Akoestische beoordeling van acht varianten van een emplacement nabij Uitgeest, Castricum of Beverwijk

Transcriptie

1 M+P MBBM groep Mensen met oplossingen Rapport Akoestische beoordeling van acht varianten van een emplacement nabij Uitgeest, Castricum of Beverwijk M+P.RAIL.12.10G.1 23 oktober

2 Colofon Opdrachtnemer M+P raadgevende ingenieurs BV Opdrachtgever Opdrachtnummer Titel Rapportnummer ProRail, Projecten Afd. Grondverwerving en Juridische Zaken Postbus GA UTRECHT PHS Akoestische beoordeling van acht varianten van een emplacement nabij Uitgeest, Castricum of Beverwijk M+P.RAIL.12.10G.1 Revisie 3 Datum 23 oktober 2014 Aantal pagina s 112 Auteurs Contactpersoon drs. ing. S.N. Hoogzaad ing. E. Olink drs. ing. Seppe Hoogzaad aalsmeer@mp.nl M+P Visserstraat 50 Aalsmeer Postbus 344, 1430 AH Aalsmeer Wolfskamerweg 47 Vught Postbus 2094, 5260 CB Vught onderdeel van de Müller-BBM groep Lid NLingenieurs ISO 9001 gecertificeerd Copyright M+P raadgevende ingenieurs BV Niets van deze rapportage mag worden gebruikt voor andere doeleinden dan is overeengekomen tussen de opdrachtgever en M+P (DNR 2011 Artikel 46). 2

3 Samenvatting In opdracht van ProRail heeft M+P raadgevende ingenieurs akoestisch onderzoek verricht naar verschillende varianten van een emplacement nabij Uitgeest. Uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) in 2020 betekent dat de intensiteit op het spoor zal toenemen. Op de lijn Amsterdam-Alkmaar is de zogenaamde 6/6-variant het uitgangspunt. Deze 6/6 staat voor zes intercity s en zes stoptreinen die per uur en per richting zullen passeren. De stoptreinen zullen niet verder rijden dan Uitgeest. Omdat Uitgeest een eindpunt wordt voor veel treinen, zullen treinen daar na het einde van de dienstregeling moeten blijven. Er zijn acht verschillende varianten om een opstellocatie voor deze treinen te realiseren. Om de acht varianten met elkaar te kunnen vergelijken zijn de milieueffecten qua geluid per variant in kaart gebracht. Voor de financiële afweging zijn per variant de kosten van eventuele akoestische maatregelen begroot. Voor het vergelijken van de milieueffecten is gebruik gemaakt van de GES-methodiek (Gezondheids Effect Screening). Hierbij is de hinder van alleen het geluid van het emplacement beoordeeld, naast een beoordeling van alle verschillende geluidsbronnen samen. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de resultaten. relatief overzicht van de resultaten per variant inclusief eventuele akoestische maatregelen variant kosten akoestische maatregelen verwacht effect op hinder van alleen emplacement verwacht effect op totale hinder vanwege geluid 1C 1E Driehoek N203 Castricum Noord** Castricum Zuid Beverwijk Wijckerpoort Beverwijk De Scheg ,- gemiddeld verbetering* ,- gemiddeld geen ,-. groot verbetering* ,-. groot verbetering* ,- nauwelijks geen ,-. weinig geen 0,-. zeer groot*** geen 0,-. zeer groot*** geen * de verbetering van de totale hinder wordt veroorzaakt door de realisatie van schermen die ook de geluidsbelasting vanwege doorgaand treinverkeer verminderen. In beide gevallen zijn er echter woningen aanwezig die boven de schermen uit steken. Bij deze woningen zal de hinder toenemen, terwijl dat niet in rekening is gebracht. ** bij deze variant zijn er geen bewoners aanwezig in het onderzoeksgebied waarbinnen de geluidsbelasting vanwege het emplacement beoordeeld wordt. Dit komt omdat er geen nabijgelegen woningen zijn. *** Er komt extra doorgaand treinverkeer langs veel woningen, wat veel effect veroorzaakt. 3

4 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 7 2 Uitgangspunten Acht onderzoeksvarianten Gezondheidseffectscreening Methode bepaling gecumuleerde geluidsbelasting en hinder Gebouwen, functies Rekenpunten voor bepalen GES score Tellen bewoners voor hinderbepaling Rekenhoogte bepaling hinder Onderzoeksgebied bepaling hinder Geluidsbelasting vanwege doorgaand treinverkeer Geluidsbelasting vanwege wegverkeer Geluidsbelasting vanwege luchtvaartlawaai Geluidsbelasting vanwege industrielawaai of bedrijven Bedrijventerrein Castricummer Werf Heemstederweg Gezoneerde terreinen nabij Beverwijk Gebouwen gebruikt in het rekenmodel Hoogte maaiveld en bodemgebieden in het rekenmodel 16 3 Uitgangspunten emplacementen Tekeningen Bedrijfssituaties Variant 1C Variant 1E Variant Driehoek Variant N Variant Castricum Noord Variant Castricum Zuid Variant Beverwijk Wijckerpoort Variant Beverwijk De Scheg Modellering Alles voegloos Spoorstaafconditioneringssystemen aanwezig Alle activiteiten in de nachtperiode Rekenmethode en gevolgde protocollen Bodem Bronvermogens Gemiddelde rangeersnelheid Bepaling benodigde akoestische maatregelen Wettelijk beoordelingskader Beoordeling berekende geluidsniveaus Omgeving Uitgeest, 50 db(a) etmaalwaarde Omgeving Castricum, 40 tot 50 db(a) etmaalwaarde Omgeving Beverwijk, 50 db(a) etmaalwaarde Maximale geluidsniveaus Rekenpunten gebruikt voor het bepalen van de akoestische maatregelen 26 4

5 3.6.1 Locaties van de rekenpunten Gerekend exclusief gevelreflectie Beoordelingshoogte van 5m gebruikt voor de rekenpunten Kosten van akoestische maatregelen Locaties schermen t.o.v. spoor Maximale scherm hoogte 27 4 Berekende geluidsniveaus emplacementen per variant Resultaat variant 1C Resultaat variant 1E Resultaat variant Driehoek Resultaat variant N Resultaat variant Castricum Noord Resultaat variant Castricum Zuid Resultaat variant Beverwijk Wijckerpoort Resultaat variant Beverwijk De Scheg 36 5 GES scores per variant Hinder van alleen het emplacement Hinder door extra doorgaand treinverkeer Hinder van alle geluidsbronnen samen Bespreking resultaten per variant Variant 1C Variant 1E Variant Driehoek Variant N Variant Castricum Noord Variant Castricum Zuid Variant Beverwijk Wijckerpoort Variant Beverwijk De Scheg 44 6 Conclusies Variant 1C Variant 1E Variant Driehoek Variant N Variant Castricum Noord Variant Castricum Zuid Variant Beverwijk Wijckerpoort Variant Beverwijk De Scheg 47 7 Referenties 48 bijlage A Figuren 49 bijlage B Rekenpunten 80 bijlage C Rekenresultaten variant 1C 83 bijlage D Rekenresultaten variant 1E 86 bijlage E Rekenresultaten variant Driehoek 89 5

6 bijlage F Rekenresultaten variant N bijlage G Rekenresultaten variant Castricum Noord 95 bijlage H Rekenresultaten variant Castricum Zuid 98 bijlage I Rekenresultaten variant Beverwijk Wijckerpoort 101 bijlage J Rekenresultaten variant Beverwijk De Scheg 103 bijlage K Bedrijfssituaties 105 6

7 1 Inleiding In opdracht van ProRail heeft M+P raadgevende ingenieurs akoestisch onderzoek verricht naar verschillende varianten van een emplacement nabij Uitgeest. Hierbij is de invloed van toekomstige ontwikkelingen op de geluidsniveaus in de omgeving in kaart gebracht. Uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) in 2020 betekent dat de intensiteit op het spoor zal toenemen. Op de lijn Amsterdam-Alkmaar is de zogenaamde 6/6-variant het uitgangspunt. Deze 6/6 staat voor zes intercity s en zes stoptreinen die per uur en per richting zullen passeren. De stoptreinen zullen niet verder rijden dan Uitgeest. Omdat Uitgeest een eindpunt wordt voor veel treinen, zullen treinen daar na het einde van de dienstregeling moeten blijven. Er zijn acht verschillende varianten om een opstellocatie voor deze treinen te realiseren. Hierbij wordt op verschillende locaties een uitbreiding van of een nieuw emplacement gerealiseerd. Om de varianten met elkaar te kunnen vergelijken zijn de milieueffecten qua geluid per variant in kaart gebracht. Voor de financiële afweging zijn per variant de kosten van eventuele akoestische maatregelen begroot. Overzicht van de revisies van dit rapport revisienummer en datum relevante wijzigingen 0 21 augustus 2014 concept versie 1 2 september e definitieve versie. enkele tekstuele aanpassingen 2 14 oktober 2014 concept versie. Variant N203 en Driehoek zijn aangepast. Beide varianten kennen nu uithaalbewegingen via een keerspoor. Bij de N203 is het rijden tussen de opstellocatie en het perron als Wabo handelingen beschouwd, waar dit in versie 1 onder de Hst 11 van de Wet milieubeheer viel. Hierdoor wordt dit rijden in de hinderberekeningen nu zwaarder meegewogen oktober 2014 concept versie. Twee varianten in Beverwijk zijn toegevoegd aan het rapport. De titel is aangepast. Bronvermeldingen zijn toegevoegd. Consequenter gebruik Hst. 11 Wm voor doorgaande treinen en Wabo voor vergunning 7

8 2 Uitgangspunten In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van berekeningen van geluidsniveaus veroorzaakt door acht verschillende varianten van emplacementen. De hinder veroorzaakt door een variant is ook berekend. De referentie voor de tellingen is de toekomstige situatie waarin op het hoofdspoor de PHSdienstregeling wordt gereden. De extra hinder die optreedt als gevolg van de verschillende varianten voor de opstelterreinen wordt hierbij opgeteld. De hinder van de emplacementen met maatregelen is tevens bepaald 2.1 Acht onderzoeksvarianten Er zijn acht varianten onderzocht. Dit zijn de varianten: Variant 1C; Variant 1E; Variant Driehoek; Variant N203; Variant Castricum Noord; Variant Castricum Zuid; Variant Beverwijk Wijckerpoort; Variant Beverwijk De Scheg. De locaties van de acht varianten zijn weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. Verder in dit rapport worden de uitgangspunten per variant nader toegelicht. 2.2 Gezondheidseffectscreening In dit hoofdstuk worden de aantallen gehinderden per variant besproken. Deze aantallen zijn bepaald op basis van de zogenaamde GES-methodiek (Gezondheids Effect Screening) [13], een methode die vaak wordt toegepast bij MER-studies. Deze methode wordt hier toegelicht. De zogenaamde GES-methodiek wordt toegepast om inzicht te krijgen in de gezondheidsaspecten van ruimtelijke planvorming. In Nederland zijn er voor de meeste milieufactoren normen op basis van EU of nationale regelgeving. Alleen het rekening houden met deze wettelijke milieunormen, betekent nog niet dat het ontwerp optimaal rekening houdt met de gezondheidsaspecten. Voor een aantal milieufactoren geldt dat ook beneden de wettelijke grenswaarden gezondheidseffecten kunnen optreden en dus gezondheidswinst behaald kan worden. Zo kan bij een geluidsbelasting onder de norm toch ernstige hinder en slaapverstoring optreden. Met de GES Stad & Milieu kan ook de blootstelling onder de wettelijke norm inzichtelijk gemaakt worden, zodat een genuanceerder beeld van plankwaliteit ten aanzien van milieu en gezondheid ontstaat en duidelijk wordt waar gezondheidswinst te behalen is. Met de GES-methodiek kan de blootstelling aan luchtverontreiniging, geluid, stank, externe veiligheid en elektromagnetische velden gezondheidskundig in beeld worden gebracht. Naast het bepalen van (ernstig) gehinderden op basis van regressieformules, kan de hinder van de afzonderlijke milieufactoren in beeld worden gebracht, doordat aan al deze factoren een onderling vergelijkbare score wordt toegekend. Hiervoor is door VROM in samenwerking met de GGD een 8

9 classificering opgesteld die wordt toegepast op alle relevante milieu-aspecten. Deze classificatie loopt van 0 tot 8, wat overeenkomt met zeer goed tot zeer onvoldoende. De factoren zijn onderling te vergelijken doordat bijvoorbeeld een matige hinder van luchtverontreiniging vergelijkbare hinder oplevert als een matige hinder van geluid. Op deze manier kan de hinder van de verschillende milieufactoren onderling afgewogen worden. Naast het totaal aantal gehinderden, zijn de gebruikte klassen ook bruikbaar om de verschillende plannen te beoordelen. Immers, een variant die voor enkele omwonenden zeer onvoldoende scoort, kan een vergelijkbaar aantal gehinderden hebben als een variant die voor veel omwonenden matig scoort. Beide varianten zullen wel een andere beleving kennen voor de omwonenden. In dit rapport wordt alleen de milieufactor geluid beoordeeld. Hierbij wordt het geluid betrokken van alle aanwezige bronnen. Dit zijn: het doorgaand treinverkeer; het wegverkeer; het luchtvaartlawaai; industrielawaai of bedrijven; een variant van het emplacement. Door niet alleen het geluid van het spoor (emplacement en doorgaand treinverkeer) te betrekken bij de beoordeling, wordt een beter beeld gegeven. Zo zal er geen milieuwinst door minder spoorgeluid kunnen ontstaan op een locatie waar de geluidsbelasting van het wegverkeer hoog is. De situatie op die locatie kan bijvoorbeeld wel beter worden door niet het spoorse geluid te verminderen, maar het geluid van het wegverkeer. Een dergelijke aanpak komt beter overeen met de beleving van de bewoners en is één van de redenen waarom de GES-methode wordt gebruikt. 2.3 Methode bepaling gecumuleerde geluidsbelasting en hinder In Bijlage 1, hoofdstuk 2 van het Reken en Meetvoorschrift geluid 2012 is een methode opgenomen waarmee de gecumuleerde geluidsbelasting berekend kan worden, rekening houdend met het verschil in hinderlijkheid van de verschillende bronnen. De geluidsbelasting van railverkeer, vliegverkeer of bedrijven wordt eerst als volgt omgezet in een vervangende geluidsbelasting, als ware deze geluidsbelasting het gevolg van wegverkeer: (1) L* rail = 0,95 L den,rail 1,40 (2) L* vlieg = 0,98 L den,vlieg + 7,03 (3) L* bedrijven = L den,bedrijven + 3 (waarbij L den,bedrijven = L etmaal,bedrijven 2) Deze vervangende geluidsbelasting L* weerspiegelt het verschil in hinderlijkheid ten opzichte van het geluid van wegverkeer. Dan kunnen de geluidsbelastingen energetisch als volgt bij elkaar opgeteld worden: L* weg L* L* = vlieg L* rail bedrijven Geluidsbelasting Lcum log (4) ( ) 9

10 In de onderstaande tabel I wordt weergegeven welke klassen bij welke geluidsbelastingen horen. tabel I geluidsbelasting uitgedrukt in L den [db], GES score en milieugezondheidskwaliteit volgens GESmethodiek geluidsbelasting, L den [db] GES score milieugezondheidskwaliteit < 43 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende ruim onvoldoende 73 8 zeer onvoldoende 2.4 Gebouwen, functies Als bronbestand voor de functies van gebouwen in de rekenmodellen is de BAG (basisadministratie gemeenten) aangehouden. De BAG bevat van alle gebouwen, functies, adressen etc. die op een bepaalde peildatum in de gemeentelijke basisadministratie zijn opgenomen. Binnen dit onderzoek is de BAG met peildatum januari 2014 aangehouden, uitgegeven door ESRI Nederland. Voor de hinderberekening zijn alleen gebouwen met een woonfunctie beschouwd. Dit kunnen woningen met een gecombineerde functie zijn, zoals bijvoorbeeld een woonfunctie gecombineerd met een bijeenkomstfunctie. Gekeken is naar gebouwen met gezondheidszorgfunctie, aangezien bij ziekenhuizen hier ook mensen in de nachtperiode kunnen verblijven. De gebouwen met een gezondheidszorgfunctie in het onderzoeksgebied bij Uitgeest, Castricum en Beverwijk blijken te zijn: pedicures; drogisterij; huisartsenpost; fysio-en manuele therapie. Deze gebouwen zijn in de nachtperiode niet bewoond en niet beschouwd. In Beverwijk is het Rode Kruis Ziekenhuis aanwezig in het onderzoeksgebied. Dit is een middelgroot algemeen ziekenhuis voor de regio IJmond. Dit ziekenhuis is wel meegenomen in het onderzoek. De gebouwen met onderwijsfunctie in het onderzoeksgebied blijken te zijn: Bonhoeffercollege (Castricum); De Wissel, openbare basisschool (Uitgeest); Kornak, katholieke basisschool (Uitgeest); Ontmoetingsschool De Triangel (Velsen) Peuterspeelzaal Calimero (Velsen); 10

11 Vereniging Handenarbeidcentrum Velsen. Deze gebouwen zijn ook niet meegenomen in het onderzoek naar de hinder, aangezien deze in de nachtperiode niet bewoond zijn. 2.5 Rekenpunten voor bepalen GES score Op alle gebouwen met een of meer woonfuncties zijn op iedere gevel rekenpunten geplaatst. Per rekenpunt is de geluidsbelasting vanwege afzonderlijke bronnen bepaald. De hoogste waarde per gebouw is gekoppeld aan een adres. Per adres is de gecumuleerde geluidsbelasting bepaald. Het rekenpunt met de hoogste geluidsbelasting kan liggen op een zijde waar de woning zich niet bevindt, als het een groot gebouw betreft. Ook kan het een zogenaamde dove gevel betreffen waar normaal geen geluidsniveaus worden berekend. Hierdoor kan een overschatting plaatsvinden van de berekende gecumuleerde geluidsbelasting. Ook kan de hoogste geluidbelasting vanwege het wegverkeer op een ander punt van het gebouw berekend worden dan de hoogste geluidsbelasting vanwege het doorgaande treinverkeer. Binnen de nu gebruikte methode worden beide hoogste geluidsbelastingen gecumuleerd per adres, terwijl deze op verschillende punten van een gebouw optreden. De werkelijke gecumuleerde geluidsbelasting is dan lager. Aangezien dit een globale studie betreft is niet verwacht dat deze aanpak de resultaten beïnvloed. De in het rekenmodel ingevoerde rekenpunten ten behoeve van de berekening van de geluidsbelasting per woning zijn weergegeven in figuur 17 van Bijlage A. 2.6 Tellen bewoners voor hinderbepaling Aangenomen is dat ieder gebouw met een woonfunctie 2,3 bewoners telt (Handreiking Omgevingslawaai 2011 [14]). Een uitzondering geldt voor het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Dit ziekenhuis telt 275 bedden. Aangenomen is dat 234 hiervan bezet zijn (de bezettingsgraad is dan 85%). Met geluidsmodellen wordt de geluidsbelasting berekend op de gevel van een woning. Per type geluid wordt de hoogste waarde bepaald. De verschillende geluidstypen zijn: doorgaand treinverkeer; wegverkeer, waaronder de A9, A22, N203 en de N197; bedrijven, waaronder het emplacement; luchtvaartverkeer gerelateerd aan Schiphol. De gecumuleerde geluidsbelasting per gebouw wordt berekend. Voor de gebouwen met woonfuncties wordt deze geluidsbelasting gerelateerd aan het aantal bewoners per gebouw. 2.7 Rekenhoogte bepaling hinder In overeenstemming met de Richtlijn Omgevingslawaai [15], is gekozen voor een rekenhoogte van 4 meter voor alle rekenpunten. 11

12 2.8 Onderzoeksgebied bepaling hinder Het onderzoeksgebied is bepaald door de geluidsbelasting vanwege het emplacement. Gesteld is dat deze belasting hoger moet zijn dan L den = 43 db in een toekomstige situatie. Deze waarde komt overeen met de laagste milieuklasse van de GES score. Conform formule (3) is deze geluidsbelasting gelijk aan een etmaalwaarde van 44 db(a). Woningen met een lagere geluidsbelasting worden niet meegeteld. Dit omdat bij deze lagere geluidsbelastingen de hinder wordt veroorzaakt door andere bronnen dan het emplacement, waardoor er geen effect wordt waargenomen van een verschil in hinder door de keuze voor een variant. 2.9 Geluidsbelasting vanwege doorgaand treinverkeer In het rapport over de globale benodigde maatregelen nodig bij uitvoering van PHS [10] zijn varianten van akoestische maatregelen beschouwd in verschillende jaren. Voor het bepalen van de geluidsbelasting veroorzaakt door doorgaand treinverkeer is de variant gebruikt waarbij over Deventer gereden wordt, zonder boog in het jaar Dit is in dat rapport variant: 1) huidige bovenbouw. Het rekenmodel met alleen de spoorwegen is weergegeven in figuur 11 van Bijlage A Geluidsbelasting vanwege wegverkeer Voor de bepaling van de geluidbelasting door wegverkeer zijn verkeersgegevens gebruikt. Van de Milieudienst IJmond zijn gegevens uit 2020 verkregen. Deze bevatten gegevens over: Provinciale weg N203; Provinciale weg N197; Gemeentelijke wegen in Uitgeest en Beverwijk. Van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord zijn verkeersgegevens van de omgeving Castricum verkregen Het betreft verkeersgegevens voor 2011 en Het blijkt dat er op de drukkere wegen in 2015 een afname van de verkeersintensiteit is en op de kleinere wegen een toename. Gemiddeld is er een afname van circa 80% van de verkeersintensiteit in 2025 ten opzichte van Als we er van uitgaan dat deze afname gelijkmatig over de jaren plaatsvindt, dan zouden we de verkeersintensiteiten van 2025 met circa 6% moeten corrigeren om de intensiteiten van 2020 te berekenen. Deze 6% correctie komt overeen met een afname van 0,3 db. Dit is verwaarloosbaar. Daarom zijn de verkeersintensiteiten van 2025 gebruik om de geluidsbelasting van het wegverkeer in Castricum te berekenen. Voor de Rijksweg A9 en A22 is voor de situatie 2020 gebruik gemaakt van de gegevens uit het geluidregister inclusief de bijbehorende toeslag van 1,5 db. Ten behoeve van de bepaling van de geluidshinder zijn in alle gevallen de geluidsbelastingen berekend exclusief de aftrek volgens artikel 110g van de Wet geluidhinder. Het rekenmodel met alleen de wegen is weergeven in figuur 13 van Bijlage A. 12

13 2.11 Geluidsbelasting vanwege luchtvaartlawaai De geluidsbelasting op de woningen, binnen het onderzoeksgebied, is bepaald met behulp van de L den -contouren die gelden voor luchthaven Schiphol. Door het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn de geluidsbelastingcontouren voor 2011 opgesteld. Resultaten voor 2020 zijn niet beschikbaar, vandaar dat voor luchtvaart de meest recente resultaten uit 2011 als uitgangspunt zijn gebruikt. De resultaten zijn gegeven in rekenpunten met een onderlinge afstand van 500 meter. Met behulp van de adreslocaties uit de BAG van januari 2014 is bepaald welk rekenpunt van Schiphol het meest nabij is gelegen. De geluidsbelasting van het meest nabij gelegen punt is gelijk gesteld voor het adrespunt. Dit is gedaan voor alle adressen van gebouwen met een woonfunctie in het onderzoeksgebied Geluidsbelasting vanwege industrielawaai of bedrijven In Castricum is een bedrijventerrein aanwezig en is er een relatief groot bedrijf op de Heemstederweg. Beide worden hier apart besproken Bedrijventerrein Castricummer Werf Bedrijventerreinen met plan-id NL.IMRO.0383.BPC12Bedrijventrn-VS01 is vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 11 april Het plangebied betreft de bedrijventerreinen Boekel, Castricummer Werf, Schulpstet en Heemstederweg. De toelichting van dit plan is beschreven in rapport Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Gemeente Castricum, kenmerk O RA-005 d.d. 25 februari Hierin is voor de bedrijven op het bedrijventerrein Castricummerwerf aangegeven dat deze dienden te voldoen aan de algemene geluidvoorschriften uit het Activiteitenbesluit. Er zijn 40 bedrijven aanwezig op het bedrijventerrein. Rondom en op het terrein liggen woningen. Conform het Activiteitenbesluit mogen bedrijven een geluidsniveau produceren van 55 db(a) etmaalwaarde op woningen op het bedrijventerrein. Op woningen daarbuiten is dit 50 db(a) etmaalwaarde. Als alle bedrijven op het terrein dergelijke geluidsniveaus produceren, wordt het geluidsniveau door cumulatie onrealistisch hoog. Het Activiteitenbesluit gaat er van uit dat bedrijven van het type A minder milieubelastende activiteiten uitvoeren. Daarom is aangenomen dat bedrijven van dit type geen relevante geluidsuitstraling hebben. Voor bedrijven van het type B is aangenomen dat deze een geluidsuitstraling kennen overeenkomend met 50 db(a) etmaalwaarde op een afstand van 50 meter van de inrichtingsgrens. Voor het type C is dit 50 db(a) etmaalwaarde op 100 meter. Beide geluidsniveaus zijn minder dan de werkelijke toegestane waarde conform de standaardvoorwaarden uit het Activiteitenbesluit. Ze komen overeen met de in het Activiteitenbesluit aangegeven standaardvoorwaarden, indien deze bedrijven op een gezoneerd terrein zouden liggen. In tabel II is aangegeven hoeveel bedrijven per type er aanwezig zijn op het bedrijventerrein Castricummer Werf. De inschatting van het bronvermogen is per type gegeven. 13

14 tabel II aantal bedrijven aanwezig op bedrijventerrein Castricummer Werf per type type conform Activiteitenbesluit aantal inschatting bronvermogen [etmaalwaarde] type A 5 -- type B db(a) type C db(a) Het totale bronvermogen van alle bedrijven samen is 111 db(a). Dit bronvermogen is verspreid over tien bronnen. Deze bronnen zijn ingevoerd in het rekenmodel op die locaties op het terrein waar de bedrijven aanwezig zijn. Er is gebruik gemaakt van een standaard spectrum voor industrielawaai, weergegeven in tabel III. De hoogte is 2 meter boven het maaiveld, aangezien veel geluid veroorzaakt zal worden door vervoersbewegingen. tabel III gebruikte standaardspectrum industrielawaai voor geluidsemissie bedrijven frequentie (hz) db(a) Het opgestelde rekenmodel met alleen de gemodelleerde geluidsbronnen is weergegeven in figuur 15 van Bijlage A Heemstederweg Ter plaatse van het bedrijventerrein Heemstederweg is sprake van één bedrijf dat mogelijk veel geluid produceert. Dit is Tardy Vermicultures BV aan de Heemstederweg 4-6 te Castricum. Dit betreft een inrichting waarvoor in 2010 door de provincie een milieuvergunning is afgegeven met kenmerk Ter plaatse van het bedrijf is een bron ingevoerd met een bronvermogen van 99 / 69 / 64 db(a) in de dag-, avond- en nachtperiode. De geluidsniveaus geproduceerd door deze bron komen redelijk overeen met de vergunde geluidsniveaus op de drie controlepunten. Het opgestelde rekenmodel met alleen de gemodelleerde geluidsbronnen is weergegeven in figuur 15 van Bijlage A Gezoneerde terreinen nabij Beverwijk In Velsen / Beverwijk zijn twee in het kader van de Wet geluidhinder gezoneerde industieterreinen aanwezig. industrieterrein IJmond; Industrieterrein de Pijp, Kagerweg en Noordwijkermeerpolder. 14

15 De geluidszones van beide gebieden zijn weergegeven in figuur 1, overgenomen uit bestemmingsplan: Haven De Pijp - Parallelweg IMRO-idn: NL.IMRO.0375.BPhavendepijp-VG01 figuur 1 geluidszones nabij de locatie voor het emplacement in Beverwijk. De rode en groene stippellijn zijn de geluidszones voor de twee industrieterreinen Het opgestelde rekenmodel met alleen de gemodelleerde geluidsbronnen is weergegeven in figuur 16 van Bijlage A. Hierbij zijn beide geluidszones benaderd. Een exacte match is niet nodig, aangezien het gaat om de bepaling van de hinder in klassen en dit daarbij slechts één van de geluidsbronnen is. Er zijn in totaal drie geluidsbronnen gebruikt, met een bronvermogen van 136, 133 en 118 db(a) etmaalwaarde. Voor het Industrieterrein de Pijp, Kagerweg en Noordwijkermeerpolder is de zonegrens als uitgangspunt genomen. Hiervoor is een oppervlaktebron van 1.4 km 2 gebruikt met een bronvermogen van 43 db(a)/m 2 etmaalwaarde en één aparte geluidsbron met een geluidsvermogen van 120 db(a) etmaalwaarde. In alle gevallen is het standaard industriespectrum aangehouden. 15

16 2.13 Gebouwen gebruikt in het rekenmodel De hoogtes en locaties van alle gebouwen in de geluidsmodellen zijn afkomstig uit door ProRail op 15 juli 2014 aangeleverde DTM-2008 (Digitaal Terreinmodel) data. De functies zijn afkomstig uit de eerder genoemde BAG data. Deze objecten veroorzaken afscherming en reflecties van geluid in het geluidsmodel. De gebouwen ingevoerd in het rekenmodel zijn weergegeven in figuur 7 van Bijlage A. Bij Beverwijk ontbreekt het gebouw aan de Meerstraat. Hier is nu (2014) een parkeerplaats. Op 8 oktober 2013 is een omgevingsvergunning afgegeven voor de realisatie van onder andere woningen op deze locatie. Wegens tijdsgebrek is dit gebouw niet meegenomen in dit onderzoek. Bij de bespreking van de resultaten wordt hier op ingegaan Hoogte maaiveld en bodemgebieden in het rekenmodel De hoogten van het maaiveld binnen het onderzoeksgebied en de ligging van harde bodemgebieden zoals wegen en waterpartijen zijn afkomstig uit de door ProRail op 15 juli 2014 aangeleverde DTM-2008 data. De in het rekenmodel ingevoerde bodemgebieden zijn weergegeven in figuur 9 van Bijlage A. Standaard bodemfactor van de overige gebieden is zacht (B=1,0). 16

17 3 Uitgangspunten emplacementen In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten besproken die zijn gebruikt bij de modellering van de verschillende varianten van het emplacement. 3.1 Tekeningen De tekeningen van de acht varianten zijn weergegeven in tabel IV. tabel IV de gebruikte tekening per variant variant tekening 1C C30-JVE-AU versie 0.2 d.d E C30-FKU-AU versie 0.1 d.d Driehoek C30-HSC-AU versie 0.3 d.d N203 C30-JVE-AU versie 0.1 d.d Castricum Noord C30-FKU-AU versie 0.1 d.d Castricum Zuid C30-FKU-AU versie 0.1 d.d Beverwijk Wijckerpoort C30-JVE-AU versie 0.1 d.d Beverwijk De Scheg C30-JVE versie 0.1 d.d Bedrijfssituaties De bedrijfssituaties van de emplacementen beschrijven de activiteiten die uitgevoerd worden vallend onder de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Deze zijn opgesteld door ProRail. In de bedrijfssituaties is aangegeven hoe lang een trein aanwezig is op het emplacement. Op basis van de Normprocestijden NSR [6] is bepaald hoe lang een trein van een specifiek type actief en niet-actief aanwezig is. Hierbij is er van uitgegaan dat iedere trein inwendig wordt gereinigd, technisch wordt gecontroleerd en gereed wordt gemaakt zoals dat gebeurt in de winter. Het gereedmaken in de winter duurt langer dan in de zomer. Het gereedmaken in de winter is daarmee de bepalende bedrijfstoestand. In geen enkele variant is rekening gehouden met het af en aanrijden van personen- of vrachtwagens. De geluidsuitstraling van dergelijk bronnen is normaal gering. Voor specifieke woningen kunnen deze bronnen soms wel een kleine invloed hebben. 17

18 3.2.1 Variant 1C Deze variant bevat acht nieuwe opstelsporen langs het spoor, net buiten Uitgeest in de richting van Castricum. De bedrijfssituatie van deze variant is weergegeven in Bijlage K. Bij deze variant is een keerspoor nodig om van de perronsporen 5 en 6 de nieuwe sporen te kunnen bereiken. De opstelcapaciteit is 74 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel V is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is. Aangezien met name de SLT kleinere bakken heeft dan de standaardlengte, zijn er in totaal meer bakken aanwezig dan 74 bakken als uitgegaan wordt van een standaardlengte. tabel V de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant 1C treintype aantallen bakken SLT 40 SGM Variant 1E Deze variant bevat zeven nieuwe opstelsporen langs het spoor, net buiten Uitgeest in de richting van Castricum. De bedrijfssituatie van deze variant is weergegeven in Bijlage K. De opstelcapaciteit is 80 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel VI is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is. Vanwege de relatief korte bakken van de SLT, zijn er in totaal meer bakken aanwezig dan 80. tabel VI de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant 1E treintype aantallen bakken SLT 48 SGM Variant Driehoek Bij de Driehoek rangeren treinen komend uit de dienstregeling van spoor 3 of 5 naar de opstellocatie. Na het opstellen worden de treinen weer teruggereden. Om naar spoor 3 te rangeren, worden de treinen via een keerspoor gerangeerd. Ongeveer 2/3 van de treinen die de dienstregeling in gaan volgt deze route. De volledige bedrijfssituatie van deze variant is weergegeven in Bijlage K. De opstelcapaciteit is 80 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel VII is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is.. Het totaal van 100 bakken komt wel overeen. Vanwege de relatief korte bakken van de SLT, zijn er in totaal meer bakken aanwezig dan 80 bakken als uitgegaan wordt van een standaardlengte. 18

19 tabel VII de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant Driehoek treintype aantallen bakken SLT 48 SGM Variant N203 Deze variant bevat zeven nieuwe opstelsporen langs het spoor, net buiten Uitgeest in de richting van Krommenie. De bedrijfssituatie van deze variant is vergelijkbaar met die van de Driehoek. Ook hier wordt circa 2/3 van de treinen via een keerspoor naar spoor drie toe gereden, als ze van het opstelterrein af de dienstregeling in gaan. De bedrijfssituatie van deze variant is weergegeven in Bijlage K De opstelcapaciteit is 84 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel VIII is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is. Deze zijn gelijk aan de aantallen bij variant Castricum Noord. Vanwege de relatief korte bakken van de SLT, zijn er in totaal meer bakken aanwezig dan de 84 bakken als uitgegaan wordt van een standaardlengte. tabel VIII de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant N203 treintype aantallen bakken SLT 48 SGM Variant Castricum Noord Deze variant bevat zeven nieuwe opstelsporen inclusief serviceperrons langs het spoor, net buiten Castricum in de richting van Uitgeest. De bedrijfssituatie van deze varianten is weergegeven in Bijlage K. Het rijden van en naar deze locatie valt onder de Hst 11 van de Wet milieubeheer en niet onder het Wabo. De opstelcapaciteit is 84 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel IX is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is. Vanwege de relatief korte bakken van de SLT, zijn er in totaal meer bakken aanwezig. tabel IX de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant Castricum Noord treintype aantallen bakken SLT 48 SGM 52 19

20 3.2.6 Variant Castricum Zuid Deze variant bevat tien nieuwe opstelsporen langs het spoor, net buiten Castricum in de richting van Uitgeest. De bedrijfssituatie van deze variant is gelijk gesteld aan die van Castricum Noord, maar dan op een andere locatie. Hiervoor is het model opgesteld voor Castricum Noord verplaatst, zodat deze op de locatie van Castricum Zuid komt te liggen. De gemodelleerde opstelsporen zijn ingekort, zodat de lengte overeenkomt met de lengte van de sporen bij variant Castricum Zuid. De opstelcapaciteit is 84 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel X is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is. Deze zijn gelijk aan de aantallen bij variant Castricum Noord. Er kunnen bij variant Castricum Zuid wat minder bakken opgesteld worden dan bij variant Castricum Noord. Dit akoestisch gezien relatief kleine verschil is verwaarloost. Vanwege de relatief korte bakken van de SLT, zijn er in totaal meer bakken aanwezig. tabel X de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant Castricum Zuid treintype aantallen bakken SLT 48 SGM Variant Beverwijk Wijckerpoort Bij deze variant worden op het bestaande emplacement tien opstelsporen voor reizigersmaterieel inclusief serviceperrons gerealiseerd. Deze sporen liggen aan de westzijde van het doorgaande spoor tussen Beverwijk en Haarlem. De bedrijfssituatie van deze variant is weergegeven in Bijlage K. De opstelcapaciteit is 80 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel XI is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is. Deze zijn gelijk aan de aantallen bij variant Castricum Noord. tabel XI de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant Beverwijk Wijckerpoort treintype aantallen bakken SLT 48 SGM 52 Het rijden van en naar deze locatie valt onder Hst 11 van de Wet milieubeheer en niet onder de Wabo. Hierbij moeten treinen vanuit Uitgeest naar Beverwijk rijden. Deze activiteit veroorzaakt ook een aanvullende geluidsbelasting, aangezien het een lang traject is langs vele woningen en de treinen met hoge snelheid zullen rijden. In totaal zullen 200 bakken passeren, waarbij er van uit wordt gegaan dat dit in de nacht zal gebeuren. Bij de berekeningen van de GES scores van deze variant wordt hier rekening mee gehouden. 20

21 3.2.8 Variant Beverwijk De Scheg Net als bij Wijckerpoort, worden ook bij deze variant tien opstelsporen voor reizigersmaterieel inclusief serviceperrons gerealiseerd. Deze sporen liggen echter aan de oostzijde van het doorgaande spoor tussen Beverwijk en Haarlem en wat meer naar het noorden ten opzicht van de variant Wijckerpoort. De bedrijfssituatie is identiek aan de situatie van Wijckerpoort en daarom niet opgenomen in de bijlage. De opstelcapaciteit is 80 bakken (uitgegaan van standaardlengte). In tabel XII is per treintype aangegeven met welke bakaantallen gerekend is. Deze zijn gelijk aan de aantallen bij variant Castricum Noord. tabel XII de aantallen bakken per treintype gebruikt bij de berekeningen van variant Beverwijk De Scheg treintype aantallen bakken SLT 48 SGM 52 Ook hier valt het rijden van en naar deze locatie onder de Hst 11 van de Wet milieubeheer en niet onder de Wabo. Net als bij de variant Wijckerpoort wordt bij het bepalen van de GES scores van deze variant rekening gehouden met de passage van 200 extra bakken in de nachtperiode. 3.3 Modellering Alles voegloos ProRail realiseert nieuwe infra altijd voegloos. Uitgangspunt voor alle varianten is dat alle sporen en wissels aanwezig op het emplacement voegloos zijn Spoorstaafconditioneringssystemen aanwezig Op het emplacement zullen spoorstaafconditioneringssystemen (SSCS en) aanwezig zijn die het ontstaan van booggeluid verminderen, wat veroorzaakt wordt bij het afbuigend berijden van wissels Alle activiteiten in de nachtperiode Alleen de nachtperiode wordt beschouwd. Het te realiseren emplacement zal als voornaamste doel hebben het gereed maken van treinen voor de dienstregeling van de volgende dag. De activiteiten zullen dan ook voornamelijk in de nacht plaatsvinden. Samen met de toeslag van 10 db voor deze periode, maakt dat dit de bepalende periode zal zijn. Door aan te nemen dat alle activiteiten in de nacht uitgevoerd worden, is een worst-case situatie gemodelleerd Rekenmethode en gevolgde protocollen Voor het opstellen van het akoestisch rekenmodel zijn de methoden uit het Modelleringsprotocol [4] en de Handleiding meten en rekenen industrielawaai [1] gebruikt. 21

22 Aangezien het een globale studie betreft, is het Modelleringsprotocol niet op alle punten gevolgd. Wissels zijn niet altijd per wissel gemodelleerd. Bij de wisselstraat vlak voor het opstelterrein is een gemiddelde afbuigende berijding per wissel aangehouden. Alle andere afbuigend bereden wissels zijn altijd wel individueel gemodelleerd. Bij het modelleren van het rangeren is voor de Driehoek en N203 uitgegaan van 50% SGM en 50% SLT materieel, terwijl deze verhoudingen soms net anders zijn. De verschillen in bronvermogens tijdens het rangeren zijn echter gering, dat dit nauwelijks invloed (<0,3 db) heeft op het eindresultaat. Door een vereenvoudiging is bij de Driehoek is een andere verhouding tussen SGM en SLT gebruikt bij het overstaan dan aangegeven in de bedrijfssituatie van Bijlage K. In de berekeningen is uitgegaan van 48 bakken SLT en 52 bakken SGM. In de bedrijfssituatie is aangegeven dat 56 bakken SLT en 44 bakken SGM overstaan. SGM maakt bij het overstaan meer geluid dan SLT. De berekeningen geven daardoor een kleine overschatting. Het effect op de totale geluidsniveaus op de rekenpunten is gering (< 0,5 db). Een vergelijkbare vereenvoudiging is bij de varianten Beverwijk Wijckerpoort en De Scheg gebruikt. De gemodelleerde aantallen treinen wijken iets af van de aantallen genoemd in de RBS in Bijlage K. Hierdoor zijn vier bakken meer SGM materieel gemodelleerd dan beschreven in de RBS. Deze wijziging heeft een geringe invloed (<0,3 db) op de resultaten. Ter informatie wordt aangegeven dat de Handleiding meten en rekenen industrielawaai een foutenmarge hanteert van 1-2 db Bodem De bodemgebieden van wegen en water zijn weergegeven in figuur 9 van Bijlage A. Deze informatie wordt beschreven in paragraaf Het bodemgebied van het emplacement is bij iedere variant half zacht (B=0,7), conform het Modelleringsprotocol [4] Bronvermogens Voor de bronvermogens van het materieel zijn gegevens uit de Bronnenlijst 3.0 van ProRail [5] gebruikt. Hierin staat hoeveel geluid wordt geproduceerd tijdens het rangeren of tijdens actieve of niet-actieve overstand Gemiddelde rangeersnelheid In alle varianten is uitgegaan van een gemiddelde rangeersnelheid op de emplacementen van 20 km/uur. 22

23 3.4 Bepaling benodigde akoestische maatregelen Om te kunnen bepalen welke akoestische maatregelen genomen moeten worden, zal uitgegaan moeten worden van een te vergunnen geluidsniveau. Normaal gesproken geldt de volgende relatie: hoe lager het geluidsniveau wat vergund kan worden, hoe meer maatregelen genomen moeten worden. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de wetgeving die hierbij van toepassing is. Hierna worden de verwachte te vergunnen geluidsniveaus toegelicht Wettelijk beoordelingskader Het emplacement Uitgeest betreft een inrichting en valt onder de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). De geluidsbelasting van een inrichting wordt bepaald door middel van de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai uitgave Beoordeling van deze geluidsniveaus vindt doorgaans plaats aan de hand van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, uitgave Een uitzondering vormen de gemeentes met een eigen Nota Industrielawaai. De gemeentes Uitgeest en Castricum hebben deze nota niet opgesteld. Conform het Besluit omgevingsrecht (BOR), vallen de volgende activiteiten op een spoorwegemplacement onder de inrichting: samenstellen van goederentreinen door middel van stoten of heuvelen 1 ; onderhouden, repareren, behandelen van de oppervlakte, keuren, reinigen, verhandelen, verhuren of proefdraaien van spoorvoertuigen of onderdelen daarvan 1 ; stoppen, beginnen, eindigen van treinen of treindelen 2 ; handelingen waarmee de samenstelling van treinen of treindelen wordt gewijzigd 2. Alle handelingen nodig om dergelijke activiteiten uit te voeren vallen hieronder. Het rangeren is daar een voorbeeld van. Doorgaand treinverkeer behoort niet tot een emplacement. Deze activiteiten vallen binnen de Hst 11 van de Wet milieubeheer indien het spoor is opgenomen in de Regeling geluidplafondkaart milieubeheer. De geluidsbelasting veroorzaakt door treinen rijdend over dit zogenaamde doorgaand spoor wordt beoordeeld aan de hand van Geluid Productie Plafonds, (GPP s) volgens hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer. Deze geluidsbelasting wordt berekend met het volgens het bijlage IV van het Reken- en Meetvoorschrift Geluid Kenmerken van doorgaande treinen zijn: 1 ze rijden onder dienstregelingnummer; ze zijn opgenomen in de dienstregeling; ze voeren verlichting die kenmerkend is voor doorgaande treinen De eerste twee kenmerken zijn hierbij bepalend. De derde is indicatief Besluit omgevingsrecht 2 Nota van toelichting, Inrichtingen en vergunningenbesluit 3 Reken- en Meetvoorschrift Railverkeerslawaai, versie aug ABRvS /1 datum 15 juni ABRvS /1 datum 28 januari Richtlijn d.d. 23 jan 1991 van de Directoraat-Generaal Milieubeheer betreffende Afstemming Hinderwet/Besluit geluidhinder spoorwegen 23

24 Tot de doorgaande treinen worden ook die treinen gerekend die in afwachting zijn van vertrek of op weg zijn naar een buiten de inrichting gelegen bestemming, dan wel hier vandaan komen Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is hierbij het bevoegd gezag. Via Haarlem zullen ook treinen van en naar Uitgeest rijden, waaronder mogelijk een VAM-transport waarvan de loc zal moeten kopmaken op het emplacement. Deze activiteit valt binnen de inrichting en is opgenomen in de vergunning van het emplacement. Door de RvS-uitspraak over het kopmaken op Leiden 8, wordt dit nu gezien als een activiteit vallend onder de wetgeving voor het doorgaand spoor en niet meer onder de Wabo Beoordeling berekende geluidsniveaus In deze paragraaf wordt de beoordeling van de equivalente geluidsniveaus, veroorzaakt door het emplacement, beschreven. Deze beoordeling vindt plaats conform de Wet milieubeheer. De Handreiking vergunningverlening [2] wordt hierbij als uitgangspunt genomen. In het centrum van Uitgeest is al een spoorwegemplacement, dat in gebruik blijft. We gaan er daarom van uit dat de uitbreiding niet leidt tot een nieuwe inrichting, en dat voor de beoordeling uitgegaan moet worden van een bestaande inrichting. Conform de Handreiking geldt bij de beoordeling van equivalente geluidsniveaus bij een bestaande inrichting het volgende stappenplan: 1 Toetsing aan richtwaarden conform een tabel uit de Handreiking. 2 Overschrijding van deze richtwaarden is mogelijk tot het referentieniveau van de omgeving. 3 Hogere geluidsniveaus dan het referentieniveau kunnen in sommige gevallen toelaatbaar worden geacht. Hierover moet een bestuurlijke afweging plaatsvinden waarbij de geluidsbestrijdingskosten een belangrijke rol spelen. 4 Er geldt dan een maximum van 55 db(a) etmaalwaarde, wat gelijk is aan 45 db(a) in de nachtperiode. Bij een nieuwe inrichting is het volgende stappenplan van toepassing: 1 Toetsing aan richtwaarden conform een tabel uit de Handreiking. 2 Overschrijding van deze richtwaarden is mogelijk. Hierover moet een bestuurlijke afweging plaatsvinden waarbij het referentieniveau van de omgeving een belangrijke rol speelt. 3 Er geldt een maximum van 50 db(a) etmaalwaarde, wat gelijk is aan 40 db(a) in de nachtperiode Omgeving Uitgeest, 50 db(a) etmaalwaarde De huidige vergunning van het emplacement [8] is in 2001 verleend. Hierin is voor de nachtperiode uitgegaan van een te vergunnen maximaal geluidsniveau van 40 db(a). Dit komt overeen met 50 db(a) etmaalwaarde. 7 ABRvS E datum 23 mei ABRvS /1. datum 15 februari

25 Voor de beoordeling van het equivalente geluid veroorzaakt door het emplacement zal uitgegaan worden van 50 db(a) etmaalwaarde. Dit komt overeen met 40 db(a) in de nachtperiode. Er zijn ook varianten nabij de A9. De Driehoek ligt aan de westkant en de N203 variant aan de oostkant van de A9. Verwacht wordt dat de rekenpunten nabij de A9 een hoog achtergrondgeluidsniveau kennen, waardoor ook hier het uitgangspunt van een te vergunnen waarde van 50 db(a) etmaalwaarde juist is. Een rekenpunt aan de Busch en Dam nabij Krommenie is toegevoegd ter informatie. Hier worden lage geluidsniveaus berekend. Een beoordeling om akoestische maatregelen af te wegen wordt voor dit punt niet nodig geacht. Het bevoegd gezag kan 55 db(a) etmaalwaarde toestaan. Zij kunnen dit pas doen na een bestuurlijk afwegingsproces waarin de kosten voor het verlagen van het geluidsniveau tot 50 db(a) etmaalwaarde een belangrijke rol spelen. Deze kosten worden inzichtelijk gemaakt, door 50 db(a) als uitgangspunt te nemen voor het specificeren van maatregelen Omgeving Castricum, 40 tot 50 db(a) etmaalwaarde De te vergunnen waarden zijn gelijk aan het achtergrondgeluidsniveau, of kunnen tot 50 db(a) worden opgehoogd na een bestuurlijke afweging. Voor de omgeving wordt uitgegaan van een landelijke omgeving of een rustige woonwijk. In een landelijke omgeving is het achtergrondgeluidsniveau circa 40 db(a) etmaalwaarde. In een rustige woonwijk is dit niveau circa 45 db(a). In de omgeving van het gebied waar het emplacement mogelijk gerealiseerd wordt is de spoorweg een geluidsbron. Door het discontinue karakter van spoorweggeluid is de bijdrage hiervan aan het omgevingsgeluid gering. Drukke autowegen liggen veraf. Vandaar de typering landelijke omgeving of een rustige woonwijk. Ingeschat is dat de afgelegen woningen in een landelijke omgeving liggen waar de te vergunnen geluidsbelasting 40 db(a) etmaalwaarde is. Voor de woningen in woonwijken is ingeschat dat dit niveau 45 db(a) etmaalwaarde is. Voor woningen aanwezig op het bedrijventerrein Castricummer Werf wordt uitgegaan van een te vergunnen geluidsbelasting van 50 db(a) etmaalwaarde. Conform de Handleiding moet voor woningen op een bedrijventerrein gestreefd worden naar 55 db(a) etmaalwaarde. Maximaal mag 65 db(a) etmaalwaarde vergund worden. Het gekozen uitgangspunt van 50 db(a) etmaalwaarde voor deze woningen is conservatief Omgeving Beverwijk, 50 db(a) etmaalwaarde De huidige vergunning [16] van het emplacement is in 2009 verleend en in 2010 aangepast na een ambtshalve wijziging [17]. Hierin is aangegeven dat de omgeving gekarakteriseerd mag worden als een woonwijk in de stad. Conform de Handleiding [2] mag daarmee voor de vergunningverlening uitgegaan worden van 50 db(a) etmaalwaarde. In dit onderzoek is dit uitgangspunt overgenomen. Het bevoegd gezag kan 55 db(a) etmaalwaarde toestaan. Zij kunnen dit pas doen na een bestuurlijk afwegingsproces waarin de kosten voor het verlagen van het geluidsniveau tot 50 db(a) etmaalwaarde een belangrijke rol spelen. Deze kosten worden inzichtelijk gemaakt, door 50 db(a) als uitgangspunt te nemen voor het specificeren van maatregelen. 25

26 3.5 Maximale geluidsniveaus In dit rapport zijn de varianten beoordeeld op hoofdlijnen. Dit zijn de equivalente geluidsniveaus. De beoordeling van maximale geluidsniveaus conform de beoordelingswijze beschreven in de circulaire Piekgeluiden [3] is niet gedaan. Ook de omroepinstallatie is buiten beschouwing gelaten. 3.6 Rekenpunten gebruikt voor het bepalen van de akoestische maatregelen Locaties van de rekenpunten De vergunning van het emplacement Uitgeest [8] beschrijft geen vergunningspunten. Er wordt verwezen naar de gevels van alle woningen. In de praktijk betekent dit veel vergunningspunten. In dit onderzoek wordt de geluidsbelasting berekend op enkele representatieve punten op de gevels van woningen en niet op alle gevels. Deze zijn overgenomen uit het eerdere akoestisch onderzoek naar het emplacement Uitgeest [9]. De locaties van de rekenpunten zijn wel aangepast, omdat deze nu soms net binnen een gebouw blijken te liggen. Het punt is dan weer voor de gevel van het gebouw geplaatst. Voor Castricum zijn rekenpunten geplaatst op een selectie van nabij gelegen woningen. Voor de varianten in Beverwijk zijn alleen punten op dicht bij gelegen woningen overgenomen, waarbij soms is gekozen voor een iets andere locatie van een rekenpunt. Ook is ter informatie een rekenpunt opgenomen nabij het gebied van Ankie s Hoeve. Hier wordt mogelijk nieuwbouw gerealiseerd waaronder woningen [18]. In figuur 3 tot en met figuur 6 van Bijlage A zijn de locaties van alle rekenpunten weergegeven. In Bijlage B zijn nadere gegevens van de rekenpunten gegeven Gerekend exclusief gevelreflectie Er is altijd gerekend exclusief gevelreflectie. Deze methode is aanbevolen in de Handreiking [2] Beoordelingshoogte van 5m gebruikt voor de rekenpunten De gebruikte rekenhoogte voor de rekenpunten waarmee bepaald word of akoestische maatregelen nodig zijn is 5 meter boven maaiveld. Dit is de aanbevolen rekenhoogte volgens de Handreiking [2]. Er zijn woningen die hoger liggen dan 5 meter. Bijvoorbeeld in Uitgeest aan het A. van Renesseplein. In de resultaten worden op die punten wel geluidsniveaus berekend op hoogtes hoger dan 5 meter. Deze worden echter niet meegenomen bij het bepalen van de maatregelen. Het beschermen van dergelijke hooggelegen woningen met geluidschermen, vereist ook schermen die vergelijkbaar hoog zijn. Dit is kostbaar en onrealistisch. 26

27 3.7 Kosten van akoestische maatregelen Maatregelen om de overdracht van geluid van de bron naar de ontvanger te verminderen, bestaan langs het spoor uit geluidschermen. De kosten van deze maatregelen zijn begroot op 765,- /m 2. Deze eenheidsprijs is bepaald door de prijs uit de kostenkentallen van schermen langs wegen [11]. Hierin is voor 2007 aangegeven dat schermen van 3 tot en met 6 meter hoogte gemiddeld 665,- /m 2 kosten. Dit bedrag is gecorrigeerd voor een inflatie van 2% per jaar, wat in 2014 een totale correctie is van 15%. De kosten zijn inclusief interne productiekosten (bij Rijkswaterstaat) en BTW, waarbij uitgegaan is van een gemiddelde. De werkelijke kosten van een specifiek scherm kunnen tot 40% afwijken, volgens het rapport van Rijkswaterstaat. ProRail heeft alleen kostenkentallen van geluidsschermen tot 4 meter hoog opgegeven [12]. Langs wegen zijn kostenkentallen voor schermen tot 8 meter hoog bepaald. De benodigde schermen zijn bij Uitgeest hoger dan 4 meter, vandaar dat de kostenkentallen van Rijkswaterstaat langs wegen zijn gebruikt. Opgemerkt wordt dat de gebruikte 765,- /m 2 voor schermen van 3 tot 6 meter hoog vergelijkbaar is met de prijs voor schermen van 2 tot 4 meter hoog uit het PHS rapport [10]. Daar in wordt uitgegaan van /m 1, wat voor die hoogtes overeenkomt met circa 740,- /m 2. Naast schermen kunnen voor het emplacement spoorstaafconditioneringssystemen (SSCS en) worden toegepast om booggeluid te verminderen. Deze systemen kosten circa per stuk en beïnvloeden het booggeluid ontstaan op meerdere wissels. Het onderhoud van deze installaties kost circa 4500 per jaar per installatie en is niet meegerekend. Ook het onderhoud van de schermen is niet meegerekend. 3.8 Locaties schermen t.o.v. spoor Alle schermen zijn geplaatst op minimaal 4,5 meter uit hart spoor, conform de afstandseisen uit OVS00058, versie: 003, d.d Hierin wordt een minimale afstand van 4,5 meter voorgeschreven tussen de geluidsbeperkende constructie en het hart van het spoor voor constructies hoger dan 1,5 meter en situaties waarin geen kabelgoten naast het spoor zijn aangebracht. 3.9 Maximale scherm hoogte Er wordt niet gerekend met schermen hoger dan 6 meter. Schermen hoger dan deze hoogte worden niet meer realistisch geacht. 27

28 4 Berekende geluidsniveaus emplacementen per variant In dit hoofdstuk worden per variant de geluidsbelastingen veroorzaakt door het emplacement besproken. Er zal bepaald worden of het emplacement vergunbaar is zonder maatregelen en of geluidsschermen nodig zijn om het wel vergunbaar te maken. De kosten van de akoestische maatregelen worden per variant inzichtelijk gemaakt. 4.1 Resultaat variant 1C De resultaten van variant 1C hoger dan 47 db(a) etmaalwaarde zijn weergegeven in tabel XIII. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage C. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 3, figuur 4 en figuur 5 van Bijlage A. De geluidscontouren exclusief geluidschermen zijn weergegeven in figuur 19 van Bijlage A. De geluidsniveaus bij de rekenpunten 3, 4 en 5 zijn hoger dan 50 db(a) etmaalwaarde en worden voornamelijk veroorzaakt door het afbuigend berijden van wissels tussen spoor 1 en 3. Hierbij moet in de huidige lay out drie maal een wissel afbuigend bereden worden om van spoor 3, via spoor 2 naar het opstelterrein te komen. Theoretisch kan dit met één afbuigend bereden wissel. Als dit in de praktijk ook uitgevoerd kan worden, zal het geluidsniveau dalen tot rond de 50 db(a) wat vergunbaar is zonder aanvullende akoestische maatregelen. Bij de rekenpunten 27 en 28 zijn de geluidsniveaus ook hoger dan 50 db(a). Hier worden de geluidsniveaus voornamelijk veroorzaakt door het overstaan van treinen. Opgemerkt wordt dat het geluidsniveau mogelijk vergunbaar zijn zonder aanvullende maatregelen, want de niveaus zijn lager dan 55 db(a) etmaalwaarde. Hiervoor moet het bevoegd gezag een afweging maken waarbij geluidsbestrijdingskosten een belangrijke rol spelen. De benodigde aanvullende akoestische maatregelen om overal te komen tot maximaal 50 db(a) etmaalwaarde zijn: 200 meter lang en 5,5 meter hoog scherm langs het emplacement ter hoogte van het A. van Renesseplein, ter bescherming van de punten 3, 4 en 5. De kosten hiervan zijn , meter lang en 6 meter hoog scherm langs de N sporen ter bescherming van de punten 27 en 28. De kosten hiervan zijn ,-. De geluidscontouren met geluidschermen zijn weergegeven in figuur 20 van Bijlage A. De rekenresultaten op relevante punten zijn weergegeven in tabel XIII. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage C. Inclusief de naar schatting 7 benodigde SSCS voor de 17 wissels die bij deze variant afbuigend bereden worden, zijn de totale kosten voor akoestische maatregelen bij deze variant ,-. 28

29 tabel XIII rekenresultaten variant 1C, alleen etmaalwaarden hoger dan 47 db(a) op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde 1C met SSCS Etmaalwaarde 1C met SSCS en schermen 01 De Vrede De Vrede De Vrede A. van Renesseplein A. van Renesseplein Ziendervaart Ziendervaart Provincialeweg 3a Provincialeweg Ziendijk Resultaat variant 1E De resultaten van variant 1E hoger dan 47 db(a) etmaalwaarde zijn weergegeven in tabel XIV. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage D. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 3, figuur 4 en figuur 5 van Bijlage A. De geluidscontouren exclusief geluidschermen zijn weergegeven in figuur 21 van Bijlage A. Alle geluidsniveaus zijn gelijk of lager dan 50 db(a) etmaalwaarde. Er zijn geen aanvullende maatregelen nodig. Inclusief de naar schatting 7 benodigde SSCS voor de 13 wissels die bij deze variant afbuigend bereden worden zijn de totale kosten voor akoestische maatregelen bij deze variant ,-. tabel XIV rekenresultaten variant 1E, alleen etmaalwaarden hoger dan 47 db(a) op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde 1E met SSCS 01 De Vrede De Vrede A. van Renesseplein A. van Renesseplein Ziendijk

30 4.3 Resultaat variant Driehoek De resultaten van variant Driehoek hoger dan 47 db(a) etmaalwaarde zijn weergegeven in tabel XV. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage E. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 3, figuur 4 en figuur 5 van Bijlage A. De geluidscontouren exclusief geluidschermen zijn weergegeven in figuur 22 van Bijlage A. De geluidsniveaus bij de rekenpunten 8, 9, 11, 12, 17 en 18 zijn hoger dan 50 db(a) etmaalwaarde en worden voornamelijk veroorzaakt door het afbuigend berijden van wissels. Bij de rekenpunt 13 is het geluidsniveau ook hoger dan 50 db(a). Hier worden de geluidsniveaus voornamelijk veroorzaakt door het overstaan van treinen in combinatie met het afbuigend berijden van wissels. Opgemerkt wordt dat alle geluidsniveaus mogelijk vergunbaar zijn zonder aanvullende maatregelen, want de niveaus zijn lager dan 55 db(a) etmaalwaarde. Hiervoor moet het bevoegd gezag een afweging maken waarbij geluidsbestrijdingskosten een belangrijke rol spelen. De benodigde aanvullende akoestische maatregelen om overal te komen tot maximaal 50 db(a) etmaalwaarde zijn: 140 meter lang en 3 meter hoog scherm langs het emplacement ter hoogte van wisselstraat om te komen op de N sporen. Dit scherm beschermt de punten 11, 12 en 13. De kosten hiervan zijn , meter lang en 4 meter hoog scherm langs de andere kant van het emplacement ter hoogte van wisselstraat om te komen op de N sporen. Dit scherm beschermt de punten 17 en 18. De kosten hiervan zijn , meter lang en 4 meter hoog scherm langs spoor 7. Dit scherm beschermt de punten 8 en 9. De kosten hiervan zijn ,-. Opgemerkt wordt dat er voor de beoordeling van de schermen alleen is gekeken naar rekenpunten op een hoogte van 5 meter. Er zijn in de nabijheid van deze variant veel woningen die hoger zijn gelegen. Deze woningen zullen onbeschermd blijven. De geluidscontouren met geluidschermen zijn weergegeven in figuur 23 van Bijlage A. De rekenresultaten op relevante punten zijn weergegeven in tabel XV. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage E. Inclusief de naar schatting 10 benodigde SSCS voor de 19 wissels zijn de totale kosten voor akoestische maatregelen bij deze variant ,-. 30

31 tabel XV rekenresultaten variant Driehoek, alleen etmaalwaarden hoger dan 47 db(a) op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde Driehoek met SSCS Etmaalwaarde Driehoek met SSCS en schermen 07 De Dadelboom 2a-f A. van Renesselaan Kleis Kruiskamplaan Smallekamplaan Smallekamplaan Smallekamplaan Kruiskamplaan Gebouw B2, HMS Gebouw A1, HMS Gebouw B1, HMS Burg. van Roosmalenstraat Burgemeester van Roosmalenstraat 1a Middelweg Spoorlaan Spoorlaan Broekpolderweg 5b Resultaat variant N203 De resultaten van variant N203 hoger dan 47 db(a) etmaalwaarde zijn weergegeven in tabel XVI. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage F. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 3, figuur 4 en figuur 5 van Bijlage A. De geluidscontouren exclusief geluidschermen zijn weergegeven in figuur 24 van Bijlage A. De geluidsniveaus bij de rekenpunten 8, 9, 17 en 18 zijn hoger dan 50 db(a) etmaalwaarde en worden voornamelijk veroorzaakt door het afbuigend berijden van wissels. Bij de rekenpunten 17 en 18 worden de geluidsniveaus voornamelijk veroorzaakt door twee afbuigend bereden wissels. Bij de N203 variant rijden alle bakken tussen het perron en opstelterrein over een apart spoor. Dit spoor is aangesloten op het doorgaande spoor, door middel van twee wissels. Alle bakken moeten deze twee wissels afbuigend berijden, waardoor bij deze variant toch relatief veel booggeluid ontstaat nabij de rekenpunten 17 en 18. De hoogte van het scherm daar 31

32 wordt beïnvloed door een ongunstige reflectie van een van deze wissels met het gebouw van de tennisvereniging. De resultaten lijken op die berekend bij de variant Driehoek. Het voornaamste verschil met die variant is dat bij de N203 variant het opstelterrein verder van woningen is geplaatst. De wisselstraat voor het opstelterrein is ook verder weg gelegen. De twee hierboven genoemde wissels bij de N203 variant zorgen er echter voor dat het wisselbooggeluid bij deze variant toch belangrijk blijft. De benodigde aanvullende akoestische maatregelen om overal te komen tot maximaal 50 db(a) etmaalwaarde zijn: 185 meter lang en 4,5 meter hoog scherm langs de andere kant van het emplacement ter hoogte van wisselstraat om te komen op de N sporen. Dit scherm beschermt de punten 17 en 18. De kosten hiervan zijn , meter lang en 4 meter hoog scherm langs spoor 7. Dit scherm beschermt de punten 8 en 9. De kosten hiervan zijn ,-. Opgemerkt wordt dat er voor de beoordeling van de schermen alleen is gekeken naar rekenpunten op een hoogte van 5 meter. Er zijn in de nabijheid van deze variant veel woningen die hoger zijn gelegen. Deze woningen zullen onbeschermd blijven. De geluidscontouren met geluidschermen zijn weergegeven in figuur 25 van Bijlage A. De rekenresultaten op relevante punten zijn weergegeven in tabel XV. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage F. Inclusief de naar schatting 10 benodigde SSCS voor de 19 wissels zijn de totale kosten voor akoestische maatregelen bij deze variant ,-. tabel XVI rekenresultaten variant N203, alleen etmaalwaarden hoger dan 47 db(a) op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde Driehoek met SSCS Etmaalwaarde Driehoek met SSCS en schermen 04 A. van Renesseplein A. van Renesseplein De Dadelboom 2a-f A. van Renesselaan Kleis Kruiskamplaan Smallekamplaan Smallekamplaan Gebouw A1, HMS Gebouw B1, HMS Burg. van Roosmalenstraat

33 Naam Omschrijving Etmaalwaarde Driehoek met SSCS Etmaalwaarde Driehoek met SSCS en schermen 20 Burgemeester van Roosmalenstraat 1a Middelweg Spoorlaan Spoorlaan Ziendijk Resultaat variant Castricum Noord De resultaten van variant Castricum Noord hoger dan 37 db(a) etmaalwaarde zijn weergegeven in tabel XVIII. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage G. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 3, figuur 4 en figuur 5 van Bijlage A. De geluidscontouren exclusief geluidschermen zijn weergegeven in figuur 26 van Bijlage A. De activiteiten vallend onder de Wabo, worden uitgevoerd aan stilstaande treinen zoals gereedmaken, technische controle en inwendige reiniging. Deze veroorzaken alle geluidsniveaus. Het geluidsniveau bij rekenpunt C05 is hoger dan 40 db(a) etmaalwaarde. Verwacht is dat hier een geluidsniveau van 40 db(a) vergund kan worden. Bij andere locaties worden hogere geluidsniveau berekend dan 40 db(a) etmaalwaarde. Op die locaties zijn ook de hogere waarden vergunbaar, waardoor maatregelen daar niet nodig zijn. De school Bonhoeffercollege schermt bij deze variant het geluid af zodat de geluidsniveaus in de achterliggende wijk relatief laag blijven. Opgemerkt wordt dat alle geluidsniveaus mogelijk vergunbaar zijn zonder aanvullende maatregelen, want de niveaus zijn lager dan 50 db(a) etmaalwaarde. Hiervoor moet het bevoegd gezag een afweging maken waarbij het referentieniveau van de omgeving een belangrijke rol speelt. De benodigde aanvullende akoestische maatregelen om te komen tot maximaal 40 db(a) etmaalwaarde op punt C05 zijn: 225 meter lang en 4,5 meter hoog scherm langs het emplacement. De kosten hiervan zijn ,-. De geluidscontouren met geluidschermen zijn weergegeven in figuur 27 van Bijlage A. De rekenresultaten op relevante punten zijn weergegeven in tabel XVIII. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage G. Er zijn geen SSCS nodig, aangezien het rijden van en naar het emplacement niet valt onder de Wabo, maar onder Hst. 11 van de Wet milieubeheer. Deze wet heeft ruimere grenswaarden. De totale kosten voor akoestische maatregelen zijn bij deze variant ,-. 33

34 tabel XVIII rekenresultaten variant Castricum Noord alleen etmaalwaarden hoger dan 37 db(a) op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde Castricum noord Etmaalwaarde Castricum noord met scherm C04 Oosterbuurt C05 Doodweg C06 G. Kuijs-Piepersstraat C07 Castricummer Werf C08 Castricummer Werf C09 Castricummer Werf Resultaat variant Castricum Zuid De resultaten van variant Castricum Zuid hoger dan 37 db(a) etmaalwaarde zijn weergegeven in tabel XIX. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage H. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 3, figuur 4 en figuur 5 van Bijlage A. De geluidscontouren exclusief geluidschermen zijn weergegeven in figuur 28 van Bijlage A. De activiteiten vallend onder de Wabo, worden uitgevoerd aan stilstaande treinen zoals gereedmaken, technische controle en inwendige reiniging. Deze veroorzaken alle geluidsniveaus. Het geluidsniveau bij rekenpunt C05 is hoger dan 40 db(a) etmaalwaarde. Verwacht wordt dat hier een geluidsniveau van 40 db(a) vergund kan worden. Bij rekenpunt C06 wordt een geluidsniveau van 54 db(a) etmaalwaarde berekend, terwijl verwacht wordt dat hier 45 db(a) vergund kan worden. Bij rekenpunt C07 wordt een geluidsniveau van 58 db(a) etmaalwaarde berekend, terwijl verwacht wordt dat hier 50 db(a) vergund kan worden. De berekende geluidsniveaus zijn niet vergunbaar zonder aanvullende maatregelen, want de niveaus zijn hoger dan 50 db(a) etmaalwaarde op punt C06. Op punt C07 kan in principe 65 db(a) etmaalwaarde vergund worden aangezien dit punt op een bedrijventerrein ligt. Het berekende geluidsniveau op dit punt is daarmee niet beperkend. Een vergelijkbaar argument geldt voor punt C05, waar in principe 50 db(a) vergund kan worden. De benodigde aanvullende akoestische maatregelen om te komen tot de verwachte te vergunnen geluidsniveaus op alle rekenpunten bestaan uit schermen hoger dan 6 meter, wat hoger is dan het uitgangspunt. Er is daarom gerekend met schermen van maximaal 6 meter hoog. De kosten van de schermen zijn: 30 meter lang en 6 meter hoog scherm reduceert het geluidsniveau op C07, kosten , meter lang en 6 meter hoog scherm reduceert het geluidsniveau op de punten C06 en C05, kosten ,-. 34

35 De geluidscontouren met geluidschermen zijn weergegeven in figuur 29 van Bijlage A. De rekenresultaten op relevante punten zijn weergegeven in tabel XIX. De rekenresultaten op alle rekenpunten zijn weergegeven in Bijlage H. Er zijn geen SSCS nodig, aangezien het rijden van en naar het emplacement niet valt onder de Wabo, maar onder Hst. 11 van de Wet milieubeheer. Deze wet heeft ruimere grenswaarden. De totale kosten voor akoestische maatregelen bij deze variant ,-. tabel XIX rekenresultaten variant Castricum Zuid alleen etmaalwaarden hoger dan 37 db(a) op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde Castricum zuid Etmaalwaarde Castricum zuid met scherm C05 Doodweg C06 G. Kuijs-Piepersstraat C07 Castricummer Werf C08 Castricummer Werf C09 Castricummer Werf Resultaat variant Beverwijk Wijckerpoort In Beverwijk zijn de geluidsniveaus berekend op een beperkt aantal rekenpunten. Alle rekenresultaten van variant Wijckerpoort zijn weergegeven in tabel XIX. De rekenresultaten zijn ook weergegeven in Bijlage I. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 6 van Bijlage A. De geluidscontouren zijn weergegeven in figuur 30 van Bijlage A. De geluidsniveaus worden veroorzaakt door activiteiten uitgevoerd aan stilstaande treinen zoals gereedmaken, technische controle en inwendige reiniging. De berekende geluidsniveaus zijn vergunbaar zonder aanvullende maatregelen, want ze zijn allen lager dan 50 db(a) etmaalwaarde. Er zijn ook geen SSCS nodig, aangezien het rijden van en naar het emplacement niet valt onder de Wabo, maar onder Hst. 11 van de Wet milieubeheer. Deze wet kent ruimere grenswaarden. tabel XX rekenresultaten variant Beverwijk Wijckerpoort in etmaalwaarden op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde Wijckerpoort 1 Velserweg 4A 44 2 Vondellaan 13A, ziekenhuis 43 3 Stationsplein

36 Naam Omschrijving Etmaalwaarde Wijckerpoort 4 Stationsplein Wijkermolen Meerstraat (omgevingsvergunning 8 okt.2013) 36 7 zuiderkade Wijkeroogstraat Stedenbouwkundige ontwikkeling Ankies Hoeve Resultaat variant Beverwijk De Scheg Net als bij variant Wijckerpoort zijn ook bij deze variant alle rekenresultaten getoond. Voor De Scheg zijn ze weergegeven in tabel XXI. De rekenresultaten ook weergegeven in Bijlage J. De globale locatie van deze variant is weergegeven in figuur 2 van Bijlage A. De rekenpunten zijn weergegeven in figuur 6 van Bijlage A. De geluidscontouren zijn weergegeven in figuur 31 van Bijlage A. De geluidsniveaus worden veroorzaakt door activiteiten uitgevoerd aan stilstaande treinen zoals gereedmaken, technische controle en inwendige reiniging. De berekende geluidsniveaus zijn vergunbaar zonder aanvullende maatregelen, want ze zijn allen lager dan 50 db(a) etmaalwaarde. Het rijden van en naar het emplacement niet valt onder de Wabo, maar onder Hst. 11 van de Wet milieubeheer. Deze wet kent ruimere grenswaarden. Er zijn daarom geen SSCS nodig. tabel XXI rekenresultaten variant Beverwijk De Scheg in etmaalwaarden op 5 meter hoogte Naam Omschrijving Etmaalwaarde De Scheg 1 Velserweg 4A 41 2 Vondellaan 13A, ziekenhuis 40 3 Stationsplein Stationsplein Wijkermolen Meerstraat (omgevingsvergunning 8 okt.2013) 47 7 zuiderkade Wijkeroogstraat Stedenbouwkundige ontwikkeling Ankies Hoeve 45 Aan de Meerstraat in Beverwijk, nabij het emplacement ligt nu een parkeerplaats. In oktober 2013 is voor dit terrein een bouwvergunning afgegeven voor een pand met woningen. Dit pand is niet 36

37 meegenomen in het onderzoek. Er is wel een rekenpunt op de locatie van dit pand, het rekenpunt 4. Deze variant ligt het meest noordelijk en daarmee het dichts bij deze nieuw te realiseren woningen. De geluidsbelasting daar blijft ook bij deze variant lager dan 50 db(a) en daarmee vergunbaar. 37

38 5 GES scores per variant Eerst worden in dit hoofdstuk de GES scores gepresenteerd. Hierna worden de resultaten per variant besproken. 5.1 Hinder van alleen het emplacement In tabel XXII zijn de aantallen bewoners per GES score per variant weergegeven als alleen de geluidsbelasting vanwege het emplacement wordt beschouwd. Hierbij is het emplacement inclusief de eventueel benodigde maatregelen beschouwd. tabel XXII aantallen bewoners van alleen het emplacement met eventuele maatregelen per GES score GES score milieugezondheidskwaliteit 1C 1E Driehoek N203 Castricum Noord Castricum Zuid Wijcker- poort De Scheg 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende ruim onvoldoende zeer onvoldoende De resultaten per variant verschillen. Er zijn bij geen enkele variant bewoners in de GES score van 0, zeer goed. Bij deze score is de geluidsbelasting lager dan 43 db (gelijk aan 44 db(a) etmaalwaarde). Per variant is het onderzoeksgebied begrensd op deze geluidsbelasting. Woningen met score 0 vallen daarmee altijd buiten het onderzoeksgebied, waardoor er in geen enkele variant bewoners zijn met een GES score van 0. Bij iedere variant zijn maatregelen toegepast om de geluidsbelasting te beperken tot 50 db(a) etmaalwaarde en in Castricum op sommige locaties nog lager. Deze waarde valt in de score 2/3 redelijk. Er zijn daarom geen scores hoger dan Hinder door extra doorgaand treinverkeer Voor de twee varianten in Beverwijk zal het doorgaand treinverkeer toenemen. Treinen die eindigen in Uitgeest moeten bij deze varianten naar Beverwijk en terug rijden. Deze treinen zullen als doorgaande treinen beoordeeld worden in het kader van hst. 11 van de Wet milieubeheer. In totaal zullen 200 extra bakpassages plaatsvinden in de nacht. Bij uitvoering van PHS is er al een geluidsbelasting op woningen langs dit traject door het normale doorgaande treinverkeer. De extra treinen geven een toename. Deze toename is in GES scores uitgedrukt door het verschil in GES scores te bepalen tussen de volgende twee situaties: 38

39 1 uitvoering van PHS; 2 uitvoering van PHS met 200 bakken extra (100 bakken heen en 100 bakken terug). In tabel XXIII zijn deze verschillen in aantallen bewoners per GES scores per variant weergegeven. tabel XXIII verschillen van aantallen bewoners door extra treinverkeer vanwege het emplacement per GES score GES score milieugezondheidskwaliteit Wijcker- poort De Scheg 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende ruim onvoldoende zeer onvoldoende 0 0 Per variant is het totaal van de toe- en afnames nul. Dit komt omdat alleen de verschuivingen tussen de klassen zijn weergegeven. Hierbij is het niet zo dat er circa 700 bewoners van een score 0 naar een score 4 gaan. Vele bewoners krijgen slechts een verhoging van één punt. In de tabel staat het totale resultaat. Bij de beide varianten in Beverwijk rijden de treinen op hoge snelheid langs vele woningen. Bewoners zijn meegeteld als de geluidbelasting op de gevel van hun huis vanwege de extra treinen hoger is dan 40 db, waarmee het gebied relatief ruim is. Het totaal zijn er bewoners in dit onderzoeksgebied geteld. Bij de varianten in Uitgeest is er geen extra doorgaand treinverkeer. Bij de varianten in Castricum rijden de extra treinen een klein stuk langs enkele woningen. De effecten zullen daar veel kleiner zijn. De verschillen voor het traject tussen Uitgeest en Beverwijk zijn berekend uit de resultaten weergegeven in tabel XXIV en tabel XXV. Hier zijn de aantallen bewoners per GES score weergegeven voor de twee eerder genoemde situaties. 39

40 tabel XXIV aantal bewoners per GES score vanwege het treinverkeer bij uitvoering van PHS GES score milieugezondheidskwaliteit traject tussen Uitgeest en Beverwijk 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende 0 7 ruim onvoldoende 0 8 zeer onvoldoende 0 tabel XXV aantal bewoners per GES score vanwege treinverkeer bij uitvoering van PHS en het extra treinverkeer GES score milieugezondheidskwaliteit traject tussen Uitgeest en Beverwijk 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende 0 7 ruim onvoldoende 0 8 zeer onvoldoende Hinder van alle geluidsbronnen samen In tabel XXVI zijn de verschillen in aantallen bewoners per GES scores per variant weergegeven tussen de volgende twee situaties: 1 uitvoering van PHS, de variant wordt niet uitgevoerd (geen emplacement); 2 uitvoering van PHS en de variant inclusief eventuele schermen is gerealiseerd. De geluidsbelasting van wegverkeer, andere industrie en autowegen is ook meegerekend. Een toename in een score betekent dat meer mensen in die score vallen, na realisatie van het emplacement. 40

41 tabel XXVI verschil in aantallen bewoners per GES score bij beschouwing van alle geluidsbronnen samen GES score milieugezondheidskwaliteit 1C 1E Driehoek N203 Castricum Noord Castricum Zuid Wijcker- poort De Scheg 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende ruim onvoldoende zeer onvoldoende Per variant is het totaal van de toe- en afnames nul. Dit komt omdat alleen de verschuivingen tussen de klassen zijn weergegeven. Om aan te geven hoe deze verschillen berekend zijn, staan hieronder nog twee tabellen. In tabel XXVII zijn de aantallen bewoners per GES score weergegeven per variant, waarbij alle geluidsbronnen zijn beschouwd. In die tabel zijn de scores gegeven na realisatie van het emplacement en bijbehorende geluidsschermen, indien van toepassing. In tabel XXVIII zijn voor hetzelfde onderzoeksgebied dezelfde scores gegeven indien het emplacement en schermen niet gerealiseerd worden. In die tabel staat de hinderscore zoals deze zal zijn in 2020 zonder emplacement. Het verschil tussen tabel XXVII en tabel XXVIII zijn de verschillen in aantallen bewoners per GES scores per variant als het emplacement gerealiseerd wordt. Deze verschillen staan in de eerder gepresenteerde tabel XXVI. tabel XXVII aantallen bewoners per GES score bij beschouwing van alle geluidsbronnen samen als het emplacement en eventuele schermen gerealiseerd worden GES score milieugezondheidskwaliteit 1C 1E Driehoek N203 Castricum Noord Castricum Zuid Wijcker- poort De Scheg 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende ruim onvoldoende zeer onvoldoende

42 tabel XXVIII aantallen bewoners per GES score bij beschouwing van alle geluidsbronnen samen als het emplacement en eventuele schermen NIET gerealiseerd worden GES score milieugezondheidskwaliteit 1C 1E Driehoek N203 Castricum Noord Castricum Zuid Wijcker- poort De Scheg 0 zeer goed goed /3 redelijk matig zeer matig onvoldoende ruim onvoldoende zeer onvoldoende Bij de Castricum Noord zijn bij geen enkele score bewoners geteld. Het onderzoeksgebied is begrensd op die geluidsbelasting waarbij het emplacement de scores kan beïnvloeden. Bij deze variant is deze geluidsbelasting bij alle woningen te klein, waardoor binnen het onderzoeksgebied geen bewoners zijn. 5.4 Bespreking resultaten per variant Variant 1C De GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant gemiddeld, zoals te zien is in tabel XXII. Bij variant 1C zijn geluidschermen nodig om de geluidsniveaus vanwege het emplacement te beperken tot 50 db(a) etmaalwaarde. Deze schermen reduceren ook het geluidsniveau vanwege het doorgaande treinverkeer. Hierdoor is er bij score 6 onvoldoende een kleine afname van de hinder. Deze verschuiven naar de score 5 zeer matig in tabel XXVI. Bij één locatie zijn er geen schermen nodig, maar is er wel een effect van het emplacement. Dit geeft de afname bij 4 matig. Deze ene locatie wordt score 5, zeer matig in tabel XXVI Variant 1E De GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant gemiddeld en lijken in aantallen op variant 1C, zoals te zien is in tabel XXII. Bij variant 1E zijn geen schermen nodig om het geluidsniveau te beperken tot 50 db(a) etmaalwaarde. Er is daardoor geen invloed op het geluidsniveau van het doorgaande treinverkeer als deze variant gerealiseerd wordt. 42

43 Het onderzoeksgebied is steeds beperkt door het geluidsniveau wat het emplacement veroorzaakt. Buiten het onderzoeksgebied is er daardoor geen invloed van het emplacement te verwachten. Binnen het onderzoeksgebied van deze variant wordt de geluidsbelasting bepaald door andere geluidsbronnen dan het emplacement. Hierdoor vindt er geen verschuivingen plaats binnen de GES scores na realisatie van deze variant zoals blijkt uit tabel XXVI Variant Driehoek De aantallen bewoners per GES score van alleen het emplacement zijn bij deze variant hoog. De score is weergegeven in tabel XXII. Dit wordt veroorzaakt door de hoge aantallen woningen in de directe nabijheid van dit emplacement. Er zijn veel woningen die door deze variant beïnvloedt zullen worden. Het geluid is een combinatie van wisselbooggeluid en het overstandgeluid van treinen. Bij variant Driehoek zijn schermen nodig aan weerszijden van het emplacement. Deze schermen verminderen ook het geluidsniveau van het doorgaande treinverkeer, wat zorgt voor een afname van de totale hinder. Hierdoor verschuiven er bewoners naar score 5 matig van een hogere score zoals te zien in tabel XXVI Variant N203 Net als bij de Driehoek zijn de aantallen bewoners per GES score van alleen het emplacement hoog. De aantallen zijn weergegeven in tabel XXII. Bij variant N2013 worden er wissels afbuigend bereden op een locatie waar relatief veel woningen en daarmee bewoners zijn. Hierin lijkt deze variant op de Driehoek. Aanvullend heeft de Driehoek het overstaan van materieel nabij woningen, wat ook geluid veroorzaakt. Doordat dit geluid bij de N203 variant ontbreekt, is de GES score bij deze variant wat lager dan de Driehoek. Het verschil is echter klein. Bij de Driehoek zijn er namelijk maar een beperkt aantal woningen waarbij het overstandgeluid belangrijk is. De schermen van deze variant verminderen ook het geluidsniveau van het doorgaande treinverkeer, wat zorgt voor een afname van de totale hinder. Het effect is minder sterk dan bij de Driehoek, omdat hier minder schermen komen Variant Castricum Noord Bij variant Castricum Noord zijn er geen bewoners in het onderzoeksgebied, doordat de geluidsbelasting overal lager is dan 44 db(a) etmaalwaarde Variant Castricum Zuid De aantallen bewoners per GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant relatief laag, zoals te zien in tabel XXII. In de nabijheid van dit emplacement zijn minder woningen dan bij de varianten 1C, 1E en Driehoek. Bij deze variant zijn er schermen aan weerszijden van het emplacement. Deze zijn zo geplaatst dat deze de geluidsniveaus vanwege het doorgaande spoor alleen in zuidelijke richting beperken. In deze richting zijn er alleen enkele woningen aanwezig op het bedrijventerrein de Castricummer Werf. Bij een van die woningen wordt de GES score lager, door de realisatie van het emplacement inclusief geluidschermen. 43

44 Het emplacement ligt aan de zuidkant van het spoor. Als de schermen aan de noordzijde niet langs het emplacement, maar langs het doorgaande spoor geplaatst worden, staan de schermen verder van het emplacement. De schermen moeten dan groter uitgevoerd worden om hetzelfde effect te hebben op het geluidsniveau van het emplacement. Dit is duurder en niet beschouwd Variant Beverwijk Wijckerpoort De GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant laag, zoals te zien is in tabel XXII. Er zijn maar weinig woningen in het onderzoeksgebied en ze staan allemaal relatief ver. Dit verklaart de geringe GES score. Het emplacement zelf zal gerealiseerd worden in een omgeving waar de geluidsbelasting al groot is. De realisatie van het emplacement heeft daarom geen invloed op de al berekende GES scores daar. Bij realisatie van dit emplacement zal er ook extra doorgaand treinverkeer komen wat heen en weer rijdt tussen Uitgeest en Beverwijk. Het effect hiervan is relatief groot. Daarmee is de impact van deze variant op de GES scores relatief gezien zeer groot Variant Beverwijk De Scheg De GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant gemiddeld, zoals te zien is in tabel XXII. Deze variant ligt ten opzichte van Wijckerpoort meer naar het noorden en daarmee meer in de buurt van woningen. Er worden daardoor meer bewoners geluidsbelast dan bij Wijckerpoort. Het emplacement zelf zal gerealiseerd worden in een omgeving waar de geluidsbelasting al groot is. De realisatie van het emplacement heeft daarom geen invloed op de al berekende GES scores daar. Net als bij de variant Wijkerpoort zal ook bij realisatie van dit emplacement extra doorgaand treinverkeer gaan rijden. Het effect hiervan is relatief groot. Daarmee is de impact van deze variant op de GES scores vergelijkbaar met Wijckerpoort en ook relatief zeer groot. Het gebouw aan de Meerweg is niet meegenomen in dit onderzoek. Voor de bouw ervan is in 2013 een omgevingsvergunning afgegeven, waarbij de bouw van woningen is toegestaan. Als dit gebouw gerealiseerd wordt, zal dit afscherming geven voor de achterliggende bebouwing. Hierdoor neemt daar de GES score af. Verwacht is dat de door de realisatie van dit gebouw er meer bewoners geteld zullen gaan worden in de GES score 2/3, als alleen de geluidsbelasting van het emplacement wordt beoordeeld zoals weergegeven in tabel XXII. Ook wordt een toename verwacht van de aantallen bewoners die een hogere GES score ondervinden door het extra doorgaande treinverkeer. De impact van deze variant is al beoordeeld als groter dan de andere varianten. Dit oordeel zal niet wijzigen bij de realisatie van de woningen aan de Meerweg. 44

45 6 Conclusies Er zijn acht varianten van een nieuwe of een uitbreiding van een emplacement in de omgeving van Uitgeest onderzocht. Deze opstellocatie is nodig omdat binnen PHS, Uitgeest een eindpunt wordt voor stoptreinen. De acht varianten worden hier afzonderlijk besproken. 6.1 Variant 1C Verwacht is dat de totale kosten voor akoestische maatregelen bij deze variant ,- bedragen. Door veranderingen van de nu geschetste wisselstraat kan het mogelijk zijn om zonder scherm langs het A. van Renesseplein toch een vergunbare situatie te creëren. Onderzocht zal moeten worden of de wisselstraat inderdaad anders uitgevoerd kan worden. De aantallen bewoners per GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant gemiddeld. Doordat bij deze variant gerekend is met schermen, zal ook de geluidsbelasting vanwege het doorgaande treinverkeer dalen. Hierdoor daalt de totale hinder als deze variant gerealiseerd wordt. Opgemerkt wordt dat er voor de beoordeling van de schermen alleen is gekeken naar rekenpunten op een hoogte van 5 meter. Langs het A. van Renesseplein zijn woningen aanwezig die hoger zijn. Deze woningen zullen onbeschermd blijven. Hier zal de hinder naar verwachting toenemen. 6.2 Variant 1E Verwacht is dat de totale kosten voor akoestische maatregelen bij deze variant ,- bedragen. Er zijn geen geluidsschermen nodig. De aantallen bewoners per GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant gemiddeld. Bij variant 1E zijn geen schermen nodig. Er is daardoor geen invloed op de geluidsbelasting van het doorgaande treinverkeer als deze variant gerealiseerd wordt. Binnen het onderzoeksgebied van deze variant wordt de geluidsbelasting bepaald door andere geluidsbronnen dan het emplacement. Hierdoor vinden er geen verschuivingen plaats binnen de GES scores na realisatie van deze variant. 6.3 Variant Driehoek Voor deze variant is verwacht is dat de totale kosten voor akoestische maatregelen ,-. bedragen. De aantallen bewoners per GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant hoog. Er wonen relatief veel mensen in de nabijheid, wat deze score verklaart. 45

46 Bij variant Driehoek zijn schermen nodig aan weerszijden van het emplacement. Deze schermen verminderen ook de geluidsbelasting van het doorgaande treinverkeer. Na realisatie van deze variant inclusief schermen zal de totale hinder vanwege het geluid afnemen. Opgemerkt wordt dat er voor de beoordeling van de schermen alleen is gekeken naar rekenpunten op een hoogte van 5 meter. Er zijn in de nabijheid van deze variant veel woningen die hoger zijn gelegen. Deze woningen zullen onbeschermd blijven. Hier zal de hinder naar verwachting toenemen. 6.4 Variant N203 Voor deze variant wordt verwacht dat de totale kosten voor akoestische maatregelen ,-. bedragen. Ook al licht het opstelterrein buiten het centrum van Uitgeest, het rijden van en naar dit terrein geeft toch verhoogde geluidsniveaus nabij het station waar relatief veel woningen zijn. Daarom zijn ook bij deze variant geluidschermen nodig om te komen tot 50 db(a) etmaalwaarde wat vergunbaar geacht is. De aantallen bewoners per GES scores van alleen het emplacement zijn bij deze variant hoog. In de vergelijking met de Driehoek is de score lager. Bij de N203 staat het materieel over buiten het centrum, terwijl bij de Driehoek dit nabij het centrum gebeurt. Hierdoor zijn bij de N203 de geluidsniveaus lager, waardoor de hinder minder is. Het verschil is echter niet groot, doordat het geluid van het overstand bij de variant Driehoek maar op een beperkt aantal woningen belangrijk is. Ook de schermen van deze variant verminderen de geluidsbelasting van het doorgaande treinverkeer. Na realisatie van deze variant inclusief schermen zal de totale hinder vanwege het geluid afnemen. Opgemerkt wordt dat er voor de beoordeling van de schermen alleen is gekeken naar rekenpunten op een hoogte van 5 meter. Er zijn in de nabijheid van deze variant veel woningen die hoger zijn gelegen. Deze woningen zullen onbeschermd blijven. Hier zal de hinder naar verwachting toenemen. 6.5 Variant Castricum Noord Er is bij deze variant één punt waarop een overschrijding is van het verwachte te vergunnen geluidsniveau. De kosten om het geluidsniveau daar voldoende te reduceren zijn ,-. Net als bij N203 zijn er bij deze variant geen bewoners in het onderzoeksgebied, doordat de geluidsbelasting overal lager is dan 44 db(a) etmaalwaarde. De school Bonhoeffercollege schermt bij deze variant het geluid af zodat de geluidsniveaus in de achterliggende wijk relatief laag blijven. De school zelf is niet relevant voor dit onderzoek omdat een emplacement voornamelijk geluid produceert in de nachtperiode. Dan is de school gesloten. 46

47 6.6 Variant Castricum Zuid Bij deze variant zijn schermen nodig hoger dan 6 meter om te voldoen aan de te verwachte te vergunnen geluidsniveaus. Er is uitgegaan van schermen van 6 meter. De totale kosten hiervan zijn ,-. De aantallen bewoners per GES score van alleen het emplacement zijn bij deze variant relatief laag. Er zijn weinig bewoners in de directe omgeving. De aantallen bewoners per GES scores van alle geluidsbronnen wijzigt nauwelijks bij realisatie van deze variant. 6.7 Variant Beverwijk Wijckerpoort Er zijn geen akoestische maatregelen nodig bij realisatie van variant Beverwijk Wijckerpoort. De GES scores zullen toenemen, voornamelijk door het extra doorgaande treinverkeer tussen Uitgeest en Beverwijk. Dit extra verkeer ontstaat doordat treinen in Uitgeest hun dienstregeling eindigen en beginnen, terwijl ze in de tussenliggende periode in Beverwijk gestald worden. De impact van deze variant op de GES scores is daardoor relatief zeer groot. 6.8 Variant Beverwijk De Scheg Er zijn geen akoestische maatregelen nodig bij realisatie van variant Beverwijk De Scheg. De GES scores zullen toenemen, voornamelijk door het extra doorgaande treinverkeer tussen Uitgeest en Beverwijk. De impact van deze variant op de GES scores is daardoor, net als Wijckerpoort, realtief gezien zeer groot. Deze variant geeft hogere GES scores dan Wijckerpoort als alleen gekeken wordt naar de geluidsbelasting vanwege het emplacement. Er zullen meer bewoners beïnvloed worden door deze variant dan de variant Wijkerpoort. 47

48 7 Referenties [1] Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 1999; [2] Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 1998; [3] Circulaire Beoordelingswijze piekgeluiden voor spoorwegemplacementen, kenmerk LMV ; [4] Modelleringsprotocol emplacementen 2.1, versie 1.1 ProRail, d.d. 15 mei 2013; [5] Bronnenlijst ProRail, versie 3.0, d.d. 1 juni 2011; [6] Normprocestijden NSR, versie 2.0, d.d. 11 november 2010; [7] EDMS-# v2-PHS_AA_GEL_bedrijfssituaties_Uitgeest_alternatief_1C_en...; [8] Vergunning Wet milieubeheer, d.d. 27 maart 2001; [9] Akoestisch onderzoek emplacement Uitgeest, kenmerk NSTO/00/ /010, d.d. januari 2000; [10] Geluid op baanvakken, Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: Overige Maatregelen, Analyse geluidcapaciteit op programmaniveau, Versie 1.0, d.d [11] Kostenkentallen 2009, Ministerie verkeer en waterstaat, d.d. 30 september 2009; [12] Kostenkengetallen raildempers en schermen, april 2008 [13] Gezondheideffectscreening (GES), Stad&Milieu. Handboek voor een gezonde inrichting van de woonomgeving. VROM, versie 1.5, juli [14] Handreiking Omgevingslawaai 2011, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Januari 2011; [15] Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai; [16] revisie vergunning 10 juni 2009 voor Spoorsingel ong. te Beverwijk; [17] beschikking ambtshalve wijziging Spoorsingel ong. te Beverwijk, 10 augustus 2010; [18] Stedenbouwkundige randvoorwaarden Ankieʼs Hoeve ( ), Gemeente Beverwijk, Afdeling Stadszaken. 48

49 Bijlage A Figuren 49

50 Castricum Zuid Castricum Noord 1E 1C Driehoek N203 Beverwijk Wijckerpoort Beverwijk De Scheg 1 figuur 2 locatie acht varianten 50

51 figuur 3 rekenpunten gebruikt voor beoordeling akoestische maatregelen per variant 51

52 figuur 4 rekenpunten gebruikt voor beoordeling akoestische maatregelen per variant 52

53 figuur 5 rekenpunten gebruikt voor beoordeling akoestische maatregelen per variant 53

54 figuur 6 rekenpunten gebruikt voor beoordeling akoestische maatregelen per variant in Beverwijk 54

55 figuur 7 de gebouwen gebruikt in het rekenmodel 55

56 figuur 8 de gebouwen gebruikt in het rekenmodel 56

57 figuur 9 de bodemgebieden in het rekenmodel 57

58 figuur 10 de bodemgebieden in het rekenmodel 58

59 figuur 11 doorgaand treinverkeer in het rekenmodel 59

60 figuur 12 doorgaand treinverkeer in het rekenmodel 60

61 figuur 13 wegverkeer in het rekenmodel 61

62 figuur 14 wegverkeer in het rekenmodel 62

63 figuur 15 industrielawaai nabij Castricum in het omgevingsmodel 63

64 figuur 16 industrielawaai nabij Beverwijk in het omgevingsmodel 64

65 figuur 17 rekenpunten gebruikt t.b.v. berekenen GES score bij woningen 65

66 figuur 18 rekenpunten gebruikt t.b.v. berekenen GES score bij woningen 66

67 figuur 19 Etmaalwaarden contouren variant 1C excl. schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 67

68 figuur 20 Etmaalwaarden contouren variant 1C incl. blauw gekleurde schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 68

69 figuur 21 Etmaalwaarden contouren variant 1E. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 69

70 figuur 22 Etmaalwaarden contouren variant Driehoek excl. schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 70

71 figuur 23 Etmaalwaarden contouren variant Driehoek incl. blauw gekleurde schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 71

72 figuur 24 Etmaalwaarden contouren variant N203 excl. schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 72

73 figuur 25 Etmaalwaarden contouren variant N203 incl. blauw gekleurde schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 73

74 figuur 26 Etmaalwaarden contouren variant Castricum Noord excl. schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 74

75 figuur 27 Etmaalwaarden contouren variant Castricum Noord incl. blauw gekleurde schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 75

76 figuur 28 Etmaalwaarden contouren variant Castricum Zuid excl. schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 76

77 figuur 29 Etmaalwaarden contouren variant Castricum Zuid incl. blauw gekleurde schermen. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 77

78 figuur 30 Etmaalwaarden contouren variant Beverwijk Wijckerpoort. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 78

79 figuur 31 Etmaalwaarden contouren variant Beverwijk De Scheg. Woningen zijn gekleurd aan de hand van het verwachtte beoordelingsniveau (toetswaarde) 79