BK3ON3 / GeoDesign. Hoboken Area Rotterdam. GeoDesign

Transcriptie

1 BK3ON3 / GeoDesign Hoboken Area Rotterdam GeoDesign

2 Colofon Coördinator (track) Docenten Dr. Stefan van der Spek, Associate Professor of Urban Design Director Geomatics for the Built Environment Visiting Professor Northumbria University, Newcastle upon Tyne, UK / Paul de Ruiter p.deruiter@tudelft.nl Rob van Houten Orbitect : Office 4 Radical Building r.vanhouten@tudelft.nl Ondersteuning Arno Freeke a.freeke@tudelft.nl Mark van Erk m.vanerk@tudelft.nl Friso Gouwetor f.gouwetor@tudelft.nl

3 ON3/GeoDesign (handout) Dit jaar wordt er binnen ON3 Stad en Openbare Ruimte een pilot uitgevoerd waarbij een nieuwe track Geodesign wordt geïntroduceerd. De kern van de Geodesign track is het werken met 3D-modellen, databronnen en datamodellen; waar mogelijk zal er getracht worden datadriven en parametrisch te werken. Virtuele representaties van onze wereld staan centraal in deze track: VR (Virtual Reality) en AR (Augmented Reality) vormen de basis tools voor het analyseren, weergeven en presenteren van 3D-informatie, zowel statisch als dynamisch. Nieuwe tools zoals Cardboard (Smartphone), Oculus Drift (Google Glasses) / HTC Vive en Holo-lens zullen indien mogelijk ingezet worden. Vanuit Geodesign zijn er een drietal startpunten: 1. Centraal staat het ontwerpen met (real-time) data 2. Centraal staat het ontwerpen met modellen 3. Centraal staat het ontwerpen in 3D (viewen/printen; statisch/dynamisch)* Het doel van deze track is om sneller en beter onderbouwd tot resultaten te komen: data wordt automatisch gevisualiseerd en geupdate, modellen worden gebruikt voor kwantitatieve optimalisatie (meten is weten) en door het direct werken in 3D wordt beter inzicht geboden. De Geodesign track zoals aangeboden in ON3 heeft hiermee een technocratisch karakter en niet zoals andere stromingen binnen Geodesign een basis in het ontwerpproces of in participatie (van actoren en burgers), bv Carl Steinitz (ESRI). Thema s voor ontwerpend onderzoek: 1. programma / activiteiten (in bebouwing en OR), functie mix versus mono functioneel, schaal (functioneren, aantrekking), temporeel (ochtend/middag/avond/nacht) [programma] 2. morfologie / verkaveling, dichtheid, volume, bouwhoogte, typologie, blokgrootte, materialisering, datering, stijl, waardering/waarde [bebouwing] 3. klimaat / meetbaar+technisch, licht/zon/schaduw, temperatuur (T), luchtkwaliteit (Co2, PM), wind, neerslag, geluid (emmissie/belasting), [verblijfsklimaat] 4. mobiliteit / verkeer, beweging, stromen, mensen, voertuigen (gemotoriseerd), actieve modes: voetgangers en fietsers, bereikbaarheid, [flows] 5. Openbare Ruimte / netwerk (van pleinen/ruimtes), structuur, hiërarchie, infrastructuur, groen/water, openbaar/prive, centraliteit/places, missing (ruimtelijke) links/barrieres vs stepping stones 6. ruimtelijke kwaliteit / beeldkwaliteit, zicht/zichtlijnen, ooghoogte perspectief [verblijfskwaliteit] Er zijn naast Geodesign 3 andere tracks: Morfologie (prof. Rients Dijkstra) Duurzaamheid (prof. Arjan van Timmeren) Cultureel Historische Waarden / Erfgoed (prof. Paul Meurs) In alle tracks is de opgave identiek, alleen een andere methode met een andere invalshoek en andere accenten wordt gebruikt. Voor deze track is extra voorkennis op het gebied van Rhino en Grasshopper gewenst. Overige tools en GIS worden aangeboden tijdens de modules.

4 Opzet Het raamwerk voor ON3/Geodesign bestaat uit 6 weken ontwerp-oefeningen, 2 weken synthese (variantenstudie, gevoeligheidsanalyse waarin resultaten van de eerste weken geïntegreerd worden) en tot slot 2 weken uitwerking van een concept (keuzes, onderbouwing, reflectie). Hiermee wordt begonnen met kleine, afgebakende oefeningen en loopt de complexiteit op naarmate er meer synthese en tot slot reflectie gevraagd wordt. Het eerste deel van het programma bestaat dus uit een serie ontwerp-oefeningen (modules) die door de studenten in teams van 3 personen uitgevoerd worden. Deze afgebakende thematische analyses vormen een ontwerpend onderzoek. De aanleiding en afbakening van de analyses is een hypothese. De resultaten moeten de aanleiding vormen voor concepten. Er wordt met verschillende programma s, plug-ins, databronnen en basisdocumenten gewerkt. Bij alle modules gelden uiteraard de volgende drie dimensies: schaal (multiscale-), ruimtelijk / plaats (spatio-) en tijd (temporal). Om de eerste weken in goede banen te leiden is een programma van de ontwerp-oefeningen gemaakt. Elke week wordt een ander thema, andere modellen en andere datasets onderzocht. Deels bestaat dit uit voorgeschreven opdrachten, echter de bedoeling is om ook zelf te experimenteren en zelf met varianten en alternatieven te komen! Track & faciliteiten Deze track wordt op dinsdagmiddag/vrijdagmiddag aangeboden. Docenten zijn Paul de Ruiter (AE+T) en Rob van Houten (Orbitect). Daarnaast is er ondersteuning op het gebied van software, hardware en datasets. De groep heeft beschikking over twee tafels (BK O / BK O). Daarnaast hebben we speciaal voor deze track de beschikking over een VR lab in Instructiezaal BK-I. Deze ruimte is beschikbaar voor 3D/VR/AR experimenten en als (extra) werkruimte. Alle informatie over de track en modules is beschikbaar via Software & installatie Informatie en handleidingen over software zijn te vinden op Zorg ervoor dat vooraf software en plug-ins geïnstalleerd zijn en de software getest is en beheerst wordt. Daarnaast worden studenten geacht tutorials zelfstandig vooraf uit te voeren, zodat de software bekend is. Disclaimer Dit kwartaal heeft een experimenteel karakter. Modellen, hardware en software hebben beperkingen. Beperkt is tot opgaves die leiden tot ontwerpingrepen of kwantificatie hiervan en beschikbaarheid van data en modellen. Beperkingen in beschikbare hardware of capaciteiten van hardware is zover mogelijk rekening mee gehouden.

5 Programma in hoofdlijnen (concept) Week 1 : Inventarisatie programma + morfologie Centraal in de eerste week staat het onderzoek naar programma en dichtheid [1][2]: Ontdek welke functies in en rond het gebied zijn en hoeveel volume bevat het gebied. Wat is de verdeling tussen de functies? Welke dichtheden zijn er? Welke ruimtelijke clusters zijn er te herkennen? Hoe zit het met temporele aspecten van de functies? Welke rol spelen de functies voor de wijk, stad, regio? Welke rol speelt het gebied? Welke functies ontbreken waarvoor zou het een goede plek zijn? Wat zou de rol (van het (deel)gebied kunnen zijn? Welk type bebouwing bestaat het gebied uit (classificatie)? Hoe oud is de bebouwing (classificatie)? à Kies vragen/opdrachten voor onderzoek die jij relevant vindt; à Experimenteer met functies, plaatsing van functies, dichtheid, gebouwhoogte op basis van de eigen bevindingen. In week 1 beogen we te starten met een virtuele toer van het gebied in het VR lab. Het doel van week 1 is om een rich picture per team te leveren met de eerste impressies van het gebied. Week 2 : Klimaat: zon + temperatuur Centraal in week 2 staat het micro-klimaat in het gebied [3]. Er wordt gekeken naar bezonning, schaduw en temperatuur in relatie tot de gebouwde vorm en volumes. Deze factoren zijn zowel van belang voor de potentiele energie-huishouding (opbrengst/verbruik), voor aangename verblijfsplaatsen (minimum temperaturen buiten) als voor urban-heat-island effecten (oververhitting). In deze module wordt ingezoomd op deelgebieden van het projectgebied. De module maakt gebruik van plug-ins (Ladybug). Week 3 : Netwerk, Bereikbaarheid en Flows (Centrality + Gravity) In week 3 staat centraliteit centraal [4][5]. Centraliteit is een maatstaf voor bereikbaarheid en potentiele functies op een plaats/segment. Op basis van de UNA tool wordt het gebied en omliggend netwerk verkend. Hoe ligt het plangebied in de stad? Wat kan er geleerd worden van deze kwantitatieve analyse op basis van verschillende aspecten van het netwerk? Wat zijn de beste plekken in het plangebied (hotspots)? Welke plekken vallen tegen? Wat had je verwacht? Klopt het resultaat met jouw verwachtingen? Waar zijn veranderingen nodig om de potentie te gebruiken of het netwerk te verbeteren? Week 4 : The City at Eye-level In week 4 nemen we een ander perspectief. Vooralsnog hebben we voornamelijk door 3D-tools en modellen gekeken. Hoe is het nu werkelijk als voetganger in het gebied? We gaan het plangebied vanaf ooghoogte observeren: ruimtelijke kwaliteit: beeld en gevoel. Door middel van fotografie leggen we belangrijke punten en zichtassen vast. We meten geluid en verkeersintensiteit. We brengen gevels in kaart op basis van de classificatie van Gehl. Terug in het lab worden de geluids- en intensiteitsmetingen vergeleken met de modellen. Ook maken we ISOVIST analyses: kwantitatieve impressies van het zicht vanaf een punt (2D). Deze vergelijken we met ons beeld en de foto s. Tot slot mappen we de gevel classificaties. Week 5 : Reflectie [P1] In week 5 wordt het materiaal gedocumenteerd en gepresenteerd. Als conclusie worden stappen voor week 6 en 8 opgeschreven.

6 Week 6 : Synthese Na de reflectie in Week 5 wordt gewerkt aan het integreren van verschillende modellen: welke modellen werken elkaar tegen, welke modellen leiden tot dezelfde ingrepen of conclusie? Op basis van integratie van verschillende modellen wordt getracht te optimaliseren. Hierbij moeten keuzes gemaakt worden: prioriteren. Week 7 : Synthese [P2] In week 7 worden de resultaten van de gevoeligheidsanalyses uit de voorgaande weken besproken. Ook wordt er een keuze gemaakt voor een concept dat verder uitgewerkt wordt. Week : uitwerking concept Na de 2 e tussenpresentatie wordt er gewerkt aan de uitwerking van een concept. Dit concept wordt in week 10 gepresenteerd. Week 10 : oplevering [P3] In week 10 is de laatste tussenpresentatie. De uitgewerkte concepten worden hier gepresenteerd. Op basis hiervan wordt een selectie voor de algemene eindpresentatie van ON3 gemaakt. Vive in action (Hoboken, Rotterdam)