Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (6)
|
|
- Vera Pauwels
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (6) E. Gernaat, ISBN Elektromotoren 1.1 Inleiding In de motorvoertuigentechniek hebben we voor de startmotor soms met een seriemotor te maken terwijl de overige elektromotoren voornamelijk bestaan uit motoren met een permanent magnetisch veld. Hoewel de opbouw van een elektromotor bekend mag worden verondersteld laten we in fig. 1 nog even het werkingsprincie zien. Het magnetische veld dat door de stroomvoerende Figuur 1: Een elektromotor is opgebouwd uit het anker (windingen en collector) en een magnetisch veld. 1
2 winding (ab) wordt opgewekt wordt door het magnetische veld van de veldmagneten afgestoten. Het koppel dat ontstaat doet de motor draaien. Om er voor te zorgen dat de winding daadwerkelijk roteert moet de stroomrichting na worden omgekeerd. Dit is de taak van de collector (fig. 1 a t/m d). Het koppel dat een elektromotor produceert hangt af van: De sterkte van het magneetveld; De stroom door de ankerspoel; De motorconstanten als het aantal windingen, de ankerdiameter etc. In formule form: M = C x Φ x I anker Het zal duidelijk zijn dat bij een startmotor als seriemotor het veld Φ afhangt van de ankerstroom terwijl bij een motor met permanente magneten het veld Φ een constante grootheid is. Elektromotoren werken echter uitsluitend op wisselspanning. Bij een gelijkstroommotor moet de gelijkspanning omgezet worden in een wisselende spanning. Dit gebeurt mechanisch in de commutator (collector). Figuur 2: Uitvoering van een startmotor met permanente veldmagneten 2 De tegen-emk Een draaiende elektromotor voldoet ook aan de principes van een dynamo (stroomgeleider draaiend in een magnetisch veld). Een draaiende elektromotor is tevens een dynamo. De elektromotor wekt een eigen spanning op die tegengesteld is aan de aangelegde of klemspanning. Hoe hoger het toerental, hoe hoger de spanning. Zou in het theoretische geval het toerental zo hoog worden dat de opgewekte spanning gelijk is aan de klemspanning dan stopt de stroom en komt de motor tot stilstand. Dit zal niet gebeuren, derhalve is de 2
3 tegenspanning (Ut) altijd kleiner dan de klemspanning (Uk). De tegenspanning beïnvloedt in sterke mate de motorstroom en derhalve de draaikracht (koppel) van de motor. In formule vorm: Uk - Ut = Ia x Ra waarin Uk de klemspanning is en Ut de door de motor opgewekte spanning. Ia is de motor(anker)stroom en Ra de ankerweerstand (Fig. 3). Uit de formule valt te concluderen dat de motorstroom kleiner wordt als het toerental toeneemt en dat het motorkoppel het grootst is bij geblokkeerde motor. + Uk Ut Ra M Figuur 3: De tegenspanning bij draaiende elektromotor. De effectieve spanning is Uk-Ut. 3 Eigenschappen van elektromotoren De eigenschappen van een elektromotor laten zich aflezen vanuit een grafiek. In zo n elektromotorgrafiek worden het koppel, het vermogen, de stroomsterkte en het toerental in relatie tot elkaar weergegeven. Zie fig. 4. Het aflezen P(W) I(A) t/min (x 100) 60 nominale spanning 12 V I P n M (N.cm) Figuur 4: De eigenschappen van een elektromotor uitgedrukt in een grafiek. geschiedt als het volgt: Bij een gegeven werkpunt van bijv. 40 Ncm gaat men met een loodrechte lijn 3
4 omhoog. We snijden dan de stroomlijn, de vermogenslijn en de toerentallijn. Gaan we vanuit het snijpunt horizontaal naar links dan vinden we het vermogen, het toerental en de stroomopname. Elektromotoren moeten volgens Europese richtlijnen voorzien zijn van een CE-kenteken waarin onder meer de EMVrichtlijnen (storingsrichtlijnen) moeten worden aangehouden. Omdat elektromotoren vaak als stelmotoren worden gebruikt zien we ze ook uitgevoerd met een geïntegreerde Hall-sensor voor het vaststellen van het motortoerental en/of de afgelegde weg. Door toepassing van twee Hall-sensoren, die onder een hoek t.o.v. elkaar zijn opgesteld, kan tevens de draairichting van de motor worden vastgesteld (fig. 5). Enige symbolen die we kunnen tegenkomen in relatie met Figuur 5: Opstelling van twee Hall-sensoren H1 en H2. R = ringmagneet, N en S zijn de polen, α = hoek tussen de Hallgevers gelijkstroom-elektromotoren worden in fig. 6 weergegeven. Figuur 6: Veel gebruikte symbolen: a) elektromotor met permanente veldmagneten; b) elektromotor met elektrisch bekrachtigde velkdmagneten; c) smoorspoel voor ontstoring; d) condensator voor ontstoring; e) weerstand; f) thermoschakelaar; g) eindstand-uitschakelaar; h) spanningsafhankelijke weerstand. 4
5 4 Toepassing van elektromotoren als stelmotor Er valt in de motorvoertuigentechniek een duidelijke toename te constateren van systemen die comfort-verhogend werken bijvoorbeeld: airco s; elektronisch gestuurde verwarmingssystemen; standkachels; stoelverstelling met geheugen; elektrisch verstelbare buitenspiegels; elektrische koplampverstelling; elektronisch gestuurde schuifdaken; afstandsbediening; centrale portiervergrendeling; elektronisch gestuurde raambediening; gasklepaansturing (cruisecontrol). Veel van deze systemen hebben gemeen dat ze zijn uitgerust met stelmotoren. Stelmotoren kunnen klassieke DC-motoren zijn of stappenmotoren. We beschrijven eerst de stappenmotor Stappenmotoren Een stappenmotor is een elektromotor, welke geschikt is gemaakt voor stapsgewijze aandrijving (fig. 7). Hiervoor moeten de spoelen van de motor worden aangesloten op elektrische pulsen. De pulsgewijze aansturing van een dergelijke motor veroorzaakt een stapsgewijze rotatie. Wanneer de aansturing continu plaatsvindt ontstaat er een gelijkmatig draaiveld en werkt de motor als een synchroonmotor omdat de aanstuurfrequentie een maat is voor het toerental. De volgorde van de pulsen staat direct in relatie met de draairichting van de motor. Wanneer men de pulsen laat opwekken door een microcomputer dan kan Figuur 7: Afbeelding van een kleine stappenmotor 5
6 men stappenmotoren volgens een bepaald programma laten draaien. Ze functioneren dan als stelmotoren. Omdat elke stap een vast aantal graden bedraagt is terugkoppeling van de klepstand niet nodig. Ze werken dan regeltechnisch volgens een open loop regeling. Dit is een belangrijk voordeel van de stappenmotor omdat een potentiometer of Hallgever als terugkoppelelement niet nodig is. In de motorvoertuigentechniek vindt men stappenmotoren vooral toegepast wanneer doorstroomopeningen vergroot of verkleind moeten worden volgens een regelprogramma. Hoewel stappenmotoren de laatste tijd verdrongen worden door DC-stelmotoren komen we ze nog tegen bij de aansturing van bijv. luchtkleppen (klimaatsystemen), regelbare turbocompressoren, kilometertellers en EGR-kleppen. Er zijn drie basisuitvoeringen: motor met tandvormige rotor van weekijzer; motor met gladde rotor en permanente magneten; hybride uitvoering. De uitvoering met permanente magneten is relatief goedkoop De motor heeft 24 tot 48 stappen per omwenteling. De hybride uitvoering is aanmerkelijk duurder, is ook voorzien van tanden op de roter en heeft 100 tot 400 stappen per omwenteling. Wij bekijken hier de meest gebruikte stappenmotor met permanente magneten Werking Wanneer door een fasewinding (spoel) in de stator een elektrische stroom loopt dan ontstaat er een magnetisch veld (flux) in deze stator. De richting van de flux kan -zoals bekend- worden bepaald met behulp van de rechterhandregel. Fig. 8 geeft de richting van het veld weer wanneer de statorspoel B wordt bekrachtigd door een stroom met een gegeven richting. De rotor richt zich dan in het veld en wel zodanig dat de magnetische weerstand het kleinst wordt. In dit voorbeeld zal de motor een klein stukje rechtsom draaien. Verdere rotatie moet worden verkregen door de statorpoel A te bekrachtigen en wel zodanig dat pool 4 een noordpool en pool 8 een zuidpool wordt. Voor verdere rotatie zullen dus de fasespoelen afwissend volgens een bepaald patroon moeten worden bekrachtigd. Wanneer we plus laten overeenkomen met een (logische) 1 en de min met een (logische) 0 dan zal voor een volledige omwenteling het stappenpatroon volgens tabel 9 op de motor moeten worden gezet. Deze stapmode-sturing waarbij slechts 1 spoel wordt bekrachtigd wordt wel de wave sturing genoemd. Behalve de wave aansturing kennen we ook nog: de volle stap mode (full step); de halve stapmode (half step); de microstapmode (wordt niet behandeld). Stappenmotoren worden in principe aangestuurd door twee spoelen of fasen ofschoon er ook drie en vijf fasen motoren bestaan. De twee-fasen motoren kunnen verder weer worden onderverdeeld in bipolaire (fig. 10) en unipolaire 6
7 Figuur 8: Tengevolge van de stroom I B ontstaat een N- en Z-pool waardoor de rotor naar rechts verdraait. Figuur 9: Het stappenpatroon voor een volledige omwenteling. Stap 1 is afgebeeld in fig. 8. 7
8 motoren (fig. 11). Een bipolaire motor heeft 2 spoelen (1 spoel per fase) terwijl de unipolaire ook twee spoelen heeft maar nu met een middenaftakking zodat men zou kunnen spreken van vier spoelen. Op de middenaftakking komt de plus Figuur 10: Een bipolairemotor met twee spoelen waarvan de stroomrichting in windingen kan worden omgekeerd. Bipolair dus. te staan, de uiteinden kunnen voor de bekrachtiging aan de massa worden gelegd. De stroom gaat dus altijd in dezelfde richting door de spoelhelft. Vandaar de naam: unipolair. We spreken van een half step mode wanneer alle rotorposities van 1 t/m 8 worden benut. Wanneer van een motor alle spoeleinden (dus ook de middenaftakking) naar buiten worden gebracht dan kunnen deze motoren zowel bipolair als unipolair kunnen worden geschakeld. Fig. 10 en 11 zijn vereenvoudigde weergaven. In werkelijkheid bestaat de rotor en stator uit meerdere poolparen waardoor de verdraaiing per stap aanmerkelijk kleiner wordt. De motor met permanente magneten bevat evenveel rotor- als statorpolen. 12 poolparen is niet ongebruikelijk. De stapgrootte kan met de volgende formule worden berekend: staphoek in graden = graden / (n-poolparen x n-fasen ) In ons voorbeeld: staphoek = / (12 x 2) = 15 0 In de reeds besproken wave-aansturing wordt slechts 1 spoel per stap bekrachtigd. Bij de unipolaire motor gebruik men dan slechts 25% van de capaciteit en bij de bipolaire motor 50%. In de full-step aansturing worden twee spoelen tegelijkertijd bekrachtigd. De full-step mode resulteert in dezelfde hoekverdraaiing als bij de 1 spoel-aansturing alleen de rotorpositie is nu een halve stap verschoven omdat de rotor-magneet zich tussen de gelijknamige polen situeert. Fig. 10 geeft de voorbeeldstand weer. Het koppel van de unipolaire motor is 8
9 Figuur 11: Bij de unipolaire stappenmotor vloeit de stroom altijd in 1 richting door de spoel. (bij dezelfde winding parameter) kleiner dan de bipolaire motor. De halve-stapaansturing combineert de wave en de full-step aansturing. De halve-stap-mode geeft daardoor een kleinere hoekverdraaiing en zorgt ook voor minder resonantie. De tabel van fig. 12 geeft een overzicht van de verschillende modes. Figuur 12: De tabel laat de verschillende stapmodes zien Elektronische aansturing De aansturing kan gebeuren met behulp van een microcomputer en met behulp van speciale driver IC s. Om de spoelen aan te sturen zal gebruik worden 9
10 gemaakt van transistoren. Zie hiervoor het elektronicadeel DC-stelmotoren DC-stelmotoren zijn meestal uitgevoerd met permanente veldmagneten en hebben als algemene eigenschap dat het toerental oploopt met het verhogen van de voedingsspanning. De sterkte van deze motoren kan uiteenlopen (een paar honderd milliampère tot vele tientallen ampères). Uiterst kleine motoren treft men aan bij portiervergrendelsystemen terwijl zwaardere motoren worden gebruikt voor schuifdak- en stoelverstelling. Wanneer deze motoren gebruikt worden voor het instellen van posities van onderdelen noemt men ze stelmotoren. Let wel: ruitenwissermotoren, ventilatormotoren etc. zijn ook DC-motoren maar worden ingedeeld bij de aandrijfmotoren met permanente magneten. DCmotoren, gebruikt als stelmotoren hebben veelal: een mogelijkheid om de draairichting om te keren; een mogelijkheid om de verstelstand te registreren; een ingebouwde beveiliging d.m.v. stroombegrenzing (PTC-weerstand). Het omkeren van de draairichting kan gebeuren met behulp van een tweetal relais, transistoren of speciaal daarvoor ontwikkelde IC s. De registratie van de verstelstand geschiedt veelal met behulp van een meelopende potentiometer of wanneer het vaste posities betreft d.m.v. nokken en microschakelaars. Ook worden meer en meer Hall-opnemers gebruikt, die als voordeel hebben dat ze niet aan slijtage onderhevig zijn. Stelmotoren kunnen eventueel door microcontrollers worden aangestuurd. We laten in fig. 13, 14 en 15 de eigenschappen van een paar in de motorvoertuigentechniek toegepaste gelijkstroommotoren zien (Bosch). 10
11 Figuur 13: Eigenschappen van een ventilatormotor 11
12 Figuur 14: Eigenschappen van een universele gelijkstroommotor 12
13 Figuur 15: Eigenschappen van een elektrische waterpomp 13
14 5 Driefasen-wisselstroommotoren We zien in de motorvoertuigentechniek een toename van drie-fasen wisselstroommotoren. Dit komt omdat we met de moderne elektronica betrekkelijk gemakkelijk wisselspanningen kunnen genereren. Hoewel er een groot aantal wisselstroommotoren te onderscheiden zijn hebben we voornamelijk met a- synchrone motoren te maken. Het principe van een driefasen wisselstroommotor komt in grote lijnen overeen met de werking van de drie-fasendynamo zonder gelijkrichting. Alleen wordt er nu een driefasen spanning (krachtstroom) op de statorwikkelingen gezet waardoor de rotor gaat draaien Het begrip draaiveld Een magnetisch draaiveld ontstaat wanneer we een gelijkstroombekrachtigde rotor laten draaien. Het magnetische veld, dat dan ontstaat draait met de rotor mee. Het draaiveld heeft dezelfde snelheid als de rotor (fig. 16). Nu is het Figuur 16: Een draaiende (elektro)magneet (a) genereert een draaiend veld, het zgn. draaiveld (b). Tekening: Pelt en Knol ook mogelijk om een draaivelden op te wekken met behulp van een driefasenwisselspanning in stilstaande (stator)spoelen. Drie spoelen zijn aangesloten op drie gelijke wisselspanningen die alleen in fase van elkaar zijn verschoven (driefasenwisselstroom of krachtstroom). De drie spoelen worden genormaliseerd aangeduid met de letters U, V en W. De uiteinden kunnen dan worden aangegeven met U1, U2 etc. (fig. 17). Wanneer we, als voorbeeld, een sinusvormige wisselspanning op één van de spoelen zetten dan zal de polariteit van het magnetische veld door het wisselen van de stroomrichting geleidelijk van N naar Z overgaan. Het lijkt dan of het veld roteert (fig. 18). Voor drie spoelen ontstaat dus een roterende flux volgens fig. 19. Wanneer we nu een rotor aanbrengen met permanente magneten of een rotor voorzien van een door gelijkstroom gevoede spoel dan zal de rotor ten gevolge van het wisselende veld van de stator door het draaiveld worden meegenomen. Het toerental van de rotor zal dan in principe overeenkomen met de frequentie van de wisselstroom 14
15 Figuur 17: Met behulp van een driefasenwisselspanning kunnen we ook draaivelden opwekken (Pelt en Knol). Figuur 18: Door een wisselspanning op een spoel te zetten onstaat schijnbaar een draaiend veld (Pelt en Knol). 15
16 Figuur 19: Verloop van de stroom (dus de magnetische flux) in de spoelen van een driefasenmotor. op de statorspoelen (fig. 20). Uiteraard zullen we meer polen gaan aanbrengen voor een krachtiger en gelijkmatiger lopende motor. Fig. 21 laat een vierpolige uitvoering zien. Het toerental van de motor in omw/s kan dan worden bepaald met behulp van de volgende formule: n (omw/s) = frequentie / aantal poolparen 5.1 Synchrone draaistroommotoren In de stator van een synchrone draaistroommotor is een driefasenwikkeling aangebracht. De rotor (poolrad) wordt met gelijkstroom bekrachtigd. De opbouw van een synchrone motor is dus geheel gelijk aan die van een wisselstroomgenerator zonder gelijkrichting. Wordt de statorwikkeling op een draaistroom aangesloten, dan ontstaat er aan de binnenzijde van de statoromtrek een magnetisch draaiveld. Het aantal (fictieve) polen van dit veld wordt bepaald door de uitvoering van de wikkeling. Men maakt het aantal polen van de rotor gelijk aan het aantal fictieve polen van het statordraaiveld. Wordt de rotor op snelheid gebracht, en wel zo dat deze gelijk wordt aan de snelheid van het statordraaiveld, dan zullen deze polen elkaar vasthouden. De rotor wordt als het ware meegesleept en krijgt hetzelfde toerental als het draaiveld. Zou men de rotor niet op snelheid brengen, dan zouden de polen van het draaiveld en van het poolwiel elkaar zeer snel afwisselend aantrekken en afstoten. Een synchrone motor komt hierdoor niet uit zichzelf in beweging. Dit is dus een behoorlijk nadeel van de synchroon-motor. Bij een synchrone motor is het rotortoerental dus precies gelijk aan het draaiveldtoerental vandaar ook de naam synchroonmotor. 16
17 Figuur 20: Het principe van een driefasen-elektromotor (Pelt en Knol) Figuur 21: Een meerpolige driefasenwisselstroommotor (Pelt en Knol) 17
18 5.2 Asynchrone draaistroommotoren Bij een asynchrone motor is het rotortoerental kleiner dan het draaiveldtoerental. De asynchrone motor wordt ook wel inductiemotor genoemd, omdat de werking berust op het inductieprincipe. De rotor van de asynchrone draaistroommotoren bestaat uit kortgesloten spoelen. Er zijn twee uitvoeringen, een kooi- en een sleepringrotor (fig. 22). In geval van een sleepringrotor worden de sleepringen gedurende de werking kortgesloten. De stator van een asynchrone Figuur 22: Zowel bij de kooi- (a) als bij de sleepringrotor (b) is er sprake van kortgesloten geleiders. draaistroommotor is echter gelijk aan die van de synchrone draaistroommachine. Sluiten we de statorwikkeling in ster of driehoek aan op een driefasenspanning dan ontstaat aan de binnenzijde van de statoromtrek een draaiveld dat roteert met het toerental dat we n draaiveld kunnen noemen. Dit draaiveld induceert in de rotorgeleiders spanningen. In de kortgesloten geleiders ontstaan nu relatief grote wisselstromen. Op de stroomvoerende geleiders van de rotor worden door het draaiveld Lorentzkrachten uitgeoefend; de rotor komt uit zichzelf in beweging. De draairchting van de rotor zal zodanig zijn dat, volgens de wet van Lenz, de ontstaansoorzaak van de rotorspanningen wordt tegengewerkt. Het snelheidsverschil van draaiveld ten opzichte van de rotor zal dus verminderen, hetgeen betekent dat de rotor in dezelfde richting als het draaiveld gaat bewegen (fig. 23). Om de draairichting van een asynchrone motor te veranderen, zal men dus de richting van het draaiveld moeten omkeren. Dit gebeurt door het verwisselen van twee van de drie toevoerleidingen naar de stator. Op het moment dat de rotor nog stilstaat, is de relatieve snelheid van het draaiveld ten opzichte van de rotor het grootst en hiermee de opgewekte rotorspanning en rotorstroom. Naarmate het toerental van de rotor hoger is, is de relatieve snelheid van het draaiveld kleiner en daarmee de opgewekte rotorspanning en rotorstroom. Tengevolge van lucht- en wrijvingsverliezen kan het rotortoerental nooit het draaiveld-toerental bereiken. Zou dit wel het geval zijn, dan treedt er geen fluxverandering op. De rotorspanning en -stroom zouden dan nul zijn en dus ook het koppel. Bij nullast is als gevolg van bovengenoemde verliezen het rotortoerental n rotor juist iets kleiner dan het draaiveldtoerental n draaiveld. Het verschil tussen het draaiveldtoerental en het rotortoerental noemt men de 18
19 Figuur 23: Bij de asynchrone motor is er altijd een snelheidsverschil tussen het draaiveld (n d ) en de rotor (n r). Tekening: Pelt en Knol absolute slip. Onder de (relatieve) slip wordt verstaan de verhouding tussen de absolute slip en het toerental van het statordraaiveld. In formule: slip = ((n d - n r ) / n d ) x 100 % Op het moment van aanzetten is n rotor gelijk aan nul zodat de slip 100% bedraagt. Controleer dit De koppel-slipkromme Nu bestaat er een relatie tussen het koppel dat de motor levert en de slip van de motor. Dit verband komt tot uiting in de de zgn. koppel-slipkromme. In fig. 24 zijn een aantal van deze krommen getekend. We zien dat de verhouding koppel-slip afhankelijk is van de rotorweerstand en dat in het onderste slipgebied (0-25%) er een vrijwel lineaire relatie tussen deze grootheden is. Dit verband tussen het koppel en de slip heeft ook een praktische betekenis. Wanneer we de aanstuurfrequentie van de statorwikkelingen weten en we meten het toerental van de motor dan kan het motorkoppel worden vastgesteld. Dit is dan ook de reden dat we bij driefasenmotoren zoals we bij stuurbekrachtigingssystemen tegenkomen een toerentalsensor aantreffen. Het bekrachtingskoppel van de motor kan dan worden vastgesteld. De tabel van fig. 25 geeft enige meetwaarden van een Toyota Auris met stuurbekrachtiging. De letters U,V en W geven aan dat we hier met een driefasen-bekrachtigingsmotor te maken hebben. 19
20 Figuur 24: De koppel-slip kromme van asynchrone motoren bij verschillende rotorweerstanden (Pelt en Knol). Figuur 25: Enige meetwaarden van een Toyota stuurbekrachtiging 20
21 6 Vragen Zie boek 21
Inleiding Elektromagnetisme en het gebruik
Inleiding Inleiding...2 Magnetisme (kort)...3 Het Elektromagnetisch Veld...3 Wet van Faraday...3 Wet van Lenz...3 Wet van Coulomb...4 Wet van Ampère...4 De alternator (wisselstroomgenerator)...4 De dynamo
Nadere informatieSYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten
ELEKTRICITEIT THEORIE SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten versie:30/05/2005 1 SYNCHRONE MOTOREN...2 1.1 Bepaling...2 1.2 Samenstelling...2 1.3 Werkingsprincipe...2 1.4 Werkingsprincipe synchrone
Nadere informatieMagnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)
Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het
Nadere informatieSchade door lagerstromen.zx ronde 12 maart 2017
Schade door lagerstromen.zx ronde 12 maart 2017 Dit verhaaltje gaat over lagerschade van elektromotoren als gevolg van ontladingen die plaats vinden tussen de as van en het statorhuis van een asynchrone
Nadere informatieNewton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting
Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool
Nadere informatieVermogen Elektronica : Stappenmotor
Naam : Sven Martens / Rob Nijs Nr : 07 /09 Datum : 8/12/04 Vermogen Elektronica : Stappenmotor 1 1 De stappenmotor De stator bevat een aantal spoelen en om de rotor te laten draaien moeten deze spoelen
Nadere informatieDraaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013
Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013 Drie fasen spanning zijn drie gelijktijdig opgewekte wisselspanningen die ten opzichte van elkaar 120 in fase verschoven zijn. De spanningen
Nadere informatieELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten
ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten 1 Eenfaze motoren... 2 1.1 Bepaling... 2 1.2 Eenfaze inductiemotoren... 2 1.2.1 Eenfaze statorwikkeling... 2 1.3 De spleetpoolmotor...
Nadere informatieMagnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (8)
Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (8) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Introductie hybride voertuigen We beginnen met een beknopt overzicht van de hybride uitvoeringen. 1.1 Overzicht
Nadere informatieBijlage frequentieregeling Frequentieregeling
Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Opbouw van een frequentieregelaar Alle typen frequentieregelaars werken volgens hetzelfde hoofdprincipe, zie fig. 1. Hierbij wordt de driefasenspanning van
Nadere informatie-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.
Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door
Nadere informatieHistorische autotechniek (4)
Historische autotechniek (4) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Dynamo en regelaar 1.1 Gelijkstroomdynamo De klassieke, historische dynamo (generator) staat bekent onder gelijkstroomdynamo. Moderne dynamo
Nadere informatieMagnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)
Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning
Nadere informatieDe stappenmotor 1 Inleiding
De stappenmotor 1 Inleiding Stappenmotoren zijn in het bijzonder geschikt om door een digitale besturing aangestuurd te worden, dat wil zeggen aansturing door middel van digitale signalen, bijvoorbeeld
Nadere informatieBeschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5.
Beschrijving 3 4 5 Plaatsing componenten. ansluitingen. Huis 3. Permanente magneet 4. nker 5. Klep = Luchtstroom -polige stelmotor Universele informatie Sensoren en stelelementen 6 V 8 4 8 6 4 = Uit; =
Nadere informatieMagnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)
Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige
Nadere informatieTentamen Octrooigemachtigden
Tentamen Octrooigemachtigden Tentamen Opstellen van een octrooiaanvrage (deel A) elektrotechniek/werktuigkunde 6 oktober 2014 09.00 13.00 uur 1 TENTAMENOPGAVE OPSTELLEN VAN EEN OCTROOIAANVRAGE (A) E/W
Nadere informatieHybride voertuigen (2)
Hybride voertuigen (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-xxxxxxxx) 1 Inverters en converters Inverters en converters zijn elektronische modulen om de batterij-spanning om te zetten. Over het algemeen wordt een inverter
Nadere informatieRepetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)
Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij
Nadere informatie5. HOOFDSTUK 5 SYNCHRONE MACHINES
5. HOOFDSTK 5 SYNCHRON MACHNS 5.1 quivalent schema, fasordiagram Zoals bij de inductiemachine heeft men ook hier te doen met een draaiveld. De rotor wordt gevoed met gelijkstroom. De spanningsvergelijkingen
Nadere informatie1.3 Transformator Werking van een dynamo
zekering. b. Je gaat twee weken met vakantie en laat al die lampen aanstaan. Hoeveel gaat die stommiteit je kosten? 1 kwh kost 0,12. 1.3 Transformator Magnetische flux (f) is een maat voor het aantal magnetische
Nadere informatieKatholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET. Labo Elektrotechniek
Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET Marijn Roels 3 November 2005 Labo Elektrotechniek Driefasige ASM C A M P U S Geel Docent: Segers
Nadere informatieAnalyse van de Futaba S3003 dc motor
Analyse van de Futaba S3003 dc motor Door Ali Kaichouhi In dit artikel wordt de RF-020-TH dc motor wat nader ondergezocht. Het eerste deel bevat informatie over de constructie en de werking van deze motor.
Nadere informatieDe dynamo. Student booklet
De dynamo Student booklet De dynamo - INDEX - 2006-04-10-14:10 De dynamo In deze module wordt de dynamo behandeld. We beginnen met enkele vereenvoudigde afbeeldingen, om de stof gemakkelijker te begrijpen.
Nadere informatieDe Permanent Magneet Motor: Thierry Dejaegere. Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be
De Permanent Magneet Motor: door: Thierry Dejaegere Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be I. Voorwoord De zoektocht naar alternatieve energiebronnen is reeds lange tijd aan
Nadere informatie7 Elektriciteit en magnetisme.
7 Elektriciteit en magnetisme. itwerkingen Opgae 7. aantal 6, 0 9,60 0 8 elektronen Opgae 7. aantal,0 0,0 0 A,60 0 s 9,5 0 6 elektronen/s Opgae 7. O-atoom : +8-8 0 O-ion : +8-0 - Lading O-ion - x,6 0-9
Nadere informatieOpgaven elektrische machines ACE 2013
Opgaven elektrische machines ACE 2013 1a. Geef de relatie tussen koppel en stroom bij een gelijkstroommachine 1b. Geef de relatie tussen hoeksnelheid en geïnduceerde spanning van een gelijkstroommachine
Nadere informatieCursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning
Cursus/Handleiding/Naslagwerk Driefase wisselspanning INHOUDSTAFEL Inhoudstafel Inleiding 3 Doelstellingen 4 Driefasespanning 5. Opwekken van een driefasespanning 5.. Aanduiding van de fasen 6.. Driefasestroom
Nadere informatieELEKTRICITEIT-Stappenmotoren
ELEKTRICITEIT-Stappenmotoren 1 Stappenmotoren...1 1.1 Inleiding....1 1.2 Wat is nu juist een stappenmotor?... 2 1.3 Waar vinden we stappenmotoren?... 3 1.4 Soorten stappenmotoren?... 3 1.5 Permanente magneet
Nadere informatieUitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is
Nadere informatieHarmonischen: gevolgen
Harmonischen: gevolgen Harmonischen: gevolgen - Spanning- en stroomharmonischen - Geleiders: skin en proximiteitseffect - De nulgeleider - Transformatoren - Inductiemotoren - Diversen Spanning en stroomharmonischen
Nadere informatieWINDENERGIE : GENERATOREN
INHOUD: Inleiding Overzicht types generatoren Turbine met asynchrone generator Turbine met asynchrone generator met grote slip Turbine met dubbel gevoede inductiemachine Turbine met synchrone generator
Nadere informatieLeereenheid 2. Diagnostische toets: De sinusvormige wisselspanning. Let op!
Leereenheid 2 Diagnostische toets: De sinusvormige wisselspanning Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met:
Nadere informatiePracticum kortsluitankermotor met frequentie-omvormer
Practicum kortsluitankermotor met frequentie-omvormer ELS-practicum KA-motor mei 2016 Doel van de meting Deze proef dient om de student inzicht te geven in de werking van de kortsluitankermotor. Tevens
Nadere informatieAlternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator
Alternator In dit hoofdstuk zal ik het vooral hebben over de functie is van de alternator in de wagen. En hoe het basisprincipe is van deze generator. 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator
Nadere informatieLeereenheid 4. Driefasige synchrone motoren
Leereenheid 4 Driefasige synchrone motoren Wegwijzer Na de studie van de asynchrone motor, toegepast voor de aandrijving van verschillende werktuigmachines via het driefasenet, bespreken we in deze leereenheid
Nadere informatie1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning.
1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. Bij de industriële opwekking van de elektriciteit maakt men steeds gebruik van een draaiende beweging. Veronderstel dat een spoel met rechthoekige doorsnede
Nadere informatieZelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen
Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Inhoud De schakeling Een blokspanning van 15 V opwekken De wisselspanning omhoog transformeren Analyse van de maximale stroom door de primaire
Nadere informatieVak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005
Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld
Nadere informatieInhoudsopgave. www.freewebs.com/nick_electronics - 2 -
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Generatoren... 3 Project:... 4 Werking...4 Berekeningen...4...4...4 Schema... 4 Tip... 4 Componentenlijst... 5...5...5 Datasheets...5...5...5 Afbeeldingen...
Nadere informatieTentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040)
1 Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040) gehouden op vrijdag, 24 augustus 2001 van 14.00 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden met 6 opgaven. Het aantal punten dat u maximaal per opgave
Nadere informatieElementaire meettechniek (1)
Elementaire meettechniek (1) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Inleiding tot het autotechnisch meten 1.1 Apparatuur voor het stellen van diagnoses De tijd dat diagnoses werden gesteld door alleen naar
Nadere informatieELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO
ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstraat 28, B -3740 Bilzen Cursus: I. Claesen/R.Slechten Versie:18/11/2004 1 PROEVEN OP GELIJKSTROOMMOTOREN...2 1.1 Inleiding...2
Nadere informatieToerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal
Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren Beschrijving 0. Sensor. Tandkrans. Signaalaansluiting. Signaalaansluiting 3. Afschermmantelaansluiting Principeschema. Tandkrans (recht weergegeven) Afgegeven
Nadere informatieModellering windturbines met Vision
Modellering windturbines met Vision 06-078 pmo 11 mei 2006 Phase to Phase BV Utrechtseweg 310 Postbus 100 6800 AC Arnhem T: 026 352 3700 F: 026 352 3709 www.phasetophase.nl 2 06-078 pmo Phase to Phase
Nadere informatieLABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06.
LABO Elektriciteit OPGAVE: Datum van opgave:.../ /... Datum van afgifte:.../ /... Verslag nr. : 06 Leerling: Karakteristieken van synchrone generatoren Assistenten: Klas: 3.2 EIT KTA Ieper Totaal :.../100
Nadere informatieInformatiebundel ADuC832 Motor interface bord MGM/[dp]
Het ADuC832 Motor interface bord. Het ADuC832V2.0 motor interface bord heeft als doel: Een DC motor en een stappenmotor, die op het motor interface bord gemonteerd zijn, te kunnen aansturen met een ADuCV2.0/V1.1
Nadere informatieMAKING MODERN LIVING POSSIBLE
MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Energie-efficiëntie in gebouwenautomatisering, HVAC- en ventilatiesystemen Asynchrone motoren, EC of PM motoren? Overeenkomsten en verschillen in de toegepaste motortechnologie.
Nadere informatieRijdynamica van motorvoertuigen (3)
Rijdynamica van motorvoertuigen (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-8-7) 1 Schokdemping 1.1 Dempingsfactor De beweging van de afgeveerde massa zou in de praktijk zonder schokdemping slechts in geringe mate
Nadere informatieDe startmotor. Student booklet
De startmotor Student booklet De startmotor - INDEX - 2006-04-10-14:04 De startmotor De startmotor is een elektrische motor, en bij een elektrische motor draait het allemaal om magneten en magnetisme:
Nadere informatieLeereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op!
Leereenheid 1 Diagnostische toets: Soorten spanningen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan Vragen gemerkt met: J O Sommige
Nadere informatieNiet-symmetrisch driefasig systeem
Niet-symmetrisch driefasig systeem Niet-symmetrisch driefasig systeem - Situering - Symmetrische componenten - Gevolgen - Conclusie Situering In het ideale geval is een driefasig net volledig symmetrisch:
Nadere informatieA ROTOR INLEIDING. Hoe men met primitieve middelen een elektromotor maakt. MATERIALEN. 1 As
INLEIDING De theoretische achtergrond van de moderne elektromotor is zeker niet eenvoudig. Terwijl de natuurkrachten waarop de werking berust in wezen even verwonderlijk en feitelijk nog even onbegrepen
Nadere informatieOpgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is
Nadere informatieOpgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is
Nadere informatieOnderzoek werking T-verter.
Onderzoek werking T-verter. De Beer Gino Page 1 02/10/2007 Inhoudstabel: 1. Doelstellingen. 2. Benodigd materiaal. 3. Bespreking van de frequentieregelaar. 4. Instellingen en gebruik van de frequentieregelaar.
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,
Nadere informatieLABO. Elektriciteit OPGAVE: De koppel-snelheidskarakteristiek van de driefasige asynchrone motor. Totaal :.../100 ../. Remediëring: Datum van opgave:
LABO Elektriciteit OPGAVE: De koppel-snelheidskarakteristiek van de driefasige asynchrone motor Datum van opgave:../..../. Datum van afgifte:../..../. Verslag nr. : 08 Leerling: Assistent(en): Klas: 3.2
Nadere informatieNATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds
Nadere informatieStudiewijzer (ECTS-fiche)
Studiewijzer (ECTS-fiche) Opzet van de studiewijzer is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één studiewijzer voor elke module. 1. Identificatie
Nadere informatie3.1 Magneten en elektromagneten
3.1 Magneten en elektromagneten 1 a De punt van de magneet die naar het geografische noorden wijst, heet de magnetische noordpool van de magneet. Dat is afspraak. Hij wordt aangetrokken door een ongelijke
Nadere informatieMkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.
Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is
Nadere informatieOOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 9/1/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuiging
Nadere informatieOpgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l
Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig
Nadere informatieDeze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor
Nadere informatieDeeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme
E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam
Nadere informatieNASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen
NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT Wanneer loopt er stroom? Elektrische apparaten werken alleen als er een stroom door loopt. Om de stroom te laten lopen is er altijd een spanningsbron nodig. Dat kan een
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II
Opgave 2 Fietskar Lees het artikel. artikel Fietskar duwt fiets Het is de omgekeerde wereld: normaal trekt een fietser zijn bagagekarretje voort, maar de fietskar die hiernaast te zien is, duwt de fiets.
Nadere informatieElektro-magnetisme Q B Q A
Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y
Nadere informatieWe willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan
jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen
Nadere informatieElementaire meettechniek (6)
Elementaire meettechniek (6) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Autotechnische signalen In dit hoofdstuk laten we een aantal met de oscilloscoop opgenomen autotechnische signalen zien 1. Bij elk signaal
Nadere informatieElektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars
Elektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars Energievoorziening Van de centrale naar de gebruiker legt de stroom een lange weg af. In de centrale draait
Nadere informatieHoofdstuk 4: De gelijkrichting
Hoofdstuk 4: De gelijkrichting 4.1. Inleiding: De gelijkrichting is een toepassing op het gebruik van de diode. Elektronische en elektrische apparatuur maken gebruik van de netspanning. Niettegenstaande
Nadere informatieHoofdstuk 6: Elektromagnetisme
Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. lektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige
Nadere informatieTentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20)
1 Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20) gehouden op donderdag, 28 januari 1999 van 8.30 tot 11.30 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden met 6 opgaven. Het aantal punten dat u maximaal per opgave
Nadere informatieTheorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011
Theorie Stroomtransformatoren Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren 22 november 2011 Onderwerpen: - Theorie stroomtransformatoren - Vervangingsschema CT -
Nadere informatieELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN LABO
ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN LABO Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen Cursus : I. Claesen/R.Slechten Versie:20/10/2005 1 PROEVEN OP GELIJKSTROOMGENERATOREN... 2 1.1 Constructie...
Nadere informatieSpeciale transformatoren
Speciale transformatoren 6-55 pmo 5 april 26 Phase to Phase BV Utrechtseweg 31 Postbus 1 68 AC Arnhem T: 26 352 37 F: 26 352 379 www.phasetophase.nl 2 6-55 pmo 1 INLEIDING Speciale transformatoren zijn
Nadere informatieLeereenheid 6. Aanvullingen
Leereenheid 6 Aanvullingen Wegwijzer Zoals uit de titel van deze leereenheid blijkt, betreft het hier een aantal items die volle digheidshalve aan dit boek worden toegevoegd omdat die items als leerstofelementen
Nadere informatie6. MICROFOONS EN LUIDSPREKERS
6-1 6. MICROFOONS EN LUIDSPREKERS 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk behandelen we de randapparaten, waarmee we geluid omzetten in elektrische energie of omgekeerd. 6.2 Microfoons Met een microfoon kunnen
Nadere informatieCondensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen.
H2: Condensatoren: Opbouw: Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen. Opgelet: 2 draden/printbanen kort naast
Nadere informatieTENTAMEN ELEKTROMAGNETISME
TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte
Nadere informatieExtra College; Technieken, Instrumenten en Concepten
Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Lorentzkracht: Massa spectrometer Inductie en Generatoren Transformatoren Massa Spectrometer (Bainbridge-type) Eerste zone: snelheidsselectie Tweede
Nadere informatieNATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen
Nadere informatieRijdynamica van motorvoertuigen (7)
Rijdynamica van motorvoertuigen (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-8-7) 1 Stuurinrichtingen 1.1 Achtergrond en indeling Ook stuurinrichtingssystemen maken een continu proces van verbeteringen en aanpassingen
Nadere informatie5 Elektronische sturing (VSE) 5.1 Werking Schema. Tractor
5 Elektronische sturing (VSE) 5.1 Werking 5.1.1 Schema 9 10 M 4 Tractor 8 2 7 7 5 1 5 1 6 3 3 62 1. Cilinders 2. ECU 3. Hoeksensor 4. Kingpensensor 5. Hydrauliek unit 6. Centreerleiding 7. Stuurleidingen
Nadere informatieOpgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.
Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het
Nadere informatieWoordenlijst permanente magneetmotoren
Woordenlijst permanente magneetmotoren Het is onvermijdelijk dat rond een technisch onderwerp vakbegrippen ontstaan. Deze woordenlijst, afkomstig van Bill Bertram, Managing Director bij REGAL C&I Europe,
Nadere informatieLABO. Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte: .../.../...
LABO Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 3 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../... Evaluatie :.../10 Theorie :.../10 Meetopstelling
Nadere informatieHoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.
Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren
Nadere informatieHoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het
Nadere informatieEen radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11). Bakeliet kent talloze toepassingen, zoals:
Toepassingen Fig 11 Radiotoestel Fig 12 Lampen Een radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11) Bakeliet kent talloze toepassingen zoals: A Tussenlaag in geleiders als elektrische isolatie bijvoorbeeld
Nadere informatieTransmissietechniek in motorvoertuigen (5)
Transmissietechniek in motorvoertuigen (5) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-02-4) 1 Geautomatiseerde versnellingsbakken De moderne elektronica, al dan niet in combinatie met hydraulica, biedt de mogelijkheid
Nadere informatieBespreking Motorkenplaat Asynchrone Motoren. Frank Rubben
2016-2017 Bespreking Motorkenplaat Asynchrone Motoren Frank Rubben Praktische Motorschakelingen Asynchrone Motoren 1 Inhoudsopgave 1. Elektrische Motor: een inleiding... 4 1.1. Intro... 4 1.2. Vragen over
Nadere informatieImpedantie V I V R R Z R
Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R
Nadere informatieAC-inductiemotoren en BLDC-motoren lijken erg op elkaar. Het grootste verschil ligt in de constructie van de rotor.
Pneumatische pompen vormen al vele jaren de steunpilaar van de verfcirculatiewereld en daar zijn goede redenen voor. Ze zijn eenvoudig, betrouwbaar en dankzij de langzame heenen-weer gaande beweging beschadigen
Nadere informatieZilvertron B.V. Achterwetering 7b 2871 RK Schoonhoven 0182-305045 www.zilvertron.com info@zilvertron.com. René Jansen
Missie : Het leveren en creëren van Mechatronica oplossingen in de business to business markt, zowel in het LOW-TECH als in het HIGH-TECH bereik van klein aandrijftechniek. Zilvertron B.V. Achterwetering
Nadere informatieEnergieopslag d.m.v. vliegwiel ZX ronde 17 augustus 2014
Energieopslag d.m.v. vliegwiel ZX ronde 17 augustus 2014 Elektriciteitopslag. De opslag van grote hoeveelheden elektriciteit is tot nu nog een groot probleem. Elektriciteit wordt nu nog steeds in batterijen
Nadere informatie7. MEETINSTRUMENTEN Inleiding. 7.2 Stroommetingen
7-1 7. MEETINSTRUMENTEN 7.1 Inleiding Iedere zendamateur doet vroeg of laat metingen. Daarom wordt op het examen enige kennis van de belangrijkste meet-instrumenten gevraagd. We behandelen in dit hoofdstuk
Nadere informatie