Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
|
|
- Willem Hermans
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer, december 2003 RIZA werkdocument Marloes Kolen
2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer, december 2003 RIZA werkdocument Marloes Kolen
3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Materiaal en methoden 7 3 Resultaten Bepaling geoogste hoeveelheid Gewichtsverdeling wortelknolletjes Verspreiding van wortelknolletjes Voorkomen van Knobbelzwaan en Kleine Zwaan in het Lauwersmeer Macrofauna en wortelknolletjes 19 4 Conclusie en aanbevelingen 21 5 Literatuur 22 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
4 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
5 1 Inleiding De Kleine Zwaan trekt vanuit z'n broedgebieden in Noord-Rusland naar Nederland om te overwinteren. De dieren arriveren doorgaans in het Lauwersmeer waar ze op voedselrijke wortelknolletjes van Schedefonteinkruid foerageren. Als ze gerust hebben en goed doorvoed zijn dan trekken ze verder naar akkerbouwgebieden of graslanden. Deze liggen in de omgeving, elders in Nederland of in Engeland. Het RIZA (Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling) onderzoekt de voedselecologie van de Kleine Zwaan in het Lauwersmeer. Er is gekeken naar hoeveel wortelknolletjes door de Kleine Zwaan worden gegeten. Door voor en na de overwinteringsperiode de hoeveelheid knolletjes te meten (van Eerden 1997). De laatste jaren lijkt de benutting van deze voedselbron anders te veriopen dan in de jaren 80. Dit is een reden om het onderzoek voort te zetten. Deze rapportage over de wortelknolletjes van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer is gemaakt om een overzicht te geven van de gevonden resultaten in 2001/02 en 2002/03. Er is aangegeven wat de verschillen zijn tussen beide monsterjaren, de verschillen tussen de twee monstervakken en de verschillen tussen de bemonsteringen in een seizoen. Verder worden de resultaten vergeleken met de bemonsteringen uit 1999/2000 en 2000/01. Op basis van de resultaten worden enkele conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek. Ook is aandacht besteed aan andere organismen die bij het zeven van de waterbodem worden aangetroffen. Dit om na te gaan of er een effect is van de zwanen op de aanwezigheid van deze fauna en anderzijds om een basis-monitoring op te zetten van deze weinig beschreven groepen organismen. Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
6 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer
7 2 Materiaal en methoden In 2001, 2002 en 2003 is er in het Lauwersmeer onderzoek gedaan naar de wortelknollen van Schedefonteinkruid Potamogeton pectinatus. Dit om na te gaan hoeveel knolletjes de Kleine Zwaan Cygnus bewickii van dit natuurlijk voorhanden voedsel weg eet. De vogels benutten deze voedselbron in de periode (oktober-november). In twee gebieden in het Lauwersmeer, Rilveld Noord en Zuid (figuur2), worden tweemaal per jaar 50 monsters genomen met behulp van een steekbuis (diameter 9,5 cm). Dit gebied is gelegen aan de monding van de Zoutkamperril, voor de westoever van de Schildhoekplaat. De monsters zijn op een systematische manier genomen. Er liggen 10 monsterpunten op een rij. Er liggen 5 rijen in een vak. Tussen twee monsterpunten zit ongeveer 10 meter. De monsters zijn ter plekke gezeefd (1 mm zeef) en de macrofauna in het sediment is gedetermineerd (op soort of groep) en geteld. Per wortelknolletje is in het laboratorium het drooggewicht bepaald. De gegevens zijn omgerekend naar aantal en gewicht per m 2. Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer
8 ' ; Figuur 2.1 Boven. Het Lauwersmeer met de twee bemonsterde vakken Rilveld Noord en Zuid. Onder. Het Noordvak en Zuidvak. \i % - / ' ' i \ Schildhoek Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer
9 3 Resultaten 3.1 Bepaling geoogste hoeveelheid Het aantal knollen en bijbehorend drooggewicht dat tijdens de bemonsteringen is geoogst is weergegeven in tabel 3.1. Tijdens alle bemonsteringen was het gemiddelde gewicht per vierkante meter erg laag, alleen in seizoen 1999/2000 en 2001/2002 kwam het gewicht boven de 7 gram DW/m ; (DW = drooggewicht). Tijdens de voorbemonstering was het aantal knollen groter dan tijdens de nabemonstering. Het gemiddeld gewicht per wortelknolletje is in seizoen 1999/2000, 2000/01 en 2002/03 noordvak is tijdens de nabemonstering groter dan tijdens de voorbemonstering. Voor het seizoen 2001/02 en 2002/03 zuidvak is het tegenovergestelde het geval. Het gemiddeld gewicht per vierkante meter neemt in de loop van het seizoen af. Alleen in het seizoen 2000/01 is er een toename van het gewicht per vierkante meter in de loop van het seizoen. Het gemiddeld gewicht per vierkante meter van de wortelknolletjes tijdens de nabemonstering in 2003 is erg laag. Tabel 3.1 De geoogste biomassa en aantallen knollen per steek en per m' tijdens de bemonsteringen van 1999/2000, 2000/ /2002 en 2002/2003 in het Rilveld noord en zuid. seizoen tijd soort gem#knol/steek gem#knol/m 2 gemgew/knol (gdw) gemgew/m 2 (gdw) 1999/2000 Voor noord 2, ,022 7,2 1999/2000 Na noord 1,4 203,2 0, /2000 Voor zuid ,4 0, /2000 Na zuid 0,9 127,0 0,038 4,9 2000/01 Voor noord 1,2 166, ,2 2000/01 Na noord 1,1 158,0 0,022 3,5 2000/01 Voor zuid 1, ,028 4,7 2000/01 Na zuid 1, ,031 5,2 2001/02 Voor noord 3,9 544, /02 Na noord 2,3 330, ,5 2001/02 Voor zuid 2,9 412,0 0, /02 Na zuid 2,3 335,8 0, /03 Voor noord 3,2 204,9 0,018 3,6 2002/03 Na noord 1,6 101, ,3 2002/03 Voor zuid , /03 Na zuid 1,5 95, ,1 # = aantal DW = drooggewicht 3.2 Gewichtsverdeling wortelknolletjes In figuur 3.1 is de gewichtsverdeling te zien van de wortelknolletjes in de vooren nabemonstering van de seizoenen 1999/2000, 2000/2001, 2001/2002 en 2002/2003 in het noord- en zuidvak. In het noordvak neemt de frequentie van het aantal knollen met een bepaalde gewichtsklasse af bij de nabemonstering. In het zuidvak is deze afname in een aantal gevallen ook geconstateerd. Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer
10 Figuur 3.1 De gewichtsverdeling van wortelknolletjes van Schedefonteinkruid Potamogeton pectinatus in de voor- en nabemonstering van de seizoenen 1999/ /2001, 2001/2002 en 2002/2003 in het noord- en zuidvak (gewicht In mg Drooggewicht). HO I 20 Seizoen 1999/2000 noord o litl.fln..n..^. r., voorbemonstering nabemonstering O p O O Q Q O O O Q Q c s i ^ - < o e o o c M ^ ( o a o o B- y-.- *- y~ CM gewicht mg 80 a> I.fc 20 Seizoen 1999/2000 zuid D voorbemonstering nabemonsterifig 111., 8 i S S 8 8? S S 8 T- T- y- r- T- OJ gewicht mg Seizoen 2000/2001 noord Seizoen 2000/2001 zuid 80 o 60 \ D voorbemonstering nabemonstering D voorbemonstering nabemonstering 2> 40 $ fc 20 lllln.nr.ju. C M S T-. y T - <- CM gewicht mg I * 20 trill YP". Tff... O O O Q O O O O O O Q C M T T I D C O O C M T J - C O C D O y- y~ y- y- y CM gewicht mg Seizoen 2001/2002 noord Seizoen 2001/2002 zuid D voorbemonstering nabemonstering 80» D voorbemonstering nabemonstering = 20 i m o o o o o o OJ BJ <D CO O gewicht mg O O Q o o OJ i- 2 co o I- y y- 1- CM * 20 0 ft llrliy. O O O O O O O O Q O Q C M - B J - C O C O O C M I I O C O O gewicht mg Seizoen 2002/2003 noord Seizoen 2002/2003 zuid cr I = 20 I fin,,.,,.,, O O O O O Q O O OJ t CO CO O OJ Tf gewicht mg D voorbemonstering nabemonstering o o CO o t- CM i 80 6 S, D voorbemonstering nabemonstering,fl,rl,n,r»., o o o o o o o o o o o C M T j - t O C O O C M ^ r i D C O O y- y- y- y- r- CM gewicht mg 10 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer
11 3.3 Verspreiding van wortelknolletjes In de figuren zijn de verspreiding van de aantallen wortelknolletjes weergegeven voor de seizoenen 1999/2000 tot en met seizoen 2002/03. Duidelijk is dat in de meeste gevallen het aantal knolletjes vermindert in de nabemonstering t.o.v. de voorbemonstering. Er zijn echter ook plaatsen waar tijdens de voorbemonstering geen wortelknolletjes werden gevonden en in de nabemonstering wel. In het seizoen 1999/2000 zijn geen grote verschillen te zien in de verspreiding van de aantallen wortelknolletjes. In het seizoen 2000/01 zijn in de nabemonstering op meer plaatsen wortelknolletjes teruggevonden dan in de voorbemonstering. Ook zijn er op enkele plaatsen hogere dichtheden van wortelknolletjes aangetroffen bij de nabemonstering. In het seizoen 2001/2002 zijn met name in het noordvak tijdens de voorbemonstering veel wortelknolletjes aangetroffen. In de nabemonstering zijn de aantallen lager en ook duidelijk lege plekken. In seizoen 2002/2003 zijn ook een aantal plaatsen waar bij de nabemonstering duidelijk minder wortelknolletjes aanwezig waren. Figuur 3.2 Verspreiding van de aantallen wortelknolletjes per m 2 in het noord- en zuidvak in het seizoen 1999/2000 (noordvak bovenaan, zuidvak onderaan). Aantal knolletjes seizoen 1999/2000 exemplaren par vierkante meter 0 I 1500 I A <f 11 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer
12 Figuur 3.3 Verspreiding van de aantallen wortelknolletjes per m' in het noord- en zuidvak in het seizoen 2000/2001 (noordvak bovenaan. zuidvak onderaan). VOOR NA a a a - a a a a a a» * > a a a a - a a a - a» a 9 a - a a a # a.... a - a a «- a - a a - a a - a. m m.. a a a a a a a a.....» m m»».... a a a Aantal knolletjes seizoen 2000/2001 exemplaren per vierkante meter 0 a i soo # > rw. JBiill, IliJBH _..\ 4 M. W M... B M M 12 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
13 Figuur 3.4 Verspreiding van de aantallen wortelknolletjes per m 2 in het noord- en zuidvak in het seizoen 2001/2002 (noordvak bovenaan, zuidvak onderaan). Aantal knolletjes seizoen 2001/2002 exemplaren per vierkante meter » >1000?-A H 13 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
14 Figuur 3.5 Verspreiding van de aantallen wortelknolletjes per m 2 in het noord- en zuidvak in het seizoen 2002/2003 (noordvak bovenaan, zuidvak onderaan). Aantal knolletjes seizoen 2002/2003 exemplaren per vierkante meter 0 a BBMIIBBH <»BBS?-A * In figuur staat de verspreiding van de gewichtsverdeling van de wortelknolletjes weergegeven. In de nabemonstering is het gewicht per vierkante meter lager dan in de voorbemonstering. In seizoen 1999/2000 zijn de gewichten van de wortelknollen bij de voorbemonstering op de meeste plaatsen hoger dan bij de nabemonstering. Dit is ook het geval voor seizoen 2001/02 en 2002/03. Alleen seizoen 2000/01 heeft bij de nabemonstering in zowel het noordvak als het zuidvak op een aantal plaatsen hogere gewichten van de wortelknolletjes. 14 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
15 Figuur 3.6 Verspreiding van de gewichten van de wortelknolletjes per m 2 (gram drooggewicht) in het noord- en zuidvak in het seizoen 1999/2000 (noordvak bovenaan, zuidvak onderaan). VOOR NA V a a - a a a a a a a a a 0 «.. a a a a... - a a. - I a a a a. a a a a 0 a. a a a «a a f a a I Gewicht knolletjes per m2 seizoen 1999/2000 gram per m2 o a o- to # D Ii A 15 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer
16 Figuur 3.7 Verspreiding van de gewichten van de wortelknolletjes per m 2 (gram drooggewicht) in het noord- en zuidvak in het seizoen 2000/2001 (noordvak bovenaan, zuidvak onderaan). VOOR NA a - a a a a - a a»»» a tt a a a a - a «a a - a - a a a -. a ^ a - a - - a a «a - a a a a Q - a - a - # a a # #. a a a 0 a a a a 9 m a a a a - t* 0 a a i a a a a a a I ei * A Gewicht knolletjes per m2 seizoen 2000/2001 gram per m2 0 a o-io A Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
17 Figuur 3.8 Verspreiding van de gewichten van de wortelknolletjes per m 2 (gram drooggewicht) in het noord- en zuidvak in het seizoen 2001/2002 (noordvak bovenaan, zuidvak onderaan). VOOR NA a a a a a - a a a a a Gewicht knolletjes per m2 seizoen 2001/2002 gram perm2 0 a >20 WWIAM - UUJOO *W..^..N.i*«. -*. ' 17 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
18 Figuur 3.9 Verspreiding van de gewichten van de wortelknolletjes per m 2 (gram drooggewicht) in het noord- en zuidvak in het seizoen 2002/2003 (noordvak bovenaan. zuidvak onderaan) VOOR NA a a Gewicht knolletjes per m2 seizoen 2002/2003 gram per m2-0 a '.'J -~& ^ In figuur 3.10 staat het gemiddelde gewicht van de wortelknolletjes per vierkante meter weergegeven voor de seizoenen 1999/2000 tot en met 2002/2003. Het gemiddeld gewicht varieert sterk. Normaal is dat het gemiddeld gewicht in de voorbemonstering hoger is dan in de nabemonstering. Bij exploitatie zou het knollenaanbod bij de nabemonstering lager moeten zijn. In seizoen 2000/01 is het aanbod van de nabemonstering hoger dan die van de voorbemonstering in zowel het noordvak als het zuidvak. Vanaf de voorbemonstering van seizoen 2001/02 is het gewicht per vierkante meter steeds gedaald. Het lijkt erop dat dit een aantal jaren zijn waarin het Schedefonteinkruid minder voorkomt. 18 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
19 Figuur 3.10 Het gemiddelde gewicht van de wortelknolletjes per vierkante meter in het noord- en zuidvak van het Rilveld van het Lauwersmeer. Noordvak. Rilveld, Lauwersmeer Zuidvak. Rilveld, Lauwersmeer 15 «M 12 I E 0) cn - voorbemonstering O- - - nabemonstering - o 1999/ / / /03 15 o I voo rbemonstenng,..<>... nabemonstering 1999/ / / / Voorkomen van Knobbelzwaan en Kleine Zwaan in het Lauwersmeer De Knobbelzwaan neemt sinds 1994/1995 toe in het Lauwersmeer. In 1994/1995 waren maximaal 114 Knobbelzwanen in het gebied aanwezig, terwijl in 2001/2002 maximaal 1156 Knobbelzwanen zijn waargenomen (Willems 2002). Knobbelzwanen zijn in het Lauwersmeer voornamelijk zomergasten die foerageren op de aanwezige waterplanten. Doordat de Knobbelzwanen zomers op o.a. Schedefonteinkruid foerageren wordt de druk op Schedefonteinkruid groter en worden er minder knolletjes gevormd. Er blijft dan minder voedsel over voor de Kleine Zwaan die pas in oktober in het Lauwersmeer arriveert. De Kleine Zwaan heeft in het Lauwersmeer een grillig verschijningspatroon (Willems 2002). Het lijkt er echter wel op dat de soort in een afneemt in het Lauwersmeer, dit kan een gevolg zijn van de toename van de Knobbelzwaan. 3.5 Macrofauna en wortelknolletjes In beide monsterseizoenen (2001/2002 en 2002/2001) is naast het aantal wortelknolletjes ook de aanwezige macrofauna gemeten. Dit om te kijken of er een verband is tussen de aanwezigheid van macrofauna en het aantal wortelknolletjes. In Figuur 3.6 is het aantal wortelknolletjes uitgezet tegen de aantallen Muggenlarven en tubifex. Op plekken met weinig knollen (<5) is veel macrofauna, op plekken met veel knollen (>5) is weinig macrofauna In Tabel 3.2 staan de overige soorten macrofauna vermeld die tijdens de twee seizoenen in het noord- en zuidvak zijn waargenomen. De soorten Tubifex en muggenlarven komen overal in grote mate voor. Valvata, pisidium en potamopyrgus komen regelmatig in alle bemonsteringen voor. Aasgarnaaltjes, Gammarus, Bithinia, Kokerjuffer. sphaerium, zwanenmossel en driehoeksmossel komen sporadisch voor in enkele gebieden. 19 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
20 Figuur 3.6 Het verband tussen het aantal wortelknollen en het aantal Muggenlarven en tubificide wormen ! ) o Tubifex 16!! o Muggenlarf c 14 (i -f 12!f 8 10 I o o * 8 1 o 8 fi 1 r Q 1 o 1» 8 O I Ii o o s II Ii 1 4 I o 2 j 0 ( ) # wortelknollen O o Tabel 3.2 Het voorkomen van de verschillende 2001/2002 noordvak zuidv ak 2002/2003 noordvak zuidvak vakken in het Lauwersmeer (x = komt Tubifex voor). Muggenlarven Aasgarnaal Gammarus Valvata Potamopyrgus Bithinia Pisidium Sphaerium Driehoeksmossel Zwanenmossel Kokerjuffer In Tabel 3.3 is aangeven hoeveel muggenlarven en tubifex per m 2 voorkomen. Andere soorten zijn minder talrijk. In de voorbemonstering kwamen meer tubifex voor dan in de nabemonstering. In het noordvak en het zuidvak zijn ongeveer evenveel muggenlarven waargenomen. Het aantal muggenlarven in de seizoenen 2001/2002 en 2002/2003 was beduidend lager dan in het voorgaande seizoenen. In de nabemonstering neemt het aantal muggenlarven in seizoen 2003/2003 iets af in het zuidvak en iets toe in het noordvak. In beide vakken zitten ongeveer evenveel muggenlarven. Het aantal tubifex is in beide seizoenen lager dan in voorgaande jaren. Het aantal tubifex is in beide seizoenen lager dan het aantal muggenlarven. In 2002/2003 neemt het aantal tubifex bij de nabemonstering ook af, dit is in het zuidvak sterker dan in het noordvak. Tabel 3.3 Het aantal Muggenlarven en tubifex per m 2 in de seizoenen 2001/2002 en 2002/2003 in het Lauwersmeer. Seizoen Vak Tubifex Muggenlarven Voor gem#/ m 2 Na gem#/ m 2 Voor gem#/ m 2 Na gem#/ m /2002 Noord Zuid 2002/2003 Noord Zuid 130 niet gemeten 209 niet gemeten niet gemeten 333 niet gemeten Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
21 4 Conclusie en aanbevelingen In de seizoenen 1999/2000, 2000/2001, 2001/2002 en 2002/2003 zaten er weinig wortelknolletjes in het Lauwersmeer. Uit onderzoek is gebleken dat de Kleine zwaan vertrekt uit het Lauwersmeergebied als de hoeveelheid wortelknolletjes kleiner is dan 4-7 g DW/ m 3 (Van Eerden, 1997). In het seizoen 1999/2000 was alleen tijdens de voorbemonstering in het noordvak het gewicht iets boven de 7 g DW/ m 2. In de nabemonstering van 2000/2001 komt alleen in het zuidvak het gewicht boven de 7 g DW/ m 2. In 2001/2002 komt alleen in de voorbemonstering het gewicht boven de 7 g DW/ m 2. In 2002/2003 komt het gewicht niet een keer boven de 7 gram DW/ nr. Hieruit blijkt dat de afgelopen vier seizoenen 'slechte' seizoenen zijn voor wortelknolletjes van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer. De Kleine Zwaan is waarschijnlijk kort in het gebied gebleven. Dit verklaart ook dat er weinig knolletjes zijn gegeten en dat er maar weinig ruimtelijke veranderingen zijn op te merken. Het kan zijn dat deze jaren worden afgewisseld door rijkere jaren. Daartoe zal meer bekend moeten zijn van de verschillen die van nature optreden. Ook de relatie met de in het gebied steeds talrijker Knobbelzwaan Cygnus olor is van belang. Deze kan als concurrent van de Kleine Zwaan optreden als consument van blad en jonge spruiten van fonteinkruid in de zomer. De planten zouden dan minder knollen kunnen aanmaken. Voor het toekomstig werk wordt daarom aanbevolen: a Nagaan of de Kleine Zwaan inderdaad kort in het gebied is geweest met lagere aantallen aan de hand van vogelgegevens. Of geen andere factoren van invloed zijn geweest zoals het waterpeil, de zoutgehaltes en/of de voedselsituaties in andere gebieden. Hoe de relatie is met de Knobbelzwaan als voedselconcurrent zoals recent ook voor Kranswieren in het Veluwemeer is verondersteld. Het uitbreiden van de kartering tot op het niveau van het gehele Lauwersmeer, ook in het licht van veranderingen in voedselrijkdom van het water en mogelijke toekomstige plannen m.b.t. zoet-zout overgangen. Fonteinkruiden zijn daarbij een belangrijke schakel in het watersysteem. De rol van de waterdiepte in de bereikbaarheid van de knollen analyseren. 21 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
22 5 Literatuur Eerden, M.R Patchwork, patch use, habitat exploitation and carrying capacity for water birds in Dutch freshwater wetlands, Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, Van Zee tot Land 65: ,Rijkswaterstaat, Directie Usselmeergebied Lelystad. Kolen, M Wortelknollen van schedefonteinkruid in het Lauwersmeer, , RIZA werkdocument Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling. Willems, J, Vogels in het Lauwersmeergebied, seizoensverslag 2001/2002. Staatsbosbeheer Fryslan Colofon en verantwoording Dit werkdocument is een eerste verslaglegging van de veldgegevensvan Voor informatie over het onderzoek zij verwezen naar de projectleider bij RIZA Mennobart van Eerden Bij de verzameling van de gegevens werd geassisteerd door Stef van Rijn, Mervyn Roos, Annemieke Roeling en Marjolijn Haasnoot. Mervyn Roos hielp bij het vervaardigen van de kaarten in hoofdstuk 3. De foto op de voorpagina is gemaakt door John van Schie. 22 Wortelknollen van Schedefonteinkruid in het Lauwersmeer,
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting (deze samenvatting is bedoeld voor niet-vakgenoten die zich op de hoogte willen stellen van de globale inhoud van dit proefschrift) Foerageren, het verzamelen van voedsel, is een
Nadere informatie8IBLIOTH - MS-C Lfv,fc LKi-OLDtKS WERKDOCUMENT Abw februari
, s 8IBLIOTH - RIJK J J MS-C Lfv,fc LKi-OLDtKS WERKDOCUMENT GEDEELTELIJKE WATERPLANTENKARTERING IN HET VELUWEMEER, JULI 1981 door J. Diender 148 r 1982-52 Abw februari m \fa\ MINISTERIE VAN VERKEER EN
Nadere informatieSedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord
Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied
Nadere informatieDatum: 29 juli 2019 Onderwerp: Bezwaar goedkeuringsbesluit faunabeheerplan knobbelzwaan, DOS , PZH Kenmerk: SL 500/19.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland T.a.v. het Awb-secretariaat Postbus 90602 2509 LP Den Haag Datum: 29 juli 2019 Onderwerp: Bezwaar goedkeuringsbesluit faunabeheerplan knobbelzwaan, DOS-2016-0001312,
Nadere informatieWerkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]
Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van
Nadere informatieVogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als niet-broedvogel.
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Kleine zwaan (Cygnus bewickii)
Nadere informatieHet effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie.
Het effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie. Inleiding Ratelaar (Rhinanthus spec.) is een half-parasiet. Een plant die met zijn wortels binnen de wortels van andere planten
Nadere informatieHet voedselweb van. Levende Natuur. Eddy Lammens
Eddy Lammens De voedselwebben van IJsselmeer en Markermeer zijn onderling sierk verschillend en tonen ook binnen de meren grote ruimtelijke verschillen. De verschillen hebben vooral betrekking op de hoeveelheid
Nadere informatieBIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater
BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater x www.dlwbiologie.wordpress.com Oriëntatiefase Het voorkomen van organismen in het oppervlaktewater heeft een directe relatie met de kwaliteit van water. Elk ecosysteem
Nadere informatieBijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
Nadere informatieUniversity of Groningen. Foraging in a spatially patterned world Klaassen, Raymond Hendrikus Gerardus
University of Groningen Foraging in a spatially patterned world Klaassen, Raymond Hendrikus Gerardus IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to
Nadere informatieKoppel kuifeenden. Kuifeenden
42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief
Nadere informatierijkswaterstaat nza Biologische monitoring: monstername lokatie keuze macrofaunabemonstering
ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat nza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling tel. 03200-70411, fax. 03200-49218 doorkiesnummer 70672 Biologische monitoring:
Nadere informatieProefresultaten zoete aardappel 2016
Proefresultaten zoete aardappel 2016 Zoete aardappel, een veelbelovend gewas In het najaar van 2016 werden in Proefcentrum Herent de eerste zoete aardappelen geoogst. Ondanks zijn naam is de zoete aardappel
Nadere informatieNatuurherstel in het zeekleilandschap: mag het iets meer zijn? Mennobart van Eerden Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving
Natuurherstel in het zeekleilandschap: mag het iets meer zijn? Mennobart van Eerden Water, Verkeer en Leefomgeving Afgesloten zeearm 2 13 september 2017 Overzicht 85 jaar ontwikkeling van zeekleilandschappen
Nadere informatiePostbus EK Den Haag. Handtekening: Datum: februari 2003
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl
Nadere informatieEindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT
Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT rapportnr. 2017.2529
Nadere informatieWat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling
AANTAL. Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling Sinds 1973 worden elke veertien dagen de vogels in de westelijke Eempolders geteld. Dat is nu dus al ruim 38 jaar. Wat rekenwerk levert op dat op
Nadere informatieBerekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur
Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland
Nadere informatiePut van Schoonhoven (Amerongse Bovenpolder)
Put van Schoonhoven (Amerongse Bovenpolder) Vastlegging situatie september 2011 Glanzend fonteinkruid, kaalgevreten door meerkoeten (september 2011) V astleggi ng si tuatie september 2011 Alexander Klink
Nadere informatieTrends en ontwikkelingen in ecologie en draagkracht voor Tafeleend en Brilduiker in de Veluwerandmeren
Trends en ontwikkelingen in ecologie en draagkracht voor Tafeleend en Brilduiker in de Veluwerandmeren Trends en ontwikkelingen in ecologie en draagkracht voor Tafeleend en Brilduiker in de Veluwerandmeren
Nadere informatieEen ongenode gast: Amerikaanse rivierkreeft
Amerikaanse rivierkreeft Een ongenode gast: Opzet workshop Een ongenode gast: Inleiding (Fabrice Ottburg; WUR) Nader inzoomen op een aantal projecten (Winnie Rip; Waternet) Praktijk ervaring aanpak (Jouke
Nadere informatieMonitoring oevers Hollandsche IJssel, saneren natuurlijk?
Monitoring oevers Hollandsche IJssel, saneren natuurlijk? De Hollandsche IJssel is een rivier met getijdenwerking gelegen tussen Gouda en Rotterdam. Door het gekanaliseerde karakter van de rivier mist
Nadere informatieKRW en N2000. KRW: Doelen voor water en oever; Basisconditie: ecologisch gezond water:
fonteinkruiden KRW en N2000 KRW: Doelen voor water en oever; Basisconditie: ecologisch gezond water: Natura2000: Volledige verlandingsreeks van helder water, trilveen, veenmosrietland tot hoogveenbossen;
Nadere informatieVeldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring. Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009
Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009 Op 25, 27 t/m 29 mei 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie-
Nadere informatieDriehoeksmosselen rond Zeeburg
b IbiD') jl{tz-7o " Driehoeksmosselen rond Zeeburg Inventarisatie driehoeksmosseldichtheid in de zone van vertroebeling rond Zeeburg P. Schouten I Bijlage I I bij MER Herontwikkeling Zeeburgereiland Nr19
Nadere informatieWatervogels in IJsselmeer en Markermeer: seizoensverslag 2004/2005
M inisterie van V erkeer en W aterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA Watervogels in IJsselmeer en Markermeer: seizoensverslag 2004/2005 S. van Rijn RIZA Werkdocumentnr.:
Nadere informatieVoorbeeld partijkeuring III
Voorbeeld partijkeuring III Partijgegevens Omvang: Kenmerken 2.000 ton asbestverdachte materialen aangetroffen, grofste deel >31,5 mm Monstername en analyses 2x6 grepen, gestratificeerd aselect (diameter
Nadere informatieWaterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna
Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.
Nadere informatieEcologische monitoring
Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,
Nadere informatieVisseninventarisatie terrein Simon Loos
Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel
Nadere informatie9.1 Meerkoet (Fulica atra)
9.1 Meerkoet (Fulica atra) 1. Status Tot 1 maart 2017 was onder voorwaarden ontheffing verleend voor het doden van meerkoeten met het hagelgeweer op percelen waar schade dreigt of voorkomt, ter voorkoming
Nadere informatieBeheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting
Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is
Nadere informatieBESCHERMING VERSNELT ACHTERUITGANG WEIDEVOGELS
BESCHERMING VERSNELT ACHTERUITGANG WEIDEVOGELS Vanaf 1997 houdt Stichting Weidevogelbescherming De Monden zich bezig met het beschermen van weidevogellegsels in het veenkoloniale gebied tussen Gasselternijveen
Nadere informatieVogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als niet-broedvogel.
Kleine zwaan (Cygnus bewickii) 11 A037 1. Status Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De kleine zwaan is wat kleiner
Nadere informatieMidwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 26
Nadere informatieHet effect van invasieve rivierkreeften op de ondergedoken waterplanten in Loenderveen- Oost, Terra Nova en de Waterleidingplas
Het effect van invasieve rivierkreeften op de ondergedoken waterplanten in Loenderveen-, Terra Nova en de Waterleidingplas Liesbeth Bakker en Martijn Dorenbosch november 21 Afdeling Aquatische Ecologie
Nadere informatieZesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015. NVB Wageningen
Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015 NVB Wageningen NVB Postbus 360 6700 AJ WAGENINGEN Referentie: KC-21417-ZsPr/JeSa/361010 Wageningen, 26 mei 2015 Rapport betreffende Zesde Landelijke
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieNatura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever
Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802035/NL3009011/NL9902008 Beschermd natuurmonument:
Nadere informatieVissen in het IJsselmeer. Romke Kats
Vissen in het IJsselmeer Romke Kats Functies IJsselmeer Water Transport Recreatie Visserij Natuur Vissen in het IJsselmeer Historie Ecologie Voedselketen IJsselmeer algen, vissen, mosselen, waterplanten,
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A
ONDERWERP Inventarisatie DBH Abdissenbosch DATUM 4 september 2018 PROJECTNUMMER C05057.000164 ONZE REFERENTIE 079968180 A VAN Folkert Volbeda AAN Bodemzorg Limburg KOPIE AAN Frank Gierman en Piet Oudejans
Nadere informatieZevende en achtste Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood NVB Wageningen. December 2016
Zevende en achtste Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2016 NVB Wageningen December 2016 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. METHODIEK ZEVENDE EN ACHTSTE LANDELIJKE STEEKPROEF ZOUTGEHALTE IN BROOD... 3
Nadere informatieKwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Nadere informatie3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.
3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal
Nadere informatieNotitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.
Notitie aan van betreft projectnummer 0712 S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden G. Bakker & A. de Baerdemaeker Quick scan Aalmarkt II en III datum 6 september 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon:
Nadere informatie13.3 Meerkoet (Fulica atra)
13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Nadere informatieAchter de Schotbalken. Een evaluatie
Achter de Schotbalken Een evaluatie Sinds 2010 is de regeling van de toegang tot het gebied achter de schotbalken opnieuw onder de loep genomen. In het verleden was er een ontheffing nodig die was aan
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen, Wouter Suykerbuyk, 19 september 2009 31 augustus 2 september 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties
Nadere informatieMidwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2003
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 23
Nadere informatieAanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie
Robert Boonstra 11 maart 2008 Inhoud presentatie Aanleiding van het project Inrichting van het gebied Monitoring vul- en startfase Monitoring ontwikkeling van het meer Resultaten 2007 Aanleiding Economische
Nadere informatieBezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005
Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Effecten van nieuwe openings- en werktijden bij de gemeente s-hertogenbosch Deelonderzoek 1 O&S Juli 2005 Dit product is tot stand gekomen met
Nadere informatieDuikers ontrafelen geheimen van overwinterende Brilduikers in de Veluwerandmeren
ARTIKEL Duikers ontrafelen geheimen van overwinterende Brilduikers in de Veluwerandmeren Met het naderende vertrek naar de broedgebieden, houden steeds meer overwinterende Brilduikers zich bezig met baltsen,
Nadere informatieMonitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018
RWS INFORMATIE Griffioenlaan 2 3526 LA UTRECHT Postbus 2232 3500 GE UTRECHT T 088 7971111 www.rijkswaterstaat.nl Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018 1. Inleiding
Nadere informatieMidwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en ederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Floor A. Arts RWS Centrale
Nadere informatieBuilding with Nature: maatregelen In vogelvlucht
Building with Nature: Ecologische effecten van kleinschalige Building with Nature maatregelen In vogelvlucht Bart Brugmans 20 september 2016 Opgenomen in nieuwe Waterbeheerplan Effectievere inzet middelen
Nadere informatieZeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest. Tussenrapportage fase 2. Bemestingstoepassing Ulva
Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest Tussenrapportage fase 2 Bemestingstoepassing Ulva uitgevoerd door Zilt Proefbedrijf B.V. dagelijkse uitvoering en controle: Mark van
Nadere informatieWatervogels Zeedijk St Pieterspolder
Watervogels Zeedijk St Pieterspolder F.A. Arts Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH Culemborg 1 Opdrachtgever RWS Zee en Delta Middelburg. 2 Inhoud Inleiding... 4 Werkwijze... 5 Resultaten...
Nadere informatieBAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof
- Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het
Nadere informatie21 juni Besluit B&W d.d. 13 juli 2004 nummer: 1.9. Nijmeegse verkeersituatie is een quick-scan uitgevoerd.
Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp Verkeersongevallen 2003 Programma / Programmanummer Mobiliteit / 6110 IBW-nummer Portefeuillehouder T. Hirdes Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Nadere informatieNotitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en
Nadere informatiede dagelijkse energiebehoefte in kilocalorieën (kcal) en G het gewicht in kg.
Supersize me In de film Supersize Me besluit de hoofdpersoon, Morgan Spurlock, dertig dagen lang uitsluitend fastfood te eten. Op deze manier krijgt hij elke dag 5000 kcal aan energie binnen. Eerst wordt
Nadere informatieEindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I
Eindexamen wiskunde A- vwo 006-I Beschuit Bij gewone beschuiten krijg je 3 8,0 4,3 gram per euro 0,9 Bij Twentsche beschuiten krijg je 0 0,7 5, gram per euro 0,93 Bij Twentsche beschuiten krijg je het
Nadere informatieResultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg
NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:
Nadere informatierijkswaterstaat directie zeeland
rijkswaterstaat directie zeeland Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat erstaat Dire«tie Zeeland Nummer: Bibliorheek, Koestr. 30, tel: 0118^86362 postbus 5014, 4330 KA
Nadere informatieQUIZ: HOE KOM IK DE WINTER DOOR????
QUIZ: HOE KOM IK DE WINTER DOOR???? WAAROM BEVRIEZEN ZADEN NIET? 1. Ze zitten diep onder de grond, waar het niet vriest. 2. Ze bevatten veel vet. 3. Ze bevriezen wel, maar daar kunnen ze wel tegen. WAAR
Nadere informatieDocumentnummer AMMD ( )
Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk
Nadere informatieIJzersuppletie in Terra Nova
IJzersuppletie in Terra Nova Implicaties voor de biota Anne Immers Liesbeth Bakker, Bas Ibelings, Ellen van Donk Gerard ter Heerdt & Jeroen Geurts Aquatisch voedselweb Vissen Zoöplankton Fytoplankton Zonlicht
Nadere informatieEcosysteem IJsselmeergebied: nog altijd in ontwikkeling
Ecosysteem IJsselmeergebied: nog altijd in ontwikkeling Trends en ontwikkelingen in water en natuur van het Natte Hart van Nederland Ruurd Noordhuis 23 juni 211 Voorgeschiedenis: zout-brakke binnenzee
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieVerslag steekproefonderzoek naar de visstand in de Westbroekse Zodden
KNNV Moeraswerkgroep, Verslag steekproefonderzoek visstand in de Zodden, april 2005 KNNV Moeraswerkgroep Verslag steekproefonderzoek naar de visstand in de Westbroekse Zodden 23 april 2005 KNNV Moeraswerkgroep,
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 27-30 april 2009 - Wim Giesen, Paul Giesen & Kris Giesen, 4 mei 2009 27-30 april 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord
Nadere informatieDe vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten. Datum 7 oktober 2013
De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten Datum 7 oktober 2013 De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten 27 februari 2013 Inhoud Samenvatting...
Nadere informatieProducentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl
Nadere informatie.-.. IBLfOTHEEK. j anuar i
-.*-A-..-.. IBLfOTHEEK RIJKSDIENST VOOR DE 1 IJSSELMZ~HPOLDLHS W E R K D O C U M E S T KI
Nadere informatiePraktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.
Praktijkproef Super FK in Paprika 20 bij de start van de teelt. Inleiding: Het doseren van Super FK zorgt primair voor een actiever/vegetatiever gewas, een betere en vollere gewasstand, met een betere
Nadere informatieProef met druppelbevloeing bij btfefstsla,blokkas I 1956.
öo Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A T E 30 ÏFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, xe. NAALDWIJK. Proef met druppelbevloeing bij btfefstsla,blokkas I 1956. door: ir.j.v.d.ende Naaldwijk,
Nadere informatieHoe maken weidevogels gebruik van plas-dras? Adriaan Guldemond
Hoe maken weidevogels gebruik van plas-dras? Adriaan Guldemond Wat is plas-dras? Net onder water zetten (5-15 cm) van een deel van perceel (minimaal 0,5 ha) In SAN pakketten: 15 februari - 15 april 15
Nadere informatieMonitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015
Monitoring bij Natuurboeren 31 maart 2015 problematiek Afname Plant- en dieren leven in het buitengebied Intensivering grondgebruik, verdroging Monitoring bij natuurboeren 2 Monitoring bij natuurboeren
Nadere informatieVoedselweb van strand en zee
Spel Doel: Materialen: Groepsgrootte: Duur: De leerlingen leren zeedieren en planten (organismen) kennen en leren wie wie eet. - Voor elke leerling een kaart met een plaatje van een zeedier, of -plant
Nadere informatieNatuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012)
Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012) Presentatie voor het Burgerkomitee en bewoners Piet-Jan Westendorp (ecoloog, ACV) 29 november 2012 Inhoud Organisatie Beheer en monitoring natuurontwikkeling
Nadere informatieNaar een artikel van Fukada (1960), bewerkt door Hans van der Rijst
GROEI EN GESLACHTSRIJPHEID BIJ ELAPHE QUA DRIVIRGATA (BOIE) Naar een artikel van Fukada (1960), bewerkt door Hans van der Rijst INLEIDING Gedurende de jaren 1954 tot en met 1959 heeft Hajime Fukada onderzoek
Nadere informatieGroeimetingen eik op zware kleigrond in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten
~erkdocument 1985-186 Abw RijksdiensI voor de Usselmeerpolden. van J. Hoogesteger. Smedlnghuis, Lelystad.. BIB!,,.!R OB IJSSEit.~k,i1:?i:':3L.~ERS datum: oktober
Nadere informatieNederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl
Nadere informatieAan het Dagelijks Bestuur van waterschap Hunze en Aa s, t.a.v. Willem Kastelein.
Zienswijze Slochterdiep, 13-2-14 Haaksbergen, 13 februari 2014. Aan het Dagelijks Bestuur van waterschap Hunze en Aa s, t.a.v. Willem Kastelein. Betreft: Zienswijze met betrekking tot: Ontwerp projectplan
Nadere informatieTerreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten
Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten Kees Koffijberg & Jeroen Nienhuis SOVON Vogelonderzoek Nederland met medewerking van: Ruud Brouwer Opgesteld
Nadere informatieCultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter
Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai H. de Putter Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport nr. 110118 2001 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Nadere informatieBroodje roofvis. 14 november 2018, Fabrice Ottburg Studiedag kreeften Bilthoven
Broodje roofvis 14 november 2018, Fabrice Ottburg Studiedag kreeften Bilthoven https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksinstituten/environmental-research/publicaties.htm v.l.n.r. Alterra-rapport
Nadere informatieSPA+ MET VOORBEELDEN UIT DE NATUURKUNDE
SPA+ MET VOORBEELDEN UIT DE NATUURKUNDE Redeneren = denken + formuleren Geheugen en denkkracht In de onderbouw kon je natuurkunde opgaven vaak direct beantwoorden vanuit je geheugen. In de bovenbouw lukt
Nadere informatieMacrofauna in Nederlandse moerassituaties
Macrofauna in Nederlandse moerassituaties Datum: oktober 0 Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: Royal Haskoning DHV drs. R.F.M. Buskens Projectnummer: 46 Auteur: Status: Dr. J.F. Postma ing. C.M.
Nadere informatieRWS BEDRIJFSINFORMATIE. Kwalitatieve benthos opname Rug van Baarland
RWS BEDRIJFSINFORMATIE Kwalitatieve benthos opname Rug van Baarland Datum 28 november 2017 Status Definitief RWS Kwalitatieve benthos opname Rug van BEDRIJFSINFORMATIE Baarland 28 november 2017 Colofon
Nadere informatieAanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324
Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost rapportnummer 1324 Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied Postbus 9079, 6800 ED Contactpersoon: Dhr. T. Paternotte Opdrachtnemer Stichting
Nadere informatieVogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II
Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II 1. (o.a.) Ruben Fijn, Theo Boudewijn, Job de Jong, Camiel Heunks, Robert Jan Jonkvorst, Peter van Horssen *, Martin Poot ** 2. (o.a.) Wouter Courtens, Hilbran
Nadere informatieEindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK
Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK rapportnr. 2016.2200 oktober 2016 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, oktober 2010
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 10-14 oktober 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 24 oktober 2010 Van 10-14 oktober 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen
Nadere informatieDoetinchem, 21 juli 2014
Doetinchem, 21 juli 2014 Deze notitie over het risico op verzakking van bebouwing als gevolg van de plannen is opgesteld in 2011. In de notitie wordt een verwachte grondwaterstandstijging in de bebouwde
Nadere informatieKleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander
Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander Inleiding Drie keer per week fiets ik van mijn huis in het zuidwestelijk deel van Wijchen naar mijn werk in het oostelijk deel
Nadere informatieBuijtenland van Rhoon
Buijtenland van Rhoon Evaluatie winterseizoen 2018/2019 Het eerste winterseizoen na de oprichting van de gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon is achter de rug. Dit document bespreekt de wintervogeltellingen
Nadere informatieKeuringsdienst van Waren Zuid Afdeling signalering samengestelde producten Sector: Laboratorium
Keuringsdienst van Waren Zuid Afdeling signalering samengestelde producten Sector: Laboratorium MICROBIOLOGISCH ONDERZOEK VAN KANT EN KLAAR MAALTIJDEN IN NEDERLAND 2001 H.A.P.M. Jansen P. H. in t Veld
Nadere informatie