1 Dieren in de stad. Vraag. Materiaal. Methode. Resultaat. Conclusie. Presentatie. Is Amsterdam een goede leefplek voor dieren?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Dieren in de stad. Vraag. Materiaal. Methode. Resultaat. Conclusie. Presentatie. Is Amsterdam een goede leefplek voor dieren?"

Transcriptie

1 1 Dieren in de stad Vraag Is Amsterdam een goede leefplek voor dieren? papier, pen dierengids digitale camera computer met printer 1 Wat versta jij onder het begrip natuur? Schrijf je antwoord op. 2 Vind jij dat dieren in de stad bij de natuur horen? Waarom wel/niet? Schrijf dit op. 3 Er zijn verschillende soorten dieren. Zoek in je biologieboek op wat de omschrijving is van het begrip soort. Schrijf dit op. 4 Zoek ook op wat de omschrijving is van het begrip dier. Schrijf dit op. 5 Maak een tabel met 4 kolommen: soort, wat doet het, waar gevonden en goede leefplek. 6 Ga naar buiten en neem de tabel mee. Zoek één dier en maak er een foto van. Zoek in de dierengids op welke soort het is. Schrijf dit in de kolom soort. Bedenk zelf een naam als je die niet kunt vinden. 7 Wat doet het dier (bijvoorbeeld: loopt, eet, drinkt, zit, zwemt)? Schrijf dit in de kolom wat doet het. 8 Waar heb je het dier gevonden (bijvoorbeeld: in de boom, op de grond, op de weg, in de gracht)? Schrijf dit in de kolom waar gevonden. 9 Ziet het dier er gezond uit? Denk je dat het dier, waar jij hem gevonden hebt, een goede kans heeft om in leven te blijven? Schrijf dit in de kolom goede leefplek. 10 Herhaal vraag 6 t/m 9 tot je 20 verschillende soorten gevonden hebt en ga terug naar school. 11 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Print de foto s uit. 12 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 13 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een tentoonstelling (presentatiekaart tentoonstelling). maak een fotoreportage (presentatiekaart fotoreportage).

2 2 Planten in de stad Vraag Is Amsterdam een goede leefplek voor planten? papier, pen plantengids digitale camera computer met printer 1 Wat versta jij onder het begrip natuur? Schrijf je antwoord op. 2 Vind jij dat planten in de stad bij de natuur horen? Waarom wel/niet? Schrijf dit op. 3 Er zijn verschillende soorten planten. Zoek in je biologieboek op wat de omschrijving is van het begrip soort. Schrijf dit op. 4 Zoek ook op wat de omschrijving is van het begrip plant. Schrijf dit op. 5 Maak een tabel met 3 kolommen: soort, waar gevonden en goede leefplek. 6 Ga naar buiten en neem de tabel mee. Zoek één plant en maak er een foto van. Zoek in de plantengids op welke soort het is. Schrijf dit in de kolom soort. Bedenk zelf een naam als je die niet kunt vinden. 7 Waar heb je de plant gevonden (bijvoorbeeld: in het park, tussen de stoeptegels, op de weg, langs de gracht)? Schrijf dit in de kolom waar gevonden. 8 Ziet de plant er gezond uit? Heeft de plant, waar jij hem gevonden hebt, een goede kans om in leven te blijven (genoeg licht, water, ruimte)? Leg je antwoord uit. Schrijf dit in de kolom goede leefplek. 9 Herhaal vraag 6 t/m 8 tot je 20 verschillende soorten gevonden hebt en ga terug naar school. 10 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Print de foto s uit. 11 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 12 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een tentoonstelling (presentatiekaart tentoonstelling). maak een fotoreportage (presentatiekaart fotoreportage).

3 3 Ontwerp je eigen park Hoe maak je van een park een goede leefplek voor dieren? papier, pen, potloden, stiften en liniaal groot vel karton, lijm en schaar gekleurd papier 1 Bedenk vijf redenen waarom een park belangrijk is in de stad. Schrijf dit op. 2 Bedenk vijf redenen waarom mensen naar een park gaan. Schrijf dit op. 3 Bedenk welke dieren in een park leven. Maak een lijst van minstens tien dieren. 4 Verzin bij elk dier welke omgeving het nodig heeft om te leven. Schrijf dit op. 5 Ontwerp een nieuw park. Maak het park geschikt voor de dieren uit je lijst. Hou ook rekening met de redenen van vraag 1 en 2. 6 Maak een tekening van je park. 7 Maak van deze tekening een maquette. Gebruik hiervoor karton, schaar, lijm en papier. Let erop dat de verhoudingen kloppen. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je maquette zien en maak er een poster bij (presentatiekaart poster). laat je maquette zien en maak er een strip bij (presentatiekaart strip).

4 4 Verbindingszones voor dieren Vogels kunnen vliegen, maar niet elk dier kan makkelijk van het ene park naar het andere komen. Zo kan een egel bij het oversteken van de straat overreden worden. Jij gaat uitzoeken welke hindernissen een dier nog meer tegen komt. Hoe kan een dier makkelijk van het ene park naar het andere park komen? papier, pen, potloden, stiften en liniaal groot vel karton, lijm en schaar gekleurd papier 1 Bedenk welke dieren in een park voorkomen. Schrijf minstens acht dieren op. 2 Kies een dier uit de lijst (geen vogel). Bedenk zes hindernissen die het dier tegenkomt als hij naar een ander park wil gaan. Schrijf dit op. 3 Verzin bij elke hindernis een oplossing voor je gekozen dier. Schrijf dit op. 4 Maak een plan om een verbindingszone voor dieren te maken van het ene naar het andere park. 5 Teken een plattegrond van je plan. 6 Maak een maquette van je plan. Gebruik hiervoor karton, schaar, lijm en papier. Let erop dat de verhoudingen kloppen. 7 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 8 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je maquette zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je maquette zien en maak er een poster bij (presentatiekaart poster).

5 5 Vuilnisbak ontwerpen - buiten Hoe ziet de ideale vuilnisbak buiten de school eruit? papier, pen, potloden, stiften en liniaal groot vel karton, lijm en schaar gekleurd papier 1 Bedenk acht redenen waarom de vuilnisbakken rondom de school niet worden gebruikt. 2 Verzin bij elke reden een oplossing die de vuilnisbak aantrekkelijker maakt. 3 Kies drie oplossingen die jij het belangrijkst vindt. 4 Ontwerp met deze drie oplossingen jouw ideale vuilnisbak. De vuilnisbak moet makkelijk leeg te maken zijn en niet vol regenen. 5 Maak een 3D tekening van je vuilnisbak. 6 Maak van deze tekening een maquette. Gebruik hiervoor karton, schaar, lijm en papier. Let erop dat de verhoudingen kloppen. 7 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 8 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je maquette zien en maak er een poster bij (presentatiekaart poster). laat je maquette zien en geef er een mondelinge presentatie bij (presentatiekaart mondelinge presentatie).

6 6 Vuilnisbak ontwerpen - binnen Hoe ziet de ideale vuilnisbak binnen de school eruit? papier, pen, potloden, stiften en liniaal groot vel karton, lijm en schaar gekleurd papier 1 Bedenk acht redenen waarom de vuilnisbakken op school slecht worden gebruikt. 2 Verzin bij elke reden een oplossing die de vuilnisbak aantrekkelijker maakt. 3 Kies drie oplossingen die jij het belangrijkst vindt. 4 Ontwerp met deze drie oplossingen jouw ideale vuilnisbak. De vuilnisbak moet makkelijk leeg te maken zijn. 5 Maak een 3D tekening van je vuilnisbak. 6 Maak van deze tekening een maquette. Gebruik hiervoor karton, schaar, lijm en papier. Let erop dat de verhoudingen kloppen. 7 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 8 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je maquette zien en maak er een poster bij (presentatiekaart poster). laat je maquette zien en geef er een mondelinge presentatie bij (presentatiekaart mondelinge presentatie).

7 7 Afval hergebruiken - je huis mooi maken Een huis richt je in met meubels. Fotolijstjes, lampen en schilderijen maken het gezellig. Ze zijn leuk, handig en mooi. Dit is decoratiemateriaal. Is afval nog bruikbaar om je huis mooi te maken? pen, papier afval: dopjes, bakjes, kurken, blikjes, flessen, zakjes, etcetera. lijm, schaar, touw, nietmachine, plakband verf, papier 1 Maak een lijst van vijftien verschillende decoratieproducten, zoals sieradenrekje, sleutelhanger en fotolijst. 2 Bekijk het afval. Bedenk bij elk voorwerp hoe je het kunt gebruiken. 3 Bedenk een eigen stijl, bijvoorbeeld een bepaalde vorm, een patroon of kleurencombinatie die steeds terug komt. 4 Bedenk vier decoratieproducten die je gaat maken. Maak van elk product een 3D-tekening. 5 Schrijf op welke voorwerpen je nodig hebt en hoe je die aan elkaar vastmaakt. 6 Zoek de voorwerpen uit die je nodig hebt voor je producten. 7 Maak de vier producten. 8 Vergelijk jouw producten met opdracht 8 Afval hergebruiken - speelgoed maken en 9 Afval hergebruiken - instrumenten maken. Schrijf dit op. 9 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 10 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je decoratiemateriaal zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je decoratiemateriaal zien en maak er een fotoreportage bij (presentatiekaart fotoreportage).

8 8 Afval hergebruiken -speelgoed maken Met speelgoed moet je iets kunnen doen, meekunnen spelen. Speelgoed moet stevig, aantrekkelijk en veilig zijn. Is afval nog bruikbaar om mee te spelen? pen en papier afval: dopjes, bakjes, kurken, blikjes, flessen, zakjes, etcetera. lijm, schaar, touw, nietmachine, plakband verf, papier 1 Maak een lijst van vijftien soorten speelgoed zoals pop, auto en bal. 2 Bekijk het afval. Bedenk bij elk voorwerp hoe je het kunt gebruiken. 3 Bedenk wat je gaat maken. Maak hiervan drie tekeningen, één van voren, één van opzij, en één van boven. 4 Schrijf op welke voorwerpen je nodig hebt en hoe je die aan elkaar vastmaakt. 5 Zoek de voorwerpen uit die jij gaat gebruiken voor je speelgoed. 6 Maak je speelgoed en probeer het uit. Let op: speelgoed moet stevig en veilig zijn. 7 Vergelijk jouw product met die van opdracht 7 Afval hergebruiken - je huis mooi maken en 9 Afval hergebruiken - instrumenten maken. Schrijf dit op. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je speelgoed zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je speelgoed zien en maak er een fotoreportage bij (presentatiekaart fotoreportage).

9 9 Afval hergebruiken -instrumenten maken Instrumenten maken geluid. Om geluid te maken moet je lucht laten trillen. Bij blaasinstrumenten laat je met je adem de lucht trillen. Bij slaginstrumenten sla je op iets dat de lucht laat trillen. Bij strijkinstrumenten strijk je over iets dat de lucht laat trillen. Om het geluid te kunnen horen moet je de trillingen opvangen in een klankkast. Is afval nog bruikbaar om muziekinstrumenten van te maken? pen en papier 4 vellen A4 afval: elastiekjes, bakjes, kurken, blikjes, flessen, zakjes, etcetera lijm, schaar, touw, nietmachine, plakband verf, papier 1 Neem vier A4 vellen. Schrijf op vel 1: groep blaas, vel 2: groep slag, vel 3: groep strijk en vel 4: groep klankkast. 2 Bekijk het afval. Bedenk voor elk voorwerp hoe je het kunt gebruiken. Plaats de voorwerpen in één van de vier groepen. 3 Bedenk of je een blaas-, slag- of strijkinstrument gaat maken. 4 Teken een ontwerp. Schrijf op welke voorwerpen je nodig hebt en hoe je die aan elkaar vastmaakt. 5 Zoek de voorwerpen uit die jij gaat gebruiken voor je instrument. 6 Maak je instrument en probeer het uit. 7 Vergelijk jouw product met die van opdracht 7 Afval hergebruiken - je huis mooi maken en 8 Afval hergebruiken - speelgoed maken. Schrijf dit op. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je instrument zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je instrument zien en maak er een fotoreportage bij (presentatiekaart fotoreportage).

10 10 Minder afval In de kantine worden veel verschillende producten verkocht. De meeste producten zijn per stuk verpakt. Een groot deel van het afval op school komt dus uit de kantine. Kan de kantine minder afval produceren? pen en papier stiften, gekleurd papier groot vel papier 1 Ga naar de kantine. Maak een lijst van producten die in de kantine worden verkocht. 2 Kies acht producten uit die veel verpakkingsmateriaal gebruiken. 3 Bedenk van deze acht producten hoe ze vervangen kunnen worden door producten met minder verpakkingsmateriaal. Schrijf deze verpakkingsarme producten op. 4 Bedenk ideeën waardoor de kantine helemaal geen verpakkingsmateriaal hoeft te gebruiken. Schrijf deze op. 5 Noem minimaal drie dingen die jij zelf kunt doen om ervoor te zorgen dat de kantine minder afval veroorzaakt. 6 Overleg met de persoon die de kantine beheert. Leg je ideeën voor en probeer de beheerder te overtuigen. Welke ideeën zijn goed en welke niet? Maak een verslag van dit overleg. 7 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Schrijf de argumenten op die vóór en tégen je ideeën zijn. Maak een reclameposter van je ideeën. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je reclameposter zien en maak er een PowerPoint presentatie bij (presentatiekaart PowerPoint). laat je reclameposter zien en maak er een tentoonstelling bij (presentatiekaart tentoonstelling).

11 11 Afval scheiden Het Afval Energie Bedrijf wil graag dat jij papier in de papierbak doet, het glas in de glasbak en grof vuil bij één van de zes Afvalpunten aflevert. Wordt afval goed gescheiden op school? computer met internetverbinding pen en papier plastic handschoenen en schort grote tafel met plastic zeil erover 8 vellen A4 papier 8 lege vuilniszakken 1 volle vuilniszak uit de school weegschaal rekenmachine 1 Ga naar Zoek op in welke verschillende soorten afval wordt verdeeld. 2 Zoek uit welke soorten afval op school apart worden ingezameld. Schrijf dit op. 3 Schrijf op acht vellen papier de namen van de verschillende soorten afval. 4 Plak de vellen papier met plakband op de acht lege vuilniszakken. 5 Doe handschoenen aan. Weeg de volle vuilniszak. Noteer het gewicht. Dit is 100%. Stort de vuilniszak leeg in het midden van de tafel. 6 Zoek uit bij welke soort elk stuk afval hoort. Stop dit in de vuilniszak van de juiste soort. 7 Als al het afval gesorteerd is, knoop je de acht vuilniszakken dicht. Weeg per zak hoeveel afval erin zit. 8 Maak de tafel schoon. Gooi de vuilniszakken, handschoenen, plastic zeil en ander afval in de afvalbak. 9 Hoeveel procent van elk soort afval is er? 10 Welke drie soorten afval komen het meest voor? 11 Zijn er op school aparte inzamelpunten voor deze drie soorten afval? 12 Zo ja, hoe komt het dat deze drie soorten toch door elkaar zitten? 13 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 14 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 15 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat de drie meest voorkomende afvalsoorten zien en maak er een poster bij (presentatiekaart poster). laat de drie meest voorkomende afvalsoorten zien en maak er een verslag bij (presentatiekaart onderzoeksverslag).

12 12 Batterijen niet in de vuilnisbak We gebruiken allemaal batterijen. Meer dan je denkt. Bedenk maar eens hoeveel batterijen er in het klaslokaal zijn. Hoe kunnen batterijen op school beter ingezameld worden? computer met internetverbinding pen, papier stiften, gekleurd papier papier voor reclamemateriaal 1 Gebruik jij zelf batterijen? Zo ja, waarvoor? 2 Zoek op waarom batterijen niet in de vuilnisbak terecht mogen komen. Schrijf dit op. 3 Zoek uit of er op school plekken zijn waar je batterijen kunt inleveren. 4 Overleg met de persoon die op school hiervoor verantwoordelijk is. Maak een verslag van dit overleg. Is er wel/geen batterijen inzamelpunt? Zo nee, hoe komt dit? Worden er veel of weinig batterijen ingeleverd? Hoe komt dit? Hoe kunnen er nog meer batterijen ingeleverd worden? 5 Maak een plan waarmee meer batterijen ingezameld kunnen worden. Schrijf je oplossing op. 6 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 7 Gebruik je plan en maak een verzamelpunt voor batterijen op school. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je verzamelpunt zien en maak er een PowerPoint presentatie bij (presentatiekaart PowerPoint). laat je verzamelpunt zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder).

13 13 Isolatie - klaslokaal 0nderzoeksvraag Is het lokaal overal even warm? pen en papier papier, potlood, gum, liniaal, blauw en rood kleurpotlood 4 thermometers stevig plakband horloge 4 stoelen 1 Teken een plattegrond van je klaslokaal. Geef precies aan waar de deur en de ramen zijn. Geef aan hoe de tafels, stoelen en kasten staan. Teken ook de plaats van de verwarming. 2 Maak een aantal kopieën van je plattegrond. 3 Kies vier plaatsen waar je de temperatuur gaat meten. Bijvoorbeeld: dichtbij het raam, voorin en achterin het lokaal. 4 Zet hier een stoel. Plak de thermometers goed vast aan de leuning. Doe de deur dicht. 5 Teken de thermometers op je plattegrond. 6 Wacht vijf minuten en lees de temperatuur af. Schrijf dit op je plattegrond. 7 Kies vier andere plekken uit en herhaal de proef. Teken dit op dezelfde plattegrond. 8 Neem een andere plattegrond en herhaal vraag 3 t/m 7 maar nu met de deur open. Schrijf je antwoorden op deze plattegrond. 9 Kleur koude plaatsen blauw en warme rood. Doe dit op beide plattegronden. 10 Vergelijk de metingen. 11 Maakt het verschil of je de deur open of dicht hebt? 12 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 13 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een verslag (presentatiekaart onderzoeks- verslag). geef een mondelinge presentatie (presentatiekaart mondeling).

14 14 Isolatie - van materiaal Wat houdt warmte vast? pen en papier ruitjespapier en potlood of computer 3 thermometers drie grote glazen potten drie smalle glazen potten (bijvoorbeeld van olijven) kranten, watten, plastic zakjes heet water uit de kraan horloge 1 Teken op papier zes kolommen. Zet boven de kolommen: lucht, kranten, watten, plastic zakjes. Zet naast de kolommen: 0 minuten, 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 20 minuten, 25 minuten, 30 minuten. 2 Zet in elke grote pot een smalle pot. 3 Vul een grote pot met krantensnippers; doe de snippers tussen de grote en de smalle pot. Vul de tweede grote pot met watten; doe de watten tussen de grote en de smalle pot. Laat de derde grote pot leeg. 4 Giet in de smalle potten heet water. Zet de thermometers in het water en lees de temperatuur af. Schrijf de temperatuur op de juiste plaats in de kolom. 5 Wacht vijf minuten en lees opnieuw de temperatuur af. Schrijf dit op. Herhaal het aflezen elke vijf minuten. 6 Bedenk zelf welk ander materiaal je kunt gebruiken om te meten. Doe hiermee de proef opnieuw. Vul één grote pot met plastic zakjes en de andere twee met je eigen materiaal. 7 Maak per materiaal een grafiek (lucht, kranten, watten, plastic zakjes, eigen materiaal 1, eigen materiaal 2). Zet op de y-as de temperatuur en op de x-as de tijd. Je kunt dit op papier doen, maar je kunt ook Excel gebruiken. Vergelijk de metingen. 8 Welk materiaal zou jij gebruiken om een warme winterjas te maken? 9 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. Leg je antwoord uit. 10 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een PowerPoint presentatie (presentatiekaart PowerPoint presentatie). maak een poster (presentatiekaart poster).

15 15 Salade maken - met weinig verpakkingsmateriaal Hoe krijg je zo min mogelijk afval als je een zomerse salade maakt? 15 euro keukengerei olie, azijn, zout en peper keukenweegschaal tafelgerei papier en stiften 1 Ga naar de supermarkt. Neem mee: 15 euro, pen, papier en deze opdracht. 2 Koop de volgende producten of een alternatief ervoor. Koop het product van het merk dat het minste verpakkingsmateriaal gebruikt. Schrijf de merken en de prijzen steeds op. een rode paprika pijnboompitten twee bosuitjes geitenkaas (feta) een avocado brood of toast wilde spinazie 3 Reken af, bewaar de bon en ga terug naar school. Geef het wisselgeld en de bon terug aan je docent. 4 Maak de salade in de keuken van de school klaar. Bewaar al het afval: verpakkingsmateriaal en restafval. 5 Maak de groenten schoon, snijd ze in stukken en meng ze in een kom. Voeg pijnboompitten en stukjes kaas toe. Maak een dressing van olie, azijn, zout en peper. Dek een tafel en serveer je salade met brood of toast. 6 Verzamel al het afval nadat je je salade hebt gemaakt. Verdeel dit in biologisch afbreekbaar en niet biologisch afbreekbaar afval. Weeg beide soorten. Bewaar het afval voor je presentatie. 7 Maak een staafdiagram. Zet op de x-as biologisch en niet-biologisch afval en op de y-as het gewicht. 8 Vergelijk je resultaten met die van opdracht 23 Salade maken - met veel verpakkingsmateriaal. 9 Beantwoord de onderzoeksvraag. 10 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je afval en maaltijd zien. Maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je afval zien en geef er een mondelinge presentatie bij (presentatiekaart mondelinge presentatie).

16 16 Salade maken - met veel verpakkingsmateriaal Hoe krijg je zoveel mogelijk afval als je een zomerse salade maakt? 15 euro keukengerei olie, azijn, zout en peper keukenweegschaal tafelgerei papier en stiften 1 Ga naar de supermarkt. Neem mee: 15 euro, pen, papier en deze opdracht. 2 Koop de volgende producten of een alternatief ervoor. Koop het product van het merk dat het meeste verpakkingsmateriaal gebruikt. Schrijf de merken en de prijzen steeds op. een rode paprika pijnboompitten twee bosuitjes geitenkaas (feta) een avocado brood of toast wilde spinazie 3 Reken af, bewaar de bon en ga terug naar school. Geef het wisselgeld en de bon terug aan je docent. 4 Maak de salade in de keuken van de school klaar. Bewaar al het afval: verpakkingsmateriaal en restafval. 5 Maak de groenten schoon, snijd ze in stukken en meng ze in een kom. Voeg pijnboompitten en stukjes kaas toe. Maak een dressing van olie, azijn, zout en peper. Dek een tafel en serveer je salade met brood of toast. 6 Verzamel al het afval nadat je je salade hebt gemaakt. Verdeel dit in biologisch afbreekbaar en niet-biologisch afbreekbaar afval. Weeg beide soorten. Bewaar het afval voor je presentatie. 7 Maak een staafdiagram. Zet op de x-as biologisch en niet-biologisch afval en op de y-as het gewicht. 8 Vergelijk je resultaten met die van opdracht 22 Salade maken - met weinig verpakkingsmateriaal. 9 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 10 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je afval en maaltijd zien. Maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je afval zien en geef er een mondelinge presentatie bij (presentatiekaart mondelinge presentatie).

17 17 Salade maken - met producten uit verre landen Zijn ingrediënten die van ver komen duurder dan die uit Nederland? 15 euro keukengerei olie, azijn, zout en peper tafelgerei papier en stiften atlas of internetatlas 1 Ga naar de supermarkt. Neem mee: 15 euro, pen, papier en deze opdracht. 2 Koop de volgende producten of een alternatief ervoor. Kijk bij elk product uit welk land het komt en kies datgene dat van het meest ver weg komt. Schrijf merknaam en plaats van herkomst op. een rode paprika pijnboompitten twee bosuitjes geitenkaas (feta) een avocado brood of toast wilde spinazie 3 Reken af, bewaar de bon en ga terug naar school. Geef het wisselgeld en de bon terug aan je docent. 4 Maak de salade in de keuken van de school klaar. 5 Maak de groenten schoon, snijd ze in stukjes en meng ze in een kom. Voeg pijnboompitten en stukjes kaas toe. Maak een dressing van olie, azijn, zout en peper. Dek een tafel en serveer je salade met brood of toast. 6 Verzamel de prijzen en herkomst van je producten. Zoek voor elk product met behulp van een atlas uit wat de afstand is van de plaats van herkomst tot Nederland. Zet je resultaten in een tabel. 7 Maak een staafdiagram. Zet op de x-as de prijs en het product en op de y-as de afstand. Vergelijk je resultaten met die van opdracht 25 Salade maken - met producten uit Nederland. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je maaltijd zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder) laat je maaltijd zien en geef er een mondelinge presentatie bij (presentatiekaart mondelinge presentatie).

18 18 Salade maken - met producten uit Nederland Zijn ingrediënten die uit Nederland komen goedkoper dan die uit verre landen? 15 euro keukengerei olie, azijn, zout en peper tafelgerei papier en stiften atlas of internetatlas 1 Ga naar de supermarkt. Neem mee: 15 euro, pen, papier en deze opdracht. 2 Koop de volgende producten of een alternatief ervoor. Kijk bij elk product uit welk land het komt en kies datgene dat uit Nederland komt. Schrijf merknaam en plaats van herkomst op. een rode paprika pijnboompitten twee bosuitjes geitenkaas (feta) een avocado brood of toast wilde spinazie 3 Reken af, bewaar de bon en ga terug naar school. Geef het wisselgeld en de bon terug aan je docent. 4 Maak de salade in de keuken van de school klaar. 5 Maak de groenten schoon, snijd ze in stukjes en meng ze in een kom. Voeg pijnboompitten en stukjes kaas toe. Maak een dressing van olie, azijn, zout en peper. Dek een tafel en serveer je salade met brood of toast. 6 Verzamel de prijzen en herkomst van je producten. Zoek voor elk product met behulp van een atlas uit wat de afstand is van de plaats van herkomst tot Nederland. Zet je resultaten in een tabel. 7 Maak een staafdiagram. Zet op de x-as de prijs en het product en op de y-as de afstand. Vergelijk je resultaten met die van opdracht 24 Salade maken - met producten uit verre landen. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je maaltijd zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je maaltijd zien en geef er een mondelinge presentatie bij (presentatiekaart mondelinge presentatie).

19 19 Kleding - winkels vergelijken Welke winkel verkoopt de beste kleding? schrijfpapier, pen en potlood kleding met duidelijke labels computer met internetverbinding fiets of tramkaart 1 Maak een lijst van de kleding die je vandaag aan- en meehebt. 2 Bekijk alle labels. Van welke materialen zijn je kledingstukken gemaakt en waar komen ze vandaan? Schrijf dit op je lijst. 3 Ga naar en zoek op: natuurlijke kleding en synthetische stoffen. Wat is het verschil tussen deze twee soorten materialen? Schrijf dit op. 4 Zoek ook op: eerlijke kleding. Welke materialen zijn slecht voor het milieu en waarom? Maak hiervan een verslag. 5 Kies twee kledingstukken uit je lijst, bijvoorbeeld een jas en een broek. 6 Ga naar drie verschillende kledingwinkels. 7 Zoek in de winkels de door jouw gekozen kledingstukken op. Vraag waar en waarvan de kledingstukken gemaakt zijn. Schrijf dit op. Tip: stel eerst jezelf voor, leg uit wat je komt doen, stel je vragen, bedank en ga daarna terug naar school. 8 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Schrijf van elk materiaal op wat de voor- en nadelen zijn. 9 Schrijf van elke winkel op waar de kleding die zij verkopen van gemaakt is. 10 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 11 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een tentoonstelling waarin je al je gegevens verwerkt (presentatiekaart tentoonstelling). maak een poster en doe er een activiteit bij (presentatiekaart activiteit).

20 20 Kleding - stoffen Van welke stoffen wil jij dat jouw kleding gemaakt is? schrijfpapier, pen kleding met duidelijke labels computer met internetverbinding fiets of tramkaart oude kleding lappen stof met label 1 Maak een lijst van de kleding die je vandaag aan- en meehebt. 2 Kijk in de labels waar de kleding van gemaakt is. Schrijf deze materialen op je lijst. 3 Verdeel de materialen in twee kolommen: natuurlijk materiaal en kunstmatig materiaal. Tip: zoek via google op: natuurlijke kleding en synthetische stoffen. 4 Bedenk waar je nog meer kleding van kunt maken, zoek ook op internet. Vul de lijst aan. 5 Ga naar de markt. Vraag of je proeflapjes van stoffen van verschillende materialen mag onderzoeken. Schrijf op welke stof van welk materiaal is gemaakt. Tip: stel eerst jezelf voor, leg uit wat je komt doen, stel je vragen, bedank en ga daarna terug naar school. 6 Onderzoek de lapjes stof. Beantwoord de volgende vragen: a. Is de stof sterk? b. Is de stof mooi? c. Draagt de stof prettig? 7 Ga naar en zoek op: eerlijke kleding. Welke materialen zijn slecht voor het milieu en waarom? 8 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Schrijf van elk materiaal op wat de voor- en nadelen zijn. 9 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 10 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je stoffen zien en maak er een tentoonstelling bij (presentatiekaart tentoonstelling). laat je stoffen zien en doe er een activiteit bij (presentatiekaart activiteit).

21 21 Kleding - herkomst Waar komt kleding vandaan? papier, pen, kleurpotloden en liniaal kopie van een kaart van de wereld atlas of internetatlas kleding met duidelijke labels 1 Maak een lijst van de kleding die je vandaag aan- en meehebt. 2 Kijk in de labels in welk land de kleding gemaakt is. Schrijf dit op je lijst. 3 Kleur de landen uit je lijst op een wereldkaart. 4 Trek pijlen naar Nederland en reken met behulp van een (internet)atlas de afstand in kilometers uit. 5 Kies drie kledingstukken uit je lijst, bijvoorbeeld een jas, een t-shirt en een broek. 6 Ga naar drie kledingwinkels. Zoek in de winkels de door jou gekozen kledingstukken op. Vraag uit welk land de drie nieuwe kledingstukken vandaan komen. Schrijf dit op. Tip: stel jezelf eerst voor, leg uit wat je komt doen, stel je vragen, bedank en ga daarna terug naar school. 7 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Kleur de kaart verder in met je nieuwe gegevens. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je wereldkaart zien en maak er een folder bij (presentatiekaart folder). laat je wereldkaart zien en doe er een activiteit bij (presentatiekaart activiteit).

22 22 Geluid in de stad Wat is het verschil in geluid tussen een rustige en een drukke plek in de stad? papier, pen digitale fotocamera computer met printer 1 Ga naar buiten en luister goed. Maak een lijst van minimaal twintig geluiden die je in de buurt van de school kunt horen. 2 Verdeel de twintig geluiden in vijf groepen: heel hard, hard, normaal, zacht en heel zacht geluid. 3 Ga naar een rustige plek in de buurt van de school, bijvoorbeeld een parkje. 4 Luister goed. Welke geluiden hoor je nu? Maak een lijst. Schrijf bij elk geluid uit je lijst in welke groep het hoort. Maak als dat kan foto s van de dingen die voor deze geluiden zorgen. 5 Ga nu naar een drukke plek in de buurt van de school, bijvoorbeeld een drukke weg. Herhaal vraag 4 voor deze plek. 6 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Print de foto s uit. 7 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 8 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een PowerPoint presentatie waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart PowerPoint presentatie). maak een fotoreportage waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart fotoreportage).

23 23 Internet - broeikaseffect Wat is het broeikaseffect? papier, pen computer met internet en printer 1 Ga naar en zoek op: broeikaseffect. 2 Kies een site uit waar goede informatie staat over het broeikaseffect. 3 Maak een tabel met vier kolommen. Schrijf boven de kolommen: titel site, naam van de maker, datum waarop de site het laatst is aangepast, antwoord op de onderzoeksvraag. 4 Vul de tabel in. Schrijf in de tabel welk antwoord deze site geeft op de onderzoeksvraag. 5 Kies een tweede site over het broeikaseffect, vul de tabel in. 6 Kies een derde site over het broeikaseffect, vul de tabel in. 7 Vergelijk de drie antwoorden van de verschillende sites. Zegt elke site hetzelfde over broeikaseffect of niet. 8 Welke site vond je het best en waarom? 9 Welke site vond je het slechtst en waarom? 10 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 11 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een strip waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart een strip). maak een verslag waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart onderzoeksverslag).

24 24 Internet - ozonlaag Wat is het gat in de ozonlaag? papier, pen computer met internet en printer 1 Ga naar en zoek op: ozonlaag gat. 2 Kies een site uit waar goede informatie staat over het gat in de ozonlaag. 3 Maak een tabel met vier kolommen. Schrijf boven de kolommen: titel site, naam van de maker, datum waarop de site het laatst is aangepast, antwoord op de onderzoeksvraag. 4 Vul de tabel in. Schrijf op in de tabel welk antwoord deze site geeft op de onderzoeksvraag. 5 Kies een tweede site over het gat in de ozonlaag, vul de tabel in. 6 Kies een derde site over het gat in de ozonlaag, vul de tabel in. 7 Vergelijk de drie antwoorden van de verschillende sites. Zegt elke site hetzelfde over het gat in de ozonlaag of niet? 8 Welke site vond je het best en waarom? 9 Welke site vond je het slechtst en waarom? 10 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 11 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een strip waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart een strip). maak een verslag waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart onderzoeksverslag).

25 25 Internet - fijnstof Wat is fijnstof? papier, pen computer met internet en printer 1 Ga naar en zoek op: fijnstof. 2 Kies een site uit waar goede informatie staat over fijnstof. 3 Maak een tabel met vier kolommen. Schrijf boven de kolommen: titel site, de naam van de maker, datum waarop de site het laatst is aangepast, antwoord op de onderzoeksvraag. 4 Vul de tabel in. Schrijf in de tabel welk antwoord deze site geeft op de onderzoeksvraag. 5 Kies een tweede site over fijnstof, vul de tabel in. 6 Kies een derde site over fijnstof, vul de tabel in. 7 Vergelijk de drie antwoorden van de verschillende sites. Zegt elke site hetzelfde over fijnstof of niet? 8 Welke site vond je het best en waarom? 9 Welke site vond je het slechtst en waarom? 10 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 11 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een strip waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart een strip). maak een verslag waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart onderzoeksverslag).

26 26 Afrikaanse pinguïns in Artis Dierentuinen doen veel om dieren in de natuur te beschermen. Hoe helpt Artis de Afrikaanse pinguïn in het wild te beschermen? pen, papier potlood, gum en tekenpapier computer met internetverbinding 1 Ga naar 2 Lees de tekst over de pinguïns. Wat is een Afrikaanse pinguïn? Hoe ziet hij eruit? Schrijf hiervan een verslag. 3 Maak in je verslag een tekening van de Afrikaanse pinguïn. 4 Lees de tekst nog een keer. Waar leeft de Afrikaanse pinguïn in het wild? Waarom wordt de pinguïn bedreigd? Schrijf dit in je verslag. 5 Bedenk zelf nog een manier om de Afrikaanse pinguïns te beschermen. Schrijf dit in je verslag. 6 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 7 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 8 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een poster waarin je alle gegevens verwerkt (presentatiekaart poster). geef een mondelinge presentatie waarin je alle gegevens verwerkt (presentatiekaart mondelinge presentatie).

27 27 Leeuwen in Artis Artis is de oudste dierentuin van Nederland. Sommige verblijven zijn verouderd. Kun jij een nieuw verblijf voor de leeuwen ontwerpen? Hoe kun je de verblijven van de leeuwen aanpassen aan hun natuurlijke leefomgeving? pen, papier potlood, gum en tekenpapier gekleurd papier, karton, lijm, schaar computer met internetverbinding eventueel Artis jaarkaart 1 Ga naar 2 Lees de tekst over de leeuwen. Wat is een leeuw? Hoe ziet hij eruit? Schrijf hiervan een verslag. 3 Lees de tekst nog een keer. Zoek uit in welke natuurlijke leefomgeving een leeuw leeft. hoe warm is het daar, regent het vaak? welke soort planten groeien daar? zijn er bergen of is het juist vlak? hoe komt een leeuw in het wild aan zijn eten? Schrijf dit in je verslag. 4 Artis stelt voorwaarden waaraan een leeuwenverblijf moet voldoen. Schrijf dit in je verslag. 5 Maak een plan voor een nieuw verblijf dat aangepast is aan leeuwen. Bedenk hoe leeuwen in het wild leven en hoe de natuurlijke omgeving er daar uitziet. Denk ook aan de voorwaarden die Artis stelt. Schrijf het plan in je verslag. 6 Maak een tekening van je plan voor een nieuw leeuwenverblijf. 7 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. Maak een maquette van je tekening. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je maquette zien en maak er een mondelinge presentatie bij (presentatiekaart mondelinge presentatie). laat je maquette zien en maak er een stripverhaal bij (presentatiekaart stripverhaal).

28 28 Oude planten in de hortus De Wollemi pine en de Microcycas zijn bijzondere planten. Ze worden in de Hortus gekweekt. Waarom en hoe worden de Wollemi pine en de Microcycas beschermd? computer met internetverbinding pen papier potlood, gum en tekenpapier deze opdrachtkaart 1 Ga naar 2 Zoek uit waar de Hortus is en hoe je er moet komen. 3 Ga naar de Hortus. Vraag om een plattegrond, vraag waar de Wollemi pine en de Microcycas staan. 4 Ga naar de Microcycas. Zoek op het bord naar informatie die te maken heeft met de vraag. Maak hiervan een onderzoeksverslag. 5 Maak een tekening van de plant. 6 Herhaal vraag 4 en 5 voor de Wollemi pine. 7 Ga terug naar school. Neem de tekeningen en aantekeningen mee. 8 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 9 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 10 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van geef een mondelinge presentatie waarin je alle gegevens verwerkt (presentatiekaart mondelinge presentatie). maak een PowerPoint presentatie (presentatiekaart PowerPoint presentatie).

29 29 Klimaatverandering - broeikasgassen Wat zijn broeikasgassen? papier, pen computer met internet en printer 1 Ga naar en zoek op broeikasgassen. 2 Kies een site uit waar goede informatie staat over broeikasgassen. 3 Maak een tabel met vier kolommen. Schrijf boven de kolommen: titel site, naam van de maker, datum waarop de site het laatst is aangepast, antwoord op de onderzoeksvraag. 4 Vul de tabel in. Schrijf op in de tabel welk antwoord deze site geeft op de onderzoeksvraag. 5 Kies een tweede site over broeikasgassen, vul de tabel in. 6 Kies een derde site over broeikasgassen, vul de tabel in. 7 Vergelijk de drie antwoorden van de verschillende sites. Zegt elke site hetzelfde over broeikasgassen of niet? 8 Welke site vond je het best en waarom? 9 Welke site vond je het slechtst en waarom? 10 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 11 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een folder waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart folder). maak een verslag waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart onderzoeksverslag).

30 30 Klimaatverandering - CO 2 Koolstofdioxide (CO 2 ) is een broeikasgas. Broeikasgassen zorgen voor opwarming van de aarde. Hoe kun jij minder koolstofdioxide uitstoten? papier, pen computer met internet en printer 1 Ga naar en zoek op koolstofdioxide. 2 Geef antwoord op de volgende vragen: bij verbranding van welke brandstoffen komt koolstofdioxide vrij? waar gebruiken mensen deze brandstoffen voor? hoe zorgen planten voor minder koolstofdioxide? wat is het gevolg van veel koolstofdioxide in de lucht? 3 Maak een tabel met drie kolommen. Schrijf boven de kolommen: apparaat, aantal keren dat ik het apparaat per week gebruik, totale tijd dat ik het apparaat per week gebruik. 4 Zoek in en om je huis tien apparaten die elektriciteit, gas of benzine gebruiken. Schrijf de namen van alle apparaten onder elkaar in de eerste kolom van de tabel. 5 Bedenk voor elk apparaat hoe vaak je het per week gebruikt. Zet dit in de tweede kolom. 6 Bedenk voor elk apparaat hoe lang je het per week gebruikt. Zet de totale tijd in de derde kolom. 7 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 8 Welke drie apparaten gebruik je het meest? Welke drie het minst? 9 Welke drie apparaten gebruik je het langst? Welke het kortst? 10 Bedenk vijf dingen die je kunt doen om minder koolstofdioxide uit te stoten. 11 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 12 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een PowerPointpresentatie waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart PowerPointpresentatie). maak een verslag waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart onderzoeksverslag).

31 31 Klimaatverandering - waterstof als brandstof Het gemeentelijk vervoersbedrijf (GVB) verzorgt het openbaar vervoer in de stad. Sommige bussen rijden op waterstof in plaats van diesel. Hierdoor komen er minder schadelijke gassen vrij. Daarom noemen ze waterstof een schone brandstof. Waterstof wordt gemaakt uit water. Hoe kun je een bus laten rijden met water? computer met internetverbinding pen, potlood, gum en papier plattegrond van Amsterdam kopieermachine 1 Ga naar 2 Geef antwoord op de volgende vragen. Schrijf je antwoorden op. wat is waterstof? hoe maakt het GVB waterstof uit water? hoe heet een bus die rijdt op waterstof? wat gebeurt met de waterstof zodat er energie vrij komt? 3 Verwerk de antwoorden op deze vragen in een verslag. 4 Bekijk de plattegrond van Amsterdam. Maak een kopie van een deel van de kaart met daarop het stadsdeel waar de school staat. Vergroot de kaart tot A3 formaat. 5 Maak een plan. Je mag in het stadsdeel één bus op waterstof laten rijden. Bedenk in welke straten jij de bus zou willen laten rijden en waarom. 6 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 7 Teken een route op de kaart die de bus volgens jou moet rijden. Schrijf per straat op waarom de bus hier volgens jou moet rijden. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van laat je kaart zien en maak er een poster bij (presentatiekaart poster). laat je kaart zien en geef een mondelinge presentatie (presentatiekaart mondelinge presentatie).

32 32 Klimaatverandering - reizen Gaan mensen klimaatvriendelijk op vakantie? Informatie Een auto rijdt gemiddeld 14 kilometer op één liter benzine en stoot dan gemiddeld 2,4 kilogram koolstofdioxide (CO 2 ) uit. Een trein die 500 km rijdt, stoot gemiddeld 1100 kilogram koolstofdioxide uit. Een vliegtuig stoot per gevlogen kilometer gemiddeld 11 kilogram koolstofdioxide uit. atlas pen en papier 1 Pak een atlas en kies een plaats in Europa waar je graag naar toe zou willen op vakantie. 2 Hoeveel kilometer ligt er tussen deze plaats en Amsterdam? Schrijf je antwoord op. 3 Hoeveel gram koolstofdioxide komt er vrij als je met de auto, trein of vliegtuig naar deze plaats op vakantie gaat? Schrijf je antwoorden op. Gebruik de informatie op de voorkant van deze kaart. 4 Om antwoord op je onderzoeksvraag te kunnen geven, ga je aan mensen de volgende vragen stellen: Gaat u met de auto, trein of vliegtuig op vakantie? Waarom kiest u hiervoor? Denkt u dat dit vervoermiddel klimaatvriendelijk is? Verzin zelf nog een vierde goede vraag. 5 Maak een tabel met vier kolommen. Schrijf de vragen boven de kolommen. 6 Stel op straat je vragen aan minstens 10 personen. Zet de antwoorden in je tabel. Belangrijk: vraag eerst of de persoon tijd en zin heeft om je vragen te beantwoorden. 7 Ga terug naar school. 8 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 9 Welke manier van reizen is het meest klimaatvriendelijk? Welke het minst? 10 Hoeveel mensen weten of hun manier van reizen wel of niet klimaatvriendelijk is? Wat vind je van dat aantal? 11 Welk vervoermiddel kies jij om op vakantie te gaan, de auto, de trein of het vliegtuig? Waarom? 12 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. 13 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een strip (presentatiekaart strip). maak een tentoonstelling (presentatiekaart tentoonstelling).

33 33 Luchtkwaliteit - stikstofdioxide Wat is stikstofdioxide? papier, pen computer met internet en printer 1 Ga naar en zoek op stikstof-dioxide. 2 Kies een site uit waarop goede informatie staat over stikstofdioxide. 3 Maak een tabel met vier kolommen. Schrijf boven de kolommen: titel site, naam van de maker, datum waarop de site het laatst is aangepast, antwoord op de onderzoeksvraag. 4 Vul de tabel in. Schrijf op in de tabel welk antwoord deze site geeft op de onderzoeksvraag. 5 Kies een tweede site over stikstofdioxide, vul de tabel in. 6 Kies een derde site over stikstofdioxide, vul de tabel in. 7 Vergelijk de antwoorden van de verschillende sites. Zegt elke site hetzelfde over stikstofdioxide of niet? 8 Welke site vond je het best en waarom? 9 Welke site vond je het slechtst en waarom? 10 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. Leg je antwoord uit. 11 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een folder waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart folder). maak een PowerPointpresentatie waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart PowerPointpresentatie).

34 34 Luchtkwaliteit - verkeerstelling Auto s, vrachtwagens en bussen zijn verschillende typen vervoermiddelen. Ze stoten vervuilende stoffen uit. De een meer dan de ander. Hoe vervuilend is het verkeer in de straat? Informatie Eén auto is minder vervuilend dan één vrachtwagen. Eén vrachtwagen is minder vervuilend dan één bus. papier, pen, computer 1 Maak een groep van drie personen. Schrijf de namen op. 2 Kies in overleg met je docent een straat in de buurt van de school. Ga naar deze straat. 3 Noteer de datum en de straatnaam. 4 Er zijn drie type vervoermiddelen die jullie gaan tellen: auto, vrachtwagen en bus. Bepaal wie welk vervoermiddel gaat tellen. 5 Schrijf op welk type vervoermiddel jij gaat tellen. 6 Tel 30 minuten het aantal voertuigen van jouw type in de straat. Zet voor elk voertuig een streepje op je papier. 7 Tel na 30 minuten het aantal streepjes. Schrijf het totale aantal op. 8 Schrijf op hoe vaak de andere vervoermiddelen zijn geteld. 9 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 10 Welk vervoermiddel is het meest geteld? Welk het minst? 11 Wat vind je van de hoeveelheid verkeer in de straat? 12 Welk vervoermiddel in de straat is het slechtst voor de luchtkwaliteit? Waarom? 13 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. Leg je antwoord uit. Gebruik hierbij de informatie boven aan deze kaart. 14 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een film waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart film). maak een poster waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart poster).

35 35 Luchtkwaliteit - gezondheid Welke invloed heeft de luchtkwaliteit op de gezondheid? papier, pen computer met internet en printer 1 Ga naar 2 Lees de tekst op de pagina. 3 Geef antwoord op de volgende vragen. Schrijf je antwoorden op. Welke drie stoffen zorgen voor de meeste luchtverontreiniging? Hoe komen deze stoffen in de lucht? Wat is een smogperiode? Welke klachten kunnen mensen krijgen van vervuilde lucht? 4 Bekijk op de plattegrond van Amsterdam. 5 Kies in de buurt van de school 5 straten uit waarvan je denkt dat de luchtkwaliteit hier schadelijk is voor de gezondheid. Schrijf de namen van deze straten op. 6 Leg uit waarom je voor deze straten hebt gekozen. Schrijf dit op. 7 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 8 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. Leg je antwoord uit. 9 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een onderzoeksverslag waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart onderzoeks-verslag). maak een poster waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart poster).

36 36 Luchtkwaliteit - vervoer Hoe kan het vervoergedrag naar school worden verbeterd? pen en papier 1 Bedenk vijf vervoermiddelen waarmee je naar school kunt komen. Schrijf dit op. 2 Bedenk welk vervoermiddel het meest en het minst vervuilend is. Leg uit waarom. Schrijf dit op. 3 Bepaal van welke groep je het vervoergedrag wilt onderzoeken. Denk bijvoorbeeld aan docenten, leerlingen uit de onderbouw of de bovenbouw. 4 Bekijk de parkeerplaats en de fietsenrekken. Schrijf op welke soorten vervoermiddelen en hoeveel van elk soort er staan. 5 Bedenk zes vragen die je kunt stellen om je onderzoeksvraag goed te kunnen beantwoorden. Zorg dat je er tenminste achterkomt: met welk vervoermiddel iemand het vaakst naar school komt; waarom iemand hiervoor kiest; of en wanneer ze dit zouden willen veranderen. 6 Stel je vragen aan 15 mensen uit je onderzoeksgroep. Belangrijk: vraag eerst of de persoon tijd en zin heeft om je vragen te beantwoorden. 7 Maak een plan om het vervoergedrag naar school van de door jou onderzochte groep te verbeteren. 8 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 9 Maak een staafdiagram. Zet op de x-as de gebruikte vervoermiddelen en op de y-as het aantal mensen. 10 Welk vervoermiddel kies jij om naar school te komen? Waarom? 11 Geef antwoord op de onderzoeksvraag. Leg je antwoord uit. 12 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van Leg je plan uit met behulp van een foto-reportage (presentatiekaart fotoreportage). Leg je plan uit met behulp van een onderzoeksverslag (presentatiekaart onderzoeksverslag).

37 37 Zwerfafval - bewoners Hoe kan volgens bewoners zwerfafval worden voorkomen? pen, papier, computer 1 Geef acht voorbeelden van zwerfafval. 2 Welk zwerfafval heb je wel eens gezien in de wijk van de school? 3 Om antwoord op je onderzoeksvraag te kunnen geven, stel je de volgende vragen aan mensen: Welk zwerfafval heeft u in de wijk wel eens gezien? Welk soort zwerfafval zou u het liefst niet meer zien? Waarom? Bent u tevreden over hoe schoon uw wijk is? Hoe zou zwerfafval in de wijk volgens u kunnen worden voorkomen? Verzin zelf nog een vijfde goede vraag. 4 Maak een tabel met vijf kolommen. Schrijf de vragen boven de kolommen. 5 Stel op straat je vragen aan minstens 10 personen die in de wijk wonen. Leg eerst uit wat zwerfafval precies is. Zet de antwoorden in je tabel. Belangrijk: vraag eerst of de persoon tijd en zin heeft om je vragen te beantwoorden. 6 Ga terug naar school. 7 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 8 Welk zwerfafval zien de bewoners het meest? Hoe komt dat denk je? 9 Welk soort zwerfafval willen de meeste bewoners het liefst niet meer zien? 10 Hoeveel bewoners zijn tevreden over hoe schoon hun wijk is? Wat vind je van dat aantal? 11 Beantwoord de onderzoeksvraag. 13 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een poster waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart poster). maak een PowerPointpresentatie waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart PowerPointpresentatie).

38 38 Zwerfafval - kauwgom en sigarettenpeuken Op veel plekken liggen kauwgom en sigarettenpeuken op de grond. Het duurt 1 tot 5 jaar voordat een sigarettenpeuk helemaal is afgebroken. Voor een kauwgomplak is dat 20 tot 30 jaar. Vraag Hoe kan worden gezorgd dat kauwgom en sigarettenpeuken niet op de grond worden gegooid? pen, papier, computer 1 Bedenk vijf plekken waar veel kauwgom en sigarettenpeuken liggen. Schrijf deze plekken op. 2 Waarom denk je dat op deze plekken veel kauwgom en sigarettenpeuken liggen? Schrijf je antwoord op. 3 Ga naar de eerste plek. 4 Tel het aantal kauwgomplakken en sigarettenpeuken op tien naast elkaar liggende tegels. Schrijf het aantal op. 5 Bekijk de omgeving. Kun je kauwgom of sigarettenpeuken kwijt zonder het op de grond te gooien? Schrijf je antwoord op. 6 Herhaal stap 4 en 5 voor de andere vier plekken. 7 Maak een plan met drie oplossingen om kauwgom en sigarettenpeuken op de grond te voorkomen. 8 Verzamel alle gegevens en leg ze overzichtelijk neer. 9 Maak een staafdiagram waarin je per onderzoeksplek aangeeft hoeveel kauwgomplakken en sigarettenpeuken er lagen. 10 Op welke plek liggen de meeste kauwgomplakken en sigarettenpeuken? En op welke plek de minste? Waarom, denk je? 12 Beantwoord de onderzoeksvraag. Leg je antwoord uit. 13 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van maak een fotoreportage waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart fotoreportage). maak een PowerPointpresentatie waarin je alle informatie verwerkt (presentatiekaart PowerPointpresentatie).

39 39 Diergedrag - de invloed van voeren Dieren die we leuk vinden, voeren we graag. Maar in de natuur worden dieren niet gevoerd. Jij gaat uitzoeken of dieren die gevoerd worden, zich anders gaan gedragen dan dieren die niet gevoerd worden. Wat is het gevolg van het voeren van dieren op hun natuurlijke gedrag? papier, pen, computer diervoer 1 Verzamel voer dat geschikt is voor loslopende dieren in de omgeving van je school. Denk daarbij aan zaden voor duiven, sla of andijvie voor eenden of konijnen, en grastoppen voor ganzen. 2 Maak een tabel met 5 kolommen: dier, afstand zonder voer, afstand met voer, gedrag zonder voer, gedrag met voer. 3 Ga naar buiten en neem je tabel, een pen of potlood en het diervoer mee. 4 Zoek naar een loslopend dier dat je wilt onderzoeken. Loop nu zonder voer in je handen langzaam naar het dier toe en kijk goed wat er gebeurt. 5 Vul in je tabel de eerste, tweede en vierde kolom in. Kies voor het gedrag uit: vluchten, twijfelen, stilstaan, dichterbij komen en opdringerig. 6 Loop nu met voer zichtbaar in je handen naar hetzelfde dier toe. Vul daarna de derde en vijfde kolom van je tabel in. 7 Herhaal stap 4 t/m 6 bij nog vier andere dieren van dezelfde soort. Resultaten 8 Reken uit hoe dicht je gemiddeld bij de dieren kon komen zonder en met voer in je handen. Hoe groot is het verschil? 9 Hoe reageren de meeste dieren als je ze zonder voer benadert? En met voer? 10 Kun je nu antwoord geven op de onderzoeksvraag? Waarom (niet)? 11 Geef (zo goed mogelijk) antwoord op de onderzoeksvraag. 12 Waarom zou het een probleem kunnen zijn als blijkt dat de dieren hun gedrag veranderen als je ze voert? Schrijf dit op. 13 Maak je presentatie. Bijvoorbeeld met één van Maak een verslag (presentatiekaart onderzoeksverslag) Maak een poster (presentatiekaart poster)

Mens en Milieu. docentenhandleiding

Mens en Milieu. docentenhandleiding Mens en Milieu docentenhandleiding Uitgave: ANMEC Mens en Milieu Docentenhandleiding voor VMBO, onderbouw en HAVO/VWO Het lesmateriaal mag vrij gekopieerd worden voor gebruik op school en is gratis te

Nadere informatie

Presentatiekaart - folder

Presentatiekaart - folder Presentatiekaart - folder Je laat zien wat het antwoord is op de en hoe je eraan gekomen bent. Een folder geeft een korte uitleg van een probleem en wordt gebruikt om mensen in te lichten over bijvoorbeeld

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN 7-9 JAAR

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN 7-9 JAAR AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN 7-9 JAAR INLEIDING Onderdeel van de website Aan de slag met afval zijn verschillende doe-opdrachten die erop zijn gericht om het thema afval extra tot leven te brengen.

Nadere informatie

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke Spinners Een nieuwe rage: spinners! Heb jij ze al gespot in jouw klas? Vervelend, al dat speelgoed op school, of handig! spinners in de klas, daar kun je leuke, leerzame activiteiten mee doen! Wij bedachten

Nadere informatie

1. Ga naar buiten bij de parkeerplaats en verzamel bij de afvalcontainers. Opdracht: Teken de afvalbakken na en schrijf erbij welk afval erin

1. Ga naar buiten bij de parkeerplaats en verzamel bij de afvalcontainers. Opdracht: Teken de afvalbakken na en schrijf erbij welk afval erin 1. Ga naar buiten bij de parkeerplaats en verzamel bij de afvalcontainers. Opdracht: Teken de afvalbakken na en schrijf erbij welk afval erin verzameld wordt. 2. Maak het puzzelblad over afvalscheiding

Nadere informatie

Maak eerst een aantal schetsen van het bord over welk verbod voor welk soort afval. Kies binnen de groep er één uit en werk deze in het groot uit

Maak eerst een aantal schetsen van het bord over welk verbod voor welk soort afval. Kies binnen de groep er één uit en werk deze in het groot uit 2 Maak verbods borden Maak ter grote van het karton een soort verkeersbod tegen het dumpen van afval. Aantal regels waar dit aan moet beantwoorden: Groot met signaal kleuren (Rood) Geen tekst Eenvoudige

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 7-8

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 7-8 AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 7-8 INLEIDING Onderdeel van de website Aan de slag met afval zijn verschillende doe-opdrachten die erop zijn gericht om het thema afval extra tot leven te brengen.

Nadere informatie

Afval scheiden. Yvonn van de Grootevheen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/75826

Afval scheiden. Yvonn van de Grootevheen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/75826 Auteur Yvonn van de Grootevheen Laatst gewijzigd 25 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/75826 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

De inrichting van de speelleeromgeving bij Geen troep op de stoep.

De inrichting van de speelleeromgeving bij Geen troep op de stoep. De inrichting van de speelleeromgeving bij Geen troep op de stoep. Een rijke speelleeromgeving biedt kinderen volop kansen om zich spelenderwijs te ontwikkelen. Het werken met thema s is een aanleiding

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen Tekst lezen en vragen stellen 1. Om een tekst goed te begrijpen is het erg belangrijk om een tekst actief te lezen. In de uitleg lees je hoe je dat moet doen. Als je actief leest, dan: - controleer je

Nadere informatie

DOE MEE! Afval scheiden. Dat scheelt een hoop

DOE MEE! Afval scheiden. Dat scheelt een hoop DOE MEE! Afval scheiden. Dat scheelt een hoop Ook u kunt nog veel kilo s scheiden Veel Amsterdammers scheiden hun afval al. De een wat meer, de ander wat minder. Toch komt er nog steeds veel herbruikbaar

Nadere informatie

Hoe werk je met het projectenboek?

Hoe werk je met het projectenboek? Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met groen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe

Nadere informatie

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 7-8

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 7-8 Doe-opdrachten Aan de slag met afval Groep 7-8 > Inleiding Onderdeel van de lesmodule Aan de slag met afval zijn drie doe-opdrachten die erop zijn gericht om de thema s zwerfafval en afval scheiden, in

Nadere informatie

CHALLENGE. voor leerlingen VMBO in Friesland

CHALLENGE. voor leerlingen VMBO in Friesland CHALLENGE voor leerlingen VMBO in Friesland 2018-2019 de film Het Spijkerpaleis is een korte speelfilm over een meisje van 14 jaar, een eigenwijze architecte in de dop. Met haar oudere broer wedt zij,

Nadere informatie

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND?

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND? BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND? 2 TOT 4 UUR Groep 4 5 6 7 8 Begin november 1963 ontstond er een nieuw eiland in de Atlantische Oceaan, ongeveer 33 kilometer ten zuiden van IJsland. Een week eerder

Nadere informatie

Dit dossier bestaat uit verschillende fiches, waar jullie in de klas mee aan de slag kunnen.

Dit dossier bestaat uit verschillende fiches, waar jullie in de klas mee aan de slag kunnen. INTRODUCTIE Waarom minder energie verbruiken? We hebben elke dag energie nodig om van alles en nog wat te kunnen doen; koken, onszelf warm houden, machines laten werken Die energie maken kan op heel veel

Nadere informatie

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 1-2-3

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 1-2-3 Doe-opdrachten Aan de slag met afval Groep 1-2-3 > Inleiding Onderdeel van de lesmodule Aan de slag met afval zijn drie doe-opdrachten die erop zijn gericht om de thema s zwerfafval en afval scheiden,

Nadere informatie

Klassengesprek - knutselen. Open de envelop, laat de foto zien en lees samen de brief:

Klassengesprek - knutselen. Open de envelop, laat de foto zien en lees samen de brief: Tim eet op Texel 3 en 4 6 Afval Klassengesprek - knutselen Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: beseffen dat er veel voedsel weggegooid wordt. beseffen dat verpakkingsmateriaal van voedsel veel

Nadere informatie

Inleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN!

Inleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN! Inleiding Of je nu een goede kok bent, of nog geen ei kunt bakken, de is een belangrijke plek in je huis. Dit boek vertelt de belangrijkste dingen over thuis koken. Zodat je veilig en gezond eten kunt

Nadere informatie

Ο Doe-opdracht met een werkblad voor de leerlingen om zelfstandig of in kleine groepen uit te voeren.

Ο Doe-opdracht met een werkblad voor de leerlingen om zelfstandig of in kleine groepen uit te voeren. > Inleiding De doe-opdrachten van Aan de slag met afval zijn erop gericht om het thema afval in de klas extra tot leven te brengen. Er zijn twee soorten doe-opdrachten: 1. Lessen die door de leerkracht

Nadere informatie

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat Lesbrief www.leopold.nl Auteur: Enzo Pérès-Labourette / ISBN 978 90 258 7316 5 Leeftijd: 5-8 jaar Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat Wat ik bomen wil vertellen Voor het lezen Vertel aan

Nadere informatie

koffie, tandpasta, appels, choco, aardappelen, water, plakband,

koffie, tandpasta, appels, choco, aardappelen, water, plakband, AFVALTAAL Zoek de 5 namen van afval Een boom - een klokhuis - spelen - een leeg blik - nooit - koeien - oude kranten - een kapot glas - sorteren - doosje van fruitsap Zoek het juiste woord en vul in :

Nadere informatie

Een duurzame auto INHOUD OPDRACHT DOELEN

Een duurzame auto INHOUD OPDRACHT DOELEN Een duurzame auto Dit is een eerste versie van de nieuwe activiteitsuggesties, passend bij de leerlijnen die ontwikkeld zijn bij de leer. Ze zijn nog in ontwikkeling en zullen in de komende tijd verder

Nadere informatie

bijlagen bij vmbo VMBO ruimte voor leerlingen

bijlagen bij vmbo VMBO ruimte voor leerlingen bijlagen bij vmbo VMBO ruimte voor leerlingen 121 bijlage 1 opdrachtblad leerlingen hebben minder ruimte dan biologische kip materiaal meetmateriaal: een kleine en een grote liniaal, rolmaat, meetlint,

Nadere informatie

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V. 2011. Alle rechten voorbehouden.

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V. 2011. Alle rechten voorbehouden. De lamp Copyright Vakcollege Groep B.V. 2011. Alle rechten voorbehouden. De lamp Met lampen is het als met schoenen; ze zijn vanzelfsprekend en je ziet ze overal. Pas als de stroom een keer uitvalt, merk

Nadere informatie

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen?

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen? Afval the Game Docentenhandleiding les 2 Duur Voor deze les hebt u ongeveer 80 minuten nodig. Leerdoelen De kinderen hebben in de vorige les geleerd dat het belangrijk is om plastic te scheiden, zodat

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Milieuopdrachten Sarahs Wereld

Milieuopdrachten Sarahs Wereld Milieuopdrachten Sarahs Wereld Om de wereld milieuvriendelijker te maken, heeft Sarah zeven milieutips. 1. De ruil je rijk! tip 2. De koop tweedehands! tip 3. De kijk uit wat je koopt! tip 4. De haal het

Nadere informatie

Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed.

Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed. D S T R K C N T Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed. 1. Welk grafmonument staat op welke foto? Schrijf de goede

Nadere informatie

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 4-5-6

Doe-opdrachten Aan de slag met afval. Groep 4-5-6 Doe-opdrachten Aan de slag met afval Groep 4-5-6 1 > Inleiding Onderdeel van de lesmodule Aan de slag met afval zijn drie doe-opdrachten die erop zijn gericht om de thema s zwerfafval en afval scheiden,

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 1-2-3

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 1-2-3 AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN Groep 1-2-3 INLEIDING Onderdeel van de lesmodule Aan de slag met afval zijn verschillende doe-opdrachten die erop zijn gericht om het thema afval in de klas extra tot

Nadere informatie

Natuurtentoonstelling

Natuurtentoonstelling Natuurtentoonstelling We gaan schilderijlijstjes maken. Knip elk een rechthoekige lijst uit een vel A4-papier. Daarna mag je jouw lijst versieren met kleurpotloden, verf, wascokrijt of ander materiaal.

Nadere informatie

Thema school. Deze werkbundel is van:

Thema school. Deze werkbundel is van: Deze werkbundel is van: VOORWERPEN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de boekentas: de lijm: de klok: de lat: VOORWERPEN TELLEN Correctiesleutel

Nadere informatie

Archeologen logboek Namen:....

Archeologen logboek Namen:.... Archeologen logboek Namen:... Bladzijde 1 De antwoorden op deze vragen kun je vinden bij de internetsites die bij opdracht 1 op de WebQuest staan. Vul de antwoorden in de piramide in. De letters in de

Nadere informatie

INLEIDING Bovendien vervuilen diezelfde energiebronnen onze planeet!

INLEIDING Bovendien vervuilen diezelfde energiebronnen onze planeet! INLEIDING Waarom minder energie verbruiken? We hebben elke dag energie nodig om van alles en nog wat te kunnen doen: koken, verwarmen, machines laten werken Die energie maken kan op heel veel verschillende

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

Beestenbende SLODDERVOSSEN

Beestenbende SLODDERVOSSEN Naam: Beestenbende SLODDERVOSSEN Bekijk het clipje: Sloddervossen Groep: LES 7 - WERKBLAD 1 a) Wat heb je in je schooltas om te eten of te drinken? Haal het uit je tas en zet het op je tafeltje. b) Wat

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R DE WILLIE WORTEL QUIZZZ Gaat er bij jou ook een lampje branden? Dan heb je het goede antwoord op de vraag gegeven. Maak een knotsgekke elektroquiz. Daarvoor gaan jullie zelf de quizvragen en antwoorden

Nadere informatie

Winkels in het dorp. Nodig: 1 poster winkels in het dorp, A3-formaat, fotoblad 1, schaar en lijm, stift

Winkels in het dorp. Nodig: 1 poster winkels in het dorp, A3-formaat, fotoblad 1, schaar en lijm, stift Winkels in het dorp Opdracht 1 Deze opdracht doe je in een groepje van vier. Nodig: 1 poster winkels in het dorp, A3-formaat, fotoblad 1, schaar en lijm, stift Op de poster zie je plekken waar mensen in

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN 4-6 jaar

AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN 4-6 jaar AAN DE SLAG MET AFVAL DOE-OPDRACHTEN INLEIDING Onderdeel van de website Aan de slag met afval zijn verschillende doe-opdrachten die erop zijn gericht om het thema afval extra tot leven te brengen. Alle

Nadere informatie

Van afval naar grondstof. Informatie en tips over GFT scheiden

Van afval naar grondstof. Informatie en tips over GFT scheiden Van afval naar grondstof Informatie en tips over GFT scheiden Korte berichten Circulaire economie: Van Afval Naar Grondstof De Rijksoverheid heeft met de gemeente in Nederland afgesproken dat in 2020 maximaal

Nadere informatie

Leesboekje de school

Leesboekje de school Leesboekje de school Leesboekje De School Pagina 1 Dit is de juf. Dit is de meester. Dit is de leerling. Dit is de groep. Dit is de pen. Dit is het potlood. Dit is het boek. Dit is de map. Dit is het papier.

Nadere informatie

Hoe mijn stad werkt. projectdag 1. Wat is de bedoeling? Hoe pak je het aan?

Hoe mijn stad werkt. projectdag 1. Wat is de bedoeling? Hoe pak je het aan? Hoe mijn stad werkt projectdag 1 Wat is de bedoeling? Vandaag kom je te weten hoe een nieuwbouwwijk in een stad wordt opgezet en wat er allemaal komt kijken bij de voorbereiding van de bouw. Je leert welke

Nadere informatie

Jouw ecologische voetstap

Jouw ecologische voetstap Jouw ecologische voetstap Een project van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 16 Doelgroep: basisonderwijs: groepen t/m 8 Jaargetijde: najaar/ winter Plaats: op school. Dit project is een voorbereiding

Nadere informatie

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in: 4 Vind me dan Er is altijd wel een verjaardag of een ander feestje om te vieren. En bij een feestje horen cadeautjes. Maar voor het zover is, wil je het cadeautje natuurlijk zo goed mogelijk verstoppen.

Nadere informatie

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Hoe belangrijk is papier? Wat voor heb je papier nodig? Met papier kan je bijvoorbeeld: schrijven, tekenen of boeken maken. Van oud papier zoals kranten, kun je zelf

Nadere informatie

'Waar komt melk vandaan?' 'Uit de winkel!'. Natuurlijk weet iedereen dat melk uit de koe komt, maar je staat er niet zo vaak bij stil!

'Waar komt melk vandaan?' 'Uit de winkel!'. Natuurlijk weet iedereen dat melk uit de koe komt, maar je staat er niet zo vaak bij stil! Kijkje in de keuken 'Waar komt melk vandaan?' 'Uit de winkel!'. Natuurlijk weet iedereen dat melk uit de koe komt, maar je staat er niet zo vaak bij stil! Tussen de productie van voeding en het opeten

Nadere informatie

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje AFVAL Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje Zoek meer informatie op de computer en bekijk filmpjes over het onderwerp (achterin deze lesbrief staan websites en links voor filmpjes) Overleg

Nadere informatie

Extra spreekopdrachten

Extra spreekopdrachten Extra spreekopdrachten 1** VERTEL. 1. Je loopt in het park. Er loopt een man voor je. Je ziet dat zijn sleutels uit zijn tas vallen. Wat zeg je tegen hem? 2. De studieadviseur van je opleiding vraagt wat

Nadere informatie

onderzoek werkblad naam: Biodiversiteit les & In de klas Buiten - zoekkaart Bodemdiertjes of site dierenzoeker.nl of de app dierenzoeker

onderzoek werkblad naam: Biodiversiteit les & In de klas Buiten - zoekkaart Bodemdiertjes of site dierenzoeker.nl of de app dierenzoeker Biodiversiteit naam: - twee bakken - tuinschop of spade - loeppotjes of vergrootglazen - zoekkaart Bodemdiertjes of site dierenzoeker.nl of de app dierenzoeker In de klas Er leven in Nederland meer dan

Nadere informatie

Lesbrief: Reis rond de wereld Thema: Hoe kom ik daar?

Lesbrief: Reis rond de wereld Thema: Hoe kom ik daar? Lesbrief: Reis rond de wereld Thema: Hoe kom ik daar? Copyright Vakcollege Groep B.V. 2015. Alle rechten voorbehouden. Reis rond de wereld Inleiding In Nederland leven veel culturen naast elkaar. Op school,

Nadere informatie

I LOVE AFVAL SCHEIDEN! JIJ OOK?

I LOVE AFVAL SCHEIDEN! JIJ OOK? I LOVE AFVAL SCHEIDEN! JIJ OOK? Hoi, ik ben Maarten Milieu. Ik werk voor Cyclus en haal bij jou thuis het afval op. De ene dag leeg ik groene minicontainers met een zijlader. De andere dag zie je me zakken

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R EEN ADEMBENEMEND INSTRUMENT Een liedje fluiten is niet zo makkelijk. Je lippen en je tong moet je in allerlei bochten wringen. Met een muziekinstrument gaat het al een stukje makkelijker. Even blazen en

Nadere informatie

Lesbrief Techniek. Een schone vijver

Lesbrief Techniek. Een schone vijver Lesbrief Techniek Een schone vijver Doelgroep leerlingen van groep 6-7 - 8 Leergebied Inhoud Werkvormen Lesduur Nodig techniekonderwijs ontwerpen van een apparaat waarmee een vervuilde vijver kan worden

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoud van de leskist

Inhoudsopgave. Inhoud van de leskist Inhoudsopgave Inhoud van de leskist... Inleiding... Leerdoelen... Opbouw van de les 1. Voorbereiding voor de leerkracht... 2. Introductie Brief van de jutter... 3. Veldwerk in de schoolomgeving Afval jutten...

Nadere informatie

> Lees Hoe praten we?

> Lees Hoe praten we? LB 8-70. Trillende lucht > Lees Hoe praten we? > Lees Dat klinkt mooi! Maak de zin af. Geluid is Zet de volgende zinnen in de goede volgorde. Zet er het juiste cijfer voor. Je borstkas versterkt het geluid.

Nadere informatie

Papier maken in de klas

Papier maken in de klas Energieneutraal 2040 Aalsmeer - Amstelveen - Diemen - Ouder-Amstel - Uithoorn Groep 5 t/m 8 Informatieblad + Docentenhandleiding De regio zit vol energie! www.natuurmilieuweb.nl Overzicht Colofon COLOFON

Nadere informatie

De zin van afvalscheiding

De zin van afvalscheiding De zin van afvalscheiding (...en de onzin die u wel eens hoort)...alles gaat toch op één hoop... Hoe zit het écht? z.o.z. Gescheiden afval blijft gescheiden Gescheiden afval blijft gescheiden Alles wat

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R LEKKER BAKKEN IN DE ZON! Nee niet zonnebaden, maar barbecuen zonder hout of kolen! Dat kan ook met zonlicht. Het lijkt een beetje op een oude truc met een sterk vergrootglas. Als de zon goed schijnt, en

Nadere informatie

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi. Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi. Hoe ziet de woonkamer in jouw huis eruit? Hebben jullie behang met bloemen, zijn de muren in een mooie kleur geverfd of hebben jullie

Nadere informatie

Trash Hunten met de klas

Trash Hunten met de klas Trash Hunten met de klas Plastic hoort absoluut niet thuis in zee en heeft grote gevolgen voor mens en dier. De Plastic Soup Foundation wil voorkomen dat er plastic in het water terecht komt. Aanpakken

Nadere informatie

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van:

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van: ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS Van: Ieder groepje gaat op ontdekkingsreis, deze gebieden worden verdeeld: heelal, de zee, een onderaards gebied, een vulkanisch gebied, een bergachtig gebied, een woestijn

Nadere informatie

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Zonnepanelen op school Team 5: Natuur Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Jullie gaan onderzoeken of de plant een zonnecel is en wie daar gebruik van maken 1. SAMENWERKEN IN EEN TEAM Jullie gaan samenwerken

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Aardrijkskunde praktische opdracht praktisch onderzoek in zuiderzeeland 4 HV Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat Waterschap

Nadere informatie

Het is actie dag! LESSEN VOOR ONDER DE BOOM TITEL OPTISCH CENTREREN

Het is actie dag! LESSEN VOOR ONDER DE BOOM TITEL OPTISCH CENTREREN BASISSCHOOLACTIE VOOR UGANDA TITEL OPTISCH CENTREREN LESSEN VOOR ONDER DE BOOM Het is actie dag! De kinderen krijgen les onder een boom op het schoolplein. Bedenk van te voren goed wat u met de leerlingen

Nadere informatie

inhoud blz. Inleiding 1. De afvalberg 2. Soorten afval 3. Vier belangrijke stappen 4. Voorkomen 5. Opnieuw gebruiken 6. Afval als bran dstof

inhoud blz. Inleiding 1. De afvalberg 2. Soorten afval 3. Vier belangrijke stappen 4. Voorkomen 5. Opnieuw gebruiken 6. Afval als bran dstof Afval inhoud blz. Inleiding 3 1. De afvalberg 4 2. Soorten afval 5 3. Vier belangrijke stappen 7 4. Voorkomen 8 5. Opnieuw gebruiken 9 6. Afval als bran dstof 11 7. Naar de stortplaats 12 8. Filmpjes 14

Nadere informatie

Verbouw een gebouw in samenwerking Expertisecentrum W&T Zuid-Holland

Verbouw een gebouw in samenwerking Expertisecentrum W&T Zuid-Holland Verbouw een gebouw in samenwerking Expertisecentrum W&T Zuid-Holland Leerlingen bedenken een nieuwe bestemming voor een gebouw. Ze houden rekening met de wensen van bewoners. bovenbouw leerkracht focus

Nadere informatie

lesbrieven De ontdekking avonturenpakket de uitvinders en het zonnewiel leerlingenbestand Lesbrief 3: Verhaal deel 1: De laatste ansichtkaart

lesbrieven De ontdekking avonturenpakket de uitvinders en het zonnewiel leerlingenbestand Lesbrief 3: Verhaal deel 1: De laatste ansichtkaart lesbrieven leerlingenbestand Lesbrief 3: De ontdekking Verhaal deel 1: De laatste ansichtkaart Opdracht 1: Horizonverfraaiing Verhaal deel 2: De ontdekking Opdracht 2: Laat maar draaien Opdracht 3: Steentjes

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Handleiding Afvalspel groep 3 en 4

Handleiding Afvalspel groep 3 en 4 Handleiding Afvalspel groep 3 en 4 voor de leerkracht groep 3 en 4 Hoe speel je het spel Verdeel de klas in groepjes van 3 leerlingen. Het spel bestaat uit 5 opdrachten. Elk groepje kan dus, afhankelijk

Nadere informatie

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Energie 5 en 6 3 Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Filmpjes werkblad Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat fossiele brandstoffen hele oude resten van planten zijn. kunnen een

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET AFVAL HANDLEIDING EEN UUR AFVALLES

AAN DE SLAG MET AFVAL HANDLEIDING EEN UUR AFVALLES AAN DE SLAG MET AFVAL HANDLEIDING EEN UUR AFVALLES INLEIDING Aandacht voor zwerfafval en recycling in één les Rondslingerend afval is een bron van ergernis voor volwassenen én kinderen. Met dit lesmateriaal

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Herfst

Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Je gaat in het duingebied onderzoek doen naar allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten

Nadere informatie

Trash Hunten met de klas

Trash Hunten met de klas Trash Hunten met de klas Plastic hoort absoluut niet thuis in zee en heeft grote gevolgen voor mens en dier. De Plastic Soup Foundation wil voorkomen dat er plastic in het water terecht komt. Aanpakken

Nadere informatie

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1: lesbrieven leerlingen werkblad Lesbrief 1: water verzamelen Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

Opdrachten bij cahier Foodtopia Het voedsel van de toekomst

Opdrachten bij cahier Foodtopia Het voedsel van de toekomst Opdrachten bij cahier Foodtopia Het voedsel van de toekomst BEWAREN EN BEHOUDEN Wij vinden het heel normaal dat de supermarkt vol eten ligt. Vandaag, morgen, volgende week en daarna. Dat is mogelijk doordat

Nadere informatie

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE DE LEERLINGENHANDLEIDING VMBO Naam: Klas: Datum: Pagina 2 INLEIDING Mensen maken op grote schaal gebruik van fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkool. Fossiele brandstoffen ontstaan uit resten

Nadere informatie

Naam van het project

Naam van het project Kijk Kaart Als je deze kaart maakt leer je: Uitleg opdracht: Klaar? Informatie: Benodigde materialen: : Naam van het project Samen Kaart Als je deze kaart maakt kom je meer te weten over de vlag van een

Nadere informatie

LESBRIEF GROEP THEMA: CHINA Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 1, 2017

LESBRIEF GROEP THEMA: CHINA Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 1, 2017 LESBRIEF GROEP 7 + 8 THEMA: CHINA Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 1, 2017 Zo gebruikt u Samsam in de klas Weinig tijd: bekijk de filmpjes bij opdracht 1. Verdieping: kopieer de werkbladen

Nadere informatie

Lees je mee? Blaffende agent en andere bijzondere verhalen. werkbladen om methodisch en thematisch te werken aan leesbeleving

Lees je mee? Blaffende agent en andere bijzondere verhalen. werkbladen om methodisch en thematisch te werken aan leesbeleving Lees je mee? Blaffende agent en andere bijzondere verhalen werkbladen om methodisch en thematisch te werken aan leesbeleving 2013 De Stiep Educatief Werkbladen bij de boeken voor het project Taal voor

Nadere informatie

Inlage. Balans & evenwicht

Inlage. Balans & evenwicht Inlage Balans & evenwicht Proef 1 De weegschaal - Werkblad 1 - Pen Waar kom je eigenlijk weegschalen tegen? Maak werkblad 1. Proef 2 In de winkel - Werkblad 2 - Lege verpakkingen - Pen In de winkel zijn

Nadere informatie

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes.

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes. Opdracht 1 Deze opdracht doe je in een groepje van vier. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes. 1. Zoek in de klas naar een klasgenoot met een ander plaatje dan

Nadere informatie

Vollenhove Wonen op een havezate

Vollenhove Wonen op een havezate D S T R K C N T Opdracht 1 Nodig: foto van jezelf als klein kind, fotoblad opdracht 1 In Vollenhove staat de havezate Oldruitenborgh. De havezate is al heel oud. Bijna 250 jaar geleden, rond 1770, woonden

Nadere informatie

Lesmateriaal. groep 3-4 van het basisonderwijs

Lesmateriaal. groep 3-4 van het basisonderwijs Lesmateriaal groep 3-4 van het basisonderwijs De Afvaljutter is ontwikkeld door De Helderse Vallei ism Rozemond Tentoonstellingen en tot stand gekomen dankzij een bijdrage van de zwerfafvalvergoeding van

Nadere informatie

Staphorst op de kaart

Staphorst op de kaart Opdracht 1 Je krijgt een oude kaart van de. Deze kaart is in 1866 gemaakt. Dat is ongeveer 150 jaar geleden. Nodig: kleurpotloden 1. Onderstreep Rouveen, Staphorst en IJhorst met een rood potlood. 2. Zet

Nadere informatie

Opening van het thema op vrijdag 5 november.

Opening van het thema op vrijdag 5 november. Grote Klus Thema : Lekker Fit Als je 5 opdrachten maakt en laat aftekenen, mag je meedoen met een leuke en gezonde activiteit in het restaurant. Als je de grote klus met een groepje maakt, moet je meer

Nadere informatie

Inhoud. 1 Planten in allerlei soorten en maten 6. 2 Zorg voor planten Plagen en ziekten Voortplanting: een nieuw begin 90

Inhoud. 1 Planten in allerlei soorten en maten 6. 2 Zorg voor planten Plagen en ziekten Voortplanting: een nieuw begin 90 Inhoud 1 Planten in allerlei soorten en maten 6 2 Zorg voor planten 32 3 Plagen en ziekten 60 4 Voortplanting: een nieuw begin 90 5 Vermeerderen zonder seks 114 INHOUD 5 1 Planten in allerlei soorten en

Nadere informatie

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen DOCENT In het thema architectuur gaan op onderzoek uit naar de oude huizen die vroeger in en rondom het gebied stonden dat nu is. Ze vergelijken de bouwstijl van verschillende oude huizen met hun eigen

Nadere informatie

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.

Nadere informatie

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Energie 5 en 6 2 Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: begrijpen hoe elektriciteit en stroom ontstaan, als een brandstof wordt

Nadere informatie

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935 JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935 1 Wat moet je doen? 1. Maak een presentatie over hoe jouw buurt er omstreeks 1935 uitzag of over de mensen die in die tijd in jouw buurt leefden. Wat kun je te weten komen

Nadere informatie

GROEP 7 EN 8 HOEZO AFVAL?

GROEP 7 EN 8 HOEZO AFVAL? GROEP 7 EN 8 Daar zit veel moois in! DIA 1 Doelen van deze les: Je leert op welke manieren je afval opnieuw kunt gebruiken. Je leert wat een circulaire economie is. Je bedenkt hoe je minder afval kunt

Nadere informatie

INFORMATIEBROCHURE. Verhuizen. handige tips & stappenplan

INFORMATIEBROCHURE. Verhuizen. handige tips & stappenplan INFORMATIEBROCHURE Verhuizen handige tips & stappenplan Verhuizen Je verhuist naar een andere woning. Dat wil zeggen dat je oude appartement helemaal leeg & proper moet zijn. Maar hoe begin je daar aan?

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R HET DUIZELT VOOR JE OGEN Maar je hersenen maken er een mooie film van. Met een speciale ronddraaiende trommel met spleetjes: een zoötroop, kunnen jullie je eigen bioscoop maken. Maak allebei een aantal

Nadere informatie

Wendy Smit, juli 2014

Wendy Smit, juli 2014 Ontdek jezelf inspiratiespel light Maak je eigen inspiratiekaarten op basis van het boek Ontdek jezelf door tekenen en reflectief schrijven Welkom! Al weer 5 jaar werk ik in mijn praktijk op verschillende

Nadere informatie