DE INVLOED VAN DE PREFRONTALE CORTEX OP RUMINATIE WORDT GEMEDIEERD DOOR COGNITIEVE CONTROLE VOOR EMOTIONELE INFORMATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE INVLOED VAN DE PREFRONTALE CORTEX OP RUMINATIE WORDT GEMEDIEERD DOOR COGNITIEVE CONTROLE VOOR EMOTIONELE INFORMATIE"

Transcriptie

1 Faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen Academiejaar Masterproef II 1e examenperiode DE INVLOED VAN DE PREFRONTALE CORTEX OP RUMINATIE WORDT GEMEDIEERD DOOR COGNITIEVE CONTROLE VOOR EMOTIONELE INFORMATIE EEN NEUROMODULATIE STUDIE Marieke Demeulemeester Promotor: Marie-Anne Vanderhasselt

2 Ondergetekende, Marieke Demeulemeester, geeft toelating tot het raadplegen van deze scirptie door derden.

3 Faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen Academiejaar Masterproef II 1e examenperiode DE INVLOED VAN DE PREFRONTALE CORTEX OP RUMINATIE WORDT GEMEDIEERD DOOR COGNITIEVE CONTROLE VOOR EMOTIONELE INFORMATIE EEN NEUROMODULATIE STUDIE Marieke Demeulemeester Promotor: Marie-Anne Vanderhasselt

4 VOORWOORD De keuze van mijn thesisonderwerp keert terug naar mijn vorige opleiding Toegepaste Psychologie. In deze opleiding schreef ik een scriptie die een literatuurstudie inhield over de evolutie van psychochirurgie en de daarbij horende ethische kwesties. Dankzij deze scriptie kreeg ik een introductie in de hersenwetenschappen en een overzicht van bestaande invasieve en noninvasieve methoden die ingrijpen in hersenprocessen ter behandeling van psychische aandoeningen. De keuze van mijn thesisonderwerp bouwt hierop verder. Transcranial direct current stimulation is een non-invasieve techniek die invloed uitoefent op hersenprocessen. Via deze masterproef kreeg ik de kans om de techniek zelf te ondergaan en zelf toe te passen. Graag wens ik mijn promotor Marie-Anne Vanderhasselt te bedanken voor de ondersteuning en de begeleiding tijdens het maken van deze masterproef, voor het vertrouwen en de geboden kans. Daarnaast wens ik ook mijn ouders van harte te bedanken, omdat ze mij al 23 jaar alle mogelijke kansen gegeven hebben die ik wou en mij in elke keuze gesteund hebben. Met in het bijzonder mijn vader, omdat hij nog een laatste keer mijn huiswerk/thesis nagelezen heeft op schrijffouten. Jolien, die mij geholpen heeft met de opmaak van mijn tekst en Raf voor de grammaticale ondersteuning. Verder wil ik ook mijn vrienden, vriendinnen en klasgenoten bedanken voor alle steun, tips, om een uitlaatklep te zijn... En als laatste mijn vriend Pieter, voor de onvoorwaardelijke steun na lange en vermoeiende thesisdagen. Bedankt. Marieke Demeulemeester, mei 2012

5 ABSTRACT In deze studie wordt de invloed van de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC) nagegaan op een ruminerende zelffocus. Men onderzoekt of neuromodulatie van de DLPFC het voorkomen van ruminerende zelffocus beïnvloedt via specifieke werkgeheugenprocessen. We beïnvloeden de neurale activiteit van de DLPFC aan de hand van de non-invasieve anodale transcraniale Direct Current Stimulation (tdcs) bij 32 gezonde vrijwilligers, die als hun eigen controle dienen in een sham-stimulatie-conditie. Tijdens de stimulaties maken de vrijwilligers een Interne Shift Taak (IST) met emotionele en niet-emotionele stimuli. Uit het onderzoek kon men een significante correlatie waarnemen in de sham-conditie tussen de state ruminatie: ruminatieve zelffocus en de trait ruminatie, gemeten door de Ruminatieve Respons Stijl (RRS). Verder toont het onderzoek aan dat anodale tdcs van de linker DLPFC het voorkomen van ruminerende zelffocus reduceert, maar deze reductie is volledig gemedieerd door de invloed van het werkgeheugen. De reactietijden bij het wegshiften van emotioneel negatief stimulusmateriaal in het werkgeheugen, gemeten door de IST, voorspellen het voorkomen van ruminatieve zelffocusgedachten. Deze wisselwerking tussen DLPFC en werkgeheugen op ruminatieve zelffocus werd niet waargenomen in de shamconditie. Als laatste kon men besluiten dat er geen specifiek effect was van tdcs op stemming. Dit onderzoek toont aan dat het werkgeheugen, geassocieerd met de DLPFC, een cruciale functioneel neurologische structuur is in het voorkomen van ruminerende zelffocus en dat de invloed van de prefrontale cortex volledig gemedieerd wordt door cognitieve controle voor emotioneel negatieve informatie.

6 INHOUD INLEIDING Cognitieve en Biologische Processen Transcranial Direct Current Stimulation: tdcs Probleemstelling van dit Onderzoek Onderzoeksvragen en Hypothesen METHODE Populatie Meetinstrumenten Procedure Data-Analyse RESULTATEN Effecten van tdcs op Gemoed Effecten van tdcs op State Rumination Verband tussen State Rumination en Trait Rumination DISCUSSIE Terugkoppeling en Betekenis van de Resultaten Werkgeheugen en Zelfregulatie Verdere Implicaties Beperkingen en Verder Onderzoek

7 CONCLUSIE REFERENTIES BIJLAGE BIJLAGE

8 INLEIDING The mind wanders, not just away from where we aim it, but also toward what we forbid it to explore (Wegner, 1997, p.304). Cognitieve en Biologische Processen Algemeen en psychologisch welzijn laat niemand ongedeerd. Daardoor is het niet moeilijk te begrijpen dat vele variabelen, gerelateerd aan welzijn, reeds onderzocht zijn, met in het bijzonder de variabel zelfbewustzijn (Harrington & Loffredo, 2010). Harrington en Loffredo (2010) geven aan, dat privaat zelfbewustzijn refereert naar de dispositie van een individu om zich te richten op eigen gedachten en gevoelens. Ze stellen dat het een construct is bestaande uit twee subfactoren: het intern zelfbewustzijn en zelfreflectievermogen. Het intern zelfbewustzijn wordt beschreven als de tendens zich vast te houden aan een algemeen bewustzijn van eigen gevoelens en mentale processen (Harrington & Loffredo, 2010, p.40) en het zelfreflectievermogen als de tendens zich herhaaldelijk, op zichzelf, te focussen (Harrington & Loffredo, 2010, p.40). Onderzoek toont aan dat hoge zelfreflectie, een tendens tot zelffocus, geassocieerd is met een lager welzijn, terwijl een hoger intern zelfbewustzijn geassocieerd is met hoger welzijn (Harrington & Loffredo, 2010). Mor en Winquist (2002) onderzochten dit verband tussen zelfreflectie en negatief affect. Zelfreflectie kenmerkt zich als een hoge mate van zelffocus. Dit kan beschreven worden als de neiging de aandacht in hoge mate naar zichzelf toe te richten: self focused attention. Self focused attention wordt gedefinieerd als een toestand van zelfreferentiële en intern gegenereerde informatie die in contrast staat met een bewustzijn van extern gegenereerde informatie verkregen door sensorische receptoren. (Ingram, 1996, p.156). Mor en Winquist (2002) geven aan dat self focused attention een cognitieve bias is die sterk betrokken is bij het ervaren van een chronisch negatief affect. In hun Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 1 -

9 onderzoek bespreken ze twee relevante theorieën die de relatie tussen self focused attention en negatief affect beschrijven. In de eerste theorie van Carver en Scheier (1998) wordt gesuggereerd dat zelffocus een belangrijke rol speelt in de zelfregulatiecyclus, dat individuen helpt in het nastreven van hun doelen. In die zelfregulatieprocessen beoordelen individuen het verschil tussen hun huidige zelf en hun gewenste zelf en zullen zij hun gedrag aanpassen om de kloof tussen het huidige zelf en het gewenste zelf te vullen. Carver en Scheier (1998) geven aan dat er een negatief affect bestaat wanneer het dichten van die kloof niet voldoende vooruitgang boekt. De tweede theorie die het verband bespreekt tussen self focused attention en negatief affect is de theorie van Nolen-Hoeksema (1991) over ruminatie. Ruminatie is een bekende term in onderzoek naar depressie. Vele onderzoeken geven ruminatie aan als een belangrijk kenmerk bij depressieve stoornissen (Davis & Nolen-Hoeksema, 2000; Joormann, Dkane & Gotlib, 2006; Watkins, 2008). Rumineren wordt gedefinieerd door Nolen-Hoeksema (1991) als het herhaaldelijk focussen op de eigen depressieve symptomen en de oorzaken van deze symptomen, de betekenis ervan en de consequenties (Nolen-Hoeksema, 1991, p.569). Nolen-Hoeksema (1991) beschouwt rumineren als een persoonsgebonden kenmerk en beschrijft dit kenmerk als een ruminerende responsstijl. Ruminatie wordt beschouwd als een belangrijke kwetsbaarheidsfactor voor het ontwikkelen van een depressie (Davis & Nolen- Hoeksema, 2000). Watkins (2008) geeft in zijn review een hoop wetenschappelijk onderzoek aan, dat aantoont dat steeds herhalende ruminerende gedachten een belangrijke invloed hebben op het ontstaan, de duur, de ernst van de depressieve symptomen en het herstel. Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema (1995) onderzochten de motivatie waaruit individuen rumineren. Ze kwamen tot de hypothese dat men rumineert naar aanleiding van een negatieve stemming en dat men door het rumineren meer inzicht verkrijgt in de eigen problemen en gevoelens, wat opnieuw aanleiding geeft tot verdere ruminatie. In de literatuur worden twee verschillende subtypes van ruminatie onderscheiden: reflectie en brooding (Bernblum & Mor, 2010; De Lissnyder, Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 2 -

10 Derakshan, De Raedt & Koster, 2011; Joormann et al., 2006 ). Reflectie wordt beschreven al een adaptieve vorm van ruminatie; het geeft weer in welke mate een persoon cognitief probleemoplossend gedrag vertoont om eigen negatief gemoed te herstellen (De Lissnyder, et al., 2011; Joormann, et al., 2006). Brooding of depressieve brooding kan vertaald worden als pieker of tobgedrag. Deze vorm van ruminatie wordt als maladaptieve vorm beschouwd en geeft weer in welke mate een individu zich op een passieve manier focust op eigen negatief gemoed en problemen (De Lissnyder et al., 2011; Joormann et al., 2006). Treynor, Gonzalez en Nolen-Hoeksema (2003) geven aan dat mensen met een depressieve stoornis zich vooral kenmerken aan een hoge mate van depressieve brooding. De mate waarin een persoon rumineert, is een stabiel kenmerk van die persoon dat gemeten kan worden. De ruminerende responsstijl wordt retrospectief onderzocht aan de hand van het instrument: de Ruminatieve Respons Stijl (RRS), ontworpen door Nolen-Hoeksema en Morrow (1991). De RRS is een veelgebruikte vragenlijst met een goede psychometrische kwaliteit, die ook in dit onderzoek gebruikt zal worden. Daarnaast zal in dit onderzoek ook de momentane ruminatie of ruminatieve zelffocus bevraagd worden. Dit is geen stabiele trait, maar een momentane state. Deze momentane state geeft aan in welke mate men op dit moment zelf reflecterende gedachten heeft over zichzelf. Ze is dus onafhankelijk van een veronderstelde negatieve gebeurtenis. Dit is wel is zo bij de RRS: daar wordt bevraagd hoe men reageert bij een negatieve gebeurtenis, terwijl er geen negatieve gebeurtenis plaatsvindt. Door momentane ruminatie te bevragen wordt een bias en vervorming vermeden zoals die voorkomt bij de retrospectieve metingen van de RRS (Moberley & Watkins, 2008). In dit onderzoek wordt aan niet-depressieve vrijwilligers het voorkomen van ruminatieve zelffocusgedachten bevraagd. We meten een state: in welke mate ze de aandacht op dit moment naar zichzelf focussen. De mate van het voorkomen van deze state is in dit onderzoek belangrijk, omdat we de mate van het voorkomen willen voorspellen aan de hand van bepaalde cognitieve processen. Daarom is het belangrijk dat we een momentane variant hebben van ruminatie. Daarnaast gaan we ook de correlatie berekenen die er bestaat Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 3 -

11 tussen ruminatieve zelffocus of de state ruminatie en de ruminatie respsonsstijl of de trait ruminatie. Deze studie is erop gericht de mate van ruminatieve zelffocus te voorspellen aan de hand van inter-individuele verschillen in cognitieve controlefuncties. Deze cognitieve controlefuncties spelen een belangrijke rol in de verhouding van ruminatieve zelffocus tot ruminatie. Mor en Winquist (2002) geven aan dat ruminatie een unieke vorm is van zelffocus, ruminatie kenmerkt zich aan het repetitieve en onproductieve en is meer gefocust op het negatief gemoed. Watkins (2008) geeft aan dat wanneer zelfreflectie in chronische vorm voorkomt, dit beschreven kan worden als ruminatie. Ook Harrington en Loffredo (2010) beschrijven een verband tussen zelffocus en ruminatie. Zelffocus zou de vorm van ruminatie aannemen, wanneer deze niet meer gecontroleerd verloopt (Harrington & Loffredo, 2010). Cognitieve controle speelt dus een cruciale rol in de mate waarin een persoon op zichzelf focust (Harrington & Loffredo, 2010; Mor & Winquist, 2002; Watkins, 2008). Veel studies onderzochten het verband tussen ruminatie en cognitieve controle. Zo deden Davis en Nolen-Hoeksema (2000) onderzoek naar cognitieve inflexibiliteit bij mensen met een ruminerende denkstijl. Ze stellen de hypothese dat individuen met een lage cognitieve flexibiliteit moeilijkheden hebben bij het veranderen van hun gedachten en gevoelens of het veranderen van hun depressieve cognitieve schema s. Deze individuen zouden meer rumineren bij negatieve informatie omdat ze moeilijkheden ondervinden bij het veranderen naar alternatieve copingstijlen (Davis & Nolen-Hoeksema, 2000). Ook Bernblum en Mor (2010) geven aan dat ruminatie gekenmerkt wordt door een lage cognitieve controle. Zij herkennen in hun onderzoek dat ruminerende mensen verminderde executieve functies vertonen zoals shiften tussen taken of mentale sets, verminderde respons inhibitie en updaten of controle van werkgeheugen representaties. Verder deden ook Whitmer en Banich (2007) onderzoek naar onderliggende mechanismen bij ruminatie. Uit hun experiment bleek dat ruminatie geassocieerd is met een verlaagde inhibitie van voorafgaande mentale sets en met switchen naar een nieuwe opdracht (Whitmer & Banich, 2007). Uit deze Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 4 -

12 onderzoeken kan men besluiten dat ruminatie geassocieerd is met een verlaagde cognitieve controle. Cognitieve controle omvat heel wat functies. Zo werd al cognitieve inflexibiliteit besproken, executieve functies, shiften, respons inhibitie en werkgeheugen representaties. Miyake, Friedman, Emerson, Witzki en Howerter (2000) differentieerden cognitieve controle en kwamen uit op drie belangrijke cognitieve controlefuncties: (1) shiften in het werkgeheugen, (2) inhibitie en (3) monitoring en updaten van representaties in het werkgeheugen, waarvan inhibitie en shiften het meest gerelateerd zijn aan volgehouden negatief affect. Shiften is de mogelijkheid waarin men heen en weer kan schakelen tussen verschillende taken, items, activiteiten, (Monsell, 1996). Joormann, Yoon en Zetsche (2007) verklaren dat een belangrijke eigenschap van het werkgeheugen de beperkte capaciteit inhoudt van de aandacht en dat om deze reden inhibitorische controle belangrijk is om het werkgeheugen up-to-date te houden. Deze inhibitorische controle bepaalt de toegang van informatie tot het werkgeheugen en bepaalt of informatie relevant is of verwijderd moet worden uit het werkgeheugen. Inhibitorische controle bepaalt dus in welke mate het werkgeheugen efficiënt werkt (Joormann et al., 2007). Verder stellen Joormann et al. (2007) dat inhibitie geen alleenstaand construct is, maar verschillende componenten bevat zoals respons inhibitie, emotionele inhibitie en cognitieve inhibitie. Dat wil zeggen dat een verstoring van dit proces, consequenties heeft van cognitieve en emotionele aard. Joormann et al. (2007) geven aan dat ruminatie een van deze consequenties is. Verder in hun onderzoek besluiten Joormann et al. (2007) dat individuele verschillen in cognitieve controle, en meer specifiek in inhibitorische controle, een belangrijke indicatie kan zijn in het voorkomen van volgehouden negatief affect en de kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een negatieve episode. Meer concreet wordt gesteld dat een verstoord inhibitorisch proces een centrale rol speelt in de mate van ongecontroleerde zelfreflecties, dus ruminerende responsen (Joormann et al., 2007). Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 5 -

13 Het werkgeheugen heeft een cruciale functie in cognitieve controle (Jonides et al., 2007). Het werkgeheugen is een informatieverwerkingsproces dat zowel verbonden is met aandachtsprocessen als met geheugenprocessen. De term werkgeheugen wordt gedefinieerd door Baddeley (1992) als een hersensysteem dat instaat voor de tijdelijke opslag en manipulatie van informatie die nodig is voor complexe cognitieve taken zoals taalbegrip, leren en redeneren (Baddeley, 1992, p.556). Het werkgeheugen wordt opgedeeld in drie onderverdelingen die betrokken zijn bij het behoud en het bewerken van informatie. Er zijn twee slaafsystemen: het visuo-spatieel schetsblok en de fonologische loep. Deze staan in voor visuo-spatiële of fonologische informatie. Er is één centraal executief component van het werkgeheugen dat instaat voor de integratie en de controle van informatie (Baddeley, 1992; De Lissnyder, De Raedt & Koster, 2010). Alles samen genomen kan men stellen dat cognitieve controleprocessen van cruciaal belang zijn voor de mate waarin iemand ruminatieve zelffocusgedachten heeft (Joormann et al., 2007) Deze cognitieve controleprocessen kenmerken zich vooral door een verminderde inhibitorische controle en verlaagde shiftingcapaciteiten en gaan samen met verstoringen van het werkgeheugen. Verder bespreken we naast deze cognitieve processen ook de biologische processen, omdat in onderzoek beide processen in rekening moeten gebracht worden (De Raedt & Koster, 2010). Wanneer de biologische processen beschouwd worden, zien we dat deze benadering van informatieverwerking steeds dichter aanleunt bij het veld van de affectieve neurowetenschappen. Hersenonderzoek wijst uit dat cognitieve controlefuncties samenhangen met de prefrontale cortex. Verminderde activiteit in de prefrontale cortex veroorzaakt een verminderde uitvoering van executieve functies, probleem-oplossend gedrag, planning, responsinhibitie, shiften, (Carpenter, Just & Reichle, 2000). Vele studies geven aan dat de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC) een cruciale rol speelt in werkgeheugenfuncties (Davidson, Pizzagalli, Nitschke & Putnam, 2002; Carpenter et al., 2000; Fregni et al., 2005). Davidson et al. (2002) geven Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 6 -

14 in hun neuroimaging onderzoek aan dat mensen met een depressieve stoornis een verlaagde activiteit vertonen in de anterieure cingulate cortex (ACC) en de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC). De verlaagde executieve controle die voorkomt bij depressie hangt volgens hen samen met de verlaagde activiteit in deze prefrontale gebieden. Verder geven De Raedt en Koster (2010) aan dat een verlaagde frontale controle, bij negatieve informatie, een belangrijke neurobiologische kwetsbaarheidsfactor is voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis. Daarnaast is de DLPFC ook betrokken bij de inhibitie van neurale activiteit in de amygdala (Davidson et al., 2002). De amygdalae zijn gelegen subcorticaal onder de DLPFC. Ze spelen een belangrijke rol bij het verwerven en coördineren van corticale arousal en aandacht (Davidson et al., 2002). De amygdalae maken associaties tussen alle prikkels die afkomstig zijn van de verschillende zintuigen en koppellen hieraan emotie. Bij mensen met een depressieve stoornis is het zo dat de amygdalae verhoogde activiteit vertonen bij het ontvangen van negatieve informatie (De Lissnyder et al., 2010). Deze verhoogde activiteit in de amygdalae gaat samen met een verlaagde activiteit in de DLPFC, waardoor ook minder inhibitie. De DLPFC wordt dus gerelateerd aan cognitieve controle van niet-emotionele aard (cold cognitions), zoals het werkgeheugen, terwijl de amygdalae meer gerelateerd worden aan emotie (hot cognitions) (Davidson et al., 2002; De Lissnyder et al., 2010; De Raedt & Koster, 2010; Fregni et al., 2005). Cooney, Joormann, Eugène, Dennis en Gotlib (2010) deden een onderzoek naar de neurale correlaten van ruminatie in depressie en zelffocus. Voor hun onderzoek lieten ze zowel gezonde als depressieve vrijwilligers een ruminatie inductietaak maken, terwijl een fmri gemaakt werd. Cooney en collega s (2010) stellen dat ruminatie dezelfde hersengebieden activeert als andere zelfrepresentaties, omdat ze gemeenschappelijke cognitieve en affectieve functies hebben, maar dat het niveau van activiteit in deze gebieden verschilt. Zo stelden ook deze onderzoekers een verlaagde activiteit vast in de DLPFC en een verhoogde activiteit in de amygdala, bij depressieve personen tijdens een ruminatie inductietaak (Cooney et al., 2010). Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 7 -

15 Er kan dus besloten worden dat processen van het werkgeheugen geassocieerd zijn aan biologische factoren zoals de DLPFC en aan cognitieve processen zoals zelffocusgedachten. De Raedt en Koster (2010) concluderen dat cognitieve controle, zoals verstoringen in het werkgeheugen voor emotionele informatie, een centrale en causale rol spelen in de relatie tussen prefrontale neurale activiteit en de ontwikkeling van ruminerende gedachten. Moeilijkheden bij shiften of aandacht losmaken van negatieve informatie in het werkgeheugen, geassocieerd tot prefrontale activiteit, zou causaal gerelateerd zijn tot steeds herhalende ruminerende gedachten (De Raedt & Koster, 2010). Cooney en collega s (2010) geven in hun onderzoek aan dat zelffocusgedachten en rumineren geassocieerd zijn met dezelfde hersengebieden, waarbij de DLPFC en zijn associatie met het werkgeheugen centraal staat. Dit alles is zeer interessant omdat het wijst op de interindividuele verschillen die bestaan tussen mensen in de interactie tussen neurale activiteit en ruminerend denken, wat mensen gevoelig maakt voor aanhoudend negatief gemoed. In deze studie trachten we een beeld te krijgen van de manier waarop het werkgeheugen dat geassocieerd is met de DLPFC, ruminerende zelffocus beïnvloedt. Dit is mogelijk wanneer de neurale activiteit van de DLPFC beïnvloed wordt tijdens een werkgeheugentaak. Transcranial Direct Current Stimulation is een neuromodulatie-techniek die dit mogelijk maakt. Transcranial Direct Current Stimulation: tdcs Het elektrisch stimuleren van de hersenen is reeds een lang gebruikte techniek. Transcranial Direct Current Stimulation (tdcs) is een vorm van hersenstimulatie waar volop onderzoek naar gedaan wordt. Bij tdcs maakt men gebruik van zwakke stroom die doorgegeven wordt aan de hersenen via twee elektroden (anode en kathode) die op het hoofd geplaatst worden (Nitsche et al., 2008). De elektrische stroom is direct, de stroom vloeit dus van de kathode naar de anode, waardoor een statisch elektrisch veld ontstaat Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 8 -

16 (Ukueberuwa & Wasserman, 2010). Dit veld veroorzaakt een effect in de corticale neuronen (Ukueberuwa & Wasserman, 2010). De direct currents veranderen de prikkelbaarheid van de neuronen en hebben een invloed op het afvuren van actiepotentialen (Ukueberuwa & Wasserman, 2010), zelfs doorheen de huid en de schedel (Priori, 2003). De direct current polarisatie die ontstaat, kan blijven duren tot lang na het einde van de stimulatie (Nitsche & Paulus, 2001). Het beïnvloeden van de corticale activiteit en prikkelbaarheid indiceert een gedragsverandering die verschilt naargelang de locatie van de elektroden. Afhankelijk van de locatie van de elektroden, zal er een ander effect waarneembaar zijn. Ukueberuwa en Wassermann (2010) publiceerden een review van de mogelijke effecten van tdcs. Hoewel onderzoek op tdcs nog zeer jong is en veel onderzoek nog gerepliceerd moet worden, bespreken ze vier verschillende effecten. Een eerste effect dat ze beschrijven is een motorisch effect bij het stimuleren van de motorische cortex. Een tweede mogelijk effect is een zintuiglijk en perceptueel effect bij het stimuleren van de somatosensorische cortex. Ukueberuwa en Wassermann (2010) beschrijven ook een cognitief effect, ze verwijzen daarvoor naar een onderzoek van Flöel, Rösser, Michka, Knecht en Breitenstein (2008) waarbij het Wernicke-gebied gestimuleerd werd. Men onderzocht of het stimuleren van dit gebied een effect gaf op het leren van taal. Flöel en collega s (2008) konden uit hun onderzoek besluiten dat wanneer de linker hemisfeer anodaal gestimuleerd werd, er sneller en met minder fouten, nieuwe taal geleerd werd (Flöel et al., 2008). Als laatste wordt een effect beschreven op stemming en gedrag wanneer de DLPFC meerdere dagen na elkaar gestimuleerd wordt (Fregni et al., 2006). Het is belangrijk te vermelden dat tdcs geen rechtreeks effect heeft op stemming. In het onderzoek van Fregni et al. (2006) werd het effect op stemming verkregen door een aanhoudend cognitief effect, wat leidde tot een effect op stemming. In deze studie onderzoeken we een cognitief effect bij het stimuleren van de dorsolaterale prefrontale cortex. Verder bekijken we ook of het effect op stemming ontbreekt na een enkelvoudige tdc-stimulatie. Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina - 9 -

17 Naast de locatie van de elektroden, speelt ook de keuze waar men de anode en de kathode plaatst een rol. Op neuronaal niveau zien we dat anodale stimulatie een depolarisatie veroorzaakt die lijdt tot een stijging in prikkelbaarheid; cathodale stimulatie veroorzaakt een hyperpolarisatie die lijdt tot een daling in prikkelbaarheid van het neuron (Nitsche & Paulus, 2000). Nitsche en Paulus (2000) onderzochten dit polariteit specifiek effect aan de hand van MEP (Motor Evoked Potentials) amplitudes en zagen dat cathodale stimulatie amplitudes veroorzaakt die lager gelegen zijn dan de basislijn en anodale stimulatie hogere amplitudes. Verder heeft ook de intensiteit van de stimulatie een belangrijke invloed op het effect van de stimulatie (Priori, 2003). Priori (2003) besloot uit zijn onderzoek dat zwakke direct currents enkel een invloed hebben op de meest oppervlakkige inhibitorische corticale neuronen en dus een klein effect vertonen, terwijl sterkere stimulatie dieper in de neuronen gaat en meer effect vertoont. Ook de duur van een stimulatie speelt een rol in de gedragsverandering. Hoe langer de stimulatie duurt, hoe langer men een effect kan waarnemen na het beeïndigen van de stimulatie (Nitsche & Paulus, 2001). Om een beperkte blootstelling aan stroom te garanderen, moet men dus rekening houden met de intensiteit van de stroom, de duur van de stimulatie en ook de grootte van de elektroden en de polariteit van het gestimuleerde hersengebied (Nitsche et al., 2003). In deze studie plaatsen we de elektroden op de prefrontale cortex om een cognitief effect te verkrijgen met een intensiteit van 2mA gedurende 20 minuten. Gemiddeld blijven veranderingen in neurale prikkelbaarheid maximaal stabiel tot 1uur na de stimulatie (Poreisz, Boros, Antal & Paulus, 2007). Nitsche et al. (2003) adviseren om geen onderzoeken die gericht zijn op neurale veranderingen die langer duren dan 1uur, te doen bij gezonde subjecten. De onderzoekers geven aan dat dit de neurale verandering zou kunnen versterken en stabiliseren. Een andere veiligheidsmaatregel die gesteld is om dezelfde reden door Nitsche et al. (2003), is dat gezonde proefpersonen niet meer dan 1 stimulatie per week mogen toegediend krijgen. Iyer et al. (2005) deden onderzoek naar de veiligheid van tdcs op de linker-frontale lob. Ze kwamen tot de conclusie dat beperkte blootstelling aan de Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

18 stroom veilig is en weinig bijwerkingen geeft. Poreisz et al. (2007) hebben onderzoek gedaan naar alle mogelijke bijwerkingen die veroorzaakt kunnen worden door tdcs en baseerden zich daarom op 567 tdcs sessies. De onderzoekers gaven aan dat een tintelend gevoel op de hoofdhuid de meest gerapporteerde bijwerking was (70.6%), die soms bleef duren tot na afloop van de stimulatie (7.8%). Nitsche et al. (2003) geven daarom het advies onder de elektroden een in zoutoplossing gedrenkte spons te plaatsen, zodat dit jeukerig gevoel minder intens wordt. Een matige vermoeidheid was de tweede meest gerapporteerde bijwerking (35.3%). Poreisz et al. (2007) geven als mogelijke verklaring voor deze vermoeidheid de saaie (cognitieve) taken aan, die vaak gevolgd worden door de stimulatie. Dit werd gevolgd door een jeukerig gevoel onder de elektroden (30.4%) en een licht brandend gevoel (21.6%). 17.7% van de deelnemers vond de tdcs licht onaangenaam. Verder gaven in het onderzoek 5 van 9 migrainepatiënten een lichte hoofdpijn aan (55,6%), in vergelijking met 7,8% van de gezonde deelnemers. Verdere gerapporteerde klachten waren: moeilijkheden met concentratie (10.8%), nervositeit (4.9%), misselijkheid (2.9%) en 1 migrainepatiënt rapporteerde een acute slaapstoornis tot 2 dagen na de stimulatie (Poreisz et al., 2007). Om deze bijwerkingen zo minimaal mogelijk te houden, geven Nitsche et al. (2008) enkele inclusiecriteria waaraan gezonde proefpersonen moeten voldoen voor het krijgen van een tdc-stimulatie. Ook in dit onderzoek werd deze inclusiecriteria toegepast voor de recrutering van de vrijwilligers. In hun overzicht vernoemen ze dat de personen vrij moeten zijn van elke onstabiele medische conditie of ziekte die een risico kan verhogen van de stimulatie. Als voorbeeld geven ze neurologische aandoeningen zoals epilepsie. Verder geven Nitsche et al. (2008) aan dat er geen metalen implantaten aanwezig mogen zijn in de buurt van de elektroden. Rechtshandig zijn is het laatste inclusiecriterium. Dit is belangrijk omdat er soms een andere lateralisatie waargenomen wordt bij linkshandige mensen. Nitsche et al. (2008) raden ook aan om eventuele huidziekten te bevragen en huiduitslag te controleren voor en na de stimulatie. Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

19 Verder wordt in deze studie gebruik gemaakt van sham stimulatie, wat een groot voordeel is bij het gebruik van tdc-stimulatie (Nitsche et al., 2008). Om uit te sluiten dat het volledige behandelingsopzet van een tdc-stimulatie op zich de effecten teweegbrengt, is het belangrijk om in elk onderzoek een controleconditie in te bouwen. Bij een tdc-stimulatie is dit niet vanzelfsprekend: de elektroden worden op het hoofd aangebracht, niet rechtsreeks, maar onder elke elektrode komt een spons gedrenkt in zoutoplossing. Dit om de reactie tussen hoofdhuid en elektrode minimaal te houden, maar de reactie blijft bestaan en uit zich in een licht jeukerig gevoel (Nitsche et al., 2008). Dit betekent dat de proefpersoon zal kunnen differentiëren of hij zich in de echte of de controleconditie bevindt. Om dit te vermijden wordt gebruik gemaakt van sham-stimulatie. Bij een sham-stimulatie wordt gedurende enkele seconden tdcs toegepast en nadien terug onderbroken. Dit omdat personen die tdcs toegediend krijgen, het jeukerig gevoel op de hoofdhuid slechts 10 seconden voelen en dit enkel bij het begin van de stimulatie (Nitsche et al., 2008). Deze sham-stimulatie zorgt ervoor dat het voor proefpersonen onmogelijk wordt om de echte en de controlestimulatie te differentiëren (Nitsche et al., 2008). Nitsche et al. (2008) geven aan dat de mogelijkheid van een sham-stimulatie bij onderzoek naar tdcs een groot voordeel oplevert, omdat het een zeer veilige controleconditie is. Probleemstelling van dit Onderzoek Het doel van dit onderzoek is de mate van het voorkomen van ruminatieve zelffocusgedachten te voorspellen aan de hand van interindividuele verschillen in cognitieve controleprocessen gerelateerd aan de DLPFC. Een ruminatieve zelffocusgedachte is een momentane state, die weergeeft in welke mate een persoon de aandacht naar zichzelf focust. Onderzoek toont aan dat verminderde cognitieve controleprocessen en in het bijzonder verlaagde inhibitorische controle en verlaagde shiftingcapaciteit, belangrijke oorzaken zijn bij het ontwikkelen van oncontroleerbare negatieve denkstijlen (Joormann et al., 2007). Deze verminderde cognitieve Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

20 controleprocessen worden gerelateerd met verstoringen van het werkgeheugen (Joormann et al., 2007), en het werkgeheugen wordt geassocieerd met de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC). We veronderstellen dus dat, wanneer men de werking van het werkgeheugen beïnvloedt, via tdcs op de DLPFC, men ook cognitieve processen zal beïnvloeden en deze op zich waarneembaar zullen zijn in het voorkomen van ruminatieve zelffocusgedachten. Daarnaast wordt verwacht dat deze waarneming enkel voorkomt wanneer men emotioneel negatief stimulusmateriaal in het werkgeheugen moet verwerken. In deze studie wordt een experimenteel paradigma toegepast (Interne Shift Taak: IST, De Lissnyder et al., 2010) om specifieke cognitieve processen te onderzoeken van shifting tussen interne representaties in het werkgeheugen in respons tot emotioneel materiaal versus non-emotioneel materiaal. Door dit specifiek paradigma te gebruiken, worden specifieke storingen bij het shiften van negatief materiaal in het werkgeheugen gerelateerd aan individuen met een hoog voorkomen van ruminatieve zelffocus (De Lissnyder et al., 2010). Het is de bedoeling om in deze studie verder te gaan dan de vele correlationele designs tussen cognitieve en biologische processen en te onderzoeken in hoever anodale tdcs van de linker DLPFC op werkgeheugen voor emotioneel negatieve informatie ruminerende zelffocus voorspelt. Een steekproef van 32 gezonde vrijwilligers werd opgenomen in deze within subjects, placebo-gecontroleerde, neuromodulatie studie, waarbij elke deelnemer functioneert als zijn eigen controle. Enkel gezonde, niet depressieve deelnemers werden toegelaten in het onderzoek. Dit omdat depressieve personen zich kenmerken met een verstoorde cognitieve controle over zelfreflectieve cognities (Harrington & Loffredo, 2010). Deze verstoring kan een vertekening veroorzaken in de onderzoeksgegevens. Er werd gekozen om de state ruminerende zelffocus na te gaan en niet de trait ruminerende responsstijl. Dit omdat gewerkt wordt met niet-depressieve deelnemers en omdat we een directe en momentane observatie nodig hebben om het effect van tdcs te bepalen. Om de ruminerende zelffocusgedachten te beoordelen, werd aan alle Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

21 deelnemers gevraagd een bepaalde periode stil te zitten en te relaxen, waarna ze gevraagd wordt een zelfrapportage vragenlijst in te vullen, die een momentafname is van de ruminerende zelffocusgedachten. Onderzoeksvragen en Hypothesen. In deze studie hebben we drie onderzoeksvragen. In de eerste onderzoeksvraag wordt het effect onderzocht van anodale tdcs over de linker DLPFC op stemming. Hierbij stellen we de hypothese dat anodale tdcs over de linker DLPFC geen directe invloed heeft op stemming (Fregni et al., 2006). In de tweede onderzoeksvraag wordt het verband onderzocht tussen de state ruminatie, gemeten door de State Ruminatie Vragenlijst (SRQ) en de trait ruminatie, gemeten door de Ruminatieve Respons Stijl (RRS). We verwachten een positieve correlatie tussen de state en de trait ruminatie, maar enkel gemeten in de sham-conditie en niet in de tdcs-conditie. Dit omdat er verwacht wordt dat de state ruminatie beïnvloed zal worden door de tdc-stimulatie. In de derde en laatste onderzoeksvraag wordt het effect onderzocht van anodale tdcs over de linker DLPFC op ruminatieve zelffocus. Bij deze onderzoeksvraag wordt de hypothese gesteld dat anodale tdcs over de linker DLPFC, die geassocieerd is met het werkgeheugen, de mate van ruminerende zelffocus voorspelt bij emotioneel negatief materiaal. We verwachten geen rechtstreekse invloed, maar een gemedieerd effect door de invloed van het werkgeheugen (De Raedt & Koster, 2010; Joormann et al., 2007). Verder wordt verwacht dat ruminerende zelffocus niet voorspeld kan worden bij nietemotioneel materiaal of emotioneel neutraal materiaal (De Lissnyder et al., 2010). Als laatste verwachten we dat deze effecten enkel observeerbaar zijn in de tdcs-conditie en niet in de sham-conditie (Nitsche et al., 2008). Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

22 METHODE Populatie De deelnemers aan deze studie bestaan uit een groep van 32 vrijwilligers waarvan 20 vrouwen en 12 mannen. Hun leeftijd varieert van 18 tot 36 jaar, met een gemiddelde M = en standaardafwijking SD = Alle deelnemers werden gerekruteerd via een oproep aan de universiteit; alle deelnemers zijn dus studerend of in het bezit van een universitair diploma. De deelnemers werden vergoed op basis van betaling. Ze kregen 35 euro per persoon voor deelname aan het onderzoek. De studie werd goedgekeurd door het Insitutional Ethics Committee of the Mackenzie Presbyterian University Brazil en door het National Ethics Committe (SISNEP, Brazil). Alle deelnemers werden op voorhand gescreend en werden daarbij volledig geïnformeerd over de methode, veiligheidsmaatregelen, mogelijke bijwerkingen en de inclusiecriteria waaraan men moet voldoen. Meetinstrumenten Apparatuur. Transcranial Direct Current Stimulation (tdcs) wordt toegediend via een paar sponselektroden die gedrenkt zijn in een zoutoplossing. De oppervlakte van de sponselektroden meet 35 cm². Er wordt een gelijkstroom toegediend aan de hand van een batterij gedreven stimulator, de gelijkstroom heeft een intensiteit van 2mA en wordt gedurende 20 minuten toegediend. De anode of de positieve elektrode wordt gepositioneerd op de linker DLPFC over F3 volgens het internationaal systeem voor elektro-encefalogram elektrodeplaatsing. De kathode of de negatieve elektrode wordt contralateraal geplaatst over het supraorbitaal gebied. Deze elektrodeplaatsing en methode van DLPFC-localisatie is in overeenkomst met voorafgaande tdcs-studies over werkgeheugenprocessen en linker DLPFC (Fregni et al., 2005). Bij de shamstimulatie worden de elektroden op dezelfde locaties gepositioneerd. Enig Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

23 verschil bij de sham-stimulatie is dat de gelijkstroom afneemt na 30 seconden. Deze werkwijze is veelvoorkomend bij tdcs-onderzoek en de sham-stimulatie wordt besproken als een optimale placebo-conditie (Nitsche et al., 2007). De meeste deelnemers konden de echte stimulatie en de sham-stimulatie niet van elkaar onderscheiden, zelfs wanneer ze moesten raden welk type stimulatie ze gekregen hadden. Om een carry-over effect te vermijden van de vorige stimulatie, werd de tweede sessie pas toegediend na een interval van ten minste 48 uur. Materiaal & vragenlijsten. Interne Shift Taak (IST). De IST is een cognitieve aandachtstaak die de capaciteit van het werkgeheugen meet en gebruikt daarvoor specifiek emotioneel stimulusmateriaal. De taak werd geprogrammeerd door middel van een E-prime 2,0 softwarepakket (De Lissnyder et al., 2010) en liep op een Windows XP computer met een 75Hz, 19-inch kleurmonitor. Het stimulusmateriaal dat gegeven wordt zijn gezichten van het Karolinska Directed Emotional Faces (KDEF). Deze gezichten zijn kwade gezichten of neutrale gezichten (Lundqvist, Flykt, & Öhman, 1998). Elk gezicht werd aangepast door het wegnemen van achtergrondstimuli zoals haar en elk gezicht werd aangepast tot dezelfde grootte (326 x 326 pixels). Gebaseerd op intensiteit (1 = helemaal niet intens 9 = meest intens) en arousal (1 = kalm 9 = aroused) komen we op een totaal van 24 neutrale en 24 boze gezichten (neutraal: intensiteit: M = 5.15; SD = 0.37; arousal: M = 2.48; SD = 0.23 boos: intensiteit: M = 6.36; SD = 0.71; arousal: M = 3.87; SD = 0.58) die geselecteerd zijn uit een validatiestudie van de KDEF-afbeeldingen (Goeleven, De Raedt, Leyman & Verschuere, 2008). Tijdens de IST worden gezichten één voor één gepresenteerd op een computerscherm. Deze gezichten worden gebruikt in twee condities van de IST die vervolledigd moeten worden. Deze twee condities zijn een niet-emotionele conditie waarbij de gezichten ingedeeld moeten worden volgens geslacht en Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

24 een emotionele conditie waarbij de gezichten ingedeeld moeten worden volgens emotie: neutraal of boos. De twee condities volgen elkaar op en de conditie die als eerste aan bod komt is counterbalanced onder de verschillende deelnemers. In de geslachtsconditie moeten deelnemers zich concentreren op het geslacht van het gezicht. In de emotionele conditie moet men zich concentreren op de emotionele expressie van het gezicht. De taak van de deelnemers houdt in te tellen hoeveel gezichten van elke categorie, per blok, voorkomen. Wanneer een gezicht gepresenteerd wordt op het scherm, moeten de deelnemers zo snel mogelijk de spatietoets induwen (meting van reactietijd). Dit geeft aan dat het getoonde gezicht ingedeeld is in een categorie en dat de mentale telling geüpdatet is. Het volgende gezicht verschijnt na 200ms op het scherm. Aan het einde van een blok wordt aan de deelnemers gevraagd om het nummer van het aantal gezichten dat ze per categorie geteld hebben, in te tikken in het numerieke deel van het toetsenbord (nauwkeurigheidsmeting). In elke blok van items waren er shift en geen shift trials. shiftkosten werden berekend door het verschil in reactietijd bij shift en geen-shift items. Deze shiftkosten dienen als de belangrijkste afhankelijke variabele in de analyse. Een trial wordt beschouwd als een shift trial, wanneer een trial (n) gemaakt moet worden in een andere categorie dan de voorgaande categorie (n-1) (i.e. in de emotieconditie boos-neutraal en neutraal-boos). Een trial wordt beschouwd als een geen-shift trial, wanneer een trial (n) gemaakt moet worden in dezelfde categorie als de voorgaande categorie (n-1) (i.e., in de emotie-conditie boosboos en neutraal-neutraal). Daarbij kan men ook, als gevolg van het taakdesign, valentie-specifieke emotionele shifting-effecten onderzoeken (i.e., de shift van boos-neutraal versus neutraal-boos in de emotieconditie onderzoeken). Er zijn ook oefentrials; deze bestaan uit drie blokken van items. De experimentele trials bestaan uit 12 blokken van items in elke conditie (gender en emotieconditie). In elke blok worden een random aantal tussen 10 en 14 trials gepresenteerd. Er wordt een mediane reactietijd berekend voor elke categorie over alle blokken. Zo is er geen invloed van grote afwijkingen in de within-subject data. Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

25 Positief en Negatief Affectschaal (PANAS). De positief en negatief affectschaal is een zelfrapportagevragenlijst ontwikkeld door Watson en Clark in Deze zelfrapportagevragenlijst voor volwassenen meet het positief en negatief affect aan de hand van 20 items die gevoelens en emoties weergeven. Deze items worden gescoord op een 5- puntenschaal volgens hoe men zich momenteel voelt. Aan de hand van deze 20 items berekent men twee subschalen: positief affect (bv enthousiasme) en negatief affect (bv distress). Crawford en Henry (2004) deden onderzoek naar de psychometrische kwaliteiten van de PANAS. In hun onderzoek waar 1003 proefpersonen aan deelnamen, vrij van een klinische diagnose, vonden ze een goede construct validiteit en een betrouwbaarheid, uitgedrukt in Chronbach s α = 0.89 voor de schaal positief affect en Chronbach s α = 0.85 voor negatief affect (Crawford & Henry, 2004). Deze schaal wordt in dit onderzoek gebruikt voor het observeren van mogelijke gemoedswisselingen, veroorzaakt door de stimulatie. State Ruminatie Vragenlijst (SRQ). De state ruminatie vragenlijst werd gebruikt om ruminerende zelffocusgedachten te meten. De vragenlijst bevat 8 items die zelffocusgedachten beschrijven (zie bijlage, tabel 1). Er werd aan de vrijwilligers gevraagd aan te geven in welke mate de beschreven gedachten momenteel in hun opkomen. Er werd hun gevraagd een antwoord aan te duiden op een zeven-punts-likert-schaal die varieerde van 1 (helemaal oneens) tot 7 (helemaal eens). In deze studie had de vragenlijst een acceptabele interne consistentie gedurende de tdcs (Chronbach s α = 0.70) en sham (Cronbach s α = 0.79). Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

26 Ruminatieve Respons Stijl (RRS). De ruminatieve respons stijl werd ontwikkeld door Nolen-Hoeksema en Morrow in 1991 en vertaald in de Nederlandse taal door Raes, Hermans en Eelen in Deze zelfevaluatieschaal peilt naar de mate waarin een persoon rumineert. Rumineren is een patroon van gedrag en gedachten waarin men zich focust op depressieve symptomen (Roelofs, Huibers, Peeters & Arntz, 2006). Er zijn in deze studie 10 items afgenomen, waarvan 5 items de aanwezigheid van de subschaal brooding meten en 5 items de aanwezigheid van de subschaal reflectie meten. Elk item wordt gescoord op een 4-puntenschaal. De subschaal brooding meet de preoccupatie die men heeft over depressieve, morbide of pijnlijke herinneringen of gedachten. Een voorbeelditem van deze schaal is: Ik denk: waarom reageer ik altijd op deze manier?. De subschaal reflectie meet hetzelfde als de subschaal brooding, maar zonder de negatieve beoordeling van de items. Een voorbeelditem van deze schaal is: Ik schrijf op waar ik aan zit te denken en analyseer dat. Roelofs et al. (2006) onderzochten de psychometrische kwaliteiten van de RRS door het instrument af te nemen bij 192 Nederlandse vrijwilligers. In hun onderzoek vonden ze een goede construct validiteit en een bescheiden test-hertest betrouwbaarheid van 0.43 tot 0.53 over een periode van 6 maanden (Roelofs et al., 2006). Procedure Alle deelnemers komen twee keer naar het onderzoekslaboratorium met minimum 48 uur tussen de twee bezoeken. Bij het ene bezoek krijgt de proefpersoon een tdc-stimulatie, bij het ander bezoek een sham-stimulatie. De twee bezoeken verlopen identiek met uitzondering van de stimulatieconditie. Daarnaast moet ook de RRS enkel bij het eerste bezoek afgenomen worden. Deelnemers zijn niet op de hoogte in welke conditie ze zich bevinden en worden random toegewezen. Bij aanvang van het bezoek wordt er gestart met het invullen van een informed consent formulier, gevolgd door de RRS (bij het eerste bezoek) en een zelfrapportagevragenlijst. Deze vragenlijst peilt naar positief en negatief Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

27 affect. Nadien worden de sponselektroden die geweekt zijn in een zoutoplossing, op de juiste locatie op het hoofd aangebracht. Dan volgt de stimulatiesessie (tdcs of sham) en na 5 minuten stimulatie start de IST. Na het afronden van de IST wordt opnieuw gevraagd de vragenlijst die peilt naar positief en negatief affect in te vullen. Na een rustperiode van 60 minuten gebeurt dit nog eens. De PANAS wordt dus op 3 momenten ingevuld: bij aanvang T 0, direct na de stimulatie T 1 en na rust T 2. Alle deelnemers werden volledig ondervraagd aan het einde van de studie aan de hand van de SRQ. De volgorde waarin tdcs of sham toegediend werd, was counterbalanced over de vrijwilligers. Data-Analyse Tijdens de volledige statistische analyse werd gebruik gemaakt van het SPSS-softwarepakket (versie 16.0). Het gebruikte significantieniveau is alpha niveau Om mogelijke effecten te onderzoeken van tdcs op het gemoed, werd twee keer een ANOVA met herhaalde metingen uitgevoerd, Stimulatie (tdcs, Sham) x Tijd (T 0, T 1, T 2 ). Eenmaal voor het Positief Affect (PA) en eenmaal voor het Negatief Affect (NA). Om de assumptie van sphericiteit te garanderen, werd de Greenhouse-Geisser correctie toegepast. Effect sizes worden gerapporteerd in de vorm van partial eta-squared (η2). Conform met Cohen s (1988) richtlijnen, η p ² van.01,.10 en.25 als drempelwaarden voor het definiëren van kleine, medium of grote effecten. Om na te gaan of er een correlatie bestaat tussen state ruminatie, gemeten door de SRQ, en de trait ruminatie, gemeten door de RRS, werd een correlatieanalyse uitgevoerd met Pearson als correlatiecoëfficiënt. Om na te gaan of werkgeheugenprocessen voor negatief emotioneel materiaal (als gemeten met de IST) de relatie tussen tdc-stimulatie en ruminatieve zelffocusresponsen mediëren, werd een within subjects mediatie analyse uitgevoerd, gebruikmakend van een kleinste kwadratenschatting zoals beschreven door Judd, Kenny en McClelland (2001). Hoewel we een specifieke Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

28 hypothese hadden rond de shift van kwade naar neutrale gezichten als mediator, werd analyse uitgevoerd op alle IST shift variabelen (emotie en geslachtsconditie), ter controle van de specificiteit van de effecten. Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

29 RESULTATEN Effecten van tdcs op Gemoed: Variantieanalyse De stimulatie (tdcs, sham) x Tijd (T 0, T 1, T 2 ) repeated measures ANOVA onthulde een significant hoofdeffect van Tijd voor PA, [F(2, 30) = 17.86, p < , η p ² = 0.54] en voor NA, [F(2, 30) = 6.82, p = 0.004, η p ² = 0.31]. De paired t-test toont aan dat de deelnemers zowel in de sham-conditie als in de tdcs-conditie, minder PA en NA rapporteren naar het einde van het experiment toe: T 1 tot T 0 (p < 0.02) en T 2 tot T 1 (p < 0.05). Zowel voor PA als NA, wordt geen significant hoofd- of interactie-effect met stimulatie gevonden, Fs < 1.19 & ps > Daardoor zijn veranderingen in gemoed niet verschillend in beide stimulatiecondities en kunnen deze niet verward worden met effecten van cognitieve processen. Verband tussen State Rumination en Trait Rumination: Correlatieanalyse Men ging na of er een correlatie bestaat tussen state ruminatie en trait ruminatie gemeten door de RRS (zie bijlage tabel 2). We observeerden een significante Pearson Correlatie in de sham-conditie van r = 0.397, p < 0.05 tussen de totale score van de RRS en state rumination. Deze Pearson Correlatie was niet-significant in de tdcs-conditie met r = 0.152, p = Effecten van tdcs op State Rumination: Within Subjects Mediatie Analyse Om te starten, ging men na of tdcs de mogelijkheid tot shiften van interne representaties in het werkgeheugen vergroot, als gemeten door de IST. We observeerden dat zowel shiften van boos naar neutraal, t(31) = 6.8, p < 0.001, en shiften van neutraal naar boos, t(31) = 5.81, p < 0.001, sneller was bij tdcs (M = 1035; SD = 285 and M = 1025; SD = 321 respectievelijk) dan vergeleken met de SHAM-conditie (M = 1426; SD = 444 and M = 1340; SD = 417 respectievelijk). De shifts in de geslachtsconditie (man> vrouw; vrouw> man) waren niet significant verschillend in de tdcs versus de SHAM-conditie, Masterproef II Marieke Demeulemeester Pagina

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

INFORMATIE OVER tcs versie 1.2

INFORMATIE OVER tcs versie 1.2 INFORMATIE OVER tcs versie 1.2 Algemeen Transcraniële zwakke stroom stimulatie (in het Engels: transcranial current stimulation, tcs) is een techniek die het mogelijk maakt om de hersenen van buitenaf

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

SAMENVATTING 183 SAMENVATTING

SAMENVATTING 183 SAMENVATTING SAMENVATTING 183 SAMENVATTING Vermoeidheid is een alledaagse ervaring. Wanneer vermoeidheid een lange tijd aanhoudt kan dit voor problemen zorgen. Geneeskundestudenten zien we als relatief kwetsbaar als

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

INFORMATIE OVER tcs. tcs apparaat met een voorbeeld hoe de elektroden op het hoofd kunnen worden geplaatst.

INFORMATIE OVER tcs. tcs apparaat met een voorbeeld hoe de elektroden op het hoofd kunnen worden geplaatst. Donders Centre for Cognitive Neuroimaging INFORMATIE OVER tcs versie 2.2 Algemeen Transcraniële zwakke stroom stimulatie (in het Engels: transcranial current stimulation, tcs) is een techniek die het mogelijk

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie

Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie Jojanneke is een studente van 24 jaar en kampt al een tijdje met depressieve klachten. Het valt haar huis-

Nadere informatie

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN LAURA WANTE, CAROLINE BRAET INEKE DEMEYER, RUDI DE RAEDT, SVEN MUELLER Department of Developmental, Personality and Social Psychology,

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Toenaderen of vermijden. Neurobiologische mechanismen in sociale angst Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in de psychobiologische mechanismen die een rol spelen bij

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling?

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Naline Geurtzen PhD-student Radboud Universiteit Behavioural Science Institute Nijmegen

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie.

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie. De ultieme uitdaging in het veld van neurowetenschappelijk onderzoek is om te begrijpen wat de biologische basis is van emoties, cognitie en, uiteindelijk, van bewustzijn. Het verkennen van de menselijke

Nadere informatie

Hersenstimulatie na CVA: een stimulerende gedachte?

Hersenstimulatie na CVA: een stimulerende gedachte? Hersenstimulatie na CVA: een stimulerende gedachte? Kennisnetwerk CVA Nederland 30 November 2018 Drs. Z.D. Jonker Motorisch leren Natuurlijk herstel Motor training Hersenstimulatie Deep Brain Stimulation

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht

Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht Max de Leeuw, psychiater en senior onderzoeker GGZ Rivierduinen/LUMC KenBiS, 17 juni 2016 Leiden Inhoud Emotieverwerking Werkgeheugen Beloning Eerstegraads

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 173 174 De drijfveer tot beheersing: Hoe affect en motivatie cognitieve controle beïnvloeden Helpen emoties in een situatie die vraagt om mentale inspanning? Dat is de centrale vraag die dit proefschrift

Nadere informatie

Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase?

Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase? Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase? Kerstin Spielmann dr. W.M.E. van de Sandt-Koenderman Prof. Dr. G.M. Ribbers R o

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt op enig punt

Nadere informatie

Samenvatting. Spatiële affectieve Simon benadering

Samenvatting. Spatiële affectieve Simon benadering Samenvatting In de loop van de laatste decennia zijn steeds meer wetenschappers ervan overtuigd geraakt dat angst een belangrijke cognitieve component omvat. Ze menen dat structurele afwijkingen in de

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington In Nederland wordt het aantal patiënten met dementie geschat op meer

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom Nathalie Vanderbruggen Psychoneurologisch functioneren in KS ( Verri et al. 2010) Cognitief functioneren: Psychopathologische kwetsbaarheid:

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting In dit proefschrift werd de relatie tussen subjectieve intensiteit en aangenaamheid in smaak onderzocht. Gewoonlijk wordt aangenomen dat de sensorische aangenaamheid van een stimulus afhankelijk is van

Nadere informatie

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Vraag 1 (10 punten) A. Wat is het Circuit van Papez en welke hersenstructuren maken hier deel van uit? (5 punten) B. Welke extra hersenstructuren zijn

Nadere informatie

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Neuropsychologisch onderzoek (NPO) na een SAB Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Waarom? Ik wil graag weer aan het werk! Ik ben erg moe en prikkelbaar. Ik kan slecht

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Dutch summary/ Samenvatting

Dutch summary/ Samenvatting Dutch summary/ Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt

Nadere informatie

Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis

Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis Dr. Nienke Jabben Amsterdam 5 november 2011 Academische werkplaats Bipolaire Stoornissen GGZ ingeest n.jabben@ggzingeest.nl Overzicht Wat is cognitief functioneren?

Nadere informatie

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Een pleidooi voor kortdurende interventies met duurzaam effect Willem Fonteijn Medische Psychologie Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Een vorm van cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Problematisch middelengebruik in de adolescentie: Associaties met temperament en ruminatieve responsstijl. Wetenschapsdag Tienen 6 februari 2014

Problematisch middelengebruik in de adolescentie: Associaties met temperament en ruminatieve responsstijl. Wetenschapsdag Tienen 6 februari 2014 Problematisch in de adolescentie: Associaties met temperament en ruminatieve responsstijl Wetenschapsdag Tienen 6 februari 2014 Inleiding Adolescentie kwetsbare periode aanpassingsproblemen (bv. Problematisch

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary

Samenvatting. Dutch Summary Samenvatting Dutch Summary 159 Samenvatting PIJN Pijn is meestal een waarschuwingssignaal dat er ergens in het lichaam een daadwerkelijke of potentiële beschadiging optreedt. Pijn is daarom moeilijk te

Nadere informatie

Acute (Fase na) Niet- Aangeboren Hersenletsel. Dr. S. Rasquin 14 januari 2015

Acute (Fase na) Niet- Aangeboren Hersenletsel. Dr. S. Rasquin 14 januari 2015 Acute (Fase na) Niet- Aangeboren Hersenletsel Dr. S. Rasquin 14 januari 2015 s.rasquin@adelante-zorggroep.nl Doel en opbouw presentatie Doel: Herkennen van symptomen in de acute fase na NAH Opbouw: Cognitie

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 SAMENVATTING Chronische nek pijn is vaak het gevolg van een verkeersongeval, en dan met name van een kop-staart aanrijding. Na zo een ongeval ontwikkelen mensen vaak een zeer specifiek klachtenpatroon.

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een

Nadere informatie

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 115 Kanker en behandelingen voor kanker kunnen grote invloed hebben op de lichamelijke gezondheid en het psychisch functioneren van mensen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7 Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord Cognitieve dysfunctie bij glioompatiënten Onderliggende mechanismen en consequenties Jaarlijks wordt bij 800 mensen in Nederland

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Cognitieve functiestoornissen bij schizofrenie

Cognitieve functiestoornissen bij schizofrenie Hallucinaties zijn een merkwaardig psychologisch verschijnsel. Het betreft een vorm van sensorisch bedrog, die bij patiënten met schizofrenie het dagelijks functioneren belemmert en de kwaliteit van leven

Nadere informatie

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P.

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Willems Regulatie van neuronale activiteit in het brein Verwerking van verspreidende

Nadere informatie

Caroline Bastiaenen, PhD

Caroline Bastiaenen, PhD Caroline Bastiaenen, PhD Department of Epidemiology, CAPHRI Research School, Maastricht University Onderzoeksopzet Kwalitatieve studie (exploratief, hypothese ontwikkeling) Onderdeel van een validatie

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Slaap heeft een fundamentele en complexe rol in ons dagelijks functioneren. Zo draagt deze bij aan het verminderen van de intensiteit van een onaangename emotionele ervaring tot

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

EEN NETWERKBENADERING

EEN NETWERKBENADERING EEN NETWERKBENADERING VOOR PSYCHOSE DE ROL VAN SYMPTOMEN EN TRAUMA dr. Hanneke Wigman Januari 2017 De Amsterdamse School DISCLOSURES (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Het HSP brein in Beeld

Het HSP brein in Beeld HSP Brein in Beeld Diepgaande informatieverwerking Het HSP brein in Beeld Diepgaande informatieverwerking 1. Subtiele details opmerken 2. Grote geheel zien 3. Afstemming op informatie uit het lichaam 4.

Nadere informatie