleine bourgeoisie die zich richt op de handel: Kleine rondtrekkende handelaren, winkeliers, kioskhouders etc. De kleine bourgeoisie echter is een overgangsklasse, omdat zij gevormd wordt uit kleine onafhankelijke producenten en handelaren die gebonden zijn aan de kapitalistische markt; het is een klasse die gaat verdwijnen omdat ze uiteenvalt in 8

9 proletariaat en bourgeoisie. Daarom is het een klasse die tegenstrijdige belangen heeft; aan de ene kant wil ze graag rijker worden en kapitaal verwerven, omdat dit het haar mogelijk zou maken om tot de bourgeoisie of kapitalistische klasse te gaan behoren. Maar aan de andere kant ziet ze zichzelf steeds meer onderdrukt en opgeslokt worden door de kapitalistische klasse, die haar dwingt tot het proletariaat te gaan behoren, met het gevolg dat ze zich met de belangen daarvan gaat vereenzelvigen. Zo blijkt de kleine bourgeoisie met haar tweeslachtige belangen een soort tussenklasse tussen proletariaat en kapitalisten te zijn. We noemen kleine bourgeoisie die sociale klasse, die gevormd wordt door kleine onafhankelijke producenten, die hun producten op de markt verkopen. De kleine burgerij vormt op grond van haar klassenpositie (tussenpositie, innerlijke tegenstrijdigheid) dan ook de sociale basis van het fascisme. 9

10 Extra notities: [1] Omtrent de kapitalistische klasse: De kunstenaar (schilder, tekenaar, schrijver) zet zijn krachten ook in voor diegenen die geld hebben, een kunstenaar moet leven. Men vindt niet toevallig zéér moeilijk schilderijen en prenten over de situatie van de arbeiders in de vorige eeuw. Daar hebben die kunstenaars geen tijd voor ( 'n paar uitgezonderd Zie de binnenzijde van deze brochure). Let maar eens op wie er allemaal op die oude schilderijen staan: Rijke burgers, adel... Wie spelen de hoofdrol in de boeken en toneelstukken? De wetenschappers gaan hun kennis inzetten voor degenen die geld hebben. De wetenschapper zegt dat hij objectief is, bemoeit zich niet met politiek en dergelijke. Hij vraagt zich niet af waar zijn uitvindingen voor gebruikt zullen worden en wie zijn kennis benut. Tot de dag van vandaag, is het belangrijk wie in de kapitalistische landen profiteert van die kennis: De rijken, want die kopen kennis en worden daardoor rijker. Maar ook dat verandert. Want in zijn strijd ontwikkelt de arbeidersklasse zijn eigen kennis. (Bron: Brochure voor volksontwikkeling) [2] Meerwaarde = een deel van de totale waarde die door de arbeiders geschapen wordt en die de eigenaars van de productiemiddelen zich toeëigenen. De kapitalist koopt de arbeidskracht van de arbeiders. Door hun arbeid voegen de werknemers aan de oorspronkelijke waarde van de grondstoffen een nieuw geschapen waarde toe. Een deel hiervan verhoogt de productiekosten, nl., de tegenwaarde der lonen (= veranderlijk kapitaal of vk); een ander deel vertegenwoordigt de meerwaarde, nl. de tegenwaarde van het meerwerk (= mw). Indien wij dit vanuit het standpunt van de arbeidsduur en -kracht bekijken, zien wij dat de totale arbeidsdag bestaat uit een sociaal noodzakelijke arbeidsduur (a) en een toegevoegde arbeidsduur (b). Tijdens (a) werkt de arbeider voor de reproductie van het verbruikte kapitaal (ck + vk). Tijdens (b) schept hij een waarde die niet aan hem vergoed wordt, maar die door de patroon toch op de markt gebracht wordt. De waarde van dit meerwerk of meerproduct is de meerwaarde. Praktisch voorbeeld: 10 arbeiders maken samen op één dag 20 stoelen, die door de patroon op de markt gebracht worden tegen 440 F het stuk. De totale gerealiseerde waarde voor de patroon bedraagt dus 20 x 440 = F. De rekening van de patroon is de volgende: 10

11 a) afschrijvingen voor gebouwen, machines, e.d. + uitgaven voor grondstoffen (= constant kapitaal of ck) b) loonkosten (= veranderlijk kapitaal of vk) F F c) meerwaarde of winst ( ) = F F Bekijken wij deze rekening vanuit het standpunt van de arbeiders, dan stellen wij vast dat zij F nieuwe waarden toevoegden (nl. b + c), doch hiervan slechts F (b) ontvingen. Hun arbeidsdag kan als volgt verdeeld worden: zij werkten 8 u. om F nieuwe waarden te scheppen. Dit betekent 700 F per uur; zij werden slechts 3.500/700 = 5 u. vergoed. De sociaal noodzakelijke arbeidsduur bedroeg dus 5 u. De drie resterende uren waren toegevoegde arbeidsduur die de patroon toeliet een meerwaarde van (3 x 700 =) F te realiseren. (Bron: Marxistisch Woordenboek Deel I: Sociaal-Ekonomisch, S.V. Links, Gent, 1969) 11

12

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE Nick Deschacht Inleiding Prof. dr. Ernest Mandel (1923-1995) Overzicht van de cursus 28/3: Basisbegrippen van de marxistische economie 18/4: De ontwikkeling van de

Nadere informatie

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd. De onderneming JetFun bvba produceert één type jetski, de JetStar. De JetStar bestaat uit een motor die de jetski aandrijft. De motor is een Kawasaki 23 pk die wordt aangekocht. De JetStar bestaat uit

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE 2. Bewegingswetten van het kapitalisme Nick Deschacht Wat is het kapitalisme? Het korte antwoord was: Het kapitalisme is een productiewijze gekenmerkt door veralgemeende

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9 Samenvatting door een scholier 3000 woorden 6 oktober 2009 6 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 1. Voor industrie was nodig: energiebronnen. grondstoffen.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door Sven 1427 woorden 12 april 2018 7,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 3.1 In de wereld van

Nadere informatie

2. Inkomen uit arbeid

2. Inkomen uit arbeid Jijzelf en/of het gezin waarvan je deel uitmaakt, kunnen dus op verschillende manieren aan een inkomen geraken. Er zijn drie grote categorieën. inkomen uit arbeid inkomen uit sociale vergoedingen en toevallige

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

De kritische consument

De kritische consument De kritische consument Inleiding Om producten te kunnen maken heb je grondstoffen nodig. Mensen werken met deze grondstoffen en maken er producten van die we consumeren. Een ondernemer is tevreden als

Nadere informatie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct. Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product

Nadere informatie

Winst: overproductie, werkloosheid

Winst: overproductie, werkloosheid 1 van 9 25-04-17 15:06 achterdesamenleving.nl Winst: overproductie, werkloosheid en slavernij door Pieter 10-13 minuten Een artikel van Pieter Stuurman De meeste mensen menen te weten dat winst* goed is.

Nadere informatie

Categoriale inkomensverdeling

Categoriale inkomensverdeling Categoriale inkomensverdeling - 1 van 5 Categoriale inkomensverdeling 1. Verdeling Het nationaal inkomen dat ontstaat wordt verdeeld over de productiefactoren arbeid, kapitaal en ondernemingsinitiatief.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting door een scholier 2091 woorden 24 april 2006 6,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 2. Kenmerken van de industriële

Nadere informatie

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc De industriële samenleving in Nederland Hoofdstuk 3 Van stoommachine tot robot De industriële samenleving in Nederland kerndeel vragen 1 1. Wat is de Industriële Revolutie? 2. Wat zijn drie belangrijke

Nadere informatie

CPN. Manifest der Communistische Partij

CPN. Manifest der Communistische Partij CPN Manifest der Communistische Partij Een spook waart door Nederland het spook van het communisme. Alle machten van het oude Nederland hebben zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden,

Nadere informatie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20 Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.

Nadere informatie

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni 2004 6,4 68 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Om het vak maatschappijleer af te sluiten, moest ik nog een PO maken. Deze moest gaan

Nadere informatie

UIT arbeidsdeling

UIT arbeidsdeling Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een

Nadere informatie

heel veel was er nodig.

heel veel was er nodig. Samenvatting door Leonie 2033 woorden 26 maart 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1: Kenmerken van de industriële samenleving Machines spelen in ons leven een grote rol.

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE 3. De marxistische crisis- en conjunctuurtheorie Nick Deschacht Een theorie van de economische crisis? Recessie en werkloosheid in de Verenigde Staten, 1948-2008

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie gaat in essentie over het maken van keuzes. De behoeften van mensen zijn onbegrensd, maar hun middelen zijn beperkt. Door dit spanningsveld

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Naam:.. Fotokopie begrippen

Naam:.. Fotokopie begrippen Tl3_begrippen.doc Naam:.. Fotokopie begrippen 1. Het communisme + vragen 2. Rusland rond 1917 + vragen 3. Stalin 4. West-Europa in de tijd van de Industriële Revolutie + vragen 5. De sociale kwestie en

Nadere informatie

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL @ LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL ! inleiding ONDERNEMEN Voor het maken van deze opdrachten moet je eerst het stripboek De 9 levens van Van Bommel hebben gelezen. Om de onderneming zo succesvol mogelijk

Nadere informatie

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63 Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2

Nadere informatie

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT Wie zei: Het is mijn taak om dit land goed te besturen. Maar al die ministers moeten zich er niet mee bemoeien. 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning

Nadere informatie

3 Economische basis principes

3 Economische basis principes What is called economic progress is the joint effect of the activities of the three progressive groups, the savers, the scientist-inventors, and the entrepreneurs, operating in a market economy. Ludwig

Nadere informatie

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2005 - I

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2005 - I BEOORDELINGSMODEL Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. GEEN ROZEN ZONDER DOORNEN 1 B 2 maximumscore 2 totaal aantal rozen per jaar: 15.000 250 400

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. DE ZUIVELSECTOR > Inleiding In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. De zuivelsector is belangrijk voor de Nederlandse

Nadere informatie

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden. Samenvatting door C. 1104 woorden 30 oktober 2014 5 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Verandering van landbouw tot

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 175 woorden 20 november 2004 6,3 2 keer beoordeeld Vak Economie 1 De kern van het ondernemen. 1.1 Welke activiteiten vinden in de onderneming

Nadere informatie

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen.

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen. Samenvatting Economie Hfd.9 Nu kopen later betalen 5 Sparen, hoe werkt dat? Wat is sparen? Sparen is het opzij leggen van inkomen. 3 redenen (motieven) waarom mensen sparen: 1. Om later iets te kopen;

Nadere informatie

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? Antwoorden door een scholier 1490 woorden 7 april 2006 4,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? In 1948

Nadere informatie

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten. Verslag door F. 1863 woorden 23 juni 2012 8,8 5 keer beoordeeld Vak Economie 7.1 productie en behoeften Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het

Nadere informatie

Samenvatting Economie H 6

Samenvatting Economie H 6 Samenvatting Economie H 6 Samenvatting door een scholier 977 woorden 10 mei 2002 5,8 40 keer beoordeeld Vak Economie Hfst. 6 6.1 - Ideaaltypische omschrijving: omschrijving van het volmaakte model * Vrije

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /01

ALGEMENE ECONOMIE /01 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 Het begrip economie M Economie: grof vanuit Grieks vertaald: management van huishouding. Sociale wetenschap

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Ma Samenvatting door Sophie 1047 woorden 6 februari 2017 8,8 3 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Mens & Ma Mensbeeld hoe je jezelf ziet, de

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1 Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken

Nadere informatie

Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven

Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven Tijd 1 lesuur Doel 1 De leerlingen kunnen het begrip arbeidsproductiviteit uitleggen in eigen woorden. 2 De leerlingen kunnen uitleggen hoe de

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging)

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging) Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging) Samenvatting door een scholier 1415 woorden 20 oktober 2003 5,8 18 keer beoordeeld Vak M&O Eenmanszaak = een bedrijf dat door

Nadere informatie

Contract van maatschap/samenuitbatingscontract

Contract van maatschap/samenuitbatingscontract Contract van maatschap Tussen de ondergetekenden: (Naam invullen)...... en zijn echtgenote (naam invullen)...... samenwonende te (adres invullen)............... hierna overlaters genoemd, en (Naam invullen).......wonende

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1500 woorden 30 mei 2006 6,8 66 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1, de arbeidsmarkt op. Aanbod van arbeid

Nadere informatie

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?

Nadere informatie

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) Het maximaal aantal te behalen punten voor deze toets is 90. Bij elke vraag of opdracht staat aangegeven hoeveel punten u daarvoor kunt halen. De beschikbare examentijd

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je

Nadere informatie

M&O - een nieuw vak. Management & Organisatie. Management. Organisatie. Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo

M&O - een nieuw vak. Management & Organisatie. Management. Organisatie. Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo Management & Organisatie Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo M&O - een nieuw vak Management en Organisatie (M&O) komt als vak niet voor in de basisvorming. In de Tweede Fase kan je M&O kiezen in

Nadere informatie

Oefeningen: Break-even analyse

Oefeningen: Break-even analyse Oefeningen: Break-even analyse Oefening 1: Een onderneming produceert een bepaald product dat verkocht wordt tegen een prijs van 50 EUR per stuk. Per eenheid dat gemaakt wordt, kost het de onderneming

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Adviseren startende onderneming (m.b.v.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders

Nadere informatie

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden 3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 51 punten

Nadere informatie

2. Wat is de hoofdvraag? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden in de kleding- en schoenenindustrie in landen die aan Nederland leveren?

2. Wat is de hoofdvraag? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden in de kleding- en schoenenindustrie in landen die aan Nederland leveren? Werkstuk door een scholier 1455 woorden 24 januari 2005 5,9 376 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1. Wat is je onderzoeksterrein? schone kleren 2. Wat is de hoofdvraag? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

politieke economie eind 1971 We moeten het kapitalisme kennen en we moeten het vernietigen. REVOLUTIE

politieke economie eind 1971 We moeten het kapitalisme kennen en we moeten het vernietigen. REVOLUTIE Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1. Het ontstaan van kapitalisten en arbeiders 3 Hoofdstuk 2. De kapitalistische uitbuiting 4 Hoofdstuk 3. Het privé-eigendom is de grondslag van de kapitalistische maatschappij

Nadere informatie

Deel 1. Het voortraject. inkomen en kapitaal

Deel 1. Het voortraject. inkomen en kapitaal Deel 1 inkomen en kapitaal Het voortraject Met het motto waarmee Thomas Piketty de introductie van zijn boek over de verdeling van kapitaal begint, maakt de schrijver meteen duidelijk waar hij staat als

Nadere informatie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie Marx, Engels en de Industriële Revolutie Docent: Jelle de Bont F. de Kloe 444049 Postvak 54 Onderwijsgroep 3 13 maart 2008 Blok BA CW 1D, opdracht 6A Aantal woorden 2122 De Industriële Revolutie bracht

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl economie 2011 - II

Eindexamen vmbo gl/tl economie 2011 - II Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. MINpunten 1 maximumscore 1 2 / 6 x 100 % = 33,3% 2 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste reden: Klantenbinding:

Nadere informatie

Samenvatting M&O De Industrie

Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting door Y. 1310 woorden 5 juli 2017 8,9 4 keer beoordeeld Vak M&O De industrie Hoofdstuk 1 Kosten= de geldwaarde van alle noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen

Nadere informatie

Samenvatting Economie H1 t/m H3

Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting door J. 1711 woorden 28 oktober 2012 7,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Samenvatting Module 1 Hoofdstuk 1 t/m 3. Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op

Nadere informatie

DE ECONOMISCHE BASIS VAN DE DERDE UNIVERSELE THEORIE

DE ECONOMISCHE BASIS VAN DE DERDE UNIVERSELE THEORIE HET GROENE BOEK; DEEL 2 DE ECONOMISCHE BASIS VAN DE DERDE UNIVERSELE THEORIE Belangrijke historische ontwikkelingen die bijdragen aan de oplossing van het probleem van werk en inkomen - de relatie tussen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1534 woorden 1 februari 2007 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 2 Bedrijven kunnen op verschillende

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1377 woorden 29 maart 2010 7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie samenvatting Hoofdstuk 4 Beroepsbevolking

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. 3.1 De grens over. www.jooplengkeek.nl. Wat is export? Wat is import? Vraag1

Hoofdstuk 3. 3.1 De grens over. www.jooplengkeek.nl. Wat is export? Wat is import? Vraag1 www.jooplengkeek.nl 3.1 De grens over Hoofdstuk 3 Wat is export? Wat is import? Vraag1 1 Vraag 2 a) 1) (Meer) personeel in het hotel. 2) Meer werk bij leveranciers, bijvoorbeeld bij een bakker die brood

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 1 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 1 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat bestudeert de bedrijfseconomie? Bedrijfseconomie is een economische wetenschap die het economisch handelen van bedrijven bestudeert. Opgave 2 a. Wat zijn

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

Grondstof tot eindproduct vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grondstof tot eindproduct vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 20 October 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62281 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H3 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H3 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H3 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 3 Goede producten? Paragraaf 3.1 Wat

Nadere informatie

RESP. NR. : MULTI- HH NR.: VERSIE 1. Europees Sociaal Onderzoek 2008. Aanvullende vragenlijst

RESP. NR. : MULTI- HH NR.: VERSIE 1. Europees Sociaal Onderzoek 2008. Aanvullende vragenlijst RESP. NR. : 1 2 3 4 5 6 MULTI- HH NR.: 7 VERSIE 1 Europees Sociaal Onderzoek 2008 Aanvullende vragenlijst ALS U EEN MAN BENT, WILT U DAN VRAAG 1 BEANTWOORDEN? ALS U EEN VROUW BENT, WILT U DAN VRAAG 2 BEANTWOORDEN?

Nadere informatie

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen):

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Uitvoeringsinstructie UWV De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Sinds enige tijd komt het voor dat werkgevers

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest. EZE TAAK BESTAAT UIT 3 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 3. Intrest 1 I Bij het berekenen van rentenummers wordt het kapitaal op hele Surinaamse

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Kruip in de huid van Alexander Graham Bell, Karl Benz, de gebroeders Wright en andere grote uitvinders van de industriële revolutie en beleef deze

Kruip in de huid van Alexander Graham Bell, Karl Benz, de gebroeders Wright en andere grote uitvinders van de industriële revolutie en beleef deze Kruip in de huid van Alexander Graham Bell, Karl Benz, de gebroeders Wright en andere grote uitvinders van de industriële revolutie en beleef deze tijd opnieuw. De kassa, de naaimachine, de typemachine,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid

Nadere informatie

De begrippen calculeren, begroten en ramen en de toepassingsgebieden

De begrippen calculeren, begroten en ramen en de toepassingsgebieden De begrippen calculeren, begroten en G1020 1 De begrippen calculeren, begroten en ramen en de toepassingsgebieden 1. Inleiding G1020 3 2. Calculeren G1020 3 3. Begroten G1020 3 4. Ramen G1020 4 5. Toepassingsgebieden

Nadere informatie

Elementaire kennis Bedrijfseconomie

Elementaire kennis Bedrijfseconomie Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Peter H.C. Hintzen Licentie: Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Peter H. C. Hintzen Titel: Elementaire

Nadere informatie

U werkt het snelst wanneer u per uitspraak eerst de bestaande situatie bepaalt en daarna de gewenste. Ga daarna door naar de volgende uitspraak.

U werkt het snelst wanneer u per uitspraak eerst de bestaande situatie bepaalt en daarna de gewenste. Ga daarna door naar de volgende uitspraak. Huiswerk Aan Deelnemers workshop 6/43 WMS Congres 2017 Van Kees Jansen Betreft Huiswerk Datum 29 november 2017 c.c. - Ter voorbereiding op de workshop Schoolcultuur en medezeggenschap verzoek ik u een

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Onderneming

Hoofdstuk 1 Onderneming Een organisatie is een groep mensen die samenwerken om een bepaald doel te bereiken. Hoe willen we dat doel bereiken? (scenario) Welke middelen gebruiken we om dat doel te bereiken? Natuur, arbeid, kapitaalgoederen

Nadere informatie

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef door een scholier 1758 woorden 13 juni 2018 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks SAMENVATTING HOOFDSTUK 5: Samenvatting De Industriële Revolutie Vanaf

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni 9.00 12.00 uur 20 04 Voor dit examen

Nadere informatie

Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces

Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces De volgende paragraaf kan worden gelezen als uitbreiding op paragraaf 7.4 uit het boek. In deze tekst zijn echter geen

Nadere informatie

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade Wat is Fairtrade EERLIJKE HANDEL STAAT VOOROP KEURMERK INTERNATIONALE SAMENWERKING HANDEL GEMEENTE DUURZAAMHEID Een beter leven Veel boeren en arbeiders in arme landen (ook wel ontwikkelingslanden ) hebben

Nadere informatie

Economie en ontwikkeling

Economie en ontwikkeling Economie en ontwikkeling BTC Infocyclus Annelies Van Bauwel Overzicht Wat is Economie? Functioneren van economie L. Smets en D. Essers De economische kringloop Specialisatie en coördinatieproblemen Rol

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Globalisering

Praktische opdracht Economie Globalisering Praktische opdracht Economie Globalisering Praktische-opdracht door een scholier 2762 woorden 1 april 2007 7,2 7 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Globalisering? Het Socialistische Perspectief Inhoud:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste

Nadere informatie

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen Samenvatting door F. 643 woorden 19 juni 2013 6,4 23 keer beoordeeld Vak M&O 4.2 De verandering van het eigen vermogen: het resultaat Een niet-productieonderneming koopt goederen in en probeert die goederen

Nadere informatie