GROEPSPRAKTIJKEN VAN VLAAMSE HUISARTSEN
|
|
- Pepijn Wouters
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HUISARts NU RESEARCH GROEPSPRAKTIJKEN VAN VLAAMSE HUISARTSEN Samenstelling en gestructureerde samenwerking N. BOFFIN IS SOCIOLOOG EN STAFMEDEWERK- STER VAN DE WVVH-AFDELING ONDERZOEK; R. CUYPERS IS JURISTE EN MEDEWERKSTER VAN DE WVVH; J. DE SMEDT IS HUISARTS EN VOORZITTER VAN DE WVVH; L. PAS IS HUISARTS EN MEDEWERKER VAN DE WVVH-AFDELING ONDERZOEK. De groepspraktijk in Vlaanderen is nog steeds in grote mate een familieaangelegenheid. Uit een enquête, die op vraag van het ministerie van Volksgezondheid werd gehouden, blijkt dat 43% van de groepsleden een partner- of familierelatie met een ander lid uit de praktijk heeft. Er zijn wel indicaties dat daarin verandering komt: de groepspraktijken zonder familie- of partnerrelaties zijn immers jonger dan deze mét. Groepspraktijken in Vlaanderen zijn ook een vrouwenzaak: in de groepspraktijken is 40% vrouw terwijl dat slechts 26% is in de totale huisartsenpopulatie. Dé groepspraktijk in Vlaanderen bestaat echter niet. Daarvoor zijn er te veel verschillen in de groepspraktijken op het vlak van gestructureerde samenwerking, praktijkorganisatie en kwaliteitsbevordering. Groepspraktijken kunnen de gezondheidszorg en de huisartsen zelf ten goede komen. In de literatuur vonden we hierover een aantal stellingen 1-8. Door samen te werken kunnen huisartsen meer tijd vrijmaken binnen en buiten de praktijk, kosten delen voor de inzet van personeel en middelen, hun beschikbaarheid en continuïteit van de zorg vergroten en het zorgaanbod in de praktijk verbreden. In groep kunnen huisartsen beter aan kwaliteitsbevordering doen. Door gestructureerde samenwerking en een betere praktijkorganisatie kunnen huisartsen ook hun positie op de eerste lijn verstevigen. Werken in een groepspraktijk is voor jonge huisartsen soms de enige mogelijkheid om als huisarts een inkomen te verdienen. Het is de enige mogelijkheid om als huisarts deeltijds te werken. Ook voor een echtpaar huisartsen is het delen van de praktijk dikwijls de meest praktische keuze. Dat geldt ook voor familiepraktijken waarin zoon of dochter samenwerkt met vader of moeder-huisarts tot deze op pensioen gaat. Samengevat kunnen we stellen dat de motivatie voor het werken in een groepspraktijk op het persoonlijke vlak ligt, namelijk het streven naar betere arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Op maatschappelijk vlak resulteert het werken van huisartsen in groepspraktijken in een versterkte positie op de eerste lijn. Opzet van het onderzoek Dit onderzoek kadert in een project dat gesubsidieerd werd door het ministerie van Volksgezondheid. De bedoeling van dit project was om groepspraktijken van huisartsen in Vlaanderen te beschrijven en te begeleiden. De begeleiding bestond uit advies op juridisch, financieel, fiscaal en groepsdynamisch vlak. Het onderzoek bestond uit een schriftelijke enquête bij een steekproef van Vlaamse huisartsen uit groepspraktijken. De opzet van het onderzoek was om de volgende aspecten te beschrijven: aantal, samenstelling en ligging van de groepspraktijken hulp bij administratie en secretariaat, personeel andere zorgverlening in de praktijk continuïteit van de zorg werkbelasting van de huisartsen afspraken op financieel en juridisch vlak samenwerking, overleg en kwaliteitsbevordering in de groep motivatie tot en evaluatie van deelname aan een groepspraktijk behoefte aan maatregelen van de overheid. Methoden Er werd een schriftelijke enquête gehouden bij een steekproef van erkende huisartsen uit groepspraktijken. In december 1999 hadden we een bestand van 673 groepspraktijken samengesteld op basis van WVVHgegevens en informatie van de huisartsenkringen. Uit elke groepspraktijk 18 februari 2002; 31(1) Huisarts Nu
2 werd at random één huisarts geselecteerd en aangeschreven. Een groepspraktijk werd als volgt gedefinieerd: "Er is sprake van een groepspraktijk als minstens twee erkende huisartsen dezelfde praktijkruimte delen." Het eerste deel van de vragenlijst bestond uit feitelijke vragen over de groepspraktijk. Aan de respondent vroegen we de volgende gegevens van alle leden in de praktijk: geslacht, leeftijd, relatie met de andere leden (partner of relatie van ouders/ kinderen of kinderen onderling), andere betaalde beroepsactiviteiten en aantal gebruikte getuigschriftenboekjes in Het tweede deel stelde persoonlijke vragen aan de respondent in verband met opinies en feiten over zijn praktijk. Alle gegevens werden verwerkt in SPSS voor Windows versie 10. De associatiemaat eta-kwadraat (eta 2 ), correlatieratio genoemd, kan worden gelezen in termen van verklaarde variatie. De correlatieratio is de proportie van de totale variatie in de afhankelijke variabele die door de onafhankelijke variabele wordt verklaard. Eta-kwadraat varieert tussen 0 (geen relatie) en 1 (volledige verklaring) 9. Respons Van de 673 veronderstelde groepspraktijken bleken er 109 geen (meer) te zijn. Dit brengt het totaal op 565 mogelijke groepspraktijken waarvan er 323 (57%) ons tijdig hun ingevulde vragenlijst bezorgden. In 25 gevallen had de aangeschreven huisarts de groepspraktijk verlaten en had (waarschijnlijk) een andere huisarts zijn plaats ingenomen. Deze 25 groepspraktijken werden niet opnieuw aangeschreven. De verdeling in de onderzoekspopulatie week niet significant af van de verdeling in de bestanden van december 1999 en maart 2000 op het vlak van geslacht, leeftijd (geschat op basis van het jaar van afstuderen) en universiteit. Hoeveel groepspraktijken zijn er? Op basis van drie verschillende informatiebronnen konden we in maart 2000 het bestaan bevestigen van 395 groepspraktijken met 903 erkende, actieve huisartsen. In het WVVH-bestand waren er op dat moment erkende, actieve huisartsen opgenomen wat betekent dat minstens 12,6% van de Vlaamse huisartsen in een groepspraktijk werkte. Naast de enquête baseerden we ons op de volgende twee bronnen. In januari 2000 schreef de WVVH de groepspraktijken aan met de uitnodiging om als groepspraktijk lid van de WVVH te worden en het verzoek om te melden als het geen groepspraktijk is. Begin februari 2000 vroeg de WVVH in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid aan de groepspraktijken om zich vrijwillig als groepspraktijk te registreren. Samenstelling van de groepspraktijken Van de groepspraktijken bestond 78% uit een duo en 22% uit meer dan twee huisartsen, die verder groepen worden genoemd. In 38% van de groepspraktijken werkten twee huisartsen die geen familie of echtpaar vormden: dit zijn de duo s zonder relatie. Dertig procent van de groepspraktijken bestond uit een echtpaar (partnerduo s) en in 9% van de groepspraktijken ging het om een familieduo, meestal vader en zoon. Ook in 30 van de 73 groepen waren er partner- of familierelaties onder de leden. Van de zes wijkgezondheidscentra zijn er vijf opgenomen in dit onderzoek. Het ging om twee groepen mét en drie groepen zonder relaties. Van de 761 huisartsen in een groepspraktijk was 40% een vrouw. Dat is aanzienlijk meer dan in de totale huisartsenpopulatie waar volgens de WVVH-gegevens in maart % vrouw was. Van de groepspraktijkleden werkte 43% in dezelfde praktijk als man of Resultaten Groep zonder relaties 43 Groep met relaties 30 Duo zonder relaties 123 Figuur 1: Type groepspraktijken (N=323). Partnerduo 98 Familieduo 29 Huisarts Nu februari 2002; 31(1) 19
3 vrouw, broer, zus, vader, moeder, zoon of dochter. Vooral vrouwen werken samen met hun man: 39% van de vrouwelijke huisartsen werkte met hun man in dezelfde groepspraktijk terwijl 26% van de mannelijke huisartsen met hun vrouw een groepspraktijk deelde (p = 0,000). De gemiddelde leeftijd van de huisartsen in groepspraktijken was 41 jaar (SD = 8,9). In het WVVH-bestand van actieve, erkende huisartsen was in maart 2000 de gemiddelde leeftijd 45 jaar (SD = 10,2). Leeftijd van de groepspraktijken en jaar van toetreding De helft van de groepspraktijken werd opgericht voor 1989 (SD = 7,5). De oudste groepspraktijk is van De gemiddelde leeftijd van de groepspraktijk varieerde met het type praktijk (eta 2 = 0,19; p = 0,000). De groepen zonder relaties bestonden gemiddeld zestien jaar en zijn het oudste type. De partnerduo s en de groepspraktijken met relaties, meestal partnerrelaties, bestonden gemiddeld vijftien jaar. De duo s zonder relaties bestonden gemiddeld negen en de familieduo s gemiddeld acht jaar. Als we de groepspraktijken indelen in het al dan niet bevatten van familieof partnerrelaties, dan blijkt dat groepspraktijken zonder relaties gemiddeld tien jaar bestonden terwijl dit bij groepspraktijken met relaties dertien jaar was (eta 2 = 0,04; p = 0,00). Tweeënveertig procent van de huisartsen stapte met een partner- of familierelatie in een nieuwe of bestaande groepspraktijk en 23% samen met HIBO of stagemeester in een nieuwe of bestaande groepspraktijk. Het jaar waarop men in de huidige groepspraktijk stapte, hing significant samen met de wijze waarop dit gebeurde (eta 2 = 0,14; p = 0,000). Wie met een familielid of partner in een groepspraktijk stapte, deed dit omstreeks 1986 en met een HIBO of stagemeester was dit gemiddeld in Wie in een andere groepspraktijk stapte (geen familie-, partner-, ex-hibo- of ex-stagemeesterrelatie), deed dit omstreeks Het jaar waarop men in de huidige groepspraktijk stapte, hing eveneens significant samen met het type praktijk (eta 2 = 0,18; p = 0,000). Het jaar waarop men in een partnerduo stapte, is gemiddeld 1985; in de groepspraktijken met meer dan twee huisartsen is dat gemiddeld 1987; in de duo s zonder relaties 1992 en in de familieduo s is dat gemiddeld Samenwerking en organisatie Van de acht kenmerken in tabel 1 hingen alleen het gebruik van een EMD (elektronisch medisch dossier) en het regelen van weekendwachten onder de groepspraktijkleden niet significant samen met het type groepspraktijk. Partnerduo Familieduo Duo zonder Groep met Groep zonder TOTALE N relatie relaties relaties POPULATIE EMD 88% 85% 80% 76% 74% 82% 316 Weekendwachten in groepspraktijk 0% 4% 5% 7% 7% 4% 321 Avond/nachten in groepspraktijk 59% 83% 87% 75% 69% 75% 284 Secretariaat door personeel of 21% 41% 67% 77% 91% 55% 322 telesecretariaat Bediende voor secretariaat 16% 10% 28% 57% 70% 31% 322 Andere zorgverleners in de 6% 4% 10% 20% 49% 14% 320 praktijk Praktijkruimte onbewoond door 9% 14% 30% 37% 64% 27% 321 leden Externe conflictbemiddeling in 1% 0% 8% 17% 21% 8% 319 verleden Tabel 1: Praktijkorganisatie en samenwerking. 20 februari 2002; 31(1) Huisarts Nu
4 Bijna alle groepspraktijken (319 op 322) hadden een gemeenschappelijk dossiersysteem waartoe alle leden toegang hebben. De meeste groepspraktijken werkten met een combinatie van papieren en EMD (52%) of alleen met een EMD (30%). In de partner- en familieduo s werkte 88% met een EMD; in de overige groepspraktijken was dat 78% (p = 0,03). Weinig groepspraktijken troffen onder hun leden een regeling voor het waarnemen van de weekendwacht: 4%. Meestal nam men hiervoor deel aan de lokale wachtdienst. Dat gebeurde veel meer voor avond- en nachtwachten: 75% van de groepspraktijken regelde deze ook onder hun leden (p = 0,000). Dit gebeurde vooral in duo s zonder relatie en familieduo s. Meer groepen met relaties (21%) en vooral partnerduo s (33%) namen deel aan de lokale wachtdienst voor avond- en nachtwachten, terwijl meer groepen zonder relaties (21%) hiervoor een regeling met andere praktijken troffen. Vijfenvijftig procent van de groepspraktijken deed een beroep op een telesecretariaat of had personeelshulp voor secretariaat of administratie (p = 0,000). Eenendertig procent van de groepspraktijken had een bediende in dienst voor secretariaat of administratie (p = 0,000). In 14% van de groepspraktijken werkten ook andere zorgverleners (p = 0,000). Het ging vooral om verpleegkundigen: 62% van de bediende-uren werd door verpleegkundigen gepresteerd. Van de uren die zelfstandige zorgverleners in de groepspraktijken presteerden, kwam 42% van kinesitherapeuten. In 27% van de groepspraktijken werd het gebouw waarin de praktijkruimte zich bevindt, niet bewoond door een of meerdere praktijkleden. Van de groepspraktijken met leden zonder partner- of familierelaties werd 39% niet bewoond door een of meer leden (p = 0,000). In 8% van de groepspraktijken werden in het verleden externen aangetrokken om te bemiddelen bij conflicten (p = 0,000). Bij de conflicten ging het over financiële zaken (68%), over het medisch beleid (24%) en over taakafspraken (24%). Samenwerking en overleg In 53% van de groepspraktijken werden formele overlegmomenten of vergaderingen belegd over het beheer van de praktijk, zoals onderhoud, financiën, taakverdeling enzovoort. Dit percentage was het laagste in de partnerduo s en nam toe tot het hoogste percentage bij de groepen zonder relaties (p = 0,000). Waar er formele overlegmomenten werden belegd, was dat meestal eentot driemaal per jaar (32%), 24% vergaderde vier- tot zesmaal per jaar, 23% een- of tweemaandelijks en 21% wekelijks en meer (SD = 33,6). In 98% van de groepspraktijken vergaderde men tussen 1- en 64-maal per jaar. Als we vier groepspraktijken die elke dag of elke twee dagen vergaderden uit de analyse sluiten, krijgen we een gemiddelde van veertien vergaderingen per jaar (SD = 18,2). In de groepspraktijken met drie huisartsen en meer lag deze gemiddelde vergaderfrequentie (22 vergaderingen per jaar) duidelijk hoger (eta 2 = 0,134; p = 0,000). In 54% van de groepspraktijken werden er soms of regelmatig bijeenkomsten met andere zorgverleners op de eerste lijn belegd. Meer huisartsengroepen dan duo s organiseerden bijeenkomsten met andere zorgverleners op de eerste lijn (p = 0,005). In 37% van de groepspraktijken werden soms of regelmatig bijeenkomsten met plaatselijke verenigingen, bewoners of patiënten belegd. Kwaliteitsbevordering Of men in de groepspraktijk soms of regelmatig kwaliteitsbevordering organiseerde, hing significant samen met het type praktijk, behalve voor literatuurbesprekingen. Partnerduo Familieduo Duo zonder Groep met Groep zonder TOTALE N relatie relaties relaties POPULATIE Formeel beheersoverleg 28% 32% 58% 77% 93% 53% 319 Bijeenkomsten met andere zorgverleners 50% 46% 50% 61% 71% 54% 306 Bijeenkomsten met lokale bevolking 40% 41% 32% 33% 43% 37% 297 Tabel 2: Overleg in de groepspraktijk en bijeenkomsten met externen. Huisarts Nu februari 2002; 31(1) 21
5 Partnerduo Familieduo Duo zonder Groep met Groep zonder TOTALE N relaties relaties relaties POPULATIE Casusbespekingen 80% 90% 96% 100% 95% 91% 313 Overleg medisch beleid 76% 79% 93% 100% 95% 88% 308 Consensusontwikkeling 66% 71% 75% 85% 90% 75% 306 Literatuurbesprekingen 66% 71% 61% 79% 73% 67% 310 Peer revieuw 48% 25% 51% 61% 68% 51% 298 Tabel 3: Kwaliteitsbevordering. Meer groepen en duo s zonder relaties hielden vergaderingen over medisch beleid (p = 0,000), casusbesprekingen (p = 0,000), consensusontwikkeling (p = 0,005) en peer review (p = 0,01). In groepspraktijken waar er overleg over het medisch beleid was of casusbesprekingen plaatsvonden, was de minimumleeftijd gemiddeld lager (eta 2 = 0,04; p = 0,000). Bespreking We kunnen enkele gegevens vergelijken met resultaten van eerder onderzoek. In 1993 stelde BRIELS eveneens onder de groepspraktijken een verhouding vast van 78% duo s en 22% groepen met meer dan twee huisartsen 1. In hetzelfde onderzoek werkte 50% van de huisartsen in groepspraktijk samen met een partner of familielid; in ons onderzoek is dat 43%. De data van het onderzoek aan de Universiteit Gent naar women- en manpowerplanning in de huisartsgeneeskunde dateren van Uit dit databestand selecteerden we de 466 praktijkvoerende Vlaamse huisartsen, waarvan 11% vrouw was en 22% in een groepspraktijk werkte. In deze populatie werkte 52% met een EMD (ons onderzoek: 82%), 56% had een administratieve ondersteuning in de praktijk (ons onderzoek: 55%) en 24% had hiervoor een bediende (ons onderzoek: 31%). Deze cijfers moeten met de nodige voorzichtigheid worden bekeken omdat de onderzoekspopulaties en de vragenlijsten verschillend zijn. De vragenlijst die we voor deze enquête gebruikten, is niet gevalideerd. We stelden ze samen op basis van literatuur en discussie. Niet alle data worden hier gerapporteerd. In het volgende artikel wordt verslag gebracht van werkbelasting en tijdsbesteding. De data die we hier presenteren, stelden geen probleem van item non-respons. Meerdere vragen laten wel veel ruimte voor interpretatie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de vraag naar de frequentie van het beleggen van vergaderingen over andere dan beheerszaken. Zaken als peer review, bijeenkomsten met plaatselijke verenigingen, bewoners of patiënten kunnen door de respondent naar wens worden ingevuld. We kunnen dan ook geen uitspraak doen over bijvoorbeeld de kwaliteit van de kwaliteitsbevorderende bijeenkomsten. BESLUIT Deze enquête bij Vlaamse huisartsen in groepspraktijken geeft een beschrijving van de samenstelling van groepspraktijken en een aantal aspecten van het werken in een groepspraktijk. Uit het onderzoek besluiten we dat het werken in een groepspraktijk nog in grote mate een familieaangelegenheid is: 43% van de groepsleden heeft een partner- of familierelatie met een ander lid uit de praktijk. Er zijn wel indicaties dat daar verandering in komt: de groepspraktijken zonder familie- of partnerrelaties zijn jonger dan deze mét. Groepspraktijken in Vlaanderen zijn een vrouwenzaak. In de groepspraktijken is 40% vrouw terwijl dat 26% is in de totale huisartsenpopulatie. 22 februari 2002; 31(1) Huisarts Nu
6 Group practices of flemish general practitioners: composition and co-operation N. Boffin, R. Cuypers, J. De Smedt, L. Pas Data were collected by a survey of a stratified sample of GPs (General Practitioners) in group practices with the objective to describe the composition of the practices and aspects of structured co-operation. The response rate was 323 (57%). More then 77% of the groups practices are duo practices: 30% partner couples, 9% family members and 38% couples without any partner or family relation. Forty percent of the GPs is female and 43% has a partner or family relation with another member of the practice. Fifty five percent of the group practice rely on secretary help but only 31% on secretary staff. Caregivers other than GPs are active in 14% of the practices. In 27% the practice building is dwelled by practice members and in 8% of the practices persons were attracted as go-betweens in conflicts. Fifty three percent has regular formal meetings on practice management, 54% has regular meetings in primary health care and 37% has community meetings. GP group practices in Flanders are a matter of family business and women s business. MeSH Practice management Group practice SUMMARY LITERATUUR 1 BRIELS AM. Associaties in Vlaanderen. Huisarts Nu 1994;23: LEMIENGRE M. Huisartsgeneeskunde van de 21ste eeuw. Een realiseerbare toekomstvisie?[editoriaal]. Huisarts Nu 1994;23: HEYRMAN J. De rol van de overheid bij het stimuleren van groepspraktijken. Huisarts Nu 1994;23: AELVOET M. Ondersteuning en structurering van de eerste lijn: de essentiële component in de gezondheidsorganisatie. Brussel: Ministerie van Volksgezondheid en leefmilieu, CAMPENS D, DEGRYSE J, HEYRMAN J. Welke praktijkvorm kiezen jonge artsen? Huisarts Nu 1994;23: VAN BAELEN S, HOEDHUYS J, HEYRMAN J. Beroepskeuze van huisartsen vijf jaar na afstuderen. Promotie 1990 vergeleken met promotie Tijdschr Geneeskd 1998;54: VAN DE RIJDT-VAN DE VEN AH. Huisartsengroepen, groei en grenzen: een onderzoek naar nieuwe vormen van professionele organisatie [dissertatie]. Tilburg University Press, 1994: D HANIS G. Samen werken: beter voor huisarts en patiënt? Een internationale literatuurstudie. Huisarts Nu 1994;23: TACQ J. Associatiematen voor kruistabellen. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Sociologisch Onderzoeksinstituut, BOGAERT K, DE PRINS L, DE MAESENEER J. Manpowerplanning in de huisartsgeneeskunde in België. Scenario voor 2010 en Gent: RU, Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnszorg, Huisarts Nu februari 2002; 31(1) 23
Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?
Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? 1. Inleiding Het LMN (Lokaal Multidisciplinair Netwerk) Regio Gent werd in 2010 opgericht ter ondersteuning van de zorgtrajecten en meer algemeen ter ondersteuning
Planningsmodellen beroepsbeoefenaars. gezondheidszorg
EXECUTIVE SUMMARY BEVRAGING BEROEPSGROEP KINESITHERAPEUTEN 1 Colofon M.A.S. Tel: +32 16 22 69 67 Market Analysis & Synthesis Fax: +32 16 20 50 52 Brusselsesteenweg 46 a http://www.masresearch.be B-3000Leuven
Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven
Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven Literatuur De cijfers en survey Evoluties in de samenleving
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Enquête informatisering praktijkvoerende huisartsen
Enquête informatisering praktijkvoerende huisartsen RDQ, Dienst Geneeskundige Verzorging RIZIV Op vraag van Medicomut Juni 2007 1 Steekproefkader dd 31/5/2007 n=8.534 Kwalificatiecode 003 of 004 in 2007
Zorgverzekeraars zijn een belangrijke bron voor prijsinformatie Judith de Jong, Anne Brabers en Renske Hoefman
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Judith de Jong, Anne Brabers en Renske Hoefman, Zorgverzekeraars zijn een belangrijke bron voor prijsinformatie. Utrecht:
SAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten
4. Onderzoeksresultaten
4. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de beschrijving van de instellingen waaruit we de onderzoekspopulatie selecteerden. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten aan de hand van
Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en
Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on
Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg
Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg Onderzoek onder ouderen naar de relatie tussen het sociaal netwerk en het gebruik van formele zorg en mantelzorg Inleiding De relatie
(Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2
(Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Een echtscheiding is meestal een ingrijpende gebeurtenis voor de ex-partners
VLAAMSE PATIËNTEN PEILING PEDIATRIE- Ouders 0.1
VLAAMSE PATIËNTEN PEILING PEDIATRIE- Ouders 0.1 In te vullen door een medewerker van het ziekenhuis Naam ziekenhuis: Code vragenlijst: Kenletter: E Kindergeneeskunde N* Niet-intensieve neonatologie NIC
Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2
Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van
4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.
4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,
Enquête profiel peilartsen 2004
Enquête profiel peilartsen 004 1. Enquête Jaarlijks wordt de peilartsen gevraagd een korte enquête in te vullen over de karakteristieken van hun praktijk. De enquête waarop deze tekst gebaseerd is, werd
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X
Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Auteurs: Kathleen Leemans, Joachim Cohen Contact: kleemans@vub.ac.be 02/477.47.64 De indicatorenset is ontwikkeld
Organisatie eerste lijn bij pandemie
Organisatie eerste lijn bij pandemie Programma: 1. Stand van zaken: de wetenschap. 2. Organisatie: 1. Eerste lijn 2. Eerste/Tweede lijn Pandemie Organisatie van de eerste lijn bij pandemie. Overbelasting
Summary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Koninkrijk België TANDARTSEN. Orthodontie O Eerste aanvraag O
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Koninkrijk België TANDARTSEN Aanvraag erkenning als stagemeester-coördinator en als universitair opleidingscentrum Orthodontie O Eerste
kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013
Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 1 COLOFON Opdrachtgever van de studie: FOD Volksgezondheid, Cel Planning Gezondheidsberoepen
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP. Mechelen, 28 april 2012
Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP Mechelen, 28 april 2012 Voorbereiding : Marleen De Greef Invaller : Olga Van de Vloed Met de medewerking van Jan Gevers en de inbreng van alle deelnemers
Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief
Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders
administratie en ruim
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen mett bronvermelding (A.J.E. de Veer, K. de Groot, M. Brinkman, A.L. Francke. Administratieve druk: méér dan kwestie k van tijd. Utrecht: NIVEL,
De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek.
De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. Brussel, 21 2013 t. f. +32 9 264 69 71 e. Inhoud 2 A. Introductie B. Aandacht voor veroordeelde en huisgenoot
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4.
Klankbordgroep eerste lijn Gent 18 januari 2011 i.s.m. PLAZZO 1 Programma 1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Familietevredenheidsonderzoek op de Intensive Care: FS-ICU 24R
Familieheidsonderzoek op de Intensive Care: FS-ICU 24R Wat vindt u van ons? Wij horen graag uw mening over de opname van uw naaste op de Intensive Care (IC) Uw familielid, gezinslid, partner of naaste
Inleiding. Bespreking pagina 1
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Planningsmodellen beroepsbeoefenaars. gezondheidszorg
M.A.S. MARKET ANALYSIS & SYNTHESIS BRUSSELSESTEENWEG 46 A 3000 LEUVEN FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer Cel Planning
IMPULSEO I. Gert Merckx Kennisdomeinverantwoordelijke huisartsenkringen Leuven - 8 november 2016
IMPULSEO Als steunpunt voor Impulseo helpt Domus Medica u met uw aanvraag. Voor meer informatie: mail naar annemie.verwilt@domusmedica.be of surf naar http://www.domusmedica.be/impulseo IMPULSEO I Gert
Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen
Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer
Cliëntervaringen in beeld. Herbergier Oldeberkoop. Rapportage kwaliteitstoetsing. Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten
Cliëntervaringen in beeld Herbergier Oldeberkoop Rapportage kwaliteitstoetsing Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten oktober 2018 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2
De HuisartsenOmnibus van oktober 2013
De HuisartsenOmnibus van oktober 2013 een online omnibusonderzoek bij 200 huisartsen De Hart&Vaatgroep Cardiovasculair risicomanagement Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en verantwoording 3 1.1 Het bureau
hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Management van de huisartsenpraktijk met een toenemend aantal artsen onder één dak: dagelijks overleg en concrete organisatie hiervan.
Management van de huisartsenpraktijk met een toenemend aantal artsen onder één dak: dagelijks overleg en concrete organisatie hiervan. Onraedt Lien Promotor: Prof. Jo Goedhuys Co-Promotor: Dr. Danielle
Loonwijzer-rapport. Loopbaanonderbreking. Inleiding. Waarom de loopbaan onderbreken? Loopbaanonderbreking Een Loonwijzer-onderzoek
Loonwijzer-rapport Loopbaanonderbreking Fernando Pauwels en Tom Vandenbrande Hoger Instituut voor de Arbeid Katholieke Universiteit Leuven In dit Loonwijzer-rapport 1 Inleiding 2 Waarom de loopbaan onderbreken?
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Kanker en naasten: 'Vergeet ons niet te lezen'
Kanker en naasten: 'Vergeet ons niet te lezen' Mies van Eenbergen Saskia van Vliet Nicole Ezendam 16 maart 2018 NVPO Congres Onderzoek naar naasten Wie zijn naasten? Soort onderzoek: Kwalitatief interviews,
Patiëntentevredenheid
Patiëntenheid Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@wiv-isp.be
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
PREVENTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN
PREVENTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN Stijn Vandenberghe Huisarts Wetenschappelijk medewerker Universiteit Gent, Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg
VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording
VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY Onderzoeksverantwoording Dongen, januari 2003 Ond.nr.: 6168.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen
Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen Floor Borlée, Joris IJzermans, Christel van Dijk, Dick Heederik, Lidwien Smit Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Universiteit
Zeldzame zieken in Registratie Net Huisartspraktijken Professor Jean Muris Hoofd Vakgroep Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht
Zeldzame zieken in Registratie Net Huisartspraktijken 28-02-2019 Professor Jean Muris Hoofd Vakgroep Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht Introduction RNH 1988 start Registration Network Family
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
De opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek
De opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek De uitdagingen van een cliëntgerichte begeleiding Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Hogeschool- Universiteit Brussel Onderzoeker:
Over de lijnen heen. Daan Aeyels Departement maatschappelijke gezondheidszorg & eerstelijnszorg KU Leuven
Over de lijnen heen Daan Aeyels Departement maatschappelijke gezondheidszorg & eerstelijnszorg KU Leuven daan.aeyels@med.kuleuven.be @daanaeyels Romeo & Julia 1929: geboren 1943: oorlogswonde 1950: trouw
GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Afdeling Epidemiologie Web site: www.iph.fgov.be/epidemio/ GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants
Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden.
Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden. Well-being of Family Caregivers in Flanders: The Relationships between Social
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
EVALUATIE REGIONALE TRANSMURALE AFSPRAKEN COPD
EVALUATIE REGIONALE TRANSMURALE AFSPRAKEN COPD Mari-Liis Päeva Begeleiders: dr. I. Looijmans, A. Borgdorff, prof. dr. N. de Wit Stageperiode P6 P7 2017 Inhoud Regionale transmurale afspraken (RTA) RTA
Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis
Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari
Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit
Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong. Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Changing images of older workers part 1
Changing images of older workers part 1 Vragenlijst afgenomen in het LISS panel Versie 1.0 datum september 2013 auteur Marije Oudejans T: +31 13 466 8327 E: m.oudejans@uvt.nl Postbus 90153, 5000 LE Tilburg
Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg
2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Ipsos Public Affairs 24/06/2013 1 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg
Huisartsen aan het woord
Huisartsen aan het woord Xavier Brenez Directeur-generaal Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen Bedankt! Mutualités Libres Onafhankelijke Ziekenfondsen Huisartsen aan het woord Xavier Brenez Directeur-generaal
Tabel 71. Verdeling van personen die al dan niet carpoolen (beroepsactieven en studerenden)
7 Carpooling Tabel 71. Verdeling van personen die al dan niet carpoolen (beroepsactieven en studerenden) CARPOOL Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ
Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof
TNO-rapport Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof Datum 29 juni 2009 Auteurs Dr. D.L. Ooms Dr. M.J. Huiskamp Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag
Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen
Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken Rapportage voor: Groepspraktijk Huizen Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK
Cliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress
De stand van Mediation in Nederland
De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.
Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie
Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax
Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT
IP/08/641 Brussel, 25 april 2008 Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT De Europese Commissie heeft vandaag de resultaten bekendgemaakt van een pan-europees
Voorbereiding Eindwerk
Voorbereiding Eindwerk Dirk Devroey 29 september 2006 Lesdoelstellingen Hulp bij het maken van het eindwerk Hoe doe ik een literatuur onderzoek - Systemic review - Meta-analyse Hoe verzamel ik mijn gegevens
Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment
Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Turnover at the Police: the Role of Procedural and Interactional Justice and Commitment Inge E. F. Snyders
Methoden van onderzoek. Werkcollege 5
Werkcollege 5 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2. Populatie - steekproef 3. Vragenlijst ontwikkelen 2 Instructies opdrachten 3 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2.
Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg
Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg CE van Dijk, JC Korevaar, JD de Jong, B Koopmans, M van Dijk, DH de Bakker Presentatie, 20 maart 2014. Dr. JC Korevaar, programmaleider
Vlaams Patiënten Peiling
Titelpagina Vlaams Patiënten Peiling Dit is een demorapport op ziekenhuisniveau. Enkel het onderwerp 'Wijze van omgang met patiënten en samenwerking tussen zorgverleners' wordt in detail uitgewerkt. Het
74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige.
Een zorgzame start Resultaten enquête zelfstandige zorgverstrekkers 2014 74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige. Met het begeleidingsprogramma Een zorgzame start wilt de Federatie
Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?
Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole
Ouders en hun partnerrelaties
Ouders en hun partnerrelaties Inge Pasteels Studiedag 15 mei 2018 Partners in tijden van ouderschap Ouders en relaties in gezinnen vandaag Gezinsenquête Surveyjaar 2016 Schriftelijke enquête (postenquête)
Samenwerking en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg
Samenwerking en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg Een beschrijvend/ evaluatief onderzoek naar de samenwerking en communicatie tussen huisartsen en specialisten binnen de anderhalvelijnszorg ZIO,
Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997
6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn
Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk
Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Derek de Beurs Mariëtte Hooiveld Het NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg.
Nederlands Autisme Register, rapportage
Nederlands Autisme Register, rapportage 20 17 Een initiatief van: (Jong)volwassenen met autisme over zichzelf Ouders/verzorgers over hun kind met autisme Wettelijke vertegenwoordigers over hun naaste met
Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement
Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren
Een onderzoek naar de invloed van praktijkvorm op de patiënttevredenheid
Een onderzoek naar de invloed van praktijkvorm op de patiënttevredenheid Bachelorscriptie Alette Jonkman Studentnr. 288027 Hagslagen 100 7462 KH Rijssen Begeleider: Dr. A.P. Nieboer Inleverdatum: juni
Enquête profiel peilartsen 2002
Enquête profiel peilartsen. Enquête Jaarlijks wordt de peilartsen gevraagd een korte enquête in te vullen over de karakteristieken van hun praktijk. De enquête waarop deze tekst gebaseerd is, werd naar
Sterven met dementie in Vlaanderen. Lieve Van den Block Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde, VUB-Ugent
Sterven met dementie in Vlaanderen Lieve Van den Block Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde, VUB-Ugent Sterven met dementie in België Studie Huisartsenpeilpraktijken: sterfgevallen +65jb in 2008 31%
Onderzoek Tandheelkundige Praktijkvoering 2014
Onderzoek Tandheelkundige Praktijkvoering 2014 Type tandartspraktijken in Nederland KNMT Onderzoek & Informatie voorziening Nieuwegein december 2014 Inleiding In het voorjaar van 2014 is vanuit het onderzoeksproject
Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997
6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn
Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997
6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,
Tevredenheid van huisartsen in opleiding (HAIO) over hun wachtdiensten
Tevredenheid van huisartsen in opleiding (HAIO) over hun wachtdiensten Dogu Ahmed, Vrije Universiteit Brussel Promotor: Prof. Dr. Johan Vansintejan, Vrije Universiteit Brussel Co-promotor: Dr. Ines Van
ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING
ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING nieuwsbrief Februari 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling met het. Deze peiling ging over de zondagsopenstelling. De gemeenteraad
1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )
1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Hoe chirurgen, thuiszorg en huisartsen en patienten elkaars klanten zijn
Hoe chirurgen, thuiszorg en huisartsen en patienten elkaars klanten zijn Roy Remmen, hoogleraar huisartsgeneeskunde David Reeser, huisarts in opleiding 2 Vier verhalen Naevus aangezicht. Overleg. snelle