Overeenkomst en voorspellende waarde van risicotaxatie van geweldsrecidive in verschillende fasen van de jeugdstrafrechtsketen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Overeenkomst en voorspellende waarde van risicotaxatie van geweldsrecidive in verschillende fasen van de jeugdstrafrechtsketen"

Transcriptie

1 Onderzoeksrapport Overeenkomst en voorspellende waarde van risicotaxatie van geweldsrecidive in verschillende fasen van de jeugdstrafrechtsketen Iris Berends Maaike Kempes Uitgave van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

2 Onderzoeksrapport Deze reeks omvat rapporten van onderzoeken die door het Bureau Wetenschap en Opleidingen van het NIFP is verricht. Opname in de reeks betekent niet dat de inhoud van de rapporten het standpunt van het NIFP weergeeft. Contact persoon: Iris Berends Onderzoek uitgevoerd met subsidie van ForCA Alle rapporten van het bureau Wetenschap en Opleidingen zijn gratis te downloaden van nifpnet.nl Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

3 Inhoud Afkortingen 3 Samenvatting 4 1. Inleiding 5 2. Methode Deelnemers Gebruikte instrumenten LIJ formulier SAVRY RAP Procedure LIJ SAVRY PJ en RAP SAVRY JJI Geweld en Recidive Analyses Resultaten Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Beschrijving Voorspellende waarde Discussie Conclusie 26 Bijlage 1 Samenstelling begeleidingscommissie 28 Literatuur 29 Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

4 Afkortingen HCR-20 JDS JJI LIJ NIFP OM PIJ RAP RNS RC SAVRY SAVRY JJI SAVRY PJ Historical Clinical Risk Management-20 Justitieel Documentatie Systeem Justitiële Jeugdinrichting Landelijk Instrumentarium jeugdstrafrechtsketen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en psychologie Openbaar Ministerie Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Risicotaxatie Adolescenten Pro Justitia rapportage Risk Need Responsivity Rechter Commissaris Structured Assessment of Violence Risk in Youths Afgenomen in Justitiële Jeugdinrichting Afgenomen in het kader van Pro Justitia rapportage Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

5 Samenvatting Ondanks inspanningen ter preventie van geweldsrecidive van jongeren, recidiveert een substantieel van de jongeren gewelddadig. Meer accurate risicotaxatie kan bijdragen aan passend risicomanagement. Dit kan de kans op geweldsrecidive verlagen. Risicotaxatie vindt plaats binnen verschillende fasen (settings) van de jeugdstrafrechtsketen. Verschillende partijen gebruiken verschillende instrumenten om het recidive risico in te schatten. De vraag is wat de overeenkomst is tussen de verschillende risicotaxaties en hoe goed de gebruikte instrumenten in de verschillende settings in staat zijn geweldsrecidive te voorspellen. Het huidige onderzoek richtte zich daarom op twee hoofdvragen. Allereerst werd de overeenkomst van risicotaxatie in de verschillende fasen in de jeugdstrafrechtsketen onderzocht. Hierbij werd specifiek gekeken naar de overeenkomst tussen het LIJ en de SAVRY in de pro Justitia setting (N=35) en naar de overeenkomst tussen de SAVRY s zoals afgenomen in de pro Justitia setting en de behandelsetting (N=30). Ten tweede werd de voorspellende waarde van risicotaxatie instrumenten onderzocht (follow up duur in dagen M=875). Specifiek werd gekeken naar de voorspellende waarde van de SAVRY en de RAP (N=151). Exploratief werd ook gekeken naar de voorspellende waarde van de LIJ (N=35). Resultaten wijzen uit dat er weinig overeenkomst bestaat tussen het LIJ en de SAVRY in de pro Justitia setting. Ook tussen de SAVRY s die achtereenvolgens in de pro Justitia setting en de behandelsetting worden afgenomen werd een lage overeenkomst gevonden, ondanks dat het gaat om inschattingen die kort na elkaar zijn gedaan. De voorspellende waarde van de LIJ, SAVRY en RAP was ook laag. Dit heeft mogelijk te maken met de setting waarin de risicotaxatie wordt afgenomen. Ondanks de lage voorspellende waarde is de risicotaxatie niet zinloos, het kan bijvoorbeeld richting geven aan behandeling. Vervolg onderzoek is nodig om de voorspellende waarde te bepalen bij een lange follow up duur. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

6 1. Inleiding Naast vergelding en het beschermen van de maatschappij staat in het jeugdstrafrecht de speciale preventie voorop. In de praktijk betekent dit, naast de oplegging van een passende sanctie, dat de ontwikkeling van de jongeren wordt verbeterd (Bartels, 1995). Doel hierbij is het voorkomen dat een jongere die een delict heeft gepleegd, recidiveert. Dat dit een mooi streven is maar lang niet altijd lukt, blijkt uit het gegeven dat meer dan 40% van de delinquenten binnen twee jaar gewelddadig recidiveert (Mulder, 2011). Het is vooralsnog niet mogelijk correct te voorspellen welke jongeren wel gewelddadig recidiveren en welke niet. Er lijkt sprake van een plafond waarboven weinig vooruitgang meer bereikt kan worden. Dit heeft mogelijk te maken met het gebrek aan geweldsspecifieke items binnen risicotaxatie instrumenten (Coid et al., 2011) en met het gebruik van risicotaxatie instrumenten bij een populatie of setting waar deze niet voor is ontwikkeld (Heilbrun, Yasuhara, & Shah, 2010). Meer accurate risicotaxatie maakt het mogelijk dat sancties kunnen worden toegepast die beter aansluiten bij het risico dat de jongere oplevert voor de maatschappij en bij de problematiek van de jongere. Mogelijk kan dit het risico op geweldrecidive verlagen. Onderzoek naar risicotaxatie is nodig om meer zicht te krijgen op hoe risicotaxatie in verschillende fases van de jeugdstrafrechtsketen zich tot elkaar verhoudt en wat de voorspellende waarde hiervan is. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de effectiviteit van strafrechtelijke interventies het grootst is -en de recidive dus het meest beperkt blijft- indien er wordt gewerkt volgens het Risk Need Responsivity (RNR) model (Andrews & Bonta, 2010). Het RNR model beschrijft 3 basisprincipes waaraan interventies moeten voldoen om effectief te zijn: het risicobeginsel, het behoeftebeginsel en het responsiviteitsbeginsel. In dit verband zijn met name de eerste twee genoemde beginselen relevant. Het risicobeginsel houdt in dat de intensiteit van de (strafrechtelijke) interventie afgestemd moet zijn op het recidiverisico van de jongere. Dit is van belang in de pro Justitia fase van de jeugdstrafrechtketen, waarin de rechter geadviseerd wordt over interventies en in welk justitieel kader deze kunnen plaatsvinden. Wanneer de (strafrechtelijke) interventie niet is afgestemd op het recidiverisico van de jongere kan dit zelfs een tegengesteld effect hebben (Baas, 2005). Het behoeftebeginsel houdt in dat interventies specifiek gericht moeten zijn op risicofactoren die direct samenhangen met crimineel gedrag. Dit is met name van belang in de behandelsetting waar risicotaxatie wordt verricht om richting te geven aan de behandeling en ten behoeve van verlof(aanvragen). Om tegemoet te komen aan beide beginselen van het RNR model is het van belang om een zo betrouwbaar mogelijke inschatting te kunnen maken van het recidiverisico op basis van relevante factoren. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

7 Afbeelding 1. Schematische weergave jeugdstrafrechtsketen (tot aan de zitting) voor jongeren die in verzekering zijn gesteld In de praktijk vindt risicotaxatie plaats op verschillende momenten in de jeugdstrafrechtsketen. Zie afbeelding 1 voor een schematische weergave van de jeugdstrafrechtsketen vanaf de in verzekeringstelling door de politie. Het Landelijk Instrumentarium jeugdstrafrechtsketen (LIJ) is een instrument dat ontwikkeld is om risicotaxatie op verschillende momenten in de (vroege) jeugdstrafrechtsketen op elkaar te laten aansluiten. Na de politie gebruikt de Raad voor de Kinderbescherming het LIJ om het recidiverisico te bepalen. Op latere momenten in de jeugdstrafrechtsketen vanaf de pro Justitia fase wordt de risicotaxatie uitgebreider. Het LIJ wordt nog wel geraadpleegd, maar niet meer ingevuld. Hiervoor in de plaats wordt een ander instrument gebruikt, te weten de SAVRY (Structured Assessment of Violence Risk in Youths). De SAVRY is een risicotaxatie instrument voor geweld van jongeren. De SAVRY is primair ontwikkeld voor de behandelsetting om het recidiverisico in te schatten voor het maken van besluiten rondom vrijheden en ontslag in de (forensische) behandelsetting (Lodewijks e.a., 2008). Dit instrument wordt achtereenvolgens in het kader van pro Justitia onderzoek (hierna: SAVRY PJ) en in de justitiële jeugdinrichting (JJI) afgenomen (hierna: SAVRY JJI). Binnen tien weken na verzoek van de Rechter Commissaris (RC) of het Openbaar Ministerie (OM) volgt een pro Justitia rapportage waarin de SAVRY PJ wordt afgenomen. In de JJI wordt de eerste SAVRY JJI afgenomen vanaf het tweede Perspectiefplan, welke 12 weken na instroom in de JJI wordt opgesteld (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2014). Hoewel de drie risicotaxaties in respectievelijk de opsporingsfase, pro Justitia setting en behandelsetting kort na elkaar volgen bestaat er wel degelijk een substantieel verschil tussen deze settings. Bij de opsporingsfase en het pro Justitia onderzoek is er vaak minder informatie beschikbaar omdat de raadmedewerker respectievelijk pro Justitia rapporteur korter en minder frequent contact Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

8 heeft met de jongere. Tevens is de onderzoeksrelatie met de onderzochte anders. De jongere kan bijvoorbeeld door het lopende proces, gebrekkig of helemaal niet meewerken aan het onderzoek. Of doordat de jongere (deels) ontkent is het slechter mogelijk om de beweegredenen van de jongeren met betrekking tot het tenlastegelegde na te gaan, vergeleken met de behandelsetting (Duits, 2004). Hoewel er verschil bestaat tussen beide settings rijst toch de vraag of er geen (onnodige) overlap bestaat bij risicotaxatie die zo kort na elkaar plaatsvindt met hetzelfde instrument. Dit vergt namelijk tijd en mankracht die beter zouden kunnen worden ingezet. Het is niet duidelijk in hoeverre de uitkomsten van deze twee risicotaxaties met elkaar overeenkomen. Daarnaast is het de vraag of de SAVRY voldoende geschikt is voor een betrouwbare risicotaxatie in de pro Justitia setting, gegeven het feit dat dit instrument niet specifiek voor deze setting bedoeld is. Het NIFP heeft daarom specifiek voor de pro Justitia fase een nieuw risicotaxatie instrument ontwikkeld (Risicotaxatie Adolescenten Pro Justitia rapportage: RAP). Een belangrijk verschil met de SAVRY is dat bij de RAP meer nadruk wordt gelegd op het onderzoekscontact, en het ten laste gelegde geweldsdelict. Daarnaast bestaat er een apart cluster voor psychopathie. Mogelijk is de RAP beter in staat geweldsrecidive in te schatten dan de SAVRY in de pro Justitia fase 1. Bovengenoemde probleemstelling leidt tot een tweetal onderzoeksvragen. In het onderhavige onderzoek zullen volgende onderzoeksvragen worden beantwoord: 1) In hoeverre komen de risico inschattingen van het LIJ, de SAVRY PJ en de SAVRY JJI met elkaar overeen? 2) Wat is de voorspellende waarde van het LIJ (exploratief), de SAVRY PJ en van de RAP? Het onderhavige onderzoek richt zich op de inschatting van het risico op geweldsrecidive. Hiervoor is gekozen omdat de SAVRY en RAP specifiek ontwikkeld zijn om geweld te voorspellen. Risicotaxatie is altijd van belang, maar naarmate de ernst van het delict toeneemt, zoals het geval is bij geweldsdelicten, hoe groter het belang van een goede inschatting van de recidiverisico, en het onderzoek hiernaar. 1 De RAP wordt niet meegenomen in analyses over de overeenkomst tussen de verschillende risicotaxaties in de jeugdstrafrechtsketen. Reden hiervoor is dat dit instrument in de huidige praktijk nog niet standaard gebruikt wordt en dat eerst de voorspellende waarde van het instrument onderzocht dient te worden. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

9 2. Methode 2.1 Deelnemers De selectie die gebruikt is in voorliggend onderzoek, is gebaseerd op 151 SAVRY en RAP risico inschattingen van in totaal 147 jongeren die in de periode 2011 tot 2014 verdacht werden van een geweldsdelict en om die reden pro Justitia zijn gerapporteerd. Dit gebeurde in 149 unieke jeugdstrafzaken 2. Vervolgens is -binnen deze zelfde selectie van jongeren- gezocht naar de risico inschattingen van geweldsrecidive op basis van (andere) instrumenten in andere fasen van de jeugdstrafrechtsketen, te weten: het LIJ formulier (vóór de pro Justitia fase) en de SAVRY JJI (ná de pro Justitia fase). Ter verduidelijking wordt in Tabel 1 een overzicht gegeven van de verschillende fasen in de jeugdstrafrechtsketen. In de eerste vier kolommen van deze tabel wordt per fase weergegeven welke partij welk instrument gebruikt en welke risico inschatting dit oplevert. In de laatste twee kolommen van deze tabel wordt weergegeven welke risico inschatting vervolgens in het voorliggende onderzoek is gebruikt ter beantwoording van de onderzoeksvragen. Bij 140 zaken werd het risico van een jongen ingeschat, en bij 9 zaken werd het risico van een meisje ingeschat. Ten tijde van het indexdelict -het delict waarvoor pro Justitia onderzoek is aangevraagd- lag de leeftijd van de jongeren tussen de 12 en 19 jaar. De gemiddelde leeftijd was 15,7 (SD=1.5). Bij alle jongeren uit de selectie was er sprake van een indexdelict dat geweld omvatte. In 17 zaken (11,4%) werd een onvoorwaardelijke PIJ maatregel opgelegd naar aanleiding van het indexdelict. Overige straffen die werden opgelegd, waren een voorwaardelijke PIJ maatregel (10,1%), onvoorwaardelijke jeugddetentie (63,8%), gedragsbeïnvloedende maatregel (4,7%), werkstraf (32,9%) en een leerstraf (7,4%). Voor de tweede onderzoeksvraag kijken we naar hoe goed het instrument zoals gebruikt aan het begin van de follow up periode 3 in staat is om geweldsrecidive te voorspellen tijdens de totale follow up periode. De gemiddelde follow up duur bedroeg 875 dagen (SD=245). De follow up duur van ruim 70% van de jongeren was twee jaar of langer. Gemiddeld waren jongeren gedurende de totale follow up periode 709 dagen (SD=348) op vrije voeten. Ruim 80% van de jongeren was gedurende de follow up periode één jaar of langer op vrije voeten, en ruim de helft van de jongeren was twee jaar of langer op vrije voeten 4. 2 Reden dat het aantal jongeren (N=147) en het aantal unieke jeugdstrafzaken (N=149) lager is dan het aantal inschattingen (N=151) is omdat het vier keer voorkwam dat eenzelfde jongere twee keer pro Justitia werd gerapporteerd. In twee gevallen betrof het een jongere die in dezelfde strafzaak door zowel een psycholoog als een psychiater pro Justitia is onderzocht. Vandaar dat het aantal unieke zaken in totaal 149 bedraagt. In de overige twee gevallen betrof het een jongere die na de eerste risicotaxatie, opnieuw in aanraking is gekomen met justitie. Bij laatst genoemde zaken is er sprake van een nieuwe strafzaak waarin de jongere pro Justitia is onderzocht en waarin een tweede risicotaxatie heeft plaatsgevonden. 3 Follow up periode begint met de datum inschatting (variërend van 2011 tot 2014) tot einde registratie (oktober 2014). 4 Het is niet zo dat jongeren slechts (kunnen) recidiveren als ze op vrije voeten zijn. Om een indruk te krijgen van de duur dat jongeren theoretisch hebben kunnen recidiveren, geeft de follow up duur een beter beeld dan de duur dat jongeren gemiddeld op vrije voeten waren. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

10 Tabel 1. Overzicht instrumenten jeugdstrafrechtsketen, type risico inschatting en gebruikte inschatting ter beantwoording onderzoeksvragen Fase Beoordelaar Instrument Type risico inschattingen voortkomend uit instrument Opsporing politie LIJ 1 - Algemeen (score preselect) - Risico geweld tegen personen* Vervolging Raadsmedew LIJ 2A/B - Algemeen erker - Risico geweld tegen personen* - Dynamisch risicoprofiel - Risico en beschermende score verschillende domeinen Type risico inschatting gebruikt ter Type risico inschatting gebruikt ter beantwoording beantwoording vraag 1: overeenkomst risico vraag 2: voorspellende waarde inschattingen instrumenten - - Risicoscore 5 domein Agressie (N=35) Exploratief: Risico geweld tegen personen (N=25) En Risico- en beschermende score domein Agressie 6 (N=35) Vervolging Pro Justitia rapporteur SAVRY PJ Geweldsrisico met en zonder behandeling Geweldsrisico zonder behandeling** Geweldsrisico zonder behandeling (N=151) RAP Geweldsrisico zonder behandeling Geweldsrisico zonder behandeling** Geweldsrisico zonder behandeling (N=151) Tenuitvoerlegging Behandelaar JJI SAVRY JJI Geweldsrisico Geweldsrisico zoals ingeschat via eerste SAVRY JJI (N=30 / 23 / 20)*** - 5 Voor deze onderzoeksvraag wordt enkel de risicoscore van het LIJ domein Agressie meegenomen en niet ook de beschermingsscore. Reden hiervoor is dat de instrumenten waarmee wordt vergeleken niet over een beschermingsscore beschikken. De beschermingsscore wordt wel meegenomen in de onderzoeksvraag over de voorspellende waarde. 6 Met risicofactoren en beschermende factoren wordt bedoeld: kenmerken van de jeugdige en zijn omgeving waarvan uit onderzoek bekend is dat ze de kans op herhaling van crimineel gedrag vergroten, respectievelijk de kans op delictgedrag verkleinen en een prosociale ontwikkeling bevorderen. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport (jaartal)-(nummer in reeks) 9

11 * Tot april 2013 werd deze score gegenereerd door het LIJ, nadien is deze score komen te vervallen en daarvoor in de plaats wordt het domein Agressie gebruikt, zie ook LIJ formulier onder het kopje Gebruikte instrumenten. ** N van deze maat hangt af van het aantal inschattingen van de maat waarmee de overeenkomst wordt gemeten. Als SAVRY PJ met het LIJ wordt vergeleken dan wordt dat op basis van 25 (risico geweld tegen personen) en 35 (risico domein Agressie) SAVRY PJ inschattingen gedaan; als de SAVRY PJ met SAVRY JJI wordt vergeleken dan wordt dat op basis van 30 / 23 / 20 SAVRY PJ inschattingen gedaan, afhankelijk van het verschil in tijdsduur (12, 6, 3 maanden) tussen beide inschattingen. *** Bij 30 zaken was de periode tussen SAVRY PJ en eerste SAVRY JJI maximaal 12 maanden; bij 23 en 20 zaken was de periode tussen SAVRY PJ en SAVRY JJI respectievelijk maximaal 6 en 3 maanden. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

12 2.2 Gebruikte instrumenten LIJ formulier Risicotaxatie via het LIJ is zo ontworpen dat elke ketenpartner een stukje eigen informatie toevoegt aan de informatie die reeds eerder in de keten is verzameld. Zo borduurt men voort op elkaars informatie en vindt risicotaxatie plaats op basis van steeds uitgebreidere informatie. Zie afbeelding 2 voor een grafische weergave van dit proces 7. Het LIJ is een relatief nieuw instrument en daarom is er in de afgelopen jaren een aantal aanpassingen gedaan. Een voorbeeld hiervan is dat het LIJ tot april 2013 een aparte inschatting voor geweld tegen personen genereerde. Nadien is deze inschatting komen te vervallen. Dit geldt zowel voor de geweldsscore die gegeneerd werd door de politie (LIJ formulier 1) als voor die van de Raad voor de Kinderbescherming (LIJ formulier 2A en B). Sinds april 2013 wordt gebruik gemaakt van de score op het domein Agressie indien er een specifieke inschatting nodig is m.b.t. de agressie(regulatie) van een jeugdige. Risicotaxatie via het LIJ begint met LIJ formulier 1 bij de politie (preselectie). Dit gebeurt op basis van statische factoren. LIJ formulier 1 levert twee inschattingen op: een algemeen recidive risico en (tot april 2013) een risico op geweld tegen personen. Daarna 8 wordt LIJ formulier 2 in de zogenaamde selectiefase ingevuld door de Raad voor de Kinderbescherming, mede op basis van dynamische risicofactoren (LIJ formulier 2A) en daarna mede op basis van dynamische risico- én beschermende factoren (LIJ formulier 2B 9 ), verdeeld over de volgende tien domeinen: School, Werk, Gezin, Vrije tijd, Relaties, Alcohol- en drugsgebruik en gokken, Geestelijke gezondheid, Attitude, Agressie en Vaardigheden. In aanvulling op de inschattingen van Formulier 1, levert Formulier 2A/B ook een dynamisch risicoprofiel op. Afbeelding 2. Wie doet wat wanneer in het LIJ 7 Bron: Leidraad in de keten, Ministerie van Veiligheid en Justitie (2012). 8 Als een jongere volgens de preselectie een midden of hoog algemeen recidive risico of risico op geweld tegen personen heeft, start de Raad voor de Kinderbescherming een strafonderzoek. Bij ernstige delicten volgt altijd een onderzoek. 9 Formulier 2B wordt o.a. afgenomen als uit formulier 2A blijkt dat er sprake is van een midden of hoog dynamisch risicoprofiel. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport (jaartal)-(nummer in reeks) 11

13 LIJ risico en beschermingscores worden weergeven in een score laag, midden of hoog. Binnen dit onderzoek wordt alleen de inschatting van de Raad voor de Kinderbescherming gebruikt: het risico op geweld tegen personen en de risico- en beschermende score op het domein Agressie 10. Het LIJ is een zogenaamd gestructureerd risicotaxatie instrument. Dit houdt in dat er op basis van vooraf vastgestelde formules een risicoscore gegenereerd wordt, en er dus geen sprake is van een klinische weging. Wel bestaat er bij het 2A/B formulier voor de beoordelaar van de Raad voor de Kinderbescherming de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van de score die het instrument heeft gegeven. Voor de risico inschattingen die gebruikt werden in het huidige onderzoek kwam dit echter niet voor. Onderzoek wijst uit dat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de risicoscores door raadmedewerkers voldoende is. Specifiek voor de inschatting van geweld tegen personen geldt dat interbeoordelaarsbetrouwbaarheid zeer goed is (Spearman s rho=.99) (Timmermans & Witvliet, 2011) SAVRY De SAVRY is een risicotaxatie instrument om gewelddadig gedrag van jongeren in te schatten. De SAVRY is gebaseerd op een risicotaxatie instrument voor volwassenen, te weten de Historical Clinical Risk Management-20 (HCR-20). De SAVRY is ontwikkeld voor de forensische behandelpraktijk, maar wordt ook gebruikt in de pro Justitia fase. De SAVRY bevat 24 risico items, gegroepeerd in drie domeinen: historisch, sociaal/contextueel en individueel/klinisch. De SAVRY bevat ook 6 protectieve items. Factoren die niet voorkomen binnen de SAVRY, maar die de gedragsdeskundige toch van belang vindt voor de inschatting van het risico kunnen additioneel worden toegevoegd. Elk risico item wordt laag, matig of hoog gescoord op een drie puntsschaal en elk protectief item als aan- of afwezig. Dit resulteert in een laag, matig of hoog risico inschatting (Lodewijks, Doreleijers, & de Ruiter, 2008). Dit geldt zowel voor de inschatting van de pro Justitia rapporteur (SAVRY PJ) als voor de inschatting van de behandelaar in de JJI (SAVRY JJI). De risico inschattingen worden echter wel vanuit een andere context gedaan. In de pro Justitia setting wordt een inschatting met en zonder behandeling gegeven. Dit heeft als doel de rechter te informeren waarbij deze in zijn weging voor eventuele sancties kan meenemen wat het risico is als de jongere direct op vrije voeten komt, en hoezeer dit risico te verminderen is door het volgen van behandeling. Voor de behandelsetting geldt dit uiteraard niet. 10 Voorbeelden van risicofactoren binnen het domein Agressie zijn: er zijn meldingen van gewelddadige uitbarstingen, ongecontroleerde boosheid en denkt soms dat vechten en fysieke agressie geschikt is voor het oplossen van onenigheid of een conflict. Voorbeelden van beschermende factoren binnen het domein Agressie zijn: staat afwijzend tegenover vechten en fysieke agressie voor het oplossen van onenigheid of een conflict en kan goed tegen kleine tegenslagen. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

14 De SAVRY is een instrument dat gebruikt wordt op basis van het gestructureerd professioneel oordeel. Dit houdt in dat de clinicus vaste items gestructureerd nagaat en deze weegt. De clinicus heeft bij elk item de mogelijkheid om deze als kritisch te markeren en deze zwaarder mee te wegen dan andere items. De uiteindelijke risico inschatting is dus gebaseerd op een klinische weging. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (ICC) voor deze klinische inschatting op basis van de SAVRY is goed en varieert tussen.68 en.86(lodewijks, Doreleijers, De Ruiter & De Wit-Grouls, 2008) RAP De RAP is een door het NIFP ontwikkeld risicotaxatie instrument dat specifiek bedoeld is voor de pro Justitia setting. De RAP is net als de SAVRY een instrument dat gebruikt wordt op basis van het gestructureerd professioneel oordeel. De RAP is tot stand gekomen door middel van de consensus methode van concept mapping. De focus voor deze concept mapping was: In de pro Justitia setting zijn de meest bepalende factoren voor het inschatten van de geweldsrecidive (Duits, van den Brink & Doreleijers, 2005). Aan deze concept mapping nam een groep van 64 ervaren (meer dan vijf jaar ervaring) gedragswetenschappers (psychologen en psychiaters) deel. Dit leverde 31 factoren op die verdeeld zijn in zes verschillende clusters 11. Van de 31 factoren zijn er 14 nieuwe factoren, 9 factoren afkomstig vanuit de SAVRY en 8 afkomstig uit de PCL:YV. Deze ordening van zes clusters verschilt met andere risicotaxatie instrumenten omdat er meer nadruk wordt gelegd op de onderzoekssituatie, het ten laste gelegde geweldsdelict en er een apart cluster is voor psychopathie. Net als bij de SAVRY kunnen additionele risico- en protectieve factoren worden toegevoegd. In tegenstelling tot de SAVRY kent de RAP kent geen vaste protectieve factoren. De scoringswijze van de RAP is vergelijkbaar met die van de SAVRY. De verschillende factoren worden beoordeeld op een drie puntschaal van 0,1 en 2 (laag, matig, hoog). Tevens kunnen de verschillende factoren aangemerkt worden als kritische factor. De clinicus komt na weging van alle items uit op een risicoscore op een driepuntsschaal: laag, matig of hoog risico. Dit is ook de onafhankelijke variabele die zal worden gebruikt in de analyses in dit onderzoek. Er is nog geen onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en de voorspellende waarde voor geweldsrecidive van de verschillende factoren en clusters. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek wordt de RAP wel gebruikt als checklist bij het onderzoek pro Justitia. 11 De RAP heeft de volgende clusters: I Geweld in historie en huidig tenlastegelegde, II Geweld in gezin, III Identificatie met geweld, IV Psychopatische trekken, V Eigengereid, en VI Onderzoekscontact. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

15 2.3 Procedure Zoals onder het kopje deelnemers is beschreven is de pro Justitia fase gebruikt als uitgangspunt voor de jongeren die deelnemen aan het onderzoek. Niet van alle jongeren zijn echter gegevens gevonden uit andere fasen van de strafrechtketen. Voor een overzicht verwijzen we naar Figuur LIJ Voor alle zaken uit de selectie (N=149) is gezocht naar het zogenaamde 2A of 2B LIJ formulier. Er zijn 25 bruikbare inschattingen voor geweld tegen personen, en 35 bruikbare scores voor het domein Agressie gevonden. LIJ formulieren zijn verzameld op twee manieren: via JD-online en via de Raad voor de Kinderbescherming. Via JD online werden complete 2A en 2B formulieren gevonden. Hierin bevond zich zowel de inschatting voor geweld tegen personen 12 als de score van het domein Agressie. Via de Raad voor de Kinderbescherming ontvingen we een Excel bestand met daarin eveneens de risico- en beschermende scores van het domein Agressie maar zonder de inschatting van geweld tegen personen. Telkens is gezocht naar de correcte inschatting, daar het LIJ formulier in verschillende zaken en in verschillende fases van het jeugdstrafrecht wordt afgenomen. Dit om ervoor te zorgen dat de inschatting van de pro Justitia rapportage gaat over het hetzelfde delict als waarover het LIJ een inschatting heeft gedaan. Dit is gedaan aan de hand van de pleegdatum van het indexdelict (formulieren JD online) en van de rapportdatum van het LIJ-formulier (gegevens Raad voor de Kinderbescherming). Via JD online kwam bij 30 zaken het indexdelict (LIJ SAVRY PJ) wel overeen. Ditzelfde gold voor 26 zaken die via de Raad voor de Kinderbescherming zijn verkregen. Bij een groot deel van de zaken ontbrak echter de daadwerkelijke inschatting of bleef de inschatting beperkt tot onbekend SAVRY PJ en RAP Uitgangspunt in de selectie zijn 151 SAVRY PJ en RAP risico inschattingen voor geweldrecidive van 149 zaken. In het voorjaar en het najaar van 2011 hebben 53 pro Justitia rapporteurs een training bij het NIFP gevolgd voor het gebruik van de RAP. Voorwaarde voor deelname aan de training was dat de rapporteur gecertificeerd was om de SAVRY te gebruiken (een SAVRY cursus heeft gevolgd). Aan hen werd gevraagd om in het kader van pro Justitia onderzoek, bij jeugdstrafzaken waarbij sprake is van tenminste één indexdelict dat geweld omvatte, zowel de SAVRY als de RAP te gebruiken bij hun 12 In de praktijk bleek dat sommige 2A/B formulieren enkel een dynamisch risicoprofiel bevatten, zonder risico op algemene recidive en risico geweld tegen personen. Dit was het geval wanneer de politie enkel een algemeen recidive risico (score preselect) had, zonder risico geweld tegen personen. 13 Het is onwaarschijnlijk dat dit te maken heeft met het feit dat het LIJ de afgelopen jaren in ontwikkeling is geweest en stapsgewijs in de verschillende regio s is ingevoerd, omdat het percentage ontbrekende LIJ-inschattingen niet is gedaald in de periode Het is onduidelijk hoe het komt dat er in het aangeleverde Excel bestand van de Raad voor de Kinderbescherming zo vaak onbekend is ingevoerd. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

16 inschatting van het risico op geweldsrecidive. De rapporteurs stuurden vervolgens na elke zaak waarbij de SAVRY en de RAP gebruikt werd, de betreffende scoreformulieren toe aan onderzoekers SAVRY JJI SAVRY s JJI zijn gevonden via rechtstreeks mail en telefooncontact met de jongerenadministraties en behandelaren binnen de JJI s. Daarnaast zijn vier bronnen geraadpleegd: JRO 14, IFM-JJI 15, de digitale database van IJZ 16 en het centraal archief 17 in Winschoten. Via elk van de vier bovengenoemde methodes om SAVRY s JJI te verzamelen, ontvingen we slechts een beperkt deel. Het bleek dat elke JJI en elke behandelaar SAVRY s op een eigen manier bewaarde. Ook de (digitale) databases bleken verre van compleet te zijn op het gebied van SAVRY s JJI. Daarnaast viel op dat in veel gevallen geen SAVRY is gedaan, ondanks dat een jongere wel 90 dagen of langer in de JJI heeft verbleven. Hoewel een SAVRY in het tweede Perspectiefplan dient te worden afgenomen, kwam het geregeld voor dat er in het tweede en soms zelfs derde Perspectiefplan geen SAVRY was uitgevoerd. Voor alle zaken uit de selectie (N=149) is gezocht naar de SAVRY JJI 18 die het dichtst ligt bij de datum van de SAVRY inschatting in de pro Justitia rapportage. In de praktijk blijkt dat dit in de meeste gevallen de eerste SAVRY is die in de JJI is afgenomen. Daarbij zijn we uitgegaan van een periode van maximaal 12 maanden tussen de SAVRY PJ en de SAVRY JJI 19 omdat dat de termijn is waarvoor een pro Justitia rapportage (en de risicotaxatie daar binnen) geldig is. Echter, omdat binnen een jaar mogelijk al veel behandeling heeft plaatsgevonden wat van invloed kan zijn op de inschatting van het recidiverisico, is deze analyse twee maal herhaald voor de zaken waarbij er respectievelijk maximaal 6 en 3 maanden zit tussen de SAVRY PJ en de SAVRY JJI. Omdat (de duur van) het verblijf in een JJI van belang is voor het aantal SAVRY s JJI dat kan worden gevonden, volgt hier een beschrijving van de instroom en verblijfsduur van jongeren in een 14 Jeugd Resocialisatie Ondersteuning. Dit is een digitaal systeem waar het dossier inclusief SAVRY s JJI en Perspectiefplannen in worden bewaard van jongeren die in een JJI verblijven. Dit systeem is in 2012 in gebruik genomen 15 IFM is een digitaal systeem ter ondersteuning van het (LIJ), en voor de werkprocessen van JJI s en Jeugdreclassering. Dit systeem is in 2012 in gebruik genomen. In het IFM-JJI worden onder meer SAVRY s JJI geregistreerd. IFM-JJI wordt door Stichting 180 beheerd en bevat LIJ en SAVRY formulieren van jongeren die in een JJI hebben gezeten. 16 In de digitale database van IJZ worden onder meer PIJ- verlengingsadviezen en bijbehorende beschikkingen, en verlofaanvragen bewaard van jongeren die in een JJI verblijven. 17 Dossiers van jongeren die verbleven in een JJI die is gesloten en van jongeren die zijn uitgestroomd uit een JJI worden naar het archief in Winschoten gestuurd. 18 SAVRY s die gemaakt zijn in het kader van een (incidenteel) verlofaanvraag, zijn niet meegenomen in dit onderzoek omdat deze taxatie geheel is toegespitst op een specifieke situatie, waardoor deze SAVRY JJI niet goed vergelijkbaar is met de SAVRY PJ. 19 Bij SAVRY s die in een Perspectiefplan staan, is het onduidelijk is wanneer de SAVRY exact is afgenomen, omdat dit er in de meeste gevallen niet specifiek in vermeld staat en het Perspectiefplan over een periode van enkele maanden strekt. Bij SAVRY s JJI die gevonden zijn in een Perspectiefplan is de einddatum van de rapportageperiode waar het Perspectiefplan betrekking op heeft, gekozen als de datum waarop de SAVRY is afgenomen, omdat men slechts dan met zekerheid kan zeggen dat de SAVRY daadwerkelijk is afgenomen. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

17 JJI. Als specifiek wordt gekeken naar de instroom in een JJI naar aanleiding van het indexdelict 20, dan blijkt dat in 118 van de 149 zaken de jongere vast kwam te zitten in een JJI. In 53 van deze zaken kan theoretisch een SAVRY worden verwacht, omdat de jongeren die vastzaten n.a.v. het indexdelict minimaal drie maanden achtereen vast zaten in een JJI. Bij 48 van deze 53 zaken is het (digitale) dossier van de jongere (deels) gezien 21. In 30 van deze 48 zaken is minimaal één SAVRY JJI gevonden en in 18 van deze 48 gevallen is geen SAVRY 22 in het dossier aangetroffen. In alle 30 gevallen waarbij minimaal één SAVRY is gevonden, bestond er maximaal 12 maanden verschil tussen de datum SAVRY PJ en SAVRY JJI. In 23 en 20 gevallen bestond er respectievelijk 6 en 3 maanden verschil tussen beide SAVRY s. Over 30 zaken (maximaal 12 maanden tussen beide SAVRY s) 23 zaken (maximaal zes maanden tussen beide SAVRY s) en 20 zaken (maximaal drie maanden tussen beide SAVRY s) kon dus een Kappa worden berekend om te onderzoeken in hoeverre de inschatting op geweldsrecidive door de pro Justitia rapporteur (SAVRY PJ) overeenkwam met de inschatting op geweldsrecidive door de behandelaar in de JJI (SAVRY JJI). 20 Hiermee wordt bedoeld: als jongere 1) ná het index delict instroomde en vóór datum pro Justitia rapportage uitstroomde, 2) de jongere instroomde vóór de datum pro Justitia rapportage en erná uitstroomde en 3) als jongere binnen drie maanden na de datum van de pro Justitia rapportage instroomde in een JJI 21 Bij 5 zaken was het papieren dossier niet beschikbaar omdat deze was uitgeleend aan een JJI. 22 De praktijk wijst uit dat het vaak blijft bij een eerste Perspectiefplan. Tussen Perspectiefplannen zit over het algemeen minimaal drie maanden. Jongeren zitten na het eerste Perspectiefplan (officieel opgesteld na tien dagen maar in de praktijk vaak later) vaak niet (veel) langer dan drie maanden vast. Het lijkt erop dat wanneer de behandelaar verwacht dat een jongere ongeveer drie maanden na het eerste Perspectiefplan zal uitstromen, deze ervoor kiest geen tweede Perspectiefplan meer op te stellen waardoor de kans groot is dat ook een SAVRY ontbreekt. Hierdoor komt het vaak voor dat jongeren ondanks dat ze drie of vier maanden achtereen in een JJI zitten, geen tweede Perspectiefplan en dus SAVRY hebben. Sterker nog, bij enkele jongeren die langer dan drie maanden achtereen in een JJI hebben verbleven, is zelfs helemaal geen Perspectiefplan aangetroffen in het dossier. Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat de JJI wacht met een Perspectiefplan tot de pro Justitia rapportage afgerond is, en dat de jongere kort na het beschikbaar komen van deze pro Justitia rapportage alweer uitstroomt. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

18 Figuur 1. Selectie van de verschillende recidive inschattingen LIJ SAVRY PJ en RAP SAVRYJJI SAVRY PJ en RAP inschattingen (N=151) unieke jeugdstrafzaken (N=149) jongeren (N=147) Inschattingen risico geweld tegen personen via JD online (N=30) Risicoscore domein Agressie totaal (N=56); via JD online (N=30) en via Raad voor de Kinderbescherming (N=26) Zaken waarbij jongere n.a.v.indexdelict is ingestroomd in JJI (N=121) Zaken waarbij jongere n.a.v. indexdelict >3 maanden in JJI verbleef (N=53) Dossier beschikbaar (N=48) Bruikbare inschattingen risico geweld tegen personen via JD online (N=25) Bruikbare risicoscore domein Agressie (N=35) totaal; via JD online (N=29) en via Raad voor de Kinderbescherming (N=6) SAVRY PJ en RAP inschattingen (N=151) SAVRY gevonden in dossier (N=30) Eerste SAVRY s JJI binnen 12 / 6/ 3 maanden na SAVRY PJ (N=30 / 23 / 20) Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport (jaartal)-(nummer in reeks) 17

19 2.4 Geweld en recidive Recidivegegevens zijn verkregen via JD-online. Dit is een web applicatie met toegang tot het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Alle ten laste gelegde delicten met een pleegdatum ná de datum van de pro Justitia rapportage werden aangemerkt als een recidive delict. Of het om een geweldsdelict ging is berekend aan de hand van specifieke artikelnummers 23. In het huidige onderzoek worden de volgende criteria voor geweld gehanteerd: 1) mishandeling of lichamelijk geweld, dat ernstig genoeg is om letsel te veroorzaken bij 1 of meerdere personen, echter ongeacht of er werkelijk letsel is gebracht, 2) elke vorm van seksuele aanranding, 3) bedreiging met een wapen. Het gaat dus altijd om delicten waarbij sprake is van geweld tegen personen en niet tegen goederen, zoals bij vernieling. Delicten zijn in dit onderzoek aangemerkt als geweldsdelict als aan bovenstaande criteria is voldaan. Geweldsrecidive vond plaats in 34 van de 149 zaken (22,8%). 2.5 Analyses Ter beantwoording van vraag 1 voerden we twee vergelijkingen uit ten behoeve van de volgende risico inschattingen: 1) LIJ - SAVRY PJ en 2) SAVRY PJ - SAVRY JJI) met een Cohen s Kappa (maat voor interbeoordelaarsbetrouwbaarheid) Ter beantwoording van vraag 2 onderzochten we de voorspellende waarde van de RAP en SAVRY PJ voor geweldsrecidive, met een logistische regressie analyse. Hierbij was recidive een dichotome uitkomstvariabele: wel of geen recidive. We keken dus niet naar tijd tot eerste recidive (survival analyse) of naar ernst of frequentie van de recidive. Reden hiervoor is dat de follow up duur hiervoor te kort is en omdat het recidivepercentage (hierdoor) relatief laag is 24. Er zal een extra analyse worden uitgevoerd waarin het wel of niet opgelegd hebben gekregen van een PIJ-maatregel, en de duur van het verblijf in een JJI als covariaat worden meegenomen. Reden dat voor deze twee variabelen is gecorrigeerd, is dat de PIJ-maatregel en duur verblijf JJI indicaties zijn voor de mate waarin een jongere behandeling heeft ondergaan. Behandeling kan de kans op recidive beïnvloeden, waardoor de oorspronkelijke inschatting in zekere zin teniet kan worden gedaan, terwijl de voorspellende waarde van de inschatting juist onderwerp van onderzoek is. 23 Mogelijk is het werkelijke recidivepercentage hoger dan gerapporteerd in deze studie. Reden hiervoor is dat in veel gevallen het artikelnummer niet duidde op een geweldsdelict zoals artikel 310 diefstal, terwijl in de delictsomschrijving (kwalificatie) wel degelijk wordt gesproken over diefstal vergezeld van geweld, hetgeen eerder passend is bij artikel 312 (diefstal met geweld) dan bij artikel 310 (diefstal). 24 Omdat de groep die gerecidiveerd is, relatief klein is, heeft het weinig zin om die betreffende groep verder op te splitsen in nog kleinere groepen. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport (jaartal)-(nummer in reeks) 18

20 Ten behoeve van vraag 1 (overeenkomst inschattingen) wordt enkel de LIJ risicoscore van het domein Agressie vergeleken met de inschatting SAVRY PJ. De LIJ inschatting van geweld tegen personen wordt niet ten behoeve van deze ondervraag onderzocht omdat het de inschatting niet meer als zodanig wordt gebruikt in de huidige praktijk 25. Ten behoeve van vraag 2 (voorspellende waarde) wordt LIJ slechts exploratief onderzocht gezien het lage aantal LIJ inschattingen dat voorhanden is. Hier zullen echter wel beide LIJ inschattingen (risico geweld tegen personen en risicoscore domein Agressie ) worden meegenomen 26. De voorspellende waarde van de SAVRY JJI wordt niet onderzocht omdat te de follow up duur daarvoor te kort is. 25 Deze onderzoeksvraag is er mede op gericht de mate van overlap in de keten in kaart te brengen ter verbetering van de efficiency van de huidige risico taxatie praktijk. Het heeft dus weinig nut om een maat te onderzoeken die niet meer in de huidige praktijk wordt gebuikt. 26 Reden dat voor het onderzoek naar de voorspellende waarde wel beide LIJ inschattingen (risico geweld tegen personen en risicoscore domein Agressie ) mee te nemen is omdat beide inschattingen nog nooit in zijn onderzocht en om een indruk te krijgen of het domein Agressie een verbetering heeft opgeleverd ten opzichte van de eerdere inschatting (risico geweld tegen personen). Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

21 3. Resultaten 3.1 Onderzoeksvraag 1 1) In hoeverre komen de risico inschattingen van het LIJ domein Agressie, de SAVRY PJ en de SAVRY JJI met elkaar overeen? In Tabel 2 en 3 is een overzicht te zien van de mate waarin de scores van de verschillende instrumenten met elkaar overeenkomen. Voor de overeenkomst tussen het LIJ risico domein Agressie en SAVRY PJ is een Kappa berekend. Dit is ook gedaan voor de overeenkomst tussen SAVRY PJ en SAVRY JJI. De overeenkomst tussen het LIJ risico domein Agressie en SAVRY PJ is slecht 27, met een Kappa van 0,16. In Tabel 2 is te zien dat het LIJ risico domein Agressie bijna de helft minder vaak een hoog risico score oplevert dan de SAVRY PJ. Waar het LIJ risico domein Agressie een matig risicoscore oplevert, wordt met de SAVRY PJ vaak hoog gescoord. Slechts eenmaal komen het LIJ risico domein Agressie en de SAVRY PJ overeen als het gaat om een matig risico inschatting. Tabel 2. Inschattingen* verschillende instrumenten t.o.v. elkaar (LIJ**- SAVRY PJ) SAVRY PJ Laag Matig Hoog Totaal Laag LIJ Matig Hoog * N=35 Totaal ** Risico LIJ domein Agressie Ook de overeenkomst tussen de SAVRY PJ en de SAVRY JJI is slecht met een Kappa van 0,13 (maximaal twaalf maanden) 0,20 (maximaal zes maanden) en 0,24 (maximaal drie maanden). In Tabel 3a-c is te zien dat er slechts één keer overeenstemming bestaat over een matig risico inschatting. Dit geldt voor een verschil van zowel twaalf, zes als drie maanden tussen beide inschattingen. In bijna alle zaken waarbij er een matige risico inschatting werd gedaan door de ene partij dan schatte de andere partij het risico als hoog in. Het enige patroon dat hier enigszins 27 Voor een Kappa gelden de volgende kwalificaties: 0,2 slecht; 0,2-<0,4 matig; 0,4-<0,6 redelijk; 0,6-<0,8 goed; 0,8-<1 erg goed. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

22 zichtbaar is, is dat het vaker voorkomt dat als met de SAVRY JJI het risico als matig wordt ingeschat, men met de SAVRY PJ op een hoge risico inschatting uitkomt. Naarmate het verschil in duur tussen beide inschattingen groter wordt, wordt dit patroon duidelijker zichtbaar. Tabel 3a. Inschattingen* verschillende instrumenten t.o.v. elkaar ( SAVRY PJ SAVRY JJI) SAVRY JJI Laag Matig Hoog Totaal Laag SAVRY PJ Matig Hoog *N=30 Totaal **maximaal 12 maanden tussen SAVRY PJ en SAVRY JJI Tabel 3b*. Inschattingen** verschillende instrumenten t.o.v. elkaar ( SAVRY PJ SAVRY JJI) SAVRY JJI Laag Matig Hoog Totaal Laag SAVRY PJ Matig Hoog Totaal *N=23 **maximaal zes maanden tussen SAVRY PJ en SAVRY JJI Tabel 3c*. Inschattingen** verschillende instrumenten t.o.v. elkaar ( SAVRY PJ SAVRY JJI) SAVRY JJI Laag Matig Hoog Totaal Laag SAVRY PJ Matig Hoog Totaal *N=20 **maximaal drie maanden tussen SAVRY PJ en SAVRY JJI Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

23 3.2 Onderzoeksvraag 2 2) Wat is de voorspellende waarde van de SAVRY PJ en van de RAP? Beschrijving Op basis van de risicotaxaties met de SAVRY PJ (N=151), werd het recidiverisico 9,9% laag, 31,8% matig en 58,3% hoog ingeschat. Op basis van de risicotaxatie met de RAP (N=151), werd het recidiverisico 9,9% laag, 40,4% matig en 49,7% hoog ingeschat. Op basis van het LIJ domein Agressie (N=35), was de risicoscore 25,7% laag, 42,9% matig en 31,4% hoog. Op basis van het LIJ domein Agressie (N=35), was de beschermingsscore 20% laag, 20,9% matig en 40% hoog. Zie voor een overzicht van de risico inschattingen Tabel Voorspellende waarde Onderstaande resultaten die betrekking hebben op het LIJ zijn gebaseerd op 25 zaken (geweld tegen personen) en 35 zaken (domein Agressie). Berekeningen met betrekking tot de SAVRY PJ en RAP zijn uitgevoerd op basis van de gehele selectie van 151 zaken. Bij het LIJ domein Agressie is te zien dat een lage risico score geen enkele keer gepaard gaat met recidive en dat bij een hoge beschermingsscore in 90,5% van de gevallen geen geweldrecidive plaatsvindt. Daarnaast is echter ook te zien dat bij er nauwelijks verschil bestaat in recidive percentage tussen de matig risico (26,7%) en hoog risico (27,3%) groep. Als laatste valt op dat jongeren met een matige beschermingsscore vaker (42,9%) recidiveren dan jongeren met een lage beschermingsscore (28,6%). Van de zaken waarbij de jongere door de RAP als hoog risico zijn ingeschat, recidiveert een hoger percentage (25,3%) ten opzichte van de jongeren die als hoog risico door de SAVRY (23,9%) zijn ingeschat. Dit geldt ook voor jongeren die door beide instrumenten als laag risico zijn ingeschat. Van de jongeren die door de RAP als laag risico zijn ingeschat, recidiveert een hoger percentage (20,0%) ten opzichte van de jongeren die als laag risico door de SAVRY (13,3%) zijn ingeschat. Zie tabel 4 voor het gehele overzicht van de recidive percentages per instrument en risico categorie. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

24 Tabel 4 Risico inschattingen en recidive percentage per risicocategorie en instrument Geen geweldsrecidive % Wel geweldsrecidive % LIJ inschatting geweld tegen personen (N=25) LIJ domein Agressie risico (N=35) LIJ domein Agressie Beschermend (N=35) SAVRY PJ (N=151) RAP (N=151) Laag (N=9; 36,0%) 88,9 11,1 Matig (N=2; 8,0%) Hoog (N=14; =56,0%) 71,4 28,6 Laag (N=9; 25,7%) Matig (N=15; 42,9%) 73,3 26,7 Hoog (N=11;31,4%) 72,7 27,3 Laag (N=7; 20,0%) 71,4 28,6 Matig (N=7; 20,0%) 57,1 42,9 Hoog (21=60,0%) 90,5 9,5 Laag (N=15; 9,9%) 86,7 13,3 Matig (N=48; 31,8%) 79,2 20,8 Hoog (N=88; 58,3%) 76,1 23,9 Laag (N=15; 9,9%) 80,0 20,0 Matig (N=61;40,4%) 82,0 18,0 Hoog (N=75; 49,7%) 74,7 25,3 Een logistische regressie wijst echter uit dat deze resultaten niet significant zijn. Beide instrumenten zijn dus beperkt in staat om geweldsrecidive te voorspellen in de pro Justitia setting. Dit geldt zowel voor de LIJ inschatting geweld tegen personen en het LIJ domein Agressie als voor de SAVRY PJ en RAP. Omdat de berekeningen met betrekking tot het LIJ zoals eerder vermeld exploratief van aard zijn, worden in de onderstaande tabellen 5 en 6 enkel de resultaten van de SAVRY PJ en RAP weergegeven. Bij de SAVRY PJ is te zien dat naarmate het risico hoger wordt de kans op recidive ook hoger wordt, echter, dit is niet significant. Bij de RAP is zichtbaar dat de hoog risicogroep in hogere mate recidiveert dan de laag en matig risico groep. De laag risico groep recidiveert echter in grotere mate dan de matig risico groep. Ook deze resultaten zijn echter niet significant. Voor onderstaande tabellen geldt dat de groep met een laag risico de referentiegroep vormt en dat recidive 1 en geen recidive 0 is. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

25 Tabel 5 Logistische regressie SAVRY PJ Predictor B SE (B) E B (95% CI) P SAVRY PJ Laag risico ,65 Matig risico 0,54 0,84 1,71 ( ) 0,52 Hoog risico 0,71 0,80 2,04 (0,43-9,77) 0,37 Tabel 6 Logistische regressie RAP Predictor B SE (B) E B (95% CI) P RAP Laag risico ,58 Matig risico -0,13 0,73 0,88 (0,21-3,65) 0,86 Hoog risico 0,31 0,70 1,36 (0,35-5,33) 0,66 Hierna is de analyse herhaald, waarbij er gecorrigeerd werd voor de PIJ-maatregel 28 en voor de duur dat een jongere na de pro Justitia rapportage in de JJI verbleef, omdat deze factoren van invloed kunnen zijn op (het) recidive (risico). Deze analyse heeft echter niets wezenlijks veranderd aan de resultaten, deze blijven voor beide instrumenten niet significant. Beide instrumenten blijken niet goed in staat om geweldsrecidive te voorspellen. Discussie In dit onderzoek werd de overeenkomst tussen verschillende risicotaxaties in de verschillende fasen van de jeugdstrafrechtsketen en de voorspellende waarde van risicotaxatie in de pro Justitia setting onderzocht. Uit de resultaten blijkt dat risicotaxatie die in de verschillende fasen van de jeugdstrafrechtsketen wordt uitgevoerd, leidt tot verschillende risico inschattingen. Daarnaast blijkt dat het LIJ en de SAVRY PJ en RAP beperkt in staat zijn geweldsrecidive te voorspellen in de pro Justitia setting. Wat betreft de eerste vraag ten aanzien van de overeenkomst tussen uitkomsten van verschillende risicotaxaties van dezelfde persoon dient te worden opgemerkt dat het aantal LIJ en SAVRY JJI inschattingen dat gevonden werd aan de lage kant is. Echter, de power van de steekproef is groot genoeg om een uitspraak te kunnen doen over de mate van overeenkomst tussen de 28 Bij één van de 17 jongeren met een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel werd de PIJ pas meer dan twee jaar na de pro Justitia rapportage ten uitvoer gelegd. In de analyses waarin gecorrigeerd wordt voor de PIJ-maatregel is deze jongere niet meegenomen omdat hij twee jaar at risk is geweest zonder dat recidivekans of -gedrag werden beïnvloed door eventuele effecten van PIJ-behandeling. Voor 16 jongeren is dus gecorrigeerd voor de PIJ-maatregel. Wetenschap en Opleidingen, NIFP Onderzoeksrapport

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Samenvatting. De onderzoeksgroep Samenvatting In 2002 is door het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de jeugdreclassering (Kruissink & Verwers, 2002). Dat onderzoek richtte zich op een steekproef uit de groep jongeren

Nadere informatie

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren dr. Henny Lodewijks hlodewijks@lsg-rentray.nl Kijvelanden conferentie 1-12-2011 SAVRY Historische risicofactoren: 1. Eerder gewelddadig gedrag 2. Eerder

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Invulinstructies 1. Onder het kopje Info wordt per uitspraak nagegaan of er voldoende informatie aanwezig

Nadere informatie

Onderzoek met de SAPROF

Onderzoek met de SAPROF Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader Welke strafrechtelijke recidive volgt er op opnames in justitiële jeugdinrichtingen? In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI s) vindt opvang plaats van jongeren in voorlopige hechtenis en wordt uitvoering

Nadere informatie

Joop Hoekman Training, Advies, Onderzoek Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist

Joop Hoekman Training, Advies, Onderzoek Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist Joop Hoekman, Mia Ament, Karin de Bruin, Jackelien Feenstra, Maaike Willemen, Dirk Verstegen 1 Jongeren

Nadere informatie

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997 Welke recidive volgt er op de sancties die in Nederland worden opgelegd? Het Nederlandse strafrecht kent een uitgebreid pakket aan straffen en maatregelen, maar we weten niet goed welke uitstroomresultaten

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Factsheet 2010-2 Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Auteurs: G. Weijters, P.A. More, S.M. Alma Juli 2010 Aanleiding Een aanzienlijk deel van de Nederlandse gedetineerden verblijft

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie Eindrapportage Verslagjaar 2016 versie 1.1 (defintief) INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 1.1 Doelstelling... 3 1.2 Eindrapportage... 3 1.3 Aanlevering data verslagjaar

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie Eindrapportage Verslagjaar 2017 versie 1.1 (defintief) INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 1.1 Doelstelling... 3 1.2 Eindrapportage... 3 1.3 Aanlevering data verslagjaar

Nadere informatie

HANDREIKING 17 TOEPASSING VAN HET LIJ (LANDELIJK INSTRUMENTARIUM JEUGDSTRAFRECHTSKETEN) DOOR DE JEUGDRECLASSERING

HANDREIKING 17 TOEPASSING VAN HET LIJ (LANDELIJK INSTRUMENTARIUM JEUGDSTRAFRECHTSKETEN) DOOR DE JEUGDRECLASSERING HANDREIKING 17 TOEPASSING VAN HET LIJ (LANDELIJK INSTRUMENTARIUM JEUGDSTRAFRECHTSKETEN) DOOR DE JEUGDRECLASSERING In de wetenschappelijke route maakt de jeugdreclasseerder gebruik van het Landelijk Instrumentarium

Nadere informatie

Fysieke Vaardigheid Toets DJI

Fysieke Vaardigheid Toets DJI Fysieke Vaardigheid Toets DJI Naar normering van toetstijden dr. R.H. Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO, februari 2013 TGO Fysieke Vaardigheid Toets DJI: naar normering van toetstijden 1 TGO Fysieke Vaardigheid

Nadere informatie

Risicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen

Risicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen o o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l Risicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen Het belang van items van de Structured Assessment of Violence Risk in Youth bij het klinisch oordeel n. d u i t

Nadere informatie

Innovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF. Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé

Innovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF. Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé Innovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé Programma 13.00-13.15 Opening 13.15-14.30 HCR:V3, part I 14.30-15.00

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

begrippen bevatten evenals een heldere afbakening van taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast kunnen in het protocol acute risicofactoren

begrippen bevatten evenals een heldere afbakening van taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast kunnen in het protocol acute risicofactoren 1 Samenvatting Inleiding en methode In 2009 wordt de verlofprocedure voor volwassen gedetineerden in het Nederlandse gevangeniswezen gewijzigd. Deze wijziging is onderdeel van het programma Modernisering

Nadere informatie

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Amsterdam, 4 augustus 2011 Lotte Loef DSP groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is jeugdreclassering 3 1.3 Afbakening 4 2 Onderzoeksopzet 6 2.1 Centrale vraagstelling 6 2.2 Onderzoeksvragen 6 2.3 Onderzoeksaanpak

Nadere informatie

Straffen en Opvoeden. De Raad voor de Kinderbescherming als schakel tussen hulp en recht

Straffen en Opvoeden. De Raad voor de Kinderbescherming als schakel tussen hulp en recht Straffen en Opvoeden De Raad voor de Kinderbescherming als schakel tussen hulp en recht 16 februari 2010 Taken Raad voor de Kinderbescherming Onderzoek naar noodzaak kinderbeschermingsmaatregel Onderzoek

Nadere informatie

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ Dilemma s bij risicotaxatie Risicotaxatie is een nieuw en modieus thema in de GGZ Veilige zorg is een illusie Hoe veiliger de zorg, hoe minder vrijheid voor

Nadere informatie

Interventie Grip op Agressie

Interventie Grip op Agressie Interventie Grip op Agressie 1 Erkenning Erkend door deelcommissie Justitiële interventies Datum: december 2012 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Hilde Niehoff (2012). Justitieleinterventies.nl:

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet SAMENVATTING Achtergrond De laatste jaren is er een toenemende aandacht van de overheid voor de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld. Het kabinet heeft in 2007 het actieplan Kinderen Veilig Thuis

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Citeren als: Louwe, Jos.(2016). BERICHTEN: Agressie tegen leraren. Op: PlatformPraktijkontwikkeling.nl. WOSO: Utrecht

Citeren als: Louwe, Jos.(2016). BERICHTEN: Agressie tegen leraren. Op: PlatformPraktijkontwikkeling.nl. WOSO: Utrecht BERICHTEN: Citeren als: Louwe, Jos.(). BERICHTEN:. Op:. WOSO: Utrecht De rubriek BERICHTEN bevat samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek, beleidsontwikkelingen, beschrijvingen van nieuwe materialen

Nadere informatie

Bruikbaarheid nogmaals belicht

Bruikbaarheid nogmaals belicht 04_hoofdstuk (57 t/m 70) 08-02-2006 16:27 Pagina 57 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS Bruikbaarheid nogmaals belicht 4 De rapportage pro Justitia van jongeren in de ogen van de rapporteurs

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems

De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems Symposium HKT-R: introductie van een gereviseerd instrument voor risicotaxatie en behandelevaluatie Donderdag 13 juni 2013, Conferentiecentrum

Nadere informatie

Inschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren

Inschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren o v e r z i c h t s a r t i k e l Inschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren Een klinische benadering n. d u i t s, w. v a n d e n b r i n k, t h. a. h. d o r

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid

Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid SUMMARY Het leidt weinig twijfel dat zedendelicten in onze moderne samenleving worden beschouwd

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Jeugdige recidiverende woninginbrekers

Jeugdige recidiverende woninginbrekers Jeugdige recidiverende woninginbrekers Utrecht, 17 februari 2014 Pepijn van Amersfoort en Sander Scherders Inleiding De aanpak van woninginbraken heeft prioriteit in de regio Utrecht (Regionale Veiligheidsstrategie

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Samenvatting. Definities

Samenvatting. Definities Samenvatting Dit rapport beschrijft de resultaten van het kwantitatieve WODC-onderzoek naar de aard en de omvang van de uitstroom van strafzaken uit de strafrechtketen. Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Aanleiding en achtergrond van het onderzoek Sinds november 2004 maken de drie Nederlandse reclasseringsorganisaties gebruik van het instrument Recidive Inschattingsschalen (RISc) om het recidiverisico

Nadere informatie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is een centrum van expertise en kennis op het gebied van

Nadere informatie

Risicotaxatie als diagnostisch instrument binnen de forensische jeugdsector MARIJKE VAN GENABEEK, 18 JANUARI 2018

Risicotaxatie als diagnostisch instrument binnen de forensische jeugdsector MARIJKE VAN GENABEEK, 18 JANUARI 2018 Risicotaxatie als diagnostisch instrument binnen de forensische jeugdsector MARIJKE VAN GENABEEK, 18 JANUARI 2018 Diagnostiek in een dynamische context Corinne Det tmeijer-vermeulen, Nat ionaal Rapport

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek Weigerende observandi zijn verdachten van een ernstig misdrijf die in opdracht van de rechter(-commissaris) of officier van justitie (OvJ) gedragskundig moeten worden

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie Eindrapportage Verslagjaar 2015 versie 0.5 (definitief) 1 1. Inleiding... 4 1.1 Doelstelling... 4 1.2 Eindrapportage... 4 1.3 Aanlevering data verslagjaar

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM)

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM) Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid De gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) Je wordt verdacht van een strafbaar feit: deze brochure over de gedragsbeïnvloedende maatregel

Nadere informatie

Registratie discriminatieklachten 2011

Registratie discriminatieklachten 2011 Centraal Bureau voor de Statistiek- Registratie discriminatieklachten 2011 Methode en uitkomsten Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, augustus 2012. Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 METHODE...

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling

Nadere informatie

Het inschatten van agressie van patienten van de ggz crisisdienst

Het inschatten van agressie van patienten van de ggz crisisdienst Het inschatten van agressie van patienten van de ggz crisisdienst B. Penterman psychiater GGZ Oost Brabant Instrumenten The Historical, Clinical, and Riskindicators (HCR- 20) Historische, Klinische en

Nadere informatie

Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ)

Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, Jeugdbescherming Regio Amsterdam Claudia van der Put, Universiteit van Amsterdam Jeugdbescherming Ieder kind veilig GGW FFPS

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

FORENSISCH AMBULANTE RISICO EVALUATIE FARE

FORENSISCH AMBULANTE RISICO EVALUATIE FARE E T N A L U B M A H C S I S N FORE E R A F E I T A U L A V E O C I S RI G IN R O C S N E T N U P S T H C A D UITLEG EN AAN FORENSISCH AMBULANTE RISICO EVALUATIE FARE Doel Vaststellen recidiverisico en

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies Samenvatting Vraagstelling en aanpak De aanleiding voor dit onderzoek vormt de daling van het aantal onvoorwaardelijke maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel) die na

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

De mogelijkheden voor prevalentieschattingen met de huidige registraties Uit de bevindingen wordt duidelijk dat er binnen de meeste organisaties erg w

De mogelijkheden voor prevalentieschattingen met de huidige registraties Uit de bevindingen wordt duidelijk dat er binnen de meeste organisaties erg w SAMENVATTING Kaal, H., & De Jong, B. (2017). Registratie van LVB-problematiek in het justitiële domein; Onderzoek naar de haalbaarheid van en mogelijkheden voor het schatten van de prevalentie van LVB

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Ontucht voor de rechter

Ontucht voor de rechter Ontucht voor de rechter Congres Veilig Verder, 08-12- 16 Ellen van der Staal e.van.der.staal@nationaalrapporteur.nl Inhoud van de presentatie Mandaat van de Nationaal Rapporteur Ontucht voor de rechter:

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag DPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mevrouw A. Broekers-Knol Postbus

Nadere informatie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...

Nadere informatie

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Monitor 2013 Veelplegers Twente Monitor 213 Veelplegers Twente A. Kruize J. Snippe B. Bieleman 1. Inleiding Het thema veelplegers blijft actueel en is één van de speerpunten van beleid. Voor een goede beleidsvorming en -uitvoering voor

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.

Nadere informatie

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Samenvatting. Onderzoeksvragen Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder (ex-)gedetineerden terug te dringen, wordt al tijdens detentie gewerkt aan re-integratie. Een belangrijk onderdeel van het re-integratiebeleid is het werken

Nadere informatie

SCREENEN EN SIGNALEREN IN DE JEUGDSTRAFRECHTKETEN

SCREENEN EN SIGNALEREN IN DE JEUGDSTRAFRECHTKETEN SCREENEN EN SIGNALEREN IN DE JEUGDSTRAFRECHTKETEN Een onderzoek naar de validiteit van psychisch disfunctioneren en de betrouwbaarheid van het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) SCREENEN

Nadere informatie

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013 Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

ARIJ-Veiligheidstaxatie en ARIJ-Behoeftetaxatie (ARIJ-Needs)

ARIJ-Veiligheidstaxatie en ARIJ-Behoeftetaxatie (ARIJ-Needs) ARIJ-Veiligheidstaxatie en ARIJ-Behoeftetaxatie (ARIJ-Needs) Dr. Mark Assink (M.Assink@UvA.nl) Dr. Claudia van der Put (C.E.vanderPut@UvA.nl) Universiteit van Amsterdam ARIJ-Veiligheidstaxatie Doel: Vaststellen

Nadere informatie

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Versie augustus 2010 In dit document worden de procedures beschreven aangaande: 1. De indiening 2. De beoordeling van

Nadere informatie

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999 Samenvatting Welke recidive volgt er op de gevangenisstraffen die in ons land worden opgelegd? Ondanks een forse toename van het aantal beschikbare plaatsen heeft het Nederlands gevangeniswezen moeite

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

DVOM/F. Protocol Declaraties Gedragsdeskundigen in strafzaken

DVOM/F. Protocol Declaraties Gedragsdeskundigen in strafzaken 1 oktober 2009 Inhoudsopgave:... 3 1. Procesgang declaratie... 4 a. Inzenden declaratie... 4 b. Registeren declaratie... 4 c. Betalen declaratie... 4 2. Gedragslijn reiskostenvergoeding... 5 3. Gedragslijn

Nadere informatie

INHOUD PRESENTATIE FARE EERSTE RESULTATEN FARE IN ROM-SYSTEMEN EN EPD IMPLEMENTATIE TRAININGEN FARE VERVOLG

INHOUD PRESENTATIE FARE EERSTE RESULTATEN FARE IN ROM-SYSTEMEN EN EPD IMPLEMENTATIE TRAININGEN FARE VERVOLG INHOUD PRESENTATIE FARE EERSTE RESULTATEN SUBGROEPEN CLIËNTEN VERANDERINGEN IN DYNAMISCHE RISICOFACTOREN FARE IN ROM-SYSTEMEN EN EPD IMPLEMENTATIE TRAININGEN FARE VERVOLG 1 ONTWIKKELING FARE RISICOTAXATIE-INSTRUMENT

Nadere informatie

Factsheet Jeugd in cijfers

Factsheet Jeugd in cijfers Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs Inventarisatie van de toegenomen eisen aan pro justitia rapportages sinds 2008 door: Vereniging van Pro Justitia rapporteurs, 13 juli 2017 Algemeen Sinds de laatste inventarisatie van de normtijden voor

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Monitor Veelplegers 2016

Monitor Veelplegers 2016 Factsheet 2016-4 Monitor Veelplegers 2016 Trends in de populatie zeer actieve veelplegers uit de periode 2003 tot en met 2014 Auteurs: M.G.J.C. Beerthuizen, N. Tollenaar, A.M. van der Laan Juni 2016 Mensen

Nadere informatie

Netwerk- en Trajectkaart

Netwerk- en Trajectkaart 1 / 6 Naam jongere Geboortedatum Gemeente van herkomst + laatst bekende woonadres + gemeente uitstroom, indien afwijkend Huidige JJI + evt locatie of: niet meer in JJI Datum instroom huidige JJI (bij overplaatsing:

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Samenvatting Dit proefschrift gaat over casemanagement van gezinnen binnen jeugdbescherming

Nadere informatie

Effectevaluatie Wegingslijst PIJ-verlenging

Effectevaluatie Wegingslijst PIJ-verlenging Onderzoeksrapport 2015-1 Effectevaluatie Wegingslijst PIJ-verlenging Melissa Willemsen Iris Berends Maaike Kempes Nils Duits Uitgave van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Nadere informatie

Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren

Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren amenvatting 123 amenvatting 125 Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren Vallen is één van de meest belangrijke oorzaken van letsel

Nadere informatie

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Samenvatting. Aard en omvang van geweld Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Benchmark psychiatrie: preklinische setting

Benchmark psychiatrie: preklinische setting November 2015 Inleiding In 2012 is er vanuit de focusgroep acute psychiatrie Limburg besloten om een benchmark psychiatrie uit te voeren. Doelstelling was: de toegankelijkheid van het GGZ loket in beeld

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en drugs bij jongens met en zonder PIJmaatregel Samenvatting Annelies Kepper Violaine Veen Karin Monshouwer

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie