Ontgrondingenwet en Omgevingsverordening Limburg

Transcriptie

1 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Ontgrondingenwet en Omgevingsverordening Limburg Groeve de Banen fase I en II te Gennep Teunesen Zand en Grint BV Zaaknummer 2013/52565 d.d. 26 september 2013 Verzonden:

2 INHOUDSOPGAVE 1 De aanvraag 3 2 Onderbouwing aanvraag 3 3 Terinzagelegging Zienswijzen 4 4 Belangenafweging 13 5 Besluit 15 6 Rechtsbescherming 16 7 Ondertekening 16 8 Afschriften 17 Bijlage 1 Vergunningstekening 18 Zaaknummer:

3 1 De aanvraag Bij brief van 10 april 2013, binnengekomen 11 april 2013, heeft Teunesen zand en grint BV, Postbus 90, 6590 AB te Gennep (verder: Teunesen), een verzoek ingediend tot het wijzigen van voorschrift 1.1. (de looptijd voor wat betreft de ontgronding en inrichting alsmede het inwerking hebben van de klasseerinstallatie) van de bij besluit van 29 september 1998, kenmerk CA 3059, verleende ontgrondingsvergunning aan Teunesen (ow-dossier 1712 I&II), voor het ontgrondingsgebied groeve de Banen, fase 1 en 2 te Gennep. De thans nog vigerende ontgrondingsvergunning voor deze locatie expireert op 15 november 2013 voor wat betreft het ontgronden en op 15 november 2016 voor wat betreft het inrichten van het gebied. Concreet behelst het verzoek om de uitvoeringstermijn van de hiervoor genoemde ontgrondingsvergunning voor wat betreft de ontgrondingstermijn met maximaal 4 jaren te verlengen. De eindtoestand zal 1 jaar na ontgronding zijn gerealiseerd. De bij dit verzoek betrokken percelen zijn gelegen in de gemeente Gennep en zijn op de bij dit besluit behorende kadastrale tekening (bijlage 1) met zwarte omlijning aangegeven. Binnen de bestaande vergunningsgrens bevindt zich nog m³ vermarktbaar materiaal. De vergunningsgrens wijzigt niet ten opzichte van de in 1998 verleende ontgrondingsvergunning. Het op 14 januari 2003 goedgekeurde eindplan ondergaat eveneens geen wijziging. Ook de ontgravingsdiepte verandert niet ten opzichte van de vergunning uit Onderbouwing aanvraag Als gevolg van de economische crisis in de bouw en de daarmee samenhangende teruglopende vraag naar delfstoffen is de winning van delfstoffen in groeve de Banen vertraagd en derhalve nog niet volledig benut. Hierbij komt dat de aanwezigheid van de klasseerinstallatie de totale uitbating belet. Hierdoor kan de aanwezige restcapaciteit aan zand niet worden gewonnen. Door het optimaal benutten van de beschikbare wincapaciteit in de bestaande groeve wordt doelmatig omgegaan met een bestaande ontgrondingslocatie. De bestaande klasseerinstallatie blijft onderdeel uitmaken van fase I en II en zal tevens gehandhaafd blijven tijdens de eveneens aangevraagde verlenging van fase III en IV. De specie welke vrijkomt gedurende de zandwinning in fase III en IV wordt namelijk verwerkt en afgevoerd via deze klasseerinstallatie. Door middel van de klasseerinstallatie kan worden voorzien in een hoogwaardige afzet van delfstoffen. Tenslotte is ook voor de werkgelegenheid de continuïteit van de winning op locatie de Banen van belang. De directe en indirecte werkgelegenheid op locatie de Banen betreft circa 50 arbeidsplaatsen. Zaaknummer:

4 3 Terinzagelegging De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag om vergunning en de ontwerpbeschikking hebben van 19 juni 2013 t/m 30 juli 2013 ter inzage gelegen in het Gouvernement te Maastricht (bibliotheek) en het gemeentehuis van de gemeente Gennep. Gedurende deze termijn kon een ieder bij het bestuursorgaan schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen inbrengen. Het ontwerpbesluit en de kennisgeving konden in genoemde periode tevens worden geraadpleegd via de internetsite van de provincie Limburg ( 3.1 Zienswijzen Binnen de termijn waarin de aanvraag en het ontwerpbesluit ter inzage hebben gelegen zijn zienswijzen ingediend door: P. W. van Wersch namens de Vereniging Geen Zand Erover, Zwarteweg 49, 6596 AE te Milsbeek gedateerd op 2 juli 2013, ingekomen op 4 juli 2013; S.N.J. Kerkhoff en A.F.J. Kerkhoff, Driekronenstraat 10, 6596 MA te Milsbeek, gedateerd op 15 juli 2013, ingekomen op 17 juli 2013; C.A.M. van Dinther en H.J. van Dinther-Peeters, Langehorst 11, 6500 CJ te Ven-Zelderheide, gedateerd op 17 juli 2013, ingekomen op 22 juli 2013; Th. Burgers en M. Leijtens, Driekronenstraat 12, 6596 MA te Milsbeek, gedateerd op 12 juli 2013, ingekomen bij de gemeente Gennep op 29 juli 2013; B.M.M. Langeveld-Voss, Driekronenstraat 21, 6596 MA te Milsbeek, gedateerd op 23 juli 2013, ingekomen op 30 juli 2013; J.C.M.G Bloemarts, Verloren Land 83, 6596 CL te Milsbeek, gedateerd op 18 juli 2013, ingekomen op 22 juli 2013; C.S.J. Bek en M.A.Th. Bek-Bouhuis, Oudedijk 3, 6596 MD te Milsbeek, gedateerd op 18 juli 2013, ingekomen op 19 juli 2013; R. Bouhuis en C. Oldenhof, Oudedijk MD te Milsbeek, gedateerd op 18 juli 2013, ingekomen op 19 juli 2013; F. Verhoeven en L. Verhoeven, Oudedijk 2, 6596 MD te Milsbeek, gedateerd op 18 juli 2013, ingekomen op 19 juli 2013; G.M.M. Hopmans en A.F.T.M. Hopmans-Spanbroek, Oudedijk 4, 6596 MD te Milsbeek, gedateerd op 21 juli 2013, ingekomen op 23 juli 2013; W. Koster en A. Koster-Nagels, Onderkant 1, 6596 MB te Milsbeek, gedateerd op 21 jul 2013, ingekomen op 23 juli 2013; M.P.J. van Gemert-Elings en J.C.H. Elings- van Gemert, Driekronenstraat 19, 6569 MA te Milsbeek, gedateerd op 21juli 2013, ingekomen op 24 juli 2013; J.M. Thijssen, Oudedijk 6, 6596 MD te Milsbeek, gedateerd op 19 juli 2013, ingekomen op 23 juli 2013; N.T.B.N. Hendriks en A.M. Hendriks-Oude Elferink, Potkuilen 7, 6596 ME te Milsbeek, gedateerd op 18 juli 2013, ingekomen op 23 juli De afzonderlijk ingediende zienswijzen zijn grotendeels als inhoudelijk identiek te kwalificeren. Zaaknummer:

5 De zienswijzen zijn derhalve per onderwerp gerubriceerd en samengevat. Hierbij is allereerst aangegeven door welke personen dan wel vereniging de betreffende zienswijze is ingediend. Aansluitend is de overweging met betrekking tot de betreffende zienswijze weergegeven. Vereniging Geen Zand Erover, Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther-Peeters; Burgers en Leijtens; Bloemarts. 1. Vrachtbewegingen De hoeveelheid vrachtverkeer op de Zwarteweg is een groot probleem. De gemeenteraad heeft op 17 juni 2013 besloten dat in de toekomst het zand- en grint transport van en naar de locatie vanteunesen aan de Leembaan zich niet meer via de Zwarteweg afwikkelt maar via een nog aan te leggen rondweg om Milsbeek. Tevens is besloten dat het vrachtverkeer van de Zwarteweg af moet. Er wordt niet geaccepteerd dat het vrachtverkeer ook na 2013 zal voortduren tot tenminste 2016, zonder maatregelen te treffen voor de periode dat er nog geen rondweg is dan wel overige maatregelen om de hinder van het vrachtverkeer te beperken. Wanneer de rondweg geen doorgang vindt, wordt bezwaar gemaakt tegen het vrachtverkeer van Teunesen als gevolg van het besluit van Gedeputeerde Staten voor het verlenen van een ontgrondingsvergunning voor groeve de Banen fase I,II,III en IV. De overlast van vrachtverkeer zal voorlopig nog doorgang vinden. De aanwonenden van deze weg ondervinden hier aanzienlijke overlast van. De zandtransporten van en naar de Banen hebben ook infrastructurele consequenties omdat deze het wegdek aantasten. Ad. 1 Het besluit van de gemeente om het vrachtverkeer te leiden via de rondweg om Milsbeek en niet meer over de Zwarte weg is een gemeentelijke aangelegenheid en daarmee een bevoegdheid van de gemeente Gennep. Ook de te nemen verkeersmaatregelen om hinder van het vrachtverkeer tegen te gaan is een gemeentelijke bevoegdheid. Het onderhavige besluit tot het verlenen van een ontgrondingsvergunning hebben hier geen betrekking op. De hinder welke ondervonden wordt door het vrachtverkeer zoals geluid en stof overlast zijn aspecten ten behoeve waarvan in de Wet milieubeheervergunning voorschriften zijn opgenomen. Het toezicht houden op deze vergunning is een gemeentelijke bevoegdheid. Het onderhavige besluit tot het verlenen van een ontgrondingsvergunning ziet niet toe op deze hinder aspecten. Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther Peeters. 2. Kennelijke verschrijving Op het voorblad staat Ontgrondingswet in plaats van Ontgrondingenwet. Ad. 2 Er is inderdaad sprake van een verschrijving. In het definitief besluit zal op het voorblad Ontgrondingswet gewijzigd worden in Ontgrondingenwet. Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther Peeters; Burgers en Leijtens. Zaaknummer:

6 3. Ontbreken van verificatie juistheid stelling dat vergunde hoeveelheid vermarktbaar zand ook daadwerkelijk nog niet uit de groeve gewonnen is. In de vergunningsaanvraag wordt gesteld dat er binnen de vergunningsgrenzen in totaal nog m³ aan vermarktbaar zand uit de groeves gewonnen kan worden. Verder wordt gesteld dat de vraag naar zand door de economische crisis is afgenomen. Hierdoor is de winning van delfstoffen uit de groeve de Banen vertraagd en daardoor is de vergunde hoeveelheid delfstoffen nog niet gewonnen. Voorgaande stelling van vergunninghouder wordt als waarheid aangenomen zonder dat er uit de stukken blijkt dat onderzoek is verricht om de juistheid van deze stelling te verifiëren. Ad. 3 Aan de hand van ons vertrouwelijk ter beschikking gestelde bedrijfsgegevens omtrent produktie en voorraad, hebben wij kunnen vaststellen dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de stelling dat er nog circa m³ vermarktbaar zand gewonnen kan worden. Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther Peeters; Burgers en Leijtens; Langeveld- Voss; Bloemarts; Thijssen; Hendriks en Hendriks- Oude Elferink. 4. Additionele ontgraving van m³ Al jaren is algemeen bekend dat de exploitatie van groeve de Banen ten einde loopt. Omdat er politieke issues spelen met betrekking tot de afwikkeling van het zandverkeer van het plan Koningsven-de Diepen heeft de vaststelling van dit plan vertraging opgelopen. Dit jaar werd bekend dat het niet meer zal lukken om voor het verstrijken van de termijn van de ontgrondingsvergunning voor de Banen (1 november 2013) een aanvang te maken met het plan Koningsven-de Diepen. Om te voorkomen dat de ontzandingswerkzaamheden volledig stil komen te liggen is het dan ook voor de ontgronder gewenst om de zandwinactiviteiten in de Banen voort te zetten. Van diverse gemeentelijke vertegenwoordigers is vernomen dat met het oog op het overbruggen van deze periode het plan van de ontgronder is om aanvullend zand uit de groeve de Banen te winnen. Op voorwaarde dat de ontgronder hiervoor een extra bedrag aan de gemeente Gennep zou betalen is het gemeentebestuur hiermee akkoord gegaan. Dit blijkt ook uit het voorstel van het gemeentebestuur aan de gemeenteraad voor de vergadering van 17 juni 2013 waarin o.a. wordt gesteld: uitgangspunt is dat de vergoeding voor de additionele ontgronding in de Banen, in afwachting van de aanleg van de rondweg, wordt uitbetaald aan de gemeente. Tevens wordt op pag. 30 van het MER initiatiefplan Koningsven-de Diepen deel A o.a. gesteld: de gemeente zal het ontbrekende deel van de financiering van de nieuwe weg onder meer vrijmaken uit extra inkomsten die verkregen worden uit een verruiming van de bestaande zandwinning de Banen met m³. Uit voorgaande stukken blijkt expliciet dat het gaat om een additionele zandwinning met een omvang van m³. Gezien voorgaande (additionele zandwinning) is het niet correct dat wordt gesteld dat de ontgravingsdiepte bij de Banen niet zal wijzigen. Vooruitlopend op de nieuwe vergunning is reeds een begin gemaakt met het ontgraven van ca. 4 ha x 20 m diep = m³ terwijl voor fase 3 en 4 slechts m³ vergund wordt. Ad. 4. Door de aanvrager, Teunesen, is een verzoek ingediend om de uitvoeringstermijn van de ontgrondingsvergunningen voor de Banen fase 1 en 2 en de Banen fase 3 en 4 te verlengen met maximaal 4 jaren. Binnen de bestaande vergunningsgrens van de Banen fase 1 en 2 bevindt zich nog circa m³ vermarktbaar materiaal en binnen de Banen fase 3 en 4 nog circa m³. Zaaknummer:

7 Concreet verzoekt aanvrager ons derhalve om binnen de bestaande vergunningsgrenzen, welke aldus niet wijzigen, de resterende circa m³ nog binnen 4 jaren te mogen ontgraven. Ons college dient te beschikken op de aanvraag zoals deze is ingediend. De aanvraag heeft alleen betrekking op een verlenging in tijd en niet op een uitbreiding van het aantal m³ noch op de ontgravingsdiepte. De ontgravingsdiepte zal derhalve ook niet wijzigen. In de ontwerp besluiten onder het kopje Besluit staat duidelijk aangegeven dat alleen voorschrift 1.1 wijzigt, hetgeen inhoudt dat het winnen van specie wordt toegestaan tot uiterlijk 15 november 2017 en de inrichting van het terrein voor 15 november 2018 moet zijn voltooid. Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther Peeters; Burgers en Leijtens; Langeveld-Voss; Bloemarts; Bek- Bouhuis en Bek; Oldenhof en Bouhuis; Verhoeven en Verhoeven; Hopmans en Hopmans Spanbroek; Kosters en Kosters-Nagels; van Gemert-Elings en Elings -van Gemert; Hendriks en Hendriks-Oude Elferink. 5. Vergunning is in strijd met de uitgangspunten van provinciaal ontgrondingsbeleid In de beleidsnota ontgrondingen en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) zijn diverse beleidsuitgangspunten neergelegd die in acht genomen dienen te worden bij ontgrondingsprojecten. In het POL wordt in dit kader aangegeven dat ontgrondingen dienen plaats te vinden als onderdeel van projecten met een meervoudige doelstelling. De provincie weegt initiatieven onder meer af vanuit haar rol als vergunningverlener op basis van de Ontgrondingenwet. Bij die afweging wordt rekening gehouden met alle betrokken belangen zoals ecologie, hydrologie, landschappelijke en archeologische waarde en de belangen van omwonenden. De gevraagde additionele zandwinning strekt ertoe de financiering van de rondweg door het Milbeekse buitengebied mogelijk te maken en houdt geen verband met de verwezenlijking van de doeleinden die blijkens de Beleidsnota ontgrondingen nagestreefd dienen te worden. De extra zandwinning is enkel ingegeven vanuit commercieel oogpunt. Omdat de aanleg van de weg geheel los staat van de zandwinactiviteiten bij de Banen is het niet juist om de onderhavige zandwinning met het oog op financiering van een rondweg als een project met een meervoudige doelstelling als bedoeld in het POL aan te merken. Volgens het POL moet winning van delfstoffen worden ingezet als instrument voor andere doeleinden zoals natuurontwikkeling, bescherming tegen hoog water, waterberging en recreatie. De doelstelling van onderhavige additionele zandwinning gaat niet verder dan de aanleg van een onnodige rondweg ten koste van een bestaand agrarisch gebied. Ad. 5 Nogmaals dient voorop te worden gesteld dat het hier geen additionele zandwinning betreft. Het belang van de financiering van de rondweg is derhalve ook niet meegewogen als zijnde een belang welk zou bijdragen aan een project met een meervoudige doelstelling. De genoemde belangen zijn belangen welke door het onderhavige besluit niet wijzigen ten opzichte van de onderliggende vergunning. Hierover wordt onder het kopje Belangenafweging van het voornoemde besluit gesteld dat door de verlenging in tijd de genoemde belangen niet geschaad zullen worden. In de onderliggende vergunning zijn deze belangen destijds reeds onderzocht en afgewogen. Zaaknummer:

8 Met betrekking tot deze belangen zal geen wijziging plaatsvinden omdat de groeve reeds voor het grootste gedeelte ontgraven en ingericht is. Hetgeen wel wijzigt door de verlenging is het ruimtelijke ordeningsaspect. Het college van Burgemeester en Wethouders van Gennep heeft bij besluit van 23 april 2013 verklaard medewerking te verlenen aan een verlenging van de einddatum van de bestaande ontgronding de Banen fase 1 en 2 en fase 3 en 4. Het college van Burgemeester en Wethouders van Gennep heeft hiertoe op 4 juni 2013 het ontwerp wijzigingsplan de Banen, Ven- Zelderheide in procedure gebracht. Het onderhavige besluit is gebaseerd op nationaal en provinciaal beleid te weten de Nota Ruimte, het Pol en de Beleidsnota ontgrondingen. Uitgangspunt van het voornoemde beleid is dat overal in Limburg ontgrondingen kunnen plaatsvinden als onderdeel van projecten met een meervoudige doelstelling. Winningen zijn aldus toegestaan onder de voorwaarde dat deze winning leidt tot een maatschappelijke meerwaarde. De meerwaarde kan zijn een economische meerwaarde en ontgronding zonder nieuw ruimtebeslag. De meerwaarde is in onderhavig geval concreet het doelmatig gebruik van ruimte en delfstoffen en werkgelegenheid in tijden van crisis. Deze meerwaarde van het onderhavige project is afdoende om een verlenging van 4 jaar toe te staan. Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther Peeters; Burgers en Leijtens; Bek- Bouhuis en Bek; Oldenhof en Bouhuis; Verhoeven en Verhoeven; Hopmans en Hopmans Spanbroek; Kosters en Kosters-Nagels; van Gemert-Elings en Elings -van Gemert; Thijssen; Hendriks en Hendriks-Oude Elferink. 6. Afweging van belangen in het kader van een ontgrondingsvergunning De negatieve effecten van de ontgronding mogen niet onderschat worden. De verlenging van de activiteiten heeft, naast de overlast van zwaar vrachtverkeer, nog de volgende negatieve gevolgen: de fauna in het gebied wordt nog jaren langer verstoord en extensief recreatief gebruik van het terrein, waar al jarenlang naar wordt uitgekeken, zal nog langer op zich laten wachten. In het ontwerp besluit wordt overwogen dat voortzetten van de ontgronding voorziet in een marktbehoefte en een positieve invloed zal hebben op de werkgelegenheid. Dit wordt in twijfel getrokken. Met het oog op de economische crisis kan in alle redelijkheid niet gesteld worden dat er een plaatselijk of regionaal tekort is of de komende jaren dreigt te komen aan vermarktbaar zand. Dat de verlenging daadwerkelijk nodig is om aan de marktbehoefte te kunnen voldoen is geenszins een feit. Verwezen wordt naar het project Hoogwatergeul Maaspark Well. Dit project is gelegen op minder dan 20 km afstand en hiermee wordt een aanvang gemaakt voor het winnen van 16 miljoen m³ zand. Hetgeen omtrent voorgaande in het ontwerp besluit is overwogen mist aldus een feitelijke grondslag, laat staan dat er een duidelijke maatschappelijke meerwaarde resteert wanneer alle betrokken belangen tegen elkaar worden afgewogen. Het provinciaal beleid noopt er mitsdien toe de vergunning te weigeren. Verwezen wordt naar een vergelijkbare casus die in de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 3 augustus 2011 nr /1/M1 aan de orde was. Zaaknummer:

9 Ad. 6 De meerwaarde van het onderhavige project, zijnde het doelmatig gebruik van waardevolle delfstoffen en het veiligstellen van werkgelegenheid is een meerwaarde welke afdoende zwaarwegend en doorslaggevend is om een verlenging van 4 jaar toe te staan. Genoemde hinderaspecten zijn aspecten welke reeds zijn afgewogen in de vigerende Wet milieubeheervergunning. De invloed op de fauna wordt afgewogen in de procedure op basis van de Flora- en Faunawet. Het is naar onze mening evident dat onderhavige aangevraagde werkzaamheden voorzien in directe en indirecte werkgelegenheid. Voor wat betreft de verwijzing naar de winning bij Hoogwatergeul Well-Aijen/Maaspark Well wordt opgemerkt dat vanuit het doelmatigheidsbeginsel bezien bestaande groeves zo optimaal mogelijk dienen te worden uitgebaat. De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 3 augustus 2011 nr /1/M1 waarnaar verwezen wordt, behandelt een situatie welke niet vergelijkbaar is met de situatie zoals zich onderhavig voordoet. Deze uitspraak is gebaseerd op provinciaal beleid met betrekking tot zandwinning zoals opgenomen in het op 7 juli 2004 vastgestelde POP II en de op 2 juni 2010 vastgestelde Omgevingsvisie Drenthe. De uitspraak is aldus gebaseerd op beleidsregels welke ten tijde van de uitspraak geldend waren in de provincie Drenthe. Dit beleid is afwijkend van het beleid welk op dit moment geldend is in de provincie Limburg. Het onderhavige besluit is gebaseerd op provinciaal beleid te weten het POL en de Beleidsnota ontgrondingen, geldend in de provincie Limburg. Uitgangspunt van het voornoemde beleid is dat overal in Limburg ontgrondingen kunnen plaatsvinden als onderdeel van projecten met een meervoudige doelstelling. Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther Peeters; Burgers en Leijtens; Bek- Bouhuis en Bek; Oldenhof en Bouhuis; Verhoeven en Verhoeven; Hopmans en Hopmans-Spanbroek; Kosters en Kosters-Nagels; van Gemert-Elings en Elings -van Gemert; Hendriks en Hendriks Oude Elferink. 7. Oprekking looptijd vergunning is in strijd met het rechtzekerheidsbeginsel In de oorspronkelijke ontgrondingsvergunning zijn termijnen opgenomen waar omwonenden naar hebben uitgekeken. Er is altijd op vertrouwd dat deze termijnen hard waren. De omstandigheid dat nu tot verlenging wordt overgegaan is in strijd met het rechtzekerheidsbeginsel. Er is geen gegronde reden om met het rechtzekerheidsbeginsel te breken en de ontgronder de verplichtingen om het gebied conform de eindplannen op te laten leveren op te schorten. Ad. 7 In voorschrift 1.1. van de onderliggende vergunning is een termijn opgenomen tot waarbinnen het winnen van specie uiterlijk is toegestaan. Deze termijn kan gewijzigd worden als gevolg van voortschrijdend inzicht en/of gewijzigde omstandigheden. Ingevolge artikel 10 lid 5 van de Ontgrondingenwet hebben wij na afweging van alle relevant zijnde belangen en omstandigheden besloten om tot wijziging van de termijn zoals opgenomen in voorschrift 1.1. over te gaan. Kerkhoff en Kerkhoff; van Dinther en van Dinther Peeters; Burgers en Leijtens; Langeveld-Voss; Bek- Bouhuis en Bek; Oldenhof en Bouhuis; Verhoeven en Verhoeven; Hopmans en Hopmans-Spanbroek; Kosters en Kosters-Nagels; van Gemert-Elings en Elings -van Gemert. Zaaknummer:

10 8. Verlenging van de termijn met 4 jaar niet noodzakelijk en onevenredig bezwarend Er valt niet in te zien waarom de ontgronder niet in 1 jaar tijd m³ zand kan winnen. In het ontwerp besluit wordt niet gemotiveerd waarom een termijn van 4 jaar met het oog op het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel akkoord is. Dit zorgt ervoor dat de ontwerp besluiten onvoldoende deugdelijk gemotiveerd zijn. Een deugdelijke onderbouwing, zoals onderbouwde weegbrugcijfers van het verloop van de delfstoffenwinning de Banen in de loop der jaren ontbreekt. Er dient te worden aangetoond met cijfers dat er in de gehele tijdsperiode per saldo te weinig zand is gewonnen. Ad. 8 Aan de hand van ons vertrouwelijk ter beschikking gestelde bedrijfsgegevens omtrent produktie en voorraad, hebben wij kunnen vaststellen dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de stelling dat er nog circa m³ vermarktbaar zand gewonnen kan worden. Zoals reeds onder het kopje 4 Belangenafweging wordt vermeld, is de verlengingstermijn van 4 jaar gebaseerd op de te verwachten jaarproduktie van gemiddeld m³ à m³. Bloemarts, van Dinther en van Dinther-Peeters. 9. Waardedaling woningen De verlenging van de ontgrondingsvergunning heeft een waardedaling van de woningen tot gevolg door de voortbestaande overlast en gedurende deze verlenging zullen de betreffende woningen onverkoopbaar blijven. Ad. 9 De genoemde ondervonden overlast is terug te voeren op de vrachtbewegingen welke met de ontgrondingswerkzaamheden gepaard gaan. Dit aspect is destijds afgewogen in de procedure om te komen tot een Wet milieubeheervergunning. In de Wet milieubeheervergunning zijn met betrekking tot dit aspect voorschriften opgenomen ter voorkoming dan wel ter beperking van de ondervonden overlast. Binnen de procedure om te komen tot een Ontgrondingsvergunning wordt dit aspect niet meegenomen. Bloemarts. 10. Relatie ontwerp ontgrondingsvergunning en ontwerp wijzigingsplan de Banen Het is onaanvaardbaar dat de provincie in haar motivering van de ontwerp vergunningen verwijst naar de bereidheid van B&W van Gennep om medewerking aan verlenging van de eindtermijn van de zandwinning in de Banen te verlenen terwijl B&W in haar ontwerp wijzigingsplan de Banen juist stelt dat de aan te vragen wijziging van de ontgrondingsvergunning inhoudelijk en procedureel min of meer leidend is en de wijziging van het bestemmingsplan in belangrijke mate volgend is. Ad. 10 In onze ontwerp besluiten wordt gesteld dat de gemeente bereid is om planologische medewerking te verlenen in die zin dat zij het vigerende bestemmingsplan zal wijzigen opdat de onderhavige ontgrondingsvergunning past binnen het vigerende bestemmingsplan. Zaaknummer:

11 De gemeente stelt in haar ontwerp wijzigingsplan dat zij het bestemmingsplan zal aanpassen als gevolg van de gevraagde ontgronding. Het is derhalve niet meer dan logisch dat de ontgrondingsvergunning hierbij inhoudelijk en procedureel gezien leidend is. Bloemarts. 11. Gebruik terrein de Banen als klasseer- en opslagterrein project Koningsven-de Diepen. Uit het door de gemeente Gennep ter visie gelegde voorontwerpbestemmingsplan Koningsven-de Diepen blijkt dat bij de zandwinning van dit project het terrein van de Banen gebruikt zal worden als klasseer- en opslagterrein. Dit is alleen mogelijk indien de termijn voor het inrichten en opleveren van de terreinen de Banen (fase 1 en 2) ook wordt verlengd tot Gezien voorgaande is niet te verenigen waarom de firma Teunesen het verzoek om verlenging van de lopende vergunningen voor de Banen niet mede motiveert in samenhang met het project Koningsvende Diepen. De provincie is als partij bij de in juli 2010 gesloten intentieovereenkomst met betrekking tot het project Koningsven-de Diepen volledig van voorgaande op de hoogte. Ad. 11 Indien het terrein van de Banen nog gebruikt zal worden als klasseer- en opslagterrein ten behoeve van het project Koningsven-de Diepen dan zal dit moeten worden meegenomen in de in dat kader nog te volgen procedures. Onderhavige ontgrondingsaanvraag voorziet alleen in een verlenging van de looptijd en daarmee tevens het handhaven van de klasseerinstallatie voor een periode van maximaal 4 jaren voor wat betreft de groeve de Banen, welke eindigt op 15 november De inrichting van de terreinen dient voor 15 november 2018 te zijn voltooid. Deze procedure staat los van eventuele nog te volgen procedures ten behoeve van het project Koningsven-de Diepen. Bloemarts. 12. Stellen van eis aan firma Teunesen voorrang wordt gegeven aan de Banen. Aan de firma Teunesen dient in de ontgrondingsvergunning de eis te worden gesteld dat voorrang wordt gegeven aan de winning in de Banen voordat met de winning in Koningsven gestart wordt. Dit om oplevering en toegankelijkheid van de Banen zo spoedig mogelijk te realiseren mede in het belang van de omwonenden. Ad. 12 Op dit moment is alleen het onderhavige besluit met betrekking tot de Banen aan de orde. Er kan derhalve nog geen prioritering ten aanzien van andere projecten plaatsvinden. Indien in de toekomst de vergunningsprocedure met betrekking tot Koningsven om te komen tot een ontgrondingsvergunning zal worden opgestart, zal bezien worden of via fasering geprioriteerd kan worden. Het is echter nu nog te prematuur om hier op in te gaan. Bloemarts. Zaaknummer:

12 13. Einddatum Onduidelijk is waarom in de ontwerp ontgrondingsvergunningen een andere einddatum voor de inrichting van het terrein na zandwinning is opgenomen (15 november 2018) dan in het door B&W van Gennep ter visie gelegde ontwerp wijzigingsplan de Banen (31 december 2019). Dit gebrek maakt de motivering van de termijn onhelder en daarmee onduidelijk. Ad. 13 Bij het verlenen van het ontwerp besluit ontgrondingsvergunnig is uitgegaan van de gevraagde termijn en de vervaldatum van de onderliggende vergunning. Thijssen. 14. Aanvoer van elders Er worden diverse materialen aangevoerd en doorverkocht welke niet op de locatie de Banen worden gewonnen. Hier wordt door de provincie niet tegen opgetreden. Tevens is er een begin gemaakt met het ontgraven van ca. 4 ha. Ad. 14 Dit is een handhavingsaspect en derhalve in deze procedure niet aan de orde. Indien hierover klachten zijn dient een verzoek tot handhaving te worden ingediend bij het cluster Handhaving van de provincie. Met betrekking tot het vergraven van de ca. 4 ha. kan worden meegedeeld dat dit werkzaamheden zijn welke zijn toegestaan binnen de op dit moment vigerende vergunning. Zaaknummer:

13 4 Belangenafweging Na het beoordelen van de door Teunesen aangevoerde argumenten voor het wijzigen van voorschrift 1.1. van de verleende ontgrondingsvergunning voor groeve de Banen (fase I en II), komen wij tot de conclusie dat deze als valide kunnen worden beschouwd. Als gevolg van de huidige economische crisis is er sprake van een malaise in de bouw waardoor de vraag naar delfstoffen substantieel is teruggelopen. Dit heeft geleid tot een vertraging van de winning in groeve de Banen voor fase I en II. Het verlengen van de winningsduur en de inrichting ter plaatse met 4 jaren leidt ertoe, dat de nog resterende, eerder vergunde delfstoffen op deze locatie alsnog gewonnen kunnen worden. Hierdoor blijft er sprake van een optimale winning en blijven geen waardevolle delfstoffen ongeroerd. Op 6 juni 2013 zijn door Teunesen aanvullende gegevens ingediend ter onderbouwing van de aangevraagde verlengingstermijn van 4 jaar. Gezien de te verwachten jaarproductie van gemiddeld a m³ per jaar, is de gevraagde verlengingstermijn van 4 jaar voor fase III en IV als een reële termijn te beschouwen. Binnen fase III en IV bevindt zich immers nog m³ vermarktbaar materiaal. Binnen fase I en II bevindt zich nog m³ vermarktbaar materiaal. De bestaande klasseerinstallatie blijft onderdeel uitmaken van fase I en II en zal tevens gehandhaafd blijven tijdens de verlenging van fase III en IV. De specie welke vrijkomt gedurende de zandwinning in fase III en IV wordt verwerkt en afgevoerd via deze klasseerinstallatie. De aangevraagde verlengingstermijn van 4 jaar is derhalve ook voor fase I en II als reëel te beschouwen.tevens zal door het voorzetten van de ontgronding de eindtoestand worden gerealiseerd zoals deze is opgenomen in het op 14 januari 2003 goedgekeurde eindplan. Tenslotte leidt het voortzetten van de ontgronding ertoe dat zonder nieuw ruimtebeslag kan worden voorzien in een deel van de marktbehoefte aan de ter plaatse te winnen oppervlaktedelfstoffen hetgeen een positieve invloed heeft op zowel de directe als de indirecte werkgelegenheid bij de leverende alsook de verkrijgende partij. Aangezien de groeve voor wat betreft fase I en II voor het grootste gedeelte is ontgraven en ingericht, worden de belangen van natuur en archeologie door het voortzetten van de bestaande ontgronding niet geschaad. Het hydrologisch belang is in het verleden reeds onderzocht en destijds is geconcludeerd dat de voorgenomen ontgronding het belang van de waterhuishouding niet dusdanig beïnvloedt, dat de gevraagde verlenging van de ontgrondingsvergunning zou moeten worden geweigerd. Aan de vergunning van 1998 is een voorschrift verbonden om de grondwaterstanden te monitoren. Dit voorschrift blijft ongewijzigd in het kader van het onderhavige wijzigingsverzoek. Het belang van hydrologie wordt door het inwilligen van het onderhavige verzoek niet geschaad. Hierbij is tevens van belang dat de diepte van de ontgronding, de werkwijze en de inrichting van het terrein eveneens ongewijzigd blijven. Op basis van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied welk is vastgesteld op 3 april 2012, is het winnen van delfstoffen op de locatie de Banen toegestaan. Zaaknummer:

14 In dit bestemmingsplan is in artikel 13.1 een eindtermijn opgenomen waarbinnen de ontgronding gerealiseerd dient te zijn; te weten 31 december Verder is in artikel 13.1 opgenomen dat uiterlijk 1 november 2014 de betreffende gronden dienen te zijn ingericht als natuur. Op basis van bovenstaande is het vanuit planologisch oogpunt niet meer toegestaan om na 31 december 2013 oppervlaktedelfstoffen te winnen op locatie de Banen. Door Teunesen is bij schrijven van 28 februari 2013 aan de gemeente Gennep verzocht om wijziging van het betreffende artikel 13.1 van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied zodat delfstoffenwinning kan worden voortgezet conform de verlengingstermijn zoals deze is aangevraagd in onderhavig verlengingsverzoek in het kader van de ontgrondingsvergunning. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gennep heeft bij besluit d.d. 23 april 2013 (kenmerk: reg. Nr. 2013/1990) verklaard medewerking te willen verlenen aan een wijziging en een verlenging van de eindtermijn van de bestaande ontgronding de Banen. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gennep zal hiertoe een wijzigingsplan opstellen. Gelet op het vorenstaande is er volgens ons college voldoende zicht op het verkrijgen van een adequate ruimtelijke regeling. Conclusie De bij de voorgenomen wijziging van de vigerende ontgrondingsvergunning betrokken belangen verzetten zich niet tegen de aangevraagde wijziging. Voorschrift 1.1 (de looptijd) kan daarom worden aangepast, in die zin, dat de ontgronding alsmede de inrichting vier jaren in tijd verschuift. Voor het overige blijft de ontgrondingsvergunning van 29 september 1998, inclusief de daaraan verbonden voorschriften, ongewijzigd. Zaaknummer:

15 5 Besluit Gedeputeerde Staten van Limburg besluiten, Gelet op het bepaalde in de Ontgrondingenwet en de Omgevingsverordening Limburg, alsmede gelet op voornoemde overwegingen, de bij besluit van 29 september 1998, kenmerk CA 3059, verleende ontgrondingsvergunning aan Teunesen (ow-dossier 1712 I&II), voor het ontgrondingsgebied groeve de Banen, fasen I en II te Ottersum (thans gemeente Gennep) zoals deze met zwarte omlijning zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kadastrale tekening (bijlage 1), te wijzigen in die zin dat voorschrift 1.1 luidende: Het winnen van specie wordt toegestaan voor een termijn van 15 jaren, ingaande de dag, waarop dit besluit in werking treedt. De eindtoestand ex voorwaarde 5 dient te zijn gerealiseerd 1 jaar na de ontgronding. De vergunning is geldig totdat aan alle verplichtingen uit deze vergunning is voldaan. wordt gewijzigd in: Het winnen van specie wordt toegestaan tot uiterlijk 15 november De inrichting van de terreinen dient voor 15 november 2018 te zijn voltooid. De vergunning is geldig totdat aan alle verplichtingen uit deze vergunning is voldaan. Zaaknummer:

16 6 Rechtsbescherming Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u, tegen betaling van de verschuldigde griffierechten, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd een beroepschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het beroepschrift moet worden ondertekend en ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de datum; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht alsmede de redenen van het beroep (motivering). Het beroepschrift moet worden gericht aan: Raad van State; Afdeling bestuursrechtspraak; Postbus 20019; 2500 EA Den Haag. Als u een beroepschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de internetpagina van de Raad van State, Klik op ONZE WERKWIJZE. Klik op Bestuursrechtspraak. 7 Ondertekening Gedeputeerde Staten van Limburg namens dezen, ing. E.A.P.H. Haesen Clustermanager Vergunningen Zaaknummer:

17 8 Afschriften Een afschrift van dit besluit hebben wij gezonden aan: Teunesen Zand en Grint BV, Postbus 90, 6590 AB te Gennep, als beschikking op de aanvraag; Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gennep, ter kennisneming; P. W. van Wersch namens de Vereniging Geen Zand Erover, Zwarteweg 49, 6596 AE te Milsbeek, ter kennisneming; S.N.J. Kerkhoff en A.F.J. Kerkhoff, Driekronenstraat 10, 6596 MA te Milsbeek, ter kennisneming; C.A.M. van Dinther en H.J. van Dinther-Peeters, Langehorst 11, 6500 CJ te Ven-Zelderheide, ter kennisneming; Th. Burgers en M. Leijtens, Driekronenstraat 12, 6596 MA te Milsbeek, ter kennisneming; B.M.M. Langeveld-Voss, Driekronenstraat 21, 6596 MA te Milsbeek, ter kennisneming; J.C.M.G Bloemarts, Verloren Land 83, 6596 CL te Milsbeek, ter kennisneming; C.S.J. Bek en M.A.Th. Bek-Bouhuis, Oudedijk 3, 6596 MD te Milsbeek, ter kennisneming; R. Bouhuis en C. Oldenhof, Oudedijk MD te Milsbeek, ter kennisneming; F. Verhoeven en L. Verhoeven, Oudedijk 2, 6596 MD te Milsbeek, ter kennisneming; G.M.M. Hopmans en A.F.T.M. Hopmans-Spanbroek, Oudedijk 4, 6596 MD te Milsbeek, ter kennisneming; W. Koster en A. Koster-Nagels, Onderkant 1, 6596 MB te Milsbeek, ter kennisneming; M.P.J. van Gemert-Elings en J.C.H. Elings- van Gemert, Driekronenstraat 19, 6569 MA te Milsbeek, ter kennisneming; J.M. Thijssen, Oudedijk 6, 6596 MD te Milsbeek, ter kennisneming; N.T.B.N. Hendriks en A.M. Hendriks-Oude Elferink, Potkuilen 7, 6596 ME te Milsbeek, ter kennisneming. Zaaknummer:

18 Bijlage 1 Vergunningstekening Zaaknummer: